Vos en Lommer is een podcast-serie over dieren en groen in de stad, door Bart Geeraedts en Geert Timmermans. Geert is stadsecoloog bij de gemeente Amsterdam. Hij weet er dus alles van. En Bart wil er dus alles van weten. En wil jij ook iets weten? Mail je vraag naar vosenlommer@txt-producties.nl
De meikever, het dier dat vier keer langer leeft als kind dan als volwassene. Want de meikever leeft zo'n drie à vier jaar als z.g. 'engerling' onder de grond, voordat ie in mei het luchtruim kiest. Om vervolgens door vleermuizen verorberd te worden... En voor nageslacht te zorgen. Na die zomer is het voorbij voor de volwassen exemplaren. En Geert vond ook nog ergens dat ze in Frankrijk in de vorm van meikever-soep een delicatesse zijn. Ook de gele plomp is eetbaar. Als je hem maar eerst goed doorkookt! Ander is ie giftig. Maar geniet vooral van dit prachtige knalgele bloempje tussen de boten in de gracht.
't Is een piepje dat je in de gaten moet houden als je in je straat een paar oude bomen hebt staan. Geheid dat dat een boomklever is. Ook als je laat in de nacht thuiskomt. Even wachten totdat ie vanachter de boom tevoorschijn komt. Een heel klein grappig vogeltje. En de haagbeuk. Altijd een verwarrend onderwerp als ook de beukhaag ter sprake komt. En ja hoor, die komt ter sprake! We hopen je niet teveel in verwarring achter te laten. Anders vraag je ons nog maar eens op echte opheldering. Een ding onthouden: bij de beukhaag blijft het dorre blad de hele winter aan de takken hangen. Daarom zie je hem veel op NS-stations. Geen blaadjes op de rails!
Wist je dat de krakeend aan een onstuitbare opkomst bezig is in de Nederlandse steden en wateren? De krakeend is het rankere broertje van de wilde eend. Let op de zwarte snavel bij het mannetje. Dan weet je genoeg: krakeend. En bij Bart riep het geluid van deze eend meteen een associatie op met een ander geluid... Maar we gaan het ook over riet hebben. Dat blijkt in Amerika een net zo'n invasieve soort te zijn als de Japanse duizendknoop bij ons. Riet. Maar ook op niet-geopolitiek terrein is riet een geweldige plant.
Je moet er 's winters maar eens op letten. De koperwiek. Hij broedt hier niet, maar komt met miljoenen afzakken vanuit Scandinavië om hier in de milde winter de bessenstruiken leeg te eten. En de populier is blijvend populair in Nederland. En dat populaire, daar heeft ie ook z'n naam aan te danken.
Als er ergens een kale bouwplaats is, kun je hem verwachten. De witte kwikstaart. Hij is altijd een van de eerste bewoners van nieuwbouwwijken. Maar zo gauw er bomen komen en struiken, is hij weer verdwenen. Dus als je aan de deze vrolijk kwispelende vogel gehecht bent: kap de bomen! En watermunt, dat is een algemene plant in vijvers. Nog nooit van gehoord, maar een mooi bloemetje. Je kunt er zelf iets mee maken: thee of tandpasta. Eén daarvan moet lukken.
Met de knobbelzwaan gaat het goed in Nederland. Vroeger was de zwaan een vogel die alleen de adel mocht houden (en eten!). Nu zie je hem overal. Het is een kwestie van tijd, denkt Geert, dat hij net zo talrijk wordt als de grauwe gans. Een andere vogel die je veel ziet bij het water is de waterhoen. Bart dacht dat dat het vriendelijkere broertje was van die agressieve meerkoet met z'n korte lontje. Maar dat ligt toch genuanceerder blijkt.
Deze 'onverdoofde' aflevering van Vos en Lommer komt live vanuit Museum Tot Zover in Amsterdam, over de lotgevallen van dieren aan het einde van hun leven. Dieren die het loodje leggen tegen eksters, kraaien, vliegen, schimmels en sporen. En over de lotgevallen van een pad die door de nakomelingen van een vlieg levend wordt leeggegeten ten behoeve van de larven. Is het wreed? Of is het typisch menselijk om er zo over te denken? En kreeg deze aflevering nog opeens een theologische wending! Deze opname was ter ere van de 75e aflevering van Vos en Lommer. Een tweeluik over sterven in de natuur. Daarom in Museum Tot Zover dat op de Nieuwe Ooster Begraafplaats in Amsterdam is gevestigd. Met grote dank aan dit museum én aan floormanager Ilse van Brakel.
