POPULARITY
Titus (2 minuten) Evenals Timoteüs was Titus een trouwe medewerker van Paulus. Hij reisde mee met de apostel tijdens zijn tweede en derde zendingsreis en voerde regelmatig opdrachten voor hem uit. Eén van die opdrachten was het leiden van de kerk op het Griekse Kreta. Dit eiland ligt in de Middellandse zee en was vanwege al het scheepverkeer een zeer strategische plek voor het verspreiden van het evangelie. Als mensen hier tot geloof kwamen en later verder trokken of terugkeerden naar hun eigen land namen ze het goede nieuws met zich mee. Kreta was ook een uitdagende plek om te werken. Geweld en seksuele losbandigheid waren aan de orde van de dag. Inwoners van Kreta stonden bekend om hun leugenachtige gedrag en hun hebzucht. Veel mannen waren huursoldaten. Corrupte mensen met negatieve invloed Titus moet het zwaar hebben gehad. Waarschijnlijk stuurde hij Paulus een verslag van hoe het ging. Paulus was net vrijgesproken in Rome en had zijn werk als zendeling weer hervat. Hij bevond zich waarschijnlijk in Korinte of Nicopolis en schreef zijn brief aan Titus ergens tussen de jaren 62 en 64. Het doel was om zijn assistent moed in te spreken en oplossingen aan te reiken. We weten niet precies wat er aan de hand was, maar het lijkt erop dat een corrupte groep mensen een negatieve invloed had op de kerk. ‘Vervang deze leiders door mensen met een onberispelijk gedrag', geeft Paulus mee aan Titus. Paulus zoekt hier geen mensen met een brandschoon verleden. Alleen Jezus is altijd zonder zonde geweest. Maar hij wil alleen leiders hebben wiens levens radicaal zijn veranderd door het evangelie. Het leiden van Gods gemeente is als het runnen van een huishouden. Wie trouw is aan zijn vrouw, zijn kinderen opvoedt in het geloof, niet teveel drinkt, niet gewelddadig en niet hebzuchtig is, die is geschikt om een kerkleider te zijn. Hieruit blijkt namelijk zijn toewijding voor Jezus. Veel van deze foute leiders blijken Joodse gelovigen te zijn. Zij dringen er bij de niet-Joden op aan dat ze zich laten besnijden en ook de andere wetten uit het Oude Testament volgen. ‘Alleen dan kun je bij Jezus horen', zeggen ze. Titus moet hen de mond snoeren. Ook omdat ze vooral op winst uit zijn. Leef met de liefde als fundament Titus krijgt de instructie om de christenen te onderwijzen welke levensstijl gepast is. Leef sober en integer met de liefde als fundament. Doe het kwade niet, maar doe het goede. Richt je op God, niet op wereldlijke verlangens. Dat is waar het op neerkomt. De beloning komt: op een dag komt Jezus terug, de Messias die ons heeft vrijgekocht door Zijn eigen leven te geven. Waarom deze focus op hoe we moeten leven? In Paulus' brieven maar ook in alle andere Bijbelboeken zien we dat God wil dat wij anders zijn. In Gods koninkrijk zijn de waarden en normen anders dan in de wereld. De christenen op Kreta moeten door hun levensstijl laten zien wie Christus is. De vrede, rust en zekerheid die zij ervaren, moet de niet-gelovigen jaloers maken. In Paulus' woorden: ‘Gods genade is openbaar geworden tot redding van alle mensen. Ze leert ons dat we goddeloze en wereldse begeerten moeten afwijzen en bezonnen, rechtvaardig en vroom in deze wereld moeten leven, in afwachting van het geluk waarop wij hopen: de verschijning van de majesteit van de grote God en van onze redder Jezus Christus.' - Titus 2:11-13 Filemon (2 minuten) Filemon was een rijke man uit de stad Kolosse. Hij had een grote huis waar de christenen regelmatig samenkwamen voor Bijbelstudie en gebed. Hij is waarschijnlijk tot geloof gekomen in de tijd dat Paulus in Efeze werkte en raakte bevriend met de apostel. Als rijke man bezat Filemon ook slaven. Dat is op het eerste gezicht best gek. Hoe kan een christen een ander mens onderdrukken? Dat mag natuurlijk niet. Laten we daarom naar de context kijken. In het Romeinse rijk bestond ongeveer 1/3 van de bevolking uit slaven. Zij waren handelswaar. Je kon ze bezitten en verkopen. Een slaaf kon zichzelf ook vrij kopen. Vanaf het jaar 20 na Christus hadden slaven in het Romeinse rijk bovendien recht op een rechtszaak als hun onrecht werd aangedaan. Sommige slaven hadden een goede meester en raakten er zelfs mee bevriend, terwijl anderen om het minste of geringste werden mishandeld. Waar draait het christendom om? Waarom veroordeelt de Bijbel slavernij niet? Stel dat Jezus en later Petrus, Paulus en de anderen hier een belangrijk punt van zouden hebben gemaakt, dan waren er slavenopstanden gekomen die de Romeinen bloedig zouden neerslaan. Het christendom zou dan draaien om sociale kwesties als vrijheid, gelijkheid en aards geluk. Die kwesties zijn belangrijk, maar niet het belangrijkste. Zoals we hebben gezien gaat het in het koninkrijk van God in de kern om het herstel van onze relatie met God. Deze relatie werd gebroken in de Hof van Eden door Adam en Eva. Jezus heeft dit weer gerepareerd en dat moet de wereld weten. De Bijbel laat zien dat één van de manieren om het evangelie te verspreiden, is door anders met je slaven om te gaan. Zij mogen niet worden onderdrukt, maar moeten als gelijken worden behandeld. Belangrijker nog: als broeders en zusters in Christus. Op hun beurt mogen slaven niet opeens neerkijken op hun ‘eigenaren'. Integendeel. Zij moeten hen met nog meer passie dienen, omdat ze dezelfde meester hebben: Jezus Christus. Die gelijkheid in Christus tussen meester en slaaf, is waar Paulus' brief aan Filemon over gaat. Filemon had namelijk een slaaf die was weggelopen. Deze slaaf heet Onesimus. Zijn naam betekent ‘Nuttig' en die naam kwam veel voor onder slaven. Waarschijnlijk heeft Onesimus iets van Filemon gestolen en is hij toen gevlucht naar Rome. Daar woonde een groot aantal slaven zonder eigenaar. Op de één of andere manier is hij met Paulus in contact gekomen. In zijn brief noemt Paulus hem ‘mijn kind'. Hij heeft hem dus tot geloof in Jezus geleid. Paulus bevindt zich op het moment van schrijven onder huisarrest en Onesimus was erg nuttig voor hem. Toch wist Paulus dat Filemon en Onesimus hun conflict moesten bijleggen. Hoe kunnen twee christenen zo in onmin met elkaar leven? Daarom stuurt Paulus Onesimus terug naar Kolosse, samen met Tychikus, die ook de brief aan de Kolossenzen meeneemt. In zijn brief aan Filemon doet Paulus een klemmend beroep op Filemon om Onesimus niet te straffen, maar hem terug aan te nemen. Niet als een slaaf, maar als een broeder. Paulus zegt: ‘Voor mij is hij dat al, hoeveel te meer moet hij het dus voor u zijn, zowel in het dagelijks leven als in het geloof in de Heer. Dus, als u met mij verbonden bent, ontvang hem dan zoals u mij zou ontvangen. En mocht hij u hebben benadeeld of u iets schuldig zijn, breng het mij dan in rekening. Ik, Paulus, schrijf hier eigenhandig neer dat ik u zal betalen. Ik ga er dan maar aan voorbij dat u mij uw eigen leven schuldig bent.' - Filemon 1:16-19 Paulus laat hier zien wat het betekent om een volgeling van Jezus te zijn. Hij weet dat Filemon bij hem in het krijt staat, maar hij scheldt die schuld kwijt. En als Filemon vindt dat Onesimus hem nog iets schuldig is, dan wil Paulus dit wel betalen. Paulus heeft alles over voor het evangelie en hoop dat dit ook geldt voor zijn geestelijke kinderen, Filemon en Onesimus.
Ze maakte een documentaire over de zoektocht naar haar geloof, naar haar Joodse wortels. Ze ontdekte: we lijken meer op elkaar dan we denken. We spreken over de menselijke neiging om alles plat te slaan, in hokjes te duwen. Zodat we het kunnen framen, overzien, maar 'de werkelijkheid is rafeliger dan we zouden willen.'
Veel christenen geloven dat met de oprichting van de staat Israël in 1948 tal van profetieën werden vervuld. Maar is dat ook zo? Wat zegt de Bijbel écht over de terugkeer van het Joodse volk naar Israël? Hierover lees je meer in het boek Israëls terugkeer & herstel van Christian Stier. In deze podcast een gesprek met de auteur over o.a.: - hoe lees je de profetieën? - wat is de rode draad in Gods plan met Israël.- hoe denken Joden over de terugkeer en het herstel van Israël?- moeten alle Joden ín Israël zijn voordat de Messias terugkomt?- wie zijn de 'jagers en vissers'? Hitler, Poetin? Lees hier ook het interview met Christian Stier.Het boek Israëls terugkeer & herstel is te koop via onze webshop , Gideon Boeken en de boekhandel. Support the showEen Bijbel in elk Joods huis
NIW-podcast #107 met Joop en Esther over de demonstraties tegen Netanyahu die in Israël weer groter worden, wat zijn de eisen voor een staakt het vuren? Esther reageert op eenzijdige artikelen in de Nederlandse pers, op de NIW-website verschijnen gratis voor iedereen veel geschiedkundige artikelen, Joodse ouders halen hun kinderen van openbare scholen af: intimidatie alom.
Schrijver Femmetje de Wind maakt zich zorgen over de houding in Nederland tegenover de Joodse gemeenschap. Fidan Ekiz gaat met haar in gesprek. Sven op 1 is een programma van Omroep WNL. Meer van WNL vind je op onze website en sociale media: ► Website: https://www.wnl.tv ► Facebook: https://www.facebook.com/omroepwnl ► Instagram: https://www.instagram.com/omroepwnl ► Twitter: https://www.twitter.com/wnlvandaag ► Steun WNL, word lid: https://www.steunwnl.tv ► Gratis Nieuwsbrief: https://www.wnl.tv/nieuwsbrief
Send us a textMiga 7:8 “Moet jou nie oor my verlekker nie, my vyand, al het ek tot 'n val gekom, ek sal weer opstaan, al sit ek in die donker, die Here is my lig. Onthou jy hoe jy as kind bang was vir die donker? Ja, en wanneer die duisternis oor jou lewe toesak, wil daardie emosie van vrees, wat jy destyds gevoel het, jou totaal ontsenu. Maar ek weet diep in my hart dat God jou wil gerusstel in hierdie donker tyd waardeur jy gaan.Irena Sendler was 'n Poolse maatskaplike werkster wat ongeveer twee en 'n half duisend Joodse kinders tydens die Holocaust gered het. Sy het hulle uit die Warskou-ghetto gesmokkel deur hulle in ambulanse, sakke, selfs kiste weg te steek.Sy het haar noukeurige rekords van die kinders se ware identiteit in glasbottels weggesteek en dit in 'n tuin begrawe in die hoop dat hulle eendag met hul gesinne herenig kan word.Sendler is uiteindelik gevang en wreed deur die Nazi's gemartel, deur beide haar bene en voete te breek. Maar sy het nooit enige inligting oor die kinders of haar kamerade bekend gemaak nie. Dit was voorwaar ‘n baie donker tyd in die geskiedenis!Byna drieduisend jaar tevore, gedurende nóg 'n verskriklike tyd in Israel se geskiedenis, het die profeet Miga hierdie woorde geskryf:Miga 7:8 “Moet jou nie oor my verlekker nie, my vyand, al het ek tot 'n val gekom, ek sal weer opstaan, al sit ek in die donker, die Here is my lig.Ons het geen idee wanneer die volgende donkerte oor ons lewenspad sal toesak nie. Miskien is jy dalk nou in die middel van een? Maar ek weet dit: dat die God wat triljoene sterre geskep het, sal daar wees as jou Lig in daardie donker plek. Vertrou Hom! Plaas al jou vertroue in Hom!Jy mag dalk nou in die duisternis sit, maar die Here sal vir jou 'n lig wees.Dis Sy Woord. Vars … vir jou … vandag. Support the showEnjoying The Content?For the price of a cup of coffee each month, you can enable Christianityworks to reach 10,000+ people with a message about the love of Jesus!DONATE R50 MONTHLY
Wat maakt deze buurten zo bijzonder? Wanneer kwamen ze tot stand? En wat is er nog te zien van de vooroorlogse Joodse geschiedenis van dit deel van de stad? Julia van der Krieke krijgt antwoorden van Bart Wallet, hoogleraar Joodse studies; Paul Verberne, voormalig uitbater van café Eik en Linde; en cabaretier Micha Wertheim, in het Wertheimpark, vernoemd naar zijn betovergrootvader.De Joodse stad is een project van het Joods Cultureel Kwartier, de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam en de gemeente Amsterdam. Productie: Julia van der Krieke en Caspar Stalenhoef. Muziek: Akim Moiseenkov.
