POPULARITY
Categories
NLB 314:1, 2 en 3 Genesis 22 en Romeinen 8: 31–39 Ps. 139, 1 en 11 Tekst: Genesis 22: 14 Preek; Jahweh Jirèh, de Heer zal voorzien Ps. 89: 1 en 3 NLB 412: 1 en 3 Ps. 89: 6
Spreker: Ds. A. Th. van OlstTekst: Romeinen 5:6-8Thema: Het bewijs van Gods liefdeDatum: 3 november 2024Locatie: CGK NunspeetBron: https://kerkdienstgemist.nl/stations/90/events/recording/173064960000090?media=audio ★ Support this podcast ★
Petrus is één van de meest interessante personages uit het Nieuwe Testament. Zijn broer Andreas liet hem Jezus ontmoeten. Beiden behoorden tot de twaalf leerlingen die door Jezus werden uitgekozen om het meest met Hem te mogen optrekken. Van die twaalf was Petrus de onbetwiste leider. Hij was de leerling ‘met het hart op de tong'. Hij sprak eerst en dacht dan pas na, een echte ‘alles-of-niets-persoon'. Jezus stak veel tijd in het vormen van Petrus' karakter. Petrus heette eigenlijk ‘Simon', maar nadat hij Jezus ‘Messias' had genoemd, ging Jezus hem ‘Petrus' noemen. Dat betekent ‘steen' of ‘rots'. Als Petrus iets goeds deed, gebruikte Jezus zijn nieuwe naam. Maar iedere keer dat hij de mist in ging, noemde Jezus hem weer ‘Simon'. Petrus was ook de leerling die Jezus volgde na zijn arrestatie en degene die Hem publiekelijk afviel door te ontkennen dat Hij bij Jezus hoorde. Na Zijn opstanding nam Jezus Petrus apart en vroeg Hij hem drie keer of hij van Hem hield. Zo herstelde Jezus de gebroken Petrus, die nu echt wist dat hij buiten Jezus om niets te bieden had. Hij kon alleen leven en werken vanuit Jezus' genade. Dat is ook de boodschap die Petrus bracht aan iedereen die maar naar hem wilde luisteren. Na de komst van de heilige Geest met Pinksteren leidde Petrus de eerste kerk in Jeruzalem, maar na een aantal jaar ging hij het evangelie brengen naar heidenen. Hij was getrouwd en zijn vrouw ging met hem mee op zijn zendingsreizen. Uiteindelijk belandde Petrus in Rome, waar hij twee brieven schreef die bewaard zijn gebleven. Christenen worden zondebok De eerste noemen we 1 Petrus en deze is waarschijnlijk rond het jaar 64 geschreven. Keizer Nero was net aan de macht gekomen. Hij wilde Rome grondig verbouwen tot eer en glorie van hem zelf. Daarvoor moest eerst veel worden afgebroken en dus liet hij de stad in brand steken, aldus een hardnekkig gerucht in die tijd. Talloze Romeinen raakten hun huis kwijt, tempels met afgoden werden verwoest en ongetwijfeld vielen er ook veel doden en gewonden. Dit leidde tot een diepe crisis. Of Nero nu wel of niet verantwoordelijk was voor de brand: hij had een zondebok nodig. Hij wees de christenen aan die de Romeinse cultuur toch al afwezen. De vervolging die losbrandde was ongekend. Veel gelovigen stierven de marteldood. Petrus schreef zijn brieven aan de kerken in Klein-Azië (het huidige Turkije), waar ook vervolging was. De eerste brief van Petrus is een aanmoediging om te blijven geloven, zelfs als je moet lijden. Hij laat zien dat lijden erbij hoort. Mensen die God oprecht volgen, zijn altijd in de minderheid geweest en hebben het altijd zwaar gehad. Toch is er juist voor hen hoop. Die hoop is te vinden in Jezus Christus. Vervolging biedt zelfs een kans om de liefde van Jezus door te geven. Uiteindelijk zal Jezus terugkomen, al weten we niet wanneer. Lijden en vervolging als zuiverend vuur Petrus begint zijn brief met een groet en daarna prijst hij God voor Zijn rijke genade. Wij leven in hoop dankzij de dood en opstanding van Jezus. Er wacht ons namelijk een erfenis die nooit verloren zal gaan. Om die reden kunnen wij gelukkig zijn, zelfs als we allerlei beproevingen te verduren hebben. Hierdoor kan de echtheid van ons geloof blijken. Lijden in het algemeen en vervolging in het bijzonder werkt als een zuiverend vuur. Petrus zegt dat de profeten uit het Oude Testament al wisten dat de Messias moest lijden en ze probeerden erachter te komen wanneer dit zou gaan gebeuren. Zij kregen het antwoord niet. Maar nu is Jezus gekomen en daarom moeten wij al onze hoop op Hem vestigen. ‘Laten we als gehoorzame kinderen zijn', zegt Petrus. ‘Leid een heilig leven en ontdoe je van alles wat slecht is.' Petrus trekt hier de verhaallijn van het Oude Testament door naar de levens van de mensen in zijn tijd. Nu, ongeveer tweeduizend jaar later, spelen wij nog steeds een rol in het grote verhaal van God en mens. In Petrus' woorden: wij zijn Gods volk. Wat houdt dat in? Bijvoorbeeld dat wij zijn als vreemdelingen in een land ver van huis. We wonen er wel, maar zijn in veel opzichten toch anders. Als we te midden van de ongelovigen een goed leven leiden, dan komen de mensen die het ons lastig maken wellicht tot inkeer. Gelovigen moeten het gezag van de overheid erkennen. Door het goede te doen, moeten we onwetende dwazen de mond snoeren. We zijn vrij, maar mogen die vrijheid niet misbruiken om ons te misdragen. Staat je leven in het teken van het Evangelie? Petrus roept slaven op om goed te zijn voor hun meesters, ook voor degenen die hen slecht behandelen. Het is een blijk van genade als je onverdiend leed kunt verdragen. Dat deed Jezus ook en zo heeft Hij ons gered. Hetzelfde geldt voor vrouwen die tijdens hun huwelijk tot geloof gekomen maar van wie de man nog ongelovig is. Zij moeten goed voor hem zijn, in de hoop dat hij tot geloof komt. Bij dit soort teksten is het goed je te realiseren dat de Bijbel hier in het algemeen spreekt. Het gaat te ver om in dit boek dieper in te gaan op onderwerpen als trouwen met ongelovige