POPULARITY
GK 89: 1, 7 Exodus 20: 1,2,17 Filippenzen 3: 1–17 NLB 441: 1, 6, 7 Exodus 20: 17 en Gew Cat 76 Preek; Zet je zinnen op Jezus! NLB 441: 8, 10 GK 175B Viering Avondmaal NLB 641: 1, 4
“God heeft een volmaakt plan voor je leven!” We hebben allemaal wel eens die zin gehoord, maar ik denk niet dat veel van ons dat werkelijk geloven. Misschien verontrust het woord ‘volmaakt' ons. Niemand is volmaakt en het idee om volmaakt te zijn voegt alleen druk en stress toe aan ons leven. Volmaaktheid lijkt onmogelijk. En raad eens? Inderdaad! Gods plan is niet volmaakt omdat wij volmaakt zouden zijn. Het volmaakte plan is volmaakt omdat God het heeft ontworpen. De volmaaktheid komt van Hem, alleen Hij is volmaakt. Hij kent ons beter dan dat wij onszelf kennen. Hij heeft een specifiek plan speciaal voor ons leven ontworpen. Paulus vertelt ons in Filippenzen 1:6 dat God ons heeft gered en een goed werk in ons is begonnen, Zijn werk in ons zal worden voltooid. Als we eraan denken dat God in ons aan het werk is, moeten we onszelf eraan herinneren dat zo onvolmaakt als wij zijn, God volmaakt is. Er is niets dat wij ooit kunnen doen wat goed genoeg zal zijn om aan Gods volmaaktheid te voldoen. Alleen Jezus, de Volmaakte, is goed genoeg. En omdat we in Christus zijn, is Gods volmaakte plan voor ons mogelijk!
Door Joline Zuidema en Daan Molenaar Opzet gebed: * Inkeer: reflectie en vredewens * Dankgebed * Bijbellezing * Omkeer: verootmoediging, genadeverkondigingVoorbeden * Rusten: psalm 4, tekst uit kerktraditie, afsluitend gebed Steeds hoor je een 'refrein', een Bijbeltekst die die dag terugkeert.
Schriftlezing: Mattheüs 10 (vers 34 - 39) & Filippenzen 3 (vers 7 - 11) | Voorganger: J.P. Visser | Datum: 2 maart 2025 | Tune: Gerben Budding
Spreker: Ds. E. MeijerTekst: Filippenzen 3:1-16Thema: Vertrouw niet op het vlees Locatie: HG VeenDatum: 2 februari 2025Bron: https://www.youtube.com/watch?v=syPn0oCZo2A ★ Support this podcast ★
Filippenzen 4:13 is een heel populaire tekst die vaak uit de context geciteerd wordt. Het zegt: “Ik kan alle dingen doen door Christus die mij kracht geeft.” Dit betekent niet dat je gewoon van alles wat je dan ook besluit om te doen, doet alleen omdat jij het wilt. Paulus sprak specifiek over hoe hij in staat was om, door de kracht van Christus, tevreden te zijn ongeacht wat de omstandigheden waren. Ik geloof dat, door Gods genade, we alles kunnen wat we in het leven moeten doen. Dat is de mentaliteit die we nodig hebben. Er is niets te groot voor je wanneer je God vertrouwt. Je kunt met alles wat op je weg komt omgaan omdat God belooft dat Hij ons nooit meer te dragen zal geven dan we aan kunnen. Dus houdt een positieve houding ongeacht waar je nu bent, ongeacht wat er in je leven gebeurt. Wees blij – God is aan jouw zijde. Stop met het overstuur zijn over dingen waar je niets aan kunt doen. God wil dat je weet dat Hij een persoonlijk plan heeft voor je leven, en Hij wil dat je Zijn unieke plan accepteert en jouw plan niet vergelijkt met die van een ander. Je moet God vertrouwen dat Hij beter weet wat je nodig hebt en wat je aankunt om te doen. Per slot van rekening kent Hij je beter dan dat jij jezelf kent!
Door Joline Zuidema en Daan Molenaar Opzet gebed: * Inkeer: reflectie en vredewens * Dankgebed * Bijbellezing * Omkeer: verootmoediging, genadeverkondiging * Voorbeden * Rusten: psalm 4, tekst uit kerktraditie, afsluitend gebed Steeds hoor je een 'refrein', een Bijbeltekst die die dag terugkeert.
Heb jij wel eens ervaren dat God je op een onverwachte plek raakt? Voor mij gebeurde dit op een bowlingbaan! Het klinkt misschien gek, maar het was een moment dat mijn relatie met God volledig veranderde. In deze overdenking deel ik wat de Heer die dag tot mijn hart sprak en hoe het mij liet inzien dat God om elk detail van ons leven geeft, of het nu groot of klein is. Ik vertel je hoe ik leerde om God niet alleen te zien als de Schepper van alles, maar als mijn persoonlijke Herder die zich met liefde om mijn dagelijks leven bekommert. Dit gesprek gaat over de rust die je kunt vinden, de antwoorden die je mag verwachten en de manier waarop God zelfs in de meest gewone situaties tot je kan spreken. Als jij je ook weleens afvraagt of God zich bezig houdt met de kleine dingen, luister dan mee naar mijn verhaal en ontdek hoe jij Hem overal in je leven kunt ervaren. Beste dierbare vriend, Heb ik je al verteld over die keer dat de Heer tot mijn hart sprak? Op een bowlingbaan! Dat klinkt grappig, ik weet het. Maar heb jij ooit een soortgelijke ervaring gehad? Dat moment waarop je iets van God hoorde terwijl je op een ongebruikelijke plek was? Heb je ooit Gods glorie bezongen onder de douche? Of een ingeving van de Heilige Geest gevoeld in je auto op weg naar je werk? Of dat je kinderen of kleinkinderen een onbewuste rake opmerking maakten die een snaar bij jou raakte? Ik vind het geweldig hoe God onze dag op allerlei onverwachte manieren kan onderbreken om tot ons te spreken! Ik wil graag met jullie delen wat de Heer die dag tot m'n hart sprak op de bowlingbaan, maar eerst wil ik jullie herinneren aan iets waarvan ik hoop dat het diep in jullie hart zal doordringen: God geeft om elk aspect van je leven. Er is niets te groot of te klein voor Hem. Je zult je misschien afvragen: Joyce, wat bedoel je precies met ‘er is niets te klein voor God'? Wat ik bedoel is dit: Als er iets in je leven is dat jouw vrede steelt, je onrustig maakt of je met angst vervult, dan raakt dat God. Hij geeft om jou en Hij wil dat je het bij Hem brengt. Jesaja 26:3 zegt: U zult in volmaakte vrede bewaren, wie op U vertrouwt. En Jezus vertelde ons in Johannes 14:27 (NBV21): Ik laat jullie vrede na; mijn vrede geef Ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan. Maak je niet ongerust en verlies de moed niet. Als kind van God hoef je niet onrustig of bang door het leven te gaan. Vrede, voorziening en bescherming zijn jouw geboorterecht in Christus! Een van de krachtigste beelden van God in de Bijbel is dat van een herder, die alles doet om zijn schapen te beschermen en voor hen te zorgen. David schreef: De Heer is mijn herder, mij ontbreekt niets (Psalm 23:1). Het woord ‘mijn' is een woord dat bezit aanduidt. David zei niet alleen: ‘De Heer is een herder' - hij schreef: ‘De Heer is mijn herder'. Dit is belangrijk voor ons om op te merken, omdat het zo gemakkelijk is om God te zien als ver weg, te druk of niet betrokken bij ons dagelijks leven. Misschien hebben we geen moeite om Hem voor te stellen als de Schepper van het universum en de Heerser over de hele schepping, maar zien we Hem ook als onze Herder? Of laat ik het zo vragen: Zie jij Hem als jouw Herder? Als je leert om Hem op die manier te zien, zul je de vrijheid en het vertrouwen hebben om elke zorg eerst bij Hem te brengen. Weet dat Hij onvoorwaardelijk van je houdt en Hij in al je behoeften wil voorzien. Bijvoorbeeld: - Wanneer de kosten stijgen en er weinig geld is, kun je eerst naar God gaan. (Filippenzen 4:19) - Wanneer de wereld chaotisch aanvoelt en je merkt dat de stress toeneemt, kun je eerst naar God gaan. (Johannes 16:33) - Wanneer een persoon of omstandigheid zich tegen je keert, kun je eerst naar God gaan. (Jesaja 54:17) God geeft om alles wat jou bezighoudt of dwarszit. Hij is altijd bij je en klaar om te antwoorden wanneer je Hem roept. Zoveel houdt Hij van je! Het begrijpen van deze nabijheid heeft me geleerd dat ik elk moment en om welke reden dan ook naar Hem toe kan gaan, omdat Hij ook mijn Herder is. Dit is een bevrijdend inzicht geweest in mijn leven. En dit brengt me terug bij mijn verhaal op de bowlingbaan. Hoewel ik al een aantal jaren christen was, had ik nog niet die intieme relatie met God. Ik denk dat je zou kunnen zeggen dat ik Hem als afstandelijk zag. Maar God liet me zien hoeveel Hij van me hield en dat mijn relatie met Hem persoonlijk, intiem en betrokken was. Hij was mijn Herder. Dus, op een avond, was ik aan het bowlen met vrienden en ik speelde een verschrikkelijk slechte wedstrijd. Ik ben sowieso al geen geweldige bowler, maar op die avond was ik echt slecht. En ik voelde me behoorlijk ongemakkelijk. Ik herinner me nog dat gevoel in mijn hart, dat zei; ‘Waarom vraag je Mij niet om je te helpen met bowlen?' En weet je wat? Dat deed ik! Ik bracht die zorg – o, zo klein in het grote geheel van dingen - rechtstreeks naar God. Ik ga je niet vertellen dat ik de rest van de avond alleen maar strikes gooide, maar ik leerde iets in die luidruchtige bowlinghal op een frustrerende avond. Dezelfde God die mij redde en het mogelijk maakte om eeuwig met Hem in de hemel te leven - diezelfde God geeft om de kleinste dingen van mijn dag. Hetzelfde geldt voor jou! God is niet afstandelijk, onverschillig of ontoegankelijk. Hij geeft om jou als je een onverwachte rekening krijgt, als een collega achter je rug roddelt, of als een vriendschap uit elkaar valt. Er is niets in je leven te groot of te klein om bij Hem te brengen. Zijn vrede, bescherming en voorziening zijn vandaag voor jou beschikbaar. Werp je zorgen op Hem en vertrouw erop dat Hij in elke nood voorziet, hoe groot of hoe klein die ook is. De Heer is mijn Herder
Het consequent najagen van God is niet altijd gemakkelijk, maar het is zeker de moeite waard. Echter, je kunt God niet najagen, totdat je zelf eerst werkelijke vrijheid hebt ervaren. God werkt om ons vrij te zetten, het is heerlijk om vrij te zijn van schuld, veroordeling en altijd onszelf af vragen wat mensen van ons denken. Wanneer we weten wie we zijn in Christus, zijn we bevrijd van de zorg om te mislukken. Dat geeft ons moed om te kunnen uitstappen en Gods beloften na te jagen. Eén van de grootste vrijheden die God mij heeft gegeven is de vrijheid om mijzelf te zijn. Jarenlang probeerde ik iemand te zijn die ik niet was, ik had het gevoel dat ik dit of dat moest zijn, terwijl ik wist dat ik niet zo was als iedereen. Toch bleef ik proberen om net zo te zijn als ieder ander totdat ik door mijn relatie met God leerde dat Hij mij geschapen heeft om mezelf te zijn. Dit zette mij ook vrij van mij, zodat ik mijzelf kan richten op Jezus en mag uitreiken naar anderen zoals Hij dat van mij wilt Filippenzen 3 zegt dat Paulus vastberaden was om aan die dingen vast te houden waarvoor Christus Jezus stierf, om Hem en de kracht van Zijn opstanding te kennen. Ik geloof dat wanneer we wedergeboren zijn er een geest van vastberadenheid in ons ontspringt. We mogen het de Heilige Geest, passie of ijver noemen, en het geeft ons de pit die we nodig hebben om in moeilijke tijden te zeggen: “Ik zal niet opgeven om een intieme, hartstochtelijke, diepe en persoonlijke relatie met God te hebben. Ik zal niet opgeven om alles te zijn wie Christus wil dat ik ben.” Wees vastberaden om te staan in geloof en Gods beloften te ontvangen. Onthoud goed, jij behoort tot Hem en Hij heeft je een vastberaden geest geschonken!
