Holy city of the Abrahamic religions
POPULARITY
Categories
1994 saw some of the most classic releases in hip-hop and among them was the underground classic Between A Rock And A Hard Place from rap duo The Artifacts. Tame One and EL Da Sensai brought hip-hop back to its roots, focusing on MCing, DJing and graffiti-writing over boom bap beats making this album a masterpiece from start to finish.
Het einde van Handelingen betekent ook het einde van de verhalende delen van de Bijbel. Nu volgt een serie brieven geschreven door sommige van de hoofdfiguren uit het Nieuwe Testament: de apostelen Paulus, Petrus en Johannes, twee broers van Jezus (Jakobus en Judas) en een onbekende schrijver. Deze brieven zijn ontzettend belangrijk, want ze leggen ons uit wat het Goede Nieuws nu precies is. We horen rechtstreeks van mensen die Jezus op aarde hebben meegemaakt, die jarenlang het Oude Testament hebben bestudeerd en die specifieke openbaringen van Jezus hebben gehad. Dit zijn de mensen die door Jezus persoonlijk zijn geroepen om te vertellen wat Gods reddingsplan voor de wereld is. Zij hebben de eerste kerken gesticht en geleid. Maar de brieven zijn wel allemaal in een bepaalde context geschreven. Het is makkelijk om ze uit hun verband te rukken en helaas gebeurt dat ook vaak. Omdat in de volgende hoofdstukken elke brief kort wordt besproken, gaan we niet op alle details diep in. We richten ons op de hoofdlijnen en het grote verhaal van God en mens. Bij elke brief geef ik je voor zover mogelijk de achtergrond, zodat we de tekst en de boodschap beter begrijpen. Romeinen (10 minuten) Na het Oude Testament zagen we eindelijk de beloofde Verlosser op het toneel verschijnen, maar… Hij ging ook weer terug naar de Hemel. Wel kwam de heilige Geest en die nam het werk over. De heilige Geest is actief in mensen en één van die mensen was Paulus. In Handelingen kwamen we Paulus tegen als de Jood die de volgelingen van Jezus gevangen probeerde te nemen en zelfs te doden als zij het goede nieuws probeerden te delen. Jezus greep Hem op een dag in zijn nekvel en ook Paulus werd een christen. Sterker nog, hij is één van de belangrijkste verspreiders van het geloof geworden. Dankzij de kerken die hij stichtte bereikte het evangelie de uithoeken van het Romeinse rijk. Paulus schreef ook veel brieven, waarvan sommige bewaard zijn gebleven. Eén van de bekendste en zeker één van de belangrijkste brieven, is de brief die hij aan de kerk in Rome richtte. Voordat we dieper op de brief ingaan, even een korte biografie van deze Paulus. Paulus is zijn Griekse naam. In het Hebreeuws heet hij Saul (of Saulus), net zoals de eerste koning van Israël. Hij werd omstreeks het jaar nul geboren en kwam uit de stad Tarsus, gelegen in het huidige Turkije. Hij was een Jood, maar ook een Romeins staatsburger. Hij moet een gedreven man zijn geweest, want hij was lid van de Farizeeën. Dat waren godsdienstige leiders die zich erg strikt aan de wetten van God hielden. Een groot deel van zijn leven woonde hij in Jeruzalem. Tot hij Jezus, na diens dood en opstanding, ontmoette op de weg naar Damascus. Hij kwam tot geloof en verbleef enkele jaren in wat nu Jordanië is. Tijdens die periode heeft hij veel openbaringen van God gekregen. Die theologische kennis heeft hij verwerkt in zijn brieven. Paulus en Rome Zoals we in Handelingen zagen, heeft Paulus minstens drie zendingsreizen gemaakt. Aan het eind van zijn derde reis ging Paulus naar Jeruzalem. Daar werd hij opgepakt door de Joden en uiteindelijk kwam hij in handen van de Romeinen. Na twee jaar in ‘voorlopige hechtenis' te hebben gezeten, deed Paulus een beroep op de keizer. Als Romeins burger had hij het recht om in Rome te worden berecht. Na een gevaarlijke reis, die zijn metgezellen en hij ternauwernood overleefden, kwam Paulus in Rome aan. Daar werd hij onder huisarrest geplaatst. In deze periode schreef hij een groot deel van zijn brieven. Niet de brief aan de Romeinen overigens. Die had hij voor zijn arrestatie al geschreven, waarschijnlijk in het jaar 56 vanuit Korinte. Uiteindelijk werd Paulus vrijgesproken en kon hij weer enige tijd buitenshuis evangeliseren. Hij kon niet lang van zijn vrijheid genieten. Paulus werd opnieuw opgepakt. Inmiddels was er een nieuwe keizer en was de vervolging toegenomen. Paulus werd in een cel gestopt en uiteindelijk onthoofd. Vermoedelijk ergens tussen 64 en 68 na Christus. In de tijd dat Paulus zijn brief aan de Romeinen schreef, bestond de kerk daar al enige tijd. Het zou zelfs kunnen dat de wortels van de Romeinse kerk helemaal teruggaan naar de dag waarop de apostelen de heilige Geest in zich kregen en ze op straat preekten tegen alle pelgrims. In het begin bestond de kerk in Rome dus vooral uit Joden, later kwamen daar ook andere nationaliteiten bij. Op een gegeven moment kwam er echter een keizer aan de macht die alle Joden verdreef uit Rome. Pas na vijf jaar mochten ze terugkomen. Al die tijd hadden de niet-Joden de kerk in Rome geleid en dus waren veel Joodse gebruiken verdwenen. Dat zorgde voor verdeeldheid, vooral tussen het Joodse en het niet-Joodse kamp. Paulus besloot Rome te bezoeken en kondigde zijn bezoek aan met deze brief. Hij hoopte twee dingen te bereiken: ten eerste dat er meer eenheid zou komen en ten tweede dat de christenen in Rome hem konden helpen een zendingsreis naar Spanje te maken. (Het is niet bekend of hij deze reis ooit heeft gemaakt.) De brief aan de Romeinen is lang en soms ingewikkeld. Zelfs de apostel Petrus geeft toe dat de brieven van Paulus af en toe moeilijk te begrijpen zijn, maar ze vertellen wel de waarheid (2 Petrus 3:16). Tegelijk is ‘Romeinen' misschien wel de beste uitleg van wat het goede nieuws precies is. Laten we maar eens naar deze brief gaan kijken. ‘Voor dit evangelie schaam ik mij niet' Direct aan het begin vat Paulus bovendien zijn hele boodschap samen, als hij zegt: Voor dit evangelie schaam ik mij niet, want het is Gods reddende kracht voor allen die geloven, voor Joden in de eerste plaats, maar ook voor andere volken. In het evangelie openbaart zich dat God enkel en alleen wie gelooft als rechtvaardige aanneemt, zoals ook geschreven staat: ‘De rechtvaardige zal leven door geloof.' - Romeinen 1:16-17 In de rest van dit Bijbelboek legt hij uit wat het evangelie inhoudt, hoe God de mensen redt die geloven, zowel de Joden als de niet-Joden, en dat wij dus alleen maar hoeven te geloven. Paulus toont aan dat de wereld van binnen verrot is door het werk van de zonde. Ons hart en ons verstand zijn niet zuiver meer. Van nature keren we ons af van God en omarmen we afgoden. We proberen ons geluk en onze betekenis te vinden in materiële dingen. We eren wat geschapen is en niet de Schepper. Als de Joden dit lezen, zouden ze naast hun schoenen kunnen gaan lopen. Zij zijn toch Gods uitverkoren volk? Maar zo werkt het niet, legt Paulus uit. Ook zij staan schuldig tegenover God, zoals blijkt uit de verhalen in het Oude Testament. Zij hebben Gods wetten en voorschriften gekregen, maar niemand kan zich daaraan houden. Het logische gevolg is dat ieder mens verloren zou moeten gaan. Gelukkig is er evangelie - goed nieuws! Paulus zegt: Gods gerechtigheid, waarvan de Wet en de Profeten al getuigen, wordt nu ook buiten de wet zichtbaar: God schenkt vrijspraak aan allen die in Jezus Christus geloven. En er is geen onderscheid. Iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God; en iedereen wordt uit genade, die niets kost, door God als een rechtvaardige aangenomen omdat hij ons door Christus Jezus heeft verlost. - Romeinen 3:21-24 God ziet je zonden niet meer De wet laat zien wat goed is in Gods ogen, maar is niet in staat om ons te bevrijden van de zonde. God moet dus iets buiten de wet om doen. Dat heeft hij gedaan door Jezus in onze plaats te straffen. Iedereen heeft gezondigd, maar als je in Jezus gelooft, ziet God jouw zonden niet meer. Er is voor jouw overtredingen betaald en dus mag je bij Gods familie horen. Paulus noemt dit proces ‘rechtvaardiging'. Je wordt ‘rechtvaardig' gemaakt. Al je zonden uit het verleden en alle zonden die je in de toekomst nog zult begaan, zijn vergeven. Het enige wat nodig is, is dat je gelooft. Met andere woorden: dat je vertrouwt op God, zoals we eigenlijk door de hele Bijbel heen hebben gezien. Paulus beschrijft dat Abraham, die de wet niet had, op Gods beloften vertrouwde en dat hij zo ‘rechtvaardig werd'. Dit leidt natuurlijk wel tot een probleem. Als onze zonden zijn vergeven, maakt het dan nog uit dat we zondigen? Sterker nog, hoe meer we zondigen, hoe meer genade God uitstort. Dus misschien is het wel beter juist meer te zondigen. Dat in geen geval, zegt Paulus. Door ons geloof verbinden we ons met de dood en opstanding van Jezus. Hij is dood voor de zonde en wij ook. Hoewel we moeten accepteren dat we altijd blijven zondigen, moeten we toch proberen dat niet te doen. Als we de heilige Geest in ons laten werken, gaan we steeds meer op Jezus lijken en Jezus was vrij van zonde. Dit proces noemen we ‘heiliging'. Het woord ‘heilig' betekent ‘apart gezet voor God' en het staat los van ‘rechtvaardiging'. Wij kunnen niets bijdragen aan onze rechtvaardiging. Jezus heeft ons verlost en als we in Hem geloven, zijn we rechtvaardig. We zijn dus gered en horen bij Gods familie. Het is niet zo dat God ons pas accepteert als we ons gedrag aanpassen, als we de zonde verslagen hebben. Wij kunnen die zonde niet verslaan, dat heeft Jezus al gedaan. Als we eenmaal zijn opgenomen in die familie, dan willen we steeds meer op Jezus gaan lijken. We doen ons best en de heilige Geest stelt ons in staat om te breken met zondig gedrag. Tegelijk zullen we nooit honderd procent volmaakt zijn en God weet dat. Niets kan ons scheiden van Zijn liefde Dit leidt wel tot strijd in ons binnenste, maakt Paulus duidelijk in hoofdstuk 7. We weten dankzij d...
(01:32) “Gaza zal volledig worden verwoest”, zei de extreemrechtse Israëlische minister Bezalel Smotrich. Niet alleen de Gazanen maar ook hun erfgoed en cultuur wordt weggevaagd. Is die vernietiging van het erfgoed onderdeel van de genocide? We vragen het aan Lucia Admiraal, historicus en correspondent in het Midden-Oosten voor NRC, normaal gesproken in Jeruzalem maar nu even hier. (14:41) De column van Micha Wertheim (19:57) Een historische penisdiscussie laait op. Het aantal geborduurde penissen op het Tapijt van Bayeux werd onlangs bijgesteld naar 94. Maar hangt er nou een penis tussen de benen of een zwaard? Marlisa den Hartog, mediëvist en schrijver van het boek Seks in de Renaissance, vertelt waarom deze discussie over penissen in de middeleeuwen weer een heet hangijzer is geworden. (29:06) Bij de eerste ronde van de verkiezingen in Roemenië kwam de extreemrechtse George Simion naar voren als winnaar. Hij wil niet alleen een ‘groots' maar ook letterlijk een Groot-Roemenië. En dat bestond al, zo'n honderd jaar geleden toen ook het Roemeense fascisme opkwam. Jan Willem Bos, vertaler Roemeens en auteur van meerdere boeken over Roemenië, vertelt meer. (40:25) Nadia Bouras bespreekt twee historische boek en een tentoonstelling: * Galmende geschiedenissen - Sinan Çankaya * Geweten - Maurits de Bruijn * Eén club, Eén stad, Ajax Amsterdam - Het Stadsarchief Amsterdam Meer info: https://www.vpro.nl/programmas/ovt/luister/afleveringen/2025/11-05-2025.html# (https://www.vpro.nl/programmas/ovt/luister/afleveringen/2025/11-05-2025.html)
“Gaza zal volledig worden verwoest”, zei de extreemrechtse Israëlische minister Bezalel Smotrich. Niet alleen de Gazanen maar ook hun erfgoed en cultuur wordt weggevaagd. Is die vernietiging van het erfgoed onderdeel van de genocide? We vragen het aan Lucia Admiraal, historicus en correspondent in het Midden-Oosten voor NRC, normaal gesproken in Jeruzalem maar nu even hier.
Handelingen is het vervolg op de evangeliën en in het bijzonder op het evangelie van Lucas. Deze arts die vele ooggetuigen interviewde over Jezus schreef naast zijn evangelie ook het boek Handelingen. Net als in zijn eerste boek, richt hij zich tot Theofilus. Wie deze Theofilus was, is niet bekend. Zijn naam betekent ‘Iemand die God liefheeft'. Wellicht was hij een hooggeplaatste Romeinse ambtenaar. Maar het staat vast dat zowel Lucas als Handelingen niet alleen voor deze ene man zijn geschreven. Lucas' doelgroep was veel breder. Hij wilde iedereen bereiken met het goede nieuws. Waarschijnlijk is dit boek geschreven rond het jaar 60-62. Toen zat Paulus namelijk voor het eerst gevangen en het boek eindigt met die gevangenschap. Paulus' vrijlating, tweede gevangenschap en marteldood worden niet beschreven. Ook de moord op een andere belangrijke figuur, Petrus, komt niet voor in Handelingen en evenmin de val van Jeruzalem in het jaar 70. De acties van de heilige Geest Handelingen betekent ‘acties' of ‘daden'. In veel Bijbelvertalingen wordt dit Bijbelboek vaak ‘De Handelingen van de Apostelen' genoemd. Lucas vertelt wat de apostelen zoal doen en meemaken, maar eigenlijk gaat het niet direct over hen. Het gaat veel meer over wat de heilige Geest door hen heen doet. Dat is wat Lucas duidelijk wil maken. In een wat meer letterlijke vertaling staat er in het eerste vers: ‘Het eerste boek heb ik gemaakt, o Theofilus, over alles wat Jezus begonnen is te doen én te onderwijzen (…)'. - Handelingen 1:1 Als het evangelie van Lucas gaat over wat Jezus begon te doen, dan gaat Handelingen over wat Hij na Zijn opstanding deed. Alleen maakt Lucas direct duidelijk dat Jezus zelf werd opgenomen in de hemel en dat niet veel later Zijn Geest in Zijn volgelingen kwam wonen en hen de meest wonderlijke dingen liet doen en zeggen. Ook wordt duidelijk dat God niet alleen om het volk Israël geeft, maar dat ook mensen uit andere volken deel uit mogen maken van Zijn koninkrijk. Laten we niet op de zaken vooruit lopen. Lucas opent zijn verhaal met te zeggen dat gedurende veertig dagen na Zijn opstanding Jezus aan de leerlingen en andere volgelingen blijft verschijnen. Hij spreekt met hen over het koninkrijk van God. Nog steeds begrijpt niet iedereen dat Zijn koninkrijk niet van deze wereld is. Ze vragen Hem of Hij nu snel Israël in ere zal herstellen. ‘Getuig van Mij' ‘Dat is niet aan jullie om te weten', antwoordt Jezus. ‘Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van Mij getuigen in heel Jeruzalem, in heel Judea en Samaria tot aan de uiteinden van de aarde.' Het goede nieuws van Jezus' offer moet zich dus over de hele wereld verspreiden. Nadat Hij dit had gezegd, werd Hij opgenomen in de hemel. Dit plaatje doet denken aan een visioen dat de profeet Daniël kreeg. ‘Iemand die leek als een mens werd op de wolken naar de hemel gebracht voor Gods troon en Hij kreeg alle macht, eer en koningschap', staat in Daniël 7. De leerlingen moeten dus wachten. Terwijl ze dat doen, brengen ze veel tijd door in gebed. Ook vervangen ze Judas Iskariot, die zichzelf had opgehangen nadat hij Jezus had verraden. Zo zijn de leerlingen weer met twaalf man. Tien dagen na Jezus' hemelvaart (dus zo'n 50 dagen na Zijn opstanding) zijn de leerlingen bij elkaar als er plotseling in het huis een hevige wind opsteekt. Ook verschijnen vlammen boven hun hoofden. De heilige Geest is geland. De wind en het vuur staan symbool voor Gods aanwezigheid. In het Oude Testament zagen we die aanwezigheid in de tabernakel en de tempel, nu leeft Hij in de mens via Zijn Geest. God leefde onder Zijn volk, maar ze konden Hem niet benaderen. Alleen speciaal aangewezen priesters die een zuiveringsritueel vol verwijzingen naar de dood van Jezus hadden ondergaan, konden bij de tabernakel in de buurt komen. Maar nadat Jezus was gestorven, scheurde het dikke gordijn tussen het ‘heilige der heiligen' en de rest van de tempel. De mens kan weer bij God komen. Sterker nog, God wil zo dichtbij mogelijk zijn en ín de mens wonen. Vandaar dat Hij hier in Handelingen Zijn heilige Geest stuurt. Het begin van de kerk Die Geest geeft kracht en moed. Ogenblikkelijk gaan de leerlingen naar buiten om te preken. Jeruzalem zit vol met pelgrims die het Joodse Pinksterfeest komen vieren. Velen van hen spreken geen Aramees. Dat was de taal die destijds in Palestina werd gesproken. Toch verstaat iedereen wat ze zeggen. Dan neemt Petrus het woord. Hij vertelt over Jezus, Zijn dood en Zijn opstanding. Hij legt uit dat Jezus door God tot Messias en Heer is aangesteld. Die dag komen drieduizend mensen tot geloof. Het is het begin van de ‘Jezusbeweging', het begin van de kerk, wat wij nu het christendom noemen. Niet al deze mensen hebben zuivere Joodse wortels en dus is dit een eerste aanwijzing dat Gods koninkrijk open staat voor iedereen die in Jezus gelooft, niet alleen voor de nakomelingen van Abraham. Dit zagen we in het Oude Testament natuurlijk ook wel, als je goed leest, maar toch was het iets dat de vroege kerk moest leren. De godsdienstige leiders die Jezus hadden laten kruisigen, hadden verwacht dat ze met Zijn dood ook verlost zouden zijn van Zijn volgelingen. Plotseling blijken Jezus' leerlingen toch weer over Jezus te vertellen. (Ze worden vanaf hier ‘apostelen' genoemd. Een apostel is iemand die een boodschap overbrengt.) De apostelen beweren zelfs dat Hij weer leeft. Aangezien Zijn lichaam weg is uit het graf, kunnen ze niet bewijzen dat Hij nog dood is. Ze doen wel hun best de apostelen het zwijgen op te leggen. Petrus en de anderen zijn regelmatig in de tempel te vinden om te onderwijzen en zieken te genezen. Ook zamelen ze geld in voor de armen, iets wat eigenlijk de taak is van de Joodse leiders en de priesters die in de tempel dienen. Dat staat immers in de wet van God. De dood van Stefanus Ze arresteren Petrus en Johannes en waarschuwen hen niet meer te spreken over Jezus. Petrus antwoordt dat ze God moeten gehoorzamen. Niet veel later worden hij en de andere leerlingen opnieuw gearresteerd. Dit keer opent een engel de deur van de gevangenis en zo ontsnappen ze. De volgende dag pakken de leiders hen opnieuw op. Tijdens de hoorzitting vertellen de apostelen wie Jezus werkelijk is. Ze worden geslagen en vervolgens laat de Joodse Raad hen gaan. Steeds meer mensen gaan geloven in de opgestane Jezus en de twaalf apostelen wijzen mannen aan die de kerk kunnen leiden, zodat zij zich kunnen richten op gebed en onderwijs. Stefanus is één van die nieuwe leiders, een trouwe dienaar van God die veel wijsheid heeft ontvangen. Hij wordt opgepakt en houdt een lange speech waarin hij bijna de hele Bijbel samenvat. Hij legt de nadruk op hoe de Joodse leiders altijd Gods boodschappers hebben tegengewerkt, inclusief Jezus en de apostelen. De reactie laat zich raden: Stefanus wordt ter plekke vermoord. Terwijl hij sterft, ziet hij echter Jezus aan de rechterhand van Gods troon staan, een krachtige belofte voor iedereen die wordt gedood omwille van Jezus' naam. De andere volgelingen van Jezus worden bang, maar het gevolg is dat ze juist gaan doen wat Jezus hun in het begin had opgedragen. Ze verlaten Jeruzalem en trekken naar Judea, Samaria en andere gebieden om het goede nieuws te vertellen. Ook niet-Joden zijn welkom Vanaf nu wordt het nog duidelijker dat ook niet-Joden welkom zijn in Gods koninkrijk. Eerst zien we de apostel Filippus die naar Samaria gaat. Onderweg leidt de heilige Geest hem naar een Ethiopische ambtenaar, die tot geloof komt en zich door hem laat dopen. Daarna trekt hij verder en overal waar hij komt, leidt hij mensen tot Jezus. Dan verschuift het verhaal plotseling naar Saulus, die later Paulus wordt genoemd. Laten we hem voor het gemak vanaf nu alvast Paulus noemen. Deze Paulus is een godsdienstige leider, een gedreven man en een harde werker. Hij doet extra zijn best om de mensen die ‘De Weg' volgden (zoals de christenen zich toen noemden), te laten arresteren. Onderweg naar Damascus wordt hij plotseling verblind door een fel licht. Ook hoort hij de stem van Jezus, die aan Paulus vraagt waarom hij Hem vervolgt. Paulus krijgt zijn gezichtsvermogen pas enkele dagen later terug als een volgeling van Jezus naar hem toekomt en de handen oplegt. De apostelen zijn nog bang voor hem, maar uiteindelijk leren ze hem vertrouwen. Net als zij gaat Paulus publiekelijk vertellen dat Jezus weer leeft en ongetwijfeld dat hij Hem heeft ontmoet op de weg naar Damascus. Ondertussen maakt God middels een visioen duidelijk aan Petrus dat ze groter moeten denken en dat ze ook de heidenen, ofwel de niet-Joden, moeten vertellen over Jezus. Een Romeinse legerofficier laat Petrus komen. Hij heeft een goed hart en probeert God te dienen. In een droom heeft God hem verteld dat hij Petrus moet laten halen. Nu is het Petrus pas echt duidelijk dat God geen onderscheid maakt tussen Joden en heidenen. Terwijl hij preekt in het huis van de Romein, daalt de heilige Geest neer op de aanwezigen. Paulus en Barnabas op reis Niet iedereen begrijpt dat Jezus ook is gekomen voor de niet-Joden. Jezus' volgelingen die zijn uitgewaaierd, vertellen het goede nieuws uitsluitend aan de Joden in die landen en provincies. Behalve in de stad Antiochië, de hoofdstad van Syrië in die tijd. (Tegenwoordig ligt deze stad in Turkije.) In Antiochië krijgen ook Grieken het goede nieuws te horen en velen komen tot geloof. Hier worden Jezus' volgelingen voor het eerst ‘christenen' gen...
