POPULARITY
Categories
Stel je voor dat je in de donkerste nacht zit, geslagen en gevangengezet, en toch zing je vol vertrouwen liederen tot God. Paulus en Silas laten zien dat ware bevrijding niet altijd fysiek is. Hoe kan hun voorbeeld jouw focus op God versterken, ongeacht jouw omstandigheden?
Bijbellezing: Handelingen 9 vers 1 - 19Mocht je vragen hebben naar aanleiding van deze preek, of over deze thematiek willen doorpraten, dan kun je contact opnemen met één van onze predikanten:ds. Willem Jan de Hek: wjdehek@jacobikerk.nlds. Wim Vermeulen: wpvermeulen@jacobikerk.nlKijk voor meer informatie op: jacobikerk.nlWil je de Jacobikerk financieel steunen? jacobikerk.nl/organisatie-2/
Spreker: Ds. D.H.J. FolkersTekst: Handelingen 2:37-47Thema: Lukas vertelt ons wat het effect is van de eerste pinksterpreekDatum: 20 mei 2024Locatie: HHG AbbenbroekBron: https://hhg-abbenbroek.nl/terugkijken/lukas-vertelt-ons-wat-het-effect-is-van-de-eerste-pinksterpreek-2e-pinksterdag/ ★ Support this podcast ★
Vrijheid en gevangenschap, het zijn zaken die ons dagelijks bezighouden. In deze aflevering ontdekken we hoe Paulus een vrouw bevrijdt van haar ketenen, terwijl hij zelf gevangen wordt gezet. Wat is vrijheid voor jou? Kun je vrij zijn terwijl je gevangen bent?
Wat doe je als je iemand wilt overtuigen, maar zijn achtergrond belemmert je boodschap? Paulus ontmoet Timoteüs en besloot hem te laten besnijden om het evangelie effectiever te delen. Was dit een compromis of wijsheid? Wanneer houd jij rekening met iemands geloof of overtuiging?
Spreker: Ds. S.T. LagendijkTekst: Handelingen 2:14-41Thema: Waar de Heilige Geest komt, worden mensen geraaktDatum: 19 mei 2024Locatie: HHG GoesBron: https://www.youtube.com/watch?v=un774-iBoC0&t=2s ★ Support this podcast ★
Spreker: Ds. A.A.F. van de WegTekst: Handelingen 2:4-11Thema: Pinksterfeest: feest van Gods communicatieDatum: 19 mei 2024Locatie: HHG ApeldoornBron: https://www.youtube.com/watch?v=bDDHlsNXEtc ★ Support this podcast ★
Ds. Arjan Markus ( vanuit Pelgrimvaderskerk ) over Handelingen 2 vers 1 t/m vers 13 en Johannes 20 vers 19 t/m vers 23.
Psalm 104: 1, 8, 9 Handelingen 2:1-13 NLB 687: 1,2 Themalied – Ik moet weggaan NLB 678: 4, 5, 8, 9 Handelingen 2: 14-42 Preek; Je gaat het pas zien als je het doorhebt NLB 675: 1,2 NLB 705: 1, 4
Nico van Splunter ( Rotterdam-Spangen )( vanuit Pelgrimvaderskerk ) over Handelingen 4 vers 23 t/m vers 31; thema : Licht op koning David.
Richard Rensink preekt op deze eerste pinksterdag over het thema"De pinksterpreek" n.a.v. Handelingen 2:1-21
‘De Geest geeft leven en vrijheid!'
Zowel Hamas als Israël hebben het oorlogsrecht meermaals geschonden. Dus wat kan dat recht feitelijk nog worden toegepast voor de mensen in Gaza nu én na de oorlog? Te gast is mensenrechtenadvocaat Liesbeth Zegveld. Gasten in BNR's Big Five van de oorlog in Gaza: - Bernard Hammelburg , buitenlandcommentator van BNR - Lucia Admiraal , correspondent Midden-Oosten voor NRC -Carla Jonkers, hoofd internationale noodhulp bij het Rode Kruis -Liesbeth Zegveld, mensenrechtenadvocaat -Robert Serry, voormalig VN-gezant voor het Midden-Oosten See omnystudio.com/listener for privacy information.
Spreker: Ds. E. Meijer Tekst: Johannes 14:12-17 en Handelingen 1:1-14Thema: Bidden om de komst en kracht van de Heilige GeestDatum: 12 mei 2024Locatie: Hervormd WerkhovenBron: https://www.youtube.com/watch?v=PgCQNqs15EQ ★ Support this podcast ★
Galaten (5 minuten) In Paulus' tijd was Galatië een regio in Klein-Azië, grofweg het huidige Turkije. Een interessant weetje is dat hier veel Galliërs woonden die enkele eeuwen daarvoor, vanuit wat nu Frankrijk is, waren verhuisd. Uiteindelijk veroverden de Romeinen deze regio. Paulus stichtte kerken in enkele grote steden in het zuiden van Galatië: Antiochië, Ikonium, Lystra en Derbe. Je kunt hierover lezen in Handelingen 13 en 14. De brief die wij ‘Galaten' noemen, is gericht aan de kerken in de hele regio. En hij is niet mals. We hadden natuurlijk in Handelingen al gezien dat er veel strijd was tussen de Joodse en de niet-Joodse volgelingen van Jezus. Het ging dan om de vraag of de wetten en voorschriften uit het Oude Testament moesten worden nageleefd. De Joden hielden zich nog steeds aan de gebruiken en wilden dat de niet-Joden dat ook gingen doen. De ‘wet' hoorde er gewoon bij en wilde je bij Gods familie horen, dan moest je je daaraan houden. Paulus teleurgesteld Het ging zelfs zover dat deze Joodse christenen hun niet-Joodse broeders wilden dwingen zich te laten besnijden. Velen ondergingen deze pijnlijke operatie. Toen Paulus dit hoorde, was hij zwaar teleurgesteld en gefrustreerd. Hij schreef daarom deze brief, waarschijnlijk kort na het jaar 49. Hij vermeldt namelijk de Jeruzalem-conferentie waarin de kerkleiders met elkaar discussieerden over de wet en deze bijeenkomst vond waarschijnlijk plaats in 49. Het zit Paulus hoog dat de christenen in Galatië de lijn hebben gekozen dat mensen zich nog steeds aan de wet moeten houden om te worden gered. Dat is een verdraaiing van het evangelie. Jezus redt, niet de Wet. Twee dingen vallen op in deze brief. Ten eerste dat Paulus geen positief woord over heeft voor de christenen en ten tweede dat deze brief heel erg lijkt op de brief aan de Romeinen, die Paulus een jaar of tien later zou schrijven. Dezelfde thema's komen aan bod, al is de brief voor de gelovigen in Rome een stuk positiever. Samenvatting van het goede nieuws Paulus geeft eerst een samenvatting van het goede nieuws en vertelt hoe God hem heeft gered, terwijl hij nota bene de christenen vervolgde. God koos hem uit om het evangelie aan de niet-Joden te vertellen. Na zijn bekering op de weg naar Damascus bracht Paulus drie jaar door in Arabië, het huidige Jordanië. Pas daarna bezocht Paulus Jeruzalem, waar hij sprak met ‘Kefas'. Kefas is een andere naam voor Petrus. Vervolgens ging Paulus evangeliseren onder de heidenen en hij kwam pas veertien jaar later terug in Jeruzalem. Hij sprak daar met de leiders van de kerk en vertelde hun dat