partners, scheiden, of misbruik en mishandeling in het huwelijk. Dit zijn hele delicate onderwerpen en als je Bijbelverzen uit hun verband rukt, kun je elk standpunt onderbouwen met de Bijbel. Zoek daarom altijd pastorale hulp als je vragen op dit terrein hebt. Petrus' boodschap is dat ons leven in het teken moet staan van het evangelie. Dat kan betekenen dat we offers moeten brengen, zoals Jezus dat voor ons deed. Neem christelijke mannen bijvoorbeeld. Zij moeten goed omgaan met hun vrouw. Zij is minstens zo belangrijk als hijzelf. Zij is zijn gelijke en hij mag niet als een dictator over haar heersen. Zo laten we Christus' liefde zien aan de mensen om ons heen. Wees niet verbaasd als je moet lijden Hoewel mensen tot geloof komen als wij leven zoals Jezus wil, zal deze houding van christenen de vervolging helaas niet stoppen. Daarom wijst Petrus ons op de verlossing in Jezus Christus, die ook allerlei onrecht moest verdragen. Doordat Hij dit deed, redde Hij ons. Wij zijn door ons geloof verbonden met Jezus' lijden, dood en opstanding. Het symbool van deze verbondenheid is de doop. We mogen daarom niet verbaasd zijn als ook wij moeten lijden vanwege ons geloof. Sterker nog, we zouden vreugdevol moeten zijn. Het betekent namelijk dat we bij God horen. Petrus roept de leiders van de kerken op om dienende leiders te zijn en tot slot wijst hij de christenen erop wie de echte vijand is: de duivel die altijd op zoek is naar een prooi om te verslinden. We moeten ons verzetten tegen hem door trouw te blijven geloven en te doen wat Jezus ons heeft geleerd. Petrus sluit af met een groet mede namens zijn medewerker Silvanus, die de brief heeft opgesteld voor Petrus. Dan doet hij de groeten van ‘de gelovigen in Babylon'. Petrus bevindt zich in Rome, een stad die net zo slecht was als het oude Babylon. Hij noemt de naam ‘Rome' niet, waarschijnlijk omdat hij is ondergedoken en hij niet wil dat de Romeinen weten waar hij zit. Het is ook een verwijzing naar de ballingschap, toen het volk van God zich als vreemdeling bevond in het Babylonische rijk.
Jakobus is Jezus' broer. Tijdens Jezus' leven hadden Zijn moeder, Zijn broers, Zijn zussen én Jakobus zelf moeite om Jezus te geloven. Ze wilden Jezus, toen zich een menigte om Hem heen had verzameld, daar zelfs eens bij weghalen omdat ze dachten dat Hij gek geworden was, staat in Marcus 3. Maar in Paulus' eerste brief aan de christenen in Korinte staat dat de opgestane Jezus ook aan Jakobus verscheen. Zowel Maria (de moeder van Jezus) als Jakobus wachtten in Jeruzalem op de komst van de heilige Geest met de andere leerlingen van Jezus. Toen geloofden ze dus wel dat Jezus de beloofde Messias was. Jakobus werd één van de leiders van de eerste christelijke gemeente in Jeruzalem. Er wordt van hem gezegd dat hij ‘kamelenknieën' had doordat hij zoveel tijd in gebed doorbracht. Hij is omstreeks het jaar 62 vermoord door de Joodse leiders. Eén van de geschiedschrijvers zegt dat hij is gestenigd, een andere dat hij van de dak van de tempel is gegooid en vervolgens met knuppels is doodgeslagen. Hij kwam in ieder geval met geweld om het leven. De conferentie van Jeruzalem Jakobus is ook bekend vanwege de ‘conferentie van Jeruzalem', die vermoedelijk in 49 werd gehouden. Je herinnert je dit misschien nog uit het boek Handelingen. Veel Joden die Christus volgden, vonden dat de heidense gelovigen zich nu ook aan de Joodse wetten en voorschriften moesten houden. Petrus, Paulus en Jakobus gaven aan dat dit niet nodig was, omdat in Jezus de wet was vervuld. Slechts drie dingen bleven overeind: eet geen vlees dat is geofferd aan afgoden, onthoud je van seksuele losbandigheid en eet geen vlees waar nog bloed in zit. De brief van Jakobus is waarschijnlijk enige tijd voor deze conferentie geschreven, anders was de vergadering in Jeruzalem wel genoemd. Jakobus zette zijn boodschap vermoedelijk op papier tussen 44 en 49. Dat betekent dat ‘Jakobus' het oudste boek van het Nieuwe Testament is. Een stukje van het evangelie Het is een mooie en praktische brief, maar ook uitdagend. Er wordt veel nadruk gelegd op hoe we moeten leven en daardoor kan het lijken dat Jakobus beweert dat we op een bepaalde manier moeten leven, willen we door God worden geaccepteerd. Dat is echter niet het geval. Wat Jakobus schrijft, vult aan wat we uit de rest van de Bijbel weten. Paulus legt in zijn brief aan de Romeinen het hele evangelie uit. Hij vertelt hoe zondig we zijn, waarom de wet ons niet kan vrijmaken, waarom we een verlosser nodig hebben, hoe Jezus ons heeft gered en wat dat betekent voor hoe we moeten leven. Jakobus richt zich op een stukje van dat evangelie: hoe God wil dat we leven nu we bij Jezus horen. Wie Jakobus bestudeert, hoort echo's van andere bekende gedeeltes uit de Bijbel en dan met name de Bergrede (Matteüs 5) en Spreuken. In Jakobus' brief zitten veel krachtige oneliners. Net als in Spreuken, gaat het erom hoe de lezers ‘wijs' kunnen worden. Het begint met God vragen om die wijsheid. En ook: wees nederig. Prijs jezelf gelukkig als je op de proef wordt gesteld en staande blijft. Luister naar de ander voor je spreekt. Wees zachtmoedig. Wees niet rap van tong. Wil je God dienen? Doe dit dan door de weduwen en wezen bij te staan. Beoordeel mensen niet op hun uiterlijk en behandel arme mensen goed. Kun je geloven zonder daden? Waar het op neerkomt, is dat als je gelooft daar ook een bepaalde levensstijl bij past. Er zijn genoeg mensen die denken dat zeggen dat je gelooft voldoende