Joop en Nausicaa spreken over een Palestijnse Sjeiks die vrede met Israël; het staakt-het-vuren dat Netanyahu met Trump gaat bespreken; de hetze tegen Yesilgöz nadat ze uitlegde dat Douwe Bob antisemitisme in de hand werkt; Glastonbury krijgt een staartje in NL: artiest Vylan die Death to the IDF treed mogelijk niet op in Paradiso. Is cancelen hier terecht?; en Joodse studenten die uit Amsterdam weggepest worden.
Alweer de laatste aflevering van de politieke podcast Afhameren voor het zomerreces! En het was - wederom - een chaotische politieke week. Politiek commentator Wouter de Winther en Pim Sedee bespreken het allemaal. Hoe kon die strafbaarstelling illegaliteit er ineens doorheen komen, waarom is de positie van het CDA kwetsbaar, en wat zegt het over de politiek van nu? Het komt aan bod. Net als de onrust over Douwe Bob, die weigerde op te treden bij een voetbalclub voor Joodse kinderen. Dilan Yeşilgöz veroordeelde dat scherp op social media, en kwam daar met een lang filmpje weer op terug. Hoe staat de partijleider van de VVD ervoor? Ook blikken De Winther en Sedee terug op de meest opvallende momenten van de afgelopen periode in Den Haag.See omnystudio.com/listener for privacy information.
Israël zal overleven, de vraag is of Europa zal standhouden, concluderen Raouf Leeraar en Wierd Duk in een nieuwe aflevering van de podcast Het Land van Wierd Duk. Leeraar, Joods, lobbyist en ex-IDF, en Duk verwijzen naar de radicale anti-Joodse, anti-westerse en anti-kapitalistische krachten die zich uitgebreid roeren in onze westerse samenlevingen. ,,Met Trump hebben de VS een dam opgeworpen tegen die extremisten, maar in Europa lijken ze vrij spel te krijgen.” Duk wijst op de gijzeling van de Nederlandse sociaal-democratie door radicalen van GL: ,,Met zo'n partij moet niemand willen regeren.”See omnystudio.com/listener for privacy information.
Voor de herbouw van de tempel staat alles klaar, dus ook de menora. Wie in Jeruzalem vanaf de Klaagmuur naar de Joodse wijk loopt, kan de 7-armige kandelaar zien staan. In deze podcast kijken we naar wat God zegt over de menora en hoe ze wijst op de Heere Jezus. Meer weten over Israël en de Bijbel? Klik hier.Blijf op de hoogteVia Facebook, Instagram Via IB Magazine of de gratis nieuwsbriefBid mee via Telegram of WhatsAppSupport the showEen Bijbel in elk Joods huis
Kolossenzen (5 minuten) Terwijl Paulus nog steeds gevangen zat in Rome, schreef hij ook de brief aan de christenen in Kolosse, een stadje in het huidige Turkije. De kerk hier was gesticht door een man genaamd Epafras. Epafras was waarschijnlijk in Efeze tot geloof gekomen in de tijd dat Paulus daar werkte. Bij terugkeer in Kolosse is hij zelf gaan evangeliseren en zo ontstond een nieuwe gemeente. De kerk in Kolosse werd gevormd door zowel Joden als niet-Joden. Dat zorgde ervoor dat op verschillende manieren foute ideeën vat kregen op de volgelingen van Jezus. De Joden waren tamelijk ‘wettisch'. Dat betekent dat zij vonden dat Joden én niet-Joden zich aan de wetten van God moesten houden, zoals bijvoorbeeld de besnijdenis van mannen, de voedselvoorschriften en het aanhouden van de sabbat als rustdag. De ‘heidenen' (de niet-Joden dus) namen juist hun culturele gewoonten, zoals zelfvernedering en engelenverering, mee de kerk in. ‘Vergroot jullie toewijding aan Christus' Epafras was hier nogal ongerust over en besloot de lange reis naar Rome te maken om Paulus op te zoeken tijdens zijn huisarrest. Hij kreeg van Paulus deze brief mee naar Kolosse met het verzoek de brief voor te lezen in de gemeente. Daarna moest de brief worden doorgestuurd naar de naburige plaats Laodicea om ook daar te worden voorgedragen aan de lokale christenen. Het doel van de brief aan de Kolossenzen was om de gelovigen te bemoedigen, om ze aan te sporen niet langer hun houvast te vinden in wetten én om hun toewijding aan Christus te vergroten. Paulus begint met een gebed waarin hij God bedankt voor de trouw van de Kolossenzen, hun liefde voor God en hun liefde voor de mensen om hen heen. Dan vraagt hij God of Hij hen wil laten groeien in hun kennis van God, zodat ze een leven zullen leiden dat past bij de Heer. Gedicht over Jezus Vervolgens gaat hij verder met een prachtig gedicht over Jezus, de Zoon van God, de door God gezonden Messias. Paulus noemt Hem de ‘Eerstgeborene'. Daarmee bedoelt hij niet dat Jezus een geschapen wezen is. De titel eerstgeborene betekent hier dat Hij Gods erfgenaam is en dat Hij het koningschap over het hele universum heeft gekregen. Jezus is ook het hoofd van de kerk. Van alle gelovigen dus. Hij heeft vrede gebracht op aarde door de relatie tussen God en mens te herstellen. Dit gedicht is de kern van Paulus' boodschap en het verandert alles, laat hij zien. Paulus heeft bijvoorbeeld zijn eigen leven helemaal in dienst van het evangelie gesteld. Daarom verdraagt hij zijn gevangenschap zo goed. Hij zegt zelfs, ‘Ik ben blij dat ik nu voor u lijd en dat ik in mijn lichaam mag aanvullen wat er nog aan Christus' lijden ontbreekt, ten behoeve van Zijn lichaam, de kerk.' -Kolossenzen 1:24 Dit is eigenlijk een hele gekke gedachte. Hoe kan Paulus nu in zijn lichaam aanvullen wat er aan Christus' lijden ontbrak? Jezus heeft toch de straf voor de zonde volledig gedragen en de overwinning over de dood volledig behaald? Dat klopt ook. Maar slechts een klein deel van de mensen weet dat. Het enige wat nog mist aan het offer dat Jezus heeft gebracht, is dat niet iedereen ervan weet. Door nu te lijden omwille van Christus, vult Paulus dus aan. Als mensen om hem heen zien hoe hij lijdt, vragen ze zich misschien af hoe het kan dat hij dit met zoveel vreugde en vertrouwen doet. Het antwoord brengt hen hopelijk dichter bij God, want Paulus doet dit uiteraard voor Jezus. Aardse cultuur loslaten Als we werkelijk van Jezus afhankelijk zijn, als we Hem werkelijk kennen en voor Hem leven, dan moeten we onze aardse cultuur loslaten, zeker als die ons weghoudt van Jezus. Neem de Joodse wetten en voorschriften. Die kunnen ons alleen maar veroordelen, maar Jezus heeft die documenten als het ware vernietigd door voor ons aan het kruis te sterven. Daarom mag niemand je iets voorschrijven op het gebied van eten en drinken, het vieren van feestdagen, de sabbat, de besnijdenis enzovoort. Ook mag je je niet laten beïnvloeden door mensen die buiten de Bijbel om je allerlei dingen opleggen. In de tijd van de Kolossenzen waren dat bijvoorbeeld mensen die zichzelf martelden. die engelen aanbaden, die zich verdiepten in allerlei visioenen of simpelweg met hun eigen bedenksels aan de haal gingen. Dat heeft totaal geen waarde. Jezus heeft dit alles overwonnen. Ons geloof verbindt ons met Zijn dood en opstanding. Als dat ook voor jou het geval is, richt je dan op het hemelse, niet op het aardse. Dat betekent niet dat we nu opeens heel zweverig moeten gaan doen, maar wel dat we moeten proberen steeds meer op Jezus te gaan lijken. Stop met ontucht, met zedeloosheid, foute hartstocht, lage begeerten en hebzucht. Geef alles wat slecht is op. Stoppen met zondigen leidt niet tot redding Het kan lijken alsof Paulus hier nu weer nieuwe wetten en voorschriften geeft. Daarom is het belangrijk nog maar eens te herhalen wat hij werkelijk bedoelt. Stoppen met zondigen leidt niet tot je redding. Het is andersom. Je bent gered door je geloof in Christus en vanuit dat fundament wil je en kun je stoppen met zondigen, wetende dat je tijdens je periode op aarde nooit volmaakt kunt worden. Je kunt er wel naar streven, zegt Paulus. Dat is de uitdaging die hij hier communiceert. Hoe komt dat tot uiting? Bijvoorbeeld in het huishouden. In Kolosse en de rest van het Romeinse keizerrijk was de man de baas van het huishouden. Zijn vrouw, zijn kinderen en zijn slaven stonden allemaal in dienst van hem. In Gods koninkrijk werkt alles anders Zo mag het onder de christenen niet zijn. Hier is Jezus Christus ‘Heer'. Dat betekent dat de vrouw het gezag van haar man moet erkennen, maar de man moet zijn vrouw liefhebben en vooral niet bitter zijn. Als hij haar liefheeft zoals Christus ons liefheeft, betekent dat dat hij opofferingsgezind moet zijn. Een liefhebbende echtgenoot, geen dictator. Kinderen moeten hun ouders gehoorzaam zijn, maar vaders mogen niet op hen vitten. En de slaven? Zij mogen hun meester dienen met vreugde, want in werkelijkheid dienen ze Jezus. De man van het gezin moet zijn slaven goed behandelen. Ze zijn niet zijn eigendom. Integendeel, de slaven zijn een broeder in Christus. Want ook de man dient Jezus, net zoals de slaaf dat doet. Hier zien we dus wat we de hele Bijbel door al zien. In het koninkrijk van God werkt alles net even anders. Die waarheid moet worden verteld en daarom roept Paulus tot slot de Kolossenzen op om voor hem te bidden dat hij de juiste woorden mag vinden om het evangelie door te geven en dat deuren open zullen gaan. Tot zover de bemoedigende en uitdagende Kolossenzen-brief. In een volgende aflevering bespreken we Paulus' brieven aan de christenen in Tessalonica.
