Kennispartner Axon Healthcare bespreekt de actuele onderwerpen en hot topics voor de Nederlandse gezondheidszorg.
De GVS-modernisering is aanstaande en op 1 januari 2023 is het eindelijk zo ver. De prijslimieten van de GVS-clusters worden voor die tijd herberekend en combinatiepreparaten en spookclusters worden nader bekeken. Deze herberekening zal elke twee jaar plaatsvinden. Als gevolg van deze modernisering zullen de meeste GVS-limieten dalen, er zullen geneesmiddelen uit het GVS worden geschrapt en worden geneesmiddelen herclusterd of samen in nieuw te vormen clusters gezet. Het doel van deze maatregelen is dat fabrikanten, de prijzen van hun producten aanpassen wanneer de GVS-limieten dalen, om met de goedkopere preferente middelen in de clusters te kunnen blijven concurreren. Met de modernisering wordt beoogd € 140 miljoen structureel op jaarbasis te besparen. Enkele ramingen laten zien dat er mogelijk € 250-280 miljoen maximaal bespaard kan worden met de GVS-modernisering, maar VWS schat in dat dit in de praktijk rond de € 200 miljoen zal liggen met een bandbreedte tussen de € 130-260 miljoen. Wanneer fabrikanten de prijzen echter niet verlagen, is de kans groot dat grote groepen patiënten voor veel geneesmiddelen bij moeten gaan betalen. De vraag is dus of fabrikanten daadwerkelijk hun prijzen naar beneden zullen bijstellen of dat zij hun producten zelfs van de markt halen als het niet meer rendabel is om ze op de Nederlandse markt te houden?
Eind december vorig jaar besloot demissionair minister de Jonge dat kinderhartchirurgiegeconcentreerd moest worden in twee centra, de UMC's in Rotterdam en Utrecht. Dit veroorzaakte, en doet dit nog steeds, veel verontwaardiging en maatschappelijke onrust. Nu maakt de huidige minister Kuipers zich ook nog eens hard voor het meer concentreren van hoog-complexe acute zorg. Dit wordt door de NZa ook ondersteund. Waar hoog-complexe zorg wordt geconcentreerd, wordt basiszorg aan de andere kant steeds meer uit de streekziekenhuizen (naar de eerste lijn) verplaatst. Kortom concentratie in de zorg is een opvallende trend van de laatste jaren die veel stof doet opwaaien. Is het een noodzakelijk kwaad?
De fabrikant van gentherapie Zynteglo, biotech Bluebird, heeft onlangs aangegeven zich van de Europese markt terug te trekken en te verkassen naar de VS. De aanleiding van deze ‘move' is een spaak gelopen onderhandeling met Duitsland (wat toch als benchmark geldt voor de rest van Europa) over de prijs van Zynteglo. De biotech ziet hierdoor geen kansen op de Europese markt waarin de zorgstelsels voornamelijk met publiek geld worden gefinancierd. Beide partijen kwamen overigens wel overeen om pay-for-performance afspraken te maken. Wat moet er gebeuren om dergelijke innovatieve therapieën beter te kunnen beoordelen, vanuit een publiek gefinancierd zorgstelsel te vergoeden en tevens de Europese markt aantrekkelijk te houden voor kleine innovatieve (biotech-)bedrijven? Het is namelijk niet te hopen dat deze casus een voorbode is voor de toekomst en er straks weinig tot geen innovatieve therapieën beschikbaar zijn voor patiënten in Europa. In deze podcast vragen we ook Henk Eleveld van zorgverzekeraar Menzis naar zijn visie op dit thema.
Het beleid van VWS en ook dat van organisaties als het Zorginstituut en de Nationale Zorgautoriteit zijn er op gericht om de toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit van de Nederlandse zorg te waarborgen. In de jaarlijkse VWS-beleidsmonitor wordt het effect van het beleid aan de hand van een aantal indicatoren getoetst. Het precieze effect van het beleid is aan de hand van deze indicatoren moeilijk in te schatten, maar een aantal voorzichtige conclusieskunnen wel getrokken worden. Zo lijkt het met de toegankelijkheid en kwaliteit wel goed te zitten, maar blijven de stijgende zorguitgaven en de personeelstekorten problematisch. Om de problemen op deze thema's op te kunnen lossen, zal de zorg moeten transformeren, maar deze transformatie lijkt maar moeilijk op gang te komen. Zijn de doelstellingen van VWS misschien niet te ambitieus?