Wordt de tempel in Jeruzalem ooit weer herbouwd? De Bijbel zegt van wel! Maar hoe dan? Op de berg staan nu twee islamitische bouwwerken! Voor de herbouw van de tempel is bijna alles klaar. Er is nog één laatste obstakel: de rode vaars. Haar as is nodig voor het reinigingswater. Wat heeft deze rode vaars trouwens te maken met de Hamas-aanval op 7 oktober '23? En wat heeft de Amerikaanse president Trump met de herbouw van de tempel te maken? Een gesprek met David van Wijck.Meer weten over Israël en de Bijbel? Klik hier.Blijf op de hoogteVia Facebook, Instagram Via IB Magazine of de gratis nieuwsbriefBid mee via Telegram of WhatsAppSupport the showEen Bijbel in elk Joods huis
De laatste week De laatste week breekt aan. Deze begint met een maaltijd bij Lazarus thuis. Zijn zus Maria giet kostbare olie over Jezus, waarmee ze Hem in feite voorbereid op Zijn dood. Daarna is er de zondagse intocht waarbij Jezus als Messias wordt verwelkomd in Jeruzalem. Hoewel Jezus weet dat Hij vrijdags zal sterven, investeert Hij bijna al Zijn beschikbare tijd in onderwijs aan Zijn leerlingen. Ze houden een maaltijd en geen van de leerlingen wast de voeten van een ander. Dat is immers het werk van een slaaf of een dienaar. Toch kiest hun Leider, Jezus, ervoor om wél de voeten van de anderen te wassen. Deze ene daad laat zien hoe God werkelijk is. Liefdevol en dienend. ‘En zo', zegt Jezus, ‘moeten ook jullie elkaar liefhebben en dienen'. Er volgt meer onderwijs. Eén van de bekendste verhalen is dat wij geënt moeten zijn in God zoals een wijnrank vastzit aan de wijnstok. God is de Bron van ons leven. Maar net als wijnranken moeten wij worden gesnoeid. Niet omdat God ons pijn wil doen, maar omdat we zo meer vrucht zullen dragen: we kunnen zo nuttiger zijn voor Hem. Jezus vertelt ook dat Hij weggaat. Dit maakt Zijn leerlingen verdrietig, maar Jezus zegt dat het nodig is. Alleen zo kan de heilige Geest in ons komen wonen. Als God in de vorm van de heilige Geest in ons leeft, is Jezus altijd bij ons. Nergens in de Bijbel wordt de term ‘Drie-eenheid' gebruikt om God, Jezus en de heilige Geest aan te duiden. Maar het idee dat er één God is in drie verschijningsvormen wordt hier wel beschreven door Johannes. God de Vader, Jezus de Zoon en de heilige Geest zijn ieder apart actief, en toch zijn ze één. Wat is dan de rol van de heilige Geest? Jezus zegt dat Hij ons zal overtuigen van de waarheid. Hij zal ons ook de kracht geven om Zijn missie te voltooien in de wereld. Hoewel Jezus het offer brengt dat nodig is om de zonde te verslaan, is het aan de volgelingen van Jezus om dit goede nieuws te vertellen op deze wereld. Hij waarschuwt wel dat er tegenstand en vervolging komt, maar voorspelt eveneens de overwinning voor wie volhoudt. Hij bidt een prachtig gebed voor Zijn leerlingen en alle volgelingen die nog zouden komen. ‘Ik ben het' Jezus gaat met zijn leerlingen naar de Olijfgaard en dan komen soldaten eraan lopen, geleid door de verrader Judas. ‘Wie zoeken jullie?', vraagt Jezus. ‘Jezus uit Nazaret', antwoorden ze. ‘Ik ben het', zegt Jezus. De soldaten deinzen achteruit en vallen zelfs op de grond. ‘Ik ben.' Dat zei God tegen Mozes toen Mozes Hem om Zijn naam vroeg. In Johannes zegt Jezus zeven keer iets over wie Hij is met de woorden: ‘Ik ben …'. Ik ben het Brood van het leven. Ik ben het Licht van de wereld. Ik ben de Deur voor de schapen. Ik ben de Opstanding en het Leven. Ik ben de goede Herder. Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Ik ben de ware Wijnstok. Iedere stelling zegt iets over Jezus' identiteit. En hier openbaart Jezus opnieuw wie Hij is. ‘Ik ben het.' Ofwel: ‘Ik ben God.' Hadden de vijandelijke soldaten door dat Hij dit bedoelde? Ze waren in ieder geval diep onder de indruk en lijken besluiteloos. Petrus is dat niet. Hij pakt zijn zwaard en slaat een oor af van de slaaf van de hogepriester. (Lucas vermeldt dat Jezus de oor van de slaaf genas.) Jezus wijst Petrus terecht. ‘Zou ik de beker die de Vader Mij gegeven heeft niet leegdrinken?' - Johannes 18:11 Jezus gaat Zijn dood tegemoet, maar niet omdat Hij in de val is gelopen. Hij legt Zijn leven vrijwillig af. Het past allemaal in Gods reddingsplan. De leerlingen maken zich echter uit de voeten. De soldaten voeren Jezus mee naar de Joodse raad en uiteindelijk leiden de Joden Hem naar de Romeinse gouverneur Pilatus. Jezus wordt ervan beschuldigd dat Hij claimt een koning te zijn. Als Pilatus Hem daarnaar vraagt, antwoordt Hij: ‘Mijn koninkrijk is niet van deze wereld'. Impliciet geeft Jezus dus toe dat Hij wel degelijk koning is. En iedere Jood die zich koning noemt, is een bedreiging voor de Romeinse keizer. Pilatus is duidelijk ongemakkelijk. Eigenlijk ziet hij niet zoveel gevaar in Jezus. Met een list probeert hij de Joden af te schepen. Hij laat een Joodse moordenaar komen en vraagt het volk wie hij vrij moet laten. De moordenaar Barabbas of Jezus? Opgehitst door hun leiders kiest het volk voor Barabbas. Barabbas was schuldig, Jezus onschuldig. Toch is het Jezus die sterft en niet de moordenaar. Hij draagt de straf die Barabbas verdient. Het is volbracht Jezus wordt gemarteld en gekruisigd, het ultieme bewijs dat in Gods Koninkrijk alles anders is dan hier op aarde. De enige ware Koning, de God die mens werd, de Mens die niet had gezondigd, juist Hij sterft. Hij draagt zo de straf voor ons. En op een bijzonder moment: op dat tijdstip slachten de Joden namelijk het lam voor het pesachmaal. Nu denk je misschien, maar Jezus had de avond daarvoor toch al de maaltijd gevierd waarmee de uittocht uit Egypte werd herdacht? Dat klopt. Dit heeft er waarschijnlijk mee te maken dat voor sommige Joden een dag begon bij de zonsopkomst. Dit was bijvoorbeeld zo in Galilea, waar Jezus vandaan kwam. Maar voor Joden in Jeruzalem begon een nieuwe dag bij zonsondergang. Daardoor wordt in de tijd van Jezus het pesachfeest dus niet in het hele land op hetzelfde moment gevierd. Jezus at zelf van het pesachmaal volgens de Galilese tijdsrekening, terwijl Hij stierf tijdens het slachten van het lam door de Joden die in Jeruzalem wonen. Vlak voor Jezus de laatste adem uitblaast, verzucht Hij: ‘Het is volbracht'. Dit zijn misschien wel de mooiste woorden die ooit zijn gesproken in de geschiedenis van de mensheid. HET IS VOLBRACHT! Jezus heeft het offer gebracht dat nodig was om de dood te verslaan. Wie in Jezus gelooft, ontvangt vergeving van zonden. Hij of zij hoort bij God. Jezus wordt in een graftombe gelegd door een rijke man die Josef heet én door Nikodemus. Het lijkt erop dat beiden in het geheim volgeling van Jezus waren geworden. Het graf is leeg ‘s Zondags gaat Maria uit Magdala naar het graf (volgens de andere evangeliën met andere vrouwen) en ontdekt dat Jezus weg is. Petrus en Johannes rennen naar het graf. Ze ontdekken dat het linnen keurig is opgevouwen, maar er is geen lichaam. De twee mannen geloven dat er een wonder is gebeurd en gaan terug naar het huis waar ze verblijven. Maria blijft staan bij het graf en dan ziet ze plotseling twee engelen. ‘Ze hebben mijn Heer weggehaald!', zegt ze. ‘En ik weet niet waar ze Hem hebben heengebracht.' Achter haar verschijnt Jezus, maar ze kijkt niet goed naar Hem. Dan noemt Hij haar naam. ‘Maria!' Ze draait zich met een ruk om. ‘Rabboeni!' Meester! Jezus draagt haar op de leerlingen te vertellen dat Hij weer leeft. En niet veel later verschijnt Hij ook aan hen. Alleen Tomas is er niet bij en hij gelooft niet dat Jezus uit de dood is opgestaan. Een week later komt Jezus opnieuw uit het niets op bezoek. ‘Leg je vingers hier, kijk naar Mijn handen en leg je hand in Mijn zij', zegt Jezus. ‘Wees niet langer ongelovig, maar geloof.' Tomas antwoordt: ‘Mijn Heer, Mijn God!' En Jezus zegt: ‘Omdat je Me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien, maar toch geloven.' Die laatste woorden zijn bedoeld voor ons. Wij hebben Jezus niet gezien een week na Zijn opstanding. Gelukkig zijn wij als we toch geloven. Een ontroerend slot Maar Johannes heeft nog een ontroerend slot voor ons in petto. De leerlingen hebben hun oude beroep opgepakt en zijn weer gaan vissen. Jezus had hen geroepen met de woorden ‘Ik maak vissers van mensen van jullie', maar hier vissen ze op de dieren die in het water leven. Het zit echter niet mee. De netten blijven leeg. Een man roept vanaf de kant van het water dat ze het net aan de andere kant moeten uitgooien. Ze doen wat de man zegt en plotseling zit het net volledig vol met vis. Pas dan herkennen ze dat het hier om Jezus gaat en Petrus springt over boord om naar Hem toe te lopen. Johannes vertelt ons met dit verhaal dat we veel meer vis zullen vangen als we gehoorzaam zijn. Hij bedoelt dat we veel meer zullen bereiken en dat veel mensen tot geloof zullen komen als we Jezus' aanwijzingen opvolgen. Jezus maakt een vuurtje, braadt vis en eet zelf ook, opnieuw een bewijs dat Hij geen geest is maar weer echt leeft. Dan neemt Hij Petrus apart. Petrus kampt nog met een diep schuldgevoel. Driemaal heeft hij Jezus publiekelijk verraden. Nu vraagt Jezus driemaal of Petrus van Hem houdt. Driemaal antwoordt Petrus bevestigend. Jezus geeft hem de opdracht om een leider te worden van Jezus' volgelingen, die later christenen genoemd worden. Hij moet hen leiden zoals een herder zijn schapen leidt. Tegelijk maakt Hij Petrus duidelijk dat hij op een dag ter dood zal worden gebracht. Dan vraagt Petrus wat er met Johannes zal gebeuren. Jezus antwoordt dat hem dat niets aangaat. De schrijver van dit evangelie laat weten dat zijn taak was om zijn hele leven te getuigen van wie Jezus was. Johannes is vervolgd, gemarteld en uiteindelijk verbannen naar het eiland Patmos, maar voor zover bekend is hij de enige leerling die geen gewelddadige dood is gestorven. Tot het einde van zijn lange leven heeft hij over Jezus verteld. Dit boek, vol met herinneringen aan Jezus, Zijn onderwijs en Zijn daden, is daar het bewijs van.