in de kerken die hij had gesticht, de niet-Joden zich niet hoefden te laten besnijden. De kerkleiders in Jeruzalem waren het met hem eens. Toch kwam het enige tijd later tot een confrontatie met Petrus. Want toen Petrus op bezoek ging in Antiochië, ging hij opeens alleen met de Joden eten, en niet met de niet-Joodse kerkleden. Paulus riep hem openlijk ter verantwoording en Petrus verontschuldigde zich. (Die arme Petrus. In de evangeliën moet Jezus hem regelmatig corrigeren, nu zoveel jaar later doet Paulus dat.) Paulus vat dit als volgt samen: ‘Hoewel wij Joden van geboorte zijn en geen zondaars uit andere volken, weten we dat niemand als rechtvaardige wordt aangenomen door de wet na te leven, maar door het geloof in Jezus Christus. Ook wij zijn tot geloof in Christus Jezus gekomen om daardoor, en niet door de wet, rechtvaardig te worden, want niemand wordt rechtvaardig door de wet na te leven.' - Galaten 2:15-16 Met ‘rechtvaardig worden' bedoelt hij dat we vrijgemaakt zijn van zonde en dus weer bij God kunnen komen. Je houden aan Gods voorschriften is goed, maar kan je innerlijk niet schoonmaken. In mijn woorden: vergelijk jezelf eens met een spiegel. Door te zondigen, veeg je modder op die spiegel. Door niet te zondigen, wordt de spiegel niet smerig. Maar als de spiegel eenmaal vies is, hoe maak je die dan schoon? Jezus heeft dat gedaan. Als wij in Jezus geloven, wast God ons schoon van die zonden. God ziet de volmaaktheid van Jezus in ons Dat is belangrijk, omdat God volmaakt goed is. Hij kan geen onvolmaaktheid in Zijn nabijheid tolereren, want dan is Hij zelf niet meer volmaakt. Die standaard is voor ons te hoog gegrepen, zoals de wet heeft aangetoond. Door ons vertrouwen op Jezus te stellen, verbinden we ons met Hem. Als God naar ons kijkt, ziet Hij de volmaaktheid van Jezus. In Paulus' woorden: ‘Want ik ben gestorven door de wet en leef niet langer voor de wet, maar voor God. Met Christus ben ik gekruisigd: ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij. Mijn leven hier op aarde leef ik in het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft prijsgegeven.' - Galaten 2:19-20 Als je gelooft in Jezus, accepteer je het offer dat Hij heeft gebracht. Je bent nu met Hem gekruisigd en gestorven. De dood is de straf voor de zonde. Dus die straf is betaald. Je bent ook met Christus opgestaan. Hij leeft in jou en dus hoef je niet te leven voor de wet maar kun je leven voor God. Vertrouwen maakt rechtvaardig Dit is een bevrijdende waarheid. We hoeven niet te werken om rechtvaardig te worden. We zijn al rechtvaardig, omdat we in Jezus geloven. Dat principe gold trouwens ook al voordat Jezus voor ons stierf. Paulus toont aan dat Abraham vertrouwde op Gods belofte en dat maakte hem rechtvaardig. Iedereen die gelooft in Jezus, is dus een kind van Abraham. Maar iedereen die vertrouwt op de wet is vervloekt, want niemand kan zich daaraan houden. De poorten van het koninkrijk van God staan dus wijd open voor zowel Joden als niet-Joden. Het zijn niet Gods voorschriften die ons toegang verlenen, maar ons geloof in Jezus Christus. Waarom gaf God dan toch de wet? Paulus legt dit in Romeinen uitgebreider uit, maar ook hier laat hij zien dat de rol van de wet is om aan te tonen wat goed en niet goed is. De wet is goed, maar de idealen zijn te hoog gegrepen. Daarom was Jezus' offer nodig. Zijn offer was in eerste instantie bestemd voor Israël, maar zeker ook voor de niet-Joden. Vanuit Israël verspreidt de zegen van God zich over de wereld, precies zoals God duizenden jaren geleden tegen Abraham zei. Abrahams nageslacht zou de aarde zegenen. Hoe dan? In de eerste plaats doordat Jezus een afstammeling is van Abraham en in de tweede plaats doordat het goede nieuws zich vanuit Israël verspreidde over de rest van de wereld. Gods Geest in ons Omdat Jezus voor ons de wet heeft vervuld, hoeven we ons aan veel voorschriften niet meer te houden. Mannen hoeven niet besneden te worden en we mogen vrijwel al het voedsel eten dat de natuur ons te bieden heeft. Maar stelen, overspel plegen, een ander haten, et cetera is natuurlijk nog steeds fout. Met dat soort zonden willen we afreken. Niet omdat de wet dit zegt, maar omdat de Geest van God nu in ons leeft. We proberen de ander lief te hebben zoals we onszelf lief hebben. De vrucht van de Geest is namelijk liefde, vreugde, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Als we leven door de Geest, worden we liefdevoller, ervaren we vreugde enzovoort. We leven nog steeds in een wereld met tekortkomingen en maken zelf ook fouten, maar het is mogelijk om de Geest ons leven te laten leiden. Hier mogen we wél voor werken. Dan gaan we steeds meer op Jezus lijken. We proberen te stoppen met slechte gewoontes en gedrag dat niet past bij een christen. We werken dus niet voor onze verlossing. Jezus heeft ons al bevrijdt. Wij geloven in Hem, waardoor Gods Geest in ons werkzaam wordt. Daardoor kunnen wij aan onszelf werken en zo worden we de persoon die God in gedachten heeft als Hij aan ons denkt.
In tijden van twijfel en onverwachte wendingen, zoals bij Paulus in Handelingen 16, kunnen we de stille, maar krachtige leiding van Gods Geest ervaren. Sta jij open voor de richting die Gods Geest aan jouw leven geeft?
Paulus vervolg van zijn toespraakop de Areopagus was indrukwekkend.Hij eindigt met de opstanding van Christus. Een geweldig fundamenteel aspect van zijn evangelie. Naluisteren: deel A en deel B . https://www.da-ath.nl/?p=34197
Paulus vervolg van zijn toespraakop de Areopagus was indrukwekkend.Hij eindigt met de opstanding van Christus. Een geweldig fundamenteel aspect van zijn evangelie. Naluisteren: deel A en deel B . https://www.da-ath.nl/?p=34197
Tijdens Pinksteren vult de Heilige Geest alle gelovigen, waardoor grenzen verdwijnen en talen worden begrepen; een omkering van Babel. Ervaar jij dat Gods wet in jouw hart leeft? Hoe verbind jij je met anderen door de Geest van God?
Heb jij die Drive ook om Gods Heilig Evangelie te delen? Paulus wel, het is ook jouw opdracht!
