POPULARITY
De #1 Podcast voor ondernemers | 7DTV | Ronnie Overgoor in gesprek met inspirerende ondernemers
Van Randstad tot Funda, van start-ups tot investeringen: hoe kiest Quintin Schevernels zijn volgende stap?
BBB-Kamerlid Claudia van Zanten vraagt minister Bruins of het Commissariaat voor de Media onderzoek kan doen naar de publieke omroepen als het gaat over de berichtgeving over Israël. Volgens Van Zanten noemt de NOS Hezbollah-leider Nasrallah 'charismatisch' en 'een competente leider'. En niet ‘terreurleider' of ‘terrorist'. Ter verduidelijking: Ze hebben bij de BBB niet goed gelezen, want er staat duidelijk dat hij door zijn aanhangers in Libanon zo wordt gezien . De NOS geeft hem dus niet zelf dat stempel. Volgens Gisella van Cann, hoofderedacteur van NOS Nieuws mag iedereen kamervragen stellen over de NOS. Maar er moet volgens haar wel rekening gehouden worden met het feit dat de reden voor de kamervragen vaak gebasseerd zijn op dingen die de NOS niet heeft gezegd. Ook hebben we het over de landelijke actiedag op radio en tv van Giro-555 om geld in te zamelen voor alle slachtoffers van het escalerende geweld in het Midden-Oosten. Verder bespreken we de spectaculaire manier waarop Amerikaanse weermannen en vrouwen hun publiek mentaal voorbereiden op Orkaan Milton, het verhaal van melkveehouder Rik Lagendijk dat is uitgelicht in het FD en de reactie van premier Schoof op de wens van Wilders om de burgemeester van Amsterdam (Femke Halsema) te ontslaan.
Jongeren (16-14 jaar) zien vooral het nieuws 'voorbijkomen' op Instagram, TikTok en Youtube. Dat blijkt uit het onderzoek: Jongeren, Sociale Media en Nieuws van het Commissariaat voor de Media. In deze podcast praten we met onderzoeker Karin Schut over de resultaten.Komt een Blad bij de Dokter is de podcast van Bladendokter.nl over media, magazine, strategie en innovatie. Gemaakt door Carolien Vader en geproduceerd door Jonas Nouwen.
Een ruime meerderheid in het Europees Parlement roept de EU op om de muziekstreamingsector te reguleren. Het huidige gebrek aan regels zou leiden tot oneerlijke beloningen voor artiesten en een gebrek aan transparantie over algoritmes en aanbevelingssystemen. Streamingdiensten als Spotify, Apple Music en YouTube Music zijn de afgelopen 15 jaar uitgegroeid tot de belangrijkste plekken om nieuwe muziek te ontdekken. De platforms zijn daardoor ook belangrijk voor muzikanten en tekstschrijvers, die daar hun werk onder de aandacht willen brengen. Op dit moment gaat een groot deel van het geld dat op de streamingmarkt wordt verdiend, naar een kleine groep platenmaatschappijen en grote artiesten. In een resolutie, die door 532 Europarlementariërs werd gesteund, wordt aangedrongen op een nieuw 'EU-rechtskader' voor de sector. Verder in de Tech Update: De Vlaamse influencer en vlogger Sarah Puttemans moet een boete van 2000 euro betalen aan de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM). Puttemans heeft in haar video's reclame gemaakt zonder dat expliciet te vermelden, terwijl dat wel verplicht is. Het is de eerste keer dat de Vlaamse overheid zo'n boete uitdeelt. Ook in Nederland gelden regels voor sluikreclame door influencers, maar vooralsnog ging het Commissariaat voor de Media nooit over tot het uitdelen van een boete. Het Australische Cyber Security Centre (ACSC) roept managers en ceo's op om hun telefoon ten minste éénmaal per dag helemaal uit te zetten. Dat staat in een document met tips voor 'business leaders', die volgens de overheid extra kwetsbaar zijn voor cyber-incidenten. See omnystudio.com/listener for privacy information.
Influencers in Frankrijk kunnen nu, als ze zich niet aan de regels houden, een boete krijgen van 300.000 euro of zelfs een celstraf. Moeten we in Nederland ook zulke strenge regels invoeren? In Nederland kwamen er vorig jaar nieuwe regels voor influencers, maar uit een steekproef van het Commissariaat voor de Media blijkt dat die niet goed nageleefd worden. Hierover gaat presentator Tijs van den Brink in gesprek met: * Joey Scheufler, social media-expert en lid van de Reclame Code Commissie * Saskia Weerstand, influencer
Aan tafel zitten Thomas Muntz, Elger van der Wel en Spraakmaker is Emma Bruns. Van der Wel zijn mediamoment gaat over influencers die van alles aanprijzen. Influencers met meer dan 500.000 volgers moeten zich sinds vorig jaar zomer houden aan strengere reclameregels, maar in veel gevallen doen ze dat niet. Dat blijkt uit onderzoek van de NOS en een steekproef van het Commissariaat voor de Media. Van der Wel: “Iedereen die hierbij betrokken is weet precies wat er mag en wat niet. Ga niet als Commissariaat het gesprek aan, maar deel gewoon boetes uit.” Stoor jij je weleens aan influencers die op sociale mediaproducten onder de aandacht brengen? Voor het mediamoment van Muntz viel zijn oog vanochtend op de voorpagina van de Volkskrant. "Het Rijk betaalde in 2022 meer dan ooit aan externen", is de kop die daarop prijkt. Het is een van de vele artikelen die voortkomen uit de jaarrapportage van de Algemene Rekenkamer van afgelopen woensdag. Andere kranten leggen de focus weer op andere zaken daaruit. Zo schrijft De Telegraaf over dat het plukken van misdadigers faalt. En het Algemeen Dagblad zoomt in op het testteam dat over het hek van Defensie glipte. Muntz: “Ik ken rekenkameronderzoekers. Ik vind dit ongekend Rambo gedrag van ze.” Is het goed dat iedere krant zijn eigen invalshoek kiest? De Telegraaf omschrijft het vandaag treffend: Niet met zijn dienstauto, niet met zijn fiets, maar met zijn oude Saab kwam premier Rutte naar het topoverleg over het landbouwakkoord. Ondanks de tussenkomst van Rutte, eindigde de onderhandeling gisteren dus zonder akkoord. Minister Adema heeft inmiddels laten weten dat de partijen begin juni weer om de tafel gaan. Van der Wel: “Rutte wilde op het niveau komen van de gewone man aan tafel, dan past een oude afgeragde Saab daar perfect bij.” Er zijn al zoveel deadlines verstrekken. Hoe verstandig is het om nu weer een streefdatum te noemen? Als de Nederlander Gert van der Graaf de Zweedse groep ABBA in 1974 voor het eerst ziet optreden, is hij meteen verkocht. Maar zijn liefde voor de groep, en in het bijzonder voor zangeres Agnetha, verandert in een ziekelijke obsessie. Zijn verhaal is - vanaf vandaag - te zien in de documentaire Take a Chance op Amazone Prime. Mutz: “Het is een beetje leedporno. Er zit een verlekkering op het menselijk leed”. Moet je als maker niet rekening houden met het slachtoffer, zangeres Agnetha in dit geval?
Volgens het Commissariaat voor de Media moet het onderzoek naar de werkcultuur bij DWDD in onafhankelijke handen liggen. Wat komt er kijken bij een dergelijk onderzoek? Zometeen, om 11.30 is hoogleraar sport en recht Marjan Olfers te gast bij Sven op. Sven Kockelmann in gesprek met Marjan Olfers. Sven op 1 is een programma van Omroep WNL. Meer van WNL vind je op onze website en sociale media: ► Website: https://www.wnl.tv ► Nieuwsbrief: https://www.wnl.tv/nieuwsbrief ► Facebook: https://www.facebook.com/omroepwnl ► Instagram: https://www.instagram.com/omroepwnl ► Twitter: https://www.twitter.com/sven_op_1 ► Steun WNL, word lid: https://www.steunwnl.tv
We dromen van een wereld zonder institutioneel racisme, ze was zelf één van de gedupeerden van het toeslagenschandaal. We kijken terug op de dromen die ze had als een meisje dat letterlijk van ver kwam, de dromen van haar ouders en in hoeverre die van elkaar verschilden. En we blikken vooruit, op de droom die ze heeft als nieuwe voorzitter van het Commissariaat voor de Media.
De Duits-Russische gaspijpleiding Nordstream 1 ging donderdagochtend tóch open na tien dagen van onderhoud. Een meevaller voor degenen die dachten dat Poetin NA het onderhoud de pijpleiding niet meer open zou draaien. Het gaat weliswaar om 40% van wat er normaal aan gas geleverd wordt, maar het zorgt voor grote opluchting in Europa. Maar voor hoe lang de Nord Stream 1 open blijft, weet niemand. Ander nieuws uit The Daily Move: ECB verhoogt rente eurozone met 50 basispunten 'Limburgse ondernemers verduurzamen niet wegens gebrek aan fondsen' Hoe kan de stagnerende woningmarkt er bovenop komen? Commissariaat voor de Media stelt drie onderzoeken naar publieke omroep inSee omnystudio.com/listener for privacy information.
Aan tafel zitten Catherine Keyl, Marc Josten en Spraakmaker Gerdi Verbeet. Het mediamoment van Josten gaat over 3voor12. Het radioprogramma zal vanaf januari verdwijnen van NPO 3FM. Josten: “Ik vind dit dood- en doodzonde”. Waarom is dit programma zo belangrijk voor de publieke omroep? Het mediamoment van Keyl gaat over het gisteren verschenen boek ‘Buitengewone Transporten' van Dirk Mulder. Het NIOD, het Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, vindt het ook goed dat nu precies in kaart is gebracht hoe mensen vervoerd werden; zo'n 60 procent met passagierstreinen. Volgens Keyl had vooral de vraag gesteld moeten worden: wat doet dat ertoe? Dan: NPO-baas Frederique Leeflang wil dat het salarisvoorstel van Jeroen Pauw uit 2019 wordt onderzocht door het Commissariaat voor de Media. Aanleiding is een podcast van radiozender BNR; de mail met het salarisvoorstel is daarin openbaar gemaakt. De zaakwaarnemer van Pauw stelt voor om naast een presentatiecontract ook een afnamegarantie van 5 ton te geven aan TVBV - het productiebedrijf van Pauw. Daarmee zou Jeroen Pauw meer gaan verdienen dan de Balkenende-norm. BNNVARA ging niet akkoord met het voorstel. En Pauw ging uiteindelijk niet door met zijn talkshow. Zijn TVBV mocht wel Op1 gaan produceren - op aandringen van Frans Klein, directeur video bij de NPO. Hoe kijken onze studiogasten naar deze kwestie? Moet het tot op de bodem uitgezocht worden? Op de Nederlandse televisie zijn de talkshows niet te missen, maar is er geen echt debatprogramma meer. En dat in deze tijd, waarin we vooral tegenover elkaar lijken te staan en waarin we niet meer praten met elkaar. Hebben we niet een goed debatprogramma nodig? Josten: “Als we dit erbij willen, moet er wel een ander weg – we hebben genoeg praatprogramma's”. Sommige onderwerpen zijn te lastig zijn voor een interview van 5 minuten. Is een debatprogramma daar de oplossing voor?
In deze editie van Ochtendnieuws hoor je dat NPO-voorzitter Frederieke Leeflang het Commissariaat voor de Media vraagt onderzoek te doen naar een salarisvoorstel dat Jeroen Pauw in 2019 deed bij BNNVARA, onthullingen over de Duitse overstromingen vorig jaar en het laatste nieuws over bosbranden in Zuid-Europa. Over deze podcast In Ochtendnieuws hoor je in 20 minuten het belangrijkste nieuws van de dag. Abonneer je op de podcast via bnr.nl/ochtendnieuws, de BNR-app, Spotify en Apple Podcasts. Of luister elke dag live via bnr.nl/live.See omnystudio.com/listener for privacy information.
Volgens het Commissariaat van de Media is het huidige systeem van de Nederlandse publieke omroep verouderd en is dit aan vervanging toe. We leven dan ook niet meer in een verzuilde maatschappij, terwijl het omroepbestel van tegenwoordig anders doet suggereren. Daarom is vandaag ons breekijzer: 'De publieke omroep is hopeloos ouderwets'. In ons panel: - Pieter Lossie, voorzitter van de VO-raad - Daphne Lodder, voorzitter van de JOVD. Ook te gast: - Fons van Westerloo, lid raad van toezicht WNL, oud-directeur bij RTL en SBSSee omnystudio.com/listener for privacy information.