In Numeri 11 geeft Mozes ons een voorbeeld van wat we kunnen doen als we onder stress zijn. Over druk gesproken, hij leidde de Israëlieten door de wildernis voor wat een elfdaagse reis had moeten zijn, maar uiteindelijk veertig jaar zou duren! De mensen waren depressief en klaagden over hun situatie. In vers 14 zegt Mozes tegen God, “Ik kan niet alleen voor dit hele volk zorgen, die last is veel te zwaar voor mij.” Net als Mozes, is het goed als we zeggen: “Ik heb mijn grens bereikt”. Ja, de Bijbel zegt: "Ik ben tegen alles bestand door Hem die mij kracht geeft" (Filippenzen 4:13 NBV), maar dat refereert in werkelijkheid naar tijden waar we geconfronteerd worden met diverse beproevingen en situaties waarin God ons zal helpen. Dit betekent niet dat we zoveel verantwoordelijkheden op ons nemen dat we volledig opbranden, zoals de vrouw die vijf kinderen opvoedt, full-time werkt, lid van het kerkenraad is, enzovoorts. Soms is het allemaal gewoon teveel… en het is goed om dat toe te geven. Het is ook goed om “nee” te zeggen tegen sommige dingen, zodat je echt kunt genieten van het leven zoals God het heeft bedoeld. Hier is het goede nieuws: Jij en ik hoeven niet te zijn zoals iedereen, of iedereen bij te kunnen houden. God schiep sommige mensen om grote hoeveelheden werk te kunnen verzetten, maar veel mensen steken niet zo in elkaar. Ieder van ons moet zijn zoals God ons geschapen heeft om te zijn, en we hoeven ons daarvoor niet te verontschuldigen. We moeten elk afzonderlijk de juiste balans in verantwoordelijkheden weten te vinden die God vastgesteld heeft om bij te leven, zodat we van ons leven kunnen genieten, in plaats van onszelf ziek te maken door een overbelasting aan stress en druk. Als je jouw grens hebt bereikt, ga dan naar God, net zoals Mozes deed. Hij zal je helpen een gezondere levensstijl te vinden.
Welke droom heeft God in jouw hart geplaatst? Ik vraag je niet of je een droom hebt. Ik weet namelijk dat je die hebt, want God geeft ons allemaal een droom. Ik heb mensen op verschillende manieren zien omgaan met hun dromen. Sommige mensen verstoppen hun dromen heel diep in hun hart, uit zelfbescherming voor de kritiek van anderen. Anderen plaatsen hun dromen zo ver uit het zicht, dat ze er niet meer over hoeven na te denken. Weer anderen geven hun dromen uiteindelijk op, omdat het te pijnlijk voor hen is om zich eraan vast te houden. Als jouw dromen een start nodig hebben, dan wil ik dat je twee dingen goed onthoudt. Ten eerste, zorg ervoor dat jij een heldere visie hebt en, ten tweede, zorg ervoor dat je deze visie altijd in het vizier houdt. Het feit dat je een visie hebt, wil niet zeggen dat het ook direct zal gebeuren. God is namelijk net zo geïnteresseerd in het proces van een visie, als in het eindresultaat zelf. De apostel Paulus zei in Filippenzen 4:11-13 dat hij had geleerd hoe hij tevreden en voldaan kon zijn met alles wat hij had, onder welke omstandigheden dan ook. Met andere woorden, hij liet zich niet beïnvloeden door de omstandigheden waarin hij zich op dat moment bevond, maar richtte zich altijd op zijn doel. Dit betekent dat jij, net als Paulus, een balans moet vinden tussen voldoening en ambitie. De sleutel hiervoor is: Leer om, onderweg naar je bestemming, te genieten van waar je nu bent. Wanneer je een droom of visie hebt, moet je deze goed voor ogen houden. Mocht het je helpen, schrijf het dan op. En onthoud, God zal je helpen om de droom, die Hij je gegeven heeft, leven te geven. Stap voor stap, dag voor dag.
Door Hadassa Stehouwer en Jurjen ten Brinke Opzet gebed: * Inkeer: reflectie en vredewens * Dankgebed * Bijbellezing * Omkeer: verootmoediging, genadeverkondiging * Voorbeden * Rusten: psalm 4, tekst uit kerktraditie, afsluitend gebed Steeds hoor je een 'refrein', een Bijbeltekst die die dag terugkeert.
Lezen: Johannes 1:1-18Enerzijds is het evangelie verbluffend simpel. God KAN geen zonde tolereren omdat Hij anders niet meer heilig zou zijn. De mens heeft gezondigd en leeft daardoor gescheiden van God. Jezus heeft een brug geslagen tussen God en mens door in onze plaats te sterven. Maar als je hier dieper over nadenkt, levert dit natuurlijk ook weer vragen op. Bijvoorbeeld: hoe kan de dood van één persoon ervoor zorgen dat andere mensen vrijuit gaan? Ik gebruik hier weer juridische termen. Denk ook nog eens terug aan het verhaal van de vader met twee zoons. De één wenste zijn vader dood, maar kwam tot inkeer en keerde terug. Hij werd door zijn vader in ere hersteld en hoefde daar niets voor te doen. Was dat eerlijk en rechtvaardig? Nee. Helemaal niet. Hij had iets heel ergs gedaan. Hij had zijn vader vernederd. Het was rechtvaardig geweest als de vader nu zijn zoon zou vernederen. Ja, toch? Oog om oog, tand om tand. Maar de vader reageert heel anders. Hij betaalt zijn zoon niet met gelijke munt terug, maar accepteert de vernedering. Hij draagt dus de straf die zijn zoon verdient! Waarom? Om zo de relatie te kunnen herstellen. Hij houdt zielsveel van zijn kind. Wat in Jezus' gelijkenis niet naar voren komt, is dat iemand anders wel degelijk de prijs moet betalen. De zoon heeft een plaatsvervanger nodig. Iemand die in zijn plaats de straf krijgt. Wie zou dat kunnen zijn? Het Oude Testament geeft hier al aanwijzingen voor. Het volk Israël moest dagelijks en jaarlijks dieren offeren om vergeving voor hun zonden te vragen. De dieren die werden geslacht waren onschuldig. Ze mochten geen enkel gebrek hebben. Dus: niet ziek zijn, niet mank lopen of een slecht gebit hebben. Een stuk vee met een gebrek is immers minder waard. Maar het gaat nog verder. Ziekte en beperkingen zijn pas in de wereld gekomen nadat Adam en Eva hadden gezondigd. Daarvóór was alles volmaakt. Dit betekent niet dat als je nu ziek bent of een beperking hebt, dat dat komt omdat je hebt gezondigd. Het betekent ook niet dat je nu minder waard bent! Integendeel. God houdt van de underdog. Hij komt op voor kwetsbare mensen. Daar heeft Hij een zwak voor. Wat ik probeer te zeggen is dat de wereld nog steeds volmaakt zou zijn, als er nooit was gezondigd. Het feit dat deze offerdieren geen gebrek mochten hebben, wijst vooruit naar het volmaakte offer. Dierenoffers wijzen vooruit naar het definitieve offer. Het volmaakte en definitieve offer kan alleen gebracht worden door een mens. Maar welke mens heeft geen enkel gebrek? En welke mens heeft ooit zonder zonde geleefd? Niet één. Dus God moest iets bijzonders doen. Hij moest mens worden. En dat is de essentie van Jezus: Hij was honderd procent God en honderd procent mens tegelijkertijd. Laten we lezen hoe de apostel Johannes dit uitlegt. Johannes 1:1-18 In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan, zonder het Woord is niets ontstaan van wat bestaat. In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen. Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam. Het Woord was in de wereld, de wereld is door Hem ontstaan en toch kende de wereld Hem niet. Hij kwam naar wat van Hem was, maar wie van Hem waren hebben Hem niet ontvangen. Wie Hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft Hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God. Het Woord is mens geworden en heeft in ons midden gewoond, vol van genade en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. Van Hem getuigde Johannes toen hij uitriep: ‘Hij is het over wie ik zei: “Die na mij komt is meer dan ik, want Hij was er vóór mij!”' Uit zijn overvloed hebben wij allen opnieuw genade ontvangen: de wet is door Mozes gegeven, genade en waarheid zijn met Jezus Christus gekomen. Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft Hem doen kennen. Jezus is het Woord en het Woord werd mens Wat valt je op als je deze tekst op je laat inwerken? Het taalgebruik is misschien wat ingewikkeld, maar eigenlijk vertelt Johannes het begin van de Bijbel opnieuw. De eerste verzen lijken heel erg op die van Genesis 1. Daar staat: ‘In het begin schiep God de hemel en de aarde'. Johannes zegt: ‘In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God.' En daarna zegt Hij: ‘Het Woord is mens geworden'. Eigenlijk zouden we dit eens mooi schematisch moeten weergeven, maar ik ben daar niet zo goed in. Wat Johannes eigenlijk zegt, is dat Jezus gelijkstaat aan God. Hij was er in het begin al bij en alles is door Hem ontstaan. Dat is eigenlijk best logisch. Aan het begin van de Bijbel zien we hoe God spreekt. Als Hij spreekt, gebeurt er van alles in de wereld. God schept door te spreken. En hier noemt Johannes Jezus het Woord van God. Dat Woord is er altijd al geweest en zal er altijd zijn. Net als God dus. Jezus is dus God. Jezus is ook goed, want Hij wordt ook vergeleken met het licht. Zonder licht is er geen leven mogelijk. Licht staat ook symbool voor alles wat goed is, terwijl duisternis juist het kwaad vertegenwoordigt. Licht kan niet worden gevangen door de duisternis. Een schokkende waarheid Het meest opvallende is dat Johannes zegt: ‘Het Woord is mens geworden'. Daarmee zegt hij: God is mens geworden en heeft bij ons gewoond. Letterlijk staat er dat God zijn tent onder ons heeft opgeslagen. Denk je eens in hoe schokkend deze waarheid is! De Joden in de tijd van Johannes geloofden in de heiligheid van God. Hij bevond zich hoog in de hemel en was onbenaderbaar voor mensen. En deze God was mens geworden?? Dit konden ze niet bevatten. En ook voor mensen in onze tijd is dit heel moeilijk. Hoe kan een God mens worden en sterven? Dat is misschien wel het grootste mirakel in de Bijbel. Toch werd God mens. De apostel Paulus schrijft aan de christenen in Filippi: ‘Hij, die de gestalte van God had, maakte er geen aanspraak op aan God gelijk te zijn, maar deed afstand van zijn positie en nam de gestalte aan van een dienaar. Hij werd gelijk aan de mensen, en als mens verschenen heeft Hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis.' (Filippenzen 2:6-8) Het was nodig Hoe God mens werd, dat legt de Bijbel niet uit. De vraag is: waarom was dit eigenlijk nodig? Het was nodig omdat alleen God zonder zonde is. Maar God kan niet sterven. Dus moest Hij mens worden. Hij moest leven zonder te zondigen tegen God en Hij moest onschuldig sterven in de plaats van ons. Net als de dieren uit het Oude Testament. Daarom hoeven we nu geen offers meer te brengen. Jezus is het ultieme offer geweest. Zijn offer was volmaakt en hoeft nooit te worden herhaald. Hoe gaan wij hiermee om? Hopelijk ontvangen wij Jezus als onze Heer en Verlosser. Verlosser omdat Hij ons heeft bevrijd van de zonde, Heer omdat Hij de baas is van ons leven. De beloning is dat wij kinderen van God mogen worden. In de woorden van Johannes: ‘Wie Hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft Hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden.'
Wanneer je onder druk staat, is het altijd beter om ervoor te bidden in plaats van erover te praten. Gebed is de blauwdruk voor een succesvol leven. Tijdens Zijn tijd op aarde, bad Jezus. Hij vertrouwde alles aan God toe door gebed - zelfs Zijn reputatie en leven. Wij kunnen datzelfde doen. We hoeven niet al onze problemen aan Hem uit te leggen; we kunnen ze gewoon aan Hem geven en Hem vragen om voor alles te zorgen. Zorg dat je het bidden niet gecompliceerd maakt. Ik denk dat mensen vaak wachten totdat ze in staat zijn om stille tijd met God te hebben of naar de kerk gaan voordat ze echt kunnen bidden, zonder zich te beseffen dat ze te allen tijde kunnen bidden. Heb vertrouwen in een eenvoudig, gelovig gebed en herinner je Paulus instructies in Filippenzen 4:6. In plaats van je ergens zorgen om te maken, bid er voor en vraag om Gods hulp als je je in een moeilijke situatie bevindt. De Bijbel vertelt ons dat God getrouw is – dat is één van Zijn karaktereigenschappen. We kunnen op Hem rekenen dat Hij ons zal helpen als wij Hem om Zijn hulp vragen. We kunnen Hem volledig vertrouwen. Als we dat doen, zullen we, voor alles wat onze kant opkomt, voorbereid zijn.
Het kaarsje werd een zonsopgang (In deze podcast verwijs ik naar een lied van Project of Love. Je kunt het hier vinden op Spotify en hier op YouTube. Wil je meedoen aan de Advent Challenge? Kijk dan op: bijbellezenmetjan.nl/advent) Hartelijk welkom bij deze bonus-aflevering van de Bijbellezen met Jan-podcast. Op het moment dat ik dit opneem zitten we vlak voor de eerste Adventszondag van dit jaar. Heb je al nagedacht over hoe deze maand voor jou zal zijn? Misschien ben je al leuke activiteiten aan het plannen, of misschien is deze maand juist wel moeilijk omdat je iemand moet missen. Wat je situatie ook is, ik hoop dat je je troost en je vreugde bij Jezus zoekt. Wij mogen stilstaan bij het wonder dat God mens werd. Ik kan het niet mooier zeggen dan de apostel Paulus in Filippenzen. Hij, die de gestalte van God had, maakte er geen aanspraak op aan God gelijk te zijn, maar deed afstand van zijn positie en nam de gestalte aan van een dienaar. Hij werd gelijk aan de mensen, en als mens verschenen heeft Hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis. Letterlijk staat er dat Jezus gelijk werd aan een slaaf. Van koning tot slaaf. Dit is wat we vieren met Advent: Jezus was bereid om voor ons slaaf te worden. Na zijn dood en opstanding werd Hij weer koning. Maar hoe leef je nu bewust toe naar de viering van de geboorte van Christus Jezus? Als je de komende tijd extra wil staan bij het wonder van Advent, doe dan mee aan de Advent Challenge 2024. Als je je inschrijft, krijg je dagelijks een Bijbeltekst, een overdenking en een link naar een bijpassend lied. De bedoeling van de overdenking en van het lied is om de Bijbeltekst nog meer in je hart te laten landen. Inmiddels hebben al veel mensen zich aangemeld en ik hoop dat jij dit ook wilt doen. Je kunt je inschrijven op https://bijbellezenmetjan.nl/advent. Als je een voorproefje wilt van deze Advent Challenge, laat me dan hier vast een overdenking met je delen. Deze is de derde overdenking in de Advant Challenge en heet ‘Het kaarsje werd een zonsopgang'. Geniet ervan. In de vorige overdenking hadden we het over de vreugde van de verlossing. Dit is vreugde die alleen God kan geven. Het is geen oppervlakkige blijdschap die komt als eb en vloed, maar diepe vreugde die stroomt als een constante rivier. Het is mijn gebed dat jij en ik deze vreugde in ons binnenste voelen stromen deze adventsperiode. Weet je waar die begint? Bij naar Jezus kijken. Bij zijn stem horen. Bij zijn aanraking voelen. Daarom heeft muziek een belangrijke plaats in deze Advent Challenge. Liederen kunnen een andere snaar raken dan ik met mijn woorden en met mijn stem kan doen. We komen in deze challenge uiteraard nog uitgebreid terug op de evangeliën. Het mooie aan deze biografieën over Jezus vind ik dat ze ons helpen om goed naar Hem te kijken. Wie is Hij? Wat heeft Hij gedaan? Zijn we veilig bij Hem? Wat wil Hij van ons? Neem de apostel Matteüs. Hij schrijft in hoofdstuk 4 van zijn evangelie over Jezus' verhuizing naar de plaats Kafarnaüm, een stad aan het Meer van Galilea: ‘Zo moest in vervulling gaan wat gezegd is door de profeet Jesaja: ‘Land van Zebulon en Naftali, gebied aan het meer en aan de overkant van de Jordaan, Galilea van de heidenen, luister: Het volk dat in duisternis leefde, zag een schitterend licht, en zij die woonden in de schaduw van de dood werden door het licht beschenen.' (Matteüs 4:14-16) Hij citeert hier Jesaja 9. Waarom? Omdat volgens hem Jezus het licht is dat Jesaja voorspelde. Zullen we eens kijken wat Jesaja over dat licht zei? Jesaja 8:21-9:6 Moedeloos en hongerig zullen de mensen door het land zwerven. Ze zullen honger lijden en in hun woede de koning en hun God vervloeken. Ze kijken omhoog of staren naar de grond, maar overal heerst verstikkende duisternis; donker en somber is het, nacht overal. En wie daardoor omsloten wordt, zal niet ontkomen. Zoals het land van Zebulon en Naftali in het verleden smadelijk bejegend is, zo wordt weldra eer bewezen aan de kuststreek, het land aan de overkant van de Jordaan en het domein van andere volken. Het volk dat in duisternis ronddoolt ziet een schitterend licht. Zij die in het donker wonen, worden door een helder licht beschenen. U hebt het volk weer groot gemaakt, diepe vreugde gaf U het, blijdschap als de vreugde bij de oogst, zij jubelen als bij het verdelen van de buit. Het juk dat op hen drukte, de stok op hun schouder, de staf van de drijver, U hebt ze verbrijzeld, zoals Midjan destijds. Iedere laars die dreunend stampte en elke mantel die doordrenkt is van bloed, ze worden verbrand, ze vallen ten prooi aan het vuur. Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; de heerschappij rust op zijn schouders. Deze namen zal hij dragen: Wonderbare raadsman, Sterke God, Eeuwige vader, Vredevorst. Groot is de heerschappij en zonder einde de vrede voor de troon van David en voor zijn koninkrijk; ze zijn gegrondvest op recht en gerechtigheid en staan vast voor altijd en eeuwig. De HEER van de hemelse machten brengt dit in zijn vurige liefde tot stand. Jezus is Gods licht De profeet Jesaja leefde in een donkere tijd. De twaalf stammen zijn uiteengevallen in twee koninkrijken. Het is de tijd waarin het zuidelijke Juda en het noordelijke Israël het regelmatig met elkaar aan de stok hadden. Het geestelijke verval was enorm. Assyrië stond op het punt om de tien stammen in het noorden te verslaan en weg te voeren. Iets meer dan een eeuw later was het de beurt aan de inwoners van Juda om in ballingschap te worden meegenomen. Toen waren de Babyloniërs de boosdoeners. Je kunt dus wel stellen dat de nakomelingen van Abraham, Isaak en Jakob op een dieptepunt waren beland. Erger dan dit kon niet. En God voorzegt via zijn woordvoerder Jesaja wat er gaat gebeuren, omdat Hij weet dat ze niet tot inkeer zullen komen. Tegelijkertijd belooft Hij ook een ommekeer in hun situatie. ‘Het volk dat ronddoolt in het duister, zal een licht zien', zegt Hij. De duisternis slaat natuurlijk op hun moeilijke omstandigheden. De mensen zouden honger, gevangenschap en ander lijden meemaken. Later zou God hen uit deze duistere omstandigheden bevrijden door hen te laten terugkeren uit de ballingschap. Dit waren lichamelijke omstandigheden, zou je kunnen zeggen. In de tijd van Jezus was Israël weliswaar bezet door de Romeinen, maar ze hadden het toch een stuk beter dan hun voorouders. Matteüs zegt echter dat ook zij zich in het duister bevinden. Ze hebben geestelijk honger. Ze zitten geestelijk gevangen. Ze ervaren geestelijke duisternis. God verdrijft die duisternis ook. Hoe? Door zijn Zoon te sturen. Hij is Gods licht. Licht van de verlossing Het licht waar Jesaja over spreekt, is symbolisch voor de verlossing. De duisternis gaat over de periode waarin het volk van God afgescheiden leek, door hun eigen zonden en door de periode van oordeel (ballingschap). Uiteindelijk zou er een nieuw koningskind komen, een afstammeling van David. Het probleem is dat er na de ballingschap van Gods volk nooit meer een koning zoals David kwam. Vandaar dat de Joden in de tijd van Jezus nog altijd wachtten op een nieuwe Mozes, een nieuwe Elia, een nieuwe David – iemand die het koninkrijk van Israël weer welvarend en oppermachtig zou maken. Jesaja's profetie ging dus maar gedeeltelijk in vervulling toen het volk uit ballingschap terugkeerde. Zoals gezegd, van Jezus' leerling Matteüs leren we hoe we deze tekst echt moeten interpreteren. Jezus is het licht dat de duisternis verjaagt. Een kind is ons gegeven Jesaja gaat zelfs nog verder dan ‘licht in de duisternis'. Hij zegt dat er een kind is geboren. Nee, niet alleen geboren, maar gegeven. Jezus is Gods geschenk aan ons. Dit heeft verstrekkende gevolgen! Als er licht nodig is, dan wil dat zeggen dat het duister is om ons heen. Duisternis in de Bijbel staat symbool voor twee dingen: de zonde en de afwezigheid van God. Duisternis was het eerste dat God verjoeg op de eerste scheppingsdag. Egypte doolde bij de negende plaag drie dagen in duisternis. En vlak voordat Jezus aan het kruis stierf was het drie uur donker in het land. Daartegenin noemt Jezus zichzelf het licht van de wereld. We hebben dat licht nodig, omdat er duisternis om ons heen en in ons is. Als het hart de kamer is van je ziel, is het een donkere kamer, totdat je Jezus uitnodigt om in je hart te wonen. Dat hemelse licht kwam naar ons toe in een menselijke gedaante. Als kind zelfs. Het werd niet willekeurig geboren op een toevallige plek. Nee, het is ons gegeven. Hij was klein en zwak, zoals een waxinelichtje. Dat licht werd steeds groter en sterker. Het kaarsje dat in de kribbe scheen, werd een zonsopgang. De namen van het licht Het licht kennen wij als Jezus. Maar God gaf zijn geschenk aan ons nog andere namen. Wonderbare raadsman, Sterke God, eeuwige vader en Vredevorst. Ze betekenen dat Jezus ons altijd zal bijstaan, dat Hij een machtig God is, dat Hij voor altijd onze Vader zal zijn en dat Hij de koning is die vrede brengt. Bid voor het licht. Bid dat andere mensen het licht zullen zien. Bid dat het licht ook elke donkere plek in je hart mag verlichten. Tot slotIk hoop dat deze overdenking goed is bevallen en dat je m...
Spreker: Ds. A. den Hartog jr. Tekst: Filippenzen 3:1Thema: Verblijdt u!Locatie: HHG AalstDatum: 27 oktober 2024Bron: https://kerkdienstgemist.nl/stations/2599/events/recording/173001780002599 ★ Support this podcast ★
Filippenzen 2:3 zegt dat je anderen belangrijker dan jezelf moet achten. De Heilige Geest wil het verlangen in ons ontwikkelen om anderen te helpen en te voorzien in hun behoeften. Echter het kan soms vermoeiend zijn om op die manier te leven. Laten we eerlijk zijn, wij hebben allemaal wel eens van die dagen dat we geen zin hebben om anderen te helpen. Soms voel ik me overweldigd om te proberen anderen op die manier te helpen waarop ik denk dat ik zou moeten. Af en toe lijkt het alsof al mijn familieleden mij nodig hebben, dat mijn werknemers mij nodig hebben, dat mijn vrienden mij nodig hebben – en ze hebben mij allemaal op een andere manier nodig. Ben ik overal te hard nodig? Ja! En het is oké als jij dat ook bent. We voelen ons van tijd tot tijd allemaal weleens overweldigd. Maar we moeten onthouden dat God ons de genade schenkt om datgene te doen wat Hij ons vraagt te doen.
Door Joline Zuidema en Daan Molenaar Opzet gebed: * Inkeer: reflectie en vredewens * Dankgebed * Bijbellezing * Omkeer: verootmoediging, genadeverkondiging * Voorbeden * Rusten: psalm 4, tekst uit kerktraditie, afsluitend gebed Steeds hoor je een 'refrein', een Bijbeltekst die die dag terugkeert.
Spreker: Ds. A.J. KunzTekst: Filippenzen 1:1-10Thema: Onderscheiden wat wezenlijk isDatum: 20 oktober 2024Locatie: Hervormde Gemeente KinderdijkBron: https://kerkdienstgemist.nl/stations/58/events/recording/172941120000058 ★ Support this podcast ★
Hoe blijf je staan in een turbulent leven? Omdat er wel heel veel op je afkomt, of omdat het stormt binnen in je? Hoe kun je zo leven, dat je niet onderuit gaat? Paulus roept zijn lezers op: "blijf standvastig in de Heer". Hij laat een weg zien waarin je onder alle omstandigheden overeind kunt blijven staan, en meer nog dan dat: vol vrede en blijdschap kunt zijn. Hoe is dat mogelijk?
Een depressie wordt gedeeltelijk gedefinieerd: ‘als de stemming abnormaal verlaagd is, verminderd gevoel van eigenwaarde; neerslachtigheid.' Een veel voorkomend probleem bij een depressie is, dat de oorzaak niet onze omstandigheden zijn of waar we ons bevinden, maar onze houding ten opzichte van onszelf. Dat is waarom de duivel jou het gevoel wilt geven dat je waardeloos en afgewezen bent. Maar als je je niet door de duivel laat imponeren met wat hij doet, kan hij jou niet onder druk zetten, en als hij jou niet onder druk kan zetten, kan hij je niet deprimeren. Ik denk dat een van de beste manieren om de duivel te weerstaan en een overwinning te behalen op depressie is, dat de Heilige Geest je leidt naar een tijd om je te verheugen. De vijand wil dat je je richt op negatieve vooruitzichten en jezelf dompelt in een partijtje van zelfmedelijden, maar de Heilige Geest wil dat je kijkt naar de positieve dingen en daar een feestje van maakt! Filippenzen 4:4 zegt Verblijd u altijd in de Heer. Als we ons focussen op God, ons in Hem verblijden, dan heeft depressie geen plaats in ons. Dus de volgende keer dat de vijand probeert om je neerslachtig of verdrietig te laten voelen, kies er dan voor om je in de Heer te verblijden!
Ik ben jaren ongelukkig geweest omdat ik vanaf het moment dat ik wakker werd negatieve, verdrietige en deprimerende gedachten had. Ik kan nu oprecht zeggen dat ik volkomen tevreden ben, sinds de Heilige Geest mij geholpen heeft om in te zien hoe ik kan functioneren met de gezindheid van Christus die in mij is. Misschien heb je net als ik jarenlang geleefd om verkeerde gedachten te denken. Het goede nieuws is dat, met Gods hulp, dat vandaag kan veranderen. Als jij worstelt met negatieve gedachten dan is het belangrijk voor jou om ervan doordrongen te zijn dat je leven niet zal veranderen totdat je denken verandert. Vernieuwend, godvruchtig denken is essentieel voor verandering. De Bijbel heeft veel te zeggen over wat voor dingen we zouden moeten nadenken. Filippenzen 4:8 zegt ons dat we aan dingen moeten denken die ons opbouwen, niet die ons afbreken. Vandaag geef ik je de volgende uitdaging. In plaats van iedere ochtend op te staan met negatieve gedachten, kun je op het moment dat je opstaat ook kiezen voor een positieve waarheid uit de Bijbel en kun je daar de hele dag over nadenken. Laat Gods Woord in je groeien en verander je denken. Richt je gedachten op goede dingen en geniet van de godvruchtige veranderingen die het zal brengen.
