Podcast by Ons Amsterdam
Op woensdag 9 mei 1945 werd in de Portugese Synagoge aan het Jonas Daniël Meijerplein een bijzondere dienst gehouden ‘voor de Joden te Amsterdam', in de woorden van Jaap Meijer ‘een dienst, van bijkans lugubere betekenis', waar ‘honderden' elkaar weerzagen ‘in het bewustzijn dat tienduizenden nimmer zouden wederkeren.' De Portugese Synagoge was ongeschonden door de Bezetting gekomen. Dat gold niet voor de vier synagoges van de Hoogduitse Gemeente, aan de andere zijde van het Jonas Daniël Meijerplein. Die waren geplunderd en beroofd van hout en lood. De bestuurders zochten manmoedig naar een nieuwe, ‘piëteitsvolle' bestemming, maar de Gemeente Amsterdam hield de hand op de knip. In 1954 werden de gebouwen gered. Het zou nog meer dan dertig jaar duren voor er echt een waardige bestemming aan gegeven werd, het Joods Historisch Museum – nu het Joods Cultureel Kwartier. Rob de Spa is historicus en schreef in het meinummer van Ons Amsterdam over die eerste dienst. Hij schreef eerder een bachelorscriptie over de moeizame verkoop van de Hoogduitse synagoges. Die is op www.onsamsterdam.nl te lezen.
Wie zelf niet wil koken, kan in Amsterdam al eeuwen buiten de deur eten. Handelsmetropool Amsterdam was in de zeventiende eeuw al een migrantenstad, met een gevarieerd aanbod aan buitenlandse herbergkeukens. Ook in later eeuwen zette de stad de toon voor de restaurantcultuur in de rest van Nederland, van de komst van Parijse restaurants tot de eerste koosjere en Chinese eethuizen, pizzeria's, bistro's, krakerskeukens en ‘nouveau ruig'-zaken. Koen Kleijn gaat in gesprek met Maarten Hell en Charlotte Kleyn, auteurs van Uit eten in Amsterdam. Vier eeuwen culinaire cultuurgeschiedenis, over luxezaken met topchefs aan het roer en vernieuwende migrantenkeukens, maar ook over goedkope eethuizen en sneuvelplekken voor nachtbrakers. Maarten Hell is historisch onderzoeker, tekstschrijver (eind)redacteur, en promoveerde in 2017 op De Amsterdamse herberg 1450-1800, bekroond met de Joop Witteveenprijs. In 2024 verscheen zijn boek over de verdwenen multi-etnische buurt Vlooienburg, Verloren wereld in de Amstelbocht. Charlotte Kleyn is culinair historica en journaliste. Ze publiceerde de boeken Luilekkerland. 400 jaar koken in Nederland (2018) met Onno Kleyn en Trek. Eten onderweg, toen en nu (2021). Ze heeft een wekelijkse column in Trouw en schrijft voor Het Parool.
Wat maakt de Indische Buurt de Indische Buurt? De wijk ontstond begin twintigste eeuw als een buurt met veelal linkse, arme huishoudens, van katholiek tot joods. De Indische Buurt ontwikkelde zich vervolgens tot een wijk met karakter en een sterk gemeenschapsgevoel, maar tegelijkertijd verslechterden in de loop van de tijd ook de huizen, de omstandigheden van bewoners en de veiligheid op straat. Hoe krabbelt een buurt daar weer van op, zonder daarbij zijn karakter te verliezen? Ton Heijdra is stadsgeograaf, zeer productief schrijver over de geschiedenis over Amsterdam, en medeoprichter van Museum 't Schip. Hij was opbouwwerker in de Indische Buurt. Rob van Veelen is historicus en coördinator van het Indische Buurt Museum. Hij was daarvoor participatiemakelaar in de Indische Buurt.