Een verbijsterd publiek hoorde tijdens een live opname in Museum Tot Zover in Amsterdam, over de lotgevallen van bomen die vechten voor hun leven. Die het loodje leggen tegen kleine beestjes schimmels en sporen. En over de lotgevallen van een mier die door een schimmel wordt geprogrammeerd om bovenaan een grasspriet te sterven. Deze opname was ter ere van de 75e aflevering van Vos en Lommer. Een tweeluik over sterven in de natuur. Daarom in Museum Tot Zover dat op de Nieuwe Ooster Begraafplaats in Amsterdam is gevestigd. Met dank aan dit museum én aan floormanager Ilse van Brakel.
Wat een olijk bloemetje, de koekoeksbloem. Maar hoe komt ie aan z'n naam? Werpt hij ook kleine plantjes uit het nest? Geert denkt dat de naam van de spuugjes komt die hij op zich heeft. Omhulsels van rupsjes zijn dat. Maar wij dachten heel vroeger dat die van de koekoek afkomstig waren. Een andere vogel is een nieuweling in Nederland die vanuit het Middellandszeegebied is opgerukt naar onze natte gebieden: de Cetti' zanger. Wat een herkenbaar geluid en wat leuk dat ie dat de hele winter door laat horen!
Bart zag een Halloween-achtig tafereel in het voorjaar in een plantsoen; een paar bomen waren volledig ingepakt door een taai web. Onder dat web waren alleen nog maar kale takken te zien en als je goed keek, zag je duizenden rupsen eronder op de stam rondkruipen. Wat waren dat? Gaan die bomen nu dood? En waarom kiezen ze deze bomen? Ook mooi, maar nu met geluid, de nachtegaal. Wat een volume komt er uit zo'n klein keeltje. Voor minder decibellen in het verkeer zetten ze al een geluidswal neer. Maar niet voor deze adembenemende zanger in de nacht...
De haagwinde, wie heeft er niet op gevloekt. Dat kleine slingerplantje dat zich om al je planten windt en dat je er maar moeilijk uit kan halen met die bijna elastieken steeltjes. Maar, het moet gezegd, hij heeft een prachtig wit bloempje. Geert noemt die bloemetjes 'pispotjes' en heeft een tip hoe je er het beste vanaf komt! En wilde eend. Wie kent hem niet. Maar wist je dat de mannetjes er in de winter bijna net zo onopvallend uitzien als de vrouwtjes? En dat ze in het voorjaar fluiten? We laten het allemaal horen.
't Is net een mus, maar 't is een gors. Een rietgors. Zoals de naam als zegt kun je hem zien en horen in moerassig gebied. Hij heeft een heel bescheiden roepje, en daar moet ie het mee doen. En wij ook. Maar ach, wat bouwen ze hun nestjes toch onverantwoord laag op de grond.... En de vlier. Klopt het nou wat Bart zegt dat ie de stammetjes vroeger naar amandelspijs vond ruiken? En als je sneller bent dan de vogels kun je van de besjes nog jam maken. Of iets anders. En Bart en Geert komen erachter waar het woord flierefluiten vandaan komt!
In het voorjaar en nog later zie je er de bermen mee vol staan. Het fluitenkruid. Hij doet het goed omdat ie er vroeg bij is, in ieder geval vóórdat de maaimachines voorbijkomen. En omdat we nog steeds veel stikstof de lucht in blazen. Maar wist je dat je hem ook kan eten? Maar stop! Voordat je je tanden erin zet; controleer even of je niet een verwant plantje in de pan doet. Socrates heeft geweten wat er dan met je gebeurt. En de zwaluwen, de vrolijke luchtacrobaten. De huiszwaluw, boerenzwaluw en oeverzwaluw als zomeraanbieding alledrie besproken in één aflevering! En de huiszwaluw broedt dus niet in je huis of in je garage. Dat is de boerenzwaluw. De huiszwaluw bouwt z'n nest onder de goot.