Filippenzen (5 minuten) Paulus' brief aan de Filippenzen is voor veel christenen één van de favoriete Bijbelboeken. Het is een prachtige, praktische brief vol bemoedigingen en aansporingen. Paulus hield van alle christenen, maar de Filippenzen lijken een speciaal plekje te hebben in zijn hart. Zij waren de enige kerkelijke gemeente die hem blijvend ondersteunden en ook gaven ze altijd geld aan de christenen in Jeruzalem. Het ontstaan van de kerk in de Griekse stad Filippi wordt beschreven in Handelingen. Er was geen synagoge, omdat er te weinig Joodse mannen waren in Filippi. (Het minimumaantal voor een eredienst was tien.) Wel kwam een trouw groepje bij elkaar voor gebed bij de rivier. De rijke zakenvrouw Lydia organiseerde dat. Paulus zocht hen op, vertelde hen over Jezus en ze kwamen tot geloof. Daarna kwam een lokale vrouw met een waarzeggende geest tot geloof. Ze viel Paulus herhaaldelijk lastig en hij joeg de demon uit haar. Ze bekeerde zich tot Jezus, tot woede van de mannen voor wie de vrouw werkte. Zij waren een bron van inkomsten kwijt en lieten Paulus en Silas opsluiten. ‘s Nachts zongen de twee christenen in de cel. Plotseling kwam er een aardbeving en de deuren gingen open. De gevangenen konden vluchten. Paulus en Silas deden dat niet, omdat de bewaker anders zou worden gedood. Ook de bewaker kwam tot geloof. Lydia's groepje, een slavin bezeten door een geest en een wrede soldaat waren de eerste leden van de kerk in Filippi. Huisarrest in Rome Nadat Paulus deze gemeente in Griekenland had opgezet - de eerste in Europa - trok hij verder, maar hij kwam nog verschillende malen terug. Hij schreef zijn brief aan de christenen in Filippi tussen 60 en 62, terwijl hij in huisarrest zat in Rome. Hij gaf de brief mee aan een man die Epafroditus heet. Deze man was door de Filippenzen gestuurd om Paulus bij te staan tijdens zijn gevangenschap. Hij was echter flink ziek geworden en zelfs bijna gestorven. Daarom stuurde Paulus hem met een aanbeveling terug naar Filippi. Paulus begint zijn brief met een gebed waarin hij zijn dankbaarheid uit voor de trouw van de gelovigen in Filippenzen en alles wat ze voor hem hebben gedaan. Hij ziet dat God in hen een werk is begonnen en dat hij dit werk ook zal voltooien. In veel kerken wordt dit Bijbelvers gebruikt als opening van de kerkdienst. Leven is Christus, sterven winst Paulus weet dat de Filippenzen zich ongetwijfeld zorgen om hem maken, omdat hij gevangen zit. Hij wil deze zorgen bij hen wegnemen door erop te wijzen dat het evangelie nog steeds wordt verspreid, zelfs in Rome. Paulus gevangenschap draagt hij hier zelfs aan bij. Bovendien zegt hij: ‘voor mij is leven Christus en sterven winst'. Hij bedoelt daarmee dat we hier op aarde Jezus dienen en dat is goed. Voor Jezus aan het werk zijn is mooi, maar kan ook zwaar zijn. Daarom is sterven winst, want dan ben je altijd bij Jezus. Toch is Paulus ervan overtuigd dat zijn werk nog niet klaar is. Daarom verwacht hij dat hij aan het eind van zijn gevangenschap niet zal worden geëxecuteerd, maar dat hij wordt vrij gelaten. (Dat kwam later ook uit. Pas na Paulus' volgende gevangenschap enkele jaren later, werd hij onthoofd.) De Filippenzen moeten een zelfde houding hebben, want het is de houding van Christus. Hier in hoofdstuk 2 vinden we het hart van Paulus' boodschap. Hij zegt: ‘Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had. Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. En als mens verschenen, heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis. Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden: “Jezus Christus is Heer,” tot eer van God, de Vader.' - Filippenzen 2:5-11 Jezus was God, maar deed afstand van al het goddelijke, en werd een mens. En als mens liet hij zich vernederen en doden. De beloning is dat Hij de heerschappij over de aarde zal krijgen en op een dag zal elke tong belijden: ‘Jezus Christus is Heer.' Ik hoop dat dit stuk je weer doet denken aan Adam en Eva (die van de boom van goed en kwaad aten) en ook aan de inwoners van Babel (die een toren wilden bouwen om tot in de hemel te komen). De lijdende Slaaf Waarom deden ze dat? Om gelijk te worden aan God. Dat kon God niet toestaan. Maar uit liefde voor ons én tot eer van God, werd God in de persoon van Jezus een mens! En Hij diende ons als een lijdende slaaf, precies zoals dat was voorspeld in het boek Jesaja. Het doel van de brief aan de Filippenzen is zoals gezegd om hen te bedanken, hen te vertellen hoe het gaat met Paulus, maar ook dat zij leren wat het betekent om Christus te volgen. Jezus zelf heeft dat voorbeeld gegeven. Paulus doet wat Jezus doet, maar hij ziet ook het werk dat God in zijn assistenten Timoteüs en Epafroditus heeft gedaan. Ook zij lijken op Jezus. Het is een aansporing voor de Filippenzen om ook steeds meer op Christus te gaan lijken. Maar hoe dat je dat? Het vereist een verandering van denken en doen. Om te beginnen, moeten we alles in deze wereld zien als afval. Je diploma's, je carrière, je bezittingen, je familie; in vergelijking met Jezus stelt het allemaal niets voor. Hij gaf alles op. Wij moeten bereid zijn dat ook te doen. Dit zijn harde woorden, maar wat Paulus bedoelt is dat we ons geluk niet moeten zoeken in aardse dingen. We moeten hiervan loskomen en een liefde laten zien die niet van deze wereld is. Een liefde die opoffert. Burgerrecht in de hemel Onze hoop ligt in wat God te bieden heeft, niet wat de wereld te bieden heeft. Letterlijk zegt Paulus, ‘Wij hebben ons burgerrecht in de hemel'. De inwoners van Filippi waren een trots volk. Ze waren bijna net zo belangrijk als de inwoners van Rome. Maar dat telt niet, zegt Paulus. Het gaat er niet om of je een burger van Rome bent, maar of je een inwoner van de hemel bent. En als je een hemels paspoort hebt, leef je dan ook volgens de waarden en normen van dat koninkrijk? Paulus hoopt van wel. Want op een dag zal Jezus uit de hemel terugkeren naar de aarde om Zijn koninkrijk definitief te vestigen. Tot slot roept Paulus twee vrouwen op die een conflict hebben om het weer goed te maken met elkaar. Ook zegt hij de Filippenzen dat ze niet bang moeten zijn voor vervolging. In plaats daarvan moeten ze hun zorgen bij God brengen én Hem onder alle omstandigheden danken. Niet voor alle omstandigheden, maar onder alle omstandigheden. Dus wat er ook gebeurt, er is altijd een reden om God te danken voor wat Hij voor ons heeft gedaan en Hem te vragen ons te helpen. God geeft dan vrede. Paulus eindigt zijn brief door nogmaals zijn dank uit te spreken en de groeten over te brengen.
Maurits de Bruijn ontvangt een uitnodiging van een ngo om af te reizen naar Israël en Palestina. Hij aarzelt – ooit nam hij zich voor nooit meer voet op Israëlische bodem te zetten. Toch besluit hij de confrontatie aan te gaan, vastberaden om de werkelijkheid van dichtbij te ervaren in plaats van via schermen, zoals sinds 7 oktober 2023 het geval is geweest.Wat betekent het voor hem, als Joodse man, om terug te keren naar Israël en daarover te schrijven? Wat ontdekt hij over zijn eigen geschiedenis, en hoe verhoudt hij zich tot het verleden van zijn Joodse grootouders, die in Sobibor werden vermoord? Geweten borduurt voor op De Bruijns eerdere boek Ook mijn Holocaust (2020), en stelt de vraag: hoe schrijf je over iets dat zo allesomvattend is, en hoe breng je het terug tot menselijke proporties?Maurits de Bruijn (1984) is redacteur bij kunsttijdschrift Mister Motley en maakte samen met Randy Vermeulen de podcast En niemand bleef onaangeraakt. Eerder schreef hij onder andere de roman Man maakt stuk (2024), genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs, en het non-fictieboek Ook mijn Holocaust (2020).In deze wekelijkse talkshow van De Balie interviewen programmamakers de makers die hen inspireren. Van cabaretiers tot schrijvers en van theatermakers tot kunstenaars.Interview door programmamaker Rosalie Dielesen. De podcast wordt geïntroduceerd door programmamaker Kees Foekema.---Lees hier meer over Forum on European Culture.Zie het privacybeleid op https://art19.com/privacy en de privacyverklaring van Californië op https://art19.com/privacy#do-not-sell-my-info.
Met rabbijn Lody van de Kamp en kersverse CHE-lector Marco Rotman. Een farizeeër, dat wil niemand zijn. Totdat je doorkrijgt wie de farizeeërs in Jezus' tijd waren. Rabbijn en ND-columnist Lody is hun trotse nakomeling. ‘En ik ben echt niet huichelachtig.' Marco gaat onderzoek doen naar diep ingesleten beelden van Joden in het Nieuwe Testament, en hoe je die kunt bijstellen. Zoals die over de zogenaamd huichelachtige farizeeërs met hun regeltjes. Hij wil christelijke scholen en zondagsscholen helpen om in hun godsdienstonderwijs meer recht te doen aan de Joodse omgeving waarbinnen Jezus werkte en het christelijk geloof ontstond. Lody slaat soms nog steil achterover van de vragen die hij van christenen krijgt. Vooral uit reformatorische hoek. ‘Soms zeg ik maar gewoon: ik snap niet dat u die vraag durft te stellen. Kunnen de meeste mensen wel tegen hoor.'
In NIW-podcast #104 praten Esther en Joop over: kabinetscrisis in Israël op het laatste moment afgewend, Tel Aviv bereidt zich voor op de Gay Pride, waarom de Joodse gemeente Rotterdam een samenwerkingsproject met de Erasmus Universiteit in de ijskast zet, Joodse programmering bij de EO lijkt ten dode opgeschreven en heel veel meer.
Send us a textHandelinge 4:23-26 Nadat Petrus en Johannes losgelaat is, het hulle na hulle medegelowiges toe gegaan en vir hulle vertel wat die priesterhoofde en die familiehoofde alles vir hulle gesê het. Toe hulle dit hoor, het hulle almal saam tot God gebid en gesê: “Here, dit is U wat die hemel en die aarde en die see en alles wat daar is, gemaak het. En U het deur die Heilige Gees by monde van ons voorvader Dawid, u dienaar, gesê: “Waarom het heidennasies te kere gegaan, en het volke sinlose planne beraam? Die konings van die aarde het in opstand gekom, en die heersers het saamgespan teen die Here en teen sy Gesalfde. Dit is nie lekker as mense nie met jou saamstem nie. Maar wanneer hulle jou vervolg of veroordeel as gevolg van jou oortuigings, is dit ‘n heel ander saak. Dit is net menslik om ontsteld, verneder, teleurgesteld en verslae te voel as mense jou op dié wyse behandel. Maar ons lees in die Bybel dat die vervolging nog baie erger gaan word.Die vervolging van minderhede vind al eeue lank plaas. Kyk na die Joodse nasie. Deur hul geskiedenis, van die antieke tyd tot die slagting van die twintigste eeu, tot die hedendaagse konflik waarmee hulle te kampe het, het hul vyande nog altyd probeer om hulle van die aarde af te vee. Weet jy dat meer Christene in die afgelope eeu gemartel is as in die vorige negentien eeue saam? Destyds is die apostels Petrus en Johannes gearresteer en gedreig omdat hulle mense van Jesus vertel het.Handelinge 4:23-26 Nadat Petrus en Johannes losgelaat is, het hulle na hulle medegelowiges toe gegaan en vir hulle vertel wat die priesterhoofde en die familiehoofde alles vir hulle gesê het. Toe hulle dit hoor, het hulle almal saam tot God gebid en gesê: “Here, dit is U wat die hemel en die aarde en die see en alles wat daar is, gemaak het. En U het deur die Heilige Gees by monde van ons voorvader Dawid, u dienaar, gesê: “Waarom het heidennasies te kere gegaan, en het volke sinlose planne beraam? Die konings van die aarde het in opstand gekom, en die heersers het saamgespan teen die Here en teen sy Gesalfde.Maar hoe het hulle op die vervolging gereageer? Het hulle teruggedeins; het hulle dinge gelate aanvaar en het hulle hul klere geskeur? Nee! Hulle het hul stemme verhef om God se heerskappy oor hul vyand te verkondig. Halleluja. Ons Koning regeer!Mense kan jou dalk vervolg omdat jy in Jesus glo. Wanneer dit gebeur, praat met God, vertrou Hom, verkondig sy magtige Naam.Dis Sy Woord. Vars … vir jou … vandag. Support the showEnjoying The Content?For the price of a cup of coffee each month, you can enable Christianityworks to reach 10,000+ people with a message about the love of Jesus!DONATE R50 MONTHLY
(01:35) Geert Wilders praat in stellingen en oneliners, en lijkt niet gericht op overleg maar op zijn zin krijgen. Hoe nieuw is zijn stijl – en hoe verklaar je zijn invloed op de agenda? Politiek historicus Henk te Velde vertelt, naar aanleiding van zijn nieuwe boek Land van redenaars en debat. (17:02) Als een apparaat dienstbaar moet zijn, praat het algauw als een vrouw zoals we haar in de 19e eeuw voorstelde: aanmoedigend en inschikkelijk. In de technologie staat de onderdanige vrouw nog altijd model. En dat is al heel lang, zo blijkt uit de nieuwe tentoonstelling ‘Vrouwen als technologie' in het Design Museum Den Bosch. Te gast is conservator van het museum en curator van de tentoonstelling Anne-Karlijn van Kesteren. (25:50) De column van Nelleke Noordervliet (29:16) Alfred Dreyfus, de Joodse kapitein die 130 jaar geleden ten onrechte werd veroordeeld voor hoogverraad, krijgt postuum promotie tot brigadegeneraal. Wie was hij, wat was de Dreyfus-affaire en waarom nu deze erkenning? Historicus Niek Pas legt het uit. (38:42) Wim Berkelaar bespreekt drie historische boeken: Over antisemitisme - Mark Mazower (vert. Auke van den Berg) De tien van Den Haag - Stephan Steinmetz Napoleon en de paus - Pierre Trouillez Meer info: https://www.vpro.nl/programmas/ovt/luister/afleveringen/2025/08-06-2025.html# (https://www.vpro.nl/programmas/ovt/luister/afleveringen/2025/08-06-2025.html)
Joop en Nausicaa spreken over de Joodse gemeente van Rotterdam die stopt met Erasmus Unisversiteit voor het bouwen van 380 studenten appartementen; over Jeroen Dijsselbloem die als burgemeester alarm slaat in Eindhoven; over de Universiteit Utrecht die bezettingen weer toestaat, ze zijn compleet van lotje getikt; over de actie Geen woorden maar Daden en de eisen van Tofik Dibi en Kauthar Bouchallikht; en het congres van de PvdA hebben en de BDS.