Het vertrouwen in het nieuws is een beetje afgenomen. Vooral onder de 24 jaar is er een groep die het nieuws actief mijdt. Dat staat in een rapport van het Commissariaat voor de Media. We spreken erover met Bram Eidhof, directeur van Common Ground, waar ze scholen helpen met burgerschapsonderwijs. Kunnen scholen iets doen? En is eigenlijk bekend of lespakketten over nieuws en media werken? Kort - Minister Staghouwer kan niet op veilig op bezoek bij boeren - Boeren blokkeren treinverkeer - NPO overweegt boete voor ON - Wilders zoekt ophef met belediging van VVD-fractieleider See omnystudio.com/listener for privacy information.
In deze podcast zijn we in gesprek met Sela Kooter. Sela is beleidsadviseur bij het Commissariaat voor de Media. We hebben het over 'uploaders', hoe het is om een jonge ambtenaar te zijn, de snel veranderende mediasector, en hoe je opgeleid als jurist echt niet per se advocaat hoeft te worden.
Aan tafel zitten Ingrid Spijkers, Tijs van den Brink en Spraakmaker Helga van Leur. It's Britney Bitch! Voor het mediamoment van Spijkers kijken we naar de rechtszaak rondom het curatorschap van Britney Spears. Daar is veel aandacht voor, is die aandacht buitenproportioneel? Van den Brink's mediamoment gaat over een onderzoek van het Commissariaat voor de Media. Die lieten namelijk weten dat onder de meeste Nederlanders het vertrouwen in het nieuws het afgelopen jaar is toegenomen. Verder hebben we het over voetbal en politiek, want dat gaat hand in hand dit EK. Na het shirt van Oekraïne en het Coca Cola-flesje van Ronaldo is er nu de hele regenboogdiscussie tegen de anti-homowetgeving van de Hongaarse president Orbán. Barbara Barend riep EK-presentatoren op een ‘Onelove'-speldje te dragen tijdens de wedstrijd van Oranje tegen Hongarije. De één kiest ervoor die te dragen, de ander niet. Begrijpelijk? Van den Brink: “Ik ben voor rolvastheid, wij van de media zijn er om verslag te doen van wat er gebeurt. Door een speldje op doet plaats je jezelf in het veld.” Slippers, een badjas en koelbox: bij RTLBoulevard kreeg Rachel Hazes de kans om een hele productlijn te promoten omdat ze haar zo graag aan tafel wouden. Hoever kun je gaan om die ene gewilde gast aan tafel te krijgen?
Vanwege de nieuwe mediawet van 1 november mogen vloggers straks niet zomaar meer producten aanprijzen in hun vlogs, bevestigt het Commissariaat voor de Media aan het FD. Maar dat is nou juist hun verdienmodel. Op welke manieren kun je online nu nog wel je geld verdienen? En wanneer spreken we eigenlijk van sluikreclame? Iwan Verrips vraagt het zijn experts!
Aan tafel zitten Barbara Barend, Marc Josten en Spraakmaker Gerdi Verbeet. Het mediamoment van Josten gaat over een column vandaag in de Volkskrant van Erdal Balci. Waarom vond hij deze column zo goed? Josten: “Het is veel dapperder om over jezelf te spreken dan om de vinger naar anderen uit te steken” Het mediamoment Barend past bij het thema, want ook voetbaltrainer Henk Fraser heeft zich uitgesproken over racisme en discriminatie. Volgens hem moet er gekeken worden naar álle vormen van discriminatie. Verbeet: “Ik vind het risico om te zeggen ‘we moeten het nu over alles hebben’, dat we weer wegduiken van het zwart-witverhaal”. Sporters meden voorheen vaak politieke discussies. Waarom spreken ze zich nu vaker uit? Zien we ook verschillen tussen generaties? Dan het volgende: journalisten moeten ook in het racismedebat hoor en wederhoor blijven toepassen, schrijft columnist Martin Sommer vandaag in een opiniestuk in de Volkskrant. Sommer reageert in de zijn column op het ontslag van de opinie-redacteur van The New York Times. Die moest vorige week het veld ruimen nadat redacteuren van de krant hadden geklaagd over het publiceren van een rechts opiniestuk door de krant. Is zijn oproep, over hoor en wederhoor, niet een beetje een open deur? Gebeurt het genoeg? Verder: in Amerika heb je een bijzonder initiatief waarbij witte vrouwen hun social media beschikbaar stellen voor zwarte vrouwen. Dat heet ‘Share The Mic’. Vanaf morgen komt er een Nederlandse versie hiervan. Barend doet hier ook aan mee. Wat vinden onze mediakenners van dit initiatief? En het zal geen verrassing zijn: jongeren gebruiken in hun nieuwsconsumptie vooral social media, zoals Instagram en Snapchat. Dat blijkt uit het Digital News Report, dat vandaag is uitgebracht door het Commissariaat voor de Media in samenwerking met het Reuters Institute of the Study of Journalism. Waarom gaan jongeren en traditionele media niet goed samen? In hoeverre ligt bij media zelf de verantwoordelijkheid om jongeren aan zich te binden? We besluiten het Mediaforum met het Taalteam met Frank van Pamelen.
Ik ga met een goed gevoel weg, zei Madeleine de Cock Buning eind juni in het FD. Ze blikte terug op haar voorzitterschap van het Commissariaat voor de Media.
Madeleine de Cock Buning neemt afscheid als voorzitter van het Commissariaat voor de Media. Wat heeft ze bereikt, waar is ze het meest trots op? De Cock Buning komt uitgebreid aan het woord in BM Talk 20, ook over toezicht op YouTube en de toekomst van het Commissariaat. Hier het complete interview.
We hebben het over de brand in de Notre-Dame. Paul van Gessel viel iets op aan de reacties via social media. Het was volgens hem heel ingetogen, in plaats van schreeuwerig. Hoe gingen andere media om met de brand? Maak je als krant bijvoorbeeld de hele voorpagina vrij, of niet? Aan tafel zitten Paul van Gessel, Paul Jansen en Spraakmaker Adriana van Dooijeweert. Ook hebben we het over Yvon Jaspers. De KRO-NCRV programma’s Onze Boerderij en Boer zoekt Vrouw overtreden geen regels rondom (sluik)reclame, sponsoring en het dienstbaarheidsverbod. Tot die conclusie komt het Commissariaat voor de Media na maanden onderzoek. Wel is de procedure rond nevenfuncties volgens de toezichthouder onvoldoende transparant en onzorgvuldig geweest. In september vorig jaar rezen vragen over de nevenfunctie van Yvon Jaspers bij veevoerbedrijf ForFarmers. In Pauw schoof Jaspers gisteravond aan om uit te leggen hoe ze zich voelde in de periode van het onderzoek. Hoe denken onze mediakenners over deze kwestie? Tot slot hebben we het over de VVD. Daar rommelt het namelijk! Ze zijn veel in de publiciteit, wat is de invloed van de media? Hoe spelen zij hier op in?
Nederlanders hebben vertrouwen in de media, blijkt uit onderzoek van Reuters met steun van het Commissariaat voor de Media. 59 procent van de Nederlanders vertrouwt het merendeel van het nieuws, alleen Finland en Portugal doen het beter. We praten erover met de hoofdredacteur van BNR Nieuwsradio Sjors Fröhlich en de hoofdredacteur van de Moslimkrant Brahim Bourzik. Met hem praten we ook over de aandacht voor het Marokkaanse voetbalelftal.
Madeleine de Cock Buning, jurist, bestuurder en toezichthouder, voorzitter Commissariaat voor de Media. Madeleine de Cock Buning werd geboren in Bussum in 1966. Na haar middelbareschooltijd koos ze voor de rechtenstudie aan de Universiteit van Amsterdam, waar ze in 1998 ook promoveerde, op een proefschrift over recht en informatietechnologie. Na 11 jaar advocatuur maakte ze in 2009 de overstap naar het Commissariaat voor de Media - sinds 2013 als voorzitter. Vanuit die functie was ze de afgelopen jaren ook voorzitter van de Europese Group Mediatoezichthouders, ERGA. Daarnaast is ze sinds 2005 deeltijdhoogleraar aan de faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie aan de Universiteit Utrecht. Haar gehele loopbaan ? in de rechtspraktijk én in de wetenschap - heeft Madeleine de Cock Buning zich beziggehouden met de vraag hoe technologische en maatschappelijke innovaties in te bedden in regulering en toezicht. De Cock Buning is voorzitter van de Europese High-Level Group on Fake News en ze is interim voorzitter van de Raad van Toezicht van het Stedelijk Museum Amsterdam.
Madeleine de Cock Buning, jurist, bestuurder en toezichthouder, voorzitter Commissariaat voor de Media. Madeleine de Cock Buning werd geboren in Bussum in 1966. Na haar middelbareschooltijd koos ze voor de rechtenstudie aan de Universiteit van Amsterdam, waar ze in 1998 ook promoveerde, op een proefschrift over recht en informatietechnologie. Na 11 jaar advocatuur maakte ze in 2009 de overstap naar het Commissariaat voor de Media - sinds 2013 als voorzitter. Vanuit die functie was ze de afgelopen jaren ook voorzitter van de Europese Group Mediatoezichthouders, ERGA. Daarnaast is ze sinds 2005 deeltijdhoogleraar aan de faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie aan de Universiteit Utrecht. Haar gehele loopbaan ? in de rechtspraktijk én in de wetenschap - heeft Madeleine de Cock Buning zich beziggehouden met de vraag hoe technologische en maatschappelijke innovaties in te bedden in regulering en toezicht. De Cock Buning is voorzitter van de Europese High-Level Group on Fake News en ze is interim voorzitter van de Raad van Toezicht van het Stedelijk Museum Amsterdam.
Jouw omhaal in het bierelftal wordt vereeuwigd. De KNVB gaat amateurvoetbal op video vastleggen. --- Een Zweeds mediabedrijf bereikt de millenial wél. Hoe lukt ze dat? --- Zoek dekking, het Commissariaat voor de Media hijst de stormbal --- Wie wil GeenStijl? --- Publiek activeren gaat soms hopeloos mis, zelfs bij The New York Times
1,8 miljard gebruikers zijn voor Facebook niet genoeg. Het bedrijf heeft software voorbereid om ook de Chinese markt te veroveren, meldde de New York Times deze week. Met die software zouden berichten lokaal kunnen worden gecensureerd, zoals verplicht is in het land. Facebook-directeur Mark Zuckerberg is regelmatig in China, en ontmoette zelfs president Xi Jinping al (zie foto). Moet het sociale netwerk wel meewerken aan het censuurapparaat van de Chinese overheid? En zit het land eigenlijk wel te wachten op de komst van een Amerikaanse internetgigant? Het komt regelmatig voor: vloggers die producten aanprijzen zonder dat ze bekendmaken dat ze daarvoor worden betaald. Het Commissariaat voor de Media wil dat daar een eind aan komt, en stelt regels op die zulke sluikreclame verbieden. Door de nieuwe regels zullen vermoedelijk vooral kinderen en jongeren minder vaak met sluikreclame te maken krijgen. Vloggers kunnen een boete krijgen, al zegt het Commissariaat vooral in gesprek te willen met overtreders.