Lucas gaat verder met Jezus' veertig dagen in de woestijn en de pogingen van de duivel om Hem te verleiden. Die mislukken jammerlijk en Jezus trekt langs dorpen en steden om te preken in synagogen (zeg maar: de Joodse kerk). Overal wordt Hij geprezen. Overal, behalve in de woonplaats van Zijn ouders. Ook hier staat Hij op om te vertellen dat de woorden van Jesaja in vervulling gaan: ‘De Geest van de Heer rust op Mij, want Hij heeft Mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft Hij Mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven, om een genadejaar van de Heer uit te roepen.' - Lucas 4:18-19 De aanwezigen kennen Jezus echter nog uit Zijn jeugd. Toen was Hij gewoon één van hen. Waarom dan nu zo verheven doen? En wat waarschijnlijk ook meespeelde: ze weten waarschijnlijk dat Maria al zwanger was vóór haar huwelijk. Hoe kan de zoon van Jozef dan zich nu vergelijken met de Verlosser die moet komen? Jezus confronteert hen met hun ongeloof en de menigte wordt kwaad. Ze drijven hem naar de rand van de stad om Hem van de berg af te duwen. Dan gebeurt er een wonder. Ze kunnen niet verder en Jezus loopt gewoon tussen hen door weg. Jezus ging naar Kafarnaüm, de stad waar Hij woonde en ging door met Zijn onderwijs. Goed nieuws voor de armen Zijn boodschap was waarschijnlijk telkens dezelfde, de woorden uit Jesaja. Lucas presenteert Jezus als de Messias, maar meer dan de andere schrijvers van de evangeliën heeft Lucas oog voor de onderkant van de samenleving. Voortdurend laat hij zien dat Jezus is gekomen om het goede nieuws te brengen aan de armen. En met armen bedoelt hij niet alleen mensen die weinig of geen geld hebben. Hij bedoelt ook mensen die lichamelijke of geestelijke beperkingen hebben, weduwen, weeskinderen, buitenlanders en andere mensen op wie wordt neergekeken vanwege hun afkomst. Lucas laat ons Jezus aan het werk zien. Hij bevrijdt een man van een demon, laat de koorts verdwijnen van Petrus' schoonmoeder, geneest iemand met een huidziekte, laat een verlamde man weer lopen en verwelkomt een corrupte belastingambtenaar als volgeling. Die belastingambtenaar is natuurlijk Levi, ofwel Matteüs. Hij is niet de enige zondaar die door Jezus wordt vergeven. Hetzelfde gebeurt met een prostituée. Het volk van Israël ervaart het onderwijs en de bediening van Jezus als een bevrijding. Vandaar dat het aantal volgelingen rap toeneemt. Daarom kiest Jezus twaalf leerlingen uit die Zijn intieme vrienden worden. Via deze mannen moet het goede nieuws na Zijn dood worden verspreid, maar één van hen, Judas Iskariot, zal Jezus uiteindelijk verraden. Hij wordt dan ook later door de leerlingen vervangen zodat ze weer een groep van twaalf vormen. Dat getal is niet onbelangrijk. Israël bestond oorspronkelijk uit twaalf stammen. Een radicale boodschap Jezus, de twaalf leerlingen en een grote groep andere volgelingen dalen een berg af en in de vallei begint Jezus te preken. Zijn boodschap is grotendeels hetzelfde als de Bergrede die we in Matteüs zagen. Misschien was het dezelfde toespraak en zat Jezus op de berg, terwijl zijn publiek iets lager zat, of misschien herhaalde Jezus Zijn preken wel eens. Dat is eigenlijk niet zo belangrijk. Het gaat om de boodschap en die is radicaal. Jezus spreekt over het Koninkrijk van God, maar zoals we al eerder zagen: dit is een koninkrijk waar alles net even anders gaat. De rijken houden hun geld niet voor zichzelf, maar delen het met de armen. Leiders dienen hun volgers. Word je iets aangedaan, dan neem je geen wraak maar vergeef je. Je zoekt naar vrede en gerechtigheid en wijst hypocrisie af. Door alles wat Jezus tot nu gedaan heeft, neemt de tegenstand toe. De religieuze leiders hebben juist veel voordeel van hoe de situatie nu is. Zij zijn de belangrijke mensen. Zij vervullen de wet van God. Aan de buitenkant dan. Dus worden zij door de woorden van Jezus te kijk gezet. Bovendien kunnen zij niet de wonderen doen die Jezus doet. Ze verachten Hem omdat Hij omgaat met ‘slechte mensen' en verwijten Hem een dronkaard te zijn. Het ergste is nog dat ze Gods plan verwerpen. Duizenden mensen krijgen te eten Jezus trekt van dorp tot dorp en van stad tot stad om onderwijs te geven en genezingen te doen. Toch besteedt Hij de meeste tijd aan zijn twaalf leerlingen. Hij geeft hen extra uitleg en deelt dingen die Hij niet aan andere mensen vertelt. Uiteindelijk stuurt hij de twaalf twee aan twee uit om zelf te gaan evangeliseren en zelf te bidden voor genezingen. Het is een soort training voor ze en het gaat geweldig goed. De twaalf komen vol vreugde terug en Jezus neemt de tijd om met hen te praten. Maar het volk komt achter hun verblijfplaats en zoekt hen op. Jezus is vriendelijk, geneest mensen en vertelt over Gods koninkrijk. Aan het eind van de dag doet Hij een ander wonder. Met slechts vijf broden en twee vissen geeft Hij duizenden mensen te eten. Lucas beschrijft vervolgens een verhaal dat we ook al in Matteüs en Marcus zagen: Jezus gaat de berg op met drie leerlingen en verandert voor hun ogen. Zijn kleding wordt stralend wit, Hij praat met de profeten Mozes en Elia over zijn ‘levenseinde'. Het Griekse woord dat Lucas hier gebruikt, is ‘exodus'. Hij gebruikt dus een duidelijke verwijzing naar de bevrijding van Israël uit Egypte. Op dezelfde manier zal Jezus zorgen voor bevrijding van de slavernij van de zonde. Dit kan maar op één manier, zoals we verderop in Lucas ontdekken. Even daarvoor had Jezus al proberen uit te leggen aan Zijn vrienden dat de Messias moest lijden en sterven. Nadat ze de berg zijn afgedaald, doet Hij dit nogmaals, maar de mensen begrijpen Hem niet. Ondanks al dit onbegrip richt Jezus Zijn vizier nu volledig op het voltooien van Zijn missie. Lucas 9 vers 51 zegt: ‘Toen de tijd naderde dat Jezus van de aarde zou worden weggenomen, ging Hij vastberaden op weg naar Jeruzalem.' Dit is een duidelijk keerpunt in het verhaal. Jezus is vanaf nu op weg naar de stad waar Hij zal worden gedood. Drie mannen komen één voor één naar Hem toe. Ze willen Hem volgen, maar omdat hun hart niet volledig bij Jezus is, stuurt Hij hen weg. Ditmaal kiest Hij 72 leerlingen uit, die Hij op pad stuurt. Zij moeten voor Hem uit gaan, naar alle steden en dorpen die Hij aan wil doen op weg naar Jeruzalem. Ze vertellen over het Koninkrijk van God, genezen mensen van ziekten en bevrijden van demonen. Dit allemaal in Jezus' naam. Vol vreugde keren ze bij Jezus terug. Jezus antwoordt: ‘Wees niet blij dat de geesten zich aan jullie onderwerpen. Wees blij dat jullie bij God horen.' Op reis met Jezus Het is mooi zoals Lucas Jezus' reis naar Jeruzalem beschrijft. Het is bijna alsof we met Hem meetrekken. We ontmoeten interessante mensen, we leren dingen over het koninkrijk van God, over hoe we het Onze Vader kunnen bidden, over hoe God voor ons zorgt, over hemel en hel, over geld en bezittingen. Jezus laat in woord en daad zien hoe we ons moeten afkeren van aardse bezittingen en hoe we juist voor buitenstaanders moeten zorgen: de armen, de vreemdelingen, de zieken, ja, zelfs de belastingambtenaren! Jezus is gekomen voor hen die hulp nodig hebben. Hij vergelijkt zichzelf met een Herder die 99 schapen achterlaat om het ene verloren schaap te zoeken. En in één van de krachtigste verhalen uit de Bijbel, schildert Jezus een beeld van God van een liefdevolle vader die zijn zondige zoon weer in genade aanneemt, zelfs nadat de zoon hem praktisch heeft doodverklaard. Maar hij heeft ook nog een andere zoon, een man die zijn vader met de lippen eert, maar wiens hart niet bij hem is. Deze oudste zoon gaat niet in op de uitnodiging van de vader om thuis deel te nemen aan het feestmaal. De boodschap? Het is beter als zondaar te hebben geleefd en oprecht tot inkeer te komen dan je hele leven net te doen alsof je van God houdt. Dan komt Jezus in Jeruzalem aan. Het volk verwelkomt Hem als verlosser, maar de Joodse leiders wijzen Hem af en smeden een plan om het volk op te jutten en Hem te doden. Dit verzet tegen Jezus' koninkrijk van vrede en gerechtigheid leidt uiteindelijk tot de opstand van de Joden tegen de Romeinen in het jaar 66. In het jaar 70 werd de tempel uiteindelijk verwoest. Als Jezus in Jeruzalem is, ziet Hij hoe de tempel wordt misbruikt voor handel. Hij is woedend, gooit de marktkramen omver en jaagt de handelaren weg. Deze daad zit vol symboliek. Ten eerste is het een soort voorbode van wat er ruim dertig jaar later zou gebeuren: de vernietiging van de tempel. Ten tweede leidt Jezus' actie tot nog meer debatten tussen hem en de godsdienstige leiders, omdat Hij hun religieuze ideeën omver gooit. Hun besluit staat vast: Jezus moet uit de weg worden geruimd. Ze durven Hem niet op te pakken als Hij omringd is door zoveel mensen en ze wachten hun kans af. Het Pesachmaal Jezus trekt zich terug met zijn leerlingen om het pesachmaal te vieren. Lucas beschrijft hoe Jezus' het Avondmaal instelt, waarbij het brood symbool staat voor Zijn gebroken lichaam en de wijn voor zijn vergoten bloed. Hij is het plaatsvervangende offer voor Abrahams zoon Isaak, voor de Israëlieten in Egypte en voor alle andere zondige mensen die Zijn aanbod tot vergeving aannemen. Zoals we ook in de andere evangeliën hebben gezien, pakken de Joodse leiders Jezus op na die maaltijd. Eerst wordt Hij verhoord door die leiders. Lucas benadrukt Jezus' onschuld. Want als Jezus naar de Romeinse gouverneur Pilatus wordt gebracht, zegt deze tot drie keer toe dat Hij geen overt...
Psalm 122 nodigt ons uit te reflecteren op de reis naar Jeruzalem, waar heilige muren eens stonden. Bid jij voor de vrede van Jeruzalem? Waarom wel of niet?
Terwijl we de Stille Week ingaan, worden we uitgenodigd om ons in te leven in de emoties van Jezus bij zijn aankomst in Jeruzalem. In welke emoties die in het verhaal voorkomen kan jij het meest inleven? Blijdschap, woede, verdriet, onbegrip, ...?
Spoštovane poslušalke, spoštovani poslušalci! Današnja cvetna nedelja nas vabi, da tudi mi z zelenjem sprejmemo Jezusa. Od okrašenih butar do preprostih oljčnih vejic. Vse to naj bi nam pomagalo h poglobljenemu sprejemu Kristusa. Pogosto se ob vsem vzvišenem dogajanju pozablja, da je to Jezusova pot na križ. Kako bomo zaupali nekomu, ki ga en dan proslavljajo množice, drugi dan pa obsodijo na najbolj sramotno smrt. Še tisti, ki so bili njegovi, se razbežijo. Gre takemu zaupati? Ko mogočna osebnost, ki smo jo kovali v zvezde, zgubi ves svoj ugled, nihče več noče imeti z njo opravka. Razočaranje je še najmanj, kar lahko ob tem občutimo. Ob pogledu na križanega Jezusa bi tudi mi lahko rekli: kako nam bo pomagal ta, ki še zase ni poskrbel. V istem času, ko Jezus na osličku jezdi v Jeruzalem, je tja prišel tudi drugi mogočnik tistega časa. Pilat prispe tja z mogočno vojaško vprego. Je dejanski vladar Jeruzalema in odgovoren za red. Eden na osliču, ki ga množica pozdravlja; drugi osovražen na konju z močno vojsko, ki edini sme razsojati med življenjem in smrtjo. Vse naše človeške izkušnje nam jasno svetujejo, komu naj zaupamo. V kapeli Scrovegni je Gioto ustvaril čudovite freske našega odrešenja, vključuje tudi Jezusov slovesni vhod v Jeruzalem. Na tej upodobitvi je slikar povečal podobo Kristusa in jo postavil v središče freske. Za presrečnim osličkom hodijo prestrašeni in negotovi apostoli z mračnimi slutnjami o prihodnosti te poti. V nasprotju z apostoli se množica navdušeno vsuje skozi jeruzalemska vrata. Slačijo si plašče in vrhnja oblačila. To odstranjevanje oblačil namiguje na začetek Svetega pisma. Odstranjevanje oblačil simbolizira figove liste, ki sta jih morala nositi Adam in Eva, ko sta grešila. Zaradi Jezusa je naš greh odstranjen in zato naša duhovna potreba po oblačilih ni več potrebna. Jezus prihaja v mesto, da bi z naših ramen odstranil težo greha, in zato lahko ta nepotrebna oblačila krivde in strahu odvržemo. Na oljkah v ozadju se dva človeka angelskega videza stegujeta, da bi odlomila veje in s tem počastila Jezusa. Eden od njiju ima iztegnjene roke, kar simbolizira Jezusovo križanje. V tem je Giottovo skrito sporočilo za nas, gledalce: kristjan prostovoljno iztegne roke, da bi sprejel svoj življenjski križ. Kljub temu tragičnemu povabilu vsakemu izmed nas vemo, da je edini pravi kralj Jezus, ki daje življenje za grešnika. To ugotovi tudi njegov sodnik, Pilat, ko zaukaže zapisati nad glavo Križanega: Judovski kralj. Tudi mi lahko s polnim zaupanjem vzklikamo hozana pravemu in zaupanja vrednemu vladarju, ki ne prihaja z močjo in nasiljem, ampak z usmiljenjem in odpuščanjem.
In de aanloop naar Pasen gaan we het hebben over Palmzondag: de koninklijke intocht van Jezus in Jeruzalem. Geen gouden koets of strijdpaard, maar een man op een ezel. Niet als een machthebber, maar als een nederige koning. Mensen die hoopvol hun jassen en palmtakken op de weg leggen. De mensen hebben lang gewacht op de voorspelde koning, maar wat verwachten ze daar eigenlijk van? Gaat Gods plan precies zoals verwacht? En durf jij Hem te vertrouwen, ook als je het niet snapt? Laten we samen kijken naar deze bijzondere intocht en ontdekken wat het zegt over ons vertrouwen vandaag.
Dit is ZIJN opgang naar Jeruzalem en zo komt zach 9:9 uit, de profetieën liegen niet!
Lucas was een dokter en een metgezel van de apostel Paulus. Behalve dit evangelie schreef hij ook nog Handelingen. Hoewel in onze Bijbel Handelingen pas na Johannes komt, kun je het evangelie van Lucas en het boek Handelingen eigenlijk als één geheel zien. Het evangelie beschrijft het leven van Jezus en Handelingen hoe de volgelingen van Jezus het goede nieuws van Jezus' verlossing brachten naar vele landen. Er is vrij weinig bekend over Lucas, maar hij kwam hoogstwaarschijnlijk uit de Griekse stad Antiochië, een plaats die in het huidige Turkije ligt. Hij was zo goed als zeker geen Jood. Dat betekent dat hij de enige niet-Joodse schrijver is van een Bijbelboek. Het Bijbelboek Lucas is vermoedelijk in het jaar 60 of 61 geschreven. Als arts was Lucas gewend onderzoek te doen. Hij begint zijn verhaal dan ook met de reden waarom hij dit heeft opgeschreven. ‘Er zijn al veel verslagen over het leven van Jezus, maar ik heb nog eens met alle ooggetuigen gesproken', zegt hij. Hij heeft Petrus en Johannes gekend en hen waarschijnlijk geïnterviewd. En wie woonde er bij Johannes? Maria, de moeder van Jezus, want Johannes had aan Jezus beloofd voor haar te zorgen. Het is daarom niet gek dat Lucas het meest uitgebreide geboorteverhaal van Jezus heeft opgetekend. Maria heeft het hem verteld. De geboortes van Johannes en Jezus Hoewel Lucas primair voor een niet-Joods publiek schrijft, neemt hij toch verwijzingen op naar het Oude Testament. Op die manier laat hij zien dat wat er is gebeurd, past in het totale verhaal van God en mens. Lucas' verslag opent met de geboortes van Johannes de Doper en Jezus. Daarna volgt een stuk over Jezus' bediening in Galilea. Dat eindigt abrupt als Jezus aankondigt dat Hij naar Jeruzalem gaat. Vervolgens wordt de laatste week van Jezus beschreven. Het eindigt met Zijn kruisiging en opstanding. In eerste scène van Lucas zien we de oude priester Zacharias aan het werk in de tempel. Net als Abraham en Sarah zo'n tweeduizend jaar geleden, konden hij en zijn vrouw Elizabeth geen kinderen krijgen. Als een engel aan hem verschijnt en aankondigt dat ze alsnog een zoon zullen krijgen die ze Johannes moeten noemen, kan Zacharias dit niet geloven. Als straf voor zijn ongeloof kan hij negen maanden lang niet spreken. Als Elizabeth zes maanden zwanger is, gaat de engel Gabriël opnieuw op pad. Hij zoekt Maria op, een meisje dat waarschijnlijk een jaar of 15 oud was. Ze was verloofd met Jozef, een timmerman uit Nazareth. Omdat ze nog niet zijn getrouwd, hebben ze ook het bed nog niet gedeeld. Toch vertelt de engel haar dat ze zwanger zal worden van de Allerhoogste. Maria gelooft de engel en vraagt: ‘Hoe zal dit gebeuren?' ‘Door de heilige Geest', antwoordt de engel. De maagd wordt zwanger, zoals voorspeld in Jesaja. De nieuwe Elia en de Messiaanse Koning De engel vertelt Maria ook dat haar tante Elizabeth inmiddels in verwachting is. Ze gaat naar haar toe. Als Maria binnenkomt, beweegt Johannes in de buik van zijn moeder en Elizabeth weet ogenblikkelijk dat ook Maria een belangrijk kind draagt. Geïnspireerd door de heilige Geest zegt Maria een gedicht op. Later, als Elizabeth haar kind baart en haar man weer kan praten, spreekt ook Zacharias profetische woorden. Beide gedichten zitten vol verwijzingen naar het Oude Testament. Ze beschrijven de rollen die de twee jongens spelen in het reddingsplan van God. Johannes is de aangekondigde ‘nieuwe Elia'. Hij moet de weg vrij maken voor het Kind van Maria. Deze Jezus is de Messiaanse Koning die is aangekondigd. In Hem worden alle beloften, die onder meer aan Abraham en David zijn gedaan, vervuld. Maar de geboorte van Jezus is nog niet zo makkelijk. Tegen het einde van haar zwangerschap moeten Jozef en Maria zich laten registreren in Bethlehem. Vanwege de afgekondigde volkstelling moesten alle inwoners naar de stad waar hun familie oorspronkelijk vandaan kwam. Zowel Maria als Jozef zijn nakomelingen van David en moeten naar Bethlehem. Het stadje puilt uit van de reizigers en er is geen plek meer in de herberg, zelfs niet voor een zwangere vrouw. Een Baby in een voederbak Gingen Jozef en Maria naar een stal? Om eerlijk te zijn: de Bijbel vermeldt het niet. Het zou ook kunnen dat ze bij familie op bezoek gingen, of dat andere inwoners hun huis voor hen openstelde, of dat ze in een schuurtje mochten verblijven. Er is in ieder geval geen wieg voor handen en daarom wordt de pasgeboren Jezus in een kribbe gelegd. Een voederbak dus. De Zoon van God komt dus ter wereld in een klein stadje in een achtergesteld landje in het grote Romeinse rijk. Zijn ouders zijn arm en zijn eerste bedje is een voederbak voor vee. Het contrast kan bijna niet groter zijn. In de hemel was Jezus een machtige Koning. Nu heeft Hij al het koninklijke afgelegd: Zijn status, Zijn rijkdom en Zijn heerlijkheid. Zie je dat God het onmogelijke doet? Adam en Eva aten van de boom met kennis van goed en kwaad. Zij hoopten zo aan God gelijk te worden. Dat gebeurde niet. Ze mochten niet langer in het paradijs wonen en zouden uiteindelijk sterven. Maar hier, aan het begin van Lucas, wordt God gelijk aan een mens om zo de wereld te redden. Zelfs Jezus' ouders Jozef en Maria kunnen dat niet bevatten. Als ze niet veel later naar Jeruzalem gaan om Jezus in de tempel op te dragen aan God, ontmoeten ze twee oude profeten. Een man, Simeon genaamd, en een vrouw, Hanna. Zij herkennen Jezus als de beloofde Messias. Simeon voorspelt dat Jezus een licht voor velen zal zijn, zowel binnen als buiten Israël. De 12-jarige Jezus Na deze scène spoelt Lucas vooruit. Eigenlijk weten we niets over de jeugd van Jezus. Lucas neemt echter één anekdote op die Maria hem verteld moet hebben. Deze gebeurtenis laat zien dat Jezus ook als kind bijzonder moet zijn geweest. Als 12-jarige gaat hij namelijk met zijn ouders naar Jeruzalem voor één van de traditionele feesten. Maar als Zijn ouders naar huis gaan, blijft Jezus achter. Jozef en Maria hebben dat in eerste instantie niet door, want reizen deden ze in een groot gezelschap. Maar als ze ontdekken dat Hij weg is, haasten ze zich terug naar Jeruzalem. Ze vinden Jezus uiteindelijk in de tempel, waar Hij de godsdienstleraren veel vragen stelde. Ook toen bleek Zijn wijsheid al. Opnieuw maakt Lucas een sprong in zijn verhaal, nu naar het begin van Jezus' bediening. Johannes de Doper blijkt al veel bekendheid te hebben en vele Israëlieten vragen God om vergeving en laten zich dopen. Dit is een noodzakelijke stap om het Koninkrijk van God binnen te gaan en zo bereidt Johannes dus de weg van Jezus voor. Jezus gaat ook naar de rivier de Jordaan en hoewel Hij zonder zonde is, laat ook Hij zich dopen. Lucas vertelt niet waarom, maar in Matteüs zagen we dat Jezus gehoorzaam wil zijn aan Zijn Vader. Direct na Zijn doop bevestigt God wie Jezus is. De heilige Geest daalt op Hem neer in de vorm van een duif en Gods stem klinkt: ‘Jij bent Mijn geliefde Zoon. In Jou vind Ik vreugde'. Jezus' stamboom Vervolgens beschrijft Lucas de stamboom van Jezus' vader. Deze loopt via David en Abraham en vele andere interessante figuren uit de Bijbel uiteindelijk naar Adam. Voor de mensen die het Oude Testament kennen, is het duidelijk wat Lucas probeert te zeggen: dit is de Messias die was aangekondigd. Alle verhalen die je tot nu toe hebt gehoord, leiden naar deze ene Persoon. Hij is de Koning die werd beloofd aan David, Hij is het Lam dat ervoor zorgde dat Abraham Isaak niet hoefde te offeren. Doordat Lucas de lijn nog verder doortrekt helemaal naar de eerste mens toe, laat Hij zien dat Jezus niet alleen voor de nakomelingen van Abraham is gekomen, maar voor de hele mensheid. Lucas gaat verder met Jezus' veertig dagen in de woestijn en de pogingen van de duivel om Hem te verleiden. Die mislukken jammerlijk en Jezus trekt langs dorpen en steden om te preken in synagogen (zeg maar: de Joodse kerk). Overal wordt Hij geprezen. Overal, behalve in de woonplaats van Zijn ouders. Ook hier staat Hij op om te vertellen dat de woorden van Jesaja in vervulling gaan: ‘De Geest van de Heer rust op Mij, want Hij heeft Mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft Hij Mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven, om een genadejaar van de Heer uit te roepen.' - Lucas 4:18-19
Pred cvetno nedeljo ponavljamo oddajo o velikonočnici in cvetnih običajih na Slovenskem. Slovenci kot del zahodnega sveta in krščanske kulture že od 9. stoletja slavimo cvetno nedeljo kot uvod v velikonočno praznovanje. To je spomin na svetopisemski dogodek zmagoslavnega Kristusovega prihoda v Jeruzalem in hkrati začetek velikega tedna, ko se ves krščanski svet spominja zadnjih dni Kristusovega zemeljskega življenja, ki ga zaznamujeta njegovo trpljenje in smrt na križu.