Guida Joseph is illustrator en schrijver. Ze studeerde aan de Rietveld Academie en maakte jarenlang illustraties voor kinderboeken. In 2020 verscheen ‘De rode draad', over het kampsyndroom van haar vader. Voor dat boek ontving ze de Holocaust Literatuur Prijs. Nu komt Joseph met het boek 'Enkele reis Sobibor', over de briefkaarten die haar grootmoeder schreef tijdens de oorlog. Ze werd in 1943 gedeporteerd en ging op zoek naar haar zoon, de vader van Joseph. De kaarten die zij schreef, gooide zij uit de trein naar haar familie om te beschrijven wat zij zag, voelde en dacht. Vanaf 6 juni is in het Kunstkabinet van het Joods Museum een presentatie te zien van haar werk ‘Drie generaties – drie stemmen'. Hierin beschouwt en bewerkt Joseph de oorlogservaringen van haar Joodse vader en grootmoeder, en hoe die doorwerken in haar eigen leven. De presentatie bevat onder andere werk uit ‘De rode draad' en ‘Enkele reis Sobibor'. Atze de Vrieze gaat met Guida Joseph in gesprek.
Galaten (5 minuten) In Paulus' tijd was Galatië een regio in Klein-Azië, grofweg het huidige Turkije. Een interessant weetje is dat hier veel Galliërs woonden die enkele eeuwen daarvoor, vanuit wat nu Frankrijk is, waren verhuisd. Uiteindelijk veroverden de Romeinen deze regio. Paulus stichtte kerken in enkele grote steden in het zuiden van Galatië: Antiochië, Ikonium, Lystra en Derbe. Je kunt hierover lezen in Handelingen 13 en 14. De brief die wij ‘Galaten' noemen, is gericht aan de kerken in de hele regio. En hij is niet mals. We hadden natuurlijk in Handelingen al gezien dat er veel strijd was tussen de Joodse en de niet-Joodse volgelingen van Jezus. Het ging dan om de vraag of de wetten en voorschriften uit het Oude Testament moesten worden nageleefd. De Joden hielden zich nog steeds aan de gebruiken en wilden dat de niet-Joden dat ook gingen doen. De ‘wet' hoorde er gewoon bij en wilde je bij Gods familie horen, dan moest je je daaraan houden. Paulus teleurgesteld Het ging zelfs zover dat deze Joodse christenen hun niet-Joodse broeders wilden dwingen zich te laten besnijden. Velen ondergingen deze pijnlijke operatie. Toen Paulus dit hoorde, was hij zwaar teleurgesteld en gefrustreerd. Hij schreef daarom deze brief, waarschijnlijk kort na het jaar 49. Hij vermeldt namelijk de Jeruzalem-conferentie waarin de kerkleiders met elkaar discussieerden over de wet en deze bijeenkomst vond waarschijnlijk plaats in 49. Het zit Paulus hoog dat de christenen in Galatië de lijn hebben gekozen dat mensen zich nog steeds aan de wet moeten houden om te worden gered. Dat is een verdraaiing van het evangelie. Jezus redt, niet de Wet. Twee dingen vallen op in deze brief. Ten eerste dat Paulus geen positief woord over heeft voor de christenen en ten tweede dat deze brief heel erg lijkt op de brief aan de Romeinen, die Paulus een jaar of tien later zou schrijven. Dezelfde thema's komen aan bod, al is de brief voor de gelovigen in Rome een stuk positiever. Samenvatting van het goede nieuws Paulus geeft eerst een samenvatting van het goede nieuws en vertelt hoe God hem heeft gered, terwijl hij nota bene de christenen vervolgde. God koos hem uit om het evangelie aan de niet-Joden te vertellen. Na zijn bekering op de weg naar Damascus bracht Paulus drie jaar door in Arabië, het huidige Jordanië. Pas daarna bezocht Paulus Jeruzalem, waar hij sprak met ‘Kefas'. Kefas is een andere naam voor Petrus. Vervolgens ging Paulus evangeliseren onder de heidenen en hij kwam pas veertien jaar later terug in Jeruzalem. Hij sprak daar met de leiders van de kerk en vertelde hun dat in de kerken die hij had gesticht, de niet-Joden zich niet hoefden te laten besnijden. De kerkleiders in Jeruzalem waren het met hem eens. Toch kwam het enige tijd later tot een confrontatie met Petrus. Want toen Petrus op bezoek ging in Antiochië, ging hij opeens alleen met de Joden eten, en niet met de niet-Joodse kerkleden. Paulus riep hem openlijk ter verantwoording en Petrus verontschuldigde zich. (Die arme Petrus. In de evangeliën moet Jezus hem regelmatig corrigeren, nu zoveel jaar later doet Paulus dat.) Paulus vat dit als volgt samen: ‘Hoewel wij Joden van geboorte zijn en geen zondaars uit andere volken, weten we dat niemand als rechtvaardige wordt aangenomen door de wet na te leven, maar door het geloof in Jezus Christus. Ook wij zijn tot geloof in Christus Jezus gekomen om daardoor, en niet door de wet, rechtvaardig te worden, want niemand wordt rechtvaardig door de wet na te leven.' - Galaten 2:15-16 Met ‘rechtvaardig worden' bedoelt hij dat we vrijgemaakt zijn van zonde en dus weer bij God kunnen komen. Je houden aan Gods voorschriften is goed, maar kan je innerlijk niet schoonmaken. In mijn woorden: vergelijk jezelf eens met een spiegel. Door te zondigen, veeg je modder op die spiegel. Door niet te zondigen, wordt de spiegel niet smerig. Maar als de spiegel eenmaal vies is, hoe maak je die dan schoon? Jezus heeft dat gedaan. Als wij in Jezus geloven, wast God ons schoon van die zonden. God ziet de volmaaktheid van Jezus in ons Dat is belangrijk, omdat God volmaakt goed is. Hij kan geen onvolmaaktheid in Zijn nabijheid tolereren, want dan is Hij zelf niet meer volmaakt. Die standaard is voor ons te hoog gegrepen, zoals de wet heeft aangetoond. Door ons vertrouwen op Jezus te stellen, verbinden we ons met Hem. Als God naar ons kijkt, ziet Hij de volmaaktheid van Jezus. In Paulus' woorden: ‘Want ik ben gestorven door de wet en leef niet langer voor de wet, maar voor God. Met Christus ben ik gekruisigd: ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij. Mijn leven hier op aarde leef ik in het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft prijsgegeven.' - Galaten 2:19-20 Als je gelooft in Jezus, accepteer je het offer dat Hij heeft gebracht. Je bent nu met Hem gekruisigd en gestorven. De dood is de straf voor de zonde. Dus die straf is betaald. Je bent ook met Christus opgestaan. Hij leeft in jou en dus hoef je niet te leven voor de wet maar kun je leven voor God. Vertrouwen maakt rechtvaardig Dit is een bevrijdende waarheid. We hoeven niet te werken om rechtvaardig te worden. We zijn al rechtvaardig, omdat we in Jezus geloven. Dat principe gold trouwens ook al voordat Jezus voor ons stierf. Paulus toont aan dat Abraham vertrouwde op Gods belofte en dat maakte hem rechtvaardig. Iedereen die gelooft in Jezus, is dus een kind van Abraham. Maar iedereen die vertrouwt op de wet is vervloekt, want niemand kan zich daaraan houden. De poorten van het koninkrijk van God staan dus wijd open voor zowel Joden als niet-Joden. Het zijn niet Gods voorschriften die ons toegang verlenen, maar ons geloof in Jezus Christus. Waarom gaf God dan toch de wet? Paulus legt dit in Romeinen uitgebreider uit, maar ook hier laat hij zien dat de rol van de wet is om aan te tonen wat goed en niet goed is. De wet is goed, maar de idealen zijn te hoog gegrepen. Daarom was Jezus' offer nodig. Zijn offer was in eerste instantie bestemd voor Israël, maar zeker ook voor de niet-Joden. Vanuit Israël verspreidt de zegen van God zich over de wereld, precies zoals God duizenden jaren geleden tegen Abraham zei. Abrahams nageslacht zou de aarde zegenen. Hoe dan? In de eerste plaats doordat Jezus een afstammeling is van Abraham en in de tweede plaats doordat het goede nieuws zich vanuit Israël verspreidde over de rest van de wereld. Gods Geest in ons Omdat Jezus voor ons de wet heeft vervuld, hoeven we ons aan veel voorschriften niet meer te houden. Mannen hoeven niet besneden te worden en we mogen vrijwel al het voedsel eten dat de natuur ons te bieden heeft. Maar stelen, overspel plegen, een ander haten, et cetera is natuurlijk nog steeds fout. Met dat soort zonden willen we afreken. Niet omdat de wet dit zegt, maar omdat de Geest van God nu in ons leeft. We proberen de ander lief te hebben zoals we onszelf lief hebben. De vrucht van de Geest is namelijk liefde, vreugde, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Als we leven door de Geest, worden we liefdevoller, ervaren we vreugde enzovoort. We leven nog steeds in een wereld met tekortkomingen en maken zelf ook fouten, maar het is mogelijk om de Geest ons leven te laten leiden. Hier mogen we wél voor werken. Dan gaan we steeds meer op Jezus lijken. We proberen te stoppen met slechte gewoontes en gedrag dat niet past bij een christen. We werken dus niet voor onze verlossing. Jezus heeft ons al bevrijdt. Wij geloven in Hem, waardoor Gods Geest in ons werkzaam wordt. Daardoor kunnen wij aan onszelf werken en zo worden we de persoon die God in gedachten heeft als Hij aan ons denkt.
Bent Van Looy praat met Maurits de Bruijn over zijn boek 'Geweten'. Terwijl de Israëlische bommen op Gaza neerdalen, ontvangt de Joodse schrijver Maurits de Bruijn een uitnodiging van een ngo om naar Israël en Palestina te reizen. Hij twijfelt: hij had gezworen Israël nooit meer te bezoeken. Hij besluit toch te gaan. Wat leert hij over zijn persoonlijke geschiedenis? Hoe legt hij dit uit aan zijn Joodse grootouders die werden vermoord in het vernietigingskamp Sobibór?
Send us a textJohannes 8:10,11 Toe het Hy regop gekom en vir haar gevra: “Mevrou, waar is hulle? Het nie een van hulle die oordeel oor jou voltrek nie?” “Niemand nie, Here,” sê sy. Toe sê Jesus: “Ek doen dit ook nie. Gaan maar en moet van nou af nie meer sonde doen nie.” As daar net een woord is om die oorheersende morele waardes van hierdie tyd te beskryf, sal dit ongetwyfeld die woord "verdraagsaamheid" wees. Ons weet instinktief dat sommige van die dinge waaroor ons veronderstel is om ‘verdraagsaam' te wees, baie beslis verkeerd is. Dit wil lyk asof die idee ‘verdraagsaamheid,' ordentlikheid, besorgdheid en liefde kom vervang het.Waarom kan verdraagsaamheid in hierdie ‘alles is oukei'- wêreld waarin ons leef, nie eerder ordentlikheid en respek beteken nie? Ja, ons weet almal die sedes is vandag nie wat hulle was toe ek grootgeword het nie ... maar dit is lank gelede. Die wêreld het verander. Ons het aanbeweeg na beter dinge, nuwe uitvindsels – alles het slimmer, minder verkramp, meer aanvaarbaar geword. Is dit 'n goeie ding?Wag ‘n bietjie. Kyk na sommige van die dinge wat ons gevra, selfs verplig word om te onderskryf. Losbandigheid in alle vorme, alternatiewe leefstyle en ekonomiese strukture wat die gaping tussen ryk en arm vergroot.Die Amerikaanse Katolieke Aartsbiskop Charles J. Chaput, stel dit so: Boosheid verkondig verdraagsaamheid totdat dit alles oorheers, en daarna probeer dit die goeie stilmaak. Ek stem nogal daarmee saam.In Jesus se tyd is 'n vrou in owerspel betrap. Die godsdienstige leiers wou haar volgens die Joodse gebruik stenig, maar Jesus het vir haar in die bres getree en haar verdedig.Johannes 8:10,11 Toe het Hy regop gekom en vir haar gevra: “Mevrou, waar is hulle? Het nie een van hulle die oordeel oor jou voltrek nie?” “Niemand nie, Here,” sê sy. Toe sê Jesus: “Ek doen dit ook nie. Gaan maar en moet van nou af nie meer sonde doen nie.”Dit blyk dat verdraagsaamheid en goedkeuring twee heeltemal verskillende dinge is. Ja ons is natuurlik beveel om almal lief te hê, dis reg, maar Jesus wys ons dat dit nie beteken dat ons hulle sonde moet goedpraat nie.Dit is God se Woord. Vars … vir jou … vandag. Support the showEnjoying The Content?For the price of a cup of coffee each month, you can enable Christianityworks to reach 10,000+ people with a message about the love of Jesus!DONATE R50 MONTHLY
Inwoners van Saldanha reageer op die swaar strawwe in die Joshlin Smith-ontvoeringsaak. Die Reserwebank verlaag su uitleenkoers. Israel se regering beplan 22 nuwe Joodse nedersettings in die besette Wesoewer.