Politieke partijen, zorgverzekeraars, gemeenten en ziekenhuizen zijn het er allemaal over eens: Om de zorg in de toekomst toegankelijk, betaalbaar en van goede kwaliteit te houden, is samenwerking over de verschillende domeinen en stelselwetten heen essentieel. Het liefst op regionaal niveau, met een focus op het verplaatsen en voorkomen (preventie) van zorg, Maar waarom lukt dit dan toch niet (altijd)? Solidariteit, regie, gegevensuitwisseling & budget, allemaal zaken waarop veel samenwerkingsverbanden en -projecten stuk lopen. Dit betekent zeker niet dat er geen mooie succesverhalen zijn, maar er is nog veel werk aan de winkel voor alle veldpartijen om samenwerking succesvol te borgen. --- Meer weten over dit thema? Schrijf je dan in voor onze training ‘Samenwerking in de Regio & Transitie van Zorg’. We nemen jullie mee langs mooie praktijkvoorbeelden & de grootste uitdagingen, de spelers uit het veld en kansen voor Health & Life Science bedrijven om hierin een rol te spelen.
Op de sociale zekerheid na, wordt aan de zorg vrijwel jaarlijks het meeste uitgegeven en dat is maar goed ook. Nederland is namelijk al jaren een van de beste jongetjes van de klas, wat de kwaliteit van het zorgstelsel betreft. Deze coronapandemie heeft het belang van een dergelijk goed zorgstelsel nog maar eens benadrukt, maar ook is duidelijk geworden dat er nog een hoop anders kan. Reden genoeg dus voor de politieke partijen om richting de verkiezingen vol in te zetten op het thema ‘Zorg’. Maar wat willen de partijen nu eigenlijk met de zorg? Hoe zien zij de toekomst van ons zorgstelsel en wat betekent dit voor de geneesmiddelensector?
Ziekenhuizen en zorgverzekeraars sluiten steeds vaker, maar nog relatief weinig meerjarencontracten. Daarnaast maken ze nog maar weinig transformatieafspraken in het kader van de ‘Juiste Zorg Op de Juiste Plek’ (JZOJP). Dit blijkt o.a. uit de monitor ‘contracten medisch-specialistische zorg 2019’ van de NZa. Het is dan ook niet verrassend dat de transformatiegelden, door zorgverzekeraars beheerd en bedoeld voor de transformatie en transitie van zorg, nog maar weinig benut worden. Hoewel in de Hoofdlijnenakkoorden de focus ligt op het verplaatsen, voorkomen en vervangen van zorg, lijkt in de praktijk deze beweging maar langzaam op gang te komen. Hoe komt dat?
De zorguitgaven stijgen gestaag door en het Nederlandse zorgstelsel lijkt op lange termijn onhoudbaar. De uitgaven binnen de Zorgverzekeringswet (Zvw) beslaan bijna de helft van de totale zorguitgaven. Het Zorginstituut doet er dan ook alles aan om het verzekerde pakket te beheren. De wederom uitgestelde GVS-modernisering staat op te planning voor 1 januari 2023 en in twee programma’s wordt het basispakket systematisch doorgelicht. Leveren deze maatregelen wel genoeg op of moet de focus op een andere plek liggen? En hoe verhouden betaalbaarheid en toegankelijkheid zich tot elkaar?
In de zorgverzekeringswereld is een en ander aan de hand. Eerder dit jaar meldde minister Van Ark al dat de collectiviteitskortingen per 1 januari 2023 afgeschaft worden en nu lijken de budgetpolissen er ook uitgewerkt te worden. Door het risicovereveningsmodel steeds verder te verfijnen, wordt het voor zorgverzekeraars steeds minder rendabel om de budgetpolis aan te houden. De collectiviteitskorting is afgeschaft, omdat het in feite een sigaar uit eigen doos was. Alle verzekerden betalen namelijk meer premie om de korting van anderen te dekken. De budgetpolis is een naturapolis met beperkende voorwaarden. Zo wordt alleen gecontracteerde zorg bij circa 50% van de zorgaanbieders volledig vergoed. Patiënten komen vaak voor verrassingen te staan wanneer ze bij moeten betalen en worden indirect gestuurd om alleen naar gecontracteerde zorgaanbieders te gaan, blijkt uit onderzoek van het Nivel en de Nza. Zowel de collectiviteitskorting als de budgetpolis schuren met het solidariteitsbeginsel waarop het zorgstelsel gebouwd is. Het afschaffen van deze polissen schuurt echter met het marktwerkingsmodel. Wat is uiteindelijk belangrijker? Het beschermen van de solidariteit of de marktwerking, als daar überhaupt nog sprake van is.
In augustus publiceerde het Centraal Planbureau (Cpb) de rapporten Zorgkeuzes in Kaart (ZiK) en de zogenaamde ‘Augustusraming’. Deze laatste geeft inzicht in de begrotingsruimte voor het nieuwe Kabinet. In het ZiK-rapport is van 147 mogelijke maatregelen voor de zorg de budgetimpact doorgerekend. Uit beide rapporten kunnen we concluderen dat de economie is gekrompen, zich gaat herstellen, maar dat er niet veel ruimte in de begroting zal zijn om in de zorg te investeren. Helaas zouden enkele impopulaire maatregelen, zoals het verhogen van het eigen risico, artsen in loondienst laten werken en het invoeren van extra eigen bijdragen voor geneesmiddelen snel geld in het zorglaatje kunnen brengen. Met de verkiezingen op komst is de vraag: Wat gaan de politieke partijen nu doen? Hoe gaat minister van Ark hiermee om? Vandaag vragen we Leo Melissen en Jan Guse naar hun inzichten en wat zij verwachten van de politieke partijen.