Ook Berlage is ooit ergens begonnen, en wel als tekenaar op het architectenbureau van Theodor Sanders. Dat was niet alleen een bevlogen en hoogst originele architect, maar ook een enthousiaste ondernemer met een bijzondere voorliefde voor spoorwegen. Berlage werd wereldberoemd, Sanders raakte in het vergeetboek, ondanks zijn bijdragen aan de bloei van 19e eeuws Amsterdam. Sanders bouwde 's lands eerste sportcomplex op het Museumplein en zijn Noord-Hollandsche Tram ontsloot het Waterland en bracht het toerisme naar Marken en Volendam. Zij aan zij met zijn vrouw Cateau Huidekoper streed hij bovendien voor geboortebeperking, vrouwenkiesrecht, arbeidersrechten en onderwijsvernieuwing. Samen met Arjan den Boer brengt Koen Kleijn deze architect terug in de schijnwerpers. Arjan den Boer schrijft over monumenten, architectuur, affiches en spoorweghistorie en is auteur van Theodor Sanders - De vergeten compagnon van Berlage (1847-1927).
Lang geleden, toen de meeste Amsterdammers nog in wonderen geloofden, vond er een mirakel plaats in de middeleeuwse Kalverstraat. Een stervende man braakte het laatste sacrament uit. Hierop werd de uitgebraakte hostie in het vuur geworpen, maar verbrandde niet. Een teken van God voor de Amsterdammers! Koen Kleijn spreekt met Peter Jan Margry over het Mirakel van Amsterdam, de daaropvolgende bedevaartstochten en de Stille Omgang, een traditie die tot op de dag van vandaag in stand gehouden wordt. Peter Jan Margry is emeritus hoogleraar Europese Etnologie aan de Universiteit van Amsterdam en onderzoeker bij het Meertens Instituut. Hij is coauteur van Het Mirakel van Amsterdam. Biografie van een betwiste devotie (2017). Deze podcastaflevering is gemaakt in samenwerking met het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap (KOG).
Een Damrak vol rolkoffers, niet kunnen doorfietsen bij het Rijksmuseum en een TikTokrij bij je favoriete kroeg... Tegenwoordig heeft elke Amsterdammer wel iets te klagen over de toeristen die de binnenstad onder de voet lopen en de overlast die ze met zich meebrengen. Maar hoe is Amsterdam eigenlijk een toeristenstad geworden? Koen Kleijn spreekt erover met Sophie van Ginneken. Sophie van Ginneken is docent Architectuurgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde in 2023 op een studie van Amsterdam als toeristenstad.
Hoe zag Amsterdam eruit in 1275? Ranjith Jayasena en Gabri van Tussenbroek, schrijvers van het boek Amsterdam, het water en de mensen. Een dag aan de Amstel in 1275, vertellen over het leven van de Amsterdammers van 750 jaar geleden. Wat aten ze, wat waren hun ambities voor de stad, en hoe overleefden ze? En hoe groeide Amsterdam uit tot de stad die het vandaag de dag is? Ranjith Jayasena is archeoloog, verbonden aan de afdeling Monumenten en Archeologie van de Gemeente. Hij schreef onder meer Graaf- en modderwerk. Een archeologische stadsgeschiedenis van Amsterdam. – en publiceerde daar ook over in Ons Amsterdam. Gabri van Tussenbroek is hoogleraar Stedelijke identiteit en monumenten, in het bijzonder van de Nederlandse bouwhistorie, aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). De leerstoel is ingesteld in samenwerking met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
Koen Kleijn gaat in gesprek met Geert Mak, ook wel historicus des vaderlands te noemen, over het verleden en het karakter van onze stad. Mak heeft veelvoudig over de Amsterdamse geschiedenis geschreven, en een deel ervan ook zelf meegemaakt. We duiken in de ontdekking van het Kasteel van Aemstel', het eigenzinnige karakter van de 'hoofdstad van de republiek' en haar burgers, straatnamen en bouwplannen. Hoe koesteren we de 'vitaliteit van de stad en de porseleinkast van het oude centrum'? En wat maakt volgens doorgewinterd journalist en historicus Geert Mak de goede stad en de goede geschiedschrijver?