is. ‘Maar', zegt de broer van Jezus, ‘hoe kun je zeggen dat je gelooft terwijl dat niet blijkt uit de manier waarop je leeft?' Om een extreem voorbeeld te geven zegt Jakobus: ‘De demonen geloven ook dat God de enige God is. Toch zijn ze bang.' Ze zijn bang, omdat ze tegen God in opstand zijn gekomen en weten dat ze de strijd hebben verloren. Een geloof zonder daden is dood. Abraham moest zijn zoon Isaak offeren, zoals we hebben gelezen in Genesis. De eerstgeborene als prijs voor de zonde van de hele familie. Maar God had beloofd dat Isaak zijn erfgenaam zou zijn en dat uit hem een heel volk geboren zou worden. In geloof ging Abraham de berg op. Hij vertrouwde erop dat God redding zou brengen en dat deed God ook. Het is een voorbeeld van geloof en daden die hand in hand gaan. Hetzelfde gold voor de prostituee Rachab, die Israëls verkenners hielp ontsnappen uit Jericho. Ze had gehoord wat God had gedaan voor het volk Israël, geloofde dat Hij de ware God was, en deed wat juist was in de ogen van God. Ze had gedood kunnen worden als verraadster, of ze had kunnen omkomen bij de val van Jericho, maar God redde haar. Dringende adviezen Dan gaat Jakobus verder met het geven van dringende adviezen. Opnieuw waarschuwt hij tegen spreken zonder nadenken en tegen roddelen. Onze tong kan God zegenen én Hem vervloeken. De tong is dus een gevaarlijk instrument. Verder moeten we ons in alle nederigheid onderwerpen aan God. We zijn geneigd alleen aan onszelf te denken. Als we bidden, verhoort God ons niet, omdat we niet bidden voor wat God wil, maar voor wat wij willen. Laten we ons daarom verzetten tegen de duivel en doen wat God vraagt. Als we dicht bij God komen, komt Hij ook dicht bij ons. Wij zijn van God afhankelijk, want alleen Hij weet of we er morgen nog zijn of niet. Laten we dus niet arrogant allerlei plannen maken zonder ons te realiseren dat we van Hem afhankelijk zijn. Wees niet hoogmoedig. Harde woorden zijn er ook voor de rijken die niet leven zoals God dat wil. Hun rijkdom zal vergaan. In plaats daarvan is het beter geduldig te leven in de verwachting dat de Heer terugkomt. Wees standvastig, zoals ook Job standvastig was toen hij alles kwijtraakte wat hem dierbaar was. Als je het moeilijk hebt, laat dan voor je bidden. Ware wijsheid Ben je ziek? Laat dan de leiders van de kerk voor je bidden en je zalven met olie. Beken elkaar je zonden en bid voor elkaar. Dan zul je worden genezen. Dit is een tekst waar al talloze boeken over geschreven zijn. Niet iedere zieke wordt beter, maar zonden worden wel altijd vergeven. Hoewel we niet altijd weten wat God doet met ons gebed, moeten we wel blijven bidden. Door dit alles te doen, worden we ‘volmaakt', zegt Jakobus verschillende keren in zijn brief. Het Griekse woord dat hij hier gebruikt, betekent: ‘heel zijn'. Ofwel: je daden komen precies overeen met je geloof en met je waarden en normen. Iedereen weet dat dit eigenlijk niet te doen is. Maar God werkt in ons en brengt ons steeds dichter bij die volmaaktheid. Het begint met wijsheid, waar we God in geloof om kunnen vragen zonder te twijfelen aan Gods intenties en karakter. Ware wijsheid is, doen wat God van je vraagt ondanks je omstandigheden. Of je nu arm, rijk of ziek bent, God voorziet. Hij vult aan wat wij tekortkomen. Dat is Jezus' wet; de wet van de vrijheid. In Jezus eigen woorden: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf.' - Matteüs 22:37-40
Wat we moeten weten Hoe we het kunnen weten Wie het ons laat weten Opname van Hervormde Gemeente Wijk (bij Heusden)
Niet alleen in de samenleving, maar ook in de kerk kun je andersdenkenden tegenkomen. Dat was al vanaf het eerste begin van de kerk het geval. Pakweg tweeduizend jaar! We kijken naar wat Paulus hierover zegt bij verschillen die níet over de kern van het geloof gaan. Bij dit soort verschil van inzichten is het volgens Paulus zaak elkaar niet te veroordelen en ook niet elkaar in de haren te vliegen. Maar om elkaar radicaal te verwelkomen en rekening te houden met elkaars kwetsbaarheden. Jezus Christus is hierin het voorbeeld om te volgen. Als we in de kerk goed leren om te gaan met andersdenkenden, dan hebben we daar in de samenleving, in onze vriendengroep, onze familie en op het werk ook zeker iets aan.
Soms wanneer het leven moeilijk is, is het beste wat we kunnen doen onszelf herinneren aan de aard van Gods liefde. Eén van de mooiste dingen die de Bijbel ons zegt is dat, terwijl wij nog zondaars waren, Christus voor ons gestorven is (zie Romeinen 5:8). Hij wacht niet op ons om Zijn liefde te verdienen. Hij heeft ons onvoorwaardelijk lief. Om eerlijk te zijn, is dat voor veel van ons moeilijk te begrijpen omdat we zo gewend zijn om alles in ons leven te moeten verdienen. Vanwege Zijn, grote, wonderbaarlijke en intense liefde voor ons, schonk Hij zich vrijelijk aan ons. Dat is een revolutionaire liefde – een ware, revolutionaire liefde die zichzelf weggeeft omdat het nooit tevreden zou zijn met minder. Het is Gods onvoorwaardelijke liefde dat ons naar Hem toetrekt, Zijn wonderbaarlijke genade die onze zonden uitwist en Zijn krachtige opoffering die een weg voor ons vrijmaakt om Zijn aanwezigheid binnen te gaan. Zijn liefde zal nooit ophouden, nooit opgeven en je nooit verlaten. Wanneer je je neerslachtig voelt of depressief, herinner jezelf dan aan de grote liefde die God voor je heeft!
Ds. Hetty de Jong ( Rotterdam )( vanuit Pelgrimvaderskerk ) over Markus 7 vers 31 t/m vers 37 en Romeinen 8 vers 18 t/m vers 27.