Heb jij Abraham al gezien, ikke niet terwijl ik ouder dan 50 ben, een gezegde vanuit Joodse bronnen
In Washington zijn twee medewerkers van de Israëlische ambassade doodgeschoten. Hoe gaan Joodse instellingen om met de oplopende dreiging? In het opinieonderzoek De Stemming krijgt premier Bart De Wever van de Belgen een 6 op 10. Hoe ziet zijn eerste rapport eruit? En de KU Leuven vindt een methode om het hiv-virus onschadelijk te maken. Gaan Belgische wetenschappers aids uit te wereld helpen?
In de jaren zestig was veel jeugd vóór Vietnam en tegen Amerika. Je ergerde je aan ouders die riepen dat we de Amerikanen dankbaar moesten zijn, ongeacht wat er in Vietnam gebeurde. Dat Noord-Vietnam ondertussen een heuse propagandaoorlog voerde om het Westen op zijn hand te krijgen, wist vrijwel niemand. Historicus Rimko van der Maar beschreef die propagandastrijd in In de ban van Vietnam, en vertelt in de nieuwe aflevering over de Noord-Vietnamese mediaoorlog.We denken weleens dat we pas sinds de komst van het internet en de mobiele telefoon in een globale wereld leven, maar dat is niet zo. Onze verre voorouders leefden op hun manier al in een global village, zeker in het vanaf de late Middeleeuwen sterk verstedelijkte Nederland en Vlaanderen. Dat blijkt uit het boek Wereldsteden van de Lage Landen, besproken door recensent Anne-Lot Hoek.‘Het is Joodse geschiedenis, geen Nederlandse. De vervolging is niet door het Nederlandse volk uitgevoerd, maar door zijn vijand.' Dat schreef Abel J. Herzberg in 1950 in zijn Kroniek der Jodenvervolging. 75 jaar na verschijning is het opnieuw uitgegeven, en dat is terecht, aldus recensent Wim Berkelaar. ‘Het is een verpletterend en aangrijpend boek.'
Roxane van Iperen is schrijver en jurist. Haar boeken, waaronder ‘Schuim der aarde', ‘De genocidefax' (Boekenweekessay 2021) en ‘Eigen welzijn eerst', werden meerdere keren bekroond en zijn inmiddels vertaald in 14 talen. In 2021 hield ze de 4 mei-lezing. Haar veelgelezen boek 't Hooge Nest', is een verhaal over de Joodse zussen Lien en Janny Brilleslijper en hun familie en gaat over moed, verraad en menselijkheid in barbaarse tijden. Het won in 2019 de Opzij Literatuurprijs, stond in 2020 op de shortlist van de NS Publieksprijs en werd een New York Times Best Seller. Van Iperen komt nu met het essay ‘Eigen planeet eerst', waarin ze de politieke ontwikkelingen sinds de val van de Muur onderzoekt en suggereert dat het mogelijk de democratie zelf is die ons naar de rand van de afgrond voert. Lotje IJzermans gaat met Roxane van Iperen in gesprek.
Het einde van Handelingen betekent ook het einde van de verhalende delen van de Bijbel. Nu volgt een serie brieven geschreven door sommige van de hoofdfiguren uit het Nieuwe Testament: de apostelen Paulus, Petrus en Johannes, twee broers van Jezus (Jakobus en Judas) en een onbekende schrijver. Deze brieven zijn ontzettend belangrijk, want ze leggen ons uit wat het Goede Nieuws nu precies is. We horen rechtstreeks van mensen die Jezus op aarde hebben meegemaakt, die jarenlang het Oude Testament hebben bestudeerd en die specifieke openbaringen van Jezus hebben gehad. Dit zijn de mensen die door Jezus persoonlijk zijn geroepen om te vertellen wat Gods reddingsplan voor de wereld is. Zij hebben de eerste kerken gesticht en geleid. Maar de brieven zijn wel allemaal in een bepaalde context geschreven. Het is makkelijk om ze uit hun verband te rukken en helaas gebeurt dat ook vaak. Omdat in de volgende hoofdstukken elke brief kort wordt besproken, gaan we niet op alle details diep in. We richten ons op de hoofdlijnen en het grote verhaal van God en mens. Bij elke brief geef ik je voor zover mogelijk de achtergrond, zodat we de tekst en de boodschap beter begrijpen. Romeinen (10 minuten) Na het Oude Testament zagen we eindelijk de beloofde Verlosser op het toneel verschijnen, maar… Hij ging ook weer terug naar de Hemel. Wel kwam de heilige Geest en die nam het werk over. De heilige Geest is actief in mensen en één van die mensen was Paulus. In Handelingen kwamen we Paulus tegen als de Jood die de volgelingen van Jezus gevangen probeerde te nemen en zelfs te doden als zij het goede nieuws probeerden te delen. Jezus greep Hem op een dag in zijn nekvel en ook Paulus werd een christen. Sterker nog, hij is één van de belangrijkste verspreiders van het geloof geworden. Dankzij de kerken die hij stichtte bereikte het evangelie de uithoeken van het Romeinse rijk. Paulus schreef ook veel brieven, waarvan sommige bewaard zijn gebleven. Eén van de bekendste en zeker één van de belangrijkste brieven, is de brief die hij aan de kerk in Rome richtte. Voordat we dieper op de brief ingaan, even een korte biografie van deze Paulus. Paulus is zijn Griekse naam. In het Hebreeuws heet hij Saul (of Saulus), net zoals de eerste koning van Israël. Hij werd omstreeks het jaar nul geboren en kwam uit de stad Tarsus, gelegen in het huidige Turkije. Hij was een Jood, maar ook een Romeins staatsburger. Hij moet een gedreven man zijn geweest, want hij was lid van de Farizeeën. Dat waren godsdienstige leiders die zich erg strikt aan de wetten van God hielden. Een groot deel van zijn leven woonde hij in Jeruzalem. Tot hij Jezus, na diens dood en opstanding, ontmoette op de weg naar Damascus. Hij kwam tot geloof en verbleef enkele jaren in wat nu Jordanië is. Tijdens die periode heeft hij veel openbaringen van God gekregen. Die theologische kennis heeft hij verwerkt in zijn brieven. Paulus en Rome Zoals we in Handelingen zagen, heeft Paulus minstens drie zendingsreizen gemaakt. Aan het eind van zijn derde reis ging Paulus naar Jeruzalem. Daar werd hij opgepakt door de Joden en uiteindelijk kwam hij in handen van de Romeinen. Na twee jaar in ‘voorlopige hechtenis' te hebben gezeten, deed Paulus een beroep op de keizer. Als Romeins burger had hij het recht om in Rome te worden berecht. Na een gevaarlijke reis, die zijn metgezellen en hij ternauwernood overleefden, kwam Paulus in Rome aan. Daar werd hij onder huisarrest geplaatst. In deze periode schreef hij een groot deel van zijn brieven. Niet de brief aan de Romeinen overigens. Die had hij voor zijn arrestatie al geschreven, waarschijnlijk in het jaar 56 vanuit Korinte. Uiteindelijk werd Paulus vrijgesproken en kon hij weer enige tijd buitenshuis evangeliseren. Hij kon niet lang van zijn vrijheid genieten. Paulus werd opnieuw opgepakt. Inmiddels was er een nieuwe keizer en was de vervolging toegenomen. Paulus werd in een cel gestopt en uiteindelijk onthoofd. Vermoedelijk ergens tussen 64 en 68 na Christus. In de tijd dat Paulus zijn brief aan de Romeinen schreef, bestond de kerk daar al enige tijd. Het zou zelfs kunnen dat de wortels van de Romeinse kerk helemaal teruggaan naar de dag waarop de apostelen de heilige Geest in zich kregen en ze op straat preekten tegen alle pelgrims. In het begin bestond de kerk in Rome dus vooral uit Joden, later kwamen daar ook andere nationaliteiten bij. Op een gegeven moment kwam er echter een keizer aan de macht die alle Joden verdreef uit Rome. Pas na vijf jaar mochten ze terugkomen. Al die tijd hadden de niet-Joden de kerk in Rome geleid en dus waren veel Joodse gebruiken verdwenen. Dat zorgde voor verdeeldheid, vooral tussen het Joodse en het niet-Joodse kamp. Paulus besloot Rome te bezoeken en kondigde zijn bezoek aan met deze brief. Hij hoopte twee dingen te bereiken: ten eerste dat er meer eenheid zou komen en ten tweede dat de christenen in Rome hem konden helpen een zendingsreis naar Spanje te maken. (Het is niet bekend of hij deze reis ooit heeft gemaakt.) De brief aan de Romeinen is lang en soms ingewikkeld. Zelfs de apostel Petrus geeft toe dat de brieven van Paulus af en toe moeilijk te begrijpen zijn, maar ze vertellen wel de waarheid (2 Petrus 3:16). Tegelijk is ‘Romeinen' misschien wel de beste uitleg van wat het goede nieuws precies is. Laten we maar eens naar deze brief gaan kijken. ‘Voor dit evangelie schaam ik mij niet' Direct aan het begin vat Paulus bovendien zijn hele boodschap samen, als hij zegt: Voor dit evangelie schaam ik mij niet, want het is Gods reddende kracht voor allen die geloven, voor Joden in de eerste plaats, maar ook voor andere volken. In het evangelie openbaart zich dat God enkel en alleen wie gelooft als rechtvaardige aanneemt, zoals ook geschreven staat: ‘De rechtvaardige zal leven door geloof.' - Romeinen 1:16-17 In de rest van dit Bijbelboek legt hij uit wat het evangelie inhoudt, hoe God de mensen redt die geloven, zowel de Joden als de niet-Joden, en dat wij dus alleen maar hoeven te geloven. Paulus toont aan dat de wereld van binnen verrot is door het werk van de zonde. Ons hart en ons verstand zijn niet zuiver meer. Van nature keren we ons af van God en omarmen we afgoden. We proberen ons geluk en onze betekenis te vinden in materiële dingen. We eren wat geschapen is en niet de Schepper. Als de Joden dit lezen, zouden ze naast hun schoenen kunnen gaan lopen. Zij zijn toch Gods uitverkoren volk? Maar zo werkt het niet, legt Paulus uit. Ook zij staan schuldig tegenover God, zoals blijkt uit de verhalen in het Oude Testament. Zij hebben Gods wetten en voorschriften gekregen, maar niemand kan zich daaraan houden. Het logische gevolg is dat ieder mens verloren zou moeten gaan. Gelukkig is er evangelie - goed nieuws! Paulus zegt: Gods gerechtigheid, waarvan de Wet en de Profeten al getuigen, wordt nu ook buiten de wet zichtbaar: God schenkt vrijspraak aan allen die in Jezus Christus geloven. En er is geen onderscheid. Iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God; en iedereen wordt uit genade, die niets kost, door God als een rechtvaardige aangenomen omdat hij ons door Christus Jezus heeft verlost. - Romeinen 3:21-24 God ziet je zonden niet meer De wet laat zien wat goed is in Gods ogen, maar is niet in staat om ons te bevrijden van de zonde. God moet dus iets buiten de wet om doen. Dat heeft hij gedaan door Jezus in onze plaats te straffen. Iedereen heeft gezondigd, maar als je in Jezus gelooft, ziet God jouw zonden niet meer. Er is voor jouw overtredingen betaald en dus mag je bij Gods familie horen. Paulus noemt dit proces ‘rechtvaardiging'. Je wordt ‘rechtvaardig' gemaakt. Al je zonden uit het verleden en alle zonden die je in de toekomst nog zult begaan, zijn vergeven. Het enige wat nodig is, is dat je gelooft. Met andere woorden: dat je vertrouwt op God, zoals we eigenlijk door de hele Bijbel heen hebben gezien. Paulus beschrijft dat Abraham, die de wet niet had, op Gods beloften vertrouwde en dat hij zo ‘rechtvaardig werd'. Dit leidt natuurlijk wel tot een probleem. Als onze zonden zijn vergeven, maakt het dan nog uit dat we zondigen? Sterker nog, hoe meer we zondigen, hoe meer genade God uitstort. Dus misschien is het wel beter juist meer te zondigen. Dat in geen geval, zegt Paulus. Door ons geloof verbinden we ons met de dood en opstanding van Jezus. Hij is dood voor de zonde en wij ook. Hoewel we moeten accepteren dat we altijd blijven zondigen, moeten we toch proberen dat niet te doen. Als we de heilige Geest in ons laten werken, gaan we steeds meer op Jezus lijken en Jezus was vrij van zonde. Dit proces noemen we ‘heiliging'. Het woord ‘heilig' betekent ‘apart gezet voor God' en het staat los van ‘rechtvaardiging'. Wij kunnen niets bijdragen aan onze rechtvaardiging. Jezus heeft ons verlost en als we in Hem geloven, zijn we rechtvaardig. We zijn dus gered en horen bij Gods familie. Het is niet zo dat God ons pas accepteert als we ons gedrag aanpassen, als we de zonde verslagen hebben. Wij kunnen die zonde niet verslaan, dat heeft Jezus al gedaan. Als we eenmaal zijn opgenomen in die familie, dan willen we steeds meer op Jezus gaan lijken. We doen ons best en de heilige Geest stelt ons in staat om te breken met zondig gedrag. Tegelijk zullen we nooit honderd procent volmaakt zijn en God weet dat. Niets kan ons scheiden van Zijn liefde Dit leidt wel tot strijd in ons binnenste, maakt Paulus duidelijk in hoofdstuk 7. We weten dankzij d...
