POPULARITY
Octave ‘'Oky '' Durham is berucht vanwege zijn betrokkenheid bij de diefstal van verschillende waardevolle kunstwerken. De bekendste roof was die op 7 december 2002, toen hij twee Van Gogh's stal uit het Van Gogh Museum in Amsterdam. Het betrof de schilderijen ‘'Zeegezicht bij Scheveningen'' en ‘'Het uitgaan van de Hervormde Kerk te Nuenen''. Na de diefstal slaagde Durham erin om te ontsnappen en de gestolen werken te verbergen. Hij werd in 2023 gearresteerd in Servië en uitgeleverd aan Nederland. Hij werd een jaar later veroordeeld tot 4 jaar gevangenisstraf. Bestel Amplifier Pine Pollen met 10% korting met code 'LOTGENOTEN10'
Koning Willem-Alexander zit tien jaar op de troon en heeft een podcast. Toch is zijn aanzien en dat van de monarchie als instituut aan het afbladderen. Jaap Jansen en PG Kroeger kijken in historie en actualiteit naar de regelmatige worstelingen van de Oranjevorsten met hun politieke en symbolische rol, hun particuliere en publieke levens en hun pogingen daar een goed evenwicht in te vinden.***Op sommige podcast-apps kun je niet alles lezen. De complete tekst vind je altijd hier***Bij de recente presentatie van het boek van Jan Hoedeman De achilleshiel van de koning, monarchie onder druk was oud D66-leider Alexander Pechtold zeer openhartig. Maatschappelijke ontwikkelingen en een slonzige omgang van premier Mark Rutte met de rol en taken van het staatshoofd maken de vraag relevant of de monarchie op zijn eind loopt. Een ferm politiek besluit hierover is nodig, want je kunt dit onderwerp niet aan de Oranjes zelf overlaten, vindt Pechtold. Wat hem betreft stopt het sprookje na deze koning.Wie met enige distantie kijkt, ziet een regelmatig terugkerende discussie over de rol van de koning en de wijze waarop die rol in elke Oranjegeneratie werd ingevuld. PG vertelt hoe de allereerste koning Willem I worstelde met zijn nieuwe functie in een geheel nieuw koninkrijk. Vol ijver ontpopte hij zich als een ware autocraat, een Nederlandse tsaar.Maar zijn pogingen een nieuwe nationale eenheid af te dwingen liepen stuk op het idee dat hij dan ook een nationale kerk met zichzelf daarin als chef moest introduceren. Hij verspeelde de helft van zijn Nederlanden, de eensgezinde Hervormde Kerk, het respect van zijn vorstelijke collega's en ook van Haagse kringen. Gedesillusioneerd trad hij af.Zijn kleinzoon Willem III verging het niet lang daarna weinig beter. Zijn strijd tegen Thorbeckes Grondwet raakte vermengd met particuliere besognes. Die leidden vervolgens bijna tot een Europese oorlog. De koning bleek een pion in een Bismarckiaans schaakspel waarvan hij geen idee had. De vijf miljoen gulden die hij voor Luxemburg dacht te kunnen inpikken gingen aan zijn neus voorbij. Pruisen won, Frankrijk stond met lege handen en aan het Binnenhof werden de koning en zijn kabinet afgefakkeld. De kiezers straften de strapatsen twee keer op een rij scherp af.Ook koning Willem-Alexander worstelt met zijn rol nu de politieke aspecten daarvan gemarginaliseerd zijn, waarmee ook zijn symbolische betekenis verwatert. Pechtold waarschuwt zelfs voor het ontstaan van een vorstelijke versie van de Kardashians die voortdurend in beeld zijn en ophef en aandacht genereren.Dat is te meer kwetsbaar omdat de 'onschendbaarheid' van Thorbeckes constructie uitgaat van het vermogen van de vorst juist nimmer voor ophef te zorgen en zich boven alles bekommert om de nationale stabiliteit.Daarbij komt nog dat in ons land ook nog gehecht wordt aan een combinatie van allure én gewoonheid. Daarin de juiste balans vinden is steeds weer een lastige evenwichtsoefening. De podcast van de koning laat ook dat onbedoeld merken.***Deze aflevering is mede mogelijk gemaakt met donaties van luisteraars die we hiervoor hartelijk danken. Word ook vriend van de show!Heeft u belangstelling om in onze podcast te adverteren of ons te sponsoren? Stuur voor informatie een mailtje naar adverteren@dagennacht.nl***Verder lezenHet boek van Jan Hoedeman. Vrienden van de show kunnen meedingen naar een exemplaar van dit interessante boek. Informatie hoe, ontvang je via de mail of kun je lezen op Vriend van de show (alleen als je vriend bent!)***Verder pratenAlexander Pechtold gaat op dinsdag 25 april met belangstellenden in gesprek over de monarchie in buurthuis Oase, Cartesiusweg 11, Utrecht***Verder luisteren339 – De geopolitiek van de 19e eeuw is terug. De eeuw van Bismarck330 – Politieke paradoxen. Lessen uit de kabinetsformatie van 2021 Moet de koning weer de regie in handen nemen?314 - Prins Heinrich XIII en het verlangen naar een autoritair Duisland En de relatie met de Oranjes301 - Balkenende toch nog minister van Staat, precies 20 jaar na de val van zijn ongelukkige kabinet met de LPF293 - Hoe houd je een boeiende toespraak en wat moet je vooral niet doen? Is de Troonrede wel een echte toespraak?292 - De koningin is dood, leve de koning! De politiek van sterven en opvolgen286 - Extra zomeraflevering: PG tipt boeken! Wilhelmina kielhaalt minister Dijxhoorn274 - Thorbecke, denker en doener268 - En hoe moet het dan met Prinsjesdag? Het radicale plan van Sigrid Kaag239 - 2022: het jaar van Oranje, Wannsee en de opkomst in Europa van jonge, nieuwe leiders214 - Prinsjesdag 2021: Vorstelijke verblijven, vergeten prinsessen en koninklijke drama's213 - Van Agt/Den Uyl/Terlouw (1981), de verschrikkelijkste kabinetsformatie ooit Beatrix' eerste formatie210 - Kabinetsformatie 2021: Herman Tjeenk Willink over het verval van de democratische rechtsorde200 - De Heerser: Machiavelli's lessen zijn nog altijd actueel190 - Napoleon, 200 jaar na zijn dood: zijn betekenis voor Nederland en Europa Hij maakte ons land een koninkrijk129 - De rommelige historie van Prinsjesdag115 - Thomas Paine en De Rechten van de mens80 - Rutte en de ministeriële verantwoordelijkheid74 - Nooit Gebouwd Den Haag71 - Caroline de Gruyter en Habsburg57 - PG Kroeger over Alexis de Tocqueville11- Sybrand en Wiete Buma over Gerlacus Buma, Napoleon en koning Willem I08 - Paul Rem over The Queen en haar bijzondere band met de Oranjes***Tijdlijn00:00:00 – Deel 100:42:53 – Deel 201:31:46 – Einde Zie het privacybeleid op https://art19.com/privacy en de privacyverklaring van Californië op https://art19.com/privacy#do-not-sell-my-info.
Leonore Lub staat ditmaal centraal in ‘Alle registers open'. Elsbeth Gruteke ontmoet haar achter het Arp Schnitger-orgel in de Hervormde Kerk van Noordbroek. Leonore heeft als doel om mensen te laten ervaren hoe geweldig het orgel kan klinken en wat muziek teweeg kan brengen. Zij vindt dat je met noten moet ‘spelen' want dan gebeurt er iets. Zij dirigeert graag haar ‘eigen orkest'. Bij het spelen van een werk speelt muzikaliteit een belangrijke rol. Iedere organist heeft een eigen manier van spelen, dus ook een eigen timing. Het is niet zo dat je alleen de noten van begin tot eind speelt. Een organist ‘kleurt' het muziekstuk zelf in, dat maakt hem of haar uniek. Leonore probeert altijd de vrijheid binnen de strakheid van de maat te benutten en niet heel statisch te spelen wat er staat.
Filosofische kritiek bracht mij van het Doperdom naar het jodendom, praktische problemen brachten mij van het Jodendom naar de Hervormde Kerk, en filosofische kritiek bracht mij uitendelijk naar een (variant van) het Messiaanse Jodendom.
Geloftefeeste word vandag in verskeie plekke regoor Namibië herdenk. Die Geloftefees-komitee in Windhoek vier die spesiale dag op die kultuurkalender met ‘n erediens by die Hervormde Kerk in Fidel Castrostraat in Windhoek om half-sewe vanaand. Dit word gevolg met ʼn ligte ete en samesang. Emerituspredikant dr. Callie Opperman, gesels met Kosmos 94.1 Nuus oor die belangrikheid om Geloftefees te vier.
Netwerk Namibië het verskeie Geloftefeeste vandag in die land. Die Geloftefeeskomitee in Windhoek beplan ‘n erediens by die Hervormde Kerk in Fidel Castrostraat om half-ses vandag. Dit word gevolg met ʼn ligte ete en samesang onder leiding van Johann Linde, asook volkspele deur die Voortrekkers. Ds. Koos le Roux het met Kosmos 94.1 Nuus gepraat oor die werklike belangrikheid van die dag.
Een radioreportage uit 1993 De Amsterdamse organist Haite van der Schaaf (1927-2016) heeft altijd een sterke band gehad met orgelrepertoire uit de 16e, 17e en 18e eeuw. Hij was een van de eerste organisten die in het naoorlogse Amsterdam series orgelmuziek uit de renaissance en de barok presenteerde: in 1954 op het zes jaar eerder door D.A. Flentrop gebouwde transeptorgel in de Nieuwe Kerk en in 1955 op het Bätz-orgel van de Ronde Lutherse Kerk. Begin jaren '60 van de vorige eeuw maakte hij al een grammofoonplaat met orgelwerken van Sweelinck, opgenomen op het Flentrop-orgel in de Hervormde Kerk te Loenen aan de Vecht en het koororgel in de Grote Kerk te Alkmaar.Daarnaast gaf hij in die jaren regelmatig radio-orgelbespelingen voor de NCRV, de VPRO en de AVRO; in later jaren ook voor de Evangelische Omroep. Doorgaan met orgelDe op 7 februari 1927 in Amsterdam geboren Haite van der Schaaf kreeg zijn eerste orgellessen van de organist van de Amsterdamse Muiderkerk, Hessel de Vries. Aanvankelijk was hij helemaal niet van plan musicus te worden: hij wilde eigenlijk bij de marine. Toen hij dat aan zijn vader vertelde, besloot deze hem na de lagere school te laten testen door de bekende psycholoog prof. Waterink. “Die vond dat ik maar door moest gaan met orgelspelen”, vertelde Haite mij in 1995. In 1942 ging hij de vooropleiding van het Amsterdamsch Conservatorium volgen. “Bijster was tevreden over me en zo werd het duidelijk hoe mijn weg lag.” In 1948 behaalde hij cum laude het einddiploma orgel. Hij werd leraar aan de Muziekschool in Bussum en later aan de Verenigde Muzieklycea (later conservatorium) in Hilversum. Podcast ‘avant-la-lettre'In 1993 maakte EO-programmamaker Dirk Varwijk een radioreportage met Haite van der Schaaf over Sweelincks muziek. Je hoort hoe ze al pratend door de binnenstad van Amsterdam lopen, onder meer door de Koestraat waar Sweelinck heeft gewoond. Daarna bezoeken ze de Oude Kerk – je hoort de grote deuren onder het orgel kreunend opengaan – en beklimmen de galerij van het kleine orgel, waar in Sweelincks tijd het kleine Niehoff-orgel was gesitueerd. Er volgt een levendig gesprek aan de klavieren waarin Haite ‘college' geeft over de toonsoorten waarin Sweelinck componeerde en daar op het orgel voorbeelden van improviseert. Ook komt de interpretatie van zijn muziek voor de jaren heen aan de orde. Tussen de gesprekken door klinken gedeelten van de eerdergenoemde Sweelinck-lp. Van dit radioprogramma bleek een opname bewaard op cassetteband in het archief van Haites weduwe Annelies van der Schaaf-Bos. Zij stelde de opname beschikbaar zodat we deze konden digitaliseren en als ‘podcast' op onze website kunnen plaatsen. Fotobijschrift: Haite van der Schaaf aan het Christian Müller-orgel in de Waalse Kerk te Amsterdam. Foto uit ca. 1972. Collectie Annelies van der Schaaf-Bos.
In de decennia die volgden bleef ds. P. den Butter betrokken op Israël. Hij bracht het onderwerp onder de aandacht onder reformatorische christenen. Samen met geestverwanten in de Hervormde Kerk en in de Gereformeerde Gemeenten. Vanuit zijn huiskamer spreken Albert-Jan Regterschot en Steven Middelkoop met de Christelijke Gereformeerde emeritus-predikant over zijn verwachting voor het Joodse volk. Den Butter duidt de positie van Israël ten opzichte van de kerk, vanuit Bijbelse gegevens. Tenslotte kiest hij zelf positie in de eschatologische verwachtingen voor de toekomst.
Dit verg ʼn lang akademiese studie om ʼn predikant te word. Is hulle voorbereid op dit wat in die praktyk op hulle wag wanneer hulle klaar studeer het? Jean Oosthuizen gesels hieroor met die teoloog, prof. Julian Müller, wat as dosent aan die Universiteit van Pretoria baie predikante help oplei het, en Bertus van Niekerk, ʼn voormalige dominee van die Hervormde Kerk wat die kansel vaarwel geroep het.
'n Rede uit die Verlede-episodeHistorici wat fokus op gender-geskiedenis argumenteer dat die rol van vroue in historiese konteks te lank deur navorsers geïgnoreer was. 'n Mens kan daarmee saamstem wanneer die biografie van Johanna Brandt bestudeer word. Anna le Grange, 'n Meestersgraadstudent aan die Noordwes-Universiteit, het so pas haar navorsing oor Johanna Brandt voltooi. Haar werk stel hierdie besonderse vrou in 'n nuwe perspektief, maar laat Le Grange self verder oor Brandt vertel (in skrif en via die amptelike Eensgesind-opname):Wanneer die naam "Johanna Brandt" genoem word, flits terme soos "profeet", "spioen", "geneser" en "predikantsvrou" dikwels deur 'n mens se gedagtes. Dit is egter belangrik om die historiese figuur agter hierdie persepsies in gedagte te hou. Dit was die doel van my navorsing oor Johanna Brandt, of Johanna Brandt-Van Warmelo, soos sy na haarself verwys het.Van Kindsbeen tot PatriotJohanna is op 18 November 1876 in Heidelberg gebore. Sy was die vierde kind van Nicolaas Jacobus van Warmelo en Maria Magdalena Elizabeth van Warmelo (n. Maré). Nicolaas van Warmelo is oorspronklik van Nederland, maar het in 1862 begin met predikantswerk binne die Hervormde Kerk van Suid-Afrika. Die feit dat Johanna se vader van Nederland afkomstig was, het haar mening oor Nederland duidelik van ʼn jong ouderdom af gevorm.Sy is later ook self met ʼn Nederlander, Louis Brandt, getroud. Johanna se moeder stam uit ʼn lang bloedlyn Afrikanerpioniers wat uiteindelik die atmosfeer geskep het vir Johanna om ʼn sterk proto-nasionalistiese en nasionalistiese sentiment vir die Afrikanervolk en Afrikanertradisies te koester. Onder die invloed van sy vrou het Nicolaas van Warmelo ook sterk opvattings oor die Boere gevorm. Tydens die Eerste Vryheidsoorlog (1880-1881) het Johanna se vader as ‘n groot patriot vir die Boere opgetree. Dit het uiteindelik ook ʼn invloed gehad op die kinders in die Van Warmelo-huis, aangesien hulle jongste dogter, Johanna, dieselfde sentimente in haar vroeë volwassenheid gekoester het.Hoewel Johanna vandag geken word vir haar twee groot profetiese publikasies, Millennium (1918) en The Paraclete, or Coming World Mother (1936), en haar mediese skrywes oor die genesing van kanker, Die Druiwekuur (1948), is daar verskeie fasette van hierdie historiese figuur wat in ag geneem moet word. Die studie oor Johanna het verskeie elemente van hierdie historiese figuur geopenbaar - die belangrikste is dat sy 'n groot liefde vir haar medevolksgenote gehad het. Sy het op haar eie manier 'n bydrae gelewer tot die vorming van 'n nasionale bewussyn onder die Afrikaner - 'n nasionale bewussyn wat uiteindelik met die 1948-verkiesing 'n piek sou bereik.Lewe na die Anglo-Boereoorlog (1899-1902)Johanna het na die ABO by verskeie maatskaplike opheffingsinisiatiewe betrokke geraak. Hoewel sy in 1902 na Nederland vertrek het om daar met Louis Brandt te gaan trou, het sy haar man voortdurend herinner aan die naoorlogse nood in Suid-Afrika. 'n Groot aantal Afrikaners het ná die oorlog verstedelik. In hierdie vroeë stadiums van industrialisasie, gepaard met die naoorlogse opbou, het grootskaalse armoede in die stede geheers. Van die blanke armoede was werklik ernstige Afrikanerarmoede. Hierdie besef het veral onder kerkleiers en leraars posgevat soos Louis en Johanna, as Hervormde predikant en predikantsvrou. Die armblankeprobleem het Afrikaneridentiteit en behoefte aan nasionalisme te verskerp. Binne hierdie erge armoede in die stede het Johanna haar nasionalisme laat uiting vind deur maatskaplik betrokke te raak by armoedeverligting deur middel van organisasies soos die SAVF en die Vroue Nasionale Party. Na 1916 neem haar maatskaplike betrokkenheid egter af, maar dit wat tussen 1899 en 1916 vir die Afrikaner bereik is in terme van armoedeverligting en algemene maatskaplike betrokkenheid, kan nie ontken word nie. See acast.com/privacy for privacy and opt-out information.
'n Padlangs Noordwes-artikelWat het gebeur?Die dorpie Zeerust (oorspronklik bekend as Coetzeerust) was eens die laaste dorpie in die noordweste van die ou ZAR (Zuid-Afrikaansche Republiek of Transvaal) voordat 'n mens die Britse protektoraat van Betsjoeanaland (Botswana) sou bereik het. In 1867 is die dorp gestig as gevolg van die handelinge van die plaaslike "grondbaron", Diederik Coetzee (1802-1891).Coetzee het die reg gehad om twee plase vir homself uit te lê soos Transvaal se eerste grondwet gestipuleer het. Elke Transvaalse burger wat die Groot Trek meegemaak het, kon twee plase vir homself opeis en ook ʼn erf in die naaste dorp. Coetzee het toe besluit om sy plase by die Klein-Maricorivier te gaan uitlê volgens sy eie afmetings. Die naaste dorpe aan hom sou Rustenburg of Potchefstroom gewees het, waar hy sy dorpserf kon hê. As gevolg van die dood van sy neef en swaer, Casper Coetzee, het Diederik Coetzee dit reggekry om vier plase op sy naam te registreer en die Transvaalse regering het eers ʼn dekade later ʼn bohaai daaroor gemaak. Hy is in 1866 ingelig dat hy van twee plase afstand moes doen, omdat hy wel geregtig was op twee (hy was immers deel van die Andries Potgieter-trekgeselskap). Coetzee het toe ʼn plan gemaak om munt uit die situasie te slaan. Hy het besluit om die plaas Hazenjacht te gebruik om ʼn dorp te stig wat sy naam sou dra. Sy oorlede neef wou ook 'n dorp op hierdie plaas uitgelê het en het selfs 'n ene Walter Seymore oorreed om 'n kerk en 'n fort op die plaas te bou, maar niks het van hierdie planne gekom nie. Waar Casper se drome geëindig het, het Diederik tot aksie oorgegaan.Net met osrieme toegerus, het Diederik Coetzee die erwe van sy beplande dorp uitgelê. Van 20 Maart 1867 af kon belangstellendes 'n erf in "Coetzee-rust" by die amptelike aangestelde verkoper in Potchefstroom koop en registreer.Diederik kon natuurlik die beste moontlike watererf in sy nuwe dorp vir homself toeëien. Hy het ook ʼn erf oorhandig aan die Hervormde Kerk en sodoende dit moontlik vir hom gemaak om sy nagmaal sommer so buite sy voordeur te kry, in plaas daarvan 'n lang reis na Potchefstroom te onderneem om die naaste kerk te besoek. Met die nuutgestigte dorp kon hy ook ʼn markplein skep sodat alles wat hy op sy ander twee plase sou verbou, verkoop kon word en hy persoonlik daaruit kon baat. Coetzee se storie bewys hoe ʼn probleem in 'n geleentheid omskep kan word. In sy geval was die eindresultaat die dorpie Zeerust.Padlangs gevindOp die N4 weswaarts en net voordat 'n mens oor die Klein-Maricorivier ry en dus Zeerust bereik, is die graf van Diederik Coetzee en sy broer Casper, en albei word as die dorpstigters van Zeerust erken. Daar is ʼn padteken aan die linkerkant van die snelweg wat die posisie van die graf aandui en genoeg spasie om af te draai en veilig stil te hou. Die ou familiebegraafplaas kan maklik gevind word sodra 'n mens deur die nou ingangspoortjie stap. In hierdie stadium is net drie grafstene leesbaar, waaronder die van Diederik en Casper, omdat ʼn erfeniskomitee sewentig jaar gelede oor die grafte van die dorpstigters besorgd was. Ongelukkig kan dieselfde nie gesê word van die hedendaagse plaaslike regering nie.Hierdie monument kan vergelyk word met die een vir Piet Potgieter in Makopane (die ou Potgietersrus) en die Andries Pretoriusgraf (in die heldeakker in Pretoria), waar historiese figure waarna die dorp vernoem is, in die dorp of distrik rus. Maar nie Potgieter of Pretorius het die spel gespeel soos Coetzee nie, wat as "grondbaron" ʼn dorpstigter geword het. See acast.com/privacy for privacy and opt-out information.
Gesprek met Willem Glashouwer, emiritus predikant bij de Hervormde Kerk en als ‘president' verbonden aan Christians for Israel International, de internationale tak van Christenen voor Israël.
'Je moet tot aan je oksels in de pastorale blubber' In Onderweg is pastoor Jan-Jaap van Peperstraten een uur lang te gast bij Elsbeth Gruteke. Zijn geloofsweg is een bijzondere, hij groeide op in Zeeuws-Vlaanderen, in een ongelovig gezin, maar liet zich tijdens zijn studie filosofie in Nijmegen in de Hervormde Kerk dopen. Een paar jaar later verliet hij die kerk, mede door het PKN-proces. Hij werd Rooms-Katholiek en ging weer een paar jaar later ook de priesteropleiding volgen. Nu is hij pastoor in Heemstede en op Twitter. In dit open gesprek van ruim meer dan 140 tekens gaat het over de kerk, bekering en de mooie en moeilijke kanten van geloof en het pastoorschap.
’Je moet tot aan je oksels in de pastorale blubber’ In Onderweg is pastoor Jan-Jaap van Peperstraten een uur lang te gast bij Elsbeth Gruteke. Zijn geloofsweg is een bijzondere, hij groeide op in Zeeuws-Vlaanderen, in een ongelovig gezin, maar liet zich tijdens zijn studie filosofie in Nijmegen in de Hervormde Kerk dopen. Een paar jaar later verliet hij die kerk, mede door het PKN-proces. Hij werd Rooms-Katholiek en ging weer een paar jaar later ook de priesteropleiding volgen. Nu is hij pastoor in Heemstede en op Twitter. In dit open gesprek van ruim meer dan 140 tekens gaat het over de kerk, bekering en de mooie en moeilijke kanten van geloof en het pastoorschap.
RSG — Evolusie vind nie net by spesies plaas nie, maar as't ware ook tussen mense se ore. Het die Christelike geloof en ander gelowe ook ʼn rakleeftyd, en kan dit dalk uitsterf. Jean Oosthuizen gesels met 'n paleontoloog, Jurie van den Heever, en ʼn teoloog van die Hervormde Kerk, Piet van Staden, oor die evolusie van geloof. Hy wil by hulle weet of geloof ook moet aanpas om te kan oorleef.
In Adieu God? gaat Tijs van den Brink in gesprek met kerkverlaters. Zij zijn christelijk opgevoed en gingen vroeger naar de kerk. Wat is daarvan over? Jan Siebelink beschreef het zware geloof van zijn vader in 'Knielen op een bed violen', maar vertelt nu in zijn nieuwe roman 'Margje' ook over zijn moeder. Weggelopen uit de kerk Zelf deed hij belijdenis in de Hervormde Kerk, maar besloot als jonge dertiger op een ochtend resoluut de kerk uit te lopen om nooit meer terug te keren. Hoe ouder hij wordt, hoe meer hij ontdekt dat het geloof zelf hem niet loslaat.
In 1816 legde koning Willem I aan de Nederlandse Hervormde Kerk zijn Algemeen Reglement op. Er waren geen kerkelijke vergaderingen meer maar besturen. De kerk werd door dit reglement gedurende bijna 124 jaar in gijzeling gehouden. Alle reorganisatiepogingen mislukten. Bij de doorbreking heeft de zendingsman H. Kraemer, die gedreven werd door apostolaire bewogenheid met volk en wereld, een cruciale rol gespeeld. Ook het uitbreken van de oorlog was en niet geringe factor. Ineens ging het synodebestuur belijdend spreken. Er kwam werkelijk een apostolaire beweging in de kerk op gang die mede geleid heeft tot een nieuwe kerkorde. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Reinier van Kooten. Spreker: R. van Kooten. Promotor: prof.dr. A. van de Beek, prof.dr. W. Janse. Faculteit: Faculteit der Godgeleerdheid. Datum: 26-06-2013
In 1816 legde koning Willem I aan de Nederlandse Hervormde Kerk zijn Algemeen Reglement op. Er waren geen kerkelijke vergaderingen meer maar besturen. De kerk werd door dit reglement gedurende bijna 124 jaar in gijzeling gehouden. Alle reorganisatiepogingen mislukten. Bij de doorbreking heeft de zendingsman H. Kraemer, die gedreven werd door apostolaire bewogenheid met volk en wereld, een cruciale rol gespeeld. Ook het uitbreken van de oorlog was en niet geringe factor. Ineens ging het synodebestuur belijdend spreken. Er kwam werkelijk een apostolaire beweging in de kerk op gang die mede geleid heeft tot een nieuwe kerkorde. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Reinier van Kooten. Spreker: R. van Kooten. Promotor: prof.dr. A. van de Beek, prof.dr. W. Janse. Faculteit: Faculteit der Godgeleerdheid. Datum: 26-06-2013
Te links voor het kerkelijk hoogleraarschap. Dat was lange tijd het oordeel van de synode van de Universiteit van Amsterdam over dominee Bert ter Schegget. De studenten werden aan de UvA al genoeg bekogeld met Marx om dat ook nog eens van Ter Schegget voorgeschoteld te krijgen. Maar voor de VPRO is niemand te links. Op 11 augustus was hij de gast van Hans Simonse in de villa aan de 's Gravelandseweg in Hilversum. Het middelpunt van de 'zaak - Ter Schegget' was acht jaar later alsnog hoogleraar geworden, maar wel in het meer gematigde Leiden. Overigens wenste hijzelf geen marxist te worden genoemd, al kon hij zich in veel overwegingen van Marx vinden. Als één van de weinige theologen wist Ter Schegget leesbare boeken te schrijven over het geloof en de rol daarvan in de samenleving: Een Hart Onder De Riem, over de Bergrede, Het Geheim Van De Mens, Kernwoorden Bij Marx, Theologie en Ideologie, Recht Op Gemeente, Vrijheid Door Gehoorzaamheid, De Menslievendheid Van God, om er een paar te noemen. -------------------------------- Biografie Bert ter Schegget Hoe verenig je Karl Marx met Jezus Christus? Gijsbertus Hendricus ter Schegget kwam op 24 juli 1927 in Amsterdam ter wereld. Zijn vader was dominee. Zelf preekte hij al als kleuter tegen zijn buurjongetjes in het Friese Harkema-Opeinde. Zijn vader was in 1926 naar aanleiding van de ‘kwestie-Geelkerken’ van de Gereformeerde Kerk overgestapt naar de Gereformeerde Kerk in Hersteld Verband, wat in 1946 in de Hervormde Kerk zou opgaan. Van zijn vader kreeg Ter Schegget een grondige kennis van de catechismus en een kritische geest mee. Tijdens de oorlogsjaren doorliep Ter Schegget het Gereformeerd Gymnasium en van 1947 tot 1953 studeerde hij Theologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij wilde aanvankelijk niet in de voetsporen van zijn vader treden, maar koos toch voor theologie, omdat er nou eenmaal “brood op de plank” moest. Na zijn studie werd hij predikant en werd onder meer in Vreeland, op Curaçao en West-Berlijn beroepen. Op Curacao kwam hij in 1958 terecht. Af en toe preekte hij ook op het vasteland, in Venezuela. De sloppenwijken en armoede waarmee hij zich daar geconfronteerd zag, sterkten zijn ideeën over de juistheid van de marxistische analyse. Ook Berlijn, waar hij predikant was bij de Evangelische Studentengemeinde, drukte een stempel op zijn geloof en wereldbeeld. Hij was er in de roerige jaren zestig en was daar getuige van de studentenprotesten. Toen tijdens een demonstratie tegen de komst van de Sjah van Perzië de 26-jarige student Benno Ohnesorg om het leven kwam door een politiekogel, schuilde hij met een dame onder een afdakje die hem wist te vertellen dat de politieagenten van dat momenten “so braun wie zuvor” waren. Ter Schegget hield er een blijvende sympathie van over aan de babyboomgeneratie die niet in herhaling wilde vallen door braaf en gedwee te accepteren wat het gezag voor hen bepaalde, zoals dat aan de vooravond van de Holocaust was gebeurd. In 1968 werd Ter Schegget docent aan de sociale academie ‘De Horst’ in Driebergen, dat bekend stond als links bolwerk. Ter Schegget schreef er aan zijn proefschrift, Het Beroep Op De Stad Der Toekomst. Praktisch-Dogmatische Studie Van De Revolutie, dat hij in 1970 afrondde. Hoewel hij het helemaal niet zo bedoeld had, stond Ter Schegget na deze dissertatie definitief als marxistisch te boek. Dat voorkwam dat hij al in de jaren zeventig een vrijgekomen leerstoel mocht bezetten als kerkelijk hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Er kwam een heuse rel, de ‘zaak-Ter Schegget’ was geboren. Tegenstanders van Ter Schegget vonden hem veel te links. Daar was in het rooie nest dat de Universiteit van Amsterdam heette te zijn niet nog meer behoefte aan, vond de synode. Pas in 1981 kende de Generale Synode hem een leerstoel toe: als hoogleraar in de christelijke ethiek en het apostolaat aan de Universiteit Leiden. In latere publicaties liet hij zien wat er ten grondslag lag aan zijn maatschappelijke ideeën. Dat blekenk veel minder de theorieën van Karl Marx te zijn, als wel het gebed. Zijn laatste promovendus Evert Jan de Wijer noemde hem een partijganger, maar dan van de Mensenzoon. Dat inzicht kregen ook meer en meer van Ter Scheggets tegenstanders, waardoor hij tegen de tijd dat hij gast was van het Marathoninterview was de storm rond hem wat gaan liggen. Zelf werd hij volgens omstanders ook milder en minder radicaal dan hij in de jaren zestig en zeventig was geweest. Een andere grote verdienste van Ter Schegget was het schrijven van theologische boeken, die gelezen en begrepen werden. Na zijn emeritaat in 1992 zette hij vaart achter zijn publicaties. Enkele van de titels waren Het Geheim Van De Mens, Kernwoorden Bij Marx, Theologie en Ideologie, Recht Op Gemeente, Vrijheid Door Gehoorzaamheid, De Menslievendheid Van God en zijn laatste Een Hart Onder De Riem, over de Bergrede. Bert ter Schegget overleed op 9 november 2001 aan een hartaanval, nadat hij het ziekenhuis – waar hij lag wegens hartklachten – vlak daarvoor had verlaten. ------------------------------------- Hoogtepunten uit het interview "Natuurlijk denk ik dat een goed huwelijk ook een levenslang gevecht met elkaar is" Bert ter Schegget, die in een ver verleden de dagopening bij de VPRO op zich nam, werd op 11 augustus 1989 door Hans Simonse ondervraagd. Hij was ook een tijd lid van het bestuur van de omroep. Of de VPRO hem te vrijzinnig was geworden, luidde de eerste vraag: "iedereen deed wat ie goed vond in zijn eigen ogen en probeerde ook af en toe te scoren op het gebied wat God verboden heeft of de regering. Of beide. En dat lukte op gezette tijden. En als je dan vroeg, want je had wel eens moeilijkheden met een minister die zei: ”dit kan niet” en die wilde dan de knop omdraaien. Ja, je wilde natuurlijk helemaal niet ingrijpen, daar was ik ook absoluut niet voor. Zo'n bedrijf leeft bij de gratie van die vrijheid. (..) Ik vond wel dat de VPRO er moest zijn, zoals die was. Ik had natuurlijk wel een smaak. Ik hoorde toch graag linkse, geëngageerde geluiden, maatschappijkritisch en dat zat er ook wel in, maar er was ook een stukje libertinisme, anarchisme, en dat hoorde ook tot het pakket. De Barend Servet Show, om maar iets te noemen, dat was voor mij een fantastische belevenis." Ter Schegget had getwijfeld of hij gehoor moest geven aan de uitnodiging van de VPRO om te gast te zijn in het marathoninterview. Niet omdat hij het interview vreesde, maar omdat hij op 11 augustus 1989 precies 36 jaar getrouwd was met zijn vrouw. En dat was in huize Ter Schegget toch wel een reden tot een feestje. Niet dat het altijd pais en vree was tussen de hoogleraar en zijn echtgenote: "Natuurlijk denk ik dat een goed huwelijk ook een levenslang gevecht met elkaar is. Als je dat niet meer doet dan is het niet interessant, maar het moet zijn op een basis van een grote waardering en liefde, die moet er ergens zijn, en acceptatie. Dus er moet niet, zeg ik altijd, met de portefeuille gerammeld worden, je moet gewoon niet weglopen. Dingen horen uitgevochten te worden en uitgepraat te worden. Ik wil niet zeggen dat dat altijd lukt, er zijn altijd kleine rancunes en zo, maar daar moet je met humor tegenover staan. Maar ik vind het monogame huwelijk nog altijd een waanzinnig spannend avontuur. En seksueel gesproken, heeft het, als je het goed doet, heel veel raffinement in zich. Om dat samen leuk te blijven vinden, te vrijen, met elkaar ook lichamelijk bezig te zijn, haha dat klinkt wat lullig, maar zo is het. (..) Ze is niet weggelopen, en ze maakt de indruk dat het haar goed gaat, ik heb haar natuurlijk zo nu en dan flink gemaltraiteerd." Ondanks het feit dat hij zich een romanticus noemt, ziet Ter Schegget ook de minder mooie kanten van het leven en keert zich er niet vanaf. "De vraag is eigenlijk of ik wel een type ben dat zich thuis wil voelen, ik hou niet van dat cosy, van dat lekker thuis zijn en van die mentaliteit van ”wat hebben we het ver gebracht." Maar ik ben geen pessimist. Ook geen optimist, want dat is wat flierefluiterig. Het is eigenlijk zo dat ik moet en mag hopen ter wille van de hopelozen. Hoop die gezien wordt is geen hoop, je kunt het alleen maar in volharding verwachten."
Te links voor het kerkelijk hoogleraarschap. Dat was lange tijd het oordeel van de synode van de Universiteit van Amsterdam over dominee Bert ter Schegget. De studenten werden aan de UvA al genoeg bekogeld met Marx om dat ook nog eens van Ter Schegget voorgeschoteld te krijgen. Maar voor de VPRO is niemand te links. Op 11 augustus was hij de gast van Hans Simonse in de villa aan de 's Gravelandseweg in Hilversum. Het middelpunt van de 'zaak - Ter Schegget' was acht jaar later alsnog hoogleraar geworden, maar wel in het meer gematigde Leiden. Overigens wenste hijzelf geen marxist te worden genoemd, al kon hij zich in veel overwegingen van Marx vinden. Als één van de weinige theologen wist Ter Schegget leesbare boeken te schrijven over het geloof en de rol daarvan in de samenleving: Een Hart Onder De Riem, over de Bergrede, Het Geheim Van De Mens, Kernwoorden Bij Marx, Theologie en Ideologie, Recht Op Gemeente, Vrijheid Door Gehoorzaamheid, De Menslievendheid Van God, om er een paar te noemen. -------------------------------- Biografie Bert ter Schegget Hoe verenig je Karl Marx met Jezus Christus? Gijsbertus Hendricus ter Schegget kwam op 24 juli 1927 in Amsterdam ter wereld. Zijn vader was dominee. Zelf preekte hij al als kleuter tegen zijn buurjongetjes in het Friese Harkema-Opeinde. Zijn vader was in 1926 naar aanleiding van de ‘kwestie-Geelkerken’ van de Gereformeerde Kerk overgestapt naar de Gereformeerde Kerk in Hersteld Verband, wat in 1946 in de Hervormde Kerk zou opgaan. Van zijn vader kreeg Ter Schegget een grondige kennis van de catechismus en een kritische geest mee. Tijdens de oorlogsjaren doorliep Ter Schegget het Gereformeerd Gymnasium en van 1947 tot 1953 studeerde hij Theologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij wilde aanvankelijk niet in de voetsporen van zijn vader treden, maar koos toch voor theologie, omdat er nou eenmaal “brood op de plank” moest. Na zijn studie werd hij predikant en werd onder meer in Vreeland, op Curaçao en West-Berlijn beroepen. Op Curacao kwam hij in 1958 terecht. Af en toe preekte hij ook op het vasteland, in Venezuela. De sloppenwijken en armoede waarmee hij zich daar geconfronteerd zag, sterkten zijn ideeën over de juistheid van de marxistische analyse. Ook Berlijn, waar hij predikant was bij de Evangelische Studentengemeinde, drukte een stempel op zijn geloof en wereldbeeld. Hij was er in de roerige jaren zestig en was daar getuige van de studentenprotesten. Toen tijdens een demonstratie tegen de komst van de Sjah van Perzië de 26-jarige student Benno Ohnesorg om het leven kwam door een politiekogel, schuilde hij met een dame onder een afdakje die hem wist te vertellen dat de politieagenten van dat momenten “so braun wie zuvor” waren. Ter Schegget hield er een blijvende sympathie van over aan de babyboomgeneratie die niet in herhaling wilde vallen door braaf en gedwee te accepteren wat het gezag voor hen bepaalde, zoals dat aan de vooravond van de Holocaust was gebeurd. In 1968 werd Ter Schegget docent aan de sociale academie ‘De Horst’ in Driebergen, dat bekend stond als links bolwerk. Ter Schegget schreef er aan zijn proefschrift, Het Beroep Op De Stad Der Toekomst. Praktisch-Dogmatische Studie Van De Revolutie, dat hij in 1970 afrondde. Hoewel hij het helemaal niet zo bedoeld had, stond Ter Schegget na deze dissertatie definitief als marxistisch te boek. Dat voorkwam dat hij al in de jaren zeventig een vrijgekomen leerstoel mocht bezetten als kerkelijk hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Er kwam een heuse rel, de ‘zaak-Ter Schegget’ was geboren. Tegenstanders van Ter Schegget vonden hem veel te links. Daar was in het rooie nest dat de Universiteit van Amsterdam heette te zijn niet nog meer behoefte aan, vond de synode. Pas in 1981 kende de Generale Synode hem een leerstoel toe: als hoogleraar in de christelijke ethiek en het apostolaat aan de Universiteit Leiden. In latere publicaties liet hij zien wat er ten grondslag lag aan zijn maatschappelijke ideeën. Dat blekenk veel minder de theorieën van Karl Marx te zijn, als wel het gebed. Zijn laatste promovendus Evert Jan de Wijer noemde hem een partijganger, maar dan van de Mensenzoon. Dat inzicht kregen ook meer en meer van Ter Scheggets tegenstanders, waardoor hij tegen de tijd dat hij gast was van het Marathoninterview was de storm rond hem wat gaan liggen. Zelf werd hij volgens omstanders ook milder en minder radicaal dan hij in de jaren zestig en zeventig was geweest. Een andere grote verdienste van Ter Schegget was het schrijven van theologische boeken, die gelezen en begrepen werden. Na zijn emeritaat in 1992 zette hij vaart achter zijn publicaties. Enkele van de titels waren Het Geheim Van De Mens, Kernwoorden Bij Marx, Theologie en Ideologie, Recht Op Gemeente, Vrijheid Door Gehoorzaamheid, De Menslievendheid Van God en zijn laatste Een Hart Onder De Riem, over de Bergrede. Bert ter Schegget overleed op 9 november 2001 aan een hartaanval, nadat hij het ziekenhuis – waar hij lag wegens hartklachten – vlak daarvoor had verlaten. ------------------------------------- Hoogtepunten uit het interview "Natuurlijk denk ik dat een goed huwelijk ook een levenslang gevecht met elkaar is" Bert ter Schegget, die in een ver verleden de dagopening bij de VPRO op zich nam, werd op 11 augustus 1989 door Hans Simonse ondervraagd. Hij was ook een tijd lid van het bestuur van de omroep. Of de VPRO hem te vrijzinnig was geworden, luidde de eerste vraag: "iedereen deed wat ie goed vond in zijn eigen ogen en probeerde ook af en toe te scoren op het gebied wat God verboden heeft of de regering. Of beide. En dat lukte op gezette tijden. En als je dan vroeg, want je had wel eens moeilijkheden met een minister die zei: ”dit kan niet” en die wilde dan de knop omdraaien. Ja, je wilde natuurlijk helemaal niet ingrijpen, daar was ik ook absoluut niet voor. Zo'n bedrijf leeft bij de gratie van die vrijheid. (..) Ik vond wel dat de VPRO er moest zijn, zoals die was. Ik had natuurlijk wel een smaak. Ik hoorde toch graag linkse, geëngageerde geluiden, maatschappijkritisch en dat zat er ook wel in, maar er was ook een stukje libertinisme, anarchisme, en dat hoorde ook tot het pakket. De Barend Servet Show, om maar iets te noemen, dat was voor mij een fantastische belevenis." Ter Schegget had getwijfeld of hij gehoor moest geven aan de uitnodiging van de VPRO om te gast te zijn in het marathoninterview. Niet omdat hij het interview vreesde, maar omdat hij op 11 augustus 1989 precies 36 jaar getrouwd was met zijn vrouw. En dat was in huize Ter Schegget toch wel een reden tot een feestje. Niet dat het altijd pais en vree was tussen de hoogleraar en zijn echtgenote: "Natuurlijk denk ik dat een goed huwelijk ook een levenslang gevecht met elkaar is. Als je dat niet meer doet dan is het niet interessant, maar het moet zijn op een basis van een grote waardering en liefde, die moet er ergens zijn, en acceptatie. Dus er moet niet, zeg ik altijd, met de portefeuille gerammeld worden, je moet gewoon niet weglopen. Dingen horen uitgevochten te worden en uitgepraat te worden. Ik wil niet zeggen dat dat altijd lukt, er zijn altijd kleine rancunes en zo, maar daar moet je met humor tegenover staan. Maar ik vind het monogame huwelijk nog altijd een waanzinnig spannend avontuur. En seksueel gesproken, heeft het, als je het goed doet, heel veel raffinement in zich. Om dat samen leuk te blijven vinden, te vrijen, met elkaar ook lichamelijk bezig te zijn, haha dat klinkt wat lullig, maar zo is het. (..) Ze is niet weggelopen, en ze maakt de indruk dat het haar goed gaat, ik heb haar natuurlijk zo nu en dan flink gemaltraiteerd." Ondanks het feit dat hij zich een romanticus noemt, ziet Ter Schegget ook de minder mooie kanten van het leven en keert zich er niet vanaf. "De vraag is eigenlijk of ik wel een type ben dat zich thuis wil voelen, ik hou niet van dat cosy, van dat lekker thuis zijn en van die mentaliteit van ”wat hebben we het ver gebracht." Maar ik ben geen pessimist. Ook geen optimist, want dat is wat flierefluiterig. Het is eigenlijk zo dat ik moet en mag hopen ter wille van de hopelozen. Hoop die gezien wordt is geen hoop, je kunt het alleen maar in volharding verwachten."
Te links voor het kerkelijk hoogleraarschap. Dat was lange tijd het oordeel van de synode van de Universiteit van Amsterdam over dominee Bert ter Schegget. De studenten werden aan de UvA al genoeg bekogeld met Marx om dat ook nog eens van Ter Schegget voorgeschoteld te krijgen. Maar voor de VPRO is niemand te links. Op 11 augustus was hij de gast van Hans Simonse in de villa aan de 's Gravelandseweg in Hilversum. Het middelpunt van de 'zaak - Ter Schegget' was acht jaar later alsnog hoogleraar geworden, maar wel in het meer gematigde Leiden. Overigens wenste hijzelf geen marxist te worden genoemd, al kon hij zich in veel overwegingen van Marx vinden. Als één van de weinige theologen wist Ter Schegget leesbare boeken te schrijven over het geloof en de rol daarvan in de samenleving: Een Hart Onder De Riem, over de Bergrede, Het Geheim Van De Mens, Kernwoorden Bij Marx, Theologie en Ideologie, Recht Op Gemeente, Vrijheid Door Gehoorzaamheid, De Menslievendheid Van God, om er een paar te noemen. -------------------------------- Biografie Bert ter Schegget Hoe verenig je Karl Marx met Jezus Christus? Gijsbertus Hendricus ter Schegget kwam op 24 juli 1927 in Amsterdam ter wereld. Zijn vader was dominee. Zelf preekte hij al als kleuter tegen zijn buurjongetjes in het Friese Harkema-Opeinde. Zijn vader was in 1926 naar aanleiding van de ‘kwestie-Geelkerken’ van de Gereformeerde Kerk overgestapt naar de Gereformeerde Kerk in Hersteld Verband, wat in 1946 in de Hervormde Kerk zou opgaan. Van zijn vader kreeg Ter Schegget een grondige kennis van de catechismus en een kritische geest mee. Tijdens de oorlogsjaren doorliep Ter Schegget het Gereformeerd Gymnasium en van 1947 tot 1953 studeerde hij Theologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij wilde aanvankelijk niet in de voetsporen van zijn vader treden, maar koos toch voor theologie, omdat er nou eenmaal “brood op de plank” moest. Na zijn studie werd hij predikant en werd onder meer in Vreeland, op Curaçao en West-Berlijn beroepen. Op Curacao kwam hij in 1958 terecht. Af en toe preekte hij ook op het vasteland, in Venezuela. De sloppenwijken en armoede waarmee hij zich daar geconfronteerd zag, sterkten zijn ideeën over de juistheid van de marxistische analyse. Ook Berlijn, waar hij predikant was bij de Evangelische Studentengemeinde, drukte een stempel op zijn geloof en wereldbeeld. Hij was er in de roerige jaren zestig en was daar getuige van de studentenprotesten. Toen tijdens een demonstratie tegen de komst van de Sjah van Perzië de 26-jarige student Benno Ohnesorg om het leven kwam door een politiekogel, schuilde hij met een dame onder een afdakje die hem wist te vertellen dat de politieagenten van dat momenten “so braun wie zuvor” waren. Ter Schegget hield er een blijvende sympathie van over aan de babyboomgeneratie die niet in herhaling wilde vallen door braaf en gedwee te accepteren wat het gezag voor hen bepaalde, zoals dat aan de vooravond van de Holocaust was gebeurd. In 1968 werd Ter Schegget docent aan de sociale academie ‘De Horst’ in Driebergen, dat bekend stond als links bolwerk. Ter Schegget schreef er aan zijn proefschrift, Het Beroep Op De Stad Der Toekomst. Praktisch-Dogmatische Studie Van De Revolutie, dat hij in 1970 afrondde. Hoewel hij het helemaal niet zo bedoeld had, stond Ter Schegget na deze dissertatie definitief als marxistisch te boek. Dat voorkwam dat hij al in de jaren zeventig een vrijgekomen leerstoel mocht bezetten als kerkelijk hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Er kwam een heuse rel, de ‘zaak-Ter Schegget’ was geboren. Tegenstanders van Ter Schegget vonden hem veel te links. Daar was in het rooie nest dat de Universiteit van Amsterdam heette te zijn niet nog meer behoefte aan, vond de synode. Pas in 1981 kende de Generale Synode hem een leerstoel toe: als hoogleraar in de christelijke ethiek en het apostolaat aan de Universiteit Leiden. In latere publicaties liet hij zien wat er ten grondslag lag aan zijn maatschappelijke ideeën. Dat blekenk veel minder de theorieën van Karl Marx te zijn, als wel het gebed. Zijn laatste promovendus Evert Jan de Wijer noemde hem een partijganger, maar dan van de Mensenzoon. Dat inzicht kregen ook meer en meer van Ter Scheggets tegenstanders, waardoor hij tegen de tijd dat hij gast was van het Marathoninterview was de storm rond hem wat gaan liggen. Zelf werd hij volgens omstanders ook milder en minder radicaal dan hij in de jaren zestig en zeventig was geweest. Een andere grote verdienste van Ter Schegget was het schrijven van theologische boeken, die gelezen en begrepen werden. Na zijn emeritaat in 1992 zette hij vaart achter zijn publicaties. Enkele van de titels waren Het Geheim Van De Mens, Kernwoorden Bij Marx, Theologie en Ideologie, Recht Op Gemeente, Vrijheid Door Gehoorzaamheid, De Menslievendheid Van God en zijn laatste Een Hart Onder De Riem, over de Bergrede. Bert ter Schegget overleed op 9 november 2001 aan een hartaanval, nadat hij het ziekenhuis – waar hij lag wegens hartklachten – vlak daarvoor had verlaten. ------------------------------------- Hoogtepunten uit het interview "Natuurlijk denk ik dat een goed huwelijk ook een levenslang gevecht met elkaar is" Bert ter Schegget, die in een ver verleden de dagopening bij de VPRO op zich nam, werd op 11 augustus 1989 door Hans Simonse ondervraagd. Hij was ook een tijd lid van het bestuur van de omroep. Of de VPRO hem te vrijzinnig was geworden, luidde de eerste vraag: "iedereen deed wat ie goed vond in zijn eigen ogen en probeerde ook af en toe te scoren op het gebied wat God verboden heeft of de regering. Of beide. En dat lukte op gezette tijden. En als je dan vroeg, want je had wel eens moeilijkheden met een minister die zei: ”dit kan niet” en die wilde dan de knop omdraaien. Ja, je wilde natuurlijk helemaal niet ingrijpen, daar was ik ook absoluut niet voor. Zo'n bedrijf leeft bij de gratie van die vrijheid. (..) Ik vond wel dat de VPRO er moest zijn, zoals die was. Ik had natuurlijk wel een smaak. Ik hoorde toch graag linkse, geëngageerde geluiden, maatschappijkritisch en dat zat er ook wel in, maar er was ook een stukje libertinisme, anarchisme, en dat hoorde ook tot het pakket. De Barend Servet Show, om maar iets te noemen, dat was voor mij een fantastische belevenis." Ter Schegget had getwijfeld of hij gehoor moest geven aan de uitnodiging van de VPRO om te gast te zijn in het marathoninterview. Niet omdat hij het interview vreesde, maar omdat hij op 11 augustus 1989 precies 36 jaar getrouwd was met zijn vrouw. En dat was in huize Ter Schegget toch wel een reden tot een feestje. Niet dat het altijd pais en vree was tussen de hoogleraar en zijn echtgenote: "Natuurlijk denk ik dat een goed huwelijk ook een levenslang gevecht met elkaar is. Als je dat niet meer doet dan is het niet interessant, maar het moet zijn op een basis van een grote waardering en liefde, die moet er ergens zijn, en acceptatie. Dus er moet niet, zeg ik altijd, met de portefeuille gerammeld worden, je moet gewoon niet weglopen. Dingen horen uitgevochten te worden en uitgepraat te worden. Ik wil niet zeggen dat dat altijd lukt, er zijn altijd kleine rancunes en zo, maar daar moet je met humor tegenover staan. Maar ik vind het monogame huwelijk nog altijd een waanzinnig spannend avontuur. En seksueel gesproken, heeft het, als je het goed doet, heel veel raffinement in zich. Om dat samen leuk te blijven vinden, te vrijen, met elkaar ook lichamelijk bezig te zijn, haha dat klinkt wat lullig, maar zo is het. (..) Ze is niet weggelopen, en ze maakt de indruk dat het haar goed gaat, ik heb haar natuurlijk zo nu en dan flink gemaltraiteerd." Ondanks het feit dat hij zich een romanticus noemt, ziet Ter Schegget ook de minder mooie kanten van het leven en keert zich er niet vanaf. "De vraag is eigenlijk of ik wel een type ben dat zich thuis wil voelen, ik hou niet van dat cosy, van dat lekker thuis zijn en van die mentaliteit van ”wat hebben we het ver gebracht." Maar ik ben geen pessimist. Ook geen optimist, want dat is wat flierefluiterig. Het is eigenlijk zo dat ik moet en mag hopen ter wille van de hopelozen. Hoop die gezien wordt is geen hoop, je kunt het alleen maar in volharding verwachten."
Te links voor het kerkelijk hoogleraarschap. Dat was lange tijd het oordeel van de synode van de Universiteit van Amsterdam over dominee Bert ter Schegget. De studenten werden aan de UvA al genoeg bekogeld met Marx om dat ook nog eens van Ter Schegget voorgeschoteld te krijgen. Maar voor de VPRO is niemand te links. Op 11 augustus was hij de gast van Hans Simonse in de villa aan de 's Gravelandseweg in Hilversum. Het middelpunt van de 'zaak - Ter Schegget' was acht jaar later alsnog hoogleraar geworden, maar wel in het meer gematigde Leiden. Overigens wenste hijzelf geen marxist te worden genoemd, al kon hij zich in veel overwegingen van Marx vinden. Als één van de weinige theologen wist Ter Schegget leesbare boeken te schrijven over het geloof en de rol daarvan in de samenleving: Een Hart Onder De Riem, over de Bergrede, Het Geheim Van De Mens, Kernwoorden Bij Marx, Theologie en Ideologie, Recht Op Gemeente, Vrijheid Door Gehoorzaamheid, De Menslievendheid Van God, om er een paar te noemen. -------------------------------- Biografie Bert ter Schegget Hoe verenig je Karl Marx met Jezus Christus? Gijsbertus Hendricus ter Schegget kwam op 24 juli 1927 in Amsterdam ter wereld. Zijn vader was dominee. Zelf preekte hij al als kleuter tegen zijn buurjongetjes in het Friese Harkema-Opeinde. Zijn vader was in 1926 naar aanleiding van de ‘kwestie-Geelkerken’ van de Gereformeerde Kerk overgestapt naar de Gereformeerde Kerk in Hersteld Verband, wat in 1946 in de Hervormde Kerk zou opgaan. Van zijn vader kreeg Ter Schegget een grondige kennis van de catechismus en een kritische geest mee. Tijdens de oorlogsjaren doorliep Ter Schegget het Gereformeerd Gymnasium en van 1947 tot 1953 studeerde hij Theologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij wilde aanvankelijk niet in de voetsporen van zijn vader treden, maar koos toch voor theologie, omdat er nou eenmaal “brood op de plank” moest. Na zijn studie werd hij predikant en werd onder meer in Vreeland, op Curaçao en West-Berlijn beroepen. Op Curacao kwam hij in 1958 terecht. Af en toe preekte hij ook op het vasteland, in Venezuela. De sloppenwijken en armoede waarmee hij zich daar geconfronteerd zag, sterkten zijn ideeën over de juistheid van de marxistische analyse. Ook Berlijn, waar hij predikant was bij de Evangelische Studentengemeinde, drukte een stempel op zijn geloof en wereldbeeld. Hij was er in de roerige jaren zestig en was daar getuige van de studentenprotesten. Toen tijdens een demonstratie tegen de komst van de Sjah van Perzië de 26-jarige student Benno Ohnesorg om het leven kwam door een politiekogel, schuilde hij met een dame onder een afdakje die hem wist te vertellen dat de politieagenten van dat momenten “so braun wie zuvor” waren. Ter Schegget hield er een blijvende sympathie van over aan de babyboomgeneratie die niet in herhaling wilde vallen door braaf en gedwee te accepteren wat het gezag voor hen bepaalde, zoals dat aan de vooravond van de Holocaust was gebeurd. In 1968 werd Ter Schegget docent aan de sociale academie ‘De Horst’ in Driebergen, dat bekend stond als links bolwerk. Ter Schegget schreef er aan zijn proefschrift, Het Beroep Op De Stad Der Toekomst. Praktisch-Dogmatische Studie Van De Revolutie, dat hij in 1970 afrondde. Hoewel hij het helemaal niet zo bedoeld had, stond Ter Schegget na deze dissertatie definitief als marxistisch te boek. Dat voorkwam dat hij al in de jaren zeventig een vrijgekomen leerstoel mocht bezetten als kerkelijk hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Er kwam een heuse rel, de ‘zaak-Ter Schegget’ was geboren. Tegenstanders van Ter Schegget vonden hem veel te links. Daar was in het rooie nest dat de Universiteit van Amsterdam heette te zijn niet nog meer behoefte aan, vond de synode. Pas in 1981 kende de Generale Synode hem een leerstoel toe: als hoogleraar in de christelijke ethiek en het apostolaat aan de Universiteit Leiden. In latere publicaties liet hij zien wat er ten grondslag lag aan zijn maatschappelijke ideeën. Dat blekenk veel minder de theorieën van Karl Marx te zijn, als wel het gebed. Zijn laatste promovendus Evert Jan de Wijer noemde hem een partijganger, maar dan van de Mensenzoon. Dat inzicht kregen ook meer en meer van Ter Scheggets tegenstanders, waardoor hij tegen de tijd dat hij gast was van het Marathoninterview was de storm rond hem wat gaan liggen. Zelf werd hij volgens omstanders ook milder en minder radicaal dan hij in de jaren zestig en zeventig was geweest. Een andere grote verdienste van Ter Schegget was het schrijven van theologische boeken, die gelezen en begrepen werden. Na zijn emeritaat in 1992 zette hij vaart achter zijn publicaties. Enkele van de titels waren Het Geheim Van De Mens, Kernwoorden Bij Marx, Theologie en Ideologie, Recht Op Gemeente, Vrijheid Door Gehoorzaamheid, De Menslievendheid Van God en zijn laatste Een Hart Onder De Riem, over de Bergrede. Bert ter Schegget overleed op 9 november 2001 aan een hartaanval, nadat hij het ziekenhuis – waar hij lag wegens hartklachten – vlak daarvoor had verlaten. ------------------------------------- Hoogtepunten uit het interview "Natuurlijk denk ik dat een goed huwelijk ook een levenslang gevecht met elkaar is" Bert ter Schegget, die in een ver verleden de dagopening bij de VPRO op zich nam, werd op 11 augustus 1989 door Hans Simonse ondervraagd. Hij was ook een tijd lid van het bestuur van de omroep. Of de VPRO hem te vrijzinnig was geworden, luidde de eerste vraag: "iedereen deed wat ie goed vond in zijn eigen ogen en probeerde ook af en toe te scoren op het gebied wat God verboden heeft of de regering. Of beide. En dat lukte op gezette tijden. En als je dan vroeg, want je had wel eens moeilijkheden met een minister die zei: ”dit kan niet” en die wilde dan de knop omdraaien. Ja, je wilde natuurlijk helemaal niet ingrijpen, daar was ik ook absoluut niet voor. Zo'n bedrijf leeft bij de gratie van die vrijheid. (..) Ik vond wel dat de VPRO er moest zijn, zoals die was. Ik had natuurlijk wel een smaak. Ik hoorde toch graag linkse, geëngageerde geluiden, maatschappijkritisch en dat zat er ook wel in, maar er was ook een stukje libertinisme, anarchisme, en dat hoorde ook tot het pakket. De Barend Servet Show, om maar iets te noemen, dat was voor mij een fantastische belevenis." Ter Schegget had getwijfeld of hij gehoor moest geven aan de uitnodiging van de VPRO om te gast te zijn in het marathoninterview. Niet omdat hij het interview vreesde, maar omdat hij op 11 augustus 1989 precies 36 jaar getrouwd was met zijn vrouw. En dat was in huize Ter Schegget toch wel een reden tot een feestje. Niet dat het altijd pais en vree was tussen de hoogleraar en zijn echtgenote: "Natuurlijk denk ik dat een goed huwelijk ook een levenslang gevecht met elkaar is. Als je dat niet meer doet dan is het niet interessant, maar het moet zijn op een basis van een grote waardering en liefde, die moet er ergens zijn, en acceptatie. Dus er moet niet, zeg ik altijd, met de portefeuille gerammeld worden, je moet gewoon niet weglopen. Dingen horen uitgevochten te worden en uitgepraat te worden. Ik wil niet zeggen dat dat altijd lukt, er zijn altijd kleine rancunes en zo, maar daar moet je met humor tegenover staan. Maar ik vind het monogame huwelijk nog altijd een waanzinnig spannend avontuur. En seksueel gesproken, heeft het, als je het goed doet, heel veel raffinement in zich. Om dat samen leuk te blijven vinden, te vrijen, met elkaar ook lichamelijk bezig te zijn, haha dat klinkt wat lullig, maar zo is het. (..) Ze is niet weggelopen, en ze maakt de indruk dat het haar goed gaat, ik heb haar natuurlijk zo nu en dan flink gemaltraiteerd." Ondanks het feit dat hij zich een romanticus noemt, ziet Ter Schegget ook de minder mooie kanten van het leven en keert zich er niet vanaf. "De vraag is eigenlijk of ik wel een type ben dat zich thuis wil voelen, ik hou niet van dat cosy, van dat lekker thuis zijn en van die mentaliteit van ”wat hebben we het ver gebracht." Maar ik ben geen pessimist. Ook geen optimist, want dat is wat flierefluiterig. Het is eigenlijk zo dat ik moet en mag hopen ter wille van de hopelozen. Hoop die gezien wordt is geen hoop, je kunt het alleen maar in volharding verwachten."