Bijbellezing: Handelingen 16 vers 16 - 34Mocht je vragen hebben naar aanleiding van deze preek, of over deze thematiek willen doorpraten, dan kun je contact opnemen met één van onze predikanten:ds. Willem Jan de Hek: wjdehek@jacobikerk.nlds. Wim Vermeulen: wpvermeulen@jacobikerk.nlKijk voor meer informatie op: jacobikerk.nlWil je de Jacobikerk financieel steunen? jacobikerk.nl/organisatie-2/
Uitstappen is best lastig maar o zo nodig
Roelof 25 jaar predikant PsPr 27 Doop van Lieseth, Noor en Marin Sela – Doop Dooplied – De Here zegent jou Lied “In bidden en in smeken” Handelingen 1: 1–14 Preek; Biddend verwachten Sela – Maranatha NLB 412: 1 en 6
Frans van Herwijnen preekt op deze Hemelvaartsdag over het thema" Hij is verheerlijkt" n.a.v. Johannes 17:1-5 en Handelingen 1:9-11
Bijbellezing: Handelingen 1 vers 4 - 14Mocht je vragen hebben naar aanleiding van deze preek, of over deze thematiek willen doorpraten, dan kun je contact opnemen met één van onze predikanten:ds. Willem Jan de Hek: wjdehek@jacobikerk.nlds. Wim Vermeulen: wpvermeulen@jacobikerk.nlKijk voor meer informatie op: jacobikerk.nlWil je de Jacobikerk financieel steunen? jacobikerk.nl/organisatie-2/
1 Korintiërs (5 minuten) De Griekse stad Korinte was in de eerste eeuw een echte handelsstad met een strategisch gelegen haven. Het is dan ook niet raar dat Paulus tijdens zijn tweede zendingsreis evangeliseerde in Korinte. Dat staat beschreven in Handelingen 18. Vanuit deze stad kon hij vele mensen bereiken. En als mensen van buiten de stad in Korinte tot geloof kwamen, namen ze dat weer mee naar hun eigen woonplaats. Korinte was echter ook een stad waar veel zonde was. Er stonden talloze tempels voor allerlei afgoden, en dronkenschap, prostitutie en andere misstanden kwamen veel voor. Nadat Paulus een kerkelijke gemeente had gesticht in deze stad, bleef hij enige tijd bij hen, stelde leiders aan en trok dan naar een andere stad. Natuurlijk hield hij contact met de christenen in Korinte en hij was niet blij met wat hij hoorde. Veel kerkleden bleven willens en wetens zondigen. Daarom stuurde Paulus verschillende brieven om de christenen te corrigeren. Twee van deze brieven zijn bewaard gebleven. In dit hoofdstuk kijken we naar de eerste brief. Die heeft de toepasselijke naam: 1 Korintiërs. Vijf thema's In deze eerste brief komen vijf thema's aan de orde. In elk van die thema's pakt Paulus één probleem bij de horens. De oplossing voor het probleem of de misstand is een stukje van het evangelie. Hiervan kunnen we leren dat we ook de problemen in onze eigen kerken en levens moeten zien door een Bijbelse bril. Paulus begint bij een serieuze uitdaging: het gebrek aan eenheid. Na Paulus waren nog andere leraren langsgekomen om de christenen te onderwijzen. Een zekere Apollos, maar ook Petrus. Hoewel Paulus, Apollos en Petrus allen dezelfde boodschap hadden, legden ze natuurlijk wel de nadruk anders. Of misschien gebruikten ze gewoon andere woorden. Wat er ook precies is gebeurd, er ontstond groepjesvorming in de kerk in Korinte. Sommigen zeiden dat ze bij Apollos hoorden, anderen bij Petrus, weer anderen bij Paulus. Er was zelfs een groep die zei: ‘Wij volgen alleen Jezus'. De ene club smeet verwijten naar de andere groep. Niet echt volwassen gedrag dus en zeker geen goede voedingsbodem om te doen wat Christus vraagt van Zijn volgelingen: een voorbeeld zijn voor de rest van de wereld. Paulus laat zien dat hij en de andere apostelen ook slechts zwakke dienaren zijn. Het is Christus die de Kerk bouwt. ‘Ik schrijf dit alles niet om u te beschamen, maar om u als mijn geliefde kinderen terecht te wijzen', zegt Paulus in 1 Korintiërs 4. ‘Hoeveel opvoeders in het geloof in Christus u ook zult hebben, u hebt maar één vader. Door Christus Jezus ben ik uw vader geworden, omdat ik u het evangelie heb gebracht. Ik roep u dus op mij na te volgen.' Seksuele immoraliteit Het volgende hete hangijzer op zijn lijstje is seksuele immoraliteit. Eén man ging naar bed met zijn stiefmoeder (iets wat zelfs bij de heidenen niet voorkwam), anderen hadden seks buiten het huwelijk. De christenen in Korinte praatten dit bovendien goed. Christus had hen vrijgemaakt, dus konden ze doen en laten wat ze wilden. Daar is Paulus het niet mee eens, want Christus is immers voor die zonden gestorven. Christus heeft de prijs niet betaald zodat we net zoveel kunnen zondigen zoveel als we willen. Integendeel. We zijn juist verlost van de zonden zodat we níet meer hoeven te zondigen. Ons lichaam is schoongemaakt en moeten we zien als een tempel van de Heer. We kunnen er dus niet zomaar mee doen wat we willen. ‘U bent gekocht en betaald, dus bewijs God eer met uw lichaam.' - 1 Korintiërs 6:20 Doe de ander geen pijn Het derde thema waar Paulus over schrijft, is het eten van vlees van offerdieren. De vraag is: als een rund is geslacht en geofferd aan een afgod, en zijn vlees wordt daarna verkocht voor consumptie, mag je het als christen dan eten? Paulus zegt dat het in principe oké is, want de afgoden zijn slechts houten of metalen beelden. Maar er kunnen situaties zijn waarin het beter is om dit vlees niet te eten. Bijvoorbeeld als je aan tafel zit met iemand die het offervlees nog altijd als een offer aan de afgod ziet. Door zijn gebrek aan kennis, gaat zijn geweten opspelen. Hij kan het niet opbrengen om dat vlees te eten en je brengt hem in gewetensnood als jij er wél van eet. Dit is een dilemma waar wij vandaag de dag niet mee te maken hebben, maar het onderliggende principe is heel belangrijk. Uit liefde voor Christus en uit liefde voor je broeder of zuster moet je soms een stap terugzetten. Als jij iets vrij kunt doen, maar een ander heeft daar moeite mee, doe het dan niet. Doe de ander geen pijn. Chaotische samenkomsten Daarna gaat Paulus verder met problemen tijdens de samenkomsten. Sommige christenen in Korinte hadden zeer krachtige, geestelijke gaven ontvangen. Ze konden bijvoorbeeld in andere talen spreken tijdens het bidden of profeteerden hardop. Het is niet moeilijk voor te stellen dat kon leiden tot chaotische taferelen. En dat had zo zijn invloed op de andere kerkgangers, zeker mensen die misschien wel voor het eerst kwamen. Het kon mensen echt afschrikken. Daarom zegt Paulus: als er in andere talen wordt gesproken, dan hooguit twee of drie mensen, en alleen als er iemand is die uitleg kan geven. Want de mensen die in de andere taal bidden, verstaan zelf niet wat ze zeggen. Wordt er geprofeteerd, dan ook door maximaal twee of drie personen. En anderen moeten toetsen of die woorden echt van God komen. ‘Doe alles tot opbouw van de gemeente' Paulus roept de christenen op alles te doen tot opbouw van de gemeente. De kerk is eigenlijk als een lichaam met verschillende delen. Ieder deel is uniek, maar ieder deel is ook belangrijk. Bescherm vooral de zwakke delen. Hij schrijft ook een lofzang op de liefde. Liefde is geduldig, verdraagzaam en onzelfzuchtig. Zonder liefde stelt al het andere niets voor. Liefde zal nooit vergaan. Tot slot tackelt Paulus nog de discussie over de opstanding van de doden. Volgens een deel van de christenen was Jezus niet weer levend geworden. ‘Maar dat maakt niets uit', voegden ze daaraan toe. Paulus gaat daar vol tegenin. Jezus was wel degelijk dood en is daarna opgewekt. Er is voldoende bewijs voor, want honderden mensen hebben hem gezien ná Zijn dood. Die opstanding is van levensbelang. Als Jezus nog steeds dood was, dan was Hij voor niets gestorven. Dan konden we beter geen volgeling van Hem zijn, want de overwinning over zonde en dood is dan niet behaald. Gelukkig heeft het reddingsplan van God wel gewerkt. Daarom roept Paulus de gemeente in Korinte, maar ook ons in de 21e eeuw, op om waakzaam te zijn, te volharden in het geloof en moedig en standvastig te zijn.
