POPULARITY
Categories
NLB 632: 1-3 NGK 171: 2 Romeinen 8: 1-11 NGK 213: 1-3 Preek; Wie is de vijand? DNP 46: 1 – 3 NLB 342: 1-5 GK 119: 1-3
Door Joline Zuidema en Daan Molenaar Opzet gebed: * Inkeer: reflectie en vredewens * Dankgebed * Bijbellezing * Omkeer: verootmoediging, genadeverkondigingVoorbeden * Rusten: psalm 4, tekst uit kerktraditie, afsluitend gebed Steeds hoor je een 'refrein', een Bijbeltekst die die dag terugkeert.
Het einde van Handelingen betekent ook het einde van de verhalende delen van de Bijbel. Nu volgt een serie brieven geschreven door sommige van de hoofdfiguren uit het Nieuwe Testament: de apostelen Paulus, Petrus en Johannes, twee broers van Jezus (Jakobus en Judas) en een onbekende schrijver. Deze brieven zijn ontzettend belangrijk, want ze leggen ons uit wat het Goede Nieuws nu precies is. We horen rechtstreeks van mensen die Jezus op aarde hebben meegemaakt, die jarenlang het Oude Testament hebben bestudeerd en die specifieke openbaringen van Jezus hebben gehad. Dit zijn de mensen die door Jezus persoonlijk zijn geroepen om te vertellen wat Gods reddingsplan voor de wereld is. Zij hebben de eerste kerken gesticht en geleid. Maar de brieven zijn wel allemaal in een bepaalde context geschreven. Het is makkelijk om ze uit hun verband te rukken en helaas gebeurt dat ook vaak. Omdat in de volgende hoofdstukken elke brief kort wordt besproken, gaan we niet op alle details diep in. We richten ons op de hoofdlijnen en het grote verhaal van God en mens. Bij elke brief geef ik je voor zover mogelijk de achtergrond, zodat we de tekst en de boodschap beter begrijpen. Romeinen (10 minuten) Na het Oude Testament zagen we eindelijk de beloofde Verlosser op het toneel verschijnen, maar… Hij ging ook weer terug naar de Hemel. Wel kwam de heilige Geest en die nam het werk over. De heilige Geest is actief in mensen en één van die mensen was Paulus. In Handelingen kwamen we Paulus tegen als de Jood die de volgelingen van Jezus gevangen probeerde te nemen en zelfs te doden als zij het goede nieuws probeerden te delen. Jezus greep Hem op een dag in zijn nekvel en ook Paulus werd een christen. Sterker nog, hij is één van de belangrijkste verspreiders van het geloof geworden. Dankzij de kerken die hij stichtte bereikte het evangelie de uithoeken van het Romeinse rijk. Paulus schreef ook veel brieven, waarvan sommige bewaard zijn gebleven. Eén van de bekendste en zeker één van de belangrijkste brieven, is de brief die hij aan de kerk in Rome richtte. Voordat we dieper op de brief ingaan, even een korte biografie van deze Paulus. Paulus is zijn Griekse naam. In het Hebreeuws heet hij Saul (of Saulus), net zoals de eerste koning van Israël. Hij werd omstreeks het jaar nul geboren en kwam uit de stad Tarsus, gelegen in het huidige Turkije. Hij was een Jood, maar ook een Romeins staatsburger. Hij moet een gedreven man zijn geweest, want hij was lid van de Farizeeën. Dat waren godsdienstige leiders die zich erg strikt aan de wetten van God hielden. Een groot deel van zijn leven woonde hij in Jeruzalem. Tot hij Jezus, na diens dood en opstanding, ontmoette op de weg naar Damascus. Hij kwam tot geloof en verbleef enkele jaren in wat nu Jordanië is. Tijdens die periode heeft hij veel openbaringen van God gekregen. Die theologische kennis heeft hij verwerkt in zijn brieven. Paulus en Rome Zoals we in Handelingen zagen, heeft Paulus minstens drie zendingsreizen gemaakt. Aan het eind van zijn derde reis ging Paulus naar Jeruzalem. Daar werd hij opgepakt door de Joden en uiteindelijk kwam hij in handen van de Romeinen. Na twee jaar in ‘voorlopige hechtenis' te hebben gezeten, deed Paulus een beroep op de keizer. Als Romeins burger had hij het recht om in Rome te worden berecht. Na een gevaarlijke reis, die zijn metgezellen en hij ternauwernood overleefden, kwam Paulus in Rome aan. Daar werd hij onder huisarrest geplaatst. In deze periode schreef hij een groot deel van zijn brieven. Niet de brief aan de Romeinen overigens. Die had hij voor zijn arrestatie al geschreven, waarschijnlijk in het jaar 56 vanuit Korinte. Uiteindelijk werd Paulus vrijgesproken en kon hij weer enige tijd buitenshuis evangeliseren. Hij kon niet lang van zijn vrijheid genieten. Paulus werd opnieuw opgepakt. Inmiddels was er een nieuwe keizer en was de vervolging toegenomen. Paulus werd in een cel gestopt en uiteindelijk onthoofd. Vermoedelijk ergens tussen 64 en 68 na Christus. In de tijd dat Paulus zijn brief aan de Romeinen schreef, bestond de kerk daar al enige tijd. Het zou zelfs kunnen dat de wortels van de Romeinse kerk helemaal teruggaan naar de dag waarop de apostelen de heilige Geest in zich kregen en ze op straat preekten tegen alle pelgrims. In het begin bestond de kerk in Rome dus vooral uit Joden, later kwamen daar ook andere nationaliteiten bij. Op een gegeven moment kwam er echter een keizer aan de macht die alle Joden verdreef uit Rome. Pas na vijf jaar mochten ze terugkomen. Al die tijd hadden de niet-Joden de kerk in Rome geleid en dus waren veel Joodse gebruiken verdwenen. Dat zorgde voor verdeeldheid, vooral tussen het Joodse en het niet-Joodse kamp. Paulus besloot Rome te bezoeken en kondigde zijn bezoek aan met deze brief. Hij hoopte twee dingen te bereiken: ten eerste dat er meer eenheid zou komen en ten tweede dat de christenen in Rome hem konden helpen een zendingsreis naar Spanje te maken. (Het is niet bekend of hij deze reis ooit heeft gemaakt.) De brief aan de Romeinen is lang en soms ingewikkeld. Zelfs de apostel Petrus geeft toe dat de brieven van Paulus af en toe moeilijk te begrijpen zijn, maar ze vertellen wel de waarheid (2 Petrus 3:16). Tegelijk is ‘Romeinen' misschien wel de beste uitleg van wat het goede nieuws precies is. Laten we maar eens naar deze brief gaan kijken. ‘Voor dit evangelie schaam ik mij niet' Direct aan het begin vat Paulus bovendien zijn hele boodschap samen, als hij zegt: Voor dit evangelie schaam ik mij niet, want het is Gods reddende kracht voor allen die geloven, voor Joden in de eerste plaats, maar ook voor andere volken. In het evangelie openbaart zich dat God enkel en alleen wie gelooft als rechtvaardige aanneemt, zoals ook geschreven staat: ‘De rechtvaardige zal leven door geloof.' - Romeinen 1:16-17 In de rest van dit Bijbelboek legt hij uit wat het evangelie inhoudt, hoe God de mensen redt die geloven, zowel de Joden als de niet-Joden, en dat wij dus alleen maar hoeven te geloven. Paulus toont aan dat de wereld van binnen verrot is door het werk van de zonde. Ons hart en ons verstand zijn niet zuiver meer. Van nature keren we ons af van God en omarmen we afgoden. We proberen ons geluk en onze betekenis te vinden in materiële dingen. We eren wat geschapen is en niet de Schepper. Als de Joden dit lezen, zouden ze naast hun schoenen kunnen gaan lopen. Zij zijn toch Gods uitverkoren volk? Maar zo werkt het niet, legt Paulus uit. Ook zij staan schuldig tegenover God, zoals blijkt uit de verhalen in het Oude Testament. Zij hebben Gods wetten en voorschriften gekregen, maar niemand kan zich daaraan houden. Het logische gevolg is dat ieder mens verloren zou moeten gaan. Gelukkig is er evangelie - goed nieuws! Paulus zegt: Gods gerechtigheid, waarvan de Wet en de Profeten al getuigen, wordt nu ook buiten de wet zichtbaar: God schenkt vrijspraak aan allen die in Jezus Christus geloven. En er is geen onderscheid. Iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God; en iedereen wordt uit genade, die niets kost, door God als een rechtvaardige aangenomen omdat hij ons door Christus Jezus heeft verlost. - Romeinen 3:21-24 God ziet je zonden niet meer De wet laat zien wat goed is in Gods ogen, maar is niet in staat om ons te bevrijden van de zonde. God moet dus iets buiten de wet om doen. Dat heeft hij gedaan door Jezus in onze plaats te straffen. Iedereen heeft gezondigd, maar als je in Jezus gelooft, ziet God jouw zonden niet meer. Er is voor jouw overtredingen betaald en dus mag je bij Gods familie horen. Paulus noemt dit proces ‘rechtvaardiging'. Je wordt ‘rechtvaardig' gemaakt. Al je zonden uit het verleden en alle zonden die je in de toekomst nog zult begaan, zijn vergeven. Het enige wat nodig is, is dat je gelooft. Met andere woorden: dat je vertrouwt op God, zoals we eigenlijk door de hele Bijbel heen hebben gezien. Paulus beschrijft dat Abraham, die de wet niet had, op Gods beloften vertrouwde en dat hij zo ‘rechtvaardig werd'. Dit leidt natuurlijk wel tot een probleem. Als onze zonden zijn vergeven, maakt het dan nog uit dat we zondigen? Sterker nog, hoe meer we zondigen, hoe meer genade God uitstort. Dus misschien is het wel beter juist meer te zondigen. Dat in geen geval, zegt Paulus. Door ons geloof verbinden we ons met de dood en opstanding van Jezus. Hij is dood voor de zonde en wij ook. Hoewel we moeten accepteren dat we altijd blijven zondigen, moeten we toch proberen dat niet te doen. Als we de heilige Geest in ons laten werken, gaan we steeds meer op Jezus lijken en Jezus was vrij van zonde. Dit proces noemen we ‘heiliging'. Het woord ‘heilig' betekent ‘apart gezet voor God' en het staat los van ‘rechtvaardiging'. Wij kunnen niets bijdragen aan onze rechtvaardiging. Jezus heeft ons verlost en als we in Hem geloven, zijn we rechtvaardig. We zijn dus gered en horen bij Gods familie. Het is niet zo dat God ons pas accepteert als we ons gedrag aanpassen, als we de zonde verslagen hebben. Wij kunnen die zonde niet verslaan, dat heeft Jezus al gedaan. Als we eenmaal zijn opgenomen in die familie, dan willen we steeds meer op Jezus gaan lijken. We doen ons best en de heilige Geest stelt ons in staat om te breken met zondig gedrag. Tegelijk zullen we nooit honderd procent volmaakt zijn en God weet dat. Niets kan ons scheiden van Zijn liefde Dit leidt wel tot strijd in ons binnenste, maakt Paulus duidelijk in hoofdstuk 7. We weten dankzij d...
Romeinen 6:19-23 door kand. G. Guijt
Romeinen 6:15-18 door ds. W.J. Westland
Romeinen 6:12-14 door kand. N.L. Dijkdrent
NPB 68: 1 en 9 Efeziërs 1: 17–23 Romeinen 8: 11 Opw. 755, Sela – U bent hier Lucas 24: 36–49, Johannes 20: 24–31 Sela – Raak mijn wonden aan Lezen: Psalm 69: 1–4, 14–19 Viering Avondmaal Sela – Aan Uw tafel LB 360: 1, 2 en 3, NLB 653: 1, 2 en 3 NLB 912: 1–6, NPB 150: 1 en 2
Heb je je ooit afgevraagd of je goed genoeg bent voor God om jou lief te hebben? Helaas geloven veel mensen dat God hen alleen liefheeft wanneer ze geen fouten maken. Misschien was het door dit denkbeeld dat de psalmist zich afvroeg, Wat is dan de sterveling, dat U aan hem denkt? (Psalmen 8:5). En toch, de Bijbel vertelt ons dat we Gods creatie zijn—de werken van Zijn handen—en dat Hij een ieder van ons onvoorwaardelijk liefheeft. Laten we eerlijk zijn: Jezus is niet voor jou gestorven omdat je zo geweldig en voorbeeldig was; Hij stierf voor jou omdat Hij van je houdt. Romeinen 5-8:9 bevestigt deze waarheid door ons te vertellen dat Hij voor ons gestorven is toen wij nog zondaren waren. God houdt zoveel van je dat Hij Zijn Enige Zoon gaf, niet alleen om te sterven voor je zonden, maar ook om je dagelijkse fouten te bedekken. Hij houdt zoveel van je en wil dat je dagelijks in kracht en overwinning leeft. God houdt van je en Hij wil dat je het gelooft en het altijd ontvangen wil.. zelfs wanneer je fouten maakt.