Henny van Hartingsveldt draagt het door haar geschreven gedicht "tikva" voor. Zoals op genomen in de driedelige serie "Nieuw licht op oude woorden" van Marc de Klijn. (buijten.nl/product/nieuw-licht…p-oude-woorden-set/) Een uitgave van Buijten & Schipperheijn Motief in Amsterdam Van hun site: De Bijbel is Gods unieke en onvervangbare openbaring, allereerst aan het volk Israël, maar daarnaast ook aan alle andere volken. De verrassende samenhang vertelt één groot verhaal van bevrijding en verlossing, zowel in het Oude als het Nieuwe Testament. In de Joodse traditie wordt elke Sjabbat een gedeelte uit de Tora gelezen, een parasja. In dit boek bespreekt kunstenaar Marc de Klijn zestien parasjot. Op boeiende en toegankelijke wijze zien we de rode draad door de Bijbel lopen. De Klijn laat zien dat het christelijk geloof onuitwisbare Joodse wortels heeft, maar ook dat de Messias in de gestalte van Jesjoea, Jezus, al op aarde is geweest en bovendien zal terugkeren. Zo hoopt dit boek een brug te slaan tussen Joden en Christenen, zodat zij elkaar mogen herkennen en respecteren in het geloof in één en dezelfde God. In deze set in mooie cassette vind je alle drie de delen uit de reeks. Ieder boek bestaat uit zestien parasjot en twee katernen met steeds acht schilderijen door Marc de Klijn en twee gedichten door Henny van Hartingsveldt.
Henny van Hartingsveldt draagt het door haar geschreven gedicht "de witte steen" voor. Zoals op genomen in de driedelige serie "Nieuw licht op oude woorden" van Marc de Klijn. (buijten.nl/product/nieuw-licht…p-oude-woorden-set/) Een uitgave van Buijten & Schipperheijn Motief in Amsterdam Van hun site: De Bijbel is Gods unieke en onvervangbare openbaring, allereerst aan het volk Israël, maar daarnaast ook aan alle andere volken. De verrassende samenhang vertelt één groot verhaal van bevrijding en verlossing, zowel in het Oude als het Nieuwe Testament. In de Joodse traditie wordt elke Sjabbat een gedeelte uit de Tora gelezen, een parasja. In dit boek bespreekt kunstenaar Marc de Klijn zestien parasjot. Op boeiende en toegankelijke wijze zien we de rode draad door de Bijbel lopen. De Klijn laat zien dat het christelijk geloof onuitwisbare Joodse wortels heeft, maar ook dat de Messias in de gestalte van Jesjoea, Jezus, al op aarde is geweest en bovendien zal terugkeren. Zo hoopt dit boek een brug te slaan tussen Joden en Christenen, zodat zij elkaar mogen herkennen en respecteren in het geloof in één en dezelfde God. In deze set in mooie cassette vind je alle drie de delen uit de reeks. Ieder boek bestaat uit zestien parasjot en twee katernen met steeds acht schilderijen door Marc de Klijn en twee gedichten door Henny van Hartingsveldt.
Gesprek met Marc de Klijn op basis van de door hem geschreven boeken "Nieuw licht op oud woorden de delen I, II en III) (buijten.nl/product/nieuw-licht…p-oude-woorden-set/) Een uitgave van Buijten & Schipperheijn Motief in Amsterdam Van hun site: De Bijbel is Gods unieke en onvervangbare openbaring, allereerst aan het volk Israël, maar daarnaast ook aan alle andere volken. De verrassende samenhang vertelt één groot verhaal van bevrijding en verlossing, zowel in het Oude als het Nieuwe Testament. In de Joodse traditie wordt elke Sjabbat een gedeelte uit de Tora gelezen, een parasja. In dit boek bespreekt kunstenaar Marc de Klijn zestien parasjot. Op boeiende en toegankelijke wijze zien we de rode draad door de Bijbel lopen. De Klijn laat zien dat het christelijk geloof onuitwisbare Joodse wortels heeft, maar ook dat de Messias in de gestalte van Jesjoea, Jezus, al op aarde is geweest en bovendien zal terugkeren. Zo hoopt dit boek een brug te slaan tussen Joden en Christenen, zodat zij elkaar mogen herkennen en respecteren in het geloof in één en dezelfde God. In deze set in mooie cassette vind je alle drie de delen uit de reeks. Ieder boek bestaat uit zestien parasjot en twee katernen met steeds acht schilderijen door Marc de Klijn en twee gedichten door Henny van Hartingsveldt.
Henny van Hartingsveldt draagt het door haar geschreven gedicht "rauwe werkelijkheid" voor. Zoals op genomen in de driedelige serie "Nieuw licht op oude woorden" van Marc de Klijn. (buijten.nl/product/nieuw-licht…p-oude-woorden-set/) Een uitgave van Buijten & Schipperheijn Motief in Amsterdam Van hun site: De Bijbel is Gods unieke en onvervangbare openbaring, allereerst aan het volk Israël, maar daarnaast ook aan alle andere volken. De verrassende samenhang vertelt één groot verhaal van bevrijding en verlossing, zowel in het Oude als het Nieuwe Testament. In de Joodse traditie wordt elke Sjabbat een gedeelte uit de Tora gelezen, een parasja. In dit boek bespreekt kunstenaar Marc de Klijn zestien parasjot. Op boeiende en toegankelijke wijze zien we de rode draad door de Bijbel lopen. De Klijn laat zien dat het christelijk geloof onuitwisbare Joodse wortels heeft, maar ook dat de Messias in de gestalte van Jesjoea, Jezus, al op aarde is geweest en bovendien zal terugkeren. Zo hoopt dit boek een brug te slaan tussen Joden en Christenen, zodat zij elkaar mogen herkennen en respecteren in het geloof in één en dezelfde God. In deze set in mooie cassette vind je alle drie de delen uit de reeks. Ieder boek bestaat uit zestien parasjot en twee katernen met steeds acht schilderijen door Marc de Klijn en twee gedichten door Henny van Hartingsveldt.
Henny van Hartingsveldt draagt het door haar geschreven gedicht "vermeende werkelijkheid" voor. Zoals op genomen in de driedelige serie "Nieuw licht op oude woorden" van Marc de Klijn. (buijten.nl/product/nieuw-licht…p-oude-woorden-set/) Een uitgave van Buijten & Schipperheijn Motief in Amsterdam Van hun site: De Bijbel is Gods unieke en onvervangbare openbaring, allereerst aan het volk Israël, maar daarnaast ook aan alle andere volken. De verrassende samenhang vertelt één groot verhaal van bevrijding en verlossing, zowel in het Oude als het Nieuwe Testament. In de Joodse traditie wordt elke Sjabbat een gedeelte uit de Tora gelezen, een parasja. In dit boek bespreekt kunstenaar Marc de Klijn zestien parasjot. Op boeiende en toegankelijke wijze zien we de rode draad door de Bijbel lopen. De Klijn laat zien dat het christelijk geloof onuitwisbare Joodse wortels heeft, maar ook dat de Messias in de gestalte van Jesjoea, Jezus, al op aarde is geweest en bovendien zal terugkeren. Zo hoopt dit boek een brug te slaan tussen Joden en Christenen, zodat zij elkaar mogen herkennen en respecteren in het geloof in één en dezelfde God. In deze set in mooie cassette vind je alle drie de delen uit de reeks. Ieder boek bestaat uit zestien parasjot en twee katernen met steeds acht schilderijen door Marc de Klijn en twee gedichten door Henny van Hartingsveldt.
Handelingen is het vervolg op de evangeliën en in het bijzonder op het evangelie van Lucas. Deze arts die vele ooggetuigen interviewde over Jezus schreef naast zijn evangelie ook het boek Handelingen. Net als in zijn eerste boek, richt hij zich tot Theofilus. Wie deze Theofilus was, is niet bekend. Zijn naam betekent ‘Iemand die God liefheeft'. Wellicht was hij een hooggeplaatste Romeinse ambtenaar. Maar het staat vast dat zowel Lucas als Handelingen niet alleen voor deze ene man zijn geschreven. Lucas' doelgroep was veel breder. Hij wilde iedereen bereiken met het goede nieuws. Waarschijnlijk is dit boek geschreven rond het jaar 60-62. Toen zat Paulus namelijk voor het eerst gevangen en het boek eindigt met die gevangenschap. Paulus' vrijlating, tweede gevangenschap en marteldood worden niet beschreven. Ook de moord op een andere belangrijke figuur, Petrus, komt niet voor in Handelingen en evenmin de val van Jeruzalem in het jaar 70. De acties van de heilige Geest Handelingen betekent ‘acties' of ‘daden'. In veel Bijbelvertalingen wordt dit Bijbelboek vaak ‘De Handelingen van de Apostelen' genoemd. Lucas vertelt wat de apostelen zoal doen en meemaken, maar eigenlijk gaat het niet direct over hen. Het gaat veel meer over wat de heilige Geest door hen heen doet. Dat is wat Lucas duidelijk wil maken. In een wat meer letterlijke vertaling staat er in het eerste vers: ‘Het eerste boek heb ik gemaakt, o Theofilus, over alles wat Jezus begonnen is te doen én te onderwijzen (…)'. - Handelingen 1:1 Als het evangelie van Lucas gaat over wat Jezus begon te doen, dan gaat Handelingen over wat Hij na Zijn opstanding deed. Alleen maakt Lucas direct duidelijk dat Jezus zelf werd opgenomen in de hemel en dat niet veel later Zijn Geest in Zijn volgelingen kwam wonen en hen de meest wonderlijke dingen liet doen en zeggen. Ook wordt duidelijk dat God niet alleen om het volk Israël geeft, maar dat ook mensen uit andere volken deel uit mogen maken van Zijn koninkrijk. Laten we niet op de zaken vooruit lopen. Lucas opent zijn verhaal met te zeggen dat gedurende veertig dagen na Zijn opstanding Jezus aan de leerlingen en andere volgelingen blijft verschijnen. Hij spreekt met hen over het koninkrijk van God. Nog steeds begrijpt niet iedereen dat Zijn koninkrijk niet van deze wereld is. Ze vragen Hem of Hij nu snel Israël in ere zal herstellen. ‘Getuig van Mij' ‘Dat is niet aan jullie om te weten', antwoordt Jezus. ‘Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van Mij getuigen in heel Jeruzalem, in heel Judea en Samaria tot aan de uiteinden van de aarde.' Het goede nieuws van Jezus' offer moet zich dus over de hele wereld verspreiden. Nadat Hij dit had gezegd, werd Hij opgenomen in de hemel. Dit plaatje doet denken aan een visioen dat de profeet Daniël kreeg. ‘Iemand die leek als een mens werd op de wolken naar de hemel gebracht voor Gods troon en Hij kreeg alle macht, eer en koningschap', staat in Daniël 7. De