Toen de dag van Pinksteren aanbrak, waren allen bijeen op dezelfde plaats. Plotseling kwam uit de hemel een gedruis alsof er een hevige wind opstak en heel het huis waar zij gezeten waren, was er vol van.
God doet wonderen en dat brengt vertrouwen
Het einde van Handelingen betekent ook het einde van de verhalende delen van de Bijbel. Nu volgt een serie brieven geschreven door sommige van de hoofdfiguren uit het Nieuwe Testament: de apostelen Paulus, Petrus en Johannes, twee broers van Jezus (Jakobus en Judas) en een onbekende schrijver. Deze brieven zijn ontzettend belangrijk, want ze leggen ons uit wat het Goede Nieuws nu precies is. We horen rechtstreeks van mensen die Jezus op aarde hebben meegemaakt, die jarenlang het Oude Testament hebben bestudeerd en die specifieke openbaringen van Jezus hebben gehad. Dit zijn de mensen die door Jezus persoonlijk zijn geroepen om te vertellen wat Gods reddingsplan voor de wereld is. Zij hebben de eerste kerken gesticht en geleid. Maar de brieven zijn wel allemaal in een bepaalde context geschreven. Het is makkelijk om ze uit hun verband te rukken en helaas gebeurt dat ook vaak. Omdat in de volgende hoofdstukken elke brief kort wordt besproken, gaan we niet op alle details diep in. We richten ons op de hoofdlijnen en het grote verhaal van God en mens. Bij elke brief geef ik je voor zover mogelijk de achtergrond, zodat we de tekst en de boodschap beter begrijpen. Romeinen (10 minuten) Na het Oude Testament zagen we eindelijk de beloofde Verlosser op het toneel verschijnen, maar… Hij ging ook weer terug naar de Hemel. Wel kwam de heilige Geest en die nam het werk over. De heilige Geest is actief in mensen en één van die mensen was Paulus. In Handelingen kwamen we Paulus tegen als de Jood die de volgelingen van Jezus gevangen probeerde te nemen en zelfs te doden als zij het goede nieuws probeerden te delen. Jezus greep Hem op een dag in zijn nekvel en ook Paulus werd een christen. Sterker nog, hij is één van de belangrijkste verspreiders van het geloof geworden. Dankzij de kerken die hij stichtte bereikte het evangelie de uithoeken van het Romeinse rijk. Paulus schreef ook veel brieven, waarvan sommige bewaard zijn gebleven. Eén van de bekendste en zeker één van de belangrijkste brieven, is de brief die hij aan de kerk in Rome richtte. Voordat we dieper op de brief ingaan, even een korte biografie van deze Paulus. Paulus is zijn Griekse naam. In het Hebreeuws heet hij Saul (of Saulus), net zoals de eerste koning van Israël. Hij werd omstreeks het jaar nul geboren en kwam uit de stad Tarsus, gelegen in het huidige Turkije. Hij was een Jood, maar ook een Romeins staatsburger. Hij moet een gedreven man zijn geweest, want hij was lid van de Farizeeën. Dat waren godsdienstige leiders die zich erg strikt aan de wetten van God hielden. Een groot deel van zijn leven woonde hij in Jeruzalem. Tot hij Jezus, na diens dood en opstanding, ontmoette op de weg naar Damascus. Hij kwam tot geloof en verbleef enkele jaren in wat nu Jordanië is. Tijdens die periode heeft hij veel openbaringen van God gekregen. Die theologische kennis heeft hij verwerkt in zijn brieven. Paulus en Rome Zoals we in Handelingen zagen, heeft Paulus minstens drie zendingsreizen gemaakt. Aan het eind van zijn derde reis ging Paulus naar Jeruzalem. Daar werd hij opgepakt door de Joden en uiteindelijk kwam hij in handen van de Romeinen. Na twee jaar in ‘voorlopige hechtenis' te hebben gezeten, deed Paulus een beroep op de keizer. Als Romeins burger had hij het recht om in Rome te worden berecht. Na een gevaarlijke reis, die zijn metgezellen en hij ternauwernood overleefden, kwam Paulus in Rome aan. Daar werd hij onder huisarrest geplaatst. In deze periode schreef hij een groot deel van zijn brieven. Niet de brief aan de Romeinen overigens. Die had hij voor zijn arrestatie al geschreven, waarschijnlijk in het jaar 56 vanuit Korinte. Uiteindelijk werd Paulus vrijgesproken en kon hij weer enige tijd buitenshuis evangeliseren. Hij kon niet lang van zijn vrijheid genieten. Paulus werd opnieuw opgepakt. Inmiddels was er een nieuwe keizer en was de vervolging toegenomen. Paulus werd in een cel gestopt en uiteindelijk onthoofd. Vermoedelijk ergens tussen 64 en 68 na Christus. In de tijd dat Paulus zijn brief aan de Romeinen schreef, bestond de kerk daar al enige tijd. Het zou zelfs kunnen dat de wortels van de Romeinse kerk helemaal teruggaan naar de dag waarop de apostelen de heilige Geest in zich kregen en ze op straat preekten tegen alle pelgrims. In het begin bestond de kerk in Rome dus vooral uit Joden, later kwamen daar ook andere nationaliteiten bij. Op een gegeven moment kwam er echter een keizer aan de macht die alle Joden verdreef uit Rome. Pas na vijf jaar mochten ze terugkomen. Al die tijd hadden de niet-Joden de kerk in Rome geleid en dus waren veel Joodse gebruiken verdwenen. Dat zorgde voor verdeeldheid, vooral tussen het Joodse en het niet-Joodse kamp. Paulus besloot Rome te bezoeken en kondigde zijn bezoek aan met deze brief. Hij hoopte twee dingen te bereiken: ten eerste dat er meer eenheid zou komen en ten tweede dat de christenen in Rome hem konden helpen een zendingsreis naar Spanje te maken. (Het is niet bekend of hij deze reis ooit heeft gemaakt.) De brief aan de Romeinen is lang en soms ingewikkeld. Zelfs de apostel Petrus geeft toe dat de brieven van Paulus af en toe moeilijk te begrijpen zijn, maar ze vertellen wel de waarheid (2 Petrus 3:16). Tegelijk is ‘Romeinen' misschien wel de beste uitleg van wat het goede nieuws precies is. Laten we maar eens naar deze brief gaan kijken. ‘Voor dit evangelie schaam ik mij niet' Direct aan het begin vat Paulus bovendien zijn hele boodschap samen, als hij zegt: Voor dit evangelie schaam ik mij niet, want het is Gods reddende kracht voor allen die geloven, voor Joden in de eerste plaats, maar ook voor andere volken. In het evangelie openbaart zich dat God enkel en alleen wie gelooft als rechtvaardige aanneemt, zoals ook geschreven staat: ‘De rechtvaardige zal leven door geloof.' - Romeinen 1:16-17 In de rest van dit Bijbelboek legt hij uit wat het evangelie inhoudt, hoe God de mensen redt die geloven, zowel de Joden als de niet-Joden, en dat wij dus alleen maar hoeven te geloven. Paulus toont aan dat de wereld van binnen verrot is door het werk van de zonde. Ons hart en ons verstand zijn niet zuiver meer. Van nature keren we ons af van God en omarmen we afgoden. We proberen ons geluk en onze betekenis te vinden in materiële dingen. We eren wat geschapen is en niet de Schepper. Als de Joden dit lezen, zouden ze naast hun schoenen kunnen gaan lopen. Zij zijn toch Gods uitverkoren volk? Maar zo werkt het niet, legt Paulus uit. Ook zij staan schuldig tegenover God, zoals