De kersverse ex-staatssecretaris op bezoek Eind augustus 1986 was Joop van der Reijden net anderhalve maand staatssecretaris-af. In het eerste kabinet Lubbers (1982-1986) bestierde hij met minister Elco Brinkman het Ministerie van Volksgezondheid. De benoeming tot staatssecretaris was naar eigen zeggen een volslagen verrassing. Van der Reijden, lid van de CHU dat in 1980 op was gegaan in het CDA, had tot dan toe alleen politieke ervaring opgedaan in de gemeenteraad van Oegstgeest. Hij bleef echter niet lang 'dazed and confused', want tot grote ontevredenheid van het Nederlandse volk voerde hij de 'medicijnenknaak' in: ziekenfondspatiënten moesten voor ieder medicijn fl. 2,50 extra betalen. Na het marathoninterview met Jan Haasbroek nam Van der Reijdens loopbaan een hele andere wending. Hij dook met overgave in omroepland: per 1 januari 1988 was hij voorziter van de Nederlandse Omroep Stichting, de NOS en twee jaar later deed hij een veelbesproken overstap naar Veronica, waar hij tot september 2001 voorzitter van was. Hij begeleidde Veronica uit het publieke bestel en 'ging commercieel'. Bovendien werd hij in de herfst van 1989 op stel en sprong voorzitter van Feyenoord, om de voetbalclub van een financiële ondergang te redden. ----------------------------------- Wie was Joop van der Reijden? Een flamboyante doorpakker! Joop van der Reijden werd op 7 januari 1927 geboren en was het eerste en enige kind van zijn hervormde ouders, die een wasserij in Leiden uitbaatten. Vader van der Reijden was begonnen als fabrieksarbeider en opgeklommen tot zelfstandig ondernemer. Hard werken hoorde erbij. Als kleine jongen werkte hij al mee in de zaak, waar hij meehielp om het werk te doen, dat hij als “verschrikkelijk geestdodend” betitelde. Met zijn talent voor waterpoloën kwamen ook zijn organisatorische capaciteiten boven water. Nadat hij trainer was geweest, werd hij op zijn vierentwintigste voorzitter van de Leidse zwem- en waterpolovereniging. De club, waarvan bij zijn aantreden slechts 68 mensen lid waren, telde bij zijn vertrek 1000 leden. Ook leerde hij zijn vrouw Lyd Binsbergen, een begenadigd zwemster, kennen bij de zwemvereniging. Na de HBS-B studeerde hij Economie aan de Nederlandse Economische Hogeschool, de latere Erasmus Universiteit. In 1954 rondde hij zijn studie af. Daarna ging hij twee jaar lang in militaire dienst, die hij wegens zijn studie nog niet had hoeven voldoen. Na zijn dienstperiode kon hij na eindeloos solliciteren bij de Federatie van Ziekenfondsen terecht. Hij begon als economisch medewerker. Later was hij voorzitter van zorgverzekeraar Zilveren Kruis. Daar werd duidelijk dat Van der Reijden van doorpakken hield, vaak op een harde, maar altijd op een effectieve en open manier. In 1960 werd hij secretaris voor het Bedrijfschap voor de Handel in Vee en vervolgens algemeen secretaris van het Verbond van de Nederlandse Groothandel. Hier deed hij ervaring op in het onderhandelen, iets waarin hij in latere jaren excelleerde. Vlak voor zijn toetreden tot het kabinet-Lubbers I werd hij directeur sociale zaken bij de werkgeversorganisatie VNO. In de jaren zestig werd hij lid van de noodlijdende Christen Historische Unie (CHU). Voor de CHU zat hij een tijd lang in de gemeenteraad van Oegstgeest. Toen hij in 1982 door Ruud Lubbers gevraagd werd deel te nemen aan zijn kabinet, had hij geen enkele ervaring met de Haagse slangenkuil. Hij sprak dan ook tijdens het voorlezen van ambtelijke stukken in de Tweede Kamer de hoop uit dat de aanwezige parlementariërs er wel wat van zouden begrijpen. Tijdens het debat kwamen zijn sterke punten echter wel naar voren en verbaasde hij vriend en vijand met zijn feitenkennis. Ook viel hij op door zijn onafhankelijke houding ten opzichte van zijn eigen partij. Hij kon de VVD prijzen en het CDA afvallen, zonder zich wat aan te trekken van partijpolitiek. Maar “dan mocht ik natuurlijk in de dagen erna rekenen op een boze brief van het CDA.” Zijn onafhankelijkheid bleek ook uit het zonder enige schroom nemen van maatregelen die niet goed bij de kiezers zouden kunnen vallen. De ‘medicijnenknaak’ was daar een goed voorbeeld van. Iedereen die bij het ziekenfonds was verzekerd, moest van Van der Reyden fl. 2,50 extra betalen voor elk geneesmiddel. Het kenmerkte zijn pragmatische bestuursstijl: waar gehakt moest worden, vielen spaanders. Eigenlijk was 1986 voor de loopbaan van Van der Reijden zowel een stilte ná als vóór de storm. Hij bleek van alle markten thuis te zijn. Van der Reijden begon na zijn functie als staatssecretaris aan een heel ander leven. Eerst kort als directeur van het Leyenburg-ziekenhuis in Den Haag, daarna als voetbal- en omroepbaas. Per 1 januari 1988 was de oud-staatssecretaris van Volksgezondheid voorzitter van de NOS. Door de invoering van een nieuwe Mediawet, die gelijk met zijn benoeming van kracht werd, werd hij ook president-commissaris van het NOB, het facilitair bedrijf van de publieke omroep. Dat maakte hem de machtigste man van het Nederlandse publieke bestel. Hij deed in zijn nieuwe baan al snel uitspraken die menig wenkbrauw deden fronsen. Zo was hij voor de verhoging van de omroepbijdrage. Als groot sportliefhebber zette hij zich ook in voor het behoud van de topsport op de publieke netten. Daarnaast had hij er een dagtaak aan de sterren van de publieke omroep uit handen van Joop van den Ende te houden, wat hem met de komst van RTL Veronique en later RTL 4 maar met mate lijkt te zijn gelukt. In een nota uit 1990 schreef hij dat hij met de komst van de commerciële zenders naar Nederland een zware toekomst tegemoet zag voor de publieke omroep. Omdat er maar weinig met die ideeën gedaan werd, besloot hij in 1990 op te stappen. Hij had dan intussen ook Feyenoord nog voor een financieel debacle behoed. In de herfst van 1989 werd hij halsoverkop voorzitter van de noodlijdende club en gaf de Rotterdamse voetbalvedetten te verstaan dat er “voor jou gelijk ons de financiële ruimte ontbreekt.” Toen hij drie maanden later de klus in Rotterdam geklaard had, werd hij in 1990 door Rob Out naar Veronica geloodst om voorzitter te worden. Hij combineerde die functie met die van wethouder in Oegstgeest. De omroep was al jaren ontevreden over haar plaats in het publieke bestel. Bovendien had het van het Commissariaat van de Media een straf opgelegd gekregen voor het mede financieren van RTL-Veronique. Van der Reijdens eerste missie was het terugdraaien van die straf en daar slaagde hij glansrijk in: een uitzendverbod van dertien weken werd in een uitzendverbod van twee zondagen omgezet. In 1994 stapte Veronica onder aanvoering van Van der Reijden uit het publieke bestel en ging ‘commercieel’. Op het publieke net waren de expansiemogelijkheden te klein. Doordat de kijkcijfers op de nieuwe zender achterbleven, werden de grote ambities die Veronica had met de nieuws- en actualiteitenprogramma’s, gematigd. Dat hield in dat er meer softporno werd geprogrammeerd, wat Van der Reijden de titel ‘pornobaas’ opleverde. De tv kon ook uit, was zijn repliek. Hij vond zichzelf ook niet bepaald tot de Veronica-doelgroep behoren. Van der Reyden en zijn omroep overspeelden hun hand definitief in 1999 door uit het pact met de Holland Media Groep te stappen en alleen verder te gaan. Samenwerkingsoverleg met SBS liep stuk, maar SBS had de zender V8 al. Wat Veronica restte was het veelgelezen programmablad en dat was het dan. Van der Reijden werd verweten dat hij de ondergang van Veronica had bespoedigd. “Ach, het is net als met voetbaltrainers. Als je een wedstrijd verliest, staat er een emmer stront voor je klaar.” Per 1 september 2001 legde Van der Reijden zijn functie als voorzitter van Veronica neer. Overigens niet om met pensioen te gaan, want hij werd waarnemend burgemeester van Valkenburg in Zuid-Holland. Hij voelde niet de behoefte om er de nadagen van zijn carrière op een rustige, gelijkmatige manier door te brengen, want hij leidde meteen het verzet tegen de sluiting van het marinevliegveld Valkenburg. Hij slaagde daar uiteindelijk niet in, maar niet zonder het sluitingsproces danig te stagneren en de provinciale bestuurders met allerlei verrassingsacties tot wanhoop te brengen. In 1989 was zijn vrouw Lyd hem ontvallen. Hij compenseerde naar eigen zeggen het verlies door twee keer zo hard te werken. In 1993 trad hij met NOS-medewerkster Trix van Huystee in het huwelijk. De flamboyante bestuurder stierf op 3 februari 2006. --------------------------------------- Jan Haasbroek over zijn interview "Genoeg om over te praten" "Ik vond Van der Reijden wel een interessante man. Een rare man, heel open, niet echt een typische christen-democraat. Dat zag je wel aan wat hij later allemaal bij Veronica deed. Toen ik hem interviewde was hij net staats-secretaris af. En hij had ook in de varkens gezeten. Genoeg om over te praten dus. Maar het was tien jaar later wel een interessantere persoon om te interviewen, na alles wat hij na het marathoninterview in Hilversum had gedaan. Ik stelde aan het begin van het interview vijftig korte vragen. Ik probeerde de formule uit. Het was handig voor de luisteraars om iemand eerst een beetje te leren kennen, voordat je het over allerlei beleidsproblemen gaat hebben. Hij bleek een ietwat saaie man, maar dat maakt niet uit, want je komt er wel achter wat voor persoon iemand is, als ie zegt dat ie nooit naar de film gaat. Verder had ik het gesprek natuurlijk heel goed gestructureerd. Ik heb de mensen in de omgeving van Van der Reijden gebeld. Dat had ik hem eerst wel gezegd dat ik dat zou doen, zodat hij ze allemaal belde om te zeggen dat ik eraan kwam. Dat doe ik altijd en het zorgt ervoor dat mensen heel open tegen je zijn, omdat ze toestemming hebben gekregen van diegene die het allemaal betreft." --------------------------------------- Hoogtepunten uit het interview "Of ik wel eens rekening hou met de komst van een Derde Wereldoorlog? De laatste dertig jaar niet" De reputatie van de VPRO was haar vooruitgesneld, want Joop van der Reijden deed mee aan het Marathoninterview met dien verstande dat er niet gevloekt zou worden: “omdat ik vind dat je als christen, als christen-democraat toch een beetje moet oppassen in welke omgeving je bent. Je hoeft geen overdreven eisen te stellen, dat is ook weer niet nodig, je moet niet de hele wereld naar je hand willen zetten, maar dat niet bij voorbaat, als je het weet, de krachttermen in de aankondiging door de lucht hoeven te vliegen, dat is ook weer niet nodig.” VPRO-radiodirecteur Jan Haasbroek vuurt om te beginnen vijftig korte vragen op Van der Reijden af “om het spannend te maken voor de luisteraars”. Eén van die vragen luidt: waarom heeft u een zwembad in de tuin? “Omdat ik een sauna in mijn tuin heb. Ik ben lang in Finland geweest en heb daar een liefde voor de sauna aan overgehouden. En na de sauna moet je in een tobbe.” Wat was het favoriete programma? Sterrenslag? Voor de sportfanaat was dat afzien. “Ja, Sterrenslag, dat is leuk om een keer aan mee te doen, maar onbevredigend, want je bent dan toch bezig met goedwillende, tweederangs sporters, en dat bevredigt niet. Ik ben helemaal niet van dat soort programma’s, maar het hoort erbij.” Als oud-staatssecretaris van gezondheidszorg uitte Van der Reijden een groot deel van het marathoninterview zijn zorgen over het zorgstelsel en de toekomst daarvan: “Ik denk dat het een illusie is om te denken dat oma nog lange tijd door de liefhebbende familieleden verzorgd gaat worden, dat is niet meer van deze tijd. Het zal de kosten van de gezondheidszorg tot enorme hoogten opstuwen. We zijn als lemmingen die onherroepelijk in zee verdrinken. Ons inhouden, niet afschaffen, zal ons enorme winst in de gezondheidszorg opleveren.” De vraag hoe we met de vergrijzing om moeten gaan, stelde Van der Reijden zich 21 jaar geleden ook al: “De vergrijzing mag je niet meer op 65, of 85 of 100 jaar leggen, de vergrijzing begint bij 45 jaar. In 1995 zullen er meer mensen aan de verkeerde kant van de leeftijdskolom zitten dan de goede kant. Daardoor wordt naar mijn mening de zorg volstrekt onbetaalbaar. Als we nu al niet grote ingrepen doen, om het zo te maken dat die mensen in elk geval verzorgd kunnen worden en de rest zichzelf zo veel mogelijk bedruipt. Dat wil zeggen: gij hebt een risicovol gedrag, dan is het aan u te bepalen hoe hoog dat risico is en dus de kosten. De arts doet niets anders dan repareren, dan een nieuwe pakking in de motor leggen, op zijn minst.” Van der Reijden heeft zich in zijn functie als staatssecretaris ook beziggehouden met de schadevergoeding voor oorlogsslachtoffers. Die procedure is hem niet in de koude kleren gaan zitten: “Het is fascinerend om te ervaren dat pakweg veertig jaar na de oorlog mensen nog zo met hun verleden bezig kunnen zijn dat ze een op zichzelf niet onredelijke vraag als ‘beschrijf nog eens even wat u hebt doorgemaakt, zodat wij kunnen beoordelen of u meer of minder uitkering moet hebben’, ervaren ze als iets krenkends en opnieuw een beschadiging van hun leefwijze. Het fascinerende is dat dat in een wetgeving en vooral in het uitvoeringsapparaat zo verschrikkelijk moeilijk is te vangen. Ik heb in de Kamer gezegd, en daar keek iedereen heel erg van op, dat wetgeving op dit gebied niet meer kan zijn dan een gesublimeerde emotie. Je praat en denkt met veel emotie over die vraagstukken en dat moet je neerleggen in wetgeving en dat zijn gewoon woordjes: ‘een’, ‘de’, ‘vele’, ‘weinige’, dat zijn de woordjes waarmee je het vast moet leggen. Dan komt de man of vrouw die het toe moet passen en de realiteit gebiedt dat we daar niet mensen aan kunnen zetten die de oorlog ook allemaal hebben meegemaakt. Die zijn gepensioneerd. Die mensen zijn jongeren en die hebben een hele andere belevingswereld en die lezen onvermijdelijk dat koele, kille stukje wetstekst en die moeten daarmee naar die gehandicapte, aangetaste medemens, dat is een fantastisch vraagstuk. Ik moet u zeggen dat ik bij dat deel van mijn portefeuille erg emotioneel betrokken bij ben geweest en dat ik mij op juist dat punt vaak zo machteloos heb gevoeld.” De oud-bestuurder maakt aan het einde van de vijf uur kenbaar dat hij graag nog over het welzijnswerk had gepraat. Over jongerenhulp en de blijf-van-mijn-lijfhuizen wil hij nog graag wat kwijt: “Ik denk dat iedereen ervan opkijkt, die toch uit een, tussen aanhalingstekens, normale omgeving, een normaal gezinsleven komt. Kunt u zich dan echt voorstellen om een vrouw van 45 jaar te ontmoeten met twee kinderen, die in haar 44e jaar, nadat ze 24 jaar getrouwd was, pas van huis wegliep, omdat haar man haar weliswaar al 24 jaar geslagen had, elke dag opnieuw, maar nu pas wegliep, omdat ze een zoon van 16 had, die nu elke dag in elkaar gebeukt werd. Nou, ik heb me dat, voordat ik op die stoel zat, gewoon niet kunnen indenken dat zo’n geval in die mate en zo vaak, zich voordeed. Ik had geen illusies, maar dat iemand de behoefte heeft elke dag zijn vrouw in elkaar te timmeren, gedurende 25 jaar, dat overschrijdt echt mijn voorstellingsvermogen.”