Aan de slag!Luister of zing mee met het lied 'Geen afstand' van Eline Bakker en Reyer. Dank God voor Zijn genade! En lees ook eens Romeinen 3–6.Deze overdenking is geschreven door schrijfster Marijke Gootjes-Verhoeve.
Om te weten wat het goede nieuws is van het christelijk geloof, moeten we ook weten wat het probleem van ons mensen is. We staan stil bij een zeldzaam scherpe diagnose van de apostel Paulus. Heeft hij gelijk? We denken er over na in dit eerste deel van een nieuwe serie over de brief aan de Romeinen.
Schriftlezing: Romeinen 5 (vers 1 - 5) & Romeinen 8 (vers 16 - 30) | Voorganger: T. Overbeeke | Datum: 5 mei 2025 | Tune: Gerben Budding
Door Daan molenaar en Joline Zuidema Opzet gebed: * Inkeer: reflectie en vredewens * Dankgebed * Bijbellezing * Omkeer: verootmoediging, genadeverkondigingVoorbeden * Rusten: psalm 4, tekst uit kerktraditie, afsluitend gebed Steeds hoor je een 'refrein', een Bijbeltekst die die dag terugkeert.
Een podcast over de preek van 27 april 2025 over Romeinen 6:1-14. Thema: HET NIEUWE LEVEN IS BEGONNEN!
Opname van Hervormde Gemeente Wijk (bij Heusden)
Werden Romeinen dommer door loodvergiftiging? Zijn keepers dommer dan veldspelers? Hadden we de daden van Trump al van ver kunnen zien aankomen? En kunnen we weten hoe je Latijn moet uitspreken? Dat en nog zo belachelijk veel meer in deze aflevering van De Humaniakken.See omnystudio.com/listener for privacy information.
Schriftlezing: Romeinen 6 (vers 1 - 14), Romeinen 7 (vers 18) - Romeinen 8 (vers 2), 1 Johannes 1 (vers 8 - 10) & 1 Johannes 3 (vers 5 - 9) | Voorganger: A. Schroten | Datum: 27 april 2025 | Tune: Gerben Budding
Het vierde en laatste evangelie dat we hebben ontvangen, is het Bijbelboek dat is geschreven door Johannes, één van de twaalf leerlingen. Zijn naam wordt opvallend genoeg consequent niet genoemd in deze tekst, terwijl de namen van de andere leerlingen wel veel voorkomen. In plaats van zijn eigen naam te gebruiken, heeft Johannes het telkens over ‘de leerling van wie Jezus hield'. Daarmee laat Johannes zijn nederigheid zien. Toen hij zijn evangelie had geschreven, wist bovendien iedereen dat hij de auteur was. Hoogstwaarschijnlijk schreef hij zijn herinneringen aan Jezus op tussen 80 en 90 na Christus. Dus ruim een halve eeuw na de kruisiging van Jezus. Dat lijkt veel tijd, maar de boeken die wij hebben over bekende figuren als Julius Caesar zijn vaak pas honderden jaren na het leven van die persoon verschenen. Nieuwe verhalen over Jezus Johannes kent de drie andere evangeliën en probeert ze aan te vullen, bijvoorbeeld door details te geven die in de andere boeken ontbreken, maar ook door hele nieuwe verhalen over Jezus te vertellen die nog niet zo bekend waren. Naast dit evangelie heeft Johannes ook nog drie brieven geschreven en het boek Openbaring. Die komen later nog voorbij, nu eerst deze prachtige hervertelling over Jezus. ‘In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God.' Zo opent Johannes. Achttien verzen lang bezingt Johannes de grootsheid van God de Vader en God de Zoon, die apart en toch één zijn. Er is een Engelse Bijbelvertaling die heet ‘The Message', ofwel ‘De boodschap'. Eigenlijk is het geen vertaling maar meer een eigentijdse interpretatie van de Bijbel. In de bewoording van The Message zegt Johannes: ‘God moved into the neighborhood'. God verhuisde naar onze buurt. Dat is precies wat Johannes probeert duidelijk te maken aan ons. God werd mens en kwam onder ons wonen. Hij was één van ons, maar toch nog steeds God. Hij was het Licht dat de duisternis kwam wegjagen, maar de meesten hebben niet herkend wie Hij echt was. Waarom Johannes dit evangelie schreef Dat Johannes zo begint, is niet vreemd. Helemaal aan het eind van zijn evangelie vertelt Johannes waarom hij dit allemaal heeft opgeschreven: zodat we Jezus wél zullen herkennen en we in Hem zullen geloven. Die rode draad zien we in het hele Bijbelboek. Zo zit het boek vol met ‘tekenen' die Jezus heeft gedaan. Dat zijn wonderen die duidelijk maken dat Hij daadwerkelijk de zoon van God is. Het eerste wonder is een op het oog verwarrende gebeurtenis. Jezus, Zijn vrienden en moeder zijn op een bruiloft in de stad Kana. Tot grote schaamte van de organisator is de wijn voortijdig op. Jezus' moeder vraagt Jezus er wat aan te doen. Op dat moment toont ze haar geloof in Hem als de Zoon van God. Het is bijna alsof ze zegt: ‘Het wordt tijd dat je laat zien wie je bent.' Jezus antwoordt dat Zijn tijd nog niet is gekomen. Hij kan Zich nog niet in volle glorie laten zien, want eerst moest Hij worden gekruisigd. Toch doet Hij zijn eerste teken. Hij loopt naar zes gigantische stenen kruiken, elk gevuld met 80 tot 120 liter water. Dit water was bedoeld voor het zuiveringsritueel van de Joden. Hij verandert het water in de beste wijn die de gasten ooit hebben geproefd. Deze gebeurtenis zit uiteraard vol symboliek. Jezus zelf vergelijkt Gods Koninkrijk met een uitgebreid feest en hier in Kana laat Jezus de overvloed van dat hemelse feest zien. Maar ook is dit wonder met de wijn een verwijzing naar het bloed van Jezus dat zal vloeien. Dit bloed is wat ons zuivert van de zonde. Voor de tweede keer geboren worden Andere tekenen die Jezus doet in Johannes zijn de genezing van de zieke zoon van een ambtenaar, de genezing van een verlamde man, het voeden van vijfduizend mensen, lopen op het water, de genezing van een blinde man en het opwekken van Lazarus uit de dood. Ook de opstanding van Jezus uit de dood is uiteraard een teken. Nadat Jezus weer tot leven was gekomen, doet hij nog één wonder. Hij laat Zijn discipelen een enorme hoeveelheid vis vangen. Maar voordat Jezus deze wonderen doet, gaat Hij naar de tempel. Hij bestormt de handelaren en veegt als het ware het tempelplein schoon. De andere evangeliën beschrijven dit aan het eind van Jezus' leven. Johannes dus aan het begin van Zijn bediening. Het is mogelijk dat Jezus niet één maar twee keer Zijn woede liet blijken. Als de godsdienstige leiders Jezus bedreigen, antwoordt Hij: ‘Breek deze tempel maar af, en ik zal hem in drie dagen weer opbouwen'. Hij doelt hiermee op Zijn eigen lichaam, niet op de stenen tempel. Uiteraard wordt Hij niet begrepen. Op een nacht bezoekt één van die leiders Jezus. Deze Nikodemus komt 's nachts omdat hij niet in het openbaar gezien wil worden met Jezus, maar hij is te nieuwsgierig. Hij maakt echter een grote fout. Hij ziet Jezus slechts als een leraar, niet als de Zoon van God. Nog voor Nikodemus een vraag kan stellen, steekt Jezus al van wal. ‘U moet opnieuw worden geboren', zegt hij. Nikodemus is totaal in de war. Hoe kan dat? Jezus probeert uit te leggen dat ieder mens niet alleen lichamelijk maar ook geestelijk geboren moet worden. Maar hoe doe je dat? We moeten datgene doen wat de Bijbel ons al sinds Genesis probeert duidelijk te maken: in God geloven, op Hem vertrouwen. ‘Eigenlijk hoef je alleen maar naar Mij te kijken', zegt Jezus. ‘Precies zoals de Israëlieten naar de koperen slang keken.' Herinner je je dat verhaal uit Numeri nog? De Israëlieten in de woestijn hadden gezondigd en als straf stuurde God giftige slangen. Nadat Mozes had gebeden, liet God Mozes een koperen slang maken en aan een paal hangen. Iedereen die was gebeten en naar de koperen slang keek werd genezen. Op dezelfde manier zou Jezus aan een paal worden gehangen, als symbool van onze zonde. Iedereen die naar Hem kijkt wordt gered. Drinken van Jezus Na de ontmoeting met Nikodemus gaat Jezus naar Galilea. Op weg naar Zijn thuisprovincie trekt Hij door Samaria heen, een regio die door de Joden van die tijd wordt vermeden, omdat de Samaritanen geen ‘pure Joden' zijn. Ze hebben zich vermengd met andere volken. Jezus stopt bij een waterput en stuurt Zijn leerlingen weg om boodschappen te doen. Een gescheiden vrouw die relaties met meerdere mannen heeft gehad, komt naar dezelfde bron. Ze is alleen want niemand wil iets met haar te maken hebben. Jezus gaat juist met haar het gesprek aan en onthult dat Hij ‘Levend Water' is. Wie van Hem drinkt, zal nooit meer dorst hebben. Dat zijn vreemde woorden en het duurt dan ook even voor het kwartje valt en de vrouw doorheeft dat ze praat met de aangekondigde Messias. Ze laat uiteindelijk haar kruik staan en rent terug naar haar dorp, waar ze iedereen over Hem vertelt. Jezus blijft enige tijd en veel Samaritanen komen tot geloof. Jezus reist verder en geneest de zieken die bij Hem worden gebracht. Hij doet dat ook op de sabbat, de rustdag van de Joden. De godsdienstleraren zijn kwaad op Hem, maar Jezus zegt dat Hij het werk van Zijn Vader doet. Hij vergelijkt Zichzelf met God en daarom willen de Joodse leiders van Hem af. Het wordt steeds duidelijker dat je niet neutraal kunt blijven als het om Jezus gaat. Je gelooft in Hem of niet. Op een dag geeft Jezus duizenden mensen tegelijk te eten, terwijl ze aanvankelijk niet meer dan vijf broden en twee vissen hadden. Maar als Jezus uitlegt dat het niet gaat om ‘aards brood' maar dat Hij het ‘levensbrood' is en dat mensen van Hem moeten eten om het eeuwige leven te krijgen, begrijpt vrijwel niemand Hem. Ze laten Jezus in de steek. Deze mensen willen een aardse leider die voor brood zorgt en de Romeinen wegjaagt. Ze zijn veel minder geïnteresseerd in een Messias die het weer goed wil maken tussen God en mens. Alleen de twaalf leerlingen blijven bij Jezus. Maar, zegt Johannes onheilspellend, één van hen blijkt een verrader te zijn. Het Licht van de wereld Dan wordt het loofhuttenfeest gevierd, een feest dat zeven dagen duurt en waarbij wordt herdacht dat de Israëlieten veertig jaar lang in de Sinaïwoestijn onder de bescherming van God rondtrokken, waarbij ze verbleven in tenten of hutten. In die periode werd ook de tabernakel gebouwd en God woonde onder Zijn volk in die tabernakel. Hij gaf hen onder meer te drinken in de woestijn. Jezus gaat tijdens dit feest naar de tempel en Hij getuigt over zichzelf en waarom Hij is gekomen. Hij roept de mensen op van Hem te drinken en noemt Zichzelf ‘het Licht van de wereld'. Sommigen besluiten Hem te volgen, anderen twijfelen en weer anderen zijn zo tegen de Persoon en boodschap dat ze Jezus willen doden. Zeker als Hij zegt: ‘De Vader en Ik zijn één.' Jezus trekt zich terug buiten de stad en hoort op een gegeven moment dat Zijn goede vriend Lazarus op sterven ligt. Iedereen weet dat Jezus kan genezen. Toch duurt het nog ruim twee dagen voor Jezus besluit Zijn vriend op te zoeken. Hij vertrekt pas als Hij weet dat Lazarus al dood is. Het wonder dat gaat komen, moet gebeuren. Zo laat Hij zien dat Hij werkelijk macht heeft over de dood. Hij gaat naar Lazarus' graf toe en roept hem. Nog altijd gewikkeld in linnen komt Lazarus het rotsgraf uitgelopen. Veel mensen, inclusief sommige godsdienstige leiders, komen tot geloof in Hem. De andere leiders zijn bang dat dit op een opstand tegen de Romeinen uitdraait en dat zij de tempel zullen vernietigen. Ze besluiten dat Hij nu echt moet worden gedood. De hogepriester spreekt profetische woorden. ‘Besef toch dat het beter is dat één man sterft voor het hele volk, zodat niet het hele volk verloren gaat.' - Johannes 11:50. Dus door Lazarus weer tot leven te laten komen, heeft J...