MET SPECIAL GUEST RUSSELL SHORTO Koen Kleijn praat met Russell Shorto over zijn betrokkenheid bij beide steden, over de veranderende manier om de geschiedenis van Nieuw Amsterdam te vertellen, over de oorspronkelijke bewoners en over de geïmporteerde zwarte Afrikanen, die deel uitmaakten van de kolonie. Het gesprek is bij uitzondering in het Engels; de Nederlandse vertaling is te vinden op onsamsterdam.nl. Over Russell Shorto Amsterdamkenners kennen hem: Russell Shorto woonde van november 2007 tot 2013 in de stad en was directeur van het John Adams Institute, dat vooraanstaande Amerikaanse schrijvers en denkers naar Amsterdam haalde. Hij had toen al een bestseller op zijn naam over de geschiedenis van Nieuw-Amsterdam, The Island at the Center of the World: The Epic Story of Dutch Manhattan and the Forgotten Colony that Shaped America, dat in Nederland verscheen als Nieuw Amsterdam. De oorsprong van New York. De liefde voor zijn nieuwe woonplaats vertaalde zich naar het boek Amsterdam, geschiedenis van de meest vrijzinnige stad ter wereld, uit 2013. Shorto publiceerde daarvoor en daarna over tal van andere onderwerpen. Maar de relatie met Amsterdam en Nieuw Amsterdam beheerst nog altijd zijn werk. In New York maakte hij voor de eerbiedwaardige New-York Historical Society (sinds 1812!) de tentoonstelling New York before New York. Hij schreef er in het juninummer van Ons Amsterdam een artikel over.
Honderden jaren lang waren Joodse venters niet weg te denken uit de Amsterdamse straten. Ze verkochten alles, van appels tot uien in het zuur, van schoenen tot paraplu's, van brillen tot loterijlootjes, en ze gingen met welluidende zangerige roep langs de straten. Voor de meeste venters was dat een hard bestaan, vaak op de grens van armoede en honger. De Jodenvervolging maakte aan die bijzondere, kleurrijke cultuur een einde. Ewoud Sanders beschrijft in zijn kleurrijke boek veertig soorten venters en probeert ze een naam en een gezicht te geven. In de podcast komen ze uitgebreid aan de orde, en hun roep wordt weer nagezongen. Ewoud Sanders. Van appeljood tot zuurjood. Veertig portretten van joodse straatventers. De Walburg Pers, 320 blz. € 29,90.
De historicus Maarten Hell is vaak in de pagina's van Ons Amsterdam te vinden – vorig jaar nog baarde hij opzien door café De Drie Fleschjes aan te wijzen als het oudst gedocumenteerde café van Amsterdam. Ondertussen schreef hij het monumentale boek Verloren wereld in de Amstelbocht. Leven op Vlooienburg, 1600-1815, over een verdwenen wijk: waar nu het Stadhuis en het Muziektheater staan woonden bijna vierhonderd jaar de meest uiteenlopende Amsterdammers. Hell noemt het de eerste multiculturele, multi-etnische, multireligieuze buurt van Nederland. Het boek vertelt verhalen over een Joodse gokbaas uit Rome, exploitanten van een indoortennisbaan, steenrijke Sefardische kooplieden, Duits-joodse financiers van Casanova en de ‘Duivel van Vlooienberg', die zijn buren bespioneerde voor de Spaanse overheid.
Theater was de bioscoop van de 17de eeuw, een feest voor de zintuigen en de emoties. Rembrandt was waarschijnlijk aanwezig toen op 3 januari 1638 de Amsterdamse Schouwburg openging, en wat hij zag moet indruk hebben gemaakt en zijn verbeelding hebben geprikkeld. Hij probeerde de kijkers naar zijn schilderijen net zo te raken als de toneelmakers, Bredero, Vondel en Vos. Bonte kostuums, grote gebaren en hevige emoties zijn ook te zien in zijn schilderijen. De neerlandicus Frans Blom – expert in 17de-eeuws theater - en Leonore van Sloten, conservator in Museum Rembrandthuis, praten met Koen Kleijn over Rembrandt als regisseur. De tentoonstelling Regie: Rembrandt is nu te zien in Museum Rembrandthuis.