leerlingen moeten dus wachten. Terwijl ze dat doen, brengen ze veel tijd door in gebed. Ook vervangen ze Judas Iskariot, die zichzelf had opgehangen nadat hij Jezus had verraden. Zo zijn de leerlingen weer met twaalf man. Tien dagen na Jezus' hemelvaart (dus zo'n 50 dagen na Zijn opstanding) zijn de leerlingen bij elkaar als er plotseling in het huis een hevige wind opsteekt. Ook verschijnen vlammen boven hun hoofden. De heilige Geest is geland. De wind en het vuur staan symbool voor Gods aanwezigheid. In het Oude Testament zagen we die aanwezigheid in de tabernakel en de tempel, nu leeft Hij in de mens via Zijn Geest. God leefde onder Zijn volk, maar ze konden Hem niet benaderen. Alleen speciaal aangewezen priesters die een zuiveringsritueel vol verwijzingen naar de dood van Jezus hadden ondergaan, konden bij de tabernakel in de buurt komen. Maar nadat Jezus was gestorven, scheurde het dikke gordijn tussen het ‘heilige der heiligen' en de rest van de tempel. De mens kan weer bij God komen. Sterker nog, God wil zo dichtbij mogelijk zijn en ín de mens wonen. Vandaar dat Hij hier in Handelingen Zijn heilige Geest stuurt. Het begin van de kerk Die Geest geeft kracht en moed. Ogenblikkelijk gaan de leerlingen naar buiten om te preken. Jeruzalem zit vol met pelgrims die het Joodse Pinksterfeest komen vieren. Velen van hen spreken geen Aramees. Dat was de taal die destijds in Palestina werd gesproken. Toch verstaat iedereen wat ze zeggen. Dan neemt Petrus het woord. Hij vertelt over Jezus, Zijn dood en Zijn opstanding. Hij legt uit dat Jezus door God tot Messias en Heer is aangesteld. Die dag komen drieduizend mensen tot geloof. Het is het begin van de ‘Jezusbeweging', het begin van de kerk, wat wij nu het christendom noemen. Niet al deze mensen hebben zuivere Joodse wortels en dus is dit een eerste aanwijzing dat Gods koninkrijk open staat voor iedereen die in Jezus gelooft, niet alleen voor de nakomelingen van Abraham. Dit zagen we in het Oude Testament natuurlijk ook wel, als je goed leest, maar toch was het iets dat de vroege kerk moest leren. De godsdienstige leiders die Jezus hadden laten kruisigen, hadden verwacht dat ze met Zijn dood ook verlost zouden zijn van Zijn volgelingen. Plotseling blijken Jezus' leerlingen toch weer over Jezus te vertellen. (Ze worden vanaf hier ‘apostelen' genoemd. Een apostel is iemand die een boodschap overbrengt.) De apostelen beweren zelfs dat Hij weer leeft. Aangezien Zijn lichaam weg is uit het graf, kunnen ze niet bewijzen dat Hij nog dood is. Ze doen wel hun best de apostelen het zwijgen op te leggen. Petrus en de anderen zijn regelmatig in de tempel te vinden om te onderwijzen en zieken te genezen. Ook zamelen ze geld in voor de armen, iets wat eigenlijk de taak is van de Joodse leiders en de priesters die in de tempel dienen. Dat staat immers in de wet van God. De dood van Stefanus Ze arresteren Petrus en Johannes en waarschuwen hen niet meer te spreken over Jezus. Petrus antwoordt dat ze God moeten gehoorzamen. Niet veel later worden hij en de andere leerlingen opnieuw gearresteerd. Dit keer opent een engel de deur van de gevangenis en zo ontsnappen ze. De volgende dag pakken de leiders hen opnieuw op. Tijdens de hoorzitting vertellen de apostelen wie Jezus werkelijk is. Ze worden geslagen en vervolgens laat de Joodse Raad hen gaan. Steeds meer mensen gaan geloven in de opgestane Jezus en de twaalf apostelen wijzen mannen aan die de kerk kunnen leiden, zodat zij zich kunnen richten op gebed en onderwijs. Stefanus is één van die nieuwe leiders, een trouwe dienaar van God die veel wijsheid heeft ontvangen. Hij wordt opgepakt en houdt een lange speech waarin hij bijna de hele Bijbel samenvat. Hij legt de nadruk op hoe de Joodse leiders altijd Gods boodschappers hebben tegengewerkt, inclusief Jezus en de apostelen. De reactie laat zich raden: Stefanus wordt ter plekke vermoord. Terwijl hij sterft, ziet hij echter Jezus aan de rechterhand van Gods troon staan, een krachtige belofte voor iedereen die wordt gedood omwille van Jezus' naam. De andere volgelingen van Jezus worden bang, maar het gevolg is dat ze juist gaan doen wat Jezus hun in het begin had opgedragen. Ze verlaten Jeruzalem en trekken naar Judea, Samaria en andere gebieden om het goede nieuws te vertellen. Ook niet-Joden zijn welkom Vanaf nu wordt het nog duidelijker dat ook niet-Joden welkom zijn in Gods koninkrijk. Eerst zien we de apostel Filippus die naar Samaria gaat. Onderweg leidt de heilige Geest hem naar een Ethiopische ambtenaar, die tot geloof komt en zich door hem laat dopen. Daarna trekt hij verder en overal waar hij komt, leidt hij mensen tot Jezus. Dan verschuift het verhaal plotseling naar Saulus, die later Paulus wordt genoemd. Laten we hem voor het gemak vanaf nu alvast Paulus noemen. Deze Paulus is een godsdienstige leider, een gedreven man en een harde werker. Hij doet extra zijn best om de mensen die ‘De Weg' volgden (zoals de christenen zich toen noemden), te laten arresteren. Onderweg naar Damascus wordt hij plotseling verblind door een fel licht. Ook hoort hij de stem van Jezus, die aan Paulus vraagt waarom hij Hem vervolgt. Paulus krijgt zijn gezichtsvermogen pas enkele dagen later terug als een volgeling van Jezus naar hem toekomt en de handen oplegt. De apostelen zijn nog bang voor hem, maar uiteindelijk leren ze hem vertrouwen. Net als zij gaat Paulus publiekelijk vertellen dat Jezus weer leeft en ongetwijfeld dat hij Hem heeft ontmoet op de weg naar Damascus. Ondertussen maakt God middels een visioen duidelijk aan Petrus dat ze groter moeten denken en dat ze ook de heidenen, ofwel de niet-Joden, moeten vertellen over Jezus. Een Romeinse legerofficier laat Petrus komen. Hij heeft een goed hart en probeert God te dienen. In een droom heeft God hem verteld dat hij Petrus moet laten halen. Nu is het Petrus pas echt duidelijk dat God geen onderscheid maakt tussen Joden en heidenen. Terwijl hij preekt in het huis van de Romein, daalt de heilige Geest neer op de aanwezigen. Paulus en Barnabas op reis Niet iedereen begrijpt dat Jezus ook is gekomen voor de niet-Joden. Jezus' volgelingen die zijn uitgewaaierd, vertellen het goede nieuws uitsluitend aan de Joden in die landen en provincies. Behalve in de stad Antiochië, de hoofdstad van Syrië in die tijd. (Tegenwoordig ligt deze stad in Turkije.) In Antiochië krijgen ook Grieken het goede nieuws te horen en velen komen tot geloof. Hier worden Jezus' volgelingen voor het eerst ‘christenen' gen...
Deze week komen tientallen kardinalen in Rome bijeen om een nieuwe paus te kiezen. Waar moet een goede paus aan voldoen? Andries Knevel geeft antwoord in de Cvandaag podcast. De journalist bespreekt ook de vrouwendiscussie die binnen de SGP wordt gevoerd. En als theoloog gaat Knevel in op de vraag of naar Israël vluchtende Joden een vervulling is van een Bijbelse profetie.
(01:31) Trump na 100 dagen: volgens hemzelf weergaloos, volgens critici chaotisch. Filosoof Henri van Nispen ziet parallellen met de Romeinse keizer Caligula en diens ‘adhocratie'. Maar wat is een 'adhocraat' en hoe spiegelt Trumps ogenschijnlijke onvoorspelbaarheid zich in het leven van de wrede keizer? (16:51) In 1941 werd midden in een Amsterdamse school een muur opgetrokken. Joodse leerlingen kregen voortaan aan de achterkant les. Andere leerlingen kwamen in opstand en richten een kinderverzetsgroep op. Mirjam Elias schreef er het jeugdboek 'Het verlaten hotel' over en maakte aanvullend lesmateriaal. Elias is te gast. (29:14) De column van Sana Valiulina. (33:22) 'De ondergedoken camera', zo heet het netwerk van fotografen dat in het geniep de laatste bezettingsmaanden vastlegde. Hun beelden bepaalden ons beeld van WOII in Nederland. Hoe ze werkten, bleef onbekend — tot nu, dankzij het boek 'De ondergedoken camera'. De auteurs Erik Somers en René Kok vertellen. Meer info: https://www.vpro.nl/programmas/ovt/luister/afleveringen/2025/04-05-2025.html# (https://www.vpro.nl/programmas/ovt/luister/afleveringen/2025/04-05-2025.html)
In de zomer van 1941 werd midden in de Wilhelmina Catharinaschool in Amsterdam-Centrum een muur opgetrokken. Joodse basisschoolleerlingen kregen voortaan aan de achterkant les en steeds verdwijnt er eentje. Niet-Joodse leerlingen begrijpen niet waarom volwassenen hier niets tegen doen en komen in opstand: ze richten een kinderverzetsgroep op. Mirjam Elias schreef er in 2003 het jeugdboek Het verlaten hotel over. Nu is er aanvullend lesmateriaal. Elias is te gast.
Als Sandra (Isa Hoes) ontdekt dat haar ouders hun Joodse identiteit verborgen hebben gehouden, besluit ze nog één keer contact op te nemen met haar moeder An (Nettie Blanken), die ze sinds haar vijftiende niet meer gesproken heeft. Een mooi verhaal over identiteit, en hoe ieder zelf zou moeten kunnen bepalen wat je daarmee doet. Geproduceerd door Nikol Poppe van Stories On Sound (https://www.storiesonsound.nl) voor de EO. Gebaseerd op de gelijknamige roman van Josha Zwaan, regie Loek Hennipman. Voor meer informatie: (https://www.storiesonsound.nl)https://www.eo.nl/podcast/parnassia/over Parel Radio Podcast omvat de mooiste verzameling radioverhalen. Tijdloos en iedere twee weken een nieuwe aflevering. Host: Stef Visjager. Laat je reactie of sterren achter in je podcast app. Mailadres voor vragen en suggesties: radioparel@gmail.com.
Heintje Theeboom (99) was 15 jaar toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Ze moest een Jodenster dragen omdat haar moeder half-Joodse was. Haar moeder en zusje werden op een dag gevangen genomen, terwijl haar vader de Duitsers net te snel af was. Ze vertelt over dit moment en hoe haar gezin de oorlog overleefde en later naar Australië verhuisde.