Deze zomer reis ik voor mijn podcast ‘De Limes leeft!' door de provincie Gelderland. Ik ga voorbij de noordgrens van het Romeinse Rijk en start bij Museum het Pakhuis in Ermelo. In deze omgeving zijn twee tijdelijke legerkampen ontdekt, de eerste alweer 100 jaar geleden. In de eerste aflevering die binnenkort verschijnt, zal Jens Goeree alle ins en outs delen over de tijdelijke legerkampen.Museum het Pakhuis besteedt ook aandacht aan deze bijzondere kampen met de tentoonstelling ‘Romeinen; ontmoetingen met smaak'. De zomervakantie is een ideaal moment voor een bezoek, want deze tentoonstelling is nog maar een paar maanden te zien. Deze zomer zijn er leuke activiteiten voor kinderen, zoals een Romeinse soldatentraining en het spelen van Romeinse spelletjes, zie activiteiten. Meer weten?Museum Het PakhuisTijdelijke Romeinse legerkampen in ErmeloJonge ArcheologenclubAftrap Jonge Archeologenclub foto: Mijn DMA foto: Mijn DMA foto: Mijn DMA foto: Mijn DMA foto: Mijn DMA foto: Mijn DMA foto: Mijn DMA
Titus (2 minuten) Evenals Timoteüs was Titus een trouwe medewerker van Paulus. Hij reisde mee met de apostel tijdens zijn tweede en derde zendingsreis en voerde regelmatig opdrachten voor hem uit. Eén van die opdrachten was het leiden van de kerk op het Griekse Kreta. Dit eiland ligt in de Middellandse zee en was vanwege al het scheepverkeer een zeer strategische plek voor het verspreiden van het evangelie. Als mensen hier tot geloof kwamen en later verder trokken of terugkeerden naar hun eigen land namen ze het goede nieuws met zich mee. Kreta was ook een uitdagende plek om te werken. Geweld en seksuele losbandigheid waren aan de orde van de dag. Inwoners van Kreta stonden bekend om hun leugenachtige gedrag en hun hebzucht. Veel mannen waren huursoldaten. Corrupte mensen met negatieve invloed Titus moet het zwaar hebben gehad. Waarschijnlijk stuurde hij Paulus een verslag van hoe het ging. Paulus was net vrijgesproken in Rome en had zijn werk als zendeling weer hervat. Hij bevond zich waarschijnlijk in Korinte of Nicopolis en schreef zijn brief aan Titus ergens tussen de jaren 62 en 64. Het doel was om zijn assistent moed in te spreken en oplossingen aan te reiken. We weten niet precies wat er aan de hand was, maar het lijkt erop dat een corrupte groep mensen een negatieve invloed had op de kerk. ‘Vervang deze leiders door mensen met een onberispelijk gedrag', geeft Paulus mee aan Titus. Paulus zoekt hier geen mensen met een brandschoon verleden. Alleen Jezus is altijd zonder zonde geweest. Maar hij wil alleen leiders hebben wiens levens radicaal zijn veranderd door het evangelie. Het leiden van Gods gemeente is als het runnen van een huishouden. Wie trouw is aan zijn vrouw, zijn kinderen opvoedt in het geloof, niet teveel drinkt, niet gewelddadig en niet hebzuchtig is, die is geschikt om een kerkleider te zijn. Hieruit blijkt namelijk zijn toewijding voor Jezus. Veel van deze foute leiders blijken Joodse gelovigen te zijn. Zij dringen er bij de niet-Joden op aan dat ze zich laten besnijden en ook de andere wetten uit het Oude Testament volgen. ‘Alleen dan kun je bij Jezus horen', zeggen ze. Titus moet hen de mond snoeren. Ook omdat ze vooral op winst uit zijn. Leef met de liefde als fundament Titus krijgt de instructie om de christenen te onderwijzen welke levensstijl gepast is. Leef sober en integer met de liefde als fundament. Doe het kwade niet, maar doe het goede. Richt je op God, niet op wereldlijke verlangens. Dat is waar het op neerkomt. De beloning komt: op een dag komt Jezus terug, de Messias die ons heeft vrijgekocht door Zijn eigen leven te geven. Waarom deze focus op hoe we moeten leven? In Paulus' brieven maar ook in alle andere Bijbelboeken zien we dat God wil dat wij anders zijn. In Gods koninkrijk zijn de waarden en normen anders dan in de wereld. De christenen op Kreta moeten door hun levensstijl laten zien wie Christus is. De vrede, rust en zekerheid die zij ervaren, moet de niet-gelovigen jaloers maken. In Paulus' woorden: ‘Gods genade is openbaar geworden tot redding van alle mensen. Ze leert ons dat we goddeloze en wereldse begeerten moeten afwijzen en bezonnen, rechtvaardig en vroom in deze wereld moeten leven, in afwachting van het geluk waarop wij hopen: de verschijning van de majesteit van de grote God en van onze redder Jezus Christus.' - Titus 2:11-13 Filemon (2 minuten) Filemon was een rijke man uit de stad Kolosse. Hij had een grote huis waar de christenen regelmatig samenkwamen voor Bijbelstudie en gebed. Hij is waarschijnlijk tot geloof gekomen in de tijd dat Paulus in Efeze werkte en raakte bevriend met de apostel. Als rijke man bezat Filemon ook slaven. Dat is op het eerste gezicht best gek. Hoe kan een christen een ander mens onderdrukken? Dat mag natuurlijk niet. Laten we daarom naar de context kijken. In het Romeinse rijk bestond ongeveer 1/3 van de bevolking uit slaven. Zij waren handelswaar. Je kon ze bezitten en verkopen. Een slaaf kon zichzelf ook vrij kopen. Vanaf het jaar 20 na Christus hadden slaven in het Romeinse rijk bovendien recht op een rechtszaak als hun onrecht werd aangedaan. Sommige slaven hadden een goede meester en raakten er zelfs mee bevriend, terwijl anderen om het minste of geringste werden mishandeld. Waar draait het christendom om? Waarom veroordeelt de Bijbel slavernij niet? Stel dat Jezus en later Petrus, Paulus en de anderen hier een belangrijk punt van zouden hebben gemaakt, dan waren er slavenopstanden gekomen die de Romeinen bloedig zouden neerslaan. Het christendom zou dan draaien om sociale kwesties als vrijheid, gelijkheid en aards geluk. Die kwesties zijn belangrijk, maar niet het belangrijkste. Zoals we hebben gezien gaat het in het koninkrijk van God in de kern om het herstel van onze relatie met God. Deze relatie werd gebroken in de Hof van Eden door Adam en Eva. Jezus heeft dit weer gerepareerd en dat moet de wereld weten. De Bijbel laat zien dat één van de manieren om het evangelie te verspreiden, is door anders met je slaven om te gaan. Zij mogen niet worden onderdrukt, maar moeten als gelijken worden behandeld. Belangrijker nog: als broeders en zusters in Christus. Op hun beurt mogen slaven niet opeens neerkijken op hun ‘eigenaren'. Integendeel. Zij moeten hen met nog meer passie dienen, omdat ze dezelfde meester hebben: Jezus Christus. Die gelijkheid in Christus tussen meester en slaaf, is waar Paulus' brief aan Filemon over gaat. Filemon had namelijk een slaaf die was weggelopen. Deze slaaf heet Onesimus. Zijn naam betekent ‘Nuttig' en die naam kwam veel voor onder slaven. Waarschijnlijk heeft Onesimus iets van Filemon gestolen en is hij toen gevlucht naar Rome. Daar woonde een groot aantal slaven zonder eigenaar. Op de één of andere manier is hij met Paulus in contact gekomen. In zijn brief noemt Paulus hem ‘mijn kind'. Hij heeft hem dus tot geloof in Jezus geleid. Paulus bevindt zich op het moment van schrijven onder huisarrest en Onesimus was erg nuttig voor hem. Toch wist Paulus dat Filemon en Onesimus hun conflict moesten bijleggen. Hoe kunnen twee christenen zo in onmin met elkaar leven? Daarom stuurt Paulus Onesimus terug naar Kolosse, samen met Tychikus, die ook de brief aan de Kolossenzen meeneemt. In zijn brief aan Filemon doet Paulus een klemmend beroep op Filemon om Onesimus niet te straffen, maar hem terug aan te nemen. Niet als een slaaf, maar als een broeder. Paulus zegt: ‘Voor mij is hij dat al, hoeveel te meer moet hij het dus voor u zijn, zowel in het dagelijks leven als in het geloof in de Heer. Dus, als u met mij verbonden bent, ontvang hem dan zoals u mij zou ontvangen. En mocht hij u hebben benadeeld of u iets schuldig zijn, breng het mij dan in rekening. Ik, Paulus, schrijf hier eigenhandig neer dat ik u zal betalen. Ik ga er dan maar aan voorbij dat u mij uw eigen leven schuldig bent.' - Filemon 1:16-19 Paulus laat hier zien wat het betekent om een volgeling van Jezus te zijn. Hij weet dat Filemon bij hem in het krijt staat, maar hij scheldt die schuld kwijt. En als Filemon vindt dat Onesimus hem nog iets schuldig is, dan wil Paulus dit wel betalen. Paulus heeft alles over voor het evangelie en hoop dat dit ook geldt voor zijn geestelijke kinderen, Filemon en Onesimus.
In de derde Zomerspecial van 2025 praat Sanne de Jong van de Radboud Universiteit ons uitgebreid bij over haar promotieonderzoek naar de effecten van klimaatverandering door vulkaanuitbarstingen op de Romeinse samenleving. Een fascinerend verhaal over bronnen, over onderzoek waarbij verschillende disciplines betrokken zijn en waarin we inzoomen op twee (enorme) vulkaanuitbarstingen in de 6de eeuw: in 534 en 540. Hoe zien we die terug in de (Romeinse) bronnen? En welke effecten hadden die vulkaanuitbarstingen op de Romeinse samenleving?ZomerspecialsDeze hele zomer verschijnt er iedere woensdag een nieuwe zomerspecial van Oudheid! Voor de agenda: seizoen 3 start op woensdag 3 september.Shownotes
Spreker: Ds. D.J.T. HoogenboomTekst: Romeinen 14:1 – 15:3Thema: Zwak en sterk in de kerkDatum: 21 juli 2024Locatie: CGK OpperdoesBron: https://kerkdienstgemist.nl/stations/379-Christelijke-Gereformeerde-Kerk---Opperdoes/events/recording/172157400000379?media=audio ★ Support this podcast ★
Romeinen 10:18-21 door kand. G. Guijt
Romeinen 10:14-17 door ds.J.S. Heutink
Aan de slag!Waar ben jij op gefocust: geest, ziel of lichaam? Wil je dit veranderen en zo ja, hoe pak je dat aan?Lees ook eens de volgende tekstgedeelten: Psalm 143:10, Romeinen 8:4b-11 en 12:2, 1 Korintiërs 6:17-20 en Hebreeën 13:20-21.Deze overdenking is geschreven door schrijfster Marijke Gootjes-Verhoeve.
Romeinen 10: 9-13 door kand. N.L. Dijkdrent
Spreker: Ds. R. van KootenTekst: Romeinen 10:12-15Thema: Paulus roemt verder in het heldere evangelieDatum: 24 november 2024Locatie: HHG GoesBron: https://www.youtube.com/live/p8_cqeP64p4 ★ Support this podcast ★
We stuiten bij de behandeling van de Romeinenbrief op een paar lastige kwesties – toen en nu nog steeds. In hoofdstuk 13 gaat het bijvoorbeeld over hoe je kijkt naar de overheid. Een prikkelend gedeelte en belangrijk om je goed te in te prenten. Dat gaan we proberen a.s. zondag. Denk vooral mee en laat je uitdagen. Welkom!
Ds. J. Smit - Romeinen 10:4-8
Ds. B. H. Weegink - Romeinen 9:30- 10:3
Ds. D. Jongeneel - Romeinen 9:24-29
Spreker: Kand. J.W. BonenbergTekst: Romeinen 3:21-26Thema: Genade zo oneindig grootDatum: 22 juni 2025Locatie: HHG AalstBron: https://kerkdienstgemist.nl/stations/2599/events/recording/175057740002599 ★ Support this podcast ★
Romeinen 9:19-23 door ds. C.H. Bijl
Romeinen 9:14-18 door ds. A. Christ
Romeinen 9:6-13 door dr. G. van Zanden
Vandaag lezen we verder in de brief aan de Romeinen en komen op een bijzonder lastig punt: de plek van Israël. Dit was toen al een hele kwestie en daarom dat Paulus er drie hoofdstukken aan besteedt (Romeinen 9 t/m 11). Natuurlijk is er veel verschil tussen wat toen het punt was en wat vandaag de dag mensen bezighoudt (en verdeelt) ten aanzien van Israël. Maar het loont wel om de Romeinenbrief te lezen en richting te zoeken t.a.v. de actuele en prangende vraag: hoe kijk je als christen naar het huidige Israël? Welkom om mee te denken!
Laurens Heiboer preekt in deze doopdienst over het thema"De doop, ontvang een heel nieuw leven" n.a.v. Romeinen 6:1-8
Door Maartje Lamberink en Jurjen ten Brinke Opzet gebed: * Inkeer: reflectie en vredewens * Dankgebed * Bijbellezing * Omkeer: verootmoediging, genadeverkondiging * Voorbeden * Rusten: psalm 4, tekst uit kerktraditie, afsluitend gebed Steeds hoor je een 'refrein', een Bijbeltekst die die dag terugkeert.
Romeinen 9:1-5 door prop. M. van Rijn
In deze aflevering nemen dr. Diederik Burgersdijk van de Universiteit Utrecht en promovendus Dirk Vervenne ons mee naar de geschiedenis van Carthago! Van de Punische stad naar Romeins Carthago, maar ook tot op de dag van vandaag: de stad die ooit verwoest werd... maar nooit verloren is gegaan. Diederik en Dirk nemen ons uitgebreid mee naar het bronnenmateriaal, naar Punisch Carthago, naar de ontstaansmythe van de stad, naar de complexe verhouding met de Romeinen en meer.Shownotes
Wie ben je nou echt? Wie mag je zijn? Het zijn aloude én moderne vragen naar onze identiteit. In deze dienst gaat het daarover en ligt het antwoord in ‘kind van God zijn'. Maar wat betekent dat? En hoe weet je dat dan? Welkom in deze dienst!
Romeinen 8:31-39 door ds. J.B. Alblas
Romeinen 8:26-30 door kand. G. Guijt
Annemie Peeters interviewt haar gasten over recent onderzoek. Liesbet Temmerman onderzoekt veroudering bij wormen. Patrick Deboosere deed historisch onderzoek. Dus zijn dit interessante vragen: Worden we écht alsmaar ouder? Hoe jong stierven dan pakweg de Romeinen? Als elke generatie langer leeft, vanaf wanneer is 120 dan een realistisch streven voor de meeste mensen? En heeft het nut, om alsmaar ouder te worden? Voor ons én voor de mensheid. Interessante antwoorden ook. Soms wel confronterend.
NieuwBegin #DenkVernieuwing #GodsWaarheidVoorJou
Door Joline Zuidema en Daan Molenaar Opzet gebed: * Inkeer: reflectie en vredewens * Dankgebed * Bijbellezing * Omkeer: verootmoediging, genadeverkondigingVoorbeden * Rusten: psalm 4, tekst uit kerktraditie, afsluitend gebed Steeds hoor je een 'refrein', een Bijbeltekst die die dag terugkeert.
Romeinen 8:23-25 door ds. W.J. Westland
Pinksteren is het feest van de Heilige Geest, de brenger van leven, vrede, liefde, etc. Maar wat kun je eigenlijk hier en nu van die Geest ervaren? Zeker in een wereld waarin zoveel zinloos lijden is? Daarover denken we na, opnieuw vanuit de brief aan de Romeinen. Welkom om hierbij te zijn en Pinksteren te vieren!
Door Daan Molenaar en Joline Zuidema Opzet gebed: * Inkeer: reflectie en vredewens * Dankgebed * Bijbellezing * Omkeer: verootmoediging, genadeverkondigingVoorbeden * Rusten: psalm 4, tekst uit kerktraditie, afsluitend gebed Steeds hoor je een 'refrein', een Bijbeltekst die die dag terugkeert.
Romeinen 8:18-22 door kand. N.L Dijkdrent
Romeinen 8:14-17 door ds. J.S. Heutink
Enkele jaren geleden ging ik door een bijzonder moeilijke periode en was er absoluut geen blijdschap of vreugde in mijn leven. Iedere keer als ik een fout maakte was ik snel om mezelf te veroordelen, boos omdat ik niet de “perfecte christen” kon zijn. Op een dag stuitte ik op Romeinen 15:13. Daar staat: De God, die ons hoop geeft, zal u in het geloof geheel en al vervullen met alle blijdschap en vrede… Dat was het. Ik begreep het! Ik besefte dat ik mij in twijfel en ongeloof had gestort, waardoor de duivel mij kwelde met negativiteit, boosheid en ongeduld. Ik was vergeten dat in God geloven en Zijn Woord te vertrouwen mij vrede en hoop zal brengen en al mijn zwakte overwint. Gods Woord gaf mij het antwoord. Jezus hield zoveel van mij dat Hij mij niet alleen mijn zonden uit het verleden vergaf, maar ook vooruitkeek en mij vergaf voor de momenten van zwakte wanneer ik in de toekomst zou falen. Ik hoef niet toe te staan dat Satan binnensluipt met vragen of ongeloof, en dat hoef jij ook niet. Weet vandaag dat vrede, hoop en blijdschap pal voor je staan. Ga naar Gods Woord en laat het je geloof aanwakkeren.
LB 683 Romeinen 8: 1-17 GK 103: 5, 7 Romeinen 8:14-16 Preek; Pinksteren LB 675 GK 67: 2, 3 GK 250
Wat is de ware doop? Wat is de basis voor onze wandel? Wat is de vraag in Romeinen 6:1 en waar komt die vandaan?Dat en meer werd besproken. Naluisteren: HIER . https://www.da-ath.nl/?p=34220
Door Maartje Lamberink en Jurjen ten Brinke Opzet gebed: * Inkeer: reflectie en vredewens * Dankgebed * Bijbellezing * Omkeer: verootmoediging, genadeverkondiging * Voorbeden * Rusten: psalm 4, tekst uit kerktraditie, afsluitend gebed Steeds hoor je een 'refrein', een Bijbeltekst die die dag terugkeert.
Galaten (5 minuten) In Paulus' tijd was Galatië een regio in Klein-Azië, grofweg het huidige Turkije. Een interessant weetje is dat hier veel Galliërs woonden die enkele eeuwen daarvoor, vanuit wat nu Frankrijk is, waren verhuisd. Uiteindelijk veroverden de Romeinen deze regio. Paulus stichtte kerken in enkele grote steden in het zuiden van Galatië: Antiochië, Ikonium, Lystra en Derbe. Je kunt hierover lezen in Handelingen 13 en 14. De brief die wij ‘Galaten' noemen, is gericht aan de kerken in de hele regio. En hij is niet mals. We hadden natuurlijk in Handelingen al gezien dat er veel strijd was tussen de Joodse en de niet-Joodse volgelingen van Jezus. Het ging dan om de vraag of de wetten en voorschriften uit het Oude Testament moesten worden nageleefd. De Joden hielden zich nog steeds aan de gebruiken en wilden dat de niet-Joden dat ook gingen doen. De ‘wet' hoorde er gewoon bij en wilde je bij Gods familie horen, dan moest je je daaraan houden. Paulus teleurgesteld Het ging zelfs zover dat deze Joodse christenen hun niet-Joodse broeders wilden dwingen zich te laten besnijden. Velen ondergingen deze pijnlijke operatie. Toen Paulus dit hoorde, was hij zwaar teleurgesteld en gefrustreerd. Hij schreef daarom deze brief, waarschijnlijk kort na het jaar 49. Hij vermeldt namelijk de Jeruzalem-conferentie waarin de kerkleiders met elkaar discussieerden over de wet en deze bijeenkomst vond waarschijnlijk plaats in 49. Het zit Paulus hoog dat de christenen in Galatië de lijn hebben gekozen dat mensen zich nog steeds aan de wet moeten houden om te worden gered. Dat is een verdraaiing van het evangelie. Jezus redt, niet de Wet. Twee dingen vallen op in deze brief. Ten eerste dat Paulus geen positief woord over heeft voor de christenen en ten tweede dat deze brief heel erg lijkt op de brief aan de Romeinen, die Paulus een jaar of tien later zou schrijven. Dezelfde thema's komen aan bod, al is de brief voor de gelovigen in Rome een stuk positiever. Samenvatting van het goede nieuws Paulus geeft eerst een samenvatting van het goede nieuws en vertelt hoe God hem heeft gered, terwijl hij nota bene de christenen vervolgde. God koos hem uit om het evangelie aan de niet-Joden te vertellen. Na zijn bekering op de weg naar Damascus bracht Paulus drie jaar door in Arabië, het huidige Jordanië. Pas daarna bezocht Paulus Jeruzalem, waar hij sprak met ‘Kefas'. Kefas is een andere naam voor Petrus. Vervolgens ging Paulus evangeliseren onder de heidenen en hij kwam pas veertien jaar later terug in Jeruzalem. Hij sprak daar met de leiders van de kerk en vertelde hun dat in de kerken die hij had gesticht, de niet-Joden zich niet hoefden te laten besnijden. De kerkleiders in Jeruzalem waren het met hem eens. Toch kwam het enige tijd later tot een confrontatie met Petrus. Want toen Petrus op bezoek ging in Antiochië, ging hij opeens alleen met de Joden eten, en niet met de niet-Joodse kerkleden. Paulus riep hem openlijk ter verantwoording en Petrus verontschuldigde zich. (Die arme Petrus. In de evangeliën moet Jezus hem regelmatig corrigeren, nu zoveel jaar later doet Paulus dat.) Paulus vat dit als volgt samen: ‘Hoewel wij Joden van geboorte zijn en geen zondaars uit andere volken, weten we dat niemand als rechtvaardige wordt aangenomen door de wet na te leven, maar door het geloof in Jezus Christus. Ook wij zijn tot geloof in Christus Jezus gekomen om daardoor, en niet door de wet, rechtvaardig te worden, want niemand wordt rechtvaardig door de wet na te leven.' - Galaten 2:15-16 Met ‘rechtvaardig worden' bedoelt hij dat we vrijgemaakt zijn van zonde en dus weer bij God kunnen komen. Je houden aan Gods voorschriften is goed, maar kan je innerlijk niet schoonmaken. In mijn woorden: vergelijk jezelf eens met een spiegel. Door te zondigen, veeg je modder op die spiegel. Door niet te zondigen, wordt de spiegel niet smerig. Maar als de spiegel eenmaal vies is, hoe maak je die dan schoon? Jezus heeft dat gedaan. Als wij in Jezus geloven, wast God ons schoon van die zonden. God ziet de volmaaktheid van Jezus in ons Dat is belangrijk, omdat God volmaakt goed is. Hij kan geen onvolmaaktheid in Zijn nabijheid tolereren, want dan is Hij zelf niet meer volmaakt. Die standaard is voor ons te hoog gegrepen, zoals de wet heeft aangetoond. Door ons vertrouwen op Jezus te stellen, verbinden we ons met Hem. Als God naar ons kijkt, ziet Hij de volmaaktheid van Jezus. In Paulus' woorden: ‘Want ik ben gestorven door de wet en leef niet langer voor de wet, maar voor God. Met Christus ben ik gekruisigd: ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij. Mijn leven hier op aarde leef ik in het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft prijsgegeven.' - Galaten 2:19-20 Als je gelooft in Jezus, accepteer je het offer dat Hij heeft gebracht. Je bent nu met Hem gekruisigd en gestorven. De dood is de straf voor de zonde. Dus die straf is betaald. Je bent ook met Christus opgestaan. Hij leeft in jou en dus hoef je niet te leven voor de wet maar kun je leven voor God. Vertrouwen maakt rechtvaardig Dit is een bevrijdende waarheid. We hoeven niet te werken om rechtvaardig te worden. We zijn al rechtvaardig, omdat we in Jezus geloven. Dat principe gold trouwens ook al voordat Jezus voor ons stierf. Paulus toont aan dat Abraham vertrouwde op Gods belofte en dat maakte hem rechtvaardig. Iedereen die gelooft in Jezus, is dus een kind van Abraham. Maar iedereen die vertrouwt op de wet is vervloekt, want niemand kan zich daaraan houden. De poorten van het koninkrijk van God staan dus wijd open voor zowel Joden als niet-Joden. Het zijn niet Gods voorschriften die ons toegang verlenen, maar ons geloof in Jezus Christus. Waarom gaf God dan toch de wet? Paulus legt dit in Romeinen uitgebreider uit, maar ook hier laat hij zien dat de rol van de wet is om aan te tonen wat goed en niet goed is. De wet is goed, maar de idealen zijn te hoog gegrepen. Daarom was Jezus' offer nodig. Zijn offer was in eerste instantie bestemd voor Israël, maar zeker ook voor de niet-Joden. Vanuit Israël verspreidt de zegen van God zich over de wereld, precies zoals God duizenden jaren geleden tegen Abraham zei. Abrahams nageslacht zou de aarde zegenen. Hoe dan? In de eerste plaats doordat Jezus een afstammeling is van Abraham en in de tweede plaats doordat het goede nieuws zich vanuit Israël verspreidde over de rest van de wereld. Gods Geest in ons Omdat Jezus voor ons de wet heeft vervuld, hoeven we ons aan veel voorschriften niet meer te houden. Mannen hoeven niet besneden te worden en we mogen vrijwel al het voedsel eten dat de natuur ons te bieden heeft. Maar stelen, overspel plegen, een ander haten, et cetera is natuurlijk nog steeds fout. Met dat soort zonden willen we afreken. Niet omdat de wet dit zegt, maar omdat de Geest van God nu in ons leeft. We proberen de ander lief te hebben zoals we onszelf lief hebben. De vrucht van de Geest is namelijk liefde, vreugde, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Als we leven door de Geest, worden we liefdevoller, ervaren we vreugde enzovoort. We leven nog steeds in een wereld met tekortkomingen en maken zelf ook fouten, maar het is mogelijk om de Geest ons leven te laten leiden. Hier mogen we wél voor werken. Dan gaan we steeds meer op Jezus lijken. We proberen te stoppen met slechte gewoontes en gedrag dat niet past bij een christen. We werken dus niet voor onze verlossing. Jezus heeft ons al bevrijdt. Wij geloven in Hem, waardoor Gods Geest in ons werkzaam wordt. Daardoor kunnen wij aan onszelf werken en zo worden we de persoon die God in gedachten heeft als Hij aan ons denkt.
Romeinen 8:9-13 door ds. J. Smit
Romeinen 8:5-8 door ds. B.H. Weegink
Een beter mens worden. Dat willen we toch? Maar ondanks onze goede bedoelingen lukt dat vaak niet (of zeker niet zo goed als we zouden wensen). Wie of wat hebben we nodig dat het wel vaker lukt om het goede te doen, zeggen en denken? Daar staan we bij stil in deze dienst. We pakken hiermee de draad van Paulus' brief aan de Romeinen weer op. Welkom!
Fluent Fiction - Dutch: From Sandals to Smiles: Bram's Roman Adventure Find the full episode transcript, vocabulary words, and more:fluentfiction.com/nl/episode/2025-03-10-22-34-02-nl Story Transcript:Nl: In het bruisende hart van het oude Rome, tussen de marmeren kolommen en drukke kraampjes, zat Bram op een houten krukje.En: In the bustling heart of ancient Rome, between the marble columns and busy stalls, Bram sat on a wooden stool.Nl: Het was lente, en een warme bries bracht de geur van olijven en vers brood met zich mee.En: It was spring, and a warm breeze carried the scent of olives and fresh bread with it.Nl: Bram, een jonge ondernemer vol dromen, had moderne sandalen meegebracht om te verkopen aan de toga-dragende inwoners.En: Bram, a young entrepreneur full of dreams, had brought modern sandals to sell to the toga-wearing residents.Nl: Rond deze tijd vierden de Romeinen de Idus van maart, een feestdag met veel spektakel.En: Around this time, the Romans celebrated the Ides of March, a holiday with much spectacle.Nl: Bram geloofde dat dit het perfecte moment zou zijn om zijn sandalen aan de man te brengen.En: Bram believed this would be the perfect moment to sell his sandals.Nl: Maar ondanks zijn enthousiasme, leken de Romeinen meer geïnteresseerd in de gladiatorenspelen en hun elegante toga's.En: But despite his enthusiasm, the Romans seemed more interested in the gladiator games and their elegant togas.Nl: Terwijl hij op straat stond, kwamen Johan en Maud naast hem staan.En: As he stood on the street, Johan and Maud came to stand next to him.Nl: "Misschien moeten we de sandalen tonen tijdens de parade," stelde Johan voor.En: "Maybe we should showcase the sandals during the parade," suggested Johan.Nl: Maud knikte.En: Maud nodded.Nl: "Met zoveel mensen in de stad, zullen ze moeten opvallen."En: "With so many people in the city, they'll have to stand out."Nl: Bram vond het een goed idee.En: Bram thought it was a good idea.Nl: Op de dag van de parade was het druk en vrolijk.En: On the day of the parade, it was busy and cheerful.Nl: De straten waren volkleurige toga's en Romeinen die hun boodschappen schreeuwden.En: The streets were full of colorful togas and Romans shouting their wares.Nl: Bram, Johan en Maud stonden klaar met hun sandalen en hoopten op verrassende verkoop.En: Bram, Johan, and Maud stood ready with their sandals, hoping for surprising sales.Nl: Plots, terwijl een strijdwagen voorbij reed, raakte een van de sandalen verstrikt in een wiel.En: Suddenly, as a chariot passed by, one of the sandals got caught in a wheel.Nl: Met een klap vloog de sandaal door de lucht.En: With a thud, the sandal flew through the air.Nl: Dit leidde tot een kettingreactie: sandalen vlogen overal en toga-dragende burgers sprongen aan de kant, lachend over het komische tafereel.En: This led to a chain reaction: sandals flew everywhere and toga-clad citizens jumped aside, laughing at the comedic scene.Nl: De verkoop van sandalen was misschien niet gelukt, maar de Romeinen konden er smakelijk om lachen.En: The sale of sandals may not have succeeded, but the Romans enjoyed a good laugh.Nl: Ze bleven staan en klopten Bram op de schouder, waardeerden zijn humor, en begonnen hem te zien als een van hen, een kleurrijk onderdeel van hun gemeenschap.En: They stayed and patted Bram on the shoulder, appreciated his humor, and began to see him as one of their own, a colorful part of their community.Nl: Bram leerde die dag een belangrijke les.En: Bram learned an important lesson that day.Nl: Hij moest eerst de lokale cultuur begrijpen voordat hij zijn producten aanbood.En: He needed to understand the local culture first before offering his products.Nl: Hij besloot dat hij, voor zijn volgende bedrijfsidee, zich zou verdiepen in de echte interesses van zijn publiek.En: He decided that for his next business idea, he would delve into the true interests of his audience.Nl: En zo eindigde Bram's avontuur niet met verkoopsucces, maar met een nieuw begrip en een plek in de Romeinse gemeenschap, klaar voor zijn volgende uitdaging.En: And so, Bram's adventure did not end with sales success, but with a new understanding and a place in the Roman community, ready for his next challenge. Vocabulary Words:bustling: bruisendecolumns: kolommenstool: krukjebreeze: briesentrepreneur: ondernemerspectacle: spektakelenthusiasm: enthousiasmegladiator games: gladiatorenspelenshowcase: tonenparade: paradecheerful: vrolijkchariot: strijdwagenchain reaction: kettingreactiecomedic: komischescene: taferelenappreciated: waardeerdenhumor: humorunderstanding: begripcommunity: gemeenschapdelve into: verdiepen ininterests: interesseselegant: elegantware: boodschappensurprising: verrassendecaught: verstriktflew: vloogtraders: verkoperscultural: culturelesuccess: succeschallenge: uitdaging