blijkt uit de verhalen in het Oude Testament. Zij hebben Gods wetten en voorschriften gekregen, maar niemand kan zich daaraan houden. Het logische gevolg is dat ieder mens verloren zou moeten gaan. Gelukkig is er evangelie - goed nieuws! Paulus zegt: Gods gerechtigheid, waarvan de Wet en de Profeten al getuigen, wordt nu ook buiten de wet zichtbaar: God schenkt vrijspraak aan allen die in Jezus Christus geloven. En er is geen onderscheid. Iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God; en iedereen wordt uit genade, die niets kost, door God als een rechtvaardige aangenomen omdat hij ons door Christus Jezus heeft verlost. - Romeinen 3:21-24 God ziet je zonden niet meer De wet laat zien wat goed is in Gods ogen, maar is niet in staat om ons te bevrijden van de zonde. God moet dus iets buiten de wet om doen. Dat heeft hij gedaan door Jezus in onze plaats te straffen. Iedereen heeft gezondigd, maar als je in Jezus gelooft, ziet God jouw zonden niet meer. Er is voor jouw overtredingen betaald en dus mag je bij Gods familie horen. Paulus noemt dit proces ‘rechtvaardiging'. Je wordt ‘rechtvaardig' gemaakt. Al je zonden uit het verleden en alle zonden die je in de toekomst nog zult begaan, zijn vergeven. Het enige wat nodig is, is dat je gelooft. Met andere woorden: dat je vertrouwt op God, zoals we eigenlijk door de hele Bijbel heen hebben gezien. Paulus beschrijft dat Abraham, die de wet niet had, op Gods beloften vertrouwde en dat hij zo ‘rechtvaardig werd'. Dit leidt natuurlijk wel tot een probleem. Als onze zonden zijn vergeven, maakt het dan nog uit dat we zondigen? Sterker nog, hoe meer we zondigen, hoe meer genade God uitstort. Dus misschien is het wel beter juist meer te zondigen. Dat in geen geval, zegt Paulus. Door ons geloof verbinden we ons met de dood en opstanding van Jezus. Hij is dood voor de zonde en wij ook. Hoewel we moeten accepteren dat we altijd blijven zondigen, moeten we toch proberen dat niet te doen. Als we de heilige Geest in ons laten werken, gaan we steeds meer op Jezus lijken en Jezus was vrij van zonde. Dit proces noemen we ‘heiliging'. Het woord ‘heilig' betekent ‘apart gezet voor God' en het staat los van ‘rechtvaardiging'. Wij kunnen niets bijdragen aan onze rechtvaardiging. Jezus heeft ons verlost en als we in Hem geloven, zijn we rechtvaardig. We zijn dus gered en horen bij Gods familie. Het is niet zo dat God ons pas accepteert als we ons gedrag aanpassen, als we de zonde verslagen hebben. Wij kunnen die zonde niet verslaan, dat heeft Jezus al gedaan. Als we eenmaal zijn opgenomen in die familie, dan willen we steeds meer op Jezus gaan lijken. We doen ons best en de heilige Geest stelt ons in staat om te breken met zondig gedrag. Tegelijk zullen we nooit honderd procent volmaakt zijn en God weet dat. Niets kan ons scheiden van Zijn liefde Dit leidt wel tot strijd in ons binnenste, maakt Paulus duidelijk in hoofdstuk 7. We weten dankzij d...
Paulus spreekt op de Areopagus -en hoe! Hij kondigt de grote Godaan, Die werkelijk alles gemaakt heeft en Die alles bepaalt. Die Godmogen wij als Vader kennen!Naluisteren: deel A en deel B . https://www.da-ath.nl/?p=34093
In die dagen stond Petrus op te midden van de broeders – er was een groep van ongeveer honderdtwintig personen bijeen – en sprak: “Mannen broeders, het Schriftwoord moest in vervulling gaan, dat de heilige Geest door de mond van David tevoren gesproken heeft over Judas, die de gids is geworden van hen die Jezus […]
Paulus spreekt op de Areopagus -en hoe! Hij kondigt de grote Godaan, Die werkelijk alles gemaakt heeft en Die alles bepaalt. Die Godmogen wij als Vader kennen!Naluisteren: deel A en deel B . https://www.da-ath.nl/?p=34093
Ook in de eerste tijd viel het niet mee het evangelie te vertellen
Onmin in de Apostolische gelederen
Spreker: Ds. E. MeijerTekst: Handelingen 1:1-8Thema: De voortgang van Gods Koninkrijk na Zijn opstandingDatum: 27 april 2025Locatie: HV EderveenBron: https://kerkdienstgemist.nl/stations/1060/events/recording/174577110001060?media=audio ★ Support this podcast ★
Handelingen is het vervolg op de evangeliën en in het bijzonder op het evangelie van Lucas. Deze arts die vele ooggetuigen interviewde over Jezus schreef naast zijn evangelie ook het boek Handelingen. Net als in zijn eerste boek, richt hij zich tot Theofilus. Wie deze Theofilus was, is niet bekend. Zijn naam betekent ‘Iemand die God liefheeft'. Wellicht was hij een hooggeplaatste Romeinse ambtenaar. Maar het staat vast dat zowel Lucas als Handelingen niet alleen voor deze ene man zijn geschreven. Lucas' doelgroep was veel breder. Hij wilde iedereen bereiken met het goede nieuws. Waarschijnlijk is dit boek geschreven rond het jaar 60-62. Toen zat Paulus namelijk voor het eerst gevangen en het boek eindigt met die gevangenschap. Paulus' vrijlating, tweede gevangenschap en marteldood worden niet beschreven. Ook de moord op een andere belangrijke figuur, Petrus, komt niet voor in Handelingen en evenmin de val van Jeruzalem in het jaar 70. De acties van de heilige Geest Handelingen betekent ‘acties' of ‘daden'. In veel Bijbelvertalingen wordt dit Bijbelboek vaak ‘De Handelingen van de Apostelen' genoemd. Lucas vertelt wat de apostelen zoal doen en meemaken, maar eigenlijk gaat het niet direct over hen. Het gaat veel meer over wat de heilige Geest door hen heen doet. Dat is wat Lucas duidelijk wil maken. In een wat meer letterlijke vertaling staat er in het eerste vers: ‘Het eerste boek heb ik gemaakt, o Theofilus, over alles wat Jezus begonnen is te doen én te onderwijzen (…)'. - Handelingen 1:1 Als het evangelie van Lucas gaat over wat Jezus begon te doen, dan gaat Handelingen over wat Hij na Zijn opstanding deed. Alleen maakt Lucas direct duidelijk dat Jezus zelf werd opgenomen in de hemel en dat niet veel later Zijn Geest in Zijn volgelingen kwam wonen en hen de meest wonderlijke dingen liet doen en zeggen. Ook wordt duidelijk dat God niet alleen om het volk Israël geeft, maar dat ook mensen uit andere volken deel uit mogen maken van Zijn koninkrijk. Laten we niet op de zaken vooruit lopen. Lucas opent zijn verhaal met te zeggen dat gedurende veertig dagen na Zijn opstanding Jezus aan de leerlingen en andere volgelingen blijft verschijnen. Hij spreekt met hen over het koninkrijk van God. Nog steeds begrijpt niet iedereen dat Zijn koninkrijk niet van deze wereld is. Ze vragen Hem of Hij nu snel Israël in ere zal herstellen. ‘Getuig van Mij' ‘Dat is niet aan jullie om te weten', antwoordt Jezus. ‘Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van Mij getuigen in heel Jeruzalem, in heel Judea en Samaria tot aan de uiteinden van de aarde.' Het goede nieuws van Jezus' offer moet zich dus over de hele wereld verspreiden. Nadat Hij dit had