Ons Amsterdam bestaat dit jaar 75 jaar. Het ‘geïllustreerd maandblad, gewijd aan de hoofdstad des lands', verscheen voor het eerst op 1 januari 1949 als uitgave van de Gemeentelijke Commissie Heemkennis. Het Ons Amsterdam van 1949 wilde de Amsterdammers aanmoedigen de geschiedenis van hun stad weer te omarmen. Voormalig hoofdredacteur Peter-Paul de Baar was 29 jaar hoofdredacteur van Ons Amsterdam (1989-2018). Samen met huidig hoofdredacteur Koen Kleijn blikt hij terug op het verleden, heden en uiteraard ook de toekomst van het tijdschrift.
In 2022 vierde het Vereenigd Amsterdamsch Schaakgenootschap, oftewel het VAS, haar 200 jarig jubileum. VAS is daarmee misschien wel de oudste sportvereniging van Amsterdam. Naar aanleiding van het VAS Jubileumboek en het winternummer van Ons Amsterdam spreken we met fervent schakers Joris van Vuure en Robbert ter Hart over de vereniging. Zo vertellen Joris en Robbert over hoe de schaaksport door de tijd heen veranderde, zowel qua tactieken, maar ook over de lengte van de partijen. Uit de beginjaren zijn namelijk schaakpartijen bekend die wel twee jaar duurden.
Vanaf 1956 werden de etalages van de Bijenkorf ingericht door de jonge ontwerper Benno Premsela. Premsela, die van oorsprong binnenhuisarchitect was, maakte van zijn Bijenkorf etalages een ware belevenis in het naoorlogse Amsterdam. Cultuurhistoricus Sjeng Scheijen schrijft in het winternummer over het leven van Premsela en zijn etalagekunst van internationale allure. We spreken Sjeng over de rol die Premsela vervulde als mentor en promoter van vele jonge kunstenaars en over hoe Premsela, met de inrichting van wel zeshonderd etalages per jaar, de kijk op design deed kantelen.
In 1899 verrees het eerste grafzerkje van dierenbegraafplaats Het Torentje aan de Amstelveenseweg. Onder leiding van dierenliefhebber Gerard van Lom groeide de begraafplaats uit tot een bont geheel. Bij Het Torentje vonden mensen een laatste rustplaats voor hun honden, katten, papegaaien of apen. In ons novembernummer schrijft onderzoeker Tessel Dekker over het reilen en zeilen van de dierenbegraafplaats. In de podcast spreken we Tessel over hoe er door de rest van de stad gereageerd werd op deze "modegril" uit Londen en Parijs en vertelt ze hoe de kijk op dieren veranderde in de loop van de negentiende eeuw. Bovendien heeft de begraafplaats een aantal keer moeten verhuizen, dus wie weet wat er nog in de Amsterdamse bodem te vinden valt...
Lesbische liefde en vrouwen in mannenkleding: in 17de-eeuws Amsterdam kwam het zeker voor, maar het werd niet altijd getolereerd. In 1641 schreef de schepen en arts Nicolaes Tulp over Hendrikje van der Schuur, die rondliep in mannenkleding en wilde trouwen met Trijntje Barends. Het liep niet goed af voor de twee. In deze aflevering gaan we in gesprek hierover met Tom van der Molen, conservator van het Amsterdam Museum. Hoe kunnen historici verhalen over LGBTQ+ boven water krijgen? En wat zegt het geval van Hendrikje en Trijntje over de tolerantie van Amsterdam?