Psalm 33: 1,8 Filippenzen 4: 4-9 GK 243: 1,2,3,4 Doop Tineke Stoffers Sela – Ik zal er zijn Themalied: Trek met mij de wereld in Genesis 1: 21–2:2, Exodus 20: 8–11 Deuteronomium 5: 12-15 Preek: De rust van God als startpunt voor elke dag DNP 145: 1,2,3 LB 456: 1,2,3
We lazen Handelingen 17 : 10 - 14, Filippenzen 1 : 1 - 1, 2 Johannes 1 en NGB artikel 6.De tekst is NGB artikel 6.Het thema is "Gods woord als norm."1. Onderscheiden waarop het aankomt2. Blijven bij de leer van ChristusDatum: 25 aug 2024Locatie: Victorkerk ApeldoornBron: https://www.youtube.com/watch?v=0xwo5hMmnIw ★ Support this podcast ★
Voel je je vastgelopen in een cyclus van negatieve gedachten en woorden? Je bent niet de enige. Wat als ik je vertel dat er een eenvoudige manier is om je leven in een positieve richting te sturen? Het draait allemaal om de woorden die je dagelijks gebruikt. In deze podcast ontdek je hoe je, door anders te spreken, je stemming, relaties en zelfs je toekomst kunt verbeteren. Dit is geen standaard motivatiepraatje, maar Joyce wilt je uitdagen om jezelf los te maken van die negatieve spiraal. Joyce weet hoe het is om vast te zitten in negativiteit, en hoe moeilijk het kan zijn om eruit te komen. Maar ze heeft ook ontdekt dat kleine veranderingen in je woorden enorme impact kunnen hebben. Ben je klaar om een positieve verandering te ervaren? Geef het een kans en ontdek hoe kleine aanpassingen groot verschil kunnen maken. Neem even de tijd. Doe het rustig aan. Haast je niet. En als je er klaar voor bent, wil ik je graag een vraag stellen. Denk even na over het antwoord. Niet omdat je een perfect antwoord moet geven, maar omdat jouw antwoord je iets bijzonders kan brengen. Jouw antwoord en mijn aanmoediging die daarop volgt, kunnen je meenemen op een reis naar gezondheid, heelheid en vrijheid, ongeacht je huidige levensomstandigheden. Dus mijn vraag aan jou is deze: Wat heb je vandaag gezegd? Het is een eenvoudige vraag die grote invloed heeft op je dagelijks leven. Bijvoorbeeld: - Wat zei je toen collega's klaagden over de baas? - Wat zei je toen die onverwachte rekening met de post kwam? - Wat zei je toen je partner ruzie begon te maken? Ik vraag je dit omdat God me door de jaren heen heeft geleerd dat wat je zegt, bepaalt welk soort leven je gaat leiden. Het is echt waar! De woorden die je spreekt kunnen de richting van je hele leven veranderen! In Jakobus 3:4-5 staat dat onze tong als het roer van een schip is en ons leven kan sturen. En in Spreuken 18:21 staat: "Dood en leven zijn in de macht van de tong, en wie aan haar toegeeft, zal haar vrucht eten [voor dood of leven]." Je zult uitdagingen hebben in het leven, maar je kunt ze beter of slechter maken door de manier waarop je erover praat. Jouw woorden beïnvloeden je stemming, houding, beslissingen en zelfs relaties. Ik weet dit uit eigen ervaring. Vroeger was ik de meest negatieve persoon die je maar kon bedenken. Ik was pessimistisch, kritisch en niet echt leuk om mee om te gaan. Maar nog erger, ik verpestte letterlijk mijn leven en mijn relaties door de negatieve dingen die ik regelmatig zei. Ik ben zo blij dat God me niet in die situatie heeft gelaten. Hij begon me geduldig te leren dat: Wanneer je positieve, geloofsvolle woorden spreekt die gebaseerd zijn op het Woord van God, wakkert dat je geloof aan. Het helpt om Gods wil in je leven vrij te zetten en bouwt je relaties met anderen op. Maar dit werkt ook andersom. Wanneer je negatief spreekt, open je de deur voor de vijand om negatieve dingen in je leven en relaties te brengen. Jouw woorden zijn beladen met kracht. Alles wat je zegt, of het nu positief of negatief is, heeft het vermogen om jezelf en anderen ten goede of ten kwade te beïnvloeden. Je kunt letterlijk je eigen vreugde vergroten door de juiste woorden te spreken. Je kunt jezelf ook van streek maken door onnodig te praten over je problemen of dingen die je pijn hebben gedaan. Wanneer je de kracht van je woorden echt begrijpt en beseft dat je kunt kiezen wat je denkt en zegt, dan kan het je leven veranderen. Daarom begon ik deze brief met de vraag: Wat heb je vandaag gezegd? Maar het gaat niet alleen om vandaag; dit geldt elke dag. Hoe praat je over je leven en je toekomst? Verklaar je goede dingen, of spreek je woorden van twijfel en angst? - In plaats van te zeggen: "Deze situatie zal nooit veranderen," kun je ervoor kiezen om te zeggen: "God kan een weg banen waar geen weg lijkt te zijn!" (Jesaja 43:16) - In plaats van te zeggen: "Ik ga deze maand nooit rondkomen," kun je ervoor kiezen om te zeggen: "God zal voorzien in alles wat ik nodig heb en meer!" (Filippenzen 4:19) - In plaats van te zeggen: "Ik denk dat ik gewoon met deze ziekte moet leven," kun je ervoor kiezen om te zeggen: "God is mijn Genezer en ik vertrouw op de beloften in Zijn Woord." (1 Petrus 2:24) Ik moedig je aan om te beginnen Gods beloften over je leven uit te spreken. In de Bijbel staat dat Zijn Woord levend, actief en vol kracht is (Hebreeën 4:12). Het is tijd dat je STOPT met het zeggen van de verkeerde dingen en START met het zeggen van de juiste dingen. Als je begint Zijn woorden uit te spreken, werk je met Hem samen om Zijn goede plan voor je leven tot stand te brengen. Een van de eerste dingen die ik zeg als ik 's ochtends opsta, is: "God, ik zegen deze dag in Jezus' naam. Ik zegen mezelf en mijn man. Ik zegen mijn kinderen, mijn kleinkinderen, mijn schoonzonen en schoondochters en onze hele familie. Ik ben gezegend als ik binnenkom en gezegend als ik ga!" (Deuteronomium 28:6) Dit is maar een klein voorbeeld, maar ik moedig je aan om hetzelfde te doen. Concentreer je de hele dag door op manieren waarop je je woorden kunt gebruiken om Gods beloften over je leven uit te spreken. Als je gewend bent om negatieve woorden te spreken, zul je niet elke gewoonte van de ene op de andere dag veranderen. Maar met Gods hulp kun je beetje bij beetje beginnen je manier van spreken te veranderen. Als je vastbesloten bent om het leven te leiden dat Jezus voor je heeft, kun je leren om Gods beloften, Zijn woorden van leven, over jezelf en de mensen om je heen uit te spreken. Ben jij klaar om te STOPPEN met het zeggen van de verkeerde dingen en te BEGINNEN met het zeggen van de juiste dingen? Als God het voor mij deed, kan Hij het ook voor jou doen. Je kunt de kracht ontdekken van het uitspreken van Gods beloften! Wat je vandaag zegt, of morgen en elke dag daarna, doet ertoe. Kies woorden van leven en kijk wat God zal doen!