gezegd, werd Hij opgenomen in de hemel. Dit plaatje doet denken aan een visioen dat de profeet Daniël kreeg. ‘Iemand die leek als een mens werd op de wolken naar de hemel gebracht voor Gods troon en Hij kreeg alle macht, eer en koningschap', staat in Daniël 7. De leerlingen moeten dus wachten. Terwijl ze dat doen, brengen ze veel tijd door in gebed. Ook vervangen ze Judas Iskariot, die zichzelf had opgehangen nadat hij Jezus had verraden. Zo zijn de leerlingen weer met twaalf man. Tien dagen na Jezus' hemelvaart (dus zo'n 50 dagen na Zijn opstanding) zijn de leerlingen bij elkaar als er plotseling in het huis een hevige wind opsteekt. Ook verschijnen vlammen boven hun hoofden. De heilige Geest is geland. De wind en het vuur staan symbool voor Gods aanwezigheid. In het Oude Testament zagen we die aanwezigheid in de tabernakel en de tempel, nu leeft Hij in de mens via Zijn Geest. God leefde onder Zijn volk, maar ze konden Hem niet benaderen. Alleen speciaal aangewezen priesters die een zuiveringsritueel vol verwijzingen naar de dood van Jezus hadden ondergaan, konden bij de tabernakel in de buurt komen. Maar nadat Jezus was gestorven, scheurde het dikke gordijn tussen het ‘heilige der heiligen' en de rest van de tempel. De mens kan weer bij God komen. Sterker nog, God wil zo dichtbij mogelijk zijn en ín de mens wonen. Vandaar dat Hij hier in Handelingen Zijn heilige Geest stuurt. Het begin van de kerk Die Geest geeft kracht en moed. Ogenblikkelijk gaan de leerlingen naar buiten om te preken. Jeruzalem zit vol met pelgrims die het Joodse Pinksterfeest komen vieren. Velen van hen spreken geen Aramees. Dat was de taal die destijds in Palestina werd gesproken. Toch verstaat iedereen wat ze zeggen. Dan neemt Petrus het woord. Hij vertelt over Jezus, Zijn dood en Zijn opstanding. Hij legt uit dat Jezus door God tot Messias en Heer is aangesteld. Die dag komen drieduizend mensen tot geloof. Het is het begin van de ‘Jezusbeweging', het begin van de kerk, wat wij nu het christendom noemen. Niet al deze mensen hebben zuivere Joodse wortels en dus is dit een eerste aanwijzing dat Gods koninkrijk open staat voor iedereen die in Jezus gelooft, niet alleen voor de nakomelingen van Abraham. Dit zagen we in het Oude Testament natuurlijk ook wel, als je goed leest, maar toch was het iets dat de vroege kerk moest leren. De godsdienstige leiders die Jezus hadden laten kruisigen, hadden verwacht dat ze met Zijn dood ook verlost zouden zijn van Zijn volgelingen. Plotseling blijken Jezus' leerlingen toch weer over Jezus te vertellen. (Ze worden vanaf hier ‘apostelen' genoemd. Een apostel is iemand die een boodschap overbrengt.) De apostelen beweren zelfs dat Hij weer leeft. Aangezien Zijn lichaam weg is uit het graf, kunnen ze niet bewijzen dat Hij nog dood is. Ze doen wel hun best de apostelen het zwijgen op te leggen. Petrus en de anderen zijn regelmatig in de tempel te vinden om te onderwijzen en zieken te genezen. Ook zamelen ze geld in voor de armen, iets wat eigenlijk de taak is van de Joodse leiders en de priesters die in de tempel dienen. Dat staat immers in de wet van God. De dood van Stefanus Ze arresteren Petrus en Johannes en waarschuwen hen niet meer te spreken over Jezus. Petrus antwoordt dat ze God moeten gehoorzamen. Niet veel later worden hij en de andere leerlingen opnieuw gearresteerd. Dit keer opent een engel de deur van de gevangenis en zo ontsnappen ze. De volgende dag pakken de leiders hen opnieuw op. Tijdens de hoorzitting vertellen de apostelen wie Jezus werkelijk is. Ze worden geslagen en vervolgens laat de Joodse Raad hen gaan. Steeds meer mensen gaan geloven in de opgestane Jezus en de twaalf apostelen wijzen mannen aan die de kerk kunnen leiden, zodat zij zich kunnen richten op gebed en onderwijs. Stefanus is één van die nieuwe leiders, een trouwe dienaar van God die veel wijsheid heeft ontvangen. Hij wordt opgepakt en houdt een lange speech waarin hij bijna de hele Bijbel samenvat. Hij legt de nadruk op hoe de Joodse leiders altijd Gods boodschappers hebben tegengewerkt, inclusief Jezus en de apostelen. De reactie laat zich raden: Stefanus wordt ter plekke vermoord. Terwijl hij sterft, ziet hij echter Jezus aan de rechterhand van Gods troon staan, een krachtige belofte voor iedereen die wordt gedood omwille van Jezus' naam. De andere volgelingen van Jezus worden bang, maar het gevolg is dat ze juist gaan doen wat Jezus hun in het begin had opgedragen. Ze verlaten Jeruzalem en trekken naar Judea, Samaria en andere gebieden om het goede nieuws te vertellen. Ook niet-Joden zijn welkom Vanaf nu wordt het nog duidelijker dat ook niet-Joden welkom zijn in Gods koninkrijk. Eerst zien we de apostel Filippus die naar Samaria gaat. Onderweg leidt de heilige Geest hem naar een Ethiopische ambtenaar, die tot geloof komt en zich door hem laat dopen. Daarna trekt hij verder en overal waar hij komt, leidt hij mensen tot Jezus. Dan verschuift het verhaal plotseling naar Saulus, die later Paulus wordt genoemd. Laten we hem voor het gemak vanaf nu alvast Paulus noemen. Deze Paulus is een godsdienstige leider, een gedreven man en een harde werker. Hij doet extra zijn best om de mensen die ‘De Weg' volgden (zoals de christenen zich toen noemden), te laten arresteren. Onderweg naar Damascus wordt hij plotseling verblind door een fel licht. Ook hoort hij de stem van Jezus, die aan Paulus vraagt waarom hij Hem vervolgt. Paulus krijgt zijn gezichtsvermogen pas enkele dagen later terug als een volgeling van Jezus naar hem toekomt en de handen oplegt. De apostelen zijn nog bang voor hem, maar uiteindelijk leren ze hem vertrouwen. Net als zij gaat Paulus publiekelijk vertellen dat Jezus weer leeft en ongetwijfeld dat hij Hem heeft ontmoet op de weg naar Damascus. Ondertussen maakt God middels een visioen duidelijk aan Petrus dat ze groter moeten denken en dat ze ook de heidenen, ofwel de niet-Joden, moeten vertellen over Jezus. Een Romeinse legerofficier laat Petrus komen. Hij heeft een goed hart en probeert God te dienen. In een droom heeft God hem verteld dat hij Petrus moet laten halen. Nu is het Petrus pas echt duidelijk dat God geen onderscheid maakt tussen Joden en heidenen. Terwijl hij preekt in het huis van de Romein, daalt de heilige Geest neer op de aanwezigen. Paulus en Barnabas op reis Niet iedereen begrijpt dat Jezus ook is gekomen voor de niet-Joden. Jezus' volgelingen die zijn uitgewaaierd, vertellen het goede nieuws uitsluitend aan de Joden in die landen en provincies. Behalve in de stad Antiochië, de hoofdstad van Syrië in die tijd. (Tegenwoordig ligt deze stad in Turkije.) In Antiochië krijgen ook Grieken het goede nieuws te horen en velen komen tot geloof. Hier worden Jezus' volgelingen voor het eerst ‘christenen' gen...
Het eerste boek, dat ik geschreven heb, Teófilus, ging over alles wat Jezus gedaan en geleerd heeft tot aan de dag waarop Hij zijn opdracht gaf aan de apostelen die Hij door de heilige Geest had uitgekozen, en ten hemel werd opgenomen. Na zijn sterven toonde Hij hun met vele bewijzen dat Hij in leven […]
Door Daan molenaar en Joline Zuidema Opzet gebed: * Inkeer: reflectie en vredewens * Dankgebed * Bijbellezing * Omkeer: verootmoediging, genadeverkondigingVoorbede * Rusten: psalm 4, tekst uit kerktraditie, afsluitend gebed Steeds hoor je een 'refrein', een Bijbeltekst die die dag terugkeert.
Ds. J.Burggraaf ( vanuit Pelgrimvaderskerk ) over Handelingen 16 vers 22 t/m vers 35; thema : Zing in gevangenschap.
We vervolgen onze reis door het boek Handelingen. En een reis, dat wordt het. De volgelingen van Jezus trekken de wereld in om het goede nieuws tot aan de uiteinden van de aarde te verkondigen. Die reis staat bol van politieke en religieuze confrontaties. Want hoe verhoudt het verhaal van één gekruisigde – en opgestane – God, die koning over de hele aarde is, zich tot een wereld vol goden en aardse machthebbers? In de hoofdrol van dit alles staat één persoon wiens wereld volledig op z'n kop wordt gezet… David Boogerd in gesprek met theoloog en classicus Suzan Sierksma-Agteres. Zij is universitair docent Nieuwe Testament aan de Protestantse Theologische Universiteit.
Lucas was een dokter en een metgezel van de apostel Paulus. Behalve dit evangelie schreef hij ook nog Handelingen. Hoewel in onze Bijbel Handelingen pas na Johannes komt, kun je het evangelie van Lucas en het boek Handelingen eigenlijk als één geheel zien. Het evangelie beschrijft het leven van Jezus en Handelingen hoe de volgelingen van Jezus het goede nieuws van Jezus' verlossing brachten naar vele landen. Er is vrij weinig bekend over Lucas, maar hij kwam hoogstwaarschijnlijk uit de Griekse stad Antiochië, een plaats die in het huidige Turkije ligt. Hij was zo goed als zeker geen Jood. Dat betekent dat hij de enige niet-Joodse schrijver is van een Bijbelboek. Het Bijbelboek Lucas is vermoedelijk in het jaar 60 of 61 geschreven. Als arts was Lucas gewend onderzoek te doen. Hij begint zijn verhaal dan ook met de reden waarom hij dit heeft opgeschreven. ‘Er zijn al veel verslagen over het leven van Jezus, maar ik heb nog eens met alle ooggetuigen gesproken', zegt hij. Hij heeft Petrus en Johannes gekend en hen waarschijnlijk geïnterviewd. En wie woonde er bij Johannes? Maria, de moeder van Jezus, want Johannes had aan Jezus beloofd voor haar te zorgen. Het is daarom niet gek dat Lucas het meest uitgebreide geboorteverhaal van Jezus heeft opgetekend. Maria heeft het hem verteld. De geboortes van Johannes en Jezus Hoewel Lucas primair voor een niet-Joods publiek schrijft, neemt hij toch verwijzingen op naar het Oude Testament. Op die manier laat hij zien dat wat er is gebeurd, past in het totale verhaal van God en mens. Lucas' verslag opent met de geboortes van Johannes de Doper en Jezus. Daarna volgt een stuk over Jezus' bediening in Galilea. Dat eindigt abrupt als Jezus aankondigt dat Hij naar Jeruzalem gaat. Vervolgens wordt de laatste week van Jezus beschreven. Het eindigt met Zijn kruisiging en opstanding. In eerste scène van Lucas zien we de oude priester Zacharias aan het werk in de tempel. Net als Abraham en Sarah zo'n tweeduizend jaar geleden, konden hij en zijn vrouw Elizabeth geen kinderen krijgen. Als een engel aan hem verschijnt en aankondigt dat ze alsnog een zoon zullen krijgen die ze Johannes moeten noemen, kan Zacharias dit niet geloven. Als straf voor zijn ongeloof kan hij negen maanden lang niet spreken. Als Elizabeth zes maanden zwanger is, gaat de engel Gabriël opnieuw op pad. Hij zoekt Maria op, een meisje dat waarschijnlijk een jaar of 15 oud was. Ze was verloofd met Jozef, een timmerman uit Nazareth. Omdat ze nog niet zijn getrouwd, hebben ze ook het bed nog niet gedeeld. Toch vertelt de engel haar dat ze zwanger zal worden van de Allerhoogste. Maria gelooft de engel en vraagt: ‘Hoe zal dit gebeuren?' ‘Door de heilige Geest', antwoordt de engel. De maagd wordt zwanger, zoals voorspeld in Jesaja. De nieuwe Elia en de Messiaanse Koning De engel vertelt Maria ook dat haar tante Elizabeth inmiddels in verwachting is. Ze gaat naar haar toe. Als Maria binnenkomt, beweegt Johannes in de buik van zijn moeder en Elizabeth weet ogenblikkelijk dat ook Maria een belangrijk kind draagt. Geïnspireerd door de heilige Geest zegt Maria een gedicht op. Later, als Elizabeth haar kind baart en haar man weer kan praten, spreekt ook Zacharias profetische woorden. Beide gedichten zitten vol verwijzingen naar het Oude Testament. Ze beschrijven de rollen die de twee jongens spelen in het reddingsplan van God. Johannes is de aangekondigde ‘nieuwe Elia'. Hij moet de weg vrij maken voor het Kind van Maria. Deze Jezus is de Messiaanse Koning die is aangekondigd. In Hem worden alle beloften, die onder meer aan Abraham en David zijn gedaan, vervuld. Maar de geboorte van Jezus is nog niet zo makkelijk. Tegen het einde van haar zwangerschap moeten Jozef en Maria zich laten registreren in Bethlehem. Vanwege de afgekondigde volkstelling moesten alle inwoners naar de stad waar hun familie oorspronkelijk vandaan kwam. Zowel Maria als Jozef zijn nakomelingen van David en moeten naar Bethlehem. Het stadje puilt uit van de reizigers en er is geen plek meer in de herberg, zelfs niet voor een zwangere vrouw. Een Baby in een voederbak Gingen Jozef en Maria naar een stal? Om eerlijk te zijn: de Bijbel vermeldt het niet. Het zou ook kunnen dat ze bij familie op bezoek gingen, of dat andere inwoners hun huis voor hen openstelde, of dat ze in een schuurtje