Romeinen 6:9-11 door ds. J.S. Heutink
Hoewel we politiek vermijden is het toch onvermijdelijk om even naar het Hollands gebeuren te kijken omdat er heel veel vreemde zaken gebeuren. Verder over astronauten die in 11 minuten weer teug aan de grond staan en frauderende Romeinen. Rennende robots, een klimaat gedicht en nog veel meer.
Romeinen 6:1-4 door ds. J. Smit
Romeinen 6:1-4 door ds. J. Smit
Bert Boer preekt op deze eerste paasdag over het thema"Gods cadeau voor jou, wat doe jij ermee?" n.a.v. Romeinen 10:9,10
Ds. Arjan Markus ( vanuit Pelgrimvaderskerk ) over Exodus 20 vers 5; Thema : Het achtste gebod "Steel niet " in Paaslicht; Schriftlezingen Exodus 21 vers 37 t/m Exodus 22 vers 8 en Efeziers 4 vers 17 t/m vers 27 en Efeziers 5 vers 10 t/m vers 14 en Romeinen 6 vers 4 t/m vers 11.
Lucas gaat verder met Jezus' veertig dagen in de woestijn en de pogingen van de duivel om Hem te verleiden. Die mislukken jammerlijk en Jezus trekt langs dorpen en steden om te preken in synagogen (zeg maar: de Joodse kerk). Overal wordt Hij geprezen. Overal, behalve in de woonplaats van Zijn ouders. Ook hier staat Hij op om te vertellen dat de woorden van Jesaja in vervulling gaan: ‘De Geest van de Heer rust op Mij, want Hij heeft Mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft Hij Mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven, om een genadejaar van de Heer uit te roepen.' - Lucas 4:18-19 De aanwezigen kennen Jezus echter nog uit Zijn jeugd. Toen was Hij gewoon één van hen. Waarom dan nu zo verheven doen? En wat waarschijnlijk ook meespeelde: ze weten waarschijnlijk dat Maria al zwanger was vóór haar huwelijk. Hoe kan de zoon van Jozef dan zich nu vergelijken met de Verlosser die moet komen? Jezus confronteert hen met hun ongeloof en de menigte wordt kwaad. Ze drijven hem naar de rand van de stad om Hem van de berg af te duwen. Dan gebeurt er een wonder. Ze kunnen niet verder en Jezus loopt gewoon tussen hen door weg. Jezus ging naar Kafarnaüm, de stad waar Hij woonde en ging door met Zijn onderwijs. Goed nieuws voor de armen Zijn boodschap was waarschijnlijk telkens dezelfde, de woorden uit Jesaja. Lucas presenteert Jezus als de Messias, maar meer dan de andere schrijvers van de evangeliën heeft Lucas oog voor de onderkant van de samenleving. Voortdurend laat hij zien dat Jezus is gekomen om het goede nieuws te brengen aan de armen. En met armen bedoelt hij niet alleen mensen die weinig of geen geld hebben. Hij bedoelt ook mensen die lichamelijke of geestelijke beperkingen hebben, weduwen, weeskinderen, buitenlanders en andere mensen op wie wordt neergekeken vanwege hun afkomst. Lucas laat ons Jezus aan het werk zien. Hij bevrijdt een man van een demon, laat de koorts verdwijnen van Petrus' schoonmoeder, geneest iemand met een huidziekte, laat een verlamde man weer lopen en verwelkomt een corrupte belastingambtenaar als volgeling. Die belastingambtenaar is natuurlijk Levi, ofwel Matteüs. Hij is niet de enige zondaar die door Jezus wordt vergeven. Hetzelfde gebeurt met een prostituée. Het volk van Israël ervaart het onderwijs en de bediening van Jezus als een bevrijding. Vandaar dat het aantal volgelingen rap toeneemt. Daarom kiest Jezus twaalf leerlingen uit die Zijn intieme vrienden worden. Via deze mannen moet het goede nieuws na Zijn dood worden verspreid, maar één van hen, Judas Iskariot, zal Jezus uiteindelijk verraden. Hij wordt dan ook later door de leerlingen vervangen zodat ze weer een groep van twaalf vormen. Dat getal is niet onbelangrijk. Israël bestond oorspronkelijk uit twaalf stammen. Een radicale boodschap Jezus, de twaalf leerlingen en een grote groep andere volgelingen dalen een berg af en in de vallei begint Jezus te preken. Zijn boodschap is grotendeels hetzelfde als de Bergrede die we in Matteüs zagen. Misschien was het dezelfde toespraak en zat Jezus op de berg, terwijl zijn publiek iets lager zat, of misschien herhaalde Jezus Zijn preken wel eens. Dat is eigenlijk niet zo belangrijk. Het gaat om de boodschap en die is radicaal. Jezus spreekt over het Koninkrijk van God, maar zoals we al eerder zagen: dit is een koninkrijk waar alles net even anders gaat. De rijken houden hun geld niet voor zichzelf, maar delen het met de armen. Leiders dienen hun volgers. Word je iets aangedaan, dan neem je geen wraak maar vergeef je. Je zoekt naar vrede en gerechtigheid en wijst hypocrisie af. Door alles wat Jezus tot nu gedaan heeft, neemt de tegenstand toe. De religieuze leiders hebben juist veel voordeel van hoe de situatie nu is. Zij zijn de belangrijke mensen. Zij vervullen de wet van God. Aan de buitenkant dan. Dus worden zij door de woorden van Jezus te kijk gezet. Bovendien kunnen zij niet de wonderen doen die Jezus doet. Ze verachten Hem omdat Hij omgaat met ‘slechte mensen' en verwijten Hem een dronkaard te zijn. Het ergste is nog dat ze Gods plan verwerpen. Duizenden mensen krijgen te eten Jezus trekt van dorp tot dorp en van stad tot stad om onderwijs te geven en genezingen te doen. Toch besteedt Hij de meeste tijd aan zijn twaalf leerlingen. Hij geeft hen extra uitleg en deelt dingen die Hij niet aan andere mensen vertelt. Uiteindelijk stuurt hij de twaalf twee aan twee uit om zelf te gaan evangeliseren en zelf te bidden voor genezingen. Het is een soort training voor ze en het gaat geweldig goed. De twaalf komen vol vreugde terug en Jezus neemt de tijd om met hen te praten. Maar het volk komt achter hun verblijfplaats en zoekt hen op. Jezus is vriendelijk, geneest mensen en vertelt over Gods koninkrijk. Aan het eind van de dag doet Hij een ander wonder. Met slechts vijf broden en twee vissen geeft Hij duizenden mensen te eten. Lucas beschrijft vervolgens een verhaal dat we ook al in Matteüs en Marcus zagen: Jezus gaat de berg op met drie leerlingen en verandert voor hun ogen. Zijn kleding wordt stralend wit, Hij praat met de profeten Mozes en Elia over zijn ‘levenseinde'. Het Griekse woord dat Lucas hier gebruikt, is ‘exodus'. Hij gebruikt dus een duidelijke verwijzing naar de bevrijding van Israël uit Egypte. Op dezelfde manier zal Jezus zorgen voor bevrijding van de slavernij van de zonde. Dit kan maar op één manier, zoals we verderop in Lucas ontdekken. Even daarvoor had Jezus al proberen uit te leggen aan Zijn vrienden dat de Messias moest lijden en sterven. Nadat ze de berg zijn afgedaald, doet Hij dit nogmaals, maar de mensen begrijpen Hem niet. Ondanks al dit onbegrip richt Jezus Zijn vizier nu volledig op het voltooien van Zijn missie. Lucas 9 vers 51 zegt: ‘Toen de tijd naderde dat Jezus van de aarde zou worden weggenomen, ging Hij vastberaden op weg naar Jeruzalem.' Dit is een duidelijk keerpunt in het verhaal. Jezus is vanaf nu op weg naar de stad waar Hij zal worden gedood. Drie mannen komen één voor één naar Hem toe. Ze willen Hem volgen, maar omdat hun hart niet volledig bij Jezus is, stuurt Hij hen weg. Ditmaal kiest Hij 72 leerlingen uit, die Hij op pad stuurt. Zij moeten voor Hem uit gaan, naar alle steden en dorpen die Hij aan wil doen op weg naar Jeruzalem. Ze vertellen over het Koninkrijk van God, genezen mensen van ziekten en bevrijden van demonen. Dit allemaal in Jezus' naam. Vol vreugde keren ze bij Jezus terug. Jezus antwoordt: ‘Wees niet blij dat de geesten zich aan jullie onderwerpen. Wees blij dat jullie bij God horen.' Op reis met Jezus Het is mooi zoals Lucas Jezus' reis naar Jeruzalem beschrijft. Het is bijna alsof we met Hem meetrekken. We ontmoeten interessante mensen, we leren dingen over het koninkrijk van God, over hoe we het Onze Vader kunnen bidden, over hoe God voor ons zorgt, over hemel en hel, over geld en bezittingen. Jezus laat in woord en daad zien hoe we ons moeten afkeren van aardse bezittingen en hoe we juist voor buitenstaanders moeten zorgen: de armen, de vreemdelingen, de zieken, ja, zelfs de belastingambtenaren! Jezus is gekomen voor hen die hulp nodig hebben. Hij vergelijkt zichzelf met een Herder die 99 schapen achterlaat om het ene verloren schaap te zoeken. En in één van de krachtigste verhalen uit de Bijbel, schildert Jezus een beeld van God van een liefdevolle vader die zijn zondige zoon weer in genade aanneemt, zelfs nadat de zoon hem praktisch heeft doodverklaard. Maar hij heeft ook nog een andere zoon, een man die zijn vader met de lippen eert, maar wiens hart niet bij hem is. Deze oudste zoon gaat niet in op de uitnodiging van de vader om thuis deel te nemen aan het feestmaal. De boodschap? Het is beter als zondaar te hebben geleefd en oprecht tot inkeer te komen dan je hele leven net te doen alsof je van God houdt. Dan komt Jezus in Jeruzalem aan. Het volk verwelkomt Hem als verlosser, maar de Joodse leiders wijzen Hem af en smeden een plan om het volk op te jutten en Hem te doden. Dit verzet tegen Jezus' koninkrijk van vrede en gerechtigheid leidt uiteindelijk tot de opstand van de Joden tegen de Romeinen in het jaar 66. In het jaar 70 werd de tempel uiteindelijk verwoest. Als Jezus in Jeruzalem is, ziet Hij hoe de tempel wordt misbruikt voor handel. Hij is woedend, gooit de marktkramen omver en jaagt de handelaren weg. Deze daad zit vol symboliek. Ten eerste is het een soort voorbode van wat er ruim dertig jaar later zou gebeuren: de vernietiging van de tempel. Ten tweede leidt Jezus' actie tot nog meer debatten tussen hem en de godsdienstige leiders, omdat Hij hun religieuze ideeën omver gooit. Hun besluit staat vast: Jezus moet uit de weg worden geruimd. Ze durven Hem niet op te pakken als Hij omringd is door zoveel mensen en ze wachten hun kans af. Het Pesachmaal Jezus trekt zich terug met zijn leerlingen om het pesachmaal te vieren. Lucas beschrijft hoe Jezus' het Avondmaal instelt, waarbij het brood symbool staat voor Zijn gebroken lichaam en de wijn voor zijn vergoten bloed. Hij is het plaatsvervangende offer voor Abrahams zoon Isaak, voor de Israëlieten in Egypte en voor alle andere zondige mensen die Zijn aanbod tot vergeving aannemen. Zoals we ook in de andere evangeliën hebben gezien, pakken de Joodse leiders Jezus op na die maaltijd. Eerst wordt Hij verhoord door die leiders. Lucas benadrukt Jezus' onschuld. Want als Jezus naar de Romeinse gouverneur Pilatus wordt gebracht, zegt deze tot drie keer toe dat Hij geen overt...