In deze aflevering ronden we onze lezing van de Filippenzen-brief af. Wil je meer van dit soort overdenkingen? Kijk dan eens op bijbellezenmetjan.nl/filippenzen.TranscriptieDit is alweer dag 5 van deze korte Bijbellees-challenge. Ik hoop dat je er veel aan hebt. Voor mij is het alsof ik je een rondleiding geef door een prachtige stad die Bijbel heet, waarbij ik je de overzichtelijke wijk Filippenzen heb kunnen laten zien. Eerst zagen we hoe de Heilige Geest Paulus gebruikte om de kerk in Filippi te stichten. Het begon met de Aziatische zakenvrouw Lydia en de vrouwen die met haar samenkwamen om te bidden en de Bijbel te bestuderen. Daarna kwam een slavenmeisje tot geloof nadat ze was bevrijd door een demon, en het ging verder met de wrede bewaker die zich aan Jezus overgaf. Een onwaarschijnlijk begin van een prachtige gemeente. Uiteindelijk werden Paulus en zijn metgezellen de stad uit gejaagd, maar de kerk groeide door. Ze ondersteunden Paulus bij zijn zendingswerk en stuurden een medewerker, Epafroditus, toen Paulus in Rome onder huisarrest stond. Die nam allerlei dingen mee die Paulus weleens nodig kon hebben. Aangezien Epafroditus een tijdje ernstig ziek was geweest, stuurde Paulus hem terug met een bedankbrief. Daarin schreef hij hoe het met hem ging en dat de christenen in Filippi niet moesten wanhopen. Hij was ervan overtuigd dat hij spoedig vrij zou komen en hen zou kunnen bezoeken. Hoe dan ook, het werk van de Heilige Geest ging door. Velen kwamen tot geloof. En Paulus zelf? Die zou het liefst sterven om voor eeuwig bij Christus te zijn, maar hij weet dat zijn tijd nog niet is gekomen. Hij spoort de christenen aan om trouw te blijven aan Jezus en net zoals hij gefocust te zijn op de missie van Christus. Ze moesten dezelfde gezindheid hebben als die Jezus had. Hij liet zich niet voorstaan op Zijn koninklijke status, maar deed daar afstand van. Een radicale boodschap! De rijke is een slaaf, en de slaaf is een rijke. In Christus zijn we allemaal gelijk. Daarom roept hij op tot eenheid en zegt hij dat ze geen ruzie moeten maken over zaken als besnijdenis. ‘Neem afstand van mensen die een valse leer verspreiden', zegt hij. Dat brengt ons bij het laatste hoofdstuk van de Filippenzenbrief. Hierin komen de eerdere thema's weer terug. Let maar eens op hoe hij in het begin twee vrouwen aanspreekt die blijkbaar onenigheid hebben. Lees nu Filippenzen 4:1-23 Dit hoofdstuk begint met een cruciaal woord, dat je in alle brieven in de Bijbel tegenkomt. Het is zo'n woord waar je makkelijk overheen leest, maar iedere keer als je het tegenkomt moet je eigenlijk je oren spitsen. ‘Daarom', zegt Paulus. Dit woord verbindt het ene gedeelte aan het andere. Je kunt ook zeggen: het stuk vóór ‘daarom' is de oorzaak van iets, het stuk daarna het gevolg. In hoofdstuk 3 heeft Paulus uitgelegd dat wij burgers van de hemel zijn (en dus niet van Rome, of als je het wilt vertalen naar onze tijd: van Nederland of België.). Wij moeten opzien naar Jezus, die onze Redder en Verlosser is. We hebben nu nog een sterfelijk lichaam, maar straks krijgen we een hemels lichaam dat niet meer kan sterven. En daarom – dus om DIE reden – roept Paulus de christenen in Filippi op om standvastig te blijven. Hij roept het beeld op van een soldaat die fier en waakzaam op zijn post staat. Ondertussen bemoedigt hij de christenen ook door hen zijn vreugde en erekrans te noemen. Je kunt ook zeggen: zijn blijdschap en zijn lauwerkrans. In de tijd van Paulus kregen atleten die iets wonnen zo'n krans op hun hoofd. In onze tijd krijg je een medaille. Dus Paulus is trots op de christenen. Ze zijn als een medaille die hij maar wat graag draagt. Twee partijen in de gemeente? Maar niet alles is koek en ei in Filippi. Hij spreekt twee vrouwen aan, Euodia en Syntyche, en vraagt hun om hun conflict te laten rusten. Misschien waren dit wel vrouwen die bij de Bijbelstudiegroep van Lydia hoorden toen Paulus haar voor het eerst ontmoette. En misschien leidden ze ondertussen beiden wel een eigen groep mensen in de kerk en was er sprake van partijvorming. Voor Paulus is eenheid in elk geval veel belangrijker dan de uitkomst van hun meningsverschil. Hij vraagt een zekere ‘Suzugos' hen te helpen. In onze Bijbel is dit vertaald met ‘trouwe vriend' of ‘metgezel'. Dat is inderdaad de betekenis van het woord, maar het is waarschijnlijker dat Suzugos de naam is van de persoon die de twee vrouwen moet helpen. Zij hebben immers trouw bijgedragen aan het verspreiden van het evangelie. Opvallend is ook dat Paulus spreekt over namen die in het boek van het leven staan. In het Bijbelboek Openbaring zien we dat er echt een boekrol in de hemel is met daarop de namen van alle mensen die bij Jezus horen. Als je oprecht in Jezus gelooft, staat jouw naam daar ook in! Paulus noemt dit even in een bijzin en gaat dan verder met zijn aansporingen. De Heer moet de vreugde blijven van de christenen. Vreugde in de Heer is het fundament van standvastigheid. Als je je voldoening in God vindt, ben je namelijk veel beter in staat om vriendelijk te zijn, om je geen zorgen te maken, en om dankbaar te zijn. In Christus kunnen wij alles aan Dit zijn kenmerken van mensen die op Christus vertrouwen. Wat de omstandigheden ook zijn, er zijn altijd redenen te vinden om God te danken. Ben je dankbaar, dan ervaar je een hemelse vrede die menselijkerwijs niet te verklaren is. Paulus is hier dan weer een voorbeeld van. Hij KAN geen gebrek lijden, want Christus geeft hem alles wat hij nodig heeft. Geen probleem is te zwaar, geen uitdaging te groot; in Christus kan hij alles aan. Kunnen WIJ alles aan. En zo is de brief mooi rond. Wat aan het begin voor Paulus gold – dat leven Christus is en sterven winst – geldt nu ook voor de christenen in Filippi, en ook voor ons. Ook wij zijn heiligen in Christus. Ook wij mogen het voorbeeld van Paulus en Epafroditus volgen. Ook wij mogen de gezindheid hebben die Jezus liet zien, en God eensgezind dienen en danken onder alle omstandigheden, want Hij is onze bron van vreugde. Hiermee zijn we aan het eind gekomen van de vijf lessen waarin we hebben gekeken naar de brief aan de Filippenzen.
In onze serie over de Filippenzen-brief staan we stil bij hoofdstuk 3. Die bevat een boodschap voor alle mensen van alle tijden.TranscriptieIs de Bijbel nog relevant voor ons in de 21e eeuw? Uit onderzoek van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap blijkt dat slechts dertig procent van alle Nederlanders die vraag met ‘ja' beantwoordt. Kijk je naar redenen om de Bijbel helemaal NIET te lezen, dan zeggen mensen dingen als ‘Ik zie geen aanleiding', ‘Ik weet niet wat ik ermee kan', ‘Het heeft geen waarde voor mijn leven', ‘De Bijbel is niet meer van nu' en ‘Het interesseert me te weinig'. Eigenlijk zeggen ze in andere bewoordingen allemaal hetzelfde: de Bijbel is niet relevant. Hoe kan dat? Het heeft er voor een groot deel mee te maken dat mensen niet weten hoe ze de Bijbel moeten lezen en interpreteren. Neem nou de brief aan de Filippenzen. Die brief is al tweeduizend jaar oud. Hij is geschreven door iemand in een heel andere cultuur en tijd, en gericht aan mensen die ook al heel lang niet meer leven. Zij hadden totaal andere problemen en uitdagingen dan wij. Waarom zou deze brief ons nog wel wat te zeggen hebben? Eigenlijk moeten we het zo zien. Stel dat ik ergens een brief zou vinden die mijn grootouders hebben ontvangen van een geloofsheld zoals Corrie ten Boom (die Joden onderdak bood in de Tweede Wereldoorlog en tijd in een concentratiekamp zat) of Anne van der Bijl (die Bijbels smokkelde naar vervolgde christenen). Of misschien wel een brief van Dietrich Bonhoeffer uit de gevangenis (een Duitse predikant die werd gefusilleerd omdat hij zich uitsprak tegen Hitler). Zo'n brief is niet aan mij geschreven, maar aan mijn grootouders. Hij is echter geschreven door iemand die een zeer nauwe band met God onderhield en die door de Heilige Geest op een krachtige manier werd gebruikt. Alleen daarom al zou ik zo'n brief zeker nauwgezet bestuderen. Hoewel Corrie ten Boom, Anne van der Bijl en Dietrich Bonhoeffer hun werk in een heel andere tijd deden, zou ik er zeker van kunnen leren. Zou ik precies begrijpen wat ze allemaal schreven en alles een-op-een overnemen? Nee, dat niet. Misschien zaten mijn opa en oma wel in een bepaalde situatie en kregen ze daar specifiek advies over. Het gekke aan het lezen van de brieven in de Bijbel is dat we de post van een ander lezen. Natuurlijk was het de bedoeling dat de brief aan de Filippenzen niet alleen door de christenen in Filippi zou worden gelezen. Dit soort brieven werd overgeschreven en verspreid onder andere huiskerken. Toch blijft overeind dat de brief niet primair aan ons is gericht. Wij lezen mee. Je zou het ook anders kunnen zien. Het is alsof we met een telefoongesprek meeluisteren. We krijgen alleen mee wat één van beide bellers zegt. Wat er aan de andere kant van de lijn wordt gezegd, dat horen we niet. In de Bijbel lezen we de brief van Paulus aan de kerk in Filippi, maar niet wat zij aan hem schrijven. Dit maakt het lastig om de situationele context te begrijpen. Wat speelde er precies? Hier gaan we in Filippenzen 3 iets van proeven. Laten we dit nu eerst gaan lezen. Lees nu: Filippenzen 3:1-21 Zie je wat ik zojuist zei over de situatie in Filippi? Als ik het goed heb, is dit de enige brief van Paulus in het Nieuwe Testament die geen enkele vermaning bevat. Maar hij waarschuwt de christenen wel. Blijkbaar was er een discussie of zelfs een bedreiging gaande over de besnijdenis. Wie zijn de ‘honden met hun kwalijke praktijken'? Dat weten we niet exact. Omdat Paulus vervolgens fel uithaalt naar mensen die blijkbaar de besnijdenis van mannen promoten, is het waarschijnlijk dat hij een groep Joden bedoelt die eisen dat mannen die de God van Israël willen volgen zich moeten laten besnijden. Misschien noemen zij zich ware Israëlieten, maar ze hebben niets voor op de oude apostel Paulus. Die heeft zich immers ook laten besnijden en hij heeft zich altijd strak aan Gods wetten gehouden. Maar dat geeft hem geen enkel voordeel. ‘Het enige waar je trots op kunt zijn, is dat je bij de Christus hoort', zegt hij. Bij ons speelt zo'n discussie over de besnijdenis niet, vooral omdat Paulus en de andere apostelen zo duidelijk uitleggen dat die niet meer nodig is. Toch is wat Paulus zegt relevant voor onze tijd. ‘Alles is afval' Want de Joden die Christus volgden, lieten zich voorstaan op hun afkomst en het feit dat zij zich aan Gods wetten hielden. Ook in ons leven kunnen er omstandigheden zijn waardoor wij ons verheven voelen boven anderen. Ook dan moeten wij ons realiseren dat er maar één ding is waar we echt trots op mogen zijn: dat we door Jezus zijn gered. ‘Al het andere is verlies', zegt Paulus. Afval eigenlijk. Je diploma? Je baan? Je succes? Je sportieve prestaties? Je geld? Allemaal vuilnis. Wat doe je met vuilnis? Weggooien. Niet omdat je pas dan acceptabel bent in Jezus' ogen. Dat heeft er niets mee te maken. Maar Paulus is zo radicaal. Hij geeft alles op, zodat hij zich voor de volle honderd procent kan inzetten voor Jezus. Je ziet hoe gericht hij is op Jezus. Hem de eer geven, dat is Paulus' doel. Vergeleken met de schoonheid van de Messias kennen, is alles gelijk aan afval. Toch heeft Paulus niet alles wat hij had en bezat echt weggegooid. Hij bedoelt het niet letterlijk. Wat hij bedoelt en in praktijk brengt is dat hij al zijn bezittingen, al zijn gaven en al zijn talenten inzet voor Jezus. Een burger in het hemelse koninkrijk Weet je nog wat hij in hoofdstuk 1 zei? ‘Leven is Christus.' Dat is het voorbeeld dat wij mogen volgen. Met dezelfde gerichtheid op onze Redder als Paulus mogen wij God dienen. Het doet Paulus verdriet dat veel mensen – zelfs mensen die God volgen – liever bezig zijn met aardse verlangens dan met de Christus. ‘Maar,' zegt Paulus, ‘wij hebben ons burgerrecht in de hemel.' Dat is een pikante uitspraak. Hij schrijft dit aan christenen in een Romeinse stad. De meeste inwoners van deze stad zijn er bijzonder trots op dat zij deel uitmaken van het ‘eeuwige en beschaafde' Romeinse Rijk. Maar ook dat is afval, weet Paulus. Zelfs het Romeinse staatsburgerschap biedt je geen voordeel. Nee, wij zijn burgers van de hemel. Onze normen en waarden zijn anders. Wij dienen de Koning van de hemel. Ooit zullen we bij Hem wonen. Dat is een boodschap die relevant is voor alle mensen van alle tijden.