De SER en de WRR hebben de opdracht al vóór de coronacrisis gekregen om de toekomst van het zorgstelsel te verkennen. De zorguitgaven, de betaalbaarheid & houdbaarheid als ook de baten van ons zorgstelsel zijn verkend tot 2060. Wat zijn de resultaten en hoe ziet de toekomst er nu uit?
De overheveling van een bepaalde groep geneesmiddelen, genaamd immunoglobulinen, is vanwege de coronacrisis uitgesteld. Maar wat is de overheveling precies en waarom worden geneesmiddelen overgeheveld?
Een toename in het aantal behandelde patiënten maakt geneesmiddelen een steeds groter onderdeel van het ziekenhuisbudget. Is dat voor ziekenhuizen nog wel vol te houden?
De Algemene Rekenkamer heeft de vertrouwelijke informatie van geheime prijsonderhandelingen over dure medicijnen mogen inzien. Daardoor wordt de vraag opgeworpen: wat maakt een medicijnprijs aanvaardbaar?
De corona-uitbraak leidt noodgedwongen tot een meer assertieve overheid. Centraal geleide inkoop en distributie, en er wordt zelfs gesproken over dwang naar fabrikanten. Hoe ver gaat deze nieuwe regierol?
De coronacrisis is een echte gamechanger en zet veel zaken van de afgelopen drie maanden op z’n kop. U luistert deze podcast naar het verhaal van dit kwartaal.
Niks gaat zo viral als een flinke epidemie. COVID-19, zoals het coronavirus heet, heeft ook in Nederland een behoorlijke impact. Niet alleen op de acute zorg, maar ook indirect zal de medische sector er lange tijd naschokken van ondervinden. Laatste stand van zaken? Lees de actuele informatie over het nieuwe coronavirus (COVID-19) en de medicamenteuze behandelopties bij opgenomen patiënten met COVID-19 bij het RIVM.
Axon ontsluit maandelijks de farmaceutische marktcijfers. Kijkend door onze oogharen vallen een paar zaken op. Uit deze data van het afgelopen jaar halen we wat brede trends, die ook de komende tijd nog nadrukkelijk in het nieuws zullen gaan komen.
Minister Bruins heeft de langverwachte modernisering aangekondigd van de vergoeding voor receptgeneesmiddelen. Juist de geclusterde medicijnen, waar vaak sterke concurrentie is, moeten een besparing van 140 miljoen euro opleveren. Hoe zit deze modernisering in elkaar en waarom waarschuwen patiëntenverenigingen voor negatieve gevolgen?
De VIG heeft haar langverwachte gedragscode gepubliceerd. In eerste reacties in de media hierover domineren twee zaken: het traject is een hele bevalling gebleken en het heikele punt van verantwoorde prijsstelling ontbreekt vooralsnog. Hoe komt dat en wat staat er dan wel in de code?
Via zelfregulering geven de genees- dan wel hulpmiddelenindustrie en de medische sector openheid over hun financiële relaties, en jaarlijks wordt dit Transparantieregister wettelijk verplicht geëvalueerd. Wat blijkt er uit deze eerste evaluatie?
Elk half jaar worden in Nederland de maximumprijzen voor geneesmiddelen geactualiseerd, maar de aanstaande herijking heeft door de Wgp-wijziging veel meer impact dan voorheen. Door die ene wijziging wil Nederland in 2020 de medicijnuitgaven met (naar schatting van minister Bruins) €300 miljoen verlagen, circa 5% van het totaal. Hoe werkt deze wijziging?
Deze week heeft de kersverse Europese Commissie (EC) haar eerste officiële werkweek. Door de nieuwe speerpunten in het EU-beleid kunnen de prioriteiten in en van lidstaten verschuiven, ook als het gaat om genees- en hulpmiddelen. Wat is Nederland van plan en welke thema’s betrekt minister Bruins in zijn Europese kruistocht?
Het basispakket wordt voor komend jaar op enkele punten gewijzigd. Meest opvallend is de verruiming van de vergoeding voor apotheekbereidingen, ook wel magistrale bereiding genoemd. Nadat Bruins eerder heeft verduidelijkt in welke gevallen apotheekbereiding is toegestaan, zet de minister nu ook de seinen op groen voor wat betreft de vergoeding van een magistraal bereid geneesmiddel.
Begin april heeft minister Bruins zijn langverwachte brief over de voorwaarden voor apotheekbereiding gepubliceerd. Daarin duidt hij getalsmatig wat hij onder ‘verstrekking in het klein’ verstaat, maar benadrukt hij ook dat bepaling van de bovengrens door veranderende omstandigheden moeilijker is dan voorheen. Hiermee is de onduidelijkheid en vooral de onenigheid over magistrale bereiding allerminst voorbij.