mochten verblijven. Er is in ieder geval geen wieg voor handen en daarom wordt de pasgeboren Jezus in een kribbe gelegd. Een voederbak dus. De Zoon van God komt dus ter wereld in een klein stadje in een achtergesteld landje in het grote Romeinse rijk. Zijn ouders zijn arm en zijn eerste bedje is een voederbak voor vee. Het contrast kan bijna niet groter zijn. In de hemel was Jezus een machtige Koning. Nu heeft Hij al het koninklijke afgelegd: Zijn status, Zijn rijkdom en Zijn heerlijkheid. Zie je dat God het onmogelijke doet? Adam en Eva aten van de boom met kennis van goed en kwaad. Zij hoopten zo aan God gelijk te worden. Dat gebeurde niet. Ze mochten niet langer in het paradijs wonen en zouden uiteindelijk sterven. Maar hier, aan het begin van Lucas, wordt God gelijk aan een mens om zo de wereld te redden. Zelfs Jezus' ouders Jozef en Maria kunnen dat niet bevatten. Als ze niet veel later naar Jeruzalem gaan om Jezus in de tempel op te dragen aan God, ontmoeten ze twee oude profeten. Een man, Simeon genaamd, en een vrouw, Hanna. Zij herkennen Jezus als de beloofde Messias. Simeon voorspelt dat Jezus een licht voor velen zal zijn, zowel binnen als buiten Israël. De 12-jarige Jezus Na deze scène spoelt Lucas vooruit. Eigenlijk weten we niets over de jeugd van Jezus. Lucas neemt echter één anekdote op die Maria hem verteld moet hebben. Deze gebeurtenis laat zien dat Jezus ook als kind bijzonder moet zijn geweest. Als 12-jarige gaat hij namelijk met zijn ouders naar Jeruzalem voor één van de traditionele feesten. Maar als Zijn ouders naar huis gaan, blijft Jezus achter. Jozef en Maria hebben dat in eerste instantie niet door, want reizen deden ze in een groot gezelschap. Maar als ze ontdekken dat Hij weg is, haasten ze zich terug naar Jeruzalem. Ze vinden Jezus uiteindelijk in de tempel, waar Hij de godsdienstleraren veel vragen stelde. Ook toen bleek Zijn wijsheid al. Opnieuw maakt Lucas een sprong in zijn verhaal, nu naar het begin van Jezus' bediening. Johannes de Doper blijkt al veel bekendheid te hebben en vele Israëlieten vragen God om vergeving en laten zich dopen. Dit is een noodzakelijke stap om het Koninkrijk van God binnen te gaan en zo bereidt Johannes dus de weg van Jezus voor. Jezus gaat ook naar de rivier de Jordaan en hoewel Hij zonder zonde is, laat ook Hij zich dopen. Lucas vertelt niet waarom, maar in Matteüs zagen we dat Jezus gehoorzaam wil zijn aan Zijn Vader. Direct na Zijn doop bevestigt God wie Jezus is. De heilige Geest daalt op Hem neer in de vorm van een duif en Gods stem klinkt: ‘Jij bent Mijn geliefde Zoon. In Jou vind Ik vreugde'. Jezus' stamboom Vervolgens beschrijft Lucas de stamboom van Jezus' vader. Deze loopt via David en Abraham en vele andere interessante figuren uit de Bijbel uiteindelijk naar Adam. Voor de mensen die het Oude Testament kennen, is het duidelijk wat Lucas probeert te zeggen: dit is de Messias die was aangekondigd. Alle verhalen die je tot nu toe hebt gehoord, leiden naar deze ene Persoon. Hij is de Koning die werd beloofd aan David, Hij is het Lam dat ervoor zorgde dat Abraham Isaak niet hoefde te offeren. Doordat Lucas de lijn nog verder doortrekt helemaal naar de eerste mens toe, laat Hij zien dat Jezus niet alleen voor de nakomelingen van Abraham is gekomen, maar voor de hele mensheid. Lucas gaat verder met Jezus' veertig dagen in de woestijn en de pogingen van de duivel om Hem te verleiden. Die mislukken jammerlijk en Jezus trekt langs dorpen en steden om te preken in synagogen (zeg maar: de Joodse kerk). Overal wordt Hij geprezen. Overal, behalve in de woonplaats van Zijn ouders. Ook hier staat Hij op om te vertellen dat de woorden van Jesaja in vervulling gaan: ‘De Geest van de Heer rust op Mij, want Hij heeft Mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft Hij Mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven, om een genadejaar van de Heer uit te roepen.' - Lucas 4:18-19
Aan de slag!Waar sta jij in intimiteit, identiteit en autoriteit vanuit God? Waarin zou je willen groeien, en wat heb je daarvoor nodig?Lees ook eens 1 Korintiërs 14:1 en 3 en Handelingen 2:17-18. In hoeverre ben jij vertrouwd met het verstaan van Gods stem en profeteren over anderen?Deze overdenking is geschreven door schrijfster Marijke Gootjes-Verhoeve.
Het christendom is met miljarden gelovigen de grootste religie ter wereld, maar hoe is het ooit begonnen? En hoe verspreidde het zich? Het Bijbelboek Handelingen neemt ons mee naar deze bijzondere begindagen van de eerste christenen. Het is een boek vol wonderen en groei, maar ook van interne strubbelingen en vervolging. Een uniek boek, dat soms leest als een spannende roman of een kleurrijk reisverslag. David Boogerd in gesprek met theoloog en classicus Suzan Sierksma-Agteres. Zij is universitair docent Nieuwe Testament aan de Protestantse Theologische Universiteit.
Paulus trekt vanuit Thessalonika, waarhij verjaagd werd, naar Berea waar de Joden in de sjoel bereidheid toondenom wat hij sprak na te zoeken in Tenach.Zij beoordeelden dagelijks aan de hand van de Schriften wat hij zei. Heel wat luisteraars geloofden. De Joden uitThessalonika kwamen naar Berea omook daar de apostel te hinderen en weer ging hij verder naar Athene. Naluisteren: deel A en deel B . https://www.da-ath.nl/?p=33786
Paulus trekt vanuit Thessalonika, waarhij verjaagd werd, naar Berea waar de Joden in de sjoel bereidheid toondenom wat hij sprak na te zoeken in Tenach.Zij beoordeelden dagelijks aan de hand van de Schriften wat hij zei. Heel wat luisteraars geloofden. De Joden uitThessalonika kwamen naar Berea omook daar de apostel te hinderen en weer ging hij verder naar Athene. Naluisteren: deel A en deel B . https://www.da-ath.nl/?p=33786