We moeten ons realiseren dat een onderdeel van satans plan voor de eindtijd is om ons als gelovigen te vermoeien. Daniël 7:25 geeft ons een levendige beschrijving over een visie die profeet Daniël ontving over de laatste dagen: “En hij (...) zal de heiligen van de Allerhoogste onderdrukken…” Maar God wil dat je bemoedigd bent. Romeinen 8:37 (HSV) geeft christenen dit goede nieuws: “Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, die ons heeft liefgehad.”. “Meer dan overwinnaars” betekent dat, nog voordat de problemen beginnen, we al weten wie er gaat winnen. Daar hou ik van, jij ook? We kunnen in ons hart het doel stellen om zo'n intieme relatie met God te onderhouden, door gebed en Zijn Woord, dat we voortdurend worden versterkt door de kracht van Zijn beloften. Intimiteit met God produceert sterke christenen die de duivel kunnen overleven. Leef je leven volledig vertrouwend op Gods kracht en heb geen angst voor de beproevingen, deze maken dat strijders vermoeid raken en heiligen kunnen verlammen. Blijf sterk in Hem en in de kracht van Zijn Macht.
Te vaak geven mensen zich over aan zorgen maken zonder te beseffen hoe destructief het is. Als je bij de wortel komt, is zorgen maken een zonde. Zorgen maken komt zeker niet voort uit geloof en Romeinen 14:23 bepaalt dat “alles wat niet uit geloof is, zonde is.” Meestal is het zich zorgen maken gebaseerd op één zonde en wel: zelfzuchtigheid. Als we ons zorgen maken zijn we gewoonlijk bezorgd dat onze zelfzuchtige verlangens niet worden vervuld. Hoe meer zelfzuchtige wensen je hebt, des te meer je hebt om je zorgen over te maken, en hoe gecompliceerder het leven wordt. God wil dat wij ons simpelweg focussen Hem te dienen. Het is Zijn wil dat we ons leven leiden vrij van angstige en stressvolle situaties. Hij wil dat we vrij zijn om Hem te dienen zonder meegesleurd te worden in allerlei aardse zorgen. (1 Korintiërs 7:32). We moeten ons niet door onze aardse zorgen laten afhouden van Zijn bestemming voor ons leven. Vraag en bid of God je wil helpen om jezelf te ontdoen van zelfzuchtige verlangens. Dit zal je leven eenvoudig houden en het zal je helpen om je over je zorgen heen te zetten. Dan kun je met heel je hart Gods doel voor jouw leven nastreven.
Door Jurjen ten Brinke en Maartje Lamberink Opzet gebed: * Inkeer: reflectie en vredewens * Dankgebed * Bijbellezing * Omkeer: verootmoediging, genadeverkondiging * Voorbeden * Rusten: psalm 4, tekst uit kerktraditie, afsluitend gebed Steeds hoor je een 'refrein', een Bijbeltekst die die dag terugkeert.
Marcus is de schrijver van het tweede evangelie. Hij behoorde niet tot de groep van twaalf discipelen maar trok wel op met de leiders van de vroege kerk, en dan met name Petrus en Paulus. Kerkleiders uit de tweede eeuw na Christus omschrijven Marcus als de leerling en vertaler van Petrus. Ze beschouwen dit Bijbelboek dan ook als de herinneringen van Petrus. Marcus is het kortste evangelie. Het lijkt behoorlijk op dat van Lucas en zeker op dat van Matteüs, maar her en der zijn er ook kleine verschillen. Dat heeft voor een groot deel te maken met de doelgroep. Waar Matteüs zich bijvoorbeeld richt op de Joden, is het evangelie van Marcus in Rome geschreven met name voor de heidense christenen. Je ziet bijvoorbeeld dat Marcus veel joodse gebruiken en termen uitlegt. Verder benadrukt Marcus vooral Jezus' daden en richt hij zich wat minder op het onderwijs van Jezus. Jezus' werk in Galilea Het eerste deel van het boek gaat over Jezus' bediening in de provincie waar hij woont: Galilea. We zien hier dat iedereen zwaar onder de indruk is van Jezus. In het middenstuk van Marcus gaat het over Jezus' reis naar Judea. De leerlingen krijgen onderwijs over de Messias, maar echt begrijpen doen ze het niet. Het derde en laatste deel van Marcus gaat over Jezus' laatste week in Jeruzalem. Maar laten we bij het begin beginnen. Hoewel een groot deel van Marcus' publiek het Oude Testament niet kent, opent hij zijn verhaal met een citaat uit Jesaja over de komst van een belangrijke profeet. Hij legt uit dat deze boodschapper van God de weg vrij moest maken voor de komst van een man die veel groter is dan hij. Deze profeet is natuurlijk Johannes de Doper. Op een dag komt Jezus langs en ook Hij laat zich dopen, hoewel Hij zonder zonde is. Vanuit de hemel daalt de heilige Geest in de vorm van een duif op Jezus neer en God spreekt hoorbaar voor iedereen: ‘Jij bent Mijn geliefde Zoon, in Jou vind Ik vreugde'. Daarna neemt de heilige Geest Jezus mee voor een verblijf van veertig dagen in de wildernis. Evenals Matteüs vertelt Marcus dat Jezus op de proef werd gesteld door Satan, maar hij vertelt er niet bij hoe. Daarna trekt Jezus langs de synagogen om te preken. Zijn boodschap is even simpel als confronterend. ‘De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij, kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede nieuws.' - Marcus 1:15 Zoals gezegd, Marcus besteedt niet veel aandacht aan het onderwijs van Jezus, maar hij laat voortdurend Jezus in actie zien. Jezus roept Zijn leerlingen, bevrijdt mensen van demonen en geneest de zieken. Hij levert zo het bewijs dat Hij werkelijk Gods Zoon is. En als Gods Zoon is Hij gelijk aan God. Dat onderstreept Jezus door zelf zonden te vergeven, iets waar de godsdienstige leiders erg overstuur van raken. Andere mensen raken er echter van overtuigd dat Hij door God is gezonden en besluiten Hem te volgen. Anderen twijfelen en weer anderen verzetten zich tegen Hem. Wat is het koninkrijk van God? Jezus probeert aan de hand van gelijkenissen duidelijk te maken wat het koninkrijk van God is. Zo vertelt hij het verhaal van de zaaier (waar we het in het vorige hoofdstuk over hadden), maar ook over het mosterdzaadje dat in de grond valt, sterft en dan tot bloei komt. Het mosterdzaadje is het kleinste zaadje dat de mensen daar kenden, maar het kan uitgroeien tot een struikgewas waar de vogels een nest in kunnen maken. De onderliggende boodschap is dat het koninkrijk van God klein, zwak en onaanzienlijk kan lijken, maar dat het tot veel in staat is. Ondanks Zijn wijze woorden en Zijn machtige wonderen gelooft niet iedereen in Jezus. Zelfs zijn twaalf beste vrienden hebben er moeite mee Hem te begrijpen. Dat blijkt wel wanneer Jezus hen op de man af vraagt: ‘Wie ben Ik volgens jullie?' Petrus geeft het goede antwoord. Jezus is natuurlijk de aangekondigde Messias. Maar, zoals we in Matteüs ook al zagen, Jezus is niet de militaire leider waar ze op hopen. Hij is niet gekomen om de Romeinen het land uit te drijven. Zijn werk is nog veel belangrijker. Hij moet lijden, zoals de profeten al voorspelden. Hij zou sterven, drie dagen dood zijn en dan opstaan. Het kwartje lijkt niet te vallen bij de leerlingen en Jezus roept een grote menigte bij elkaar. Vrij vertaald zegt hij: ‘Wie Mijn volgeling wil zijn, moet zichzelf opzij zetten, zijn kruis op zich nemen en achter Mij aan komen. Wie zijn leven verliest omwille van Mij en het goede nieuws, zal het behouden.' Jezus verlangt dus van Zijn volgelingen dat ze niet langer voor zichzelf leven. Het gaat niet om aardse koninkrijken, om geld, macht of status. Het gaat erom dat we oprecht bij Jezus willen horen. Het zijn gedachten die moeilijk te begrijpen zijn en het is bijna alsof God gedwongen wordt iets nog ongelooflijkers te doen om te bewijzen dat Jezus de Zoon is en God de Vader. Want in de volgende scène gaat Jezus met Petrus, Jakobus en Johannes de berg op. Gods glorie op de berg Plotseling daalt de glorie van God neer op deze berg. Precies zoals hij dat eeuwen daarvoor deed op de berg Sinaï (ook wel Horeb genoemd). Eerst verscheen Hij daar aan Mozes en later aan Elia. En nu, als Jezus op de berg staat, verschijnen die twee profeten aan Hem. En God spreekt opnieuw vanuit de hemel. ‘Dit is Mijn geliefde Zoon. Luister naar Hem!' De drie leerlingen mogen van Jezus niemand vertellen over deze geweldige ervaring. Dit doen ze pas als Hij uit de dood is opgestaan. En opnieuw blijkt dat ze niet begrijpen waarom Hij dat zegt. Als Hij de Zoon van God is, waarom moet Hij dan sterven? Eenmaal beneden aangekomen, blijkt er een grote groep mensen te wachten op Jezus. Hij geneest de zieken en geeft onderwijs aan Zijn leerlingen. Opnieuw zegt Hij dat Hij moet sterven maar weer zal opstaan. De leerlingen begrijpen Hem niet. Jezus brengt nog wat tijd thuis door en maakt zich dan klaar voor Zijn laatste reis naar Jeruzalem. Hij laat Zijn discipelen een ezeltje halen dat nog nooit door iemand is bereden en gezeten op het dier trekt hij de hoofdstad van Palestina in. De symboliek ontgaat de Joden niet. Precies zo zou de Messias Jeruzalem ingaan. Deze wonderlijke leraar moet wel gekomen zijn om hen te bevrijden van de Romeinen en om het koninkrijk van David in ere te herstellen! Jezus is woedend Maar Jezus bekijkt Jeruzalem en gaat dan weer weg uit de stad. De volgende dag keert Hij terug. In de tempel wordt Jezus woedend. Hij smijt de marktkramen om en jaagt de handelaren weg. Deze plek moet immers een plek van gebed zijn en geen rovershol. Ook zoekt Jezus nadrukkelijk de confrontatie met de godsdienstige leiders. Eerst proberen zij Hem nog te dwarsbomen met hun listige vragen, maar iedere keer weet Jezus hen wijs te antwoorden. Het wordt ze nu echt duidelijk: ze moeten met geweld van Jezus zien af te komen. Maar ze zijn bang voor het volk. Voor een groot deel van de gewone mensen is Jezus op zijn minst een bron van inspiratie en een leider. Dus smeden ze een complot om hem te doden. Ondertussen vertelt Jezus zijn leerlingen dat de tempel nog deze generatie verwoest zal worden. En wie Jezus volgt, zal worden vervolgd om de simpele reden dat ze bij Jezus horen. Jezus' dood komt echter met de dag dichterbij. Als Jezus van een maaltijd geniet, komt er een vrouw binnen met uiterst kostbare olie. Ze breekt het flesje en zalft Jezus zoals je een dode zalft. In feite bereidt ze zo Zijn begrafenis voor. Sommige mannen zijn kwaad. Dat flesje had voor veel geld kunnen worden verkocht en dan hadden ze de armen kunnen helpen. Jezus neemt het voor de vrouw op. Ze deed wat ze moest doen en tot in lengte van dagen zullen mensen zich deze vrouw herinneren vanwege wat ze heeft gedaan. Verraden door Judas Voor ‘penningmeester' Judas Iskariot is dit de druppel. In de evangeliën krijgen we het beeld van hem dat hij vooral door geld is gedreven. En als hij geen geld meer achterover kan drukken, besluit hij Jezus uit te leveren. Hij gaat naar de Joodse leiders toe en ze zeggen hem dertig zilverstukken beloning toe als hij Jezus in de val laat lopen. Dat gebeurt ‘s nachts, nadat Jezus eerst met Zijn leerlingen het pesachmaal heeft gevierd. Hiermee herdenken de Joden de bevrijding uit de Egyptische slavernij. Ook Marcus beschrijft hoe Jezus de brood en het wijn op Zijn lichaam en Zijn bloed betrekt. Eeuwen eerder besprenkelde Mozes het volk al met bloed als teken van het verbond dat God met hen had gesloten. Nu zegt Jezus dat Zijn bloed voor een nieuw verbond zorgt. Een nieuwe overeenkomst tussen God en mens, één die bovendien niet alleen geldt voor de Israëlieten maar voor iedereen die zich in geloof aan Hem verbindt. De belofte die Jezus hier doet, is dat we bevrijd worden uit de slavernij van de zonde, dat we eeuwig leven zullen hebben en dat we voor altijd bij God mogen horen. Marcus is echt een schrijver die haast maakt, want vanaf hier gaat het verhaal rap. We zien hoe Jezus bidt in de Hof van Getsemane, hoe hij wordt gearresteerd omdat Zijn leerling Judas Hem aanwijst, hoe Hij wordt berecht, veroordeeld door Pilatus en uiteindelijk wordt gekruisigd. We zijn hier een opvallende parallel met de eerste twee delen van Marcus. De duisternis daalt neer In het eerste deel daalde een duif op Jezus neer nadat Johannes Jezus had gedoopt. In het tweede stuk van Marcus daalde de glorie van God neer op Jezus op de top van de berg. Nu, terwijl Jezus aan het kruis hangt, daalt juist duisternis neer. Dit keer zegt God niet: ‘Jij bent Mijn geliefde Zoon'. Jezus zegt: ‘Mijn God, Mijn God, waarom he...
Welkom bij een gloednieuwe aflevering van Studio 3igenwijs!Peter & Hans zijn er ook dit keer weer met een flinke dosis verwondering, reflectie en – uiteraard – gezellige eigenwijsheid.In deze aflevering nemen ze je mee in het gedachtegoed van de Stoïcijnen. Wat kun je leren van Marcus Aurelius, Epictetus en Seneca… (ja ja, dat zijn Romeinen)?En wat als je merkt dat je je iets té druk maakt om een verloren voetbalwedstrijd of per ongeluk een melkbus wint op een whiskyveiling?Met herkenbare anekdotes, filosofische diepgang en de nodige humor bespreken ze waarom perceptie alles isHoe je het verschil leert zien tussen controle en acceptatieEn waarom stoïcisme géén recept is voor onverschilligheid, maar juist voor veerkrachtUiteraard ontbreken het rondje langs de velden, de irritatiefactor én onze vaste vriend Johan Cruijff niet.Benieuwd hoe je in een wereld vol chaos toch innerlijke rust kunt bewaren?Luister dan snel naar deze aflevering van Studio Eigenwijs – en laat je inspireren door de oude meesters met een moderne twist.
Door Jurjen ten Brinke en Maartje Lamberink Opzet gebed: * Inkeer: reflectie en vredewens * Dankgebed * Bijbellezing * Omkeer: verootmoediging, genadeverkondiging * Voorbeden * Rusten: psalm 4, tekst uit kerktraditie, afsluitend gebed Steeds hoor je een 'refrein', een Bijbeltekst die die dag terugkeert.
Gelijkenissen In de passage hierna gaat Jezus daarop in door een aantal gelijkenissen over het koninkrijk van de hemel te vertellen. Een gelijkenis is eigenlijk een verhaal dat iets duidelijk moet maken. Hij vertelt bijvoorbeeld over een boer die zaad strooit op vier verschillende soorten ondergrond. Een deel valt op de weg en wordt opgegeten door vogels, een deel valt op rotsgrond en de zon verschroeit het opkomende gewas, een deel wordt verstikt tussen de distels en het laatste zaad valt in vruchtbare aarde en groeit zoals het hoort. Jezus legt aan Zijn leerlingen uit dat het zaad Gods Woord is en de ondergrond staat voor de typen mensen. De duivel krijgt de kans het zaad weg te roven, of mensen reageren enthousiast maar doen uiteindelijk toch niets met wat ze hebben gehoord, of mensen laten zich zo afleiden door dagelijkse zorgen dat Gods Woord geen kans krijgt. Er is ook goede, vruchtbare grond en deze mensen zullen vrucht dragen voor het koninkrijk. De impliciete boodschap is dat alleen God de grond kan veranderen. Bid dan ook dat Gods Woord in jouw leven als zaad in goede grond mag zijn. Toch begrijpen zowel vriend als vijand Jezus nog steeds niet echt. Hun beeld van de Messias is dat van een Bevrijder, Iemand die de Romeinen het land uit zal zetten en het koninkrijk van David zal herstellen. Ze worden nog enthousiaster als Jezus tot tweemaal toe duizenden mensen te eten geeft. Voor hen is Jezus een profeet zoals Mozes, die ook het brood uit de hemel liet komen. Nou ja, niet hij natuurlijk, maar God. Ook gaat Jezus door met het doen van wonderen. Toch weet Jezus dat de meeste mensen, en dan vooral de godsdienstige leiders, Hem diep in hun hart afwijzen. Ze geloven niet werkelijk in Hem. ‘Wie denken jullie dat Ik ben?' Jezus vraagt zijn leerlingen, ‘Wie denken jullie dat Ik ben?' De leider van de leerlingen, Petrus, geeft het goede antwoord. De Messias. Dan legt Jezus uit dat Hij inderdaad de aangekondigde Verlosser is. Maar Hij zal de overwinning niet behalen door strijd, maar door lijden heen. Petrus verzet zich tegen dat idee maar krijgt behoorlijk op zijn kop. Ook zegt Jezus dat hij en alle andere mensen die Hem willen volgen hun kruis moeten opnemen en achter Hem aan moeten gaan. Dat betekent dat ze niet meer voor zichzelf leven, maar voor Hem. Matteüs beschrijft opnieuw een stuk onderwijs van Jezus over het koninkrijk van de hemel. Hij schudt Zijn publiek goed door elkaar. In een tijd dat kinderen niet echt meetelden, zegt Jezus dat wie het koninkrijk wil binnengaan juist moet geloven als een kind. Ben je een leider dan moet je dienen. Is jou kwaad aangedaan dan moet je geen wraak nemen maar vergeven. Wil je rijk worden, geef dan je bezit aan de armen. Dan komt de tijd waarvoor Jezus naar de aarde is gekomen. Eindelijk gaat Eva's nakomeling de slang vermorzelen, maar het kruipende dier met zijn gemene tanden zal Hem in de hiel bijten. Het volk heeft nog steeds een andere verwachting en als Jezus Jeruzalem binnenrijdt op een ezel is het volk uitzinnig. Zo zou de Messias namelijk Zijn entree maken. Ze verwachten dat het snel gedaan is met de Romeinen. Een plan om Jezus te doden Jezus brengt de nacht door buiten de stad en gaat vroeg in de ochtend naar het tempelplein om onderwijs te geven. Hij geeft de godsdienstige leiders er flink van langs. Hij toont aan hoe diep hypocriet ze zijn. Aan de buitenkant lijken ze zuiver, maar aan de binnenkant zijn ze door en door verrot, zegt Jezus. De reactie laat zich raden. Als er nog enige twijfel was bij deze leiders dan was die nu weggenomen. Ze moesten van Jezus af zien te komen, want Hij bedreigde hun positie. Eerst proberen ze Hem met woorden en vragen te verslaan, maar dit mislukt jammerlijk. Dus smeden ze een plan om Hem te doden. Jezus is diep bedroefd. Niet omdat Hij moet sterven, want dat wist Hij. Hij is bedroefd omdat het overgrote deel van het volk Jezus afwijst. Hij ziet ook in de toekomst welk lot Jeruzalem wacht en dat de tempel opnieuw verwoest gaat worden. Dat doen de Romeinen uiteindelijk in het jaar 70 als ze een opstand bloedig neerslaan. Jezus rouwt om de stad en het leed dat gaat komen. Nadat Jezus het tempelplein verlaat, geeft Hij voor de laatste keer onderwijs. Hij vertelt over de moeilijke tijden die de mensheid te wachten staan. Het gaat hier enerzijds over die oorlog tussen de Romeinen en de Joden en anderzijds over de eindtijd. Ofwel: de jaren en dagen voor Jezus' terugkomst op aarde. Er zullen veel tekenen zijn, maar wanneer God Zijn Koninkrijk definitief op aarde vestigt, kan eigenlijk niemand weten. Daarom, zo zegt Jezus, moet je altijd klaar zijn. Hij roept Zijn leerlingen op om het goede nieuws van het koninkrijk van de hemel te blijven verspreiden. Het pesachmaal Op een avond diezelfde week viert Jezus het pesachmaal met zijn twaalf leerlingen. Pesach is het Joodse feest dat door God werd ingesteld de avond voordat Egypte werd getroffen door de tiende plaag. Alle eerstgeborenen in het land zouden sterven, tenzij het bloed van een perfect lam op de deurposten zou worden geschilderd. De Israëlieten aten die avond ongezuurd brood en geroosterd vlees van het lam. Ieder jaar opnieuw moest het volk dit feest vieren om zo de bevrijding uit Egypte te herdenken. Jezus betrekt deze viering op zichzelf. Hij vergelijkt Zijn bloed met de wijn die wordt gedronken en Zijn lichaam met het brood dat wordt gegeten. Op dezelfde manier zou Jezus' lichaam worden gebroken en zou Zijn bloed vloeien. ‘Tot vergeving van zonden', voegt Jezus daaraan toe. Tijdens de maaltijd gebeuren er nog twee opvallende dingen. Ten eerste zegt Jezus dat er een verrader in hun midden is. Judas Iskariot, de penningmeester van het gezelschap die wel eens wat geld achterover drukt, had die dag al afgesproken dat hij Jezus in ruil voor dertig zilverstukken zou uitleveren aan de Joodse leiders. Een slaaf was in die tijd dertig zilverstukken waard. Ten tweede krijgt Petrus te horen dat ook hij Jezus zal verraden door driemaal te ontkennen dat hij Hem kent. Die dappere Petrus kan zich dat niet voorstellen. Gescheiden van de Vader Na de maaltijd gaat Jezus naar de Hof van Getsemane. Terwijl Zijn leerlingen in slaap vallen, bidt Hij driemaal tot Zijn hemelse Vader. Drie keer vraagt Hij of Hij de beker niet hoeft leeg te drinken. In het Oude Testament wordt regelmatig gesproken over de ‘beker met Gods toorn'. Hiermee wordt bedoeld de straf die de zondige mens verdient omdat hij niet trouw is aan God. Jezus is niet bang voor de kruisdood. Hij ziet er tegenop die beker leeg te drinken. Ten diepste betekent het dat Hij dan gescheiden zal zijn van Zijn Vader in de hemel. Toch blijft Hij trouw. Hij doet wat God van Hem vraagt. Hij maakt de elf leerlingen wakker en ziet dan de twaalfde leerling, Judas, met een groep bewapende mannen aan komen lopen. Hij verraadt Jezus met een kus. Ze nemen de Zoon van God met geweld mee naar het Sanhedrin. Dat is de raad van Joodse leiders. Ze beschuldigen Jezus van godslastering, maar mogen Hem zelf niet ter dood brengen. Daarom gaan ze vroeg in de ochtend naar de Romeinse gouverneur Pilatus. Vanuit de Romeinse geschiedenis weten we dat Pilatus erg onder druk stond van Rome om de vrede te bewaren. Hij is bang voor zijn eigen positie. Hij ziet dat Jezus onschuldig is, maar is bang voor een opstand. Daarom veroordeelt hij Jezus toch tot de dood via kruisiging. Ondertussen heeft Petrus alles van een afstandje bekeken. Driemaal wordt hem gevraagd of hij ook bij Jezus hoort. Hij ontkent driemaal. Jezus dood zorgt voor herstel De Romeinse soldaten martelen Jezus en spijkeren Hem dan bij zijn polsen en enkels vast aan een kruis. Uiteindelijk sterft Jezus een langzame, uiterst pijnlijke verstikkingsdood. Op dat moment scheurt het voorhangsel in de tempel en verschillende mensen staan uit de dood op. Jezus heeft de straf van de mens op zich genomen. Zijn dood herstelt de relatie tussen God en mens die was verbroken sinds Adam en Eva van de verboden vrucht aten. Toch is de overwinning nog niet volledig behaald. Jezus blijft drie dagen dood. Dan staat Hij op uit de dood. Hij verschijnt aan enkele vrouwen en later ook aan andere leerlingen. Zo bewijst Hij dat Hij weer leeft. Matteüs beschrijft de hemelvaart van Jezus niet, maar vertelt wel wat Zijn laatste woorden aan hem en de andere toehoorders waren: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. Ga dus op weg en maak alle volken tot Mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat Ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.' - Matteüs 28:18-20 Matteüs begon zijn evangelie met de aankondiging van de geboorte van de Immanuël die was voorspeld in Jesaja. Immanuël betekent ‘God met ons' en hier, vlak voor Jezus terugkeert naar Zijn Vader in de hemel, zegt Jezus ‘Ik ben met jullie, tot het einde van de wereld'.
Eén van de meest belangrijke kenmerken van liefde is onzelfzuchtigheid, wat gekarakteriseerd wordt in Romeinen 12:16 als zijnde de bereidheid om jezelf aan te passen aan de behoeften en verlangens van anderen. Mensen die de betekenis van dit Bijbelgedeelte vatten en het toepassen in hun leven hebben geleerd wat het betekent om tot liefde geven geroepen te zijn. Ze zijn niet zelfzuchtig. Zij hebben geleerd om flexibel te zijn en zichzelf aan te passen aan anderen. Aan de andere kant, mensen die meer aan zichzelf denken dan dat ze zouden moeten, vinden het moeilijk om zichzelf aan te passen aan anderen. Hun opgeblazen mening over zichzelf zorgt ervoor dat zij anderen als “klein” of “onbelangrijk” zien. Zelfzuchtig verwachten zij dat anderen zich aan hen aanpassen, maar zij zelf zijn vaak niet in staat om anderen tegemoet te komen zonder boos of overstuur te worden. Welk type persoon ben jij? Ik was vroeger zo zelfzuchtig, maar nu kan ik je uit eigen ervaring zeggen dat een onzelfzuchtig leven een manier van leven is dat veel meer voldoening geeft. Het kenmerk van een ware christen is de mogelijkheid om zich aan te passen aan anderen. Wil jij je vandaag onzelfzuchtig aanpassen aan iemand anders?
Ds. Jeroen Hagendijk ( vanuit Pelgrimvaderskerk ) over Romeinen 5 vers 1 t/m vers 11 en Lukas 13 vers 1 t/m vers 9.
In dit thema van God geeft het op, wordt aan de hand van de apostel Paulus uit Romeinen 1 een heel duidelijk statement gemaakt als het gaat over gerechtigheid en moraliteit. Ook bij God is de maat vol. Hoe rijk een land ook is, zijn rijkdom kan geen leven of tijd kopen. Het loon van de zonde is de dood. Aan de hand van drie ‘aanklachten' wordt gespiegeld hoe anno 2025 de wereld, maar ook de zogenaamde gelovigen eraan toe zijn. De blindheid van de wereld is onvergeeflijk. Alleen God kan een nieuwe man in een nieuw pak zetten. De overtuigingen van de wereld zijn irrationeel. We moeten bij zinnen komen in deze wereld van gekte. Het gedrag van de wereld is immoreel. Mensen juichen zondig gedrag toe om anderen over te halen het te accepteren, omdat ze weten dat er macht is in grote aantallen. Het is tijd voor ons om te bidden, totdat God onze harten en onze gemeenschappen aanraakt met de overtuigende aanwezigheid van de Heilige Geest.
Introductie: Evangeliën & Handelingen (1 minuut) Het Oude Testament beslaat ruim driekwart van de totale Bijbel en niet alle teksten zijn altijd even aangenaam om te lezen, hoewel je hopelijk ook de liefde van God hebt gezien en de hoop die voor ons in het verschiet ligt. Als je de Bijbel van voorkant tot achterkant leest, kan het zelfs zijn dat je een lichte zucht van verlichting slaat als je bij het Nieuwe Testament aankomt. Eindelijk komen we de Lijdende Dienaar / de Messiaanse koning tegen. Maar wie is die nieuwe Koning? Dat is waar de vier volgende Bijbelboeken - de zogeheten ‘evangelieën' - over gaan. Maar er is veel gebeurd sinds Maleachi,de laatste profeet die is opgenomen in het Oude Testament. Hij leefde ruim vierhonderd jaar voor Jezus werd geboren. Dus vier eeuwen lang liet God niet of nauwelijks van zich horen. Inmiddels was er in de regio veel veranderd. De Romeinen waren de nieuwe wereldmacht geworden en hadden Palestina ingenomen. Als het volk ooit een verlosser nodig had dan was het nu wel. Hij kwam ook, maar niet op de manier waarop de Joden Hem verwachtten. En Hij deed en zei andere dingen dan waar ze op hoopten. Maar Hij vervulde wel Gods beloften en behaalde de overwinning op de zonde, de dood en al het kwaad. Matteüs (15 minuten) Matteüs schrijft zijn evangelie ergens tussen het jaar 50 en 70 en zijn doelgroep zijn de Joden van die tijd. Vandaar dat hij erg veel moeite doet om aan te tonen dat Jezus de beloofde Messias is, een Koning uit het nageslacht van David. Daarom citeert deze Matteüs het Oude Testament meer dan zestig keer. Hij wil aantonen dat Gods beloften via Jezus in vervulling zijn gegaan. Matteüs zelf is trouwens een Joodse belastingambtenaar voor de Romeinen. Een corrupte verrader dus die belastingen heft voor de vijand en bovendien een deel van dat geld in eigen zak stopt. Hij en vele andere zondaren worden door Jezus met open armen welkom geheten. Het is dus niet gek dat Jezus niet goed lag bij veel mensen in die tijd, vooral niet bij de mensen met macht en geld. Matteüs werd door Jezus uitgekozen om bij de ‘twaalf' te horen. Dit waren Jezus' beste leerling-vrienden in wie Hij het meeste tijd stak. Waarom? Om hen klaar te stomen om over het Koninkrijk van God te vertellen na Zijn dood en opstanding. Goed nieuws Maar laten we bij het begin beginnen. De eerste vier Bijbelboeken van het Nieuwe Testament worden de ‘evangeliën' genoemd. Het woord ‘evangelie' is afgeleid van een Grieks woord dat ‘goed nieuws' betekent. Matteüs is doordrenkt van goed nieuws. Op iedere pagina zien we Gods Zoon in actie, hoewel er ook weerstand is. Dit eerste evangelie bestaat uit een introductie, gevolgd door verschillende gedeelten met onderwijs en verhalen en dan een korte afsluiting. De eerste vier hoofdstukken vormen samen de opening. In hoofdstuk 1 noemt Matteüs de voorouders van Jezus op. Hij begint bij Abraham, Isaak en Jakob, komt onder meer langs David en Salomo en eindigt bij Jozef, de vader van Jezus. Dit lijkt voor ons wat saai, maar het is eigenlijk een hele slimme manier om de lijn van het Oude Testament door te trekken. Als we de namen van Abraham en David lezen bijvoorbeeld, denken we aan direct aan de beloften die ze kregen van God. Hetzelfde geldt voor de andere namen van wie de verhalen in het Oude Testament uitgebreid of beknopt worden geschreven. Toch is vooral de connectie met David belangrijk, omdat God had beloofd dat de verlosser uit Davids nageslacht zou komen. Het geboorteverhaal Daarna gaat Matteüs verder met het geboorteverhaal van Jezus. Waar we dit verhaal straks in Lucas door de ogen van Maria bekijken, zien we nu vooral wat Jozef meemaakte. Hij komt er namelijk achter dat Maria, zijn verloofde, zwanger is. Er moet een engel aan te pas komen om Jozef te vertellen dat Maria geen overspel heeft gepleegd. Ze blijkt zwanger te zijn van Gods Geest, precies zoals al aan de profeet Jesaja was voorspeld. Matteüs laat trouwens zien dat verhaal van Jezus lijkt op het verhaal van Mozes. Want net zoals in Egypte de jongetjes gedood moesten worden, worden ook alle jongens van twee jaar en jonger in Bethlehem gedood. Waarom? Omdat een lokale gouverneur bang was voor de komst van een nieuwe Koning. Een groep mannen uit het verre oosten die een grote ster hadden gezien, hadden hem dit verteld. Een engel waarschuwt Jozef echter en hij vlucht met zijn gezin naar Egypte. Dus net als Mozes komt Jezus later terug uit Egypte. En zo zijn er nog wel meer overeenkomsten. Jezus laat zich dopen In Matteüs 3 verschijnt opeens Jezus' neef op het toneel, Johannes de Doper. Hij is een profeet zoals Elia en roept de mensen op om zich te laten dopen. Daarmee wassen ze symbolisch hun zonden. Jezus is op dat moment nog niet gestorven en opgestaan, maar deze mensen verbinden zich toch al aan het offer dat Jezus later gaat brengen. Zelfs Jezus, die zonder zonde is, laat zich dopen door deze Johannes. Johannes protesteert, maar Jezus antwoordt Zijn neef: ‘Laat het nu maar gebeuren, want het is goed dat we op deze manier Gods gerechtigheid vervullen.' Jezus hoefde niet te worden gedoopt, maar Jezus wil de wil van Zijn hemelse Vader doen. Jezus laat zich dopen uit gehoorzaamheid en Hij geeft hiermee het goede voorbeeld voor zijn volgelingen. Het mooie is ook dat wie zich tegenwoordig laat dopen, zich identificeert met de dood én opstanding van Christus. Maar hier, als Jezus zich laat dopen, identificeert Hij zich juist met ons. Na deze gebeurtenis zondert Jezus zich af in de woestijn. Veertig dagen lang verblijft Hij daar om zich voor te bereiden op zijn actieve bediening. Dit alles zint Gods tegenstander niet. Satan weet dat Jezus gekomen is om alle beloften te vervullen en hij probeert Jezus een misstap te laten maken. De eerste belofte die God deed na de zondeval was dat op een dag een kind van Eva de slang zou vermorzelen. Dat probeert de duivel op een sluwe manier te voorkomen. Jezus is gekomen om Koning te worden en beter dan ieder ander weet de satan dat Jezus moet lijden om Zijn doel te bereiken. Dus biedt hij de Zoon van God een korte route aan: de hele aarde wordt van Jezus als hij één keer knielt voor Satan. Gelukkig voor ons weigerde Jezus. Hij zou hebben gewonnen, maar wij verloren. De bergrede In hoofdstuk vijf begint een gedeelte waarin Jezus onderwijs geeft en vervolgens aantoont dat Hij de aangekondigde Messias is. Deze preek van Jezus wordt wel de Bergrede genoemd, omdat hij sprak vanaf een berg of heuvel. Hier vertelt Jezus over het ‘koninkrijk van de hemel'. Matteüs is overigens de enige die spreekt over het ‘koninkrijk van de hemel' en niet over ‘het koninkrijk van God'. Dat komt omdat de Joden van die tijd het woord ‘God' uit respect voor de Heer liever niet gebruikten. Het koninkrijk dat Jezus beschrijft, heeft overduidelijk een ander karakter dan dat van aardse koninkrijken. Het zijn de mensen met een nederig hart die deel uitmaken van het hemelse koninkrijk. De treurenden worden getroost, de zachtmoedigen bezitten het land, de barmhartigen ontvangen goedheid en ga zo maar door. Jezus roept alle mensen op om zich te bekeren en Hem te volgen. Maar dat betekent niet dat Jezus de wet aan de kant zet en ervoor in de plaats komt. Hij geeft aan dat Hij juist de vervulling van de wet is. Hij is gekomen om het hart van mensen te veranderen. Er volgen negen korte verhalen waarin we Jezus aan het werk zien. Door het doen van wonderen bewijst Hij dat Hij werkelijk Gods Zoon is. Verschillende mensen worden genezen of bevrijd van demonen, hij kalmeert een storm en brengt zelfs een gestorven meisje terug tot leven. ‘Volg Mij' Tweemaal roept hij zijn toehoorders op om Hem te volgen. Matteüs schrijft hier ook hoe hij zelf een volgeling wordt, terwijl hij nota bene een corrupte belastingambtenaar en verrader van het volk is. De conclusie? Je kunt Jezus' genade alleen ervaren als je in Hem gelooft en Zijn leerling wordt. Het is goed om je te realiseren dat Matteüs zijn boek niet in chronologische volgorde heeft geschreven. Wat het eerst wordt beschreven, is niet per se als eerste gebeurd. In het begin van zijn bediening deed Jezus Zijn werk vooral alleen, al waren er steeds meer mensen die Hem gingen volgen. Uiteindelijk koos hij twaalf mannen uit, onder wie Matteüs, die regelmatig met Hem door de provincie Galilea trokken en later ook door Judea. Tussendoor gingen ze gewoon naar huis. Maar het volgende gedeelte in Matteüs gaat over hoe Jezus deze twaalf mannen er in tweetallen op uit stuurt. Hij traint ze om zelf goed te doen, zelf te bidden voor genezing van mensen en zelf over het koninkrijk van de hemel te vertellen. Het legt uit dat velen hun boodschap zullen aannemen, maar dat er tegenstand en vervolging komt met name vanuit de leiders. In deze hoofdstukken lezen we hoe de mensen reageren op Jezus en Zijn radicale boodschap. Sommigen aanvaarden Hem, anderen wijzen Hem af. Bijzonder pijnlijk is wel dat Zijn eigen moeder, broers en zelfs Johannes de Doper moeite hebben Hem te geloven. Jezus gedraagt Zich zo anders dan ze hadden verwacht.
Door Joline Zuidema en Daan Molenaar Opzet gebed: * Inkeer: reflectie en vredewens * Dankgebed * Bijbellezing * Omkeer: verootmoediging, genadeverkondigingVoorbeden * Rusten: psalm 4, tekst uit kerktraditie, afsluitend gebed Steeds hoor je een 'refrein', een Bijbeltekst die die dag terugkeert.
Op verzoek van velen is dit belangrijke gesprek tot stand gekomen tussen mij en Bert Put over Romeinen hoofdstuk 9. Vanuit hun kerkelijke gemeenschap in Werkendam zijn Bert Put en zijn mede-ouderling Leendert van den Heuvel al geruime tijd bezig met het bestrijden van de Dordtse Leerregels en het calvinisme, wat zij beschouwen als onbijbels. Mijns inziens is Romeinen 9 een hoofdstuk wat duidelijk wijst op uitverkiezing tot individuele verlossing middels geloof vanuit Gods daadkrachtige roeping. Om die reden dit debat over de betekenis van deze verzen. Oordeel zelf welke positie het meest recht doet aan de woorden van de apostel Paulus.Muziek: Item Title: Tragic And Dramatic, 3QTZG64Author Username: MasterBlockbusterLicensee: Christelijke Apologeet
Bijbellezing: Prediker 1 vers 2 - 11 Romeinen 8 vers 18 - 26Mocht je vragen hebben naar aanleiding van deze preek, of over deze thematiek willen doorpraten, dan kun je contact opnemen met één van onze predikanten:ds. Willem Jan de Hek: wjdehek@jacobikerk.nlds. Wim Vermeulen: wpvermeulen@jacobikerk.nlKijk voor meer informatie op: jacobikerk.nl
Fluent Fiction - Dutch: From Sandals to Smiles: Bram's Roman Adventure Find the full episode transcript, vocabulary words, and more:fluentfiction.com/nl/episode/2025-03-10-22-34-02-nl Story Transcript:Nl: In het bruisende hart van het oude Rome, tussen de marmeren kolommen en drukke kraampjes, zat Bram op een houten krukje.En: In the bustling heart of ancient Rome, between the marble columns and busy stalls, Bram sat on a wooden stool.Nl: Het was lente, en een warme bries bracht de geur van olijven en vers brood met zich mee.En: It was spring, and a warm breeze carried the scent of olives and fresh bread with it.Nl: Bram, een jonge ondernemer vol dromen, had moderne sandalen meegebracht om te verkopen aan de toga-dragende inwoners.En: Bram, a young entrepreneur full of dreams, had brought modern sandals to sell to the toga-wearing residents.Nl: Rond deze tijd vierden de Romeinen de Idus van maart, een feestdag met veel spektakel.En: Around this time, the Romans celebrated the Ides of March, a holiday with much spectacle.Nl: Bram geloofde dat dit het perfecte moment zou zijn om zijn sandalen aan de man te brengen.En: Bram believed this would be the perfect moment to sell his sandals.Nl: Maar ondanks zijn enthousiasme, leken de Romeinen meer geïnteresseerd in de gladiatorenspelen en hun elegante toga's.En: But despite his enthusiasm, the Romans seemed more interested in the gladiator games and their elegant togas.Nl: Terwijl hij op straat stond, kwamen Johan en Maud naast hem staan.En: As he stood on the street, Johan and Maud came to stand next to him.Nl: "Misschien moeten we de sandalen tonen tijdens de parade," stelde Johan voor.En: "Maybe we should showcase the sandals during the parade," suggested Johan.Nl: Maud knikte.En: Maud nodded.Nl: "Met zoveel mensen in de stad, zullen ze moeten opvallen."En: "With so many people in the city, they'll have to stand out."Nl: Bram vond het een goed idee.En: Bram thought it was a good idea.Nl: Op de dag van de parade was het druk en vrolijk.En: On the day of the parade, it was busy and cheerful.Nl: De straten waren volkleurige toga's en Romeinen die hun boodschappen schreeuwden.En: The streets were full of colorful togas and Romans shouting their wares.Nl: Bram, Johan en Maud stonden klaar met hun sandalen en hoopten op verrassende verkoop.En: Bram, Johan, and Maud stood ready with their sandals, hoping for surprising sales.Nl: Plots, terwijl een strijdwagen voorbij reed, raakte een van de sandalen verstrikt in een wiel.En: Suddenly, as a chariot passed by, one of the sandals got caught in a wheel.Nl: Met een klap vloog de sandaal door de lucht.En: With a thud, the sandal flew through the air.Nl: Dit leidde tot een kettingreactie: sandalen vlogen overal en toga-dragende burgers sprongen aan de kant, lachend over het komische tafereel.En: This led to a chain reaction: sandals flew everywhere and toga-clad citizens jumped aside, laughing at the comedic scene.Nl: De verkoop van sandalen was misschien niet gelukt, maar de Romeinen konden er smakelijk om lachen.En: The sale of sandals may not have succeeded, but the Romans enjoyed a good laugh.Nl: Ze bleven staan en klopten Bram op de schouder, waardeerden zijn humor, en begonnen hem te zien als een van hen, een kleurrijk onderdeel van hun gemeenschap.En: They stayed and patted Bram on the shoulder, appreciated his humor, and began to see him as one of their own, a colorful part of their community.Nl: Bram leerde die dag een belangrijke les.En: Bram learned an important lesson that day.Nl: Hij moest eerst de lokale cultuur begrijpen voordat hij zijn producten aanbood.En: He needed to understand the local culture first before offering his products.Nl: Hij besloot dat hij, voor zijn volgende bedrijfsidee, zich zou verdiepen in de echte interesses van zijn publiek.En: He decided that for his next business idea, he would delve into the true interests of his audience.Nl: En zo eindigde Bram's avontuur niet met verkoopsucces, maar met een nieuw begrip en een plek in de Romeinse gemeenschap, klaar voor zijn volgende uitdaging.En: And so, Bram's adventure did not end with sales success, but with a new understanding and a place in the Roman community, ready for his next challenge. Vocabulary Words:bustling: bruisendecolumns: kolommenstool: krukjebreeze: briesentrepreneur: ondernemerspectacle: spektakelenthusiasm: enthousiasmegladiator games: gladiatorenspelenshowcase: tonenparade: paradecheerful: vrolijkchariot: strijdwagenchain reaction: kettingreactiecomedic: komischescene: taferelenappreciated: waardeerdenhumor: humorunderstanding: begripcommunity: gemeenschapdelve into: verdiepen ininterests: interesseselegant: elegantware: boodschappensurprising: verrassendecaught: verstriktflew: vloogtraders: verkoperscultural: culturelesuccess: succeschallenge: uitdaging
Waarom heeft God ons lief, zo onvolmaakt als we zijn? Omdat Hij dat wil —het verheugt Hem. Het is in Zijn aard om ons lief te hebben, ongeacht hoe zondig onze daden kunnen zijn. God overwint het kwade door het goede (zie Romeinen 12:21). Hij doet dit door Zijn onbeperkte genade over ons uit te gieten zodat wanneer we zondigen, Zijn genade groter wordt dan onze zonden. En net zoals het onmogelijk is voor God om niet lief te hebben, is het onmogelijk voor ons iets te doen wat God weerhouden kan om ons lief te hebben. God heeft lief omdat dit Zijn aard is (zie 1 Johannes 4:8). Misschien vindt Hij niet altijd alles fijn wat we doen, maar Hij heeft ons wel lief. Gods liefde is de kracht die onze zonden vergeeft, onze emotionele wonden geneest en onze gebroken harten herstelt (zie Psalmen 147:3). Gods liefde is onvoorwaardelijk; het is gebaseerd op Hem, niet op ons! Als je eenmaal realiseert dat God van je houdt ongeacht wat je wel of niet hebt gedaan, kun je een ongelofelijke doorbraak ervaren. Je kunt ophouden met te proberen Zijn liefde te verdienen en het gewoon ontvangen en ervan genieten.
De andere kant van de heisa: Olaf Koens keek naar de Russische staatstelevisie en zag hoe Trump een Russische held is geworden. Video's over het dagelijkse leven van de Romeinen en Middeleeuwers gaan viraal, gemaakt met AI. Historicus Bram De Ridder keek mee. Luc van Bakel checkt of windmolens koeien doden.
Elke dag komen we twee verschillende soorten schaamte tegen en het is heel belangrijk dat we het verschil goed begrijpen. Er is een soort schaamte dat normaal en gezond is. Bijvoorbeeld als ik iets van iemand anders kwijtraak of breek, voel ik mij teleurgesteld over mijn fout. Ik wilde dat ik niet zo achteloos of nalatig was geweest. Het spijt me, maar ik kan om vergeving vragen, het ontvangen en verder gaan met mijn leven. Gezonde schaamte herinnert ons eraan dat we onvolmaakte mensen met zwakheden en beperkingen zijn. Het herinnert ons eraan dat we God nodig hebben. Helaas, als gezonde schaamte daar niet stopt, dan wordt het ongezond en vergiftigend. Als iemand geen vergeving vraagt of ontvangt, dan kunnen ze zichzelf straffen en beginnen met het haten van zichzelf om wie ze zijn. Breng je leven niet met deze houding door. Herinner je rechtmatige positie als erfgenaam en kind van God (zie Romeinen 8:17). Ongezonde schaamte zorgt ervoor dat je vergeet wie je in Christus bent, maar gezonde schaamte zal je eraan herinneren dat je niets bent zonder Hem. Vraag vandaag aan God om je te helpen het verschil te onderscheiden.