De klimop -en mensen die daar geen genoegen mee nemen, noemen hem hedera- heeft een gecompliceerd leven. Hij kan kruipen en klimmen, het blad verandert van vorm als ie gaat klimmen en bloemen krijgt, en kan niet meer klimmen als je hem op een bepaalde manier laat wortelen. Enfin, Geert legt het je hier allemaal uit. Maar wat een geweldige biotoop voor vlinders, rupsen, bijen en vogels is deze gevelbestormer die wel 30 meter hoog kan klimmen! En de veldleeuwerik. Wat is hij schaars geworden en wat horen we dat iconische geluid daardoor nog maar zo weinig. Dus bedankt boeren voor jullie onverschilligheid voor alles wat geen geld opbrengt.
Gewone vuilboom, bloedboom, pijlhout, sprokkel, duvelskeersj, houtjeshout, buskruithout, stinkboom. Het zijn de bijnamen van de sporkehout. Geert vindt dit een bijzondere struik omdat ie veel vlinders aantrekt die er eitjes op leggen en de rupsen die eruit komen van voedsel voorziet. En de fuut, tot in de jaren zestig van de 20e eeuw een zeldzame verschijning. Maar moet je ze nu zien paraderen over de grachten en vijvers. Maar heb je deze snelle jager op vis wel eens op de wal gezien? Of vliegend?
Een vliegende aflevering van Vos & Lommer. Luister naar het tragische verhaal van de scholekster. Wat voor leven vol gevaren hun kuikens tegemoetgaan als die ermee moeten dealen wanneer zij erachter komen dat zij tussen het grind van een plat dak uit hun ei gekropen zijn. En het volgende dier met vleugels is de citroenvlinder. Een vlinder die een zomerrust én een winterrust houdt. Misschien is het daarom dat de citroenvlinder één van de langst levende vlinders van ons land is. Hij wordt wel één jaar oud!
Wat een dapper beestje, die wezel. En toch vraag je je af hoe het komt dat we iemand 'wezelachtig' noemen als die zich bangig gedraagt. Misschien omdat ie zich schichtig beweegt? En hij komt ook nog gewoon voor in grotere parken in de stad! Het klein hoefblad heeft Bart ooit per ongeluk verward met een paardebloem. Deze aflevering is bedoeld als een goedmakertje voor deze dappere plant die vaak de eerste is die op de kale grond wortel durft te schieten.
Je gaat er niet dood aan maar vervelend is het wel als een brandnetel je te grazen neemt. Toch is het een bijzondere plant. Er zijn weinig mensen die hem niet kennen. Op de plek waar ze staan voelen veel vlinders en vogels zich thuis, hij heeft prachtige, kleine bloemetjes en je kunt hem eten en drinken. Wat wil je nog meer! De tjiftjaf bijvoorbeeld scharrelt er graag tussen rond en nestelt er graag. De vogel die z'n eigen naam zingt, maar Bart kwam erachter dat hij óók nog een andere, heel bekende, song op z'n repertoire heeft...
Laat Bart nou altijd mensen met een spinnenfobie gerustgesteld hebben met te zeggen dat Nederlandse spinnen nooit bijten. Is daar opeens de valse wolfspin! Geert vond er eens eentje in z'n boekenkast. De valse wolfspinnenbeet is vergelijkbaar met die van een bij. Maar Bart had wel een beetje gelijk want deze spin is geen Nederlandse spin. En dan is het nog maar een kleine stap naar het puttertje. Bart zag hem ooit wel in Frankrijk, maar nog nooit in Nederland. En dat is best raar, want het zijn er heel veel, het hele jaar door, ook in de stad! Maar waarom heet ie nou 'puttertje'?
De sijs is dus een echte vogel. Niet de stadse merknaam waarmee alle vogels konden worden aangeduid als 'sijsie' of 'drijfsijsie'. Dat is merkwaardig want de sijs is helemaal geen algemene vogel en zeker niet in de stad. Ook vroeger niet. De mus is veel bekender maar we hebben het niet over het 'mussie en het drijfmussie'. In de winter kan de sijs wel talrijk langstrekken richting het zuiden want 's zomers broedt ie in Scandinavië. Tussen de talrijke berken waar hij graag van eet. En laat die prachtige berk het andere onderwerp zijn van deze aflevering! De berk met de miljoenen irritante zaadjes maar ook met een zoet sap dat uit de bast gewonnen kan worden.