De kersverse ex-staatssecretaris op bezoek Eind augustus 1986 was Joop van der Reijden net anderhalve maand staatssecretaris-af. In het eerste kabinet Lubbers (1982-1986) bestierde hij met minister Elco Brinkman het Ministerie van Volksgezondheid. De benoeming tot staatssecretaris was naar eigen zeggen een volslagen verrassing. Van der Reijden, lid van de CHU dat in 1980 op was gegaan in het CDA, had tot dan toe alleen politieke ervaring opgedaan in de gemeenteraad van Oegstgeest. Hij bleef echter niet lang 'dazed and confused', want tot grote ontevredenheid van het Nederlandse volk voerde hij de 'medicijnenknaak' in: ziekenfondspatiënten moesten voor ieder medicijn fl. 2,50 extra betalen. Na het marathoninterview met Jan Haasbroek nam Van der Reijdens loopbaan een hele andere wending. Hij dook met overgave in omroepland: per 1 januari 1988 was hij voorziter van de Nederlandse Omroep Stichting, de NOS en twee jaar later deed hij een veelbesproken overstap naar Veronica, waar hij tot september 2001 voorzitter van was. Hij begeleidde Veronica uit het publieke bestel en 'ging commercieel'. Bovendien werd hij in de herfst van 1989 op stel en sprong voorzitter van Feyenoord, om de voetbalclub van een financiële ondergang te redden. ----------------------------------- Wie was Joop van der Reijden? Een flamboyante doorpakker! Joop van der Reijden werd op 7 januari 1927 geboren en was het eerste en enige kind van zijn hervormde ouders, die een wasserij in Leiden uitbaatten. Vader van der Reijden was begonnen als fabrieksarbeider en opgeklommen tot zelfstandig ondernemer. Hard werken hoorde erbij. Als kleine jongen werkte hij al mee in de zaak, waar hij meehielp om het werk te doen, dat hij als “verschrikkelijk geestdodend” betitelde. Met zijn talent voor waterpoloën kwamen ook zijn organisatorische capaciteiten boven water. Nadat hij trainer was geweest, werd hij op zijn vierentwintigste voorzitter van de Leidse zwem- en waterpolovereniging. De club, waarvan bij zijn aantreden slechts 68 mensen lid waren, telde bij zijn vertrek 1000 leden. Ook leerde hij zijn vrouw Lyd Binsbergen, een begenadigd zwemster, kennen bij de zwemvereniging. Na de HBS-B studeerde hij Economie aan de Nederlandse Economische Hogeschool, de latere Erasmus Universiteit. In 1954 rondde hij zijn studie af. Daarna ging hij twee jaar lang in militaire dienst, die hij wegens zijn studie nog niet had hoeven voldoen. Na zijn dienstperiode kon hij na eindeloos solliciteren bij de Federatie van Ziekenfondsen terecht. Hij begon als economisch medewerker. Later was hij voorzitter van zorgverzekeraar Zilveren Kruis. Daar werd duidelijk dat Van der Reijden van doorpakken hield, vaak op een harde, maar altijd op een effectieve en open manier. In 1960 werd hij secretaris voor het Bedrijfschap voor de Handel in Vee en vervolgens algemeen secretaris van het Verbond van de Nederlandse Groothandel. Hier deed hij ervaring op in het onderhandelen, iets waarin hij in latere jaren excelleerde. Vlak voor zijn toetreden tot het kabinet-Lubbers I werd hij directeur sociale zaken bij de werkgeversorganisatie VNO. In de jaren zestig werd hij lid van de noodlijdende Christen Historische Unie (CHU). Voor de CHU zat hij een tijd lang in de gemeenteraad van Oegstgeest. Toen hij in 1982 door Ruud Lubbers gevraagd werd deel te nemen aan zijn kabinet, had hij geen enkele ervaring met de Haagse slangenkuil. Hij sprak dan ook tijdens het voorlezen van ambtelijke stukken in de Tweede Kamer de hoop uit dat de aanwezige parlementariërs er wel wat van zouden begrijpen. Tijdens het debat kwamen zijn sterke punten echter wel naar voren en verbaasde hij vriend en vijand met zijn feitenkennis. Ook viel hij op door zijn onafhankelijke houding ten opzichte van zijn eigen partij. Hij kon de VVD prijzen en het CDA afvallen, zonder zich wat aan te trekken van partijpolitiek. Maar “dan mocht ik natuurlijk in de dagen erna rekenen op een boze brief van het CDA.” Zijn onafhankelijkheid bleek ook uit het zonder enige schroom nemen van maatregelen die niet goed bij de kiezers zouden kunnen vallen. De ‘medicijnenknaak’ was daar een goed voorbeeld van. Iedereen die bij het ziekenfonds was verzekerd, moest van Van der Reyden fl. 2,50 extra betalen voor elk geneesmiddel. Het kenmerkte zijn pragmatische bestuursstijl: waar gehakt moest worden, vielen spaanders. Eigenlijk was 1986 voor de loopbaan van Van der Reijden zowel een stilte ná als vóór de storm. Hij bleek van alle markten thuis te zijn. Van der Reijden begon na zijn functie als staatssecretaris aan een heel ander leven. Eerst kort als directeur van het Leyenburg-ziekenhuis in Den Haag, daarna als voetbal- en omroepbaas. Per 1 januari 1988 was de oud-staatssecretaris van Volksgezondheid voorzitter van de NOS. Door de invoering van een nieuwe Mediawet, die gelijk met zijn benoeming van kracht werd, werd hij ook president-commissaris van het NOB, het facilitair bedrijf van de publieke omroep. Dat maakte hem de machtigste man van het Nederlandse publieke bestel. Hij deed in zijn nieuwe baan al snel uitspraken die menig wenkbrauw deden fronsen. Zo was hij voor de verhoging van de omroepbijdrage. Als groot sportliefhebber zette hij zich ook in voor het behoud van de topsport op de publieke netten. Daarnaast had hij er een dagtaak aan de sterren van de publieke omroep uit handen van Joop van den Ende te houden, wat hem met de komst van RTL Veronique en later RTL 4 maar met mate lijkt te zijn gelukt. In een nota uit 1990 schreef hij dat hij met de komst van de commerciële zenders naar Nederland een zware toekomst tegemoet zag voor de publieke omroep. Omdat er maar weinig met die ideeën gedaan werd, besloot hij in 1990 op te stappen. Hij had dan intussen ook Feyenoord nog voor een financieel debacle behoed. In de herfst van 1989 werd hij halsoverkop voorzitter van de noodlijdende club en gaf de Rotterdamse voetbalvedetten te verstaan dat er “voor jou gelijk ons de financiële ruimte ontbreekt.” Toen hij drie maanden later de klus in Rotterdam geklaard had, werd hij in 1990 door Rob Out naar Veronica geloodst om voorzitter te worden. Hij combineerde die functie met die van wethouder in Oegstgeest. De omroep was al jaren ontevreden over haar plaats in het publieke bestel. Bovendien had het van het Commissariaat van de Media een straf opgelegd gekregen voor het mede financieren van RTL-Veronique. Van der Reijdens eerste missie was het terugdraaien van die straf en daar slaagde hij glansrijk in: een uitzendverbod van dertien weken werd in een uitzendverbod van twee zondagen omgezet. In 1994 stapte Veronica onder aanvoering van Van der Reijden uit het publieke bestel en ging ‘commercieel’. Op het publieke net waren de expansiemogelijkheden te klein. Doordat de kijkcijfers op de nieuwe zender achterbleven, werden de grote ambities die Veronica had met de nieuws- en actualiteitenprogramma’s, gematigd. Dat hield in dat er meer softporno werd geprogrammeerd, wat Van der Reijden de titel ‘pornobaas’ opleverde. De tv kon ook uit, was zijn repliek. Hij vond zichzelf ook niet bepaald tot de Veronica-doelgroep behoren. Van der Reyden en zijn omroep overspeelden hun hand definitief in 1999 door uit het pact met de Holland Media Groep te stappen en alleen verder te gaan. Samenwerkingsoverleg met SBS liep stuk, maar SBS had de zender V8 al. Wat Veronica restte was het veelgelezen programmablad en dat was het dan. Van der Reijden werd verweten dat hij de ondergang van Veronica had bespoedigd. “Ach, het is net als met voetbaltrainers. Als je een wedstrijd verliest, staat er een emmer stront voor je klaar.” Per 1 september 2001 legde Van der Reijden zijn functie als voorzitter van Veronica neer. Overigens niet om met pensioen te gaan, want hij werd waarnemend burgemeester van Valkenburg in Zuid-Holland. Hij voelde niet de behoefte om er de nadagen van zijn carrière op een rustige, gelijkmatige manier door te brengen, want hij leidde meteen het verzet tegen de sluiting van het marinevliegveld Valkenburg. Hij slaagde daar uiteindelijk niet in, maar niet zonder het sluitingsproces danig te stagneren en de provinciale bestuurders met allerlei verrassingsacties tot wanhoop te brengen. In 1989 was zijn vrouw Lyd hem ontvallen. Hij compenseerde naar eigen zeggen het verlies door twee keer zo hard te werken. In 1993 trad hij met NOS-medewerkster Trix van Huystee in het huwelijk. De flamboyante bestuurder stierf op 3 februari 2006. --------------------------------------- Jan Haasbroek over zijn interview "Genoeg om over te praten" "Ik vond Van der Reijden wel een interessante man. Een rare man, heel open, niet echt een typische christen-democraat. Dat zag je wel aan wat hij later allemaal bij Veronica deed. Toen ik hem interviewde was hij net staats-secretaris af. En hij had ook in de varkens gezeten. Genoeg om over te praten dus. Maar het was tien jaar later wel een interessantere persoon om te interviewen, na alles wat hij na het marathoninterview in Hilversum had gedaan. Ik stelde aan het begin van het interview vijftig korte vragen. Ik probeerde de formule uit. Het was handig voor de luisteraars om iemand eerst een beetje te leren kennen, voordat je het over allerlei beleidsproblemen gaat hebben. Hij bleek een ietwat saaie man, maar dat maakt niet uit, want je komt er wel achter wat voor persoon iemand is, als ie zegt dat ie nooit naar de film gaat. Verder had ik het gesprek natuurlijk heel goed gestructureerd. Ik heb de mensen in de omgeving van Van der Reijden gebeld. Dat had ik hem eerst wel gezegd dat ik dat zou doen, zodat hij ze allemaal belde om te zeggen dat ik eraan kwam. Dat doe ik altijd en het zorgt ervoor dat mensen heel open tegen je zijn, omdat ze toestemming hebben gekregen van diegene die het allemaal betreft." --------------------------------------- Hoogtepunten uit het interview "Of ik wel eens rekening hou met de komst van een Derde Wereldoorlog? De laatste dertig jaar niet" De reputatie van de VPRO was haar vooruitgesneld, want Joop van der Reijden deed mee aan