Bruno Wyndaele praat met Emily Hemelrijk over haar boek 'Eindelijk vrij'. Dat de Romeinen slaven hielden, weten we sinds de film Spartacus. Maar hoe zat het met de vrouwen? In welke mate werden die als slaaf gehouden en wat gebeurde er als ze vrij komen? Historica en professor emeritus Emily Hemelrijk verzamelde de schaars beschikbare bronnen om een bijzonder kleurrijk relaas te brengen van het dagelijkse leven als slavin of ex-slavin in het Romeinse keizerrijk.
Door Daan Molenaar en Joline Zuidema Opzet gebed: * Inkeer: reflectie en vredewens * Dankgebed * Bijbellezing * Omkeer: verootmoediging, genadeverkondigingVoorbeden * Rusten: psalm 4, tekst uit kerktraditie, afsluitend gebed Steeds hoor je een 'refrein', een Bijbeltekst die die dag terugkeert.
Jelle heeft het vandaag over piraterij. Van de Romeinen tot de geromantiseerde schurken van de 18e eeuw.
Daniël was een jonge man die samen met drie vrienden meegenomen werd door de Babyloniërs nadat ze Jeruzalem hadden ingenomen. Daniël is een bijzonder figuur in de Bijbel. Hij is een afstammeling van David en een trouwe volgeling van God. Zelfs in een land dat vijandig staat tegenover de godsdienst van het overwonnen volk Israël, houdt Daniël zich aan Gods wet. Met gevaar voor eigen leven moeten we daar bij zeggen. Het Bijbelboek ‘Daniël' bestaat eigenlijk uit twee delen. In de eerste zes hoofdstukken worden de verhalen van Daniël en zijn vrienden verteld. Eerst weigeren ze het voedsel te eten dat niet voldoet aan Gods voorschriften. Later buigen de drie vrienden - Sadrach, Mesach en Abednego - niet voor het beeld van de koning Nebukadnessar. Ze worden in een grote vuuroven gegooid, maar verbranden niet. Sterker nog: Nebukadnessar ziet een vierde figuur, een engel, rondlopen in de oven. Maar eerder al legt Daniël de droom uit van koning Nebukadnessar. Een reusachtig standbeeld van verschillende materialen wordt verwoest door een grote, rollende steen. Het standbeeld staat symbool voor elkaar opvolgende koninkrijken. De rotsblok die het beeld verwoest, verandert in een berg en staat symbool voor Gods Koninkrijk. Dit is een belangrijk thema van Daniël. De kwaadaardige koninkrijken brengen veel geweld naar deze wereld, maar uiteindelijk zal God ingrijpen. Er komt een einde aan de hoogmoed van deze volken en er komt een koninkrijk van vrede en gerechtigheid. Waarschuwingen voor de koningen Niet veel later in het boek waarschuwt God Nebukadnessar en zijn zoon Belsassar dat ze zich nederiger moet opstellen. Dat doet Hij via een droom die door Daniël moet worden uitgelegd. Ze weigeren hun trots te laten varen en Nebukadnessar wordt waanzinnig. Nu zouden we misschien zeggen dat hij een ernstige psychose kreeg. Zeven jaar lang leeft hij als een wild dier. Na die zeven jaar ‘krijgt hij zijn verstand terug' (zoals hij zelf zegt) en hij heeft zijn lesje geleerd. Nebukadnessar geeft God de eer die Hem toekomt en wordt nog een tijdje koning. Zijn opvolger (en zoon) Belsassar heeft niets geleerd van wat er met zijn vader is gebeurd en laat God links liggen. Op een avond tijdens een groot feest schrijft een vinger op een muur dat zijn tijd is gekomen. Die nacht wordt Belsassar in zijn slaap door een moordenaar om het leven gebracht. Het machtige Babylon wordt overgenomen door de Meden en de Perzen. God zegent Daniël en daardoor krijgt hij een hoge positie. De andere bestuurders zijn jaloers en willen hem ten val brengen. Maar omdat Daniël zo eerlijk en betrouwbaar is, kunnen ze hem alleen pakken via een list. Ze laten de nieuwe machthebber, Darius, een wet uitvaardigen die mensen verbiedt een andere god te aanbidden. Daniël bidt echter vrolijk hardop en bovendien met het raam open. Voor straf wordt hij in een leeuwenkuil gegooid, maar de wilde beesten vallen hem niet aan. Zo is de bemoedigende les voor christenen van alle tijden dat God helpt stand te houden tijdens vervolging. Dat zagen we ook bij de drie vrienden. Veelzeggend zijn hun woorden voordat ze in de oven worden gegooid: ‘Wij zijn ervan overtuigd dat God ons zal redden en zelfs al doet Hij dit niet, dan nog zullen wij uw goden niet vereren!' De visioenen van Daniël Daniël was ook een profeet en met name de laatste zes hoofdstukken laten de visioenen zien die Daniël heeft ontvangen. Hij ziet vier beesten: een soort leeuw met vleugels, een dier dat op een beer lijkt, een soort gevleugelde panter met vier koppen, en een dier met ijzeren tanden en tien horens. Drie van de horens maken plaats voor een andere hoorn. Een engel moet de droom aan Daniël uitleggen. Elk dier staat voor een koninkrijk. Het laatste beest is een zeer kwaadaardig koninkrijk. De nieuwe hoorn staat symbool voor een bijzonder arrogante koning. Iemand die zichzelf boven God plaatst. Hij vervolgt Gods kinderen. In de droom worden deze koninkrijken uiteindelijk verwoest en geoordeeld. Er verschijnt ‘iemand die op een mens lijkt'. Oudere Bijbelvertalingen zeggen: ‘de Mensenzoon'. Dit is de verlosser die later Gods koninkrijk op aarde zal vestigen. Toen Jezus op aarde leefde, noemde Hij zichzelf de Mensenzoon. In de droom is te zien hoe iedereen Hem dient. In een volgend visioen ziet Daniël een ram en een geit. Met de ram wordt het koninkrijk van de Meden en Perzen bedoelt, terwijl de geit symbool staat voor het oude Griekenland. De geit heeft meerdere hoorns, en één daarvan staat symbool voor de zeer kwaadaardige koning waar we eerder over hoorden. Nu vertelt God dat deze koning Jeruzalem zal aanvallen en de tempel zal onteren met afgoden. Maar hij zal geen stand houden tegen God en uit de weg worden geruimd. Het is een hoopvol beeld, maar Daniël raakt ook ernstig in de war. Hij wil onder meer graag weten hoe lang dit nog gaat duren. Hij raadpleegt de boeken van Jeremia en ontdekt dat de ballingschap zeventig jaar zou duren. Die tijd is bijna voorbij en hij smeekt God zich te houden aan Zijn beloften. En ondanks dat nergens wordt beschreven dat Daniël iets verkeerds doet, belijdt hij toch de zonden van het volk. Dan verschijnt een engel aan Daniël. De engel vertelt met een ingewikkelde profetie dat er ooit een gezalfde vorst zal komen, en dat Jeruzalem zal worden hersteld. Toekomstige koningen Daniël krijgt nóg een visioen. God vertelt hem opnieuw van de koningen die nog zullen komen. Eén van hen is bijvoorbeeld de koning die wij kennen als ‘Alexander de Grote', een Griekse veroveraar. Maar al deze koninkrijken verdwijnen weer. Uiteindelijk komt er één koning uit het noorden die Jeruzalem zal veroveren en zijn afgoden neerzet in Gods tempel. Het is onduidelijk welke koning hier wordt bedoeld. Misschien de Syrische koning die in de tweede eeuw voor Christus in Jeruzalem veel joden liet doden en zijn goden in de tempel plaatste. Het kan ook zijn dat de Romeinen worden bedoeld en de verwoesting van Jeruzalem en de tempel in 70 na Christus. Of misschien moet dit visioen nog realiteit worden. Omdat de profetieën in de Bijbel vaak op meer dan één manier uitkomen, geloof ik dat al deze interpretaties waar zijn. Ze zijn op verschillende manieren werkelijkheid geworden en de volledige vervulling komt nog. Het boek Daniël gaf zo hoop aan het volk van God tijdens de ballingschap, tijdens de verovering door de Syrische koning, tijdens de Romeinse onderdrukking en het geeft nu nog steeds hoop, zeker voor mensen die worden vervolgd vanwege hun geloof. Het patroon dat Daniël beschrijft, zien we van Genesis tot Openbaring. De mens is zondig, maar God straft de zonde, vergeeft en redt. De oproep aan ons mensen is om op God te vertrouwen. Verder hoeven we niets te doen. Alleen trouw blijven, zoals Daniël en zijn vrienden lieten zien. Uiteindelijk zal God een eind maken aan al het kwaad en Zijn koninkrijk vestigen.
Wanneer je bezig bent met de verwerking van pijn uit het verleden, weten we allemaal dat het goed is om te vergeven, zelfs als het moeilijk is. Maar enkelen van ons nemen zelden de volgende stap die God wil dat we nemen. Een veelvoorkomende misvatting is dat het enige wat we hoeven te doen is de beslissing te nemen om te vergeven en dat ons werk dan klaar is, maar Jezus zei ook, zegen hen en bid voor geluk voor diegene die je vervloeken, bidt voor hen die u smadelijk behandelen (Lukas 6:28). Bovendien zegt Romeinen 12:14 dat we diegene moeten zegenen die ons vervolgen en ons wreed behandelen. We moeten onze vijanden actief zegenen. God roept ons om barmhartigheid te verstrekken aan mensen die het niet verdienen. Waarom? Wanneer je vergeeft, opent het een deur voor God om je te genezen, maar eerlijk gezegd doet het weinig voor diegene die je beledigd heeft. Maar als je hen zegent, vraag je God om hen de waarheid te brengen zodat ze berouw kunnen tonen en de ware vrijheid die Hij biedt kunnen ervaren. Vergeving bevrijdt jou… je vijanden zegenen bevrijdt hen.
De schoonouders van Chris (Martine en Fred) wonen in een huis waarin sinds 1932 weinig is veranderd. En dus staat er in de keuken nog een werkende ijskast uit 1932. Waarschijnlijk is het de oudste nog werkende ijskast van Nederland. Samen met Martine bekijkt Chris de keuken en de ijskast. En tussendoor zoekt hij uit hoe de mens de afgelopen eeuwen voor gekoelde ruimtes zorgde. Van de Romeinen tot nu. Wil je misschien gaan autodelen kijk dan op deze link van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.Reacties: manmetdemicrofoon@gmail.comDit is het Instagram-account van Man met de microfoon.Wil je lid worden of een eenmalige donatie doen via petjeaf.com dan kan dat: hierEenmalig overmaken kan ook naar: NL37 INGB 0006 8785 94 van Stichting Man met de microfoon te Amsterdam.Wil je adverteren, dan kun je een mailtje sturen naar: adverteren@dagennacht.nlZie het privacybeleid op https://art19.com/privacy en de privacyverklaring van Californië op https://art19.com/privacy#do-not-sell-my-info.
intro Gastspreker: Frits Heinrich Presentatie: Koen Fillet Eindredactie: Katleen Bracke Montage: Wederik De Backer Deze podcast is mogelijk dankzij de medewerking van KU Leuven, UAntwerpen, UGent, UHasselt, VUB en de Jonge Academie en komt tot stand met de steun van VRT en de Vlaamse overheid.
In Rare Jongens bekijken historicus Olivier Hekster (Radboud Universiteit) en Merijn Doggen onze tijd door de bril van de Romeinen. In deze aflevering reizen we naar Amerika waar binnenkort verkiezingen zijn. In hoeverre lijken die op de verkiezingen die de Romeinen hielden? Welke campagnestrategie hadden ze? Kon je een kandidaat ook 'endorsen'? En...huh... hebben de Romeinen hun capitol ook ooit bestormd? Allemaal vragen waar je antwoord op krijgt deze aflevering.Meer Rare Jongens vind je op Spotify, Apple Podcasts of in je favoriete podcast-app.Helpdesk Rome: Heb je een persoonlijk probleem? Misschien heeft Olivier een Romeinse oplossing voor je. Laat je probleem achter in de comments of via deze link: https://forms.gle/rFdegka25rzwHczR9Zie het privacybeleid op https://art19.com/privacy en de privacyverklaring van Californië op https://art19.com/privacy#do-not-sell-my-info.