Ik verzoek je met klem om uitdagingen van dag tot dag aan te gaan. Het te ver vooruitkijken heeft de neiging om ons te overweldigen. Op God vertrouwen vraagt van ons te geloven dat Hij ons “dagelijks brood” geeft; wat betekent dat we het ontvangen als we het nodig hebben en meestal niet eerder. Soms kunnen uitdagingen onmogelijk en overweldigend lijken, maar God is altijd met ons. We moeten alleen moedig zijn en de kracht ontvangen die Hij ons geeft. Onthoud dat God je zijn genade zal geven om vandaag te doen wat je moet doen. Dus is het belangrijk om je te richten op het leven van vandaag, in plaats van zorgen te maken over morgen. Dit principe is van toepassing op veel andere gebieden van je leven: uit de schulden komen, je huis schoonmaken, huwelijksproblemen oplossen, je kinderen straffen, op tijd zijn voor werk of het afronden van een project. Wat je ook moet doen in je leven, je kunt het! Filippenzen 4:13 zegt dat je tegen alles bestand bent door Hem die jou kracht geeft. Niets is teveel voor je wanneer Hij aan je zijde is.
We gaan weer verder met de Filippenzen-brief. In de eerste aflevering stonden we stil bij de geboorte van de kerk in Filippi. Daarna lazen we hoofdstuk. Vandaag is hoofdstuk 2 aan de beurt en die bevat een krachtige oproep.Transcriptie:Het eerste hoofdstuk van Filippenzen eindigt met een oproep tot eenheid. Waarom? Omdat God dan maximale eer en glorie krijgt. Wij zegenen God als we Hem groot maken. Heb jij moeite met die laatste zin? Veel mensen wel. De waarheid is dat velen het geloof vaarwel zeggen omdat ze God egoïstisch vinden. ‘Waarom wil Hij dat alles om Hem draait?' Wat ze eigenlijk zeggen, is: ‘Waarom draait het niet gewoon om mij?' Dat brengt ons terug bij de allereerste keer dat de mens zondigde. In de tuin van Eden kozen Adam en Eva ervoor om Gods enige verbod – om niet te eten van die ene boom – te negeren. Ze bepaalden liever zelf wat goed voor hen is. Ze deden liever hun eigen wil dan Gods wil. Ze wilden op gelijke hoogte komen met God. En waarom bouwden de inwoners van Babel een hoge toren? Om hun eigen naam te vestigen. Het ging ze niet om Gods naam. Maar een schepsel kan nooit op gelijke hoogte komen met zijn schepper. Stel dat ik een schilderij maak van een prachtige tuin en daarin twee mensen teken, en de personen in dat schilderij beschouwen zich als gelijkwaardig aan mij, de schilder. Dat is vanuit het perspectief van de schilder, op z'n zachtst gezegd, vreemd. Heb ik hen niet gemaakt? Weet ik niet wat het beste is voor hen? Als ze mij mijn gang laten gaan, dan maak ik het schilderij nog veel mooier. Dan zullen ze voor altijd gelukkig zijn, in mijn nabijheid. In plaats daarvan kiezen ze ervoor het schilderij zelf kapot te maken en trekken ze zich niets aan van de schilder. Deze vergelijking gaat natuurlijk mank. Wij kunnen de figuren in een schilderij niet tot leven wekken. Toch moet God het zo ongeveer weleens voelen voor God. Paulus wist dat wij volmaakt gelukkig zullen zijn en eeuwig mogen leven als we ons weer naar de wil van onze Maker voegen. Hij wist dat in Gods koninkrijk alles anders werkt. Als wij ons onderwerpen aan God, zal Hij ons verhogen. Daarom spoort hij de christenen in Filippi aan om God centraal te zetten in alles wat ze doen. Dat begint bij het bewaren van de eenheid in de gemeente. Laten we lezen wat Paulus hierover schrijft. Dit hoofdstuk bestaat uit twee delen. In het eerste deel gaat het over de eenheid bewaren en op Jezus Christus lijken, in het tweede over Timoteüs en Epafroditus. We beginnen met het thema eenheid. Laten we deze tekst goed op ons laten inwerken. Stel: je bent een inwoner van de Romeinse kolonie Filippi. Dan hoor je bij een samenleving waarin meer dan negentig procent van de bevolking de tien procent van de elite moet dienen. Want die belangrijke mensen bepaalden alles. De rest had niets te vertellen. Die waren praktisch rechteloos. De sociale verschillen waren dus immens. Als rijke had je slaven die dag en nacht voor jou klaarstonden. Maar dan ging je eens in de week naar de christelijke samenkomst in een huiskerk, en daar was opeens iedereen gelijkwaardig. Het kon zelfs zo zijn dat de slaaf, die de hele week jouw drinken inschonk, nu door jou moest worden bediend. Dus wat Paulus aan de Filippenzen schrijft, is heel radicaal! Sta je onderaan de maatschappelijke ladder, dan zegt Paulus tegen je: ‘Wees niet afgunstig, wees één met je meester(es)'. En behoor je tot de elite, dan onderwijst hij: ‘Kijk niet neer op je dienaar, wees één met hem of haar'. Christus Jezus is daarbij het ultieme voorbeeld, want Hij behoorde pas echt tot de elite! Hij was een hemelse Koning, die er VRIJWILLIG voor koos om afstand te doen van Zijn privileges en koninklijke status. Hij werd een slaaf, een dienaar. Sterker nog: God werd mens, en als mens was Hij gehoorzaam aan God. Hij liet zichzelf doden omwille van Zijn Vader en omwille van ons. Dit is de gezindheid die Christus' volgelingen zouden moeten hebben, of ze nu rijk of arm zijn, machtig of machteloos. ‘Wees als Jezus', zegt Paulus eigenlijk. ‘Voel als Hij, denk als Hij, doe als Hij. Het draait niet om jezelf. Dien God door de ander te dienen.' Een ander voorbeeld: Epafroditus Vervolgens gaat Paulus verder op dit thema door uit te leggen dat hij Timotheüs zo gauw mogelijk naar Filippi zal sturen om de kerk daar tot zegen te zijn. Epafroditus keert nu al terug, met de brief aan de Filippenzen in zijn hand. Paulus noemt hem een voorbeeld van alles voor de Christus over hebben. Hij heeft zich belangeloos voor Paulus ingezet. Hij wil terug naar Filippi om te laten zien dat het goed met hem gaat na zijn ziekte. Soms is het volgen van Jezus te hoog gegrepen. Hoe kunnen wij zijn zoals de Man die zowel God als mens was? Dan zijn er gelukkig ook nog menselijke voorbeelden om te volgen. Epafroditus deed niets bijzonders. Hij cijferde zichzelf weg en was er voor de ander.
Aan de slag!Als jij merkt dat er een lelijke gedachte in je opkomt, kun je ervoor kiezen om hier helemaal in op te gaan en deze gedachte te uiten naar de mensen om je heen. Maar ik daag je uit om de komende tijd eens iets anders te proberen. Zodra je merkt dat je tegen de mensen om je heen klaagt of chagrijnig doet, kies dan eens voor een andere mindset. Richt je gedachten op de punten die worden genoemd in Filippenzen 4:8 en probeer die wiskundelerares eens na te doen. Kies er heel bewust voor om anderen te zegenen (zegenen houdt in dat je iemand het goede toewenst). Ten slotte wil ik je Filippenzen 4:8 ook graag meegeven in het Engels, omdat ik de woordkeus in dit vers zo mooi vind.Finally, brothers and sisters, whatever is true, whatever is noble, whatever is right, whatever is pure, whatever is lovely, whatever is admirable - if anything is excellent or praiseworthy, think about such things.Deze overdenking verscheen eerder op Zij Lacht en is geschreven door Liza.
Door Maartje Lamberink en Jurjen ten Brinke Opzet gebed: * Inkeer: reflectie en vredewens * Dankgebed * Bijbellezing * Omkeer: verootmoediging, genadeverkondiging * Voorbeden * Rusten: psalm 4, tekst uit kerktraditie, afsluitend gebed Steeds hoor je een 'refrein', een Bijbeltekst die die dag terugkeert.
In deze aflevering lezen we hoofdstuk 1 van de Filippenzen-brief. Wil je meer van dit soort overdenkingen? Kijk dan eens op bijbellezenmetjan.nl/challenges. Transcriptie:Hoe ben jij gewend om de brieven in het Nieuwe Testament te lezen? Veel christenen vinden dit misschien wel de makkelijkste teksten. Ze zijn redelijk to the point, ze zijn vaak praktisch, ze zijn gericht aan jou (zo lijkt het) en als je even zoekt, vind je altijd wel een vers dat je aanspreekt. Zeker in een brief als die aan de Filippenzen, waar alleen maar positieve woorden in staan en waarin je zo veel prachtige verzen kunt vinden, die wij graag op T-shirts, koffiemokken en Instagramposts zien staan. Krachtig, bemoedigend, troostend. Een van de manieren waarop je het Bijbelboek Filippenzen kunt lezen is dan ook met de ‘verzen-safari': je zoekt de meest inspirerende regels op en gaat daarover mediteren. Is dat fout? Nee, dat is niet verkeerd. Het is een van de methodes waarop de Bijbel tot je hart en je verstand kan spreken. MAAR… er is nog zo veel meer uit te halen. Wil je een brief in de Bijbel echt doorgronden, dan moet je daar op drie niveaus naar kijken: 1. De verhaalcontext: waar bevinden we ons in het verhaal van de Bijbel? 2. De culturele context: in welke taal en cultuur is de brief opgesteld? 3. De situationele context: wat waren de specifieke omstandigheden van zender en ontvanger? De komende dagen gaan we hier dieper op in, want ik wil nu graag naar de Bijbeltekst van vandaag toe. Maar laat me heel kort de achtergrond schetsen. Zoals we gisteren zagen, zitten we in de periode waarin het evangelie over de aarde wordt verspreid via de christenen door het werk van de Heilige Geest (dit begon met Petrus, Paulus en de andere volgelingen die Jezus hadden meegemaakt en gaat nog steeds door). Filippi was een Romeinse kolonie in Macedonië. De inwoners namen steeds meer gewoontes, gebruiken en afgoden over van de Romeinen. Hun stad werd steeds Romeinser. Nadat Paulus de kerk in Filippi had gesticht, bleef deze kerk hem ondersteunen. Ook toen Paulus gevangenzat in Rome. (Hij was onder huisarrest geplaatst en kon gelukkig wel bezoek ontvangen.) Ze hadden een inzameling gedaan voor spullen die hij nodig had en stuurden een van hun trouwe leden, Epafroditus, naar Paulus om hem bij te staan. Paulus stuurde de brief die we zo gaan lezen naar de christenen in Filippi om hen te bedanken voor hun steun, om hen moed in te spreken over zijn gevangenschap, en om te zeggen dat hij Epafroditus terug naar huis stuurde. NIET omdat die zijn werk niet goed had gedaan, maar omdat hij ernstig ziek was geweest. Lees nu Filippenzen 1:1-30 Je hebt vast al mooie verzen gelezen of gehoord. Laten we nu kijken naar de grote lijn. Zoals gebruikelijk in die tijd begint Paulus met een introductie en een dankwoord. De Filippenzen zijn Paulus' trouwste bondgenoot geweest. Altijd hebben ze hem geholpen en God trouw gediend. Hij weet zeker dat God het werk van verlossing dat Hij in hen is begonnen, ook zal volbrengen. Dit is dus net zo goed een zekerheid voor ons: als wij eenmaal oprecht tot geloof komen, dan leeft Gods Geest in ons. Het werk van de verlossing is begonnen en zal worden voltooid op de dag dat Jezus ons ophaalt om voor eeuwig bij Hem te zijn. Dit is meer dan een belofte. Het is een zekerheid. Wat moeten wij doen tot die tijd? Groeien in liefde, goed doen aan anderen. Waarom? Om God te eren. In alles zie je dat dit is wat Paulus drijft en wat ons ook zou moeten drijven: de eer van God. De hemel daalt neer in de gevangenis Ondertussen zit Paulus wel gevangen en kan hij zijn werk om het evangelie te verspreiden niet voortzetten. Toch? Paulus ziet dit anders. Hij ziet Gods Geest om zich heen aan het werk, zelfs in het centrum van de afgoderij, in Rome, zelfs door mensen die evangeliseren omdat ze een hekel hebben aan Paulus. Blijkbaar was dat gaande. Maar Paulus is niet geïnteresseerd in dat soort discussies. Jezus wordt verheerlijkt, daar gaat het hem om. Dit is ook waarom Paulus het liefst zou sterven: dan zou hij voor eeuwig bij Hem zijn. Maar hij weet dat zijn tijd nog niet is gekomen. Sterven mag dan winst zijn, leven is Christus. Dat betekent dat Paulus in heel zijn doen en laten de opgestane Jezus de eer wil geven. De brief aan de Filippenzen is niet uit de hemel komen vallen. Paulus schreef deze brief terwijl hij in huisarrest zat. Maar hij bekijkt de wereld om hem heen vanuit een hemels perspectief. Daarom roept hij ook op tot eenheid, want God wordt het meest gediend als Zijn kinderen één van hart en één van geest zijn. ‘God heeft ons zo veel genade gegeven', zegt Paulus feitelijk. ‘Die genade is niet alleen dat wij geloof hebben, maar zelfs dat wij mogen lijden omwille van Hem.' Maar voor nu: ik hoop dat je ziet hoe Paulus, die in moeilijke omstandigheden wordt vastgehouden, geleerd heeft boven die omstandigheden uit te stijgen. Hij bekijkt de wereld niet door een roze bril, maar door de ogen van Jezus. Vanuit eeuwigheidsperspectief. Onze tijd op aarde is kort. Laten we ons best doen om die tijd te laten tellen, door in alle omstandigheden op Jezus te vertrouwen en Hem de eer te geven.
Zou jij op reis willen gaan om mensen te vertellen over Jezus? Waarom wel, of juist niet?☕ Kun je een kopje koffie missen? Steun ons
Welkom bij de Bijbellezen met Jan-podcast. Zoals je weet, is het mijn doel om jou te helpen de Bijbel te lezen, te begrijpen en te geloven. Daarom wil ik in de podcast graag mijn serie over de brief aan de Filippenzen met je delen. Dit is een 5-dagen challenge, waarbij ik mensen uitdaag om eens vijf dagen achter elkaar in de Bijbel te lezen. Voor de één is dit makkelijk, voor de ander best een uitdaging. Maar het is uiteraard geen competitie. Iedereen leidt zijn eigen leven en heeft met zijn eigen omstandigheden te maken.Gedurende deze challenge leg ik niet alleen uit wat Paulus wil zeggen maar vertel ik je ook hoe je eigenlijk de brieven in de bijbel moet lezen. In de podcast zal ik 5 weken lang elke week een aflevering publiceren over de Filippenzen-brief. We beginnen echter met de geboorte van de kerk in Filippenzen. Die wordt beschreven in Handelingen 16. Kun je niet wachten? Kijk dan op Bijbellezenmetjan.nl/5dagen en schrijf je in voor deze gratis challenge.
DNP 111:1, 4 1 Koningen 3:1-15 NLB 848: 1-3 Filippenzen 1:1-11 NLB 848: 4-5 Preek; Onderscheidingsvermogen als geschenk NLB 342 NLB 834: 1-3
Schriftlezing: Spreuken 4 (vers 20 - 28), Filippenzen 4 (vers 1 - 3) & Filippenzen 4 (vers 8 - 9) | Voorganger: A. Schroten | Datum: 14 juli 2024 | Tune: Gerben Budding
God is excellent. Als zijn afgevaardigden horen wij dat ook te zijn. Dus is het belangrijk dat we, in alles wat we doen, ons best doen. We moeten gedreven zijn om ons uiterste best te doen in wat we willen bereiken. Paulus dringt er bij ons op aan dat we leren te onderscheiden wat voortreffelijk en wat van waarde is (Filippenzen 1:10). Als we excellentie tot onze levensstijl maken, zullen we Gods blijdschap hebben en zijn we goede voorbeelden in deze wereld. Je moet eerst in uitmuntendheid zaaien om voortreffelijk te kunnen oogsten. We kunnen geen geweldige resultaten verwachten als we niet ons uiterste best doen. De Bijbel leert ons om toewijding, volharding en vastberadenheid te ontwikkelen. Dit alles zal ons helpen om te leven in uitmuntendheid. Ik moedig je aan om je best te doen voor wat voor project of activiteit God ook op je pad heeft gebracht. Wees toegewijd. Laat geen dingen ongedaan, maar maak, zo goed als je kunt, alles af waar je aan begint. Stel je in om volhardend en vastberaden te zijn. Committeer jezelf aan uitmuntende resultaten. God eert een uitmuntende houding. Kies ervoor om je best te doen en Hij zal je altijd extra kracht geven in het proces.
Door Jurjen ten Brinke en Maartje Lamberink Opzet gebed: * Inkeer: reflectie en vredewens * Dankgebed * Bijbellezing * Omkeer: verootmoediging, genadeverkondiging * Voorbeden * Rusten: psalm 4, tekst uit kerktraditie, afsluitend gebed Steeds hoor je een 'refrein', een Bijbeltekst die die dag terugkeert.
Bijbellezing: Psalm 23 en Filippenzen 4 vers 5b-7 Mocht je vragen hebben naar aanleiding van deze preek, of over deze thematiek willen doorpraten, dan kun je contact opnemen met één van onze predikanten: ds. Willem Jan de Hek: wjdehek@jacobikerk.nl ds. Wim Vermeulen: wpvermeulen@jacobikerk.nl Kijk voor meer informatie op: jacobikerk.nl
Thema: Het geheim van Paulus' leven Punt 1: Levende kennis, Punt 2: Beschermende gerechtigheid, Punt 3: Gedeelde opstandingskracht
Door Jeannette Westerkamp
Door Jan-Maarten Goedhart
Door Jeannette Westerkamp