In deze nieuwe aflevering van onze pelgrimstocht in Rome bezoeken we twee ‘kleinere’ basilieken, maar daarom niet minder belangrijk! De eerste is de basiliek waar de bijzondere relikwieën bewaard worden van het Heilig Kruis en waar het lijden en de kruisdood van onze Heer zeer nabij komt. U hoort wat meer over de geschiedenis van […]
V petem stoletju pred Kristusom so bili Judje še vedo v babilonski sužnosti, se pravi v izgnanstvu v današnji sirski pokrajini. Preroki jih spodbujajo, naj ne pozabijo, kako jih je dobri Bog rešil sužnosti v Egiptu in kako so potem po 40-letnem tavanju po puščavi prešli Rdeče morje in prispeli v obljubljeno deželo. Tudi prerok Izaija opogumlja svoje rojake, naj se spomnijo, kar so jim pripovedovali očetje. Zakaj pa ne bi zdaj smeli verjeti, da se lahko zgodovina ponovi in da bodo znova šli prek babilonskih rek in skozi pustinje domov v ljubljeni Jeruzalem? Toda zdaj nastopi novo presenečenje, kajti šlo bo resnično za novo pot, saj ne bodo hodili po puščavi, ker bo tokrat njihova pustinja preplavljena z rekami. Ne bodo se samo odžejali, kolikor bodo hoteli, ampak bodo srečno hodili po poti, ki jih bo vodila skozi posejana rodovitna polja. Po njih se bo podila divjačina, ki bo razigrana zaradi sveže vode. To so čudoviti pesniški opisi, ki dobro izražajo njihovo notranje razpoloženje ob radostnem vračanju iz izgnanstva v Sveto deželo. Psalmist bo celo zavriskal in klical gričem, naj poskakujejo, in goram, naj ploskajo. Toda judovski in zgodnjekrščanski razlagalci svetih besedil so v tem pesniškem zanosu videli še globlje sporočilo. Reke, o katerih govori prerok, predstavljajo potoke Božje milosti, ki je vedno velika, kadar prihaja iz Božje besede. Izvoljeno ljudstvo bo odslej sposobno prisluškovati Božjim sporočilom, ki bodo grela njihova srca, jim dajala pogum in prebujala radost v njihovih očeh. Krščanski cerkveni očetje so ob slikoviti prispodobi rek in potokov zaslutili izvir krstne vode, ki prinaša novo življenje sreče in radosti. Kaj pomeni življenje, ki prihaja iz ljubezni samega Boga, pa nam v današnjem evangeliju pokaže Kristus sam, ko ne obsodi grešnice. Učitelj iz Nazareta bi se lahko skliceval na rimsko pravno državo, ki ji je v tistem času pripadala tudi Sveta dežela. Po tem pravu je smel smrtno obsodbo izreči le predstavnik Rima. A Kristus gre še dlje in pove, da je edino Bog tisti, ki daje življenje in ga sme tudi odvzeti. Zato zahteva od vseh prisotnih ponižno priznanje, da so samo ljudje. Toda on sam je več kot običajen človek, ki nikogar ne obsoja. Je tudi Odrešenik, navzočnost Božje dobrote in odpuščanja, zato lahko celo odpušča grehe. Najlepši trenutek sreče in radosti doživimo, ko se zavemo, da nam Božja dobrota vse odpušča in da smo tudi mi kot Jezusovi učenci sposobni odpuščanja.
Grenzeloos en onvoorwaardelijk: zo groot is de liefde van God voor Zijn volk, Jeruzalem, zoals beschreven in Jesaja 54:1-10. Deze Bijbelse boodschap nodigt ons uit om na te denken over hoe we Gods liefde ervaren, individueel én binnen de gemeenschap. Ervaar jij Gods liefde vooral als individu of juist in de gemeenschap?
Marcus is de schrijver van het tweede evangelie. Hij behoorde niet tot de groep van twaalf discipelen maar trok wel op met de leiders van de vroege kerk, en dan met name Petrus en Paulus. Kerkleiders uit de tweede eeuw na Christus omschrijven Marcus als de leerling en vertaler van Petrus. Ze beschouwen dit Bijbelboek dan ook als de herinneringen van Petrus. Marcus is het kortste evangelie. Het lijkt behoorlijk op dat van Lucas en zeker op dat van Matteüs, maar her en der zijn er ook kleine verschillen. Dat heeft voor een groot deel te maken met de doelgroep. Waar Matteüs zich bijvoorbeeld richt op de Joden, is het evangelie van Marcus in Rome geschreven met name voor de heidense christenen. Je ziet bijvoorbeeld dat Marcus veel joodse gebruiken en termen uitlegt. Verder benadrukt Marcus vooral Jezus' daden en richt hij zich wat minder op het onderwijs van Jezus. Jezus' werk in Galilea Het eerste deel van het boek gaat over Jezus' bediening in de provincie waar hij woont: Galilea. We zien hier dat iedereen zwaar onder de indruk is van Jezus. In het middenstuk van Marcus gaat het over Jezus' reis naar Judea. De leerlingen krijgen onderwijs over de Messias, maar echt begrijpen doen ze het niet. Het derde en laatste deel van Marcus gaat over Jezus' laatste week in Jeruzalem. Maar laten we bij het begin beginnen. Hoewel een groot deel van Marcus' publiek het Oude Testament niet kent, opent hij zijn verhaal met een citaat uit Jesaja over de komst van een belangrijke profeet. Hij legt uit dat deze boodschapper van God de weg vrij moest maken voor de komst van een man die veel groter is dan hij. Deze profeet is natuurlijk Johannes de Doper. Op een dag komt Jezus langs en ook Hij laat zich dopen, hoewel Hij zonder zonde is. Vanuit de hemel daalt de heilige Geest in de vorm van een duif op Jezus neer en God spreekt hoorbaar voor iedereen: ‘Jij bent Mijn geliefde Zoon, in Jou vind Ik vreugde'. Daarna neemt de heilige Geest Jezus mee voor een verblijf van veertig dagen in de wildernis. Evenals Matteüs vertelt Marcus dat Jezus op de proef werd gesteld door Satan, maar hij vertelt er niet bij hoe. Daarna trekt Jezus langs de synagogen om te preken. Zijn boodschap is even simpel als confronterend. ‘De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij, kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede nieuws.' - Marcus 1:15 Zoals gezegd, Marcus besteedt niet veel aandacht aan het onderwijs van Jezus, maar hij laat voortdurend Jezus in actie zien. Jezus roept Zijn leerlingen, bevrijdt mensen van demonen en geneest de zieken. Hij levert zo het bewijs dat Hij werkelijk Gods Zoon is. En als Gods Zoon is Hij gelijk aan God. Dat onderstreept Jezus door zelf zonden te vergeven, iets waar de godsdienstige leiders erg overstuur van raken. Andere mensen raken er echter van overtuigd dat Hij door God is gezonden en besluiten Hem te volgen. Anderen twijfelen en weer anderen verzetten zich tegen Hem. Wat is het koninkrijk van God? Jezus probeert aan de hand van gelijkenissen duidelijk te maken wat het koninkrijk van God is. Zo vertelt hij het verhaal van de zaaier (waar we het in het vorige hoofdstuk over hadden), maar ook over het mosterdzaadje dat in de grond valt, sterft en dan tot bloei komt. Het mosterdzaadje is het kleinste zaadje dat de mensen daar kenden, maar het kan uitgroeien tot een struikgewas waar de vogels een nest in kunnen maken. De onderliggende boodschap is dat het koninkrijk van God klein, zwak en onaanzienlijk kan lijken, maar dat het tot veel in staat is. Ondanks Zijn wijze woorden en Zijn machtige wonderen gelooft niet iedereen in Jezus. Zelfs zijn twaalf beste vrienden hebben er moeite mee Hem te begrijpen. Dat blijkt wel wanneer Jezus hen op de man af vraagt: ‘Wie ben Ik volgens jullie?' Petrus geeft het goede antwoord. Jezus is natuurlijk de aangekondigde Messias. Maar, zoals we in Matteüs ook al zagen, Jezus is niet de militaire leider waar ze op hopen. Hij is niet gekomen om de Romeinen het land uit te drijven. Zijn werk is nog veel belangrijker. Hij moet lijden, zoals de profeten al voorspelden. Hij zou sterven, drie dagen dood zijn en dan opstaan. Het kwartje lijkt niet te vallen bij de leerlingen en Jezus roept een grote menigte bij elkaar. Vrij vertaald zegt hij: ‘Wie Mijn volgeling wil zijn, moet zichzelf opzij zetten, zijn kruis op zich nemen en achter Mij aan komen. Wie zijn leven verliest omwille van Mij en het goede nieuws, zal het behouden.' Jezus verlangt dus van Zijn volgelingen dat ze niet langer voor zichzelf leven. Het gaat niet om aardse koninkrijken, om geld, macht of status. Het gaat erom dat we oprecht bij Jezus willen horen. Het zijn gedachten die moeilijk te begrijpen zijn en het is bijna alsof God gedwongen wordt iets nog ongelooflijkers te doen om te bewijzen dat Jezus de Zoon is en God de Vader. Want in de volgende scène gaat Jezus met Petrus, Jakobus en Johannes de berg op. Gods glorie op de berg Plotseling daalt de glorie van God neer op deze berg. Precies zoals hij dat eeuwen daarvoor deed op de berg Sinaï (ook wel Horeb genoemd). Eerst verscheen Hij daar aan Mozes en later aan Elia. En nu, als Jezus op de berg staat, verschijnen die twee profeten aan Hem. En God spreekt opnieuw vanuit de hemel. ‘Dit is Mijn geliefde Zoon. Luister naar Hem!' De drie leerlingen mogen van Jezus niemand vertellen over deze geweldige ervaring. Dit doen ze pas als Hij uit de dood is opgestaan. En opnieuw blijkt dat ze niet begrijpen waarom Hij dat zegt. Als Hij de Zoon van God is, waarom moet Hij dan sterven? Eenmaal beneden aangekomen, blijkt er een grote groep mensen te wachten op Jezus. Hij geneest de zieken en geeft onderwijs aan Zijn leerlingen. Opnieuw zegt Hij dat Hij moet sterven maar weer zal opstaan. De leerlingen begrijpen Hem niet. Jezus brengt nog wat tijd thuis door en maakt zich dan klaar voor Zijn laatste reis naar Jeruzalem. Hij laat Zijn discipelen een ezeltje halen dat nog nooit door iemand is bereden en gezeten op het dier trekt hij de hoofdstad van Palestina in. De symboliek ontgaat de Joden niet. Precies zo zou de Messias Jeruzalem ingaan. Deze wonderlijke leraar moet wel gekomen zijn om hen te bevrijden van de Romeinen en om het koninkrijk van David in ere te herstellen! Jezus is woedend Maar Jezus bekijkt Jeruzalem en gaat dan weer weg uit de stad. De volgende dag keert Hij terug. In de tempel wordt Jezus woedend. Hij smijt de marktkramen om en jaagt de handelaren weg. Deze plek moet immers een plek van gebed zijn en geen rovershol. Ook zoekt Jezus nadrukkelijk de confrontatie met de godsdienstige leiders. Eerst proberen zij Hem nog te dwarsbomen met hun listige vragen, maar iedere keer weet Jezus hen wijs te antwoorden. Het wordt ze nu echt duidelijk: ze moeten met geweld van Jezus zien af te komen. Maar ze zijn bang voor het volk. Voor een groot deel van de gewone mensen is Jezus op zijn minst een bron van inspiratie en een leider. Dus smeden ze een complot om hem te doden. Ondertussen vertelt Jezus zijn leerlingen dat de tempel nog deze generatie verwoest zal worden. En wie Jezus volgt, zal worden vervolgd om de simpele reden dat ze bij Jezus horen. Jezus' dood komt echter met de dag dichterbij. Als Jezus van een maaltijd geniet, komt er een vrouw binnen met uiterst kostbare olie. Ze breekt het flesje en zalft Jezus zoals je een dode zalft. In feite bereidt ze zo Zijn begrafenis voor. Sommige mannen zijn kwaad. Dat flesje had voor veel geld kunnen worden verkocht en dan hadden ze de armen kunnen helpen. Jezus neemt het voor de vrouw op. Ze deed wat ze moest doen en tot in lengte van dagen zullen mensen zich deze vrouw herinneren vanwege wat ze heeft gedaan. Verraden door Judas Voor ‘penningmeester' Judas Iskariot is dit de druppel. In de evangeliën krijgen we het beeld van hem dat hij vooral door geld is gedreven. En als hij geen geld meer achterover kan drukken, besluit hij Jezus uit te leveren. Hij gaat naar de Joodse leiders toe en ze zeggen hem dertig zilverstukken beloning toe als hij Jezus in de val laat lopen. Dat gebeurt ‘s nachts, nadat Jezus eerst met Zijn leerlingen het pesachmaal heeft gevierd. Hiermee herdenken de Joden de bevrijding uit de Egyptische slavernij. Ook Marcus beschrijft hoe Jezus de brood en het wijn op Zijn lichaam en Zijn bloed betrekt. Eeuwen eerder besprenkelde Mozes het volk al met bloed als teken van het verbond dat God met hen had gesloten. Nu zegt Jezus dat Zijn bloed voor een nieuw verbond zorgt. Een nieuwe overeenkomst tussen God en mens, één die bovendien niet alleen geldt voor de Israëlieten maar voor iedereen die zich in geloof aan Hem verbindt. De belofte die Jezus hier doet, is dat we bevrijd worden uit de slavernij van de zonde, dat we eeuwig leven zullen hebben en dat we voor altijd bij God mogen horen. Marcus is echt een schrijver die haast maakt, want vanaf hier gaat het verhaal rap. We zien hoe Jezus bidt in de Hof van Getsemane, hoe hij wordt gearresteerd omdat Zijn leerling Judas Hem aanwijst, hoe Hij wordt berecht, veroordeeld door Pilatus en uiteindelijk wordt gekruisigd. We zijn hier een opvallende parallel met de eerste twee delen van Marcus. De duisternis daalt neer In het eerste deel daalde een duif op Jezus neer nadat Johannes Jezus had gedoopt. In het tweede stuk van Marcus daalde de glorie van God neer op Jezus op de top van de berg. Nu, terwijl Jezus aan het kruis hangt, daalt juist duisternis neer. Dit keer zegt God niet: ‘Jij bent Mijn geliefde Zoon'. Jezus zegt: ‘Mijn God, Mijn God, waarom he...
Lukáš 21,20-28 20 Keď uvidíte, že vojská obkľučujú Jeruzalem, vedzte, že je blízko jeho spustošenie. 21 Vtedy tí, čo budú v Judsku, nech
Obroni Pan Zastępów Jeruzalem, tak jak ptaki latające nad gniazdem, ochroni i wyratuje, zachowa i wybawi. Iz 31,5 Jezus powiedział do uczniów: Idźcie do owiec, które zginęły z domu Izraela. A idąc, głoście wieść: Przybliżyło się Królestwo Niebios. Mt 10,6-7
Gelijkenissen In de passage hierna gaat Jezus daarop in door een aantal gelijkenissen over het koninkrijk van de hemel te vertellen. Een gelijkenis is eigenlijk een verhaal dat iets duidelijk moet maken. Hij vertelt bijvoorbeeld over een boer die zaad strooit op vier verschillende soorten ondergrond. Een deel valt op de weg en wordt opgegeten door vogels, een deel valt op rotsgrond en de zon verschroeit het opkomende gewas, een deel wordt verstikt tussen de distels en het laatste zaad valt in vruchtbare aarde en groeit zoals het hoort. Jezus legt aan Zijn leerlingen uit dat het zaad Gods Woord is en de ondergrond staat voor de typen mensen. De duivel krijgt de kans het zaad weg te roven, of mensen reageren enthousiast maar doen uiteindelijk toch niets met wat ze hebben gehoord, of mensen laten zich zo afleiden door dagelijkse zorgen dat Gods Woord geen kans krijgt. Er is ook goede, vruchtbare grond en deze mensen zullen vrucht dragen voor het koninkrijk. De impliciete boodschap is dat alleen God de grond kan veranderen. Bid dan ook dat Gods Woord in jouw leven als zaad in goede grond mag zijn. Toch begrijpen zowel vriend als vijand Jezus nog steeds niet echt. Hun beeld van de Messias is dat van een Bevrijder, Iemand die de Romeinen het land uit zal zetten en het koninkrijk van David zal herstellen. Ze worden nog enthousiaster als Jezus tot tweemaal toe duizenden mensen te eten geeft. Voor hen is Jezus een profeet zoals Mozes, die ook het brood uit de hemel liet komen. Nou ja, niet hij natuurlijk, maar God. Ook gaat Jezus door met het doen van wonderen. Toch weet Jezus dat de meeste mensen, en dan vooral de godsdienstige leiders, Hem diep in hun hart afwijzen. Ze geloven niet werkelijk in Hem. ‘Wie denken jullie dat Ik ben?' Jezus vraagt zijn leerlingen, ‘Wie denken jullie dat Ik ben?' De leider van de leerlingen, Petrus, geeft het goede antwoord. De Messias. Dan legt Jezus uit dat Hij inderdaad de aangekondigde Verlosser is. Maar Hij zal de overwinning niet behalen door strijd, maar door lijden heen. Petrus verzet zich tegen dat idee maar krijgt behoorlijk op zijn kop. Ook zegt Jezus dat hij en alle andere mensen die Hem willen volgen hun kruis moeten opnemen en achter Hem aan moeten gaan. Dat betekent dat ze niet meer voor zichzelf leven, maar voor Hem. Matteüs beschrijft opnieuw een stuk onderwijs van Jezus over het koninkrijk van de hemel. Hij schudt Zijn publiek goed door elkaar. In een tijd dat kinderen niet echt meetelden, zegt Jezus dat wie het koninkrijk wil binnengaan juist moet geloven als een kind. Ben je een leider dan moet je dienen. Is jou kwaad aangedaan dan moet je geen wraak nemen maar vergeven. Wil je rijk worden, geef dan je bezit aan de armen. Dan komt de tijd waarvoor Jezus naar de aarde is gekomen. Eindelijk gaat Eva's nakomeling de slang vermorzelen, maar het kruipende dier met zijn gemene tanden zal Hem in de hiel bijten. Het volk heeft nog steeds een andere verwachting en als Jezus Jeruzalem binnenrijdt op een ezel is het volk uitzinnig. Zo zou de Messias namelijk Zijn entree maken. Ze verwachten dat het snel gedaan is met de Romeinen. Een plan om Jezus te doden Jezus brengt de nacht door buiten de stad en gaat vroeg in de ochtend naar het tempelplein om onderwijs te geven. Hij geeft de godsdienstige leiders er flink van langs. Hij toont aan hoe diep hypocriet ze zijn. Aan de buitenkant lijken ze zuiver, maar aan de binnenkant zijn ze door en door verrot, zegt Jezus. De reactie laat zich raden. Als er nog enige twijfel was bij deze leiders dan was die nu weggenomen. Ze moesten van Jezus af zien te komen, want Hij bedreigde hun positie. Eerst proberen ze Hem met woorden en vragen te verslaan, maar dit mislukt jammerlijk. Dus smeden ze een plan om Hem te doden. Jezus is diep bedroefd. Niet omdat Hij moet sterven, want dat wist Hij. Hij is bedroefd omdat het overgrote deel van het volk Jezus afwijst. Hij ziet ook in de toekomst welk lot Jeruzalem wacht en dat de tempel opnieuw verwoest gaat worden. Dat doen de Romeinen uiteindelijk in het jaar 70 als ze een opstand bloedig neerslaan. Jezus rouwt om de stad en het leed dat gaat komen. Nadat Jezus het tempelplein verlaat, geeft Hij voor de laatste keer onderwijs. Hij vertelt over de moeilijke tijden die de mensheid te wachten staan. Het gaat hier enerzijds over die oorlog tussen de Romeinen en de Joden en anderzijds over de eindtijd. Ofwel: de jaren en dagen voor Jezus' terugkomst op aarde. Er zullen veel tekenen zijn, maar wanneer God Zijn Koninkrijk definitief op aarde vestigt, kan eigenlijk niemand weten. Daarom, zo zegt Jezus, moet je altijd klaar zijn. Hij roept Zijn leerlingen op om het goede nieuws van het koninkrijk van de hemel te blijven verspreiden. Het pesachmaal Op een avond diezelfde week viert Jezus het pesachmaal met zijn twaalf leerlingen. Pesach is het Joodse feest dat door God werd ingesteld de avond voordat Egypte werd getroffen door de tiende plaag. Alle eerstgeborenen in het land zouden sterven, tenzij het bloed van een perfect lam op de deurposten zou worden geschilderd. De Israëlieten aten die avond ongezuurd brood en geroosterd vlees van het lam. Ieder jaar opnieuw moest het volk dit feest vieren om zo de bevrijding uit Egypte te herdenken. Jezus betrekt deze viering op zichzelf. Hij vergelijkt Zijn bloed met de wijn die wordt gedronken en Zijn lichaam met het brood dat wordt gegeten. Op dezelfde manier zou Jezus' lichaam worden gebroken en zou Zijn bloed vloeien. ‘Tot vergeving van zonden', voegt Jezus daaraan toe. Tijdens de maaltijd gebeuren er nog twee opvallende dingen. Ten eerste zegt Jezus dat er een verrader in hun midden is. Judas Iskariot, de penningmeester van het gezelschap die wel eens wat geld achterover drukt, had die dag al afgesproken dat hij Jezus in ruil voor dertig zilverstukken zou uitleveren aan de Joodse leiders. Een slaaf was in die tijd dertig zilverstukken waard. Ten tweede krijgt Petrus te horen dat ook hij Jezus zal verraden door driemaal te ontkennen dat hij Hem kent. Die dappere Petrus kan zich dat niet voorstellen. Gescheiden van de Vader Na de maaltijd gaat Jezus naar de Hof van Getsemane. Terwijl Zijn leerlingen in slaap vallen, bidt Hij driemaal tot Zijn hemelse Vader. Drie keer vraagt Hij of Hij de beker niet hoeft leeg te drinken. In het Oude Testament wordt regelmatig gesproken over de ‘beker met Gods toorn'. Hiermee wordt bedoeld de straf die de zondige mens verdient omdat hij niet trouw is aan God. Jezus is niet bang voor de kruisdood. Hij ziet er tegenop die beker leeg te drinken. Ten diepste betekent het dat Hij dan gescheiden zal zijn van Zijn Vader in de hemel. Toch blijft Hij trouw. Hij doet wat God van Hem vraagt. Hij maakt de elf leerlingen wakker en ziet dan de twaalfde leerling, Judas, met een groep bewapende mannen aan komen lopen. Hij verraadt Jezus met een kus. Ze nemen de Zoon van God met geweld mee naar het Sanhedrin. Dat is de raad van Joodse leiders. Ze beschuldigen Jezus van godslastering, maar mogen Hem zelf niet ter dood brengen. Daarom gaan ze vroeg in de ochtend naar de Romeinse gouverneur Pilatus. Vanuit de Romeinse geschiedenis weten we dat Pilatus erg onder druk stond van Rome om de vrede te bewaren. Hij is bang voor zijn eigen positie. Hij ziet dat Jezus onschuldig is, maar is bang voor een opstand. Daarom veroordeelt hij Jezus toch tot de dood via kruisiging. Ondertussen heeft Petrus alles van een afstandje bekeken. Driemaal wordt hem gevraagd of hij ook bij Jezus hoort. Hij ontkent driemaal. Jezus dood zorgt voor herstel De Romeinse soldaten martelen Jezus en spijkeren Hem dan bij zijn polsen en enkels vast aan een kruis. Uiteindelijk sterft Jezus een langzame, uiterst pijnlijke verstikkingsdood. Op dat moment scheurt het voorhangsel in de tempel en verschillende mensen staan uit de dood op. Jezus heeft de straf van de mens op zich genomen. Zijn dood herstelt de relatie tussen God en mens die was verbroken sinds Adam en Eva van de verboden vrucht aten. Toch is de overwinning nog niet volledig behaald. Jezus blijft drie dagen dood. Dan staat Hij op uit de dood. Hij verschijnt aan enkele vrouwen en later ook aan andere leerlingen. Zo bewijst Hij dat Hij weer leeft. Matteüs beschrijft de hemelvaart van Jezus niet, maar vertelt wel wat Zijn laatste woorden aan hem en de andere toehoorders waren: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. Ga dus op weg en maak alle volken tot Mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat Ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.' - Matteüs 28:18-20 Matteüs begon zijn evangelie met de aankondiging van de geboorte van de Immanuël die was voorspeld in Jesaja. Immanuël betekent ‘God met ons' en hier, vlak voor Jezus terugkeert naar Zijn Vader in de hemel, zegt Jezus ‘Ik ben met jullie, tot het einde van de wereld'.
Obroni Pan Zastępów Jeruzalem, tak jak ptaki latające nad gniazdem, ochroni i wyratuje, zachowa i wybawi. Iz 31,5 Jezus powiedział do uczniów: Idźcie do owiec, które zginęły z domu Izraela. A idąc, głoście wieść: Przybliżyło się Królestwo Niebios. Mt 10,6-7
Liturgické čítania na každý deň z rímskokatolíckeho liturgického kalendára. Streda po 3. pôstnej nedeli Dt 4, 1. 5-9 Ž 147, 12-13. 15-16. 19-20 R.: Chváľ, Jeruzalem, Pána, oslavuj, Sion, svojho Boha. Mt 5, 17-19 Tento podcast vám prinášajú študenti, členovia tímu a priatelia Kolégia Antona Neuwirtha. Email: podcast@kolegium.org
Heb je weleens iets moeilijks meegemaakt, waarvan je achteraf toch kon zeggen: ‘Maar God was erbij!'? Net zoals de inwoners van Jeruzalem die in Jesaja 52 worden opgeroepen om wakker te worden en de bevrijding te omarmen, nodigen we je uit om je ellende te vergeten en je te richten op het goede.
Van jubelende lofzangen tot treurende klaagliederen, muziek klinkt als een refrein door de hele de Bijbel. Denk aan de psalmen van David, de lofzang van Maria, en de hemelse koren in Openbaring. Hoe zou het ongeveer geklonken hebben? Daar ga je fragmenten van horen. En wat leert de Bijbel over muziek? Welk doel dient het en maakt het uit of we hard, zacht, vals of zuiver zingen? David Boogerd gaat daarover in gesprek met Catharinus van den Berg. Theoloog en initiator van ‘Psalmen voor Nu'.
Het wordt tijd om de woestijn achter ons te laten. De lente hangt in de lucht en kan elk moment doorbreken. En een droge, woeste woestijn, nee die past daar niet zo bij. Maar er is nog een tekst van die Jezus die veertig dagen de woestijn in ging. 40 dagen en daarna de beproever, de satan, tegenkwam. En met het antwoord dat Jezus toen gaf liet hij de woestijn achter zich, net als wij. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Verhalen uit de woestijn deel 7 via Spotify, Pocket casts, Apple podcasts, www.gelukkigdemens.nl/174-verhalen-uit-de-woestijn-deel-7 in je eigen podcastapp. PS: Heb jij nou altijd al eens synoptische evangeliën willen vergelijken? Kom dan een keer naar Dopersduin en maak er een mooi weekend van www.dopersduin.nl! Marcus 1:12-13 Meteen daarna dreef de Geest Hem de woestijn in. Veertig dagen bleef Hij in de woestijn, waar Hij door Satan op de proef werd gesteld. Hij leefde er te midden van de wilde dieren, en engelen dienden Hem. Matteus 4:1- 11 Daarna werd Jezus door de Geest meegevoerd naar de woestijn om door de duivel op de proef gesteld te worden. Nadat Hij veertig dagen en veertig nachten had gevast, had Hij grote honger. Toen kwam de beproever naar Hem toe en zei: ‘Als U de Zoon van God bent, beveel die stenen dan in broden te veranderen.' Maar Jezus gaf hem ten antwoord: ‘Er staat geschreven: “De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit de mond van God.”' Vervolgens nam de duivel Hem mee naar de heilige stad, zette Hem op het hoogste punt van de tempel en zei tegen Hem: ‘Als U de Zoon van God bent, spring dan naar beneden. Want er staat geschreven: “Zijn engelen zal Hij opdracht geven om U op hun handen te dragen, zodat U uw voet niet zult stoten aan een steen.”' Jezus antwoordde: ‘Er staat ook geschreven: “Stel de Heer, uw God, niet op de proef.”' De duivel nam Hem opnieuw mee, nu naar een zeer hoge berg. Hij toonde Hem alle koninkrijken van de wereld in al hun pracht en zei: ‘Dit alles zal ik U geven als U zich voor mij neerwerpt en mij aanbidt.' Daarop zei Jezus tegen hem: ‘Ga weg, Satan! Want er staat geschreven: “Aanbid de Heer, uw God, vereer alleen Hem.”' Daarna liet de duivel Hem met rust, en meteen kwamen er engelen om Hem te dienen. Toen Jezus hoorde dat Johannes gevangengenomen was, week Hij uit naar Galilea. Hij keerde niet terug naar Nazaret, maar ging in Kafarnaüm wonen, aan het meer, in het gebied van Zebulon en Naftali. Zo moest in vervulling gaan wat gezegd is door de profeet Jesaja: ‘Land van Zebulon en Naftali, gebied aan het meer en aan de overkant van de Jordaan, Galilea van de heidenen, luister: Het volk dat in duisternis leefde, zag een schitterend licht, en zij die woonden in de schaduw van de dood werden door het licht beschenen.' Vanaf dat moment begon Jezus zijn verkondiging. ‘Kom tot inkeer,' zei Hij, ‘want het koninkrijk van de hemel is nabij!' Toen Hij langs het meer liep, zag Hij twee broers, Simon, die Petrus genoemd wordt, en zijn broer Andreas. Ze wierpen hun net uit in het meer, het waren vissers. Hij zei tegen hen: ‘Kom, volg Mij, Ik zal van jullie vissers van mensen maken.' Ze lieten meteen hun netten achter en volgden Hem. Even verderop zag Hij twee andere broers, Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en zijn broer Johannes. Ze waren met hun vader in hun boot bezig met het herstellen van de netten. Hij riep hen en meteen lieten ze de boot en hun vader Zebedeüs achter en volgden Hem. Hij trok rond in heel Galilea; Hij gaf de mensen onderricht in hun synagogen, verkondigde het goede nieuws over het koninkrijk en genas iedere ziekte en elke kwaal onder het volk. Het nieuws over Hem verspreidde zich in heel Syrië. Allen die ergens aan leden en gekweld werden door een ziekte of door pijn, en ook bezetenen en maanzieken en verlamden, werden bij Hem gebracht en Hij genas hen. En grote groepen mensen volgden Hem, uit Galilea en de Dekapolis, uit Jeruzalem en Judea en uit het gebied aan de overkant van de Jordaan.
Spreker: Ds. A. den Hartog jr. Tekst: Psalm 121Thema: Op weg naar JeruzalemDatum: 16 februari 2025Locatie: HHG GoesBron: https://www.youtube.com/watch?v=H_waRjqTyX8 ★ Support this podcast ★
In een wereld vol onzekerheden klinkt de belofte van God in Jesaja 51 als een baken van hoop en bescherming. Terwijl de inwoners van Jeruzalem werden getroost met de woorden dat God hen niet langer straft, maar beschermt, kunnen ook wij ons getroost voelen door deze krachtige boodschap. Heb jij Gods bescherming nodig in je leven en hoe zou je die ervaren? Laten we samen ontdekken hoe deze eeuwenoude woorden ons vandaag de dag nog steeds kracht kunnen geven.
Nahum Nadat de profeet Jona de Assyrische stad Nineve met veel tegenzin had opgeroepen zich te bekeren, deden ze dit. Dat was waarschijnlijk rond het jaar 798 voor Christus. Maar ruim tachtig jaar later is Nineve de waarschuwing weer vergeten en nu voorspelt Nahum de ondergang van de stad. Dit keer gaan de inwoners door met hun goddeloze praktijken en uiteindelijk wordt de stad ingenomen en vernietigd door de Babyloniërs. Het had niet zo ver hoeven komen. Nahum beschrijft God ook als een goede God. Hij is als een veilig fort in tijden van nood. Habakuk Habakuk is een man die van God houdt en zijn best doet niet te zondigen. Maar hij wordt van binnen verscheurd door het feit dat anderen bij herhaling Gods wetten overtreden. De Heer laat hem weten dat Hij de Babyloniërs - ook wel Chaldeeën genoemd - zal gebruiken om Juda te straffen. Dit zorgt zacht gezegd voor teleurstelling bij Habakuk. Hij stelt dezelfde vraag die wij misschien ook wel hebben. Waarom zet God een ander, trouweloos volk in om het kwaad te stoppen in Juda? Is dat niet kwaad met kwaad vergelden? Het antwoord: ieder volk dat zich laat leiden door zijn eigen trots gaat uiteindelijk ten onder, maar wie zich houdt aan Gods wet zal leven. (Overigens, wie het Oude Testament goed leest, realiseert zich dat niemand zich volledig aan de wet kan houden, maar dat hij of zij op God moet vertrouwen voor vergeving van zonden. Dat is wat we telkens zien.) Habakuk eindigt met een mooie psalm over de tempel in Jeruzalem. God zal Zijn volk redden. Habakuk hoopt dat hij dat nog zal meemaken, maar zelfs al raakt hij alles kwijt, dan nog zal hij vreugde vinden in de Heer. Op een dag komt alles goed. Sefanja De profeet Sefanja leefde in dezelfde tijd als Habakuk, zo rond 626 voor Christus. Zijn boodschap lijkt ook op die van zijn collega. Eerst brengt hij een boodschap van wanhoop. De Heer zal de kwade volken verwoesten en zelfs de aarde zal vergaan door het vuur van God. Maar één vers later lezen we hoe God niet langer boos is. Sterker nog, de volken zijn nu gezuiverd en ze komen van ver om God te dienen. Niemand, ook Jeruzalem niet, hoeft meer kwaad te vrezen. Haggai Haggai is de eerste Bijbelse profeet die optreedt ná de ballingschap. Misschien herinner je je nog dat een deel van de ballingen terugkeerde naar Juda nadat de Babyloniërs waren verslagen door de Perzen. Onder hen waren Zerubbabel (een nakomeling van David) en Jozua (een afstammeling van Aäron). In feite waren zij de koning en de hogepriester, maar niet officieel. Na terugkomst in Jeruzalem werd begonnen aan de bouw van de tempel, maar al gauw wordt dat werk neergelegd. Wel bouwen de teruggekeerde mensen huizen voor zichzelf. Als de opbrengst van de landbouw tegenvalt, openbaart God aan Haggai dat dit komt doordat de mensen de tempel negeren. Zerubbabel en Jozua luisteren naar Haggai en laten de tempel herbouwen. Zacharia ‘Zacharia' is het langste Bijbelboek van de kleine profeten. Er zitten verhalen in, maar ook visioenen en profetieën. (Een visioen laat een beeld van de werkelijkheid zien en een profetie is zwartwit gezegd een voorspelling van de toekomst.) Deze geven een goede inkijk in de geestelijke strijd, want Zacharia ziet bijvoorbeeld hoe satan probeert om Jozua zwart te maken. Letterlijk. De engelen geven Jozua in opdracht van God echter schone kleren. Hij mag dus zijn taak als priester oppakken. Hij is schoongemaakt en kan bemiddelen tussen God en mens. Ook Zerubbabel krijgt hoopvolle woorden te horen. Niet door kracht of geweld zal hij slagen in zijn leidersrol, maar door de Geest van de Heer. Helaas is het nog geen eind goed, al goed. Het tweede deel van Zacharia bevat profetieën over tijden van moeilijkheden, maar uiteindelijk zal God Zijn volk redden. Hij zal heersen over de aarde en alle volken zullen Hem aanbidden in Jeruzalem. Maleachi Maleachi leefde zo'n vierhonderd jaar voor Christus. Hij laat ons zien dat de mens uit zichzelf niet in staat is om zich aan Gods wet te houden. Hij geeft als het ware gesprekken weer tussen God en Zijn volk. God roept de mens namelijk op trouw te blijven. Daaruit kun je afleiden dat de Israëlieten daar nog altijd niet in zijn geslaagd. Om eerlijk te zijn: het lukt ons vandaag de dag ook niet. Er is meer voor nodig dan goede bedoelingen. En zo bouwt het Oude Testament op naar zijn cliffhanger. ‘Let op', zegt God, ‘Ik stuur een nieuwe profeet, een man zoals Elia.' Jezus zou ons later vertellen dat Hij die ‘Elia' niet was. Het was Jezus' neef, die wij kennen als Johannes de Doper. Samenvatting van de profetische boeken (1 minuut) De profeten spreken namens God en gaan ver - heel ver - om aan het volk duidelijk te maken dat hun eigen gedrag tot hun ondergang zal leiden. In de historische boeken zagen we al dat Israël op enkele perioden na deze waarschuwingen in de wind sloeg. Het noordelijke én zuidelijke rijk werden verslagen door buitenlandse machten en weggevoerd. De profeten zagen dit aankomen. God zette hen in om deze boodschap over te brengen, ook al wist Hij dat de Israëlieten niet tot inkeer zouden komen. Hoewel God wereldrijken gebruikt om Israël, Juda en de landen om hen heen te straffen voor hun goddeloze gedrag, ontkomen ook die arrogante rijken niet aan het oordeel. Zij worden op hun beurt weer verslagen. Zo laat God zien dat Hij geen kwaad kan tolereren. Is er dan geen hoop voor de mens? De mens kan uit zichzelf toch nooit voldoen aan Gods standaard? Dat klopt. Maar er is wel degelijk hoop. God zelf zal voorzien, in de vorm van een Messiaanse Koning. Deze Koning is geen heerser zoals de leiders op aarde die met macht, corruptie en geweld hun koninkrijken vestigen. Nee, deze Koning komt als een Lijdende Dienaar. Hij zal zelfs worden vermoord, maar later ook weer leven en Gods koninkrijk definitief vestigen. Er komt een nieuw Jeruzalem. Mensen uit alle volken zullen God daar aanbidden en God zelf zal tussen hen in wonen. Deze plaats is mooier dan de Hof van Ede. Zo ver is het nog niet. De profetische boeken en dus het Oude Testament eindigen met een open vraag. Wie is deze Dienaar en wanneer komt Hij?
In deze uitzending spreken we over de H. Cyrillus van Jeruzalem die de Kerk gedenkt op 18 maart, de dag van zijn sterven in 386. Hij leefde in de vierde eeuw van de grote christologische controversen en ketterijen, de periode van het arianisme, de H. Athanasius en de eerste oecumenische concilies van Nicea en Constantinopel. Keizer Constantijn, de eerste christelijke keizer, was eveneens een tijdgenoot van hem. H. Cyrillus is de enige Kerkleraar die bisschop was in het land waar Jezus zelf geleefd heeft. Hij verwierf voor de latere Kerk vooral faam omwille van de catecheses die hij hield voor de catechumenen die zich in de vastentijd voorbereidden op het Doopsel met Pasen. Hij onderwees hen in het Martyrium op Golgotha, de plaats waar Christus is gestorven.
To historia o poszukiwaniu zagubionej tożsamości oraz pielęgnowaniu pamięci o przeszłości i kultywowaniu tego co udało się zachować. Bohaterką jest Natalia Hładyk z Zarządu Zjednoczenia Łemków w Gorlicach. Jest malarką i kuratorką corocznych wystaw "Łemkowskie Jeruzalem".
De ‘kleine profeten' vormen het slotakkoord van het Oude Testament. Dit is een verzameling van vrij korte, profetische Bijbelboeken. Dat ze ‘de kleine profeten' worden genoemd, heeft trouwens weinig met het postuur van deze mannen te maken, maar alles met de lengte van deze teksten. Het mooie van deze twaalf boeken? Je ziet het hart van God, alle belangrijke thema's van het Oude Testament komen terug én ze werken toe naar een cliffhanger. Zo worden de Israëlieten gewaarschuwd dat hun relatie met God is verstoord. De oproep is om hun fouten toe te geven, te stoppen met hun afgoderij en terug te keren naar God. Met andere woorden, God geeft hun de kans zich te bekeren. Sommige van deze boeken zijn geschreven voor de ballingschap, andere net daarna. In het boek Koningen hebben we al gezien dat Israël Gods waarschuwingen over het algemeen niet serieus nam en daar uiteindelijk de prijs voor betaalde. Daarom worden Gods oordelen beschreven. Zowel die voor Israël als die voor de volken die Israël onderdrukken en zich evenmin aan Gods wetten houden. Ook beschrijven de profeten de ‘Dag van de Heer'. Dit is de dag waarop God Zijn oordeel zal uitspreken. Een tijd van rampspoed voor mensen die niet bij God willen horen en een zegen voor mensen die wel op God vertrouwen. Zo is er ook hoop en iets om naar uit te kijken: het nieuwe Jeruzalem, een plaats net zo mooi als de Hof van Eden, een plek waarin God weer onder de mensen zal wonen en de hoofdstad van het koninkrijk van de Messiaanse koning. Oké, wie zijn de ‘kleine profeten' en wat hebben ze te vertellen? Hosea Het begint met Hosea, die leefde in het noordelijke koninkrijk rond 750 voor Christus. Hosea kreeg een moeilijke opdracht. Hij moest Gods verbond met het volk Israël uitbeelden. Zoals eerder gezegd, een verbond is een overeenkomst. Een soort contract eigenlijk. Een vorm van een contract is bijvoorbeeld een huwelijk waarbij man en vrouw trouw aan elkaar beloven. Om het huwelijk tussen God en Israël uit te beelden, moest Hosea trouwen met een hoer. Hij redde haar zo uit de prostitutie, maar later was ze hem ontrouw en keerde ze terug naar het bordeel. Hosea kocht vervolgens zijn eigen vrouw terug van het bordeel. Normaal gesproken zou een Israëlische man niet met een prostituee trouwen. En hij zou haar zeker niet terugkopen als ze opnieuw haar oude beroep ging uitoefenen. Toch was dat wat Hosea deed. Op dezelfde manier betaalde God jaren later losgeld voor Israël (en voor ons!) door Zijn Zoon te offeren. Hosea laat zo Gods verlossingsplan zien, al wist hij waarschijnlijk niet hoe God de mens zou vrij kopen. Joël Het is niet bekend wanneer ‘Joël' is geschreven. Het zou kunnen dat dit was net voor de val van Jeruzalem of anders ongeveer 400 jaar voor Christus. Joël vergelijkt een sprinkhanenplaag die het land teistert met de dag van het oordeel. Het boek benadrukt hoe God zonden zal straffen, roept op tot bekering, en laat zien dat er bij God genade en verlossing te vinden is. Dit geldt niet alleen voor Israël maar voor alle natiën. In het nieuwe Jeruzalem zal geen hongersnood zijn zoals tijdens en na de sprinkhanenplaag, maar een overvloed aan voedsel. Amos Amos was een herder uit het zuidelijke rijk dat bestond uit de stammen Juda en Benjamin, maar hij preekte in het noorden. Hij deed dat net vóór of misschien wel in dezelfde periode als Hosea. Amos is om eerlijk te zijn een wat deprimerend boek. Het gaat er vooral over dat Israël nu Gods vijand is en dat God hen zal verwijderen uit het land, net zoals Hij dat eerder deed met de volken die in Kanaän woonden voordat de Israëlieten bezit namen van het land. Amos kreeg te maken met veel tegenstand. Toch heeft hij uiteindelijk ook een paar woorden van hoop. Na het oordeel volgt herstel. Obadja Obadja speelt zich waarschijnlijk af net na de val van Jeruzalem. Misschien dus in dezelfde periode als Joël. Het is het kortste boek uit de Bijbel: slechts één hoofdstuk lang. Het gaat over Edom. De Edomieten zijn afstammelingen van Esau, de tweelingbroer van Jakob. Nadat Jeruzalem was gevallen en een deel van het volk in ballingschap was afgevoerd, plunderden de Edomieten wat er over was van de stad. Veel inwoners die niet waren meegevoerd naar Babylon werden als slaven verkocht. Obadja waarschuwt de Edomieten dat God ook hen zal straffen. De ‘Dag van de Heer' nadert. Het is een dag waarop iedereen verantwoording af moet leggen. Niet alleen Edom, alle volken. Jona Jona is een kort verhaal en waarschijnlijk het meest bekende bijbelverhaal voor iedereen die ooit naar zondagschool is geweest. Het is een boek met een diepe boodschap en heeft bovendien een unieke vorm. Het verhaal speelt zich af tijdens de regering van Jerobeam, ongeveer 750 jaar voor Christus. Als je het goed leest, ontdek dat je er veel humor in Jona zit verstopt. Als God Jona roept om naar Nineve te gaan, gaat Jona de andere kant op. Alsof je als mens kunt wegrennen voor een almachtige God. De reactie van Jona is trouwens wel te begrijpen. Nineve lag in Assyrië (het huidige Irak). De Assyriërs vielen regelmatig andere volken aan en deden de vreselijkste dingen. Ze waren de terroristen van die tijd. Zoals gezegd kan Jona niet vluchten van God. Hij wordt opgeslokt door een vis en wordt pas na drie dagen uitgespuugd. Hij heeft geen andere keus en met tegenzin gaat hij naar Nineve, een stad die volgens hem verwoesting verdient. Maar als Jona heeft gepreekt, bekeren de Assyriërs in de stad zich. Dat is iets waar Jona ontzettend boos over is. Om hem een lesje te leren, laat God een plant groeien om Jona van schaduw te voorzien. Een dag later is de plant al weer weg, omdat God die door een worm heeft laten opvreten. Jona is opnieuw woedend op God. Eigenlijk staat Jona symbool voor Israël. En waar in Nineve iedereen - inclusief de dieren! - hun zonden belijden, doet Jona dat niet. Hij blijft star en boos. Micha Micha is een profeet die vaak wordt aangehaald. Hij schreef zijn boek nog voordat het noordelijke koninkrijk ten prooi viel aan Assyrië. Micha wordt vaak vergeleken met Jesaja omdat dezelfde thema's aan bod komen, maar dan uiteraard een stuk korter. Micha bestaat eigenlijk uit drie preken. Ze gaan onder meer over corruptie: rechters die zich laten omkopen, rijken die wegkomen met misdaden, de armen die moeten lijden en priesters die de mensen alleen ‘helpen' tegen betaling, in plaats van God te dienen. Hierom kan Israël straf verwachten. Toch laat elke preek ook hoop zien. Micha voorspelt dat er Iemand zal komen die het volk als een Herder zal leiden in een tijdperk waarin vrede en rechtvaardigheid hand in hand gaan. Dit is uiteraard de Messiaanse Koning die ook door andere profeten is aangekondigd. Ooit zal God de beloften die Hij aan Abraham heeft gedaan nakomen.
Daniël was een jonge man die samen met drie vrienden meegenomen werd door de Babyloniërs nadat ze Jeruzalem hadden ingenomen. Daniël is een bijzonder figuur in de Bijbel. Hij is een afstammeling van David en een trouwe volgeling van God. Zelfs in een land dat vijandig staat tegenover de godsdienst van het overwonnen volk Israël, houdt Daniël zich aan Gods wet. Met gevaar voor eigen leven moeten we daar bij zeggen. Het Bijbelboek ‘Daniël' bestaat eigenlijk uit twee delen. In de eerste zes hoofdstukken worden de verhalen van Daniël en zijn vrienden verteld. Eerst weigeren ze het voedsel te eten dat niet voldoet aan Gods voorschriften. Later buigen de drie vrienden - Sadrach, Mesach en Abednego - niet voor het beeld van de koning Nebukadnessar. Ze worden in een grote vuuroven gegooid, maar verbranden niet. Sterker nog: Nebukadnessar ziet een vierde figuur, een engel, rondlopen in de oven. Maar eerder al legt Daniël de droom uit van koning Nebukadnessar. Een reusachtig standbeeld van verschillende materialen wordt verwoest door een grote, rollende steen. Het standbeeld staat symbool voor elkaar opvolgende koninkrijken. De rotsblok die het beeld verwoest, verandert in een berg en staat symbool voor Gods Koninkrijk. Dit is een belangrijk thema van Daniël. De kwaadaardige koninkrijken brengen veel geweld naar deze wereld, maar uiteindelijk zal God ingrijpen. Er komt een einde aan de hoogmoed van deze volken en er komt een koninkrijk van vrede en gerechtigheid. Waarschuwingen voor de koningen Niet veel later in het boek waarschuwt God Nebukadnessar en zijn zoon Belsassar dat ze zich nederiger moet opstellen. Dat doet Hij via een droom die door Daniël moet worden uitgelegd. Ze weigeren hun trots te laten varen en Nebukadnessar wordt waanzinnig. Nu zouden we misschien zeggen dat hij een ernstige psychose kreeg. Zeven jaar lang leeft hij als een wild dier. Na die zeven jaar ‘krijgt hij zijn verstand terug' (zoals hij zelf zegt) en hij heeft zijn lesje geleerd. Nebukadnessar geeft God de eer die Hem toekomt en wordt nog een tijdje koning. Zijn opvolger (en zoon) Belsassar heeft niets geleerd van wat er met zijn vader is gebeurd en laat God links liggen. Op een avond tijdens een groot feest schrijft een vinger op een muur dat zijn tijd is gekomen. Die nacht wordt Belsassar in zijn slaap door een moordenaar om het leven gebracht. Het machtige Babylon wordt overgenomen door de Meden en de Perzen. God zegent Daniël en daardoor krijgt hij een hoge positie. De andere bestuurders zijn jaloers en willen hem ten val brengen. Maar omdat Daniël zo eerlijk en betrouwbaar is, kunnen ze hem alleen pakken via een list. Ze laten de nieuwe machthebber, Darius, een wet uitvaardigen die mensen verbiedt een andere god te aanbidden. Daniël bidt echter vrolijk hardop en bovendien met het raam open. Voor straf wordt hij in een leeuwenkuil gegooid, maar de wilde beesten vallen hem niet aan. Zo is de bemoedigende les voor christenen van alle tijden dat God helpt stand te houden tijdens vervolging. Dat zagen we ook bij de drie vrienden. Veelzeggend zijn hun woorden voordat ze in de oven worden gegooid: ‘Wij zijn ervan overtuigd dat God ons zal redden en zelfs al doet Hij dit niet, dan nog zullen wij uw goden niet vereren!' De visioenen van Daniël Daniël was ook een profeet en met name de laatste zes hoofdstukken laten de visioenen zien die Daniël heeft ontvangen. Hij ziet vier beesten: een soort leeuw met vleugels, een dier dat op een beer lijkt, een soort gevleugelde panter met vier koppen, en een dier met ijzeren tanden en tien horens. Drie van de horens maken plaats voor een andere hoorn. Een engel moet de droom aan Daniël uitleggen. Elk dier staat voor een koninkrijk. Het laatste beest is een zeer kwaadaardig koninkrijk. De nieuwe hoorn staat symbool voor een bijzonder arrogante koning. Iemand die zichzelf boven God plaatst. Hij vervolgt Gods kinderen. In de droom worden deze koninkrijken uiteindelijk verwoest en geoordeeld. Er verschijnt ‘iemand die op een mens lijkt'. Oudere Bijbelvertalingen zeggen: ‘de Mensenzoon'. Dit is de verlosser die later Gods koninkrijk op aarde zal vestigen. Toen Jezus op aarde leefde, noemde Hij zichzelf de Mensenzoon. In de droom is te zien hoe iedereen Hem dient. In een volgend visioen ziet Daniël een ram en een geit. Met de ram wordt het koninkrijk van de Meden en Perzen bedoelt, terwijl de geit symbool staat voor het oude Griekenland. De geit heeft meerdere hoorns, en één daarvan staat symbool voor de zeer kwaadaardige koning waar we eerder over hoorden. Nu vertelt God dat deze koning Jeruzalem zal aanvallen en de tempel zal onteren met afgoden. Maar hij zal geen stand houden tegen God en uit de weg worden geruimd. Het is een hoopvol beeld, maar Daniël raakt ook ernstig in de war. Hij wil onder meer graag weten hoe lang dit nog gaat duren. Hij raadpleegt de boeken van Jeremia en ontdekt dat de ballingschap zeventig jaar zou duren. Die tijd is bijna voorbij en hij smeekt God zich te houden aan Zijn beloften. En ondanks dat nergens wordt beschreven dat Daniël iets verkeerds doet, belijdt hij toch de zonden van het volk. Dan verschijnt een engel aan Daniël. De engel vertelt met een ingewikkelde profetie dat er ooit een gezalfde vorst zal komen, en dat Jeruzalem zal worden hersteld. Toekomstige koningen Daniël krijgt nóg een visioen. God vertelt hem opnieuw van de koningen die nog zullen komen. Eén van hen is bijvoorbeeld de koning die wij kennen als ‘Alexander de Grote', een Griekse veroveraar. Maar al deze koninkrijken verdwijnen weer. Uiteindelijk komt er één koning uit het noorden die Jeruzalem zal veroveren en zijn afgoden neerzet in Gods tempel. Het is onduidelijk welke koning hier wordt bedoeld. Misschien de Syrische koning die in de tweede eeuw voor Christus in Jeruzalem veel joden liet doden en zijn goden in de tempel plaatste. Het kan ook zijn dat de Romeinen worden bedoeld en de verwoesting van Jeruzalem en de tempel in 70 na Christus. Of misschien moet dit visioen nog realiteit worden. Omdat de profetieën in de Bijbel vaak op meer dan één manier uitkomen, geloof ik dat al deze interpretaties waar zijn. Ze zijn op verschillende manieren werkelijkheid geworden en de volledige vervulling komt nog. Het boek Daniël gaf zo hoop aan het volk van God tijdens de ballingschap, tijdens de verovering door de Syrische koning, tijdens de Romeinse onderdrukking en het geeft nu nog steeds hoop, zeker voor mensen die worden vervolgd vanwege hun geloof. Het patroon dat Daniël beschrijft, zien we van Genesis tot Openbaring. De mens is zondig, maar God straft de zonde, vergeeft en redt. De oproep aan ons mensen is om op God te vertrouwen. Verder hoeven we niets te doen. Alleen trouw blijven, zoals Daniël en zijn vrienden lieten zien. Uiteindelijk zal God een eind maken aan al het kwaad en Zijn koninkrijk vestigen.
Ezechiël was een jonge priester die net als vele andere Israëlieten werd meegevoerd naar Babel. Op een dag zit hij in het ‘vluchtelingenkamp' aan de rivier als God hem een visioen toont. In zijn beeld ziet hij hemelse wezens met vier koppen. De vleugels van de wezens raken elkaar aan en met zijn allen houden ze een koepel in de lucht. Het is een soort podium waar een troon op staat. Op de troon zit Iemand die op een mens lijkt. ‘De stralende verschijning van de Heer', zegt Ezechiël hierover. Bij een oppervlakkige lezing van deze tekst valt het niet zo snel op, maar de vraag is: wat doet God hier in Babylon? Zijn heerlijkheid hoort te zijn in de tempel in Jeruzalem, waar de ark van het verbond staat. Natuurlijk kan God ook in Babylon spreken tot een profeet als Ezechiël, maar het verontrustende is dat in deze droom Gods troon is verhuisd. Al snel wordt duidelijk waarom Gods troon niet meer in de hoofdstad van Zijn volk staat. Na de eerste aanval van de Babyloniërs komt namelijk een tweede, waarbij Jeruzalem en de tempel nu ook verwoest zullen worden. God roept Ezechiël als profeet om hen te waarschuwen, maar vertelt er ook bij dat de mensen niet naar hem zullen luisteren. Ezechiël beeldt uit De taak van een profeet is niet makkelijk. Ezechiël moet zelfs uitbeelden wat het volk te wachten staat. Zo speelt hij een oorlog na, moet hij zijn haar afscheren en zelfs doen alsof hij de zondebok is die elk jaar op de Grote Verzoendag de woestijn in wordt gestuurd. Hij ligt een jaar op zijn zij en kookt zijn eten boven een hoopje stront, als een teken van het smerige voedsel dat het volk straks krijgt. Wat we in alle voorgaande Bijbelboeken hebben gezien, zien we nu weer. Het volk luistert niet, precies zoals God had voorspeld. Hun hart is te hard. Een jaar later geeft God een nieuw visioen aan Ezechiël. Dit keer laat God zien hoe de tempel wordt onteerd en hoe afgoden worden aanbeden voor het volk. De Heer maakt duidelijk dat de mensen die aan deze kwalijke praktijken meedoen, worden omgebracht. Ezechiël ziet de glorie van God vertrekken uit de tempel, precies zoals in zijn visioen van een jaar eerder. De troon op een koepel, gedragen door hemelse wezens. Het verbond verbroken? Het is een tragisch beeld, want het lijkt erop alsof het verbond tussen God en Zijn volk wordt verbroken. Maar dat is niet zo. God vertelt Ezechiël dat de mensen een nieuw hart nodig hebben, een hart van vlees en bloed. En God zal dat geven. Ook zal Hij uiteindelijk het volk laten terugkeren. De boeken van de profeten zijn soms moeilijk te begrijpen. Toch zijn ze belangrijk, want ze laten Gods hart zien, Zijn passie om Zijn heerlijkheid te delen met ons. In Ezechiël leren we dat de mens van nature zondig is. We zijn niet in staat om ons aan de wet te houden. God zal ons de verandering van ons hart geven die nodig is. Hij is genadig. Maar omdat God niet alleen barmhartig maar ook rechtvaardig is, kan Hij het kwaad niet ongestraft zijn gang laten gaan. Er blijken dan weer twee categorieën mensen te zijn: zij die hun vertrouwen op God stellen en zij die God afwijzen. Mensen die trots zijn en die niets met God te maken willen hebben, zullen worden geoordeeld. Dit geldt voor Israël, voor Jeruzalem maar ook voor volken om Israël heen. De hoofdstukken die deze oordelen beschrijven, zijn om moedeloos van te worden, maar in het laatste deel van het boek communiceert God hoop. De Heer neemt Ezechiël mee naar een vallei met droge botten. Hier is een leger gestorven. Maar God brengt de mensen weer tot leven. De botten krijgen hun vlees, hun organen en hun huid weer terug. Ook wordt het hart van steen vervangen door een hart van vlees. De transformatie is compleet. Dit zijn nieuwe mensen gemaakt van oude mensen. Dit verhaal doet denken aan Genesis 2, waarin God Adam en Eva creëert. Er komt dus een tweede schepping, één waarin de mens weer een relatie met God kan hebben, zoals Adam en Eva dat ook hadden voor ze van de verboden vrucht aten. Wat doet God met het overgebleven kwaad? Toch blijven er nog vragen over. Wat doet God bijvoorbeeld met al het kwaad dat nog in de wereld heerst? En keert God terug naar de tempel in Jeruzalem? Daar geeft God antwoord op aan het einde van Ezechiël. Eerst wordt de ondergang beschreven van een heerser die ‘Gog' wordt genoemd. Hij vertegenwoordigt de verschillende tirannieke volken in die tijd. Ze verzetten zich tegen Gods plan om Zijn volk te redden en worden daarom verwoest. Zodra het kwaad is verslagen, verschuift de focus naar het herstel van de wereld. Ezechiël beschrijft een nieuwe tempel, één die nog groter en majestueuzer is dan de tempel die Salomo ooit bouwde. Gods troon - ofwel: Gods glorie - keert ook terug naar de tempel. Het zou kunnen dat er in het toekomstige koninkrijk van God weer een tempel komt. Persoonlijk denk ik dat de nieuwe tempel in Ezechiëls visioen vooral een symbool is voor het feit dat mensen weer vrij toegang hebben tot God. God woont dan weer onder ons. Dit gebeurde natuurlijk al toen Jezus naar de aarde kwam, maar gebeurt pas ten volle als Jezus weer terugkeert naar de aarde en Zijn koninkrijk definitief zal vestigen. Gods beloften komen vaak in fases uit. Ezechiël zegt niet in welke stad deze nieuwe tempel staat, wat voor mij ook een reden is om dit vooral symbolisch te zien. Maar het is zo'n krachtig beeld… Uit de tempel stroomt namelijk water. Levend water. Want als het uitkomt in de dode zee, komt het leven terug in de zee. Er groeien weer planten en bomen, dieren nemen bezit van het land, vissen van het water. Het is alsof we terug zijn in Genesis 1. In deze ‘tuin' of ‘hof' wordt een stad gesticht. En de naam van stad? ‘De Heer is daar!'
Het duurt eventjes maar in de 12e eeuw krijgen de kruisvaarderstaten het moeilijk. Daar zit een zekere Saladin voor iets tussen. Maar evengoed de incompetentie van kruisvaarders, koningen van Jeruzalem en het gebruikelijke gekibbel tussen Fransen en Engelsen. Dat en mee ri deze aflevering van Geschiedenis van.
Waarom slaagde de eerste kruistocht in haar opzet, ging het nu om geloof of om macht en hoe viel Jeruzalem? Antwoorden op deze vragen en meer in deze aflevering van Geschiedenis Van. Een literatuurlijst vind je op de facebookpagina van Geschiedenis Van.
Verkondiging Medemblik 12/1/25Vandaag mocht ik in Medemblik voorgaan in de eredienst. Ik had dezelfde preek als vorige week, zodat de gemeente voor de tweede keer het verhaal hoorde over de drie koningen. Het waren natuurlijk geen koningen, maar magiërs. Daarom vertelde ik ook over de middeleeuwse belangstelling voor deze magiërs, die al snel werden gezien als koningen en de namen Caspar, Melchior en Balthasar kregen.Het bijzondere aan de preek van vandaag vond ik wel de vrijheid waarmee ik over de tekst van Matteüs 2 heb gesproken. In de eerste plaats wilde ik wat historische problemen oplossen. Waar kwamen de koningen vandaan? Eigenlijk weten we dat niet. Waren het er precies drie? Ook dat weten we niet. Hoe zat het met die ster? Of was het misschien een ander verschijnsel aan de nachtelijke hemel? Misschien wel de conjunctie van Jupiter en Saturnus? Het idee is dat Jupiter de oude koning representeerde en Saturnus de nieuwe koning. Volgens astronomen verscheen in het jaar 7 voor Christus Jupiter boven Saturnus. Dat wil zeggen, de oude koning regeerde nog, maar in het jaar 4 voor Christus verscheen Saturnus boven Jupiter. De nieuwe koning staat dan hoger dan de oude koning in de astrologische symboliek van deze magiërs.Daarbij moet je begrijpen dat deze conjunctie plaatsvindt in het sterrenbeeld Vissen, dat altijd werd geassocieerd met Israël. Maar daarmee zijn niet alle vragen beantwoord. Waarom zouden deze magiërs interesse hebben in de geboorte van een nieuwe koning in Israël? Het is waar dat Matteüs kon weten dat deze magiërs in het huidige Iran, in Perzië, ook wel koningmakers werden genoemd. Koningmakers omdat zij konden bepalen op grond van astrologische tekens wanneer een nieuwe koning werd geboren en wanneer dus de oude koning zou moeten aftreden ten gunste van de nieuwe.Zelfs als dat zo is, blijft toch de vraag overeind waarom zij interesse zouden hebben in deze nieuwe koning in Israël. En dat leidt tot een belangrijk punt: namelijk of Matteüs hier geschiedenis beschrijft of een prachtig verhaal vertelt. Ik denk het laatste. Het verhaal van Matteüs wil wedijveren met verhalen uit het Oosten en uit het Romeinse Rijk over de bijzondere omstandigheden van de geboorte van een koning.Een zaak waar eigenlijk in Israël niemand echt belangstelling voor had, wellicht met uitzondering van Herodes. Als Herodes inderdaad astrologen in dienst had en astrologie belangrijk vond, valt te verklaren waarom hij het getuigenis van de wijzen zo belangrijk vindt. En dat terwijl de schriftgeleerden in Jeruzalem weliswaar vertellen dat de nieuwe koning geboren zou moeten worden in Bethlehem in Judea, maar verder geen enkele interesse tonen in zijn geboorte.Matteüs vertelt dit verhaal dus vooral om te laten zien wat de toestand is van Jeruzalem. Dat is zijn intentie. Hoe is het gesteld met Jeruzalem? Heel simpel: als de nieuwe koning is geboren, is er voor zijn komst geen belangstelling. En het zijn niet-joden uit het oosten die dit nieuws naar Jeruzalem brengen. Dat laat iets zien van de afdwaling van Israël en hun onverschilligheid tegenover de nieuwe koning.De interesse van Herodes wordt dan ook alleen gewekt doordat hij een mogelijke opstand tegen zijn gezag vreest. Uiteraard is zijn wens om deze koning te aanbidden doortrokken van valse motieven. Hij zal niets anders willen dan deze troonpretendent doden om zo zijn eigen macht te bevestigen.Dat was het eerste deel van mijn preek vanochtend. Maar ik wilde eigenlijk iets anders laten zien. Matteüs heeft het niet alleen over de komst van de Messiaanse koning in deze wereld, maar hij brengt ook op een bijzonder poëtische manier tot uitdrukking hoe wij ons tegenover deze koning moeten opstellen.We horen onze schatkisten mee te brengen en daar goud, wierook en mirre in mee te dragen: het goud van gerechtigheid, wierook als toewijding aan Gods koningschap en mirre voor onze pijn, lasten en zorgen van het leven.Vooral dat laatste werd onderwerp van mijn preek. We gaan door vele moeilijkheden heen; er is soms chaos en veel lijden bij onszelf of bij degenen die wij liefhebben. Ook die pijn en zorg mogen we bij God brengen. Zoals ik vaak zeg tijdens het gebed op zondag: laten we dan even stil zijn om onze zorgen bij Gods troon achter te laten.Dat betekent afstand nemen daarvan omdat al die zorgen op onze schouders juist zwaarder maken. We moeten leren beseffen dat uiteindelijk niet alles van ons afhangt; we mogen dat overgeven aan degene die ons willen helpen, net zoals aan God die uiteindelijk alles beheerst.Kunnen we dat doen, dan worden onze zorgen duidelijker en makkelijker te dragen. Dat is misschien wel de belangrijkste les uit deze tekst als we hem toepassen op onze eigen situatie.En dan komt die grote vraag: wat hebben wij in onze schatkist meegenomen om deze koning te eren? In het christelijk geloof gaat het immers niet alleen om wat God geeft, maar ook om wat wij zelf mogen geven door Zijn kracht.Wat heb ik nog meer in mijn schatkist zitten? Goud en wierook horen daar sowieso bij, maar wat kan ik nog verder bijdragen? Wat is mijn persoonlijke bijdrage aan dit eerbetoon aan de koning?Misschien is het mijn gastvrijheid of mijn vaardigheid om troostende woorden te spreken voor anderen. Misschien een vorm van leiderschap zoals ook nodig is binnen onze gemeente of een ander talent dat ik kan inzetten.Van materiële verzorging tot verkondiging; uiteindelijk gaat het om onze persoonlijke kist met schatten die we aan deze kwetsbare koning mogen aanbieden om zo bij te dragen aan Zijn komende koninkrijk.Bedankt voor jullie aandacht!Become a supporter of this podcast: https://www.spreaker.com/podcast/koinonia-bijbelstudie-live--595091/support.
Stel, je ligt als oeroude, schitterende stad op twee continenten. Je bevindt je in zeer select gezelschap, hebt altijd wat te vertellen op feesten en partijen. Je kunt altijd rekenen op een flirt van patserige jonkies als Dubai en Los Angeles. Geen wonder dat Istanbul kan rekenen op een enorme lading street cred. Want Istanbul ligt niet al eeuwen te chillen op twee werelddelen, Istanbul vórmde die werelddelen. Als je tegelijkertijd zeggenschap hebt over Mekka, Jeruzalem, Bagdad en Boedapest, dan heb je wel angstaanjagend gegromd naar de wereld. En dat hebben ze aan de Bosporus aardig gedaan. Maar vlak ook de verleidelijke knipoog niet uit die Istanbul in huis heeft. Want deze Turkse schone verovert nog steeds de harten van de hele wereld.
In het tweede deel van het tweeluik over Paulus neemt prof. dr. Jürgen Zangenberg van de Universiteit Leiden ons mee op reis met Paulus. Waarom ging hij op reis voor Christus? Hoe werkte dat in de praktijk: hoe reisde hij, met wie en wat deed hij op de plekken waar hij langere tijd verbleef? Welke boodschap verspreidde hij en waar kwam hij? Jürgen neemt ons mee in dit buitengewoon interessante verhaal.Shownotes
Prof. dr. Jürgen Zangenberg van de Universiteit Leiden is terug in Oudheid! Na tweeluiken over koning Herodes en Jezus van Nazareth gaan we nu in twee delen uitgebreid kijken naar Paulus. Wie was Paulus, wat weten we over hem en welke bronnen hebben we over zijn leven? Welke grote verandering vond er plaats in zijn leven waardoor hij zo belangrijk werd binnen het christendom? In dit eerste deel gaan we ook uitgebreid in op de brieven van Paulus, over de context waarbinnen die geschreven werden en we bespreken of alle aan hem toegeschreven brieven uit het Nieuwe Testament wel door Paulus geschreven zijn.Shownotes
Over Luther wordt gezegd dat hij vandaag een appelboom zou planten als morgen de wereld zou vergaan. Wat zou jij doen?☕ Kun je een kopje koffie missen? Steun ons
(00:50) Historische boeken met Annelien de Dijn. Zij bespreekt: -Evelyn Roll, Pericallosa: Herinnering aan een verborgen verleden (vert. Goverdien Hauth-Grubben) -Jolande Withuis, Moeder, antimoeder (08:24) Sodomie. Het woord in de mond nemen leek in de middeleeuwen al een misdaad. De term werd vooral gebruikt om seks tussen mannen te beschrijven. Genderhistoricus Jonas Roelens schreef er het boek 'De onuitspreekbare zonde' over en vertelt. (18:22) Het Spoor Terug: Jan van Leiden en het einde der tijden #3. In deze derde aflevering, Het nieuwe Jeruzalem, duikt Max Boogaard verder in het verhaal van Jan van Leiden en de wederdopers van Münster. De wederdopers grijpen de macht in de stad. Nu is het zaak om de stad zo snel mogelijk te zuiveren; iedereen wordt gedoopt. Jan Matthijs bereidt ondertussen een uitval op het leger van de bisschop voor. Want de eindtijd zal op Pasen 1534 aanbreken – of toch niet? Meer info: https://www.vpro.nl/programmas/ovt/luister/afleveringen/2024/17-11-2024.html# (https://www.vpro.nl/programmas/ovt/luister/afleveringen/2024/17-11-2024.html)
Dit is het bizarre, waargebeurde verhaal van wederdoper Jan van Leiden die het van kroegbaas to koning schopte. In deze derde aflevering duiken we verder in het verhaal van Jan van Leiden en de wederdopers van Münster. De wederdopers grijpen de macht in de stad. Nu is het zaak om de stad zo snel mogelijk te zuiveren; iedereen wordt gedoopt. Jan Matthijs bereidt ondertussen een uitval op het leger van de bisschop voor. Want de eindtijd zal op Pasen 1534 aanbreken – of toch niet? Deze podcastserie is gemaakt door Max Boogaard, in samenwerking met OPERA2DAY en de Nederlandse Bachvereniging nav de opera ‘De Apocalyps' over Jan van Leiden eerder dit jaar.
Ellen Warmond gold als een vertolkster van desillusies en de tragiek van het leven. Het leven dient tot niets, vond ze, maar ‘Je kunt een sombere levensbeschouwing hebben, zonder dat je zwaarmoedig bent'. Vanaf haar debuut Proeftuin (1953) wist ze haar soms duistere wereldbeeld te vertolken in toegankelijke en vaak geestige gedichten. Ze was een bijzondere stem in de literaire wereld, maar geen heel luide stem. Haar levensverhaal is nu opgetekend in de biografie Geef niet mee! door letterkundige Trudy van Wijk. Het boek werd afgemaakt door Bertram Mourits, met hem spreekt Nicole Terborg over het leven, werk en de waardering van Warmond. In het tweede uur en de podcast van Wat blijft: In de podcast Wat Blijft hoor je de komende weken de 12-delige serie Grote Geesten over indrukwekkende denkers uit de Humanistische Canon. Van Aristoteles tot Hannah Arendt en van Simone De Beauvoir tot James Baldwin. Wat hebben zij betekend? Wat kunnen we leren van hun leven en denken? En hoe leven zij voort? In de vijfde aflevering volgt Peter Blom het spoor terug van filosoof en politiek denker Hannah Arendt. Arendt, geboren als Joodse vrouw in Duitsland, vluchtte al in 1933 voor het nationaal-socialisme naar Parijs. In 1941 vertrok ze naar New York waar ze o.a. meewerkte aan het Duits-Joodse weekblad Aufbau. Na de oorlog keerde zij voor het eerst terug naar Europa; uiteindelijk verwierf ze het Amerikaans staatsburgerschap. Haar bekendheid verwierf ze nadat ze begin jaren zestig naar Jeruzalem ging om het proces tegen één van de architecten van de Jodenvernietiging, Adolf Eichmann, te verslaan. Dat resulteerde in haar driedelige werk ‘Origins of Totalitarianism' (1951) waarin ze het antisemitisme, imperialisme en racisme uit de 19e eeuw behandelde. In Nederland heette het ‘De banaliteit van het kwaad', een titel die veel misverstanden opriep. Tot op de dag van vandaag heeft Arendt een grote schare bewonderaars en inspireert zij velen. Presentator: Nicole Terborg Redactie: Jessica Zoghary, Nina Ramkisoen, Geerte Verduijn, Sushmita Lageman Eindredactie: Bram Vollaers Productie: Mare de Vries
Het door Unesco beschermde ‘Land van olijven en wijngaarden' op de Westelijke Jordaanoever is in gevaar. Israël wil een nederzetting bouwen op een eeuwenoud irrigatiesysteem, ten koste van de Palestijnse families die er al generaties wonen. Dit verhaal verscheen eerder in de Volkskrant. HET LUISTERVERHAAL Een verhaal uit de Volkskrant dat wordt geïntroduceerd door de auteur zelf. Verhaal: Maral Noshad SharifiMontage en sounddesign: Mona De BrauwerEindredactie: Corinne van Duin, Julia van Alem, Jasper Veenstra en Merle van der HorstVoorlezer: Wynn HeliczerSee omnystudio.com/listener for privacy information.
In de podcast Wat Blijft hoor je de komende weken de 12-delige serie Grote Geesten over indrukwekkende denkers uit de Humanistische Canon. Van Aristoteles tot Frans de Waal en van Simone De Beauvoir tot James Baldwin. Wat hebben zij betekend? Wat kunnen we leren van hun leven en denken? En hoe leven zij voort? In de vijfde aflevering volgt Peter Blom het spoor terug van filosoof en politiek denker Hannah Arendt. Arendt, geboren als Joodse vrouw in Duitsland, vluchtte al in 1933 voor het nationaal-socialisme naar Parijs. In 1941 vertrok ze naar New York waar ze o.a. meewerkte aan het Duits-Joodse weekblad Aufbau. Na de oorlog keerde zij voor het eerst terug naar Europa; uiteindelijk verwierf ze het Amerikaans staatsburgerschap. Haar bekendheid verwierf ze nadat ze begin jaren zestig naar Jeruzalem ging om het proces tegen één van de architecten van de Jodenvernietiging, Adolf Eichmann, te verslaan. Dat resulteerde in haar driedelige werk ‘Origins of Totalitarianism' (1951) waarin ze het antisemitisme, imperialisme en racisme uit de 19e eeuw behandelde. In Nederland heette het ‘De banaliteit van het kwaad', een titel die veel misverstanden opriep. Tot op de dag van vandaag heeft Arendt een grote schare bewonderaars en inspireert zij velen. Peter Blom praat met *journalist en publicist Ian Buruma, die onlangs het boek ‘In de schaduw van het kwaad' publiceerde over de relevantie van het werk van Arendt in deze tijd. *filosoof, theoloog en oud-Denker des Vaderlands Hans Achterhuis, die over zijn langdurige bewondering voor Hannah Arendt onlangs een boek schreef getiteld ‘Ik wil begrijpen' *filosoof en schrijver Heidi Dorudi die op haar zestiende met twee zussen uit het Iran van Ayatollah Khomeini vluchtte en publiceerde over Arendt.
Episode 34: Horror Mixtape Mash Up - Lonely & Will This episode was recorded on June 27, 2024 and posted on September 7, 2024. Content Warning: Light vulgarity. Introduction Welcome to No Bodies Episode 34 Introductions to your Ghosts Hosts with the Most - Lonely of Lonely Horror Club and surprise host Will aka Armored Foe Today's Topic: Horror Mixtape Mash Up - Lonely's Version! Where has Will been since Episode 17? Shapes & Shadows Podcast - Will's Solocast The Mixtape Exchange The recipe for an ideal mixtape Methods for selecting our films Mixtape Reviews Will's Picks for Lonely Contracted (2013) Clown (2014) The Clovehitch Killer (2018) They Come Knocking (2019) Bit (2019) Lonely's Picks for Will Messiah of Evil (1974) Living Dead at Manchester Morgue/Let Sleeping Corpses Lie (1974) Jeruzalem (2015) The Dark (2018) Valley of the Dead (2020) Thank you to our guest! Keep up with Will's art & film musings @armoredfoe on Instagram and be sure to check out his solocast Shapes & Shadows. Keep Up with Your Hosts Check out our instagram antics and drop a follow @nobodieshorrorpodcast. Projectile Varmint - keep up with Suzie's film musings on Instagram @projectile__varmint Lonely - read more from Lonely and keep up with her filmstagram chaos @lonelyhorrorclub on Instagram and www.lonelyhorrorclub.com. Original No Bodies Theme music by Jacob Pini. Need music? Find Jacob on Instagram at @jacob.pini for rates and tell him No Bodies sent you! Leave us a message at (617) 431-4322 and we just might answer you on the show!
Francijā neveicas ar valdības izveidi. Radikāļi triumfē Tīringenes landtāgā Vācijā. Protestētāji ģenerālstreikā Izraēlā prasa panākt "Hamās" gūstekņu atbrīvošanu. Aktualitātes pasaulē analizē Austrumeiropas politikas pētījumu centra valdes priekšsēdētājs, direktors Māris Cepurītis. Sazināmies ar kultūrpētnieku Denisu Hanovu un Latvijas Ārpolitikas institūta direktora vietnieci un Tuvo Austrumu pētniecības programmas vadītāju Sintiju Broku. Ko atpūtīs Elizejas virpuļviesulis? „Makrona jaunā premjerministra meklējumu virpuļviesulis ved franču politiku neprātā” – tādu virsrakstu savai 3. septembra publikācijai likusi izdevuma „Politico” Francijas korespondente Klea Kolkuta. Nepiepildījās daudzu cerētais, ka prezidents nominēs valdības vadītāju pirmdien, un dažādas prominences līmeņa un pieredzes politiķi un ierēdņi cauri Elizejas pilij šais dienās zibējuši kā karuselī. Šo politisko šovu Francijai nodrošinājušas pēdējās Nacionālās asamblejas vēlēšanas, radot parlamentu, kurā kreiso, centrisko un labējo spēku pozīcijas ir tik līdzvērtīgas, ka neviens nav disponēts kompromisam. Tikām arvien tuvāk nāk 1. oktobris, kad likums liek valdībai iesniegt parlamentam nākamā gada budžeta projektu. Kreiso spēku bloks „Jaunā Tautas fronte”, kurai ir lielākā frakcija parlamentā, jau jūlija nogalē izvirzīja savu premjera kandidāti – līdzšinējo Parīzes Mērijas finanšu un iepirkumu direktori, 37 gadus veco Lūsiju Kastē. Prezidents Makrons līdz šim noraidījis viņas kandidatūru, norādot, ka kreiso mazākuma valdībai nav cerību uz parlamenta vairākuma uzticības balsojumu. Kā atbilde sekoja galēji kreiso – partijas „Nelokāmā Francija” – uzsāktā kampaņa prezidenta atstādināšanas procedūru. Pirmdienas rītā kā vadošais pretendents tika uzlūkots agrākais premjerministrs Bernārs Kaznovs; līdz 2022. gadam Sociālistiskās partijas biedrs, tagad – paša nesen dibinātās kustības „Konvencija” līderis. Tomēr jau pusdienlaikā tika minēts cits – līdz šim politikā mazpazīstams sociālekonomisko jautājumu eksperts, likumdevējus konsultējošas organizācijas Ekonomikas, sociālo lietu un vides padome prezidents Tjerī Bodē; bet otrdienas rītā viņu šai kvalitātē nomainīja kādreizējais ministrs, šobrīd – Odefrānsas reģiona prezidents, konservatīvās Republikāņu partijas pārstāvis Ksavjē Bertrāns. Pēdējo divu dienu laikā uz Elizejas pili tikuši aicināti ne vien parlamenta augšpalātas Senāta līderis Žerārs Laršē un Republikāņu parlamenta frakcijas līderis Lorāns Vokjē, bet arī bijušie Francijas prezidenti Nikolā Sarkozī un Fransuā Olands, kas licis kādreizējam Olanda publiskās saziņas pārstāvim Gaspāram Gantdzēram pajokot, ka sekošot Francijas Kinoakadēmijas balvas „Cēzars” ieguvēji un valobrauciena „Tour de France” uzvarētāji. Jādomā gan, ka prezidentam Makronam par šādiem jokiem smiekli nenāk, ciktāl izeja pašreizējai politiskajai krīzei, kā šķiet, joprojām nav samanāma. Radikāļi triumfē „Pirmoreiz kopš Otrā pasaules kara kādā Vācijas zemē pie varas ir galēji labējie,” – šāda konstatācija šais dienās sastopama ne viena vien pasaules medija slejās. Runa ir par svētdien, 1. septembrī, notikušo Tīringenes landtāga vēlēšanu rezultātiem, kas nesuši graujošu sagrāvi šīs Vācijas federālās zemes līdzšinējai kreisajai koalīcijai un uzvaru labēji radikālajai, antikonjunktūras partijai „Alternatīva Vācijai”. Divi no līdz šim pie varas Tīringenē bijušajiem spēkiem – brīvie demokrāti un zaļie – vispār palikuši aiz jaunā landtāga borta, Kreisā partija zaudējusi vairāk nekā pusi mandātu, savukārt sociāldemokrātiem, kuriem arī līdz šim te nav bijuši spoži rezultāti, šis esot vājākais sniegums visā pēckara federālo zemju vēlēšanu vēsturē. Savukārt „Alternatīva Vācijai”, kuru šajā zemē vada viens no odiozākajiem tās pārstāvjiem Bjerns Heke, ieguvusi lielāko frakciju ar 32 no 88 mandātiem. Visai pārliecinoši Tīringenē debitējusi arī šī gada sākumā nodibinātā kreisi populistiskā partija „Zāras Vāgenknehtas savienība”, iegūstot trešo lielāko frakciju landtāgā. No tradicionālajām konjunktūras partijām vienīgi kristīgajiem demokrātiem izdevies noturēt un pat nedaudz uzlabot savas pozīcijas, taču kopējais iznākums ir tāds, ka Tīringenes landtāgā stabils vairākums tagad būs radikāļiem – „Alternatīvai Vācijai” un „Zāras Vāgenknehtas savienībai”, nemaz jau nerunājot par to, ka arī partija „Kreisie” līdz šim tikusi uzskatīta par radikālu spēku. Kas attiecas uz abiem pirmajiem – alternatīvistiem un vāgenknehtiešiem – tad, kaut vieni ir labējie, bet otri kreisie radikāļi, viņiem netrūkst kopīgā: vispārējā populistiskā ievirze, migrantu tēmas ekspluatācija un negatīva attieksme pret atbalstu Ukrainai. Līdzīga un tāpat neiepriecinoša tradicionālajām konjunktūras partijām ir politiskā ainava arī otrā federālajā zemē, kur svētdien notika landtāga vēlēšanas, proti – Saksijā. Arī te vissmagāko sakāvi piedzīvojuši „Kreisie” un zaļie, vienīgi sociāldemokrāti noturējušies savās līdzšinējās, gan ne pārāk spožajās pozīcijās. Kristīgie demokrāti zaudējuši nedaudz, kas ļāvis tiem palikt lielākajai frakcijai Saksijas landtāgā, taču otro un trešo pozīciju šeit ieņem „Alternatīva Vācijai” un „Zāras Vāgenknehtas savienība”. Kopējais balsu sadalījums ir tāds, ka līdzšinējai koalīcijai – kristīgajiem demokrātiem, sociāldemokrātiem un zaļajiem – vairs nepietiek vairākuma valdības izveidei, tādā nolūkā būtu jāpiepulcina radikālā partija „Kreisie”. Taču ja pēdējie spētu vienoties ar pārējiem radikāļiem – „Alternatīvu” un „Vāgenknehtas savienību” – arī Saksijā varētu tapt radikāļu valdība. Kanclers Olafs Šolcs reaģējis uz notikušo ar aicinājumu būvēt demokrātisko partiju ugunsmūri, lai nepielaistu „Alternatīvu Vācijai” pie varas. Tikām daudzi politikas komentētāji norāda, ka šie vēlēšanu rezultāti, kas tik neiepriecinoši pašreizējās valdošās koalīcijas partijām un samērā pozitīvi kristīgajiem demokrātiem, pastiprinās spiedienu uz Šolca valdību no lielākā opozīcijas spēka – Kristīgi demokrātiskās savienības puses. Atved viņus mājās! Sestdien, 31. augustā, Izraēlas Aizsardzības spēku karavīri kādā tunelī zem Rafahas pilsētas Gazas sektorā atrada nogalinātus sešus no „Hamās” teroristu pagājušā gada 7. oktobrī sagrābtajiem izraēliešu ķīlniekiem. Pēc visa spriežot, viņi bija nošauti dienu vai divas iepriekš, kad teritorijai tuvojušies izraēliešu spēki. Pirmdien „Hamās” pārstāvis paziņoja, ka ķīlniekus apsargājošajiem kaujiniekiem doti jauni norādījumi – nogalināt gūstekņus, ja ir risks, ka izraēliešu spēki viņus varētu atbrīvot. Sešu pagājušonedēļ noslepkavoto liktenis, acīmredzot, ir šīs jaunās taktikas sekas. Šovasar Izraēlas Aizsardzības spēkiem izdevās atbrīvot vairākus ķīlniekus, un premjerministrs Netanjahu acīmredzami bija noskaņots pārliecināt Izraēlas sabiedrību, ka ir viņa spēkos gan sagraut „Hamās” militāriem līdzekļiem, gan atbrīvot ķīlniekus. Svētdien tūkstoši protestētāju pildīja ielas Jeruzalemē, Telavivā, Haifā un citās Izraēlas pilsētās, pieprasot no valdības panākt vienošanos par joprojām gūstā esošo apmēram simt ķīlnieku atbrīvošanu. Pirmdien Izraēlu teju paralizēja vispārējais streiks, protesti turpinājušies arī nākamajās dienās. Tomēr tas viss joprojām nepārliecina premjerministru mainīt savu pieeju. To viņš apliecināja arī pirmdien, kad savā pirmajā komentārā pēc baisā atklājuma Rafahā solīja vien tālāku cīņu un atriebi „Hamās”, turpinot nogalināt tās līderus. Nav noslēpums, ka partijas „Likud” partneri valdībā – radikāli konservatīvie spēki – draud gāzt viņa kabinetu, ja Izraēla neturpinās karu „līdz galīgajai uzvarai”. Tomēr analītiķi spriež, ka sabiedrības spiediens galu galā varētu likt viņam piekāpties – arvien vairāk Izraēlā ir to, kuriem šķiet, ka premjerministrs upurē ķīlnieku dzīvības savas varaskāres dēļ. Avoti valdībā ziņo, ka premjerministram bijusi visai asa vārdu pārmaiņa ar aizsardzības ministru Joavu Galantu. Pašreiz galvenais šķērslis sarunu uzsākšanai ir „Hamās” prasība Izraēlas spēku pilnīga atvilkšana no Gazas joslas, kamēr Netanjahu uzstāj, ka izraēliešu spēkiem jāpaliek t.s. Filadelfu koridorā – zemes strēmelē gar Gazas un Ēģiptes robežu. Ministra Galanta ieskatā šāda kontrole nav militāri lietderīga, jo koridorā, kas šķērso blīvi apbūvētas teritorijas, izraēliešu karavīri ir ļoti pateicīgs mērķis uzbrukumiem. Prasību par pilnīgu Izraēlas spēku atvilkšanu no Gazas sektora uztur arī tās galvenais stratēģiskais sabiedrotais – Savienoto Valstu administrācija. Sagatavoja Eduards Liniņš. Eiropas Parlamenta granta projekta „Jaunā Eiropas nākotne” programma.* * Šī publikācija atspoguļo tikai materiāla veidošanā iesaistīto pušu viedokli. Eiropas Parlaments nav atbildīgs par tajā ietvertās informācijas jebkādu izmantošanu.