Begin jaren tachtig was de Zeedijk een no go area. De straat werd bevolkt door dealers en verslaafden, veel panden waren dichtgetimmerd. De ommekeer begon bij de vastberaden bewoners, die het stadhuis bezetten om de gemeente in beweging te krijgen. Er was veel voor nodig om de Zeedijk te herstellen. Daarover praten we met Willem Oosterbeek, die als journalist en bewoner de ontwikkelingen in de buurt al geruime tijd op de voet volgt.
De oudste kroeg van Amsterdam is 404 jaar oud. Het is niet In 't Aepjen, en ook niet Karpershoek. Herberghistoricus Maarten Hell kent de horecageschiedenis als geen ander en zocht het voor eens en voor altijd uit. De uitslag is terug te lezen in het zomernummer van Ons Amsterdam. In deze podcast spreken we met hem over zijn onderzoek naar de vroege drankhuisgeschiedenis van Amsterdam en over de verschillende kroegen die claimen de oudste te zijn.
Drie Javaanse mannen op blote voeten op de Handelskade in Amsterdam. Op de achtergrond zien we nog enkele Javaanse mensen lopen, onder wie een vrouw met hoofddoek. Het zijn een paar van de duizenden Javaanse contractarbeiders die Amsterdam passeerden op weg naar Suriname tussen 1890 en 1914. Mark Ponte van het Stadsarchief Amsterdam schrijft in ons juninummer over deze twee minifoto's. We spreken met hem over de beëindiging van de slavernij, de komst van contractarbeiders uit onder meer Indonesië en hoe we deze geschiedenissen kunnen documenteren.
Amsterdam-Noord werd in juli 1943 tot drie keer toe gebombardeerd door de geallieerden. Doel was om de Fokkerfabriek aan de Papaverweg te raken, waar vliegtuigen werden geassembleerd voor de Luftwaffe. Maar de bommenwerpers raakten vooral de omliggende volksbuurten, met 189 dode Noorderlingen tot gevolg. In ons meinummer schrijft David Barnouw over de ravage die de bombardementen aanrichtte. In onze podcast spreken we hem over Amsterdam-Noord tijdens de bezetting, de impact van het bombardement en de latere herinnering eraan.
Wel of geen fietspassage? Daarover werd in aanloop naar de heropening van het gerestaureerde Rijkmuseum in 2013 fel getwist. Opeenvolgende museumdirecteuren zagen de passage het liefst omgetoverd tot monumentale ingang. Buurtbewoners en verkeersdeelnemers streden juist om het behoud van de onderdoorgang. De discussie over het gebruik van deze ruimte is nog ouder dan het gebouw zelf. Auto's werden dan wel verboden in 1931, maar voor fietsers zou de passage toegankelijk blijven. Fred Feddes vertelt over de strijd, waarover hij schreef in ons aprilnummer.
Achter de gemoedelijke schilderijen van het chirurgijnsgilde ging een wereld van corruptie en onderlinge strijd schuil. De overlieden trakteerden zichzelf bijvoorbeeld op rijtuigen ten koste van het weduwenfonds. Abraham Titsingh, net als zijn vader chirurgijn, probeerde in de 18de eeuw het tij te keren. Beunhazen, aderlaters en barbiers gooide hij uit het gilde. Maar in zijn tomeloze ijver kreeg Titsingh het al snel met zijn gildebroeders aan de stok. Hoofdredacteur Koen Kleijn vertelt erover naar aanleiding van zijn artikel in ons maartnummer. [c] De nieuwe overlieden van het chirurgijnscollege in 1732 / Jan Maurits Quinkhard, Amsterdam Museum
In de tweede podcast hoort u Willem van der Laan, herenboer van de boerderij Rijnhof aan de Sloterweg. Ook gemeenteraadslid, in Sloten: hij vertelt hoe de Gemeenteraad daar werd verraden door hun eigen wethouder, Willem de Buisonjé
In de eerste podcast spreekt Harmen Betlehem, cafébaas, timmerman, gemeenteraadslid en brandweerman in de gemeente Watergraafsmeer: hij organiseerde een protest tegen de annexatie, een begrafenisstoet.