De laatste week De laatste week breekt aan. Deze begint met een maaltijd bij Lazarus thuis. Zijn zus Maria giet kostbare olie over Jezus, waarmee ze Hem in feite voorbereid op Zijn dood. Daarna is er de zondagse intocht waarbij Jezus als Messias wordt verwelkomd in Jeruzalem. Hoewel Jezus weet dat Hij vrijdags zal sterven, investeert Hij bijna al Zijn beschikbare tijd in onderwijs aan Zijn leerlingen. Ze houden een maaltijd en geen van de leerlingen wast de voeten van een ander. Dat is immers het werk van een slaaf of een dienaar. Toch kiest hun Leider, Jezus, ervoor om wél de voeten van de anderen te wassen. Deze ene daad laat zien hoe God werkelijk is. Liefdevol en dienend. ‘En zo', zegt Jezus, ‘moeten ook jullie elkaar liefhebben en dienen'. Er volgt meer onderwijs. Eén van de bekendste verhalen is dat wij geënt moeten zijn in God zoals een wijnrank vastzit aan de wijnstok. God is de Bron van ons leven. Maar net als wijnranken moeten wij worden gesnoeid. Niet omdat God ons pijn wil doen, maar omdat we zo meer vrucht zullen dragen: we kunnen zo nuttiger zijn voor Hem. Jezus vertelt ook dat Hij weggaat. Dit maakt Zijn leerlingen verdrietig, maar Jezus zegt dat het nodig is. Alleen zo kan de heilige Geest in ons komen wonen. Als God in de vorm van de heilige Geest in ons leeft, is Jezus altijd bij ons. Nergens in de Bijbel wordt de term ‘Drie-eenheid' gebruikt om God, Jezus en de heilige Geest aan te duiden. Maar het idee dat er één God is in drie verschijningsvormen wordt hier wel beschreven door Johannes. God de Vader, Jezus de Zoon en de heilige Geest zijn ieder apart actief, en toch zijn ze één. Wat is dan de rol van de heilige Geest? Jezus zegt dat Hij ons zal overtuigen van de waarheid. Hij zal ons ook de kracht geven om Zijn missie te voltooien in de wereld. Hoewel Jezus het offer brengt dat nodig is om de zonde te verslaan, is het aan de volgelingen van Jezus om dit goede nieuws te vertellen op deze wereld. Hij waarschuwt wel dat er tegenstand en vervolging komt, maar voorspelt eveneens de overwinning voor wie volhoudt. Hij bidt een prachtig gebed voor Zijn leerlingen en alle volgelingen die nog zouden komen. ‘Ik ben het' Jezus gaat met zijn leerlingen naar de Olijfgaard en dan komen soldaten eraan lopen, geleid door de verrader Judas. ‘Wie zoeken jullie?', vraagt Jezus. ‘Jezus uit Nazaret', antwoorden ze. ‘Ik ben het', zegt Jezus. De soldaten deinzen achteruit en vallen zelfs op de grond. ‘Ik ben.' Dat zei God tegen Mozes toen Mozes Hem om Zijn naam vroeg. In Johannes zegt Jezus zeven keer iets over wie Hij is met de woorden: ‘Ik ben …'. Ik ben het Brood van het leven. Ik ben het Licht van de wereld. Ik ben de Deur voor de schapen. Ik ben de Opstanding en het Leven. Ik ben de goede Herder. Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Ik ben de ware Wijnstok. Iedere stelling zegt iets over Jezus' identiteit. En hier openbaart Jezus opnieuw wie Hij is. ‘Ik ben het.' Ofwel: ‘Ik ben God.' Hadden de vijandelijke soldaten door dat Hij dit bedoelde? Ze waren in ieder geval diep onder de indruk en lijken besluiteloos. Petrus is dat niet. Hij pakt zijn zwaard en slaat een oor af van de slaaf van de hogepriester. (Lucas vermeldt dat Jezus de oor van de slaaf genas.) Jezus wijst Petrus terecht. ‘Zou ik de beker die de Vader Mij gegeven heeft niet leegdrinken?' - Johannes 18:11 Jezus gaat Zijn dood tegemoet, maar niet omdat Hij in de val is gelopen. Hij legt Zijn leven vrijwillig af. Het past allemaal in Gods reddingsplan. De leerlingen maken zich echter uit de voeten. De soldaten voeren Jezus mee naar de Joodse raad en uiteindelijk leiden de Joden Hem naar de Romeinse gouverneur Pilatus. Jezus wordt ervan beschuldigd dat Hij claimt een koning te zijn. Als Pilatus Hem daarnaar vraagt, antwoordt Hij: ‘Mijn koninkrijk is niet van deze wereld'. Impliciet geeft Jezus dus toe dat Hij wel degelijk koning is. En iedere Jood die zich koning noemt, is een bedreiging voor de Romeinse keizer. Pilatus is duidelijk ongemakkelijk. Eigenlijk ziet hij niet zoveel gevaar in Jezus. Met een list probeert hij de Joden af te schepen. Hij laat een Joodse moordenaar komen en vraagt het volk wie hij vrij moet laten. De moordenaar Barabbas of Jezus? Opgehitst door hun leiders kiest het volk voor Barabbas. Barabbas was schuldig, Jezus onschuldig. Toch is het Jezus die sterft en niet de moordenaar. Hij draagt de straf die Barabbas verdient. Het is volbracht Jezus wordt gemarteld en gekruisigd, het ultieme bewijs dat in Gods Koninkrijk alles anders is dan hier op aarde. De enige ware Koning, de God die mens werd, de Mens die niet had gezondigd, juist Hij sterft. Hij draagt zo de straf voor ons. En op een bijzonder moment: op dat tijdstip slachten de Joden namelijk het lam voor het pesachmaal. Nu denk je misschien, maar Jezus had de avond daarvoor toch al de maaltijd gevierd waarmee de uittocht uit Egypte werd herdacht? Dat klopt. Dit heeft er waarschijnlijk mee te maken dat voor sommige Joden een dag begon bij de zonsopkomst. Dit was bijvoorbeeld zo in Galilea, waar Jezus vandaan kwam. Maar voor Joden in Jeruzalem begon een nieuwe dag bij zonsondergang. Daardoor wordt in de tijd van Jezus het pesachfeest dus niet in het hele land op hetzelfde moment gevierd. Jezus at zelf van het pesachmaal volgens de Galilese tijdsrekening, terwijl Hij stierf tijdens het slachten van het lam door de Joden die in Jeruzalem wonen. Vlak voor Jezus de laatste adem uitblaast, verzucht Hij: ‘Het is volbracht'. Dit zijn misschien wel de mooiste woorden die ooit zijn gesproken in de geschiedenis van de mensheid. HET IS VOLBRACHT! Jezus heeft het offer gebracht dat nodig was om de dood te verslaan. Wie in Jezus gelooft, ontvangt vergeving van zonden. Hij of zij hoort bij God. Jezus wordt in een graftombe gelegd door een rijke man die Josef heet én door Nikodemus. Het lijkt erop dat beiden in het geheim volgeling van Jezus waren geworden. Het graf is leeg ‘s Zondags gaat Maria uit Magdala naar het graf (volgens de andere evangeliën met andere vrouwen) en ontdekt dat Jezus weg is. Petrus en Johannes rennen naar het graf. Ze ontdekken dat het linnen keurig is opgevouwen, maar er is geen lichaam. De twee mannen geloven dat er een wonder is gebeurd en gaan terug naar het huis waar ze verblijven. Maria blijft staan bij het graf en dan ziet ze plotseling twee engelen. ‘Ze hebben mijn Heer weggehaald!', zegt ze. ‘En ik weet niet waar ze Hem hebben heengebracht.' Achter haar verschijnt Jezus, maar ze kijkt niet goed naar Hem. Dan noemt Hij haar naam. ‘Maria!' Ze draait zich met een ruk om. ‘Rabboeni!' Meester! Jezus draagt haar op de leerlingen te vertellen dat Hij weer leeft. En niet veel later verschijnt Hij ook aan hen. Alleen Tomas is er niet bij en hij gelooft niet dat Jezus uit de dood is opgestaan. Een week later komt Jezus opnieuw uit het niets op bezoek. ‘Leg je vingers hier, kijk naar Mijn handen en leg je hand in Mijn zij', zegt Jezus. ‘Wees niet langer ongelovig, maar geloof.' Tomas antwoordt: ‘Mijn Heer, Mijn God!' En Jezus zegt: ‘Omdat je Me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien, maar toch geloven.' Die laatste woorden zijn bedoeld voor ons. Wij hebben Jezus niet gezien een week na Zijn opstanding. Gelukkig zijn wij als we toch geloven. Een ontroerend slot Maar Johannes heeft nog een ontroerend slot voor ons in petto. De leerlingen hebben hun oude beroep opgepakt en zijn weer gaan vissen. Jezus had hen geroepen met de woorden ‘Ik maak vissers van mensen van jullie', maar hier vissen ze op de dieren die in het water leven. Het zit echter niet mee. De netten blijven leeg. Een man roept vanaf de kant van het water dat ze het net aan de andere kant moeten uitgooien. Ze doen wat de man zegt en plotseling zit het net volledig vol met vis. Pas dan herkennen ze dat het hier om Jezus gaat en Petrus springt over boord om naar Hem toe te lopen. Johannes vertelt ons met dit verhaal dat we veel meer vis zullen vangen als we gehoorzaam zijn. Hij bedoelt dat we veel meer zullen bereiken en dat veel mensen tot geloof zullen komen als we Jezus' aanwijzingen opvolgen. Jezus maakt een vuurtje, braadt vis en eet zelf ook, opnieuw een bewijs dat Hij geen geest is maar weer echt leeft. Dan neemt Hij Petrus apart. Petrus kampt nog met een diep schuldgevoel. Driemaal heeft hij Jezus publiekelijk verraden. Nu vraagt Jezus driemaal of Petrus van Hem houdt. Driemaal antwoordt Petrus bevestigend. Jezus geeft hem de opdracht om een leider te worden van Jezus' volgelingen, die later christenen genoemd worden. Hij moet hen leiden zoals een herder zijn schapen leidt. Tegelijk maakt Hij Petrus duidelijk dat hij op een dag ter dood zal worden gebracht. Dan vraagt Petrus wat er met Johannes zal gebeuren. Jezus antwoordt dat hem dat niets aangaat. De schrijver van dit evangelie laat weten dat zijn taak was om zijn hele leven te getuigen van wie Jezus was. Johannes is vervolgd, gemarteld en uiteindelijk verbannen naar het eiland Patmos, maar voor zover bekend is hij de enige leerling die geen gewelddadige dood is gestorven. Tot het einde van zijn lange leven heeft hij over Jezus verteld. Dit boek, vol met herinneringen aan Jezus, Zijn onderwijs en Zijn daden, is daar het bewijs van.
NIW-podcast #101, met: de enorme branden die woeden in Israël zijn (deels?) aangestoken, weinig feest op deze Jom Ha'atsmaoet, na Christenen voor Israël nu hetze tegen Nederlands-Joodse organisaties, Joodse ambtenaren wijzen actievoerende collega's op hun verantwoordelijkheid en heel veel meer.
Midden in de Tweede Wereldoorlog brengt de toen 18-jarige Diet een joodse kleuter achter op haar fiets vanuit Dordrecht naar haar oom en tante in Wormerveer. Noorddijk 37 wordt het onderduikadres van Mirjam, die in Wormerveer Marjan wordt genoemd. Dit is een van de verhalen die op 3 mei worden verteld tijdens de Open Joodse Huizendag. Sinds 2017 laat de werkgroep Open Joodse Huizen van het 4 en 5 mei comité Zaanstad Open Joodse Huizen | Huizen van Verzet in woonkamers en keukens in de Zaanstreek zien wat er zich in de Tweede Wereldoorlog afspeelde. Dick van de Geer is een van de mensen die de verhalen achter de muren van de huizen tot leven brengt. In deze podcast vertelt hij over hoe het Mirjam in Wormerveer is vergaan.
Het zestienjarige Joodse meisje Sara Leibovits zat samen met haar familie in deze trein. Uitgegeven door Boekerij Spreker: Hymke de Vries
Bodil de la Parra is actrice en toneelschrijver. Haar eerste theatervoorstelling ‘Orgeade Overzee' werd bekroond met de Van der Viesprijs en ‘Victor en Ik' kreeg een nominatie voor de Taalunie Toneelschrijfprijs (2000). Ze schreef en speelde in de voorstelling ‘Ouwe Pinda's' en was verantwoordelijk voor de muzikale komedie ‘We Want More'. Recentelijk was ze te zien in de tv-series ‘Klem' en ‘Het jaar van Fortuyn'. Nu komt de la Parra met de voorstelling ‘Brieven aan Bertje', een voorstelling in het kader van Theater Na de Dam. Het is een ode aan de Surinaamse verzetsheldin Elisabeth ‘Betty' Bergen, die Joodse mensen hielp onder te duiken. Femke van der Laan gaat met Bodil de la Parra in gesprek.
Elie Wiesel is een Joodse schrijver en winnaar van een Nobelprijs. Deze aflevering gaat niet alleen om wijsheid, om profetische wijsheid, maar ook over de vraag: Hoe wordt je zelf een wijze? Veel jonge generatie snakken naar mensen die hen wijsheid kunnen overdragen. Mensen die ouder zijn, die iets geleerd hebben in het leven, die niet bitter zijn geworden of materialistisch, en die laten merken dat ze jou zien en je iets kunnen leren. Wij hebben nood aan inspirerende stemmen, die ook een morele stemmen zijn, die een gewetensfunctie belichamen en die het lawaai van schreeuwers en onnozele bestuurders overtroeven met iets heel anders. Die misschien autoritaire stemmen tot de orde kunnen roepen? Die zich uitspreken tegen geweld, die het verdriet durven benoemen en die een ander visioen in hun ogen hebben. Deze aflevering gaat over generaties, en over een stimulerende dynamiek tussen jong en oud in het overdragen van wijsheid.
Amsterdam, 1942. De twintigjarige Rachel van Dam werkt bij een diamantslijperij in de Joodse buurt. Uitgegeven door Boekerij Spreker: Ruby van Tongeren
Een mysterieuze namenlijst zet een jonge studente op het spoor van een groep Joodse kinderen die in de oorlog hun identiteit opgaven in ruil voor vrijheid. Meeslepend en waargebeurd. Uitgegeven door KokBoekencentrum Fictie Spreker: Lot van Lunteren
OpenAI komt bijna met het volgende grote AI-model dat onder meer ChatGPT aandrijft, GPT-4.5. Joe van Burik vertelt in deze Tech Update wat je moet weten. Dat heeft OpenAI-topman Sam Altman gisteravond aangegeven, in een reeks berichten op X. Het is voor het eerst dat hij officieel iets over 'Orion' zegt, dat is namelijk de interne werktitel van dit model. Afgelopen november dook die naam voor het eerst op toen Amerikaanse media daarover berichtten. Verder in deze Tech Update: Elon Musks platform X moet tien miljoen dollar betalen aan Donald Trump als schikking, na de rechtszaak die de huidige Amerikaanse president aanspaande in 2021 Scarlett Johansson is net als diverse andere Joodse acteurs ongevraagd verwerkt in een pro-Israëlische deepfakevideo gericht tegen Ye / Kanye West, en wil betere AI-regulering See omnystudio.com/listener for privacy information.
Jonah Freud is kookboekauteur. Ze schrijft kookboekrecensies voor Het Parool en stond jarenlang aan het roer van De Kookboekhandel in Amsterdam. Ze werkte mee aan het ‘Het Krokettenboek' van Johannes van Dam en gaf verschillende boeken uit, zoals de bestseller ‘De banketbakker' van Cees Holtkamp. Zelf schreef Freud onder andere ‘Memmisj', een boek over de Joodse keuken. In ‘Het kookboek van Nederland' presenteren Freud en Garrelt Verhoeven hun persoonlijke canon van het Nederlandse kookboek. Femke van der Laan gaat met Jonah Freud in gesprek.