het Marathoninterview met dien verstande dat er niet gevloekt zou worden: “omdat ik vind dat je als christen, als christen-democraat toch een beetje moet oppassen in welke omgeving je bent. Je hoeft geen overdreven eisen te stellen, dat is ook weer niet nodig, je moet niet de hele wereld naar je hand willen zetten, maar dat niet bij voorbaat, als je het weet, de krachttermen in de aankondiging door de lucht hoeven te vliegen, dat is ook weer niet nodig.” VPRO-radiodirecteur Jan Haasbroek vuurt om te beginnen vijftig korte vragen op Van der Reijden af “om het spannend te maken voor de luisteraars”. Eén van die vragen luidt: waarom heeft u een zwembad in de tuin? “Omdat ik een sauna in mijn tuin heb. Ik ben lang in Finland geweest en heb daar een liefde voor de sauna aan overgehouden. En na de sauna moet je in een tobbe.” Wat was het favoriete programma? Sterrenslag? Voor de sportfanaat was dat afzien. “Ja, Sterrenslag, dat is leuk om een keer aan mee te doen, maar onbevredigend, want je bent dan toch bezig met goedwillende, tweederangs sporters, en dat bevredigt niet. Ik ben helemaal niet van dat soort programma’s, maar het hoort erbij.” Als oud-staatssecretaris van gezondheidszorg uitte Van der Reijden een groot deel van het marathoninterview zijn zorgen over het zorgstelsel en de toekomst daarvan: “Ik denk dat het een illusie is om te denken dat oma nog lange tijd door de liefhebbende familieleden verzorgd gaat worden, dat is niet meer van deze tijd. Het zal de kosten van de gezondheidszorg tot enorme hoogten opstuwen. We zijn als lemmingen die onherroepelijk in zee verdrinken. Ons inhouden, niet afschaffen, zal ons enorme winst in de gezondheidszorg opleveren.” De vraag hoe we met de vergrijzing om moeten gaan, stelde Van der Reijden zich 21 jaar geleden ook al: “De vergrijzing mag je niet meer op 65, of 85 of 100 jaar leggen, de vergrijzing begint bij 45 jaar. In 1995 zullen er meer mensen aan de verkeerde kant van de leeftijdskolom zitten dan de goede kant. Daardoor wordt naar mijn mening de zorg volstrekt onbetaalbaar. Als we nu al niet grote ingrepen doen, om het zo te maken dat die mensen in elk geval verzorgd kunnen worden en de rest zichzelf zo veel mogelijk bedruipt. Dat wil zeggen: gij hebt een risicovol gedrag, dan is het aan u te bepalen hoe hoog dat risico is en dus de kosten. De arts doet niets anders dan repareren, dan een nieuwe pakking in de motor leggen, op zijn minst.” Van der Reijden heeft zich in zijn functie als staatssecretaris ook beziggehouden met de schadevergoeding voor oorlogsslachtoffers. Die procedure is hem niet in de koude kleren gaan zitten: “Het is fascinerend om te ervaren dat pakweg veertig jaar na de oorlog mensen nog zo met hun verleden bezig kunnen zijn dat ze een op zichzelf niet onredelijke vraag als ‘beschrijf nog eens even wat u hebt doorgemaakt, zodat wij kunnen beoordelen of u meer of minder uitkering moet hebben’, ervaren ze als iets krenkends en opnieuw een beschadiging van hun leefwijze. Het fascinerende is dat dat in een wetgeving en vooral in het uitvoeringsapparaat zo verschrikkelijk moeilijk is te vangen. Ik heb in de Kamer gezegd, en daar keek iedereen heel erg van op, dat wetgeving op dit gebied niet meer kan zijn dan een gesublimeerde emotie. Je praat en denkt met veel emotie over die vraagstukken en dat moet je neerleggen in wetgeving en dat zijn gewoon woordjes: ‘een’, ‘de’, ‘vele’, ‘weinige’, dat zijn de woordjes waarmee je het vast moet leggen. Dan komt de man of vrouw die het toe moet passen en de realiteit gebiedt dat we daar niet mensen aan kunnen zetten die de oorlog ook allemaal hebben meegemaakt. Die zijn gepensioneerd. Die mensen zijn jongeren en die hebben een hele andere belevingswereld en die lezen onvermijdelijk dat koele, kille stukje wetstekst en die moeten daarmee naar die gehandicapte, aangetaste medemens, dat is een fantastisch vraagstuk. Ik moet u zeggen dat ik bij dat deel van mijn portefeuille erg emotioneel betrokken bij ben geweest en dat ik mij op juist dat punt vaak zo machteloos heb gevoeld.” De oud-bestuurder maakt aan het einde van de vijf uur kenbaar dat hij graag nog over het welzijnswerk had gepraat. Over jongerenhulp en de blijf-van-mijn-lijfhuizen wil hij nog graag wat kwijt: “Ik denk dat iedereen ervan opkijkt, die toch uit een, tussen aanhalingstekens, normale omgeving, een normaal gezinsleven komt. Kunt u zich dan echt voorstellen om een vrouw van 45 jaar te ontmoeten met twee kinderen, die in haar 44e jaar, nadat ze 24 jaar getrouwd was, pas van huis wegliep, omdat haar man haar weliswaar al 24 jaar geslagen had, elke dag opnieuw, maar nu pas wegliep, omdat ze een zoon van 16 had, die nu elke dag in elkaar gebeukt werd. Nou, ik heb me dat, voordat ik op die stoel zat, gewoon niet kunnen indenken dat zo’n geval in die mate en zo vaak, zich voordeed. Ik had geen illusies, maar dat iemand de behoefte heeft elke dag zijn vrouw in elkaar te timmeren, gedurende 25 jaar, dat overschrijdt echt mijn voorstellingsvermogen.”
De kersverse ex-staatssecretaris op bezoek Eind augustus 1986 was Joop van der Reijden net anderhalve maand staatssecretaris-af. In het eerste kabinet Lubbers (1982-1986) bestierde hij met minister Elco Brinkman het Ministerie van Volksgezondheid. De benoeming tot staatssecretaris was naar eigen zeggen een volslagen verrassing. Van der Reijden, lid van de CHU dat in 1980 op was gegaan in het CDA, had tot dan toe alleen politieke ervaring opgedaan in de gemeenteraad van Oegstgeest. Hij bleef echter niet lang 'dazed and confused', want tot grote ontevredenheid van het Nederlandse volk voerde hij de 'medicijnenknaak' in: ziekenfondspatiënten moesten voor ieder medicijn fl. 2,50 extra betalen. Na het marathoninterview met Jan Haasbroek nam Van der Reijdens loopbaan een hele andere wending. Hij dook met overgave in omroepland: per 1 januari 1988 was hij voorziter van de Nederlandse Omroep Stichting, de NOS en twee jaar later deed hij een veelbesproken overstap naar Veronica, waar hij tot september 2001 voorzitter van was. Hij begeleidde Veronica uit het publieke bestel en 'ging commercieel'. Bovendien werd hij in de herfst van 1989 op stel en sprong voorzitter van Feyenoord, om de voetbalclub van een financiële ondergang te redden. ----------------------------------- Wie was Joop van der Reijden? Een flamboyante doorpakker! Joop van der Reijden werd op 7 januari 1927 geboren en was het eerste en enige kind van zijn hervormde ouders, die een wasserij in Leiden uitbaatten. Vader van der Reijden was begonnen als fabrieksarbeider en opgeklommen tot zelfstandig ondernemer. Hard werken hoorde erbij. Als kleine jongen werkte hij al mee in de zaak, waar hij meehielp om het werk te doen, dat hij als “verschrikkelijk geestdodend” betitelde. Met zijn talent voor waterpoloën kwamen ook zijn organisatorische capaciteiten boven water. Nadat hij trainer was geweest, werd hij op zijn vierentwintigste voorzitter van de Leidse zwem- en waterpolovereniging. De club, waarvan bij zijn aantreden slechts 68 mensen lid waren, telde bij zijn vertrek 1000 leden. Ook leerde hij zijn vrouw Lyd Binsbergen, een begenadigd zwemster, kennen bij de zwemvereniging. Na de HBS-B studeerde hij Economie aan de Nederlandse Economische Hogeschool, de latere Erasmus Universiteit. In 1954 rondde hij zijn studie af. Daarna ging hij twee jaar lang in militaire dienst, die hij wegens zijn studie nog niet had hoeven voldoen. Na zijn dienstperiode kon hij na eindeloos solliciteren bij de Federatie van Ziekenfondsen terecht. Hij begon als economisch medewerker. Later was hij voorzitter van zorgverzekeraar Zilveren Kruis. Daar werd duidelijk dat Van der Reijden van doorpakken hield, vaak op een harde, maar altijd op een effectieve en open manier. In 1960 werd hij secretaris voor het Bedrijfschap voor de Handel in Vee en vervolgens algemeen secretaris van het Verbond van de Nederlandse Groothandel. Hier deed hij ervaring op in het onderhandelen, iets waarin hij in latere jaren excelleerde. Vlak voor zijn toetreden tot het kabinet-Lubbers I werd hij directeur sociale zaken bij de werkgeversorganisatie VNO. In de jaren zestig werd hij lid van de noodlijdende Christen Historische Unie (CHU). Voor de CHU zat hij een tijd lang in de gemeenteraad van Oegstgeest. Toen hij in 1982 door Ruud Lubbers gevraagd werd deel te nemen aan zijn kabinet, had hij geen enkele ervaring met de Haagse slangenkuil. Hij sprak dan ook tijdens het voorlezen van ambtelijke stukken in de Tweede Kamer de hoop uit dat de aanwezige parlementariërs er wel wat van zouden begrijpen. Tijdens het debat kwamen zijn sterke punten echter wel naar voren en verbaasde hij vriend en vijand met zijn feitenkennis. Ook viel hij op door zijn onafhankelijke houding ten opzichte van zijn eigen partij. Hij kon de VVD prijzen en het CDA afvallen, zonder zich wat aan te trekken van partijpolitiek. Maar “dan mocht ik natuurlijk in de dagen erna rekenen op een boze brief van het CDA.” Zijn onafhankelijkheid bleek ook uit het zonder enige schroom nemen van maatregelen die niet goed bij de kiezers zouden kunnen vallen. De ‘medicijnenknaak’ was daar een goed voorbeeld van. Iedereen die bij het ziekenfonds was verzekerd, moest van Van der Reyden fl. 2,50 extra betalen voor elk geneesmiddel. Het kenmerkte zijn pragmatische bestuursstijl: waar gehakt moest worden, vielen spaanders. Eigenlijk was 1986 voor de loopbaan van Van der Reijden zowel een stilte ná als vóór de storm. Hij bleek van alle markten thuis te zijn. Van der Reijden begon na zijn functie als staatssecretaris aan een heel ander leven. Eerst kort als directeur van het Leyenburg-ziekenhuis in Den Haag, daarna als voetbal- en omroepbaas. Per 1 januari 1988 was de oud-staatssecretaris van Volksgezondheid voorzitter van de NOS. Door de invoering van een nieuwe Mediawet, die gelijk met zijn benoeming van kracht werd, werd hij ook president-commissaris van het NOB, het facilitair bedrijf van de publieke omroep. Dat maakte hem de machtigste man van het Nederlandse