Vijf gram schoon aan de haak en acht centimeters lang. Dat is het formaat van de goudhaan. Oftewel één suikerklontje en de lengte van een bankpas. Het is het kleinste vogeltje dat je in Nederland kunt zien. Kijk vooral goed rond bij naaldbomen, coniferen etc. Of in groepjes mezen. Daar kun je hem, met z'n gele hanekam, nog wel eens zien. En een ander gevleugeld dier zul je vooral binnen aantreffen. Het fruitvliegje is een irritante bewoner van je fruitschaal. Hij is dol op een beetje gistend fruit. Of bier! Legt vele eieren in de schil van je appel. Smakelijk!
Hoewel het een tijdje slecht ging met de kerkuil, is ie weer helemaal terug. De terugdringing van het gebruik van pesticiden, heeft daar aan bijgedragen. De kerkuil is een cultuurvolger, of eigenlijk een muizenvolger, want ze broeden graag in de buurt van boerderijen. Plekken waar veel muizen rondlopen. Ook in de winter. En in de herfst zien we de vliegenzwam overal opkomen. De cliché-paddenstoel die in geen herfststukje mag ontbreken. Maar wisten we ook dat hij hallucinerende eigenschappen heeft?
Om maar meteen een misverstand uit de wereld te helpen. Spinnen zijn geen insecten! De kruisspin dus ook niet. Kasia stuurde een foto van deze spin die voor haar raam hing. Pas na twee jaar is de kruisspin volwassen. En dat volwassen leven van een mannetje bestaat uit het vinden van een vrouwtje. Met haar paren en vervolgens er als een speer vandoor gaan met gevaar voor eigen leven... En nog een foto. Van een palm. De Chinese waaierpalm. Je ziet deze vrolijkerd steeds vaker in het stadsbeeld. Deze gast is winterhard en wordt zelfs in Zwitserland als invasieve soort gezien. Zoals bij ons de Japanse duizendknoop. Maar zo ver is het bij ons nog niet.
Een luisteraar stuurde een foto op van twee, uit de gracht opgeviste scooters. Die zaten volgeplakt met een raar soort mossel. Het bleek de quaggamossel te zijn. Die slurpen met z'n allen in drie dagen het hele IJsselmeer op! (En spugen het ook weer uit. Gelukkig...) Ook aandacht voor de boomvalk. Een luchtacrobaat die het vooral voorzien heeft op zwaluwen die hij op grote hoogte vangt. En voor de gezelligheid trekt hij met hen mee naar Afrika aan het eind van de zomer.
Het is gek maar de kwak is een uiterst zeldzame vogel in Nederland maar in de stad weet ie zich in en rond dierentuinen goed te handhaven. In het wild komt hij wel eens in veenplassengebieden voor en trekt in de winter naar het zuiden. In de dierentuinen blijft ie in de winter en mag hij vrij in en uit vliegen. Een vrije uitloop kwak eigenlijk. En we hebben ook de vijg op het menu staan deze aflevering. Mét pitjes en zonder pitjes. Vijgen mét pitjes komen uit Zuid Europa. Vijgen zonder pitjes komen uit je tuin. Dat ze in Nederland ook in het wild voorkomen is een mooi verhaal van zwervende pitjes. Vrije uitloop vijgen dus eigenlijk.
Een zomerse aflevering met een vreemd insect dat opeens in Amsterdam opdook. Bleek meegelift met een boomkluit uit Frankrijk... de cicade. De Amstel leek opeens aan de Middellandse Zee te liggen! Maar die cicade leeft jarenlang als larf onder de grond, om vervolgens slechts enkele weken als volwassene bovengronds te leven. En een andere zomerse verschijning is de stokroos. "Het blije ei in de straat", volgens Bart. Het is ook een uitbundig bloeiend feestnummer in vele straten in de stad. Een omgeving waar hij zich beter voelt dan buiten de bebouwde kom.
Waarin blijkt dat de gewone dwergvleermuis een heel bijzonder beestje is en bijzonder klein. Hij past in een lucifersdoosje! En waarin Bart zich probeert voor te stellen hoe het eraan toegaat in de vleermuizenkraamkamer. En het boomblauwtje komt ter sprake. De meest voorkomende vlinder van Nederland. Wisten we dat? Mieren verzorgen er kuddes rupsen van.
De groene specht schijnt een algemene broedvogel te zijn waar het ook nog eens heel goed mee gaat. Maar Bart heeft hem nog nooit gezien. Heeft hem wel vaak in de verte horen lachen. Deze specht leeft voornamelijk van de wat grotere mieren die hij uit de grond haalt met zijn 10 cm lange tong. Waar laat hij die als hij aan het roffelen is? En de klaproos is een plant waar veel meer verhalen over te vertellen zijn dan je denkt. Leden van deze papaverfamilie vindt je op je maanzaadbolletje én in bolletjesslikkers....
Wat een fantastisch beest is de mier toch eigenlijk, daar komt Bart achter in deze aflevering. Een mier is zo sterk als een mens die 40 kratten bier kan tillen en beschermt en melkt zijn kudde luizen. Maar ook onthullen wij de ultieme manier om van miern af te komen als ze te opdringerig worden. Verder in de aflevering de fascinerende ransuil. Kwetsbaar voor bosuil, strenge winters en een tekort aan veldmuizen...
De madelief, je kijkt er zo overheen. Maar kijk eens goed! Dan zie je veel meer. We kennen hem als klein bloemetje dat overal tussen het gras groeit; "Er is hier nauwelijks een vierkante kilometer te vinden waar hij niet te zien is", volgens Geert. Maar als je het gras niet maait, kan ie wel 20 cm groot worden. Fun fact: In 2023 is ie verkozen tot Nationale Bloem door het programma Vroege Vogels. En de roek komt deze aflevering ook voorbij vliegen. Een echte gezelligerd, behalve als je er naast woont....
Beleef die gedenkwaardige opname mee die Geert en Bart live in het Amsterdamse Oosterpark maakten op 4 juni 2023! Het park zat vol met zonaanbidders en Vos & Lommer-fans. Geert vertelt eerst iets over de ontstaansgeschiedenis van dit park en waarom er wél egels in rondlopen, maar géén mollen. De grote neef van de schreeuwlelijk halsbandparkiet is de grote Alexanderparkiet. Hij is inderdaad veel groter en maakt een wat zwaarder, schor klinkend geluid. En tot slot aandacht voor de roodwangschildpadden die lagen te zonnen op een ongevallen boomstam bij de vijver. En waarom ze hier uiteindelijk kinderloos zullen sterven ...
Bart vind de liguster een nostalgisch aandoende struik. Want vroeger werd die heel veel als heg, als tuinafscheiding gebruikt. Nu zie je vaak beukenhaag, taxus of laurier. Maar wat ruikt die liguster lekker als je hem laat groeien! Gewoon als struik, niet als heg. En dan nog de koekoek. Wat een spectaculaire vogel is dat! Huiveringwekkend precies in het uitkienen van een 'gast'-nest om snel een ei te leggen. In huiveringwekkende precisie slechts geëvenaard door het kuiken dat uit dat ei gekropen komt....
Het woord 'wants' roept vervelende associaties op: bedwants, muurwants... Maar de vuurwants is een fijne tuingenoot. Bijt alleen in afgevallen bladeren en luizen. En heeft een fenomenaal mooie tekening op de rug. Hij lijkt wel een historisch schild van het Afrikaanse continent. En we eindigen deze aflevering met een rasoptimist. De kleine karekiet. Want een vogel die in het voorjaar vanuit het zuiden van de Sahara naar Nederland vliegt om hier in het riet een nest te bouwen en vier eieren te leggen die er door een koekoeksjong uitgemieterd worden waarna het, zittend op de kop van dit jong, deze indringer bijvoert tot het volwassen is om dan blijgemoed in het najaar weer zuidwaarts te trekken; dat noem ik een optimist.
De glimworm of de vuurvlieg, het is geen worm én geen vlieg. Wat is het dan wel? Een insect dat gedijt bij duister, dus dat het lastig heeft in de stad. Maar in grote donkere parken wel opgloeit in het voorjaar. En de veenmol is óók geen mol, maar een insect dat gedijt tussen de planten van je moestuintje. Maar of jij daar blij van wordt? De echte mol wel in ieder geval!
Een irritante vechtjas, zo wordt er wel gekeken naar de nijlgans. En inderdaad, het verdedigen van nest en territoir zit diep in de aard van deze schoonheid. Het is een echte stadsbewoner die zich met zijn geluid ook niet echt populair maakt. Maar in deze afleveringen ook kersenplukken in de stad. Let voortaan op de boskriek! In tegenstelling tot wat z'n naam doet vermoeden, ook een echte -en lekkere!-stadsboom.
De gewone pad... wat heet 'gewoon'. Een dier dat ieder voorjaar weer naar zijn geboortegrond terugkeert om er jonkies te maken. Een tocht die door het autoverkeer fataal kan aflopen. Maar daar hebben we iets op gevonden. Een dier ook met een huid die als drugslab werkt. Het likken aan een pad kan daardoor hallucinatoire gevolgen krijgen. Probeert dit niet! En verderop praten we over de sperwer. De roofvogel die de mussen-populatie in de steden heeft uitgedund. Maar er ook voor gezorgd heeft dat de overgebleven mussen een stuk alerter zijn geworden!
De koolmees. Daar zijn er heel veel van. En ze zijn vertrouwd met mensen. Hang een nestkast op en dan moet het raar lopen wil er géén koolmees in gaan broeden (wel zorgen dat de ingang niet kleiner is dan de omtrek van een €2 munt). En luister naar het spannende verhaal over de koolmees als horror-vogel... Ook de doodgravers komen ter sprake. Die kleine grote opruimers van dode beesten in de natuur. Zij zorgen ervoor dat de kadavers van b.v. koolmezen langzaam in de grond zakken en tot een feestmaal worden voor hun kroost....
Het zijn net bananenschillen, de bloembladeren van de magnolia, als ze op de grond vallen. Maar als eekhoorns ze eten, dan kunnen ze er dronken van worden. Kijk hier maar eens hoe dat eruit ziet. En we hebben het even over de grote herrieschopper die ook een aankondiger van de lente is: de zwartkop. Je ziet hem niet zo vaak, maar je hoort hem des te beter. En als je een meidoorn in je buurt zet, grote kans dat ze daarin gaan nestelen.
De wasbeerhond? Wat krijgen we nou weer? Is die ook al in Nederland? Wat is het eigenlijk? Hij lijkt erg op de wasbeer. En die loopt al een tijdje in Nederland rond. Ze zijn allebei import, maar de wasbeerhond is groter, formaat vos ongeveer. Maar eerst gaan we in op de lotgevallen van de vink. Een legendarische zanger met een pover repertoire, vindt Bart. En het verhaal rond de blinde vink....
Eendjes voeren in de stad is eigenlijk ook kokmeeuwen voeren. Die voelt zich erg goed thuis bij ons. En een kolonie vestigen ze graag op platte daken van kantoren of flatgebouwen waar alle eitjes tegelijk uitkomen: Strategie. En je hebt ze vast wel eens zien 'tapdansen' in het gras. Dat doen ze om regenwormen te foppen en te vangen. En die regenworm. Daar hebben we er heel veel van en die zijn ook heel erg nodig. Bijzonder is dat ze voor hun nageslacht zelf de benodigde eitjes en zaadjes bij zich hebben. Vooral als blijkt dat ze ook nog eens paren met elkaar! Voor de lol? Of ook strategie?
En jij maar denken dat wanneer je het klokhuis van je appeltje in de berm gooit, dat daar wel dezelfde appel uit groeit. Niet dus! Geert legt uit hoe je echte appels krijgt en hoe je straatappels krijgt. En dat is ingewikkelde materie. Bart kon het maar nauwelijks bijbenen... En de fazant, ook wel de prins carnaval onder de vogels genoemd, is ooit door de Romeinen hier naartoe gehaald. Je ziet hem nu vaak in de stad in de buurt van sportvelden en grote parken.
Op het menu: krab met hazelnoten! Je kan het allemaal eten, wat we vandaag bespreken: De Chinese wolhandkrab. Al bijna 100 jaar geleden uit China hier terechtgekomen en nu als delicatesse vervolgens weer naar China geëxporteerd! En de Turkse hazelnootboom. Een vertrouwd gezicht inmiddels langs stedelijke straten en in kaden geklonken waterkanten. Ga ernaar op zoek en eet er allen van, want wat je in het wild vindt, smaakt het beste, volgens Geert.
Nadat we erachter zijn komen dat we ook luisteraars in Vlaanderen hebben, komen we nog even terug op de houtsnip die door een kat te pakken was genomen maar alsnog gered werd. En we kijken eens goed naar de verschillen tussen de spar en de den. En de dennenappel en de sparrenkegel. Waarbij de pijnboompit ons vertwijfelt deed zoeken naar de naam van het gerecht dat je hiervan maakt met basilicum, knoflook en olijfolie....
Dat was even schrikken, de vogel waarmee de kat van Maurijn mee thuiskwam. In zijn stadstuin was een houtsnip verdwaald en ten prooi gevallen aan de altijd op de loer liggende poes. Geert legt uit dat de snip een redelijk normale wintergast is. Dus houd je tuin goed in de gaten, deze winter! Houd ook in de gaten wat je drinkt bij het eten van de kale inktzwam. In combinatie met alcohol kan je er hondsberoerd van raken. Maar anders is het een smakelijke paddenstoel. Ook broertje geschubde inktzwam is lekker en ze zijn overal in de stad op grasvelden te vinden!
Het heeft zo'n aardige naam, lieveheersbeestje, maar Bart staat er ook even van te kijken dat ie ondertussen wel z'n soortgenoten opeet. Maar ze zijn vooral dol op de luizen van je rozenstruik. En er ziojn zo'n 50 soorten van. Waaronder: Het zevenstippelig lieveheersbeestje, het vijfstippelig lieveheersbeestje, het negenstippelig lieveheersbeestje, het tweeëntwintigstippelig lieveheersbeestje. En weet je hoe je ze uit elkaar houdt? Maar we hebben het ook over een van de kleinste vogeltjes van het land: de winterkoning. De vorst pakt vaak fataal voor hem uit waardoor hij de winter niet eens doorkomt...
Een aflevering om jeuk van te krijgen. Vlooien! We hebben ze veel in huis en om ons heen. Want ze worden graag binnengebracht door katten en honden. Maar wonen ook op egels en vogels. Ze sprongen ook op Bart toen hij vroeger nestkastjes schoonmaakte -de schat...-. Toch wonen ze niet graag op mensen. Dat is weer goed nieuws. En de kastanjes zijn weer volop te rapen op de grond. Om een puree van te maken of een hondje. Zónder vlooien!
De huismuis is vaak de schrik van de keuken. Toch valt hun schadelijkheid mee. Je moet gewoon niks te eten voor ze neerzetten. Maar ze kunnen wel veel nakomelingen maken. Bart heeft uitgerekend dat er uit één worp van 10 jonkies in één jaar wel 700.000 andere jonkies geboren kunnen worden. Dat is heel veel, maar er worden er ook heel veel opgegeten, stelt Geert ons gerust. Ook komt de grote groene sabelsprinkhaan ter sprake. Deze joekel kan wel 8 cm groot worden. En is tot wel 100 meter ver te horen. En die sabel? Dat is een vrouwendingetje.
Hij begint soms al in januari met zingen. De zanglijster. En gaat er lang mee door. Want soms mislukt er een broedsel: door katten, sperwers, een plotseling opdoemende ruit.... Dan moet er weer gezongen en gepaard worden voor de volgende leg. Soms wel drie keer per seizoen. Ja, er zit dus ook tragiek in de zang. Maar we gaan het ook over de teek hebben. Over hoe zij overleven door naar ons bloed te boren. En dat dat soms nare gevolgen heeft voor de donor. Geert heeft als take away wat handige tips om ze verantwoord te verwijderen. Zoals met de tekenlasso en de tekenlepel en de tekenvriezer. Kortom, de luisteraar blijft weinig bespaard deze keer!
Het valt Bart op dat de houtduiven alleen in de binnentuin zitten en dat de stadsduiven aan de straatkant. Daar heeft Geert wel een verklaring voor. Bart vindt ze soms vervelende flappers als ze op z'n balkon vechten met hun vleugels. En we hoorden dat iemand een tuinslak gered heeft door over zijn beschadigde huisje een koffiecup te klemmen. En dat die daarmee de winter heeft overleefd! In deze aflevering kom je ook alles te weten over de wondere wereld van de slakken in je tuin.
In de lente schijn je het meteen te kunnen herkennen: de lindebloesem. Geert noemt het de geur van de langste dag, 21 juni. Maar de linde is ook een makkelijke boom. daardoor ook de favoriete jubileumboom, opspalk-boom en houtbewerkers-boom. En kan zeer oud worden. Misschien zie je er ook wel eens de specht op zitten. De grote roffelaar die je in de verte hoort. Maar dat doet ie ook wel eens op verkeersborden en lantaarnpalen. Waarom zij dat doen? Je hoort het in deze aflevering.