publieke bestel. Hij deed in zijn nieuwe baan al snel uitspraken die menig wenkbrauw deden fronsen. Zo was hij voor de verhoging van de omroepbijdrage. Als groot sportliefhebber zette hij zich ook in voor het behoud van de topsport op de publieke netten. Daarnaast had hij er een dagtaak aan de sterren van de publieke omroep uit handen van Joop van den Ende te houden, wat hem met de komst van RTL Veronique en later RTL 4 maar met mate lijkt te zijn gelukt. In een nota uit 1990 schreef hij dat hij met de komst van de commerciële zenders naar Nederland een zware toekomst tegemoet zag voor de publieke omroep. Omdat er maar weinig met die ideeën gedaan werd, besloot hij in 1990 op te stappen. Hij had dan intussen ook Feyenoord nog voor een financieel debacle behoed. In de herfst van 1989 werd hij halsoverkop voorzitter van de noodlijdende club en gaf de Rotterdamse voetbalvedetten te verstaan dat er “voor jou gelijk ons de financiële ruimte ontbreekt.” Toen hij drie maanden later de klus in Rotterdam geklaard had, werd hij in 1990 door Rob Out naar Veronica geloodst om voorzitter te worden. Hij combineerde die functie met die van wethouder in Oegstgeest. De omroep was al jaren ontevreden over haar plaats in het publieke bestel. Bovendien had het van het Commissariaat van de Media een straf opgelegd gekregen voor het mede financieren van RTL-Veronique. Van der Reijdens eerste missie was het terugdraaien van die straf en daar slaagde hij glansrijk in: een uitzendverbod van dertien weken werd in een uitzendverbod van twee zondagen omgezet. In 1994 stapte Veronica onder aanvoering van Van der Reijden uit het publieke bestel en ging ‘commercieel’. Op het publieke net waren de expansiemogelijkheden te klein. Doordat de kijkcijfers op de nieuwe zender achterbleven, werden de grote ambities die Veronica had met de nieuws- en actualiteitenprogramma’s, gematigd. Dat hield in dat er meer softporno werd geprogrammeerd, wat Van der Reijden de titel ‘pornobaas’ opleverde. De tv kon ook uit, was zijn repliek. Hij vond zichzelf ook niet bepaald tot de Veronica-doelgroep behoren. Van der Reyden en zijn omroep overspeelden hun hand definitief in 1999 door uit het pact met de Holland Media Groep te stappen en alleen verder te gaan. Samenwerkingsoverleg met SBS liep stuk, maar SBS had de zender V8 al. Wat Veronica restte was het veelgelezen programmablad en dat was het dan. Van der Reijden werd verweten dat hij de ondergang van Veronica had bespoedigd. “Ach, het is net als met voetbaltrainers. Als je een wedstrijd verliest, staat er een emmer stront voor je klaar.” Per 1 september 2001 legde Van der Reijden zijn functie als voorzitter van Veronica neer. Overigens niet om met pensioen te gaan, want hij werd waarnemend burgemeester van Valkenburg in Zuid-Holland. Hij voelde niet de behoefte om er de nadagen van zijn carrière op een rustige, gelijkmatige manier door te brengen, want hij leidde meteen het verzet tegen de sluiting van het marinevliegveld Valkenburg. Hij slaagde daar uiteindelijk niet in, maar niet zonder het sluitingsproces danig te stagneren en de provinciale bestuurders met allerlei verrassingsacties tot wanhoop te brengen. In 1989 was zijn vrouw Lyd hem ontvallen. Hij compenseerde naar eigen zeggen het verlies door twee keer zo hard te werken. In 1993 trad hij met NOS-medewerkster Trix van Huystee in het huwelijk. De flamboyante bestuurder stierf op 3 februari 2006. --------------------------------------- Jan Haasbroek over zijn interview "Genoeg om over te praten" "Ik vond Van der Reijden wel een interessante man. Een rare man, heel open, niet echt een typische christen-democraat. Dat zag je wel aan wat hij later allemaal bij Veronica deed. Toen ik hem interviewde was hij net staats-secretaris af. En hij had ook in de varkens gezeten. Genoeg om over te praten dus. Maar het was tien jaar later wel een interessantere persoon om te interviewen, na alles wat hij na het marathoninterview in Hilversum had gedaan. Ik stelde aan het begin van het interview vijftig korte vragen. Ik probeerde de formule uit. Het was handig voor de luisteraars om iemand eerst een beetje te leren kennen, voordat je het over allerlei beleidsproblemen gaat hebben. Hij bleek een ietwat saaie man, maar dat maakt niet uit, want je komt er wel achter wat voor persoon iemand is, als ie zegt dat ie nooit naar de film gaat. Verder had ik het gesprek natuurlijk heel goed gestructureerd. Ik heb de mensen in de omgeving van Van der Reijden gebeld. Dat had ik hem eerst wel gezegd dat ik dat zou doen, zodat hij ze allemaal belde om te zeggen dat ik eraan kwam. Dat doe ik altijd en het zorgt ervoor dat mensen heel open tegen je zijn, omdat ze toestemming hebben gekregen van diegene die het allemaal betreft." --------------------------------------- Hoogtepunten uit het interview "Of ik wel eens rekening hou met de komst van een Derde Wereldoorlog? De laatste dertig jaar niet" De reputatie van de VPRO was haar vooruitgesneld, want Joop van der Reijden deed mee aan het Marathoninterview met dien verstande dat er niet gevloekt zou worden: “omdat ik vind dat je als christen, als christen-democraat toch een beetje moet oppassen in welke omgeving je bent. Je hoeft geen overdreven eisen te stellen, dat is ook weer niet nodig, je moet niet de hele wereld naar je hand willen zetten, maar dat niet bij voorbaat, als je het weet, de krachttermen in de aankondiging door de lucht hoeven te vliegen, dat is ook weer niet nodig.” VPRO-radiodirecteur Jan Haasbroek vuurt om te beginnen vijftig korte vragen op Van der Reijden af “om het spannend te maken voor de luisteraars”. Eén van die vragen luidt: waarom heeft u een zwembad in de tuin? “Omdat ik een sauna in mijn tuin heb. Ik ben lang in Finland geweest en heb daar een liefde voor de sauna aan overgehouden. En na de sauna moet je in een tobbe.” Wat was het favoriete programma? Sterrenslag? Voor de sportfanaat was dat afzien. “Ja, Sterrenslag, dat is leuk om een keer aan mee te doen, maar onbevredigend, want je bent dan toch bezig met goedwillende, tweederangs sporters, en dat bevredigt niet. Ik ben helemaal niet van dat soort programma’s, maar het hoort erbij.” Als oud-staatssecretaris van gezondheidszorg uitte Van der Reijden een groot deel van het marathoninterview zijn zorgen over het zorgstelsel en de toekomst daarvan: “Ik denk dat het een illusie is om te denken dat oma nog lange tijd door de liefhebbende familieleden verzorgd gaat worden, dat is niet meer van deze tijd. Het zal de kosten van de gezondheidszorg tot enorme hoogten opstuwen. We zijn als lemmingen die onherroepelijk in zee verdrinken. Ons inhouden, niet afschaffen, zal ons enorme winst in de gezondheidszorg opleveren.” De vraag hoe we met de vergrijzing om moeten gaan, stelde Van der Reijden zich 21 jaar geleden ook al: “De vergrijzing mag je niet meer op 65, of 85 of 100 jaar leggen, de vergrijzing begint bij 45 jaar. In 1995 zullen er meer mensen aan de verkeerde kant van de leeftijdskolom zitten dan de goede kant. Daardoor wordt naar mijn mening de zorg volstrekt onbetaalbaar. Als we nu al niet grote ingrepen doen, om het zo te maken dat die mensen in elk geval verzorgd kunnen worden en de rest zichzelf zo veel mogelijk bedruipt. Dat wil zeggen: gij hebt een risicovol gedrag, dan is het aan u te bepalen hoe hoog dat risico is en dus de kosten. De arts doet niets anders dan repareren, dan een nieuwe pakking in de motor leggen, op zijn minst.” Van der Reijden heeft zich in zijn functie als staatssecretaris ook beziggehouden met de schadevergoeding voor oorlogsslachtoffers. Die procedure is hem niet in de koude kleren gaan zitten: “Het is fascinerend om te ervaren dat pakweg veertig jaar na de oorlog mensen nog zo met hun verleden bezig kunnen zijn dat ze een op zichzelf niet onredelijke vraag als ‘beschrijf nog eens even wat u hebt doorgemaakt, zodat wij kunnen beoordelen of u meer of minder uitkering moet hebben’, ervaren ze als iets krenkends en opnieuw een beschadiging van hun leefwijze. Het fascinerende is dat dat in een wetgeving en vooral in het uitvoeringsapparaat zo verschrikkelijk moeilijk is te vangen. Ik heb in de Kamer gezegd, en daar keek iedereen heel erg van op, dat wetgeving op dit gebied niet meer kan zijn dan een gesublimeerde emotie. Je praat en denkt met veel emotie over die vraagstukken en dat moet je neerleggen in wetgeving en dat zijn gewoon woordjes: ‘een’, ‘de’, ‘vele’, ‘weinige’, dat zijn de woordjes waarmee je het vast moet leggen. Dan komt de man of vrouw die het toe moet passen en de realiteit gebiedt dat we daar niet mensen aan kunnen zetten die de oorlog ook allemaal hebben meegemaakt. Die zijn gepensioneerd. Die mensen zijn jongeren en die hebben een hele andere belevingswereld en die lezen onvermijdelijk dat koele, kille stukje wetstekst en die moeten daarmee naar die gehandicapte, aangetaste medemens, dat is een fantastisch vraagstuk. Ik moet u zeggen dat ik bij dat deel van mijn portefeuille erg emotioneel betrokken bij ben geweest en dat ik mij op juist dat punt vaak zo machteloos heb gevoeld.” De oud-bestuurder maakt aan het einde van de vijf uur kenbaar dat hij graag nog over het welzijnswerk had gepraat. Over jongerenhulp en de blijf-van-mijn-lijfhuizen wil hij nog graag wat kwijt: “Ik denk dat iedereen ervan opkijkt, die toch uit een, tussen aanhalingstekens, normale omgeving, een normaal gezinsleven komt. Kunt u zich dan echt voorstellen om een vrouw van 45 jaar te ontmoeten met twee kinderen, die in haar 44e jaar, nadat ze 24 jaar getrouwd was, pas van huis wegliep, omdat haar man haar weliswaar al 24 jaar geslagen had, elke dag opnieuw, maar nu pas wegliep, omdat ze een zoon van 16 had, die nu elke dag in elkaar gebeukt werd. Nou, ik heb me dat, voordat ik op die stoel zat, gewoon niet kunnen indenken dat zo’n geval in die mate en zo vaak, zich voordeed. Ik had geen illusies, maar dat iemand de behoefte heeft elke dag zijn vrouw in elkaar te timmeren, gedurende 25 jaar, dat overschrijdt echt mijn voorstellingsvermogen.”
De kersverse ex-staatssecretaris op bezoek Eind augustus 1986 was Joop van der Reijden net anderhalve maand staatssecretaris-af. In het eerste kabinet Lubbers (1982-1986) bestierde hij met minister Elco Brinkman het Ministerie van Volksgezondheid. De benoeming tot staatssecretaris was naar eigen zeggen een volslagen verrassing. Van der Reijden, lid van de CHU dat in 1980 op was gegaan in het CDA, had tot dan toe alleen politieke ervaring opgedaan in de gemeenteraad van Oegstgeest. Hij bleef echter niet lang 'dazed and confused', want tot grote ontevredenheid van het Nederlandse volk voerde hij de 'medicijnenknaak' in: ziekenfondspatiënten moesten voor ieder medicijn fl. 2,50 extra betalen. Na het marathoninterview met Jan Haasbroek nam Van der Reijdens loopbaan een hele andere wending. Hij dook met overgave in omroepland: per 1 januari 1988 was hij voorziter van de Nederlandse Omroep Stichting, de NOS en twee jaar later deed hij een veelbesproken overstap naar Veronica, waar hij tot september 2001 voorzitter van was. Hij begeleidde Veronica uit het publieke bestel en 'ging commercieel'. Bovendien werd hij in de herfst van 1989 op stel en sprong voorzitter van Feyenoord, om de voetbalclub van een financiële ondergang te redden. ----------------------------------- Wie was Joop van der Reijden? Een flamboyante doorpakker! Joop van der Reijden werd op 7 januari 1927 geboren en was het eerste en enige kind van zijn hervormde ouders, die een wasserij in Leiden uitbaatten. Vader van der Reijden was begonnen als fabrieksarbeider en opgeklommen tot zelfstandig ondernemer. Hard werken hoorde erbij. Als kleine jongen werkte hij al mee in de zaak, waar hij meehielp om het werk te doen, dat hij als “verschrikkelijk geestdodend” betitelde. Met zijn talent voor waterpoloën kwamen ook zijn organisatorische capaciteiten boven water. Nadat hij trainer was geweest, werd hij op zijn vierentwintigste voorzitter van de Leidse zwem- en waterpolovereniging. De club, waarvan bij zijn aantreden slechts 68 mensen lid waren, telde bij zijn vertrek 1000 leden. Ook leerde hij zijn vrouw Lyd Binsbergen, een begenadigd zwemster, kennen bij de zwemvereniging. Na de HBS-B studeerde hij Economie aan de Nederlandse Economische Hogeschool, de latere Erasmus Universiteit. In 1954 rondde hij zijn studie af. Daarna ging hij twee jaar lang in militaire dienst, die hij wegens zijn studie nog niet had hoeven voldoen. Na zijn dienstperiode kon hij na eindeloos solliciteren bij de Federatie van Ziekenfondsen terecht. Hij begon als economisch medewerker. Later was hij voorzitter van zorgverzekeraar Zilveren Kruis. Daar werd duidelijk dat Van der Reijden van doorpakken hield, vaak op een harde, maar altijd op een effectieve en open manier. In 1960 werd hij secretaris voor het Bedrijfschap voor de Handel in Vee en vervolgens algemeen secretaris van het Verbond van de Nederlandse Groothandel. Hier deed hij ervaring op in het onderhandelen, iets waarin hij in latere jaren excelleerde. Vlak voor zijn toetreden tot het kabinet-Lubbers I werd hij directeur sociale zaken bij de werkgeversorganisatie VNO. In de jaren zestig werd hij lid van de noodlijdende Christen Historische Unie (CHU). Voor de CHU zat hij een tijd lang in de gemeenteraad van Oegstgeest. Toen hij in 1982 door Ruud Lubbers gevraagd werd deel te nemen aan zijn kabinet, had hij geen enkele ervaring met de Haagse slangenkuil. Hij sprak dan ook tijdens het voorlezen van ambtelijke stukken in de Tweede Kamer de hoop uit dat de aanwezige parlementariërs er wel wat van zouden begrijpen. Tijdens het debat kwamen zijn sterke punten echter wel naar voren en verbaasde hij vriend en vijand met zijn feitenkennis. Ook viel hij op door zijn onafhankelijke houding ten opzichte van zijn eigen partij. Hij kon de VVD prijzen en het CDA afvallen, zonder zich wat aan te trekken van partijpolitiek. Maar “dan mocht ik natuurlijk in de dagen erna rekenen op een boze brief van het CDA.” Zijn onafhankelijkheid bleek ook uit het zonder enige schroom nemen van maatregelen die niet goed bij de kiezers zouden kunnen vallen. De ‘medicijnenknaak’ was daar een goed voorbeeld van. Iedereen die bij het ziekenfonds was verzekerd, moest van Van der Reyden fl. 2,50 extra betalen voor elk geneesmiddel. Het kenmerkte zijn pragmatische bestuursstijl: waar gehakt moest worden, vielen spaanders. Eigenlijk was 1986 voor de loopbaan van Van der Reijden zowel een stilte ná als vóór de storm. Hij bleek van alle markten thuis te zijn. Van der Reijden begon na zijn functie als staatssecretaris aan een heel ander leven. Eerst kort als directeur van het Leyenburg-ziekenhuis in Den Haag, daarna als voetbal- en omroepbaas. Per 1 januari 1988 was de oud-staatssecretaris van Volksgezondheid voorzitter van de NOS. Door de invoering van een nieuwe Mediawet, die gelijk met zijn benoeming van kracht werd, werd hij ook president-commissaris van het NOB, het facilitair bedrijf van de publieke omroep. Dat maakte hem de machtigste man van het Nederlandse publieke bestel. Hij deed in zijn nieuwe baan al snel uitspraken die menig wenkbrauw deden fronsen. Zo was hij voor de verhoging van de omroepbijdrage. Als groot sportliefhebber zette hij zich ook in voor het behoud van de topsport op de publieke netten. Daarnaast had hij er een dagtaak aan de sterren van de publieke omroep uit handen van Joop van den Ende te houden, wat hem met de komst van RTL Veronique en later RTL 4 maar met mate lijkt te zijn gelukt. In een nota uit 1990 schreef hij dat hij met de komst van de commerciële zenders naar Nederland een zware toekomst tegemoet zag voor de publieke omroep. Omdat er maar weinig met die ideeën gedaan werd, besloot hij in 1990 op te stappen. Hij had dan intussen ook Feyenoord nog voor een financieel debacle behoed. In de herfst van 1989 werd hij halsoverkop voorzitter van de noodlijdende club en gaf de Rotterdamse voetbalvedetten te verstaan dat er “voor jou gelijk ons de financiële ruimte ontbreekt.” Toen hij drie maanden later de klus in Rotterdam geklaard had, werd hij in 1990 door Rob Out naar Veronica geloodst om voorzitter te worden. Hij combineerde die functie met die van wethouder in Oegstgeest. De omroep was al jaren ontevreden over haar plaats in het publieke bestel. Bovendien had het van het Commissariaat van de Media een straf opgelegd gekregen voor het mede financieren van RTL-Veronique. Van der Reijdens eerste missie was het terugdraaien van die straf en daar slaagde hij glansrijk in: een uitzendverbod van dertien weken werd in een uitzendverbod van twee zondagen omgezet. In 1994 stapte Veronica onder aanvoering van Van der Reijden uit het publieke bestel en ging ‘commercieel’. Op het publieke net waren de expansiemogelijkheden te klein. Doordat de kijkcijfers op de nieuwe zender achterbleven, werden de grote ambities die Veronica had met de nieuws- en actualiteitenprogramma’s, gematigd. Dat hield in dat er meer softporno werd geprogrammeerd, wat Van der Reijden de titel ‘pornobaas’ opleverde. De tv kon ook uit, was zijn repliek. Hij vond zichzelf ook niet bepaald tot de Veronica-doelgroep behoren. Van der Reyden en zijn omroep overspeelden hun hand definitief in 1999 door uit het pact met de Holland Media Groep te stappen en alleen verder te gaan. Samenwerkingsoverleg met SBS liep stuk, maar SBS had de zender V8 al. Wat Veronica restte was het veelgelezen programmablad en dat was het dan. Van der Reijden werd verweten dat hij de ondergang van Veronica had bespoedigd. “Ach, het is net als met voetbaltrainers. Als je een wedstrijd verliest, staat er een emmer stront voor je klaar.” Per 1 september 2001 legde Van der Reijden zijn functie als voorzitter van Veronica neer. Overigens niet om met pensioen te gaan, want hij werd waarnemend burgemeester van Valkenburg in Zuid-Holland. Hij voelde niet de behoefte om er de nadagen van zijn carrière op een rustige, gelijkmatige manier door te brengen, want hij leidde meteen het verzet tegen de sluiting van het marinevliegveld Valkenburg. Hij slaagde daar uiteindelijk niet in, maar niet zonder het sluitingsproces danig te stagneren en de provinciale bestuurders met allerlei verrassingsacties tot wanhoop te brengen. In 1989 was zijn vrouw Lyd hem ontvallen. Hij compenseerde naar eigen zeggen het verlies door twee keer zo hard te werken. In 1993 trad hij met NOS-medewerkster Trix van Huystee in het huwelijk. De flamboyante bestuurder stierf op 3 februari 2006. --------------------------------------- Jan Haasbroek over zijn interview "Genoeg om over te praten" "Ik vond Van der Reijden wel een interessante man. Een rare man, heel open, niet echt een typische christen-democraat. Dat zag je wel aan wat hij later allemaal bij Veronica deed. Toen ik hem interviewde was hij net staats-secretaris af. En hij had ook in de varkens gezeten. Genoeg om over te praten dus. Maar het was tien jaar later wel een interessantere persoon om te interviewen, na alles wat hij na het marathoninterview in Hilversum had gedaan. Ik stelde aan het begin van het interview vijftig korte vragen. Ik probeerde de formule uit. Het was handig voor de luisteraars om iemand eerst een beetje te leren kennen, voordat je het over allerlei beleidsproblemen gaat hebben. Hij bleek een ietwat saaie man, maar dat maakt niet uit, want je komt er wel achter wat voor persoon iemand is, als ie zegt dat ie nooit naar de film gaat. Verder had ik het gesprek natuurlijk heel goed gestructureerd. Ik heb de mensen in de omgeving van Van der Reijden gebeld. Dat had ik hem eerst wel gezegd dat ik dat zou doen, zodat hij ze allemaal belde om te zeggen dat ik eraan kwam. Dat doe ik altijd en het zorgt ervoor dat mensen heel open tegen je zijn, omdat ze toestemming hebben gekregen van diegene die het allemaal betreft." --------------------------------------- Hoogtepunten uit het interview "Of ik wel eens rekening hou met de komst van een Derde Wereldoorlog? De laatste dertig jaar niet" De reputatie van de VPRO was haar vooruitgesneld, want Joop van der Reijden deed mee aan het Marathoninterview met dien verstande dat er niet gevloekt zou worden: “omdat ik vind dat je als christen, als christen-democraat toch een beetje moet oppassen in welke omgeving je bent. Je hoeft geen overdreven eisen te stellen, dat is ook weer niet nodig, je moet niet de hele wereld naar je hand willen zetten, maar dat niet bij voorbaat, als je het weet, de krachttermen in de aankondiging door de lucht hoeven te vliegen, dat is ook weer niet nodig.” VPRO-radiodirecteur Jan Haasbroek vuurt om te beginnen vijftig korte vragen op Van der Reijden af “om het spannend te maken voor de luisteraars”. Eén van die vragen luidt: waarom heeft u een zwembad in de tuin? “Omdat ik een sauna in mijn tuin heb. Ik ben lang in Finland geweest en heb daar een liefde voor de sauna aan overgehouden. En na de sauna moet je in een tobbe.” Wat was het favoriete programma? Sterrenslag? Voor de sportfanaat was dat afzien. “Ja, Sterrenslag, dat is leuk om een keer aan mee te doen, maar onbevredigend, want je bent dan toch bezig met goedwillende, tweederangs sporters, en dat bevredigt niet. Ik ben helemaal niet van dat soort programma’s, maar het hoort erbij.” Als oud-staatssecretaris van gezondheidszorg uitte Van der Reijden een groot deel van het marathoninterview zijn zorgen over het zorgstelsel en de toekomst daarvan: “Ik denk dat het een illusie is om te denken dat oma nog lange tijd door de liefhebbende familieleden verzorgd gaat worden, dat is niet meer van deze tijd. Het zal de kosten van de gezondheidszorg tot enorme hoogten opstuwen. We zijn als lemmingen die onherroepelijk in zee verdrinken. Ons inhouden, niet afschaffen, zal ons enorme winst in de gezondheidszorg opleveren.” De vraag hoe we met de vergrijzing om moeten gaan, stelde Van der Reijden zich 21 jaar geleden ook al: “De vergrijzing mag je niet meer op 65, of 85 of 100 jaar leggen, de vergrijzing begint bij 45 jaar. In 1995 zullen er meer mensen aan de verkeerde kant van de leeftijdskolom zitten dan de goede kant. Daardoor wordt naar mijn mening de zorg volstrekt onbetaalbaar. Als we nu al niet grote ingrepen doen, om het zo te maken dat die mensen in elk geval verzorgd kunnen worden en de rest zichzelf zo veel mogelijk bedruipt. Dat wil zeggen: gij hebt een risicovol gedrag, dan is het aan u te bepalen hoe hoog dat risico is en dus de kosten. De arts doet niets anders dan repareren, dan een nieuwe pakking in de motor leggen, op zijn minst.” Van der Reijden heeft zich in zijn functie als staatssecretaris ook beziggehouden met de schadevergoeding voor oorlogsslachtoffers. Die procedure is hem niet in de koude kleren gaan zitten: “Het is fascinerend om te ervaren dat pakweg veertig jaar na de oorlog mensen nog zo met hun verleden bezig kunnen zijn dat ze een op zichzelf niet onredelijke vraag als ‘beschrijf nog eens even wat u hebt doorgemaakt, zodat wij kunnen beoordelen of u meer of minder uitkering moet hebben’, ervaren ze als iets krenkends en opnieuw een beschadiging van hun leefwijze. Het fascinerende is dat dat in een wetgeving en vooral in het uitvoeringsapparaat zo verschrikkelijk moeilijk is te vangen. Ik heb in de Kamer gezegd, en daar keek iedereen heel erg van op, dat wetgeving op dit gebied niet meer kan zijn dan een gesublimeerde emotie. Je praat en denkt met veel emotie over die vraagstukken en dat moet je neerleggen in wetgeving en dat zijn gewoon woordjes: ‘een’, ‘de’, ‘vele’, ‘weinige’, dat zijn de woordjes waarmee je het vast moet leggen. Dan komt de man of vrouw die het toe moet passen en de realiteit gebiedt dat we daar niet mensen aan kunnen zetten die de oorlog ook allemaal hebben meegemaakt. Die zijn gepensioneerd. Die mensen zijn jongeren en die hebben een hele andere belevingswereld en die lezen onvermijdelijk dat koele, kille stukje wetstekst en die moeten daarmee naar die gehandicapte, aangetaste medemens, dat is een fantastisch vraagstuk. Ik moet u zeggen dat ik bij dat deel van mijn portefeuille erg emotioneel betrokken bij ben geweest en dat ik mij op juist dat punt vaak zo machteloos heb gevoeld.” De oud-bestuurder maakt aan het einde van de vijf uur kenbaar dat hij graag nog over het welzijnswerk had gepraat. Over jongerenhulp en de blijf-van-mijn-lijfhuizen wil hij nog graag wat kwijt: “Ik denk dat iedereen ervan opkijkt, die toch uit een, tussen aanhalingstekens, normale omgeving, een normaal gezinsleven komt. Kunt u zich dan echt voorstellen om een vrouw van 45 jaar te ontmoeten met twee kinderen, die in haar 44e jaar, nadat ze 24 jaar getrouwd was, pas van huis wegliep, omdat haar man haar weliswaar al 24 jaar geslagen had, elke dag opnieuw, maar nu pas wegliep, omdat ze een zoon van 16 had, die nu elke dag in elkaar gebeukt werd. Nou, ik heb me dat, voordat ik op die stoel zat, gewoon niet kunnen indenken dat zo’n geval in die mate en zo vaak, zich voordeed. Ik had geen illusies, maar dat iemand de behoefte heeft elke dag zijn vrouw in elkaar te timmeren, gedurende 25 jaar, dat overschrijdt echt mijn voorstellingsvermogen.”
De kersverse ex-staatssecretaris op bezoek Eind augustus 1986 was Joop van der Reijden net anderhalve maand staatssecretaris-af. In het eerste kabinet Lubbers (1982-1986) bestierde hij met minister Elco Brinkman het Ministerie van Volksgezondheid. De benoeming tot staatssecretaris was naar eigen zeggen een volslagen verrassing. Van der Reijden, lid van de CHU dat in 1980 op was gegaan in het CDA, had tot dan toe alleen politieke ervaring opgedaan in de gemeenteraad van Oegstgeest. Hij bleef echter niet lang 'dazed and confused', want tot grote ontevredenheid van het Nederlandse volk voerde hij de 'medicijnenknaak' in: ziekenfondspatiënten moesten voor ieder medicijn fl. 2,50 extra betalen. Na het marathoninterview met Jan Haasbroek nam Van der Reijdens loopbaan een hele andere wending. Hij dook met overgave in omroepland: per 1 januari 1988 was hij voorziter van de Nederlandse Omroep Stichting, de NOS en twee jaar later deed hij een veelbesproken overstap naar Veronica, waar hij tot september 2001 voorzitter van was. Hij begeleidde Veronica uit het publieke bestel en 'ging commercieel'. Bovendien werd hij in de herfst van 1989 op stel en sprong voorzitter van Feyenoord, om de voetbalclub van een financiële ondergang te redden. ----------------------------------- Wie was Joop van der Reijden? Een flamboyante doorpakker! Joop van der Reijden werd op 7 januari 1927 geboren en was het eerste en enige kind van zijn hervormde ouders, die een wasserij in Leiden uitbaatten. Vader van der Reijden was begonnen als fabrieksarbeider en opgeklommen tot zelfstandig ondernemer. Hard werken hoorde erbij. Als kleine jongen werkte hij al mee in de zaak, waar hij meehielp om het werk te doen, dat hij als “verschrikkelijk geestdodend” betitelde. Met zijn talent voor waterpoloën kwamen ook zijn organisatorische capaciteiten boven water. Nadat hij trainer was geweest, werd hij op zijn vierentwintigste voorzitter van de Leidse zwem- en waterpolovereniging. De club, waarvan bij zijn aantreden slechts 68 mensen lid waren, telde bij zijn vertrek 1000 leden. Ook leerde hij zijn vrouw Lyd Binsbergen, een begenadigd zwemster, kennen bij de zwemvereniging. Na de HBS-B studeerde hij Economie aan de Nederlandse Economische Hogeschool, de latere Erasmus Universiteit. In 1954 rondde hij zijn studie af. Daarna ging hij twee jaar lang in militaire dienst, die hij wegens zijn studie nog niet had hoeven voldoen. Na zijn dienstperiode kon hij na eindeloos solliciteren bij de Federatie van Ziekenfondsen terecht. Hij begon als economisch medewerker. Later was hij voorzitter van zorgverzekeraar Zilveren Kruis. Daar werd duidelijk dat Van der Reijden van doorpakken hield, vaak op een harde, maar altijd op een effectieve en open manier. In 1960 werd hij secretaris voor het Bedrijfschap voor de Handel in Vee en vervolgens algemeen secretaris van het Verbond van de Nederlandse Groothandel. Hier deed hij ervaring op in het onderhandelen, iets waarin hij in latere jaren excelleerde. Vlak voor zijn toetreden tot het kabinet-Lubbers I werd hij directeur sociale zaken bij de werkgeversorganisatie VNO. In de jaren zestig werd hij lid van de noodlijdende Christen Historische Unie (CHU). Voor de CHU zat hij een tijd lang in de gemeenteraad van Oegstgeest. Toen hij in 1982 door Ruud Lubbers gevraagd werd deel te nemen aan zijn kabinet, had hij geen enkele ervaring met de Haagse slangenkuil. Hij sprak dan ook tijdens het voorlezen van ambtelijke stukken in de Tweede Kamer de hoop uit dat de aanwezige parlementariërs er wel wat van zouden begrijpen. Tijdens het debat kwamen zijn sterke punten echter wel naar voren en verbaasde hij vriend en vijand met zijn feitenkennis. Ook viel hij op door zijn onafhankelijke houding ten opzichte van zijn eigen partij. Hij kon de VVD prijzen en het CDA afvallen, zonder zich wat aan te trekken van partijpolitiek. Maar “dan mocht ik natuurlijk in de dagen erna rekenen op een boze brief van het CDA.” Zijn onafhankelijkheid bleek ook uit het zonder enige schroom nemen van maatregelen die niet goed bij de kiezers zouden kunnen vallen. De ‘medicijnenknaak’ was daar een goed voorbeeld van. Iedereen die bij het ziekenfonds was verzekerd, moest van Van der Reyden fl. 2,50 extra betalen voor elk geneesmiddel. Het kenmerkte zijn pragmatische bestuursstijl: waar gehakt moest worden, vielen spaanders. Eigenlijk was 1986 voor de loopbaan van Van der Reijden zowel een stilte ná als vóór de storm. Hij bleek van alle markten thuis te zijn. Van der Reijden begon na zijn functie als staatssecretaris aan een heel ander leven. Eerst kort als directeur van het Leyenburg-ziekenhuis in Den Haag, daarna als voetbal- en omroepbaas. Per 1 januari 1988 was de oud-staatssecretaris van Volksgezondheid voorzitter van de NOS. Door de invoering van een nieuwe Mediawet, die gelijk met zijn benoeming van kracht werd, werd hij ook president-commissaris van het NOB, het facilitair bedrijf van de publieke omroep. Dat maakte hem de machtigste man van het Nederlandse publieke bestel. Hij deed in zijn nieuwe baan al snel uitspraken die menig wenkbrauw deden fronsen. Zo was hij voor de verhoging van de omroepbijdrage. Als groot sportliefhebber zette hij zich ook in voor het behoud van de topsport op de publieke netten. Daarnaast had hij er een dagtaak aan de sterren van de publieke omroep uit handen van Joop van den Ende te houden, wat hem met de komst van RTL Veronique en later RTL 4 maar met mate lijkt te zijn gelukt. In een nota uit 1990 schreef hij dat hij met de komst van de commerciële zenders naar Nederland een zware toekomst tegemoet zag voor de publieke omroep. Omdat er maar weinig met die ideeën gedaan werd, besloot hij in 1990 op te stappen. Hij had dan intussen ook Feyenoord nog voor een financieel debacle behoed. In de herfst van 1989 werd hij halsoverkop voorzitter van de noodlijdende club en gaf de Rotterdamse voetbalvedetten te verstaan dat er “voor jou gelijk ons de financiële ruimte ontbreekt.” Toen hij drie maanden later de klus in Rotterdam geklaard had, werd hij in 1990 door Rob Out naar Veronica geloodst om voorzitter te worden. Hij combineerde die functie met die van wethouder in Oegstgeest. De omroep was al jaren ontevreden over haar plaats in het publieke bestel. Bovendien had het van het Commissariaat van de Media een straf opgelegd gekregen voor het mede financieren van RTL-Veronique. Van der Reijdens eerste missie was het terugdraaien van die straf en daar slaagde hij glansrijk in: een uitzendverbod van dertien weken werd in een uitzendverbod van twee zondagen omgezet. In 1994 stapte Veronica onder aanvoering van Van der Reijden uit het publieke bestel en ging ‘commercieel’. Op het publieke net waren de expansiemogelijkheden te klein. Doordat de kijkcijfers op de nieuwe zender achterbleven, werden de grote ambities die Veronica had met de nieuws- en actualiteitenprogramma’s, gematigd. Dat hield in dat er meer softporno werd geprogrammeerd, wat Van der Reijden de titel ‘pornobaas’ opleverde. De tv kon ook uit, was zijn repliek. Hij vond zichzelf ook niet bepaald tot de Veronica-doelgroep behoren. Van der Reyden en zijn omroep overspeelden hun hand definitief in 1999 door uit het pact met de Holland Media Groep te stappen en alleen verder te gaan. Samenwerkingsoverleg met SBS liep stuk, maar SBS had de zender V8 al. Wat Veronica restte was het veelgelezen programmablad en dat was het dan. Van der Reijden werd verweten dat hij de ondergang van Veronica had bespoedigd. “Ach, het is net als met voetbaltrainers. Als je een wedstrijd verliest, staat er een emmer stront voor je klaar.” Per 1 september 2001 legde Van der Reijden zijn functie als voorzitter van Veronica neer. Overigens niet om met pensioen te gaan, want hij werd waarnemend burgemeester van Valkenburg in Zuid-Holland. Hij voelde niet de behoefte om er de nadagen van zijn carrière op een rustige, gelijkmatige manier door te brengen, want hij leidde meteen het verzet tegen de sluiting van het marinevliegveld Valkenburg. Hij slaagde daar uiteindelijk niet in, maar niet zonder het sluitingsproces danig te stagneren en de provinciale bestuurders met allerlei verrassingsacties tot wanhoop te brengen. In 1989 was zijn vrouw Lyd hem ontvallen. Hij compenseerde naar eigen zeggen het verlies door twee keer zo hard te werken. In 1993 trad hij met NOS-medewerkster Trix van Huystee in het huwelijk. De flamboyante bestuurder stierf op 3 februari 2006. --------------------------------------- Jan Haasbroek over zijn interview "Genoeg om over te praten" "Ik vond Van der Reijden wel een interessante man. Een rare man, heel open, niet echt een typische christen-democraat. Dat zag je wel aan wat hij later allemaal bij Veronica deed. Toen ik hem interviewde was hij net staats-secretaris af. En hij had ook in de varkens gezeten. Genoeg om over te praten dus. Maar het was tien jaar later wel een interessantere persoon om te interviewen, na alles wat hij na het marathoninterview in Hilversum had gedaan. Ik stelde aan het begin van het interview vijftig korte vragen. Ik probeerde de formule uit. Het was handig voor de luisteraars om iemand eerst een beetje te leren kennen, voordat je het over allerlei beleidsproblemen gaat hebben. Hij bleek een ietwat saaie man, maar dat maakt niet uit, want je komt er wel achter wat voor persoon iemand is, als ie zegt dat ie nooit naar de film gaat. Verder had ik het gesprek natuurlijk heel goed gestructureerd. Ik heb de mensen in de omgeving van Van der Reijden gebeld. Dat had ik hem eerst wel gezegd dat ik dat zou doen, zodat hij ze allemaal belde om te zeggen dat ik eraan kwam. Dat doe ik altijd en het zorgt ervoor dat mensen heel open tegen je zijn, omdat ze toestemming hebben gekregen van diegene die het allemaal betreft." --------------------------------------- Hoogtepunten uit het interview "Of ik wel eens rekening hou met de komst van een Derde Wereldoorlog? De laatste dertig jaar niet" De reputatie van de VPRO was haar vooruitgesneld, want Joop van der Reijden deed mee aan het Marathoninterview met dien verstande dat er niet gevloekt zou worden: “omdat ik vind dat je als christen, als christen-democraat toch een beetje moet oppassen in welke omgeving je bent. Je hoeft geen overdreven eisen te stellen, dat is ook weer niet nodig, je moet niet de hele wereld naar je hand willen zetten, maar dat niet bij voorbaat, als je het weet, de krachttermen in de aankondiging door de lucht hoeven te vliegen, dat is ook weer niet nodig.” VPRO-radiodirecteur Jan Haasbroek vuurt om te beginnen vijftig korte vragen op Van der Reijden af “om het spannend te maken voor de luisteraars”. Eén van die vragen luidt: waarom heeft u een zwembad in de tuin? “Omdat ik een sauna in mijn tuin heb. Ik ben lang in Finland geweest en heb daar een liefde voor de sauna aan overgehouden. En na de sauna moet je in een tobbe.” Wat was het favoriete programma? Sterrenslag? Voor de sportfanaat was dat afzien. “Ja, Sterrenslag, dat is leuk om een keer aan mee te doen, maar onbevredigend, want je bent dan toch bezig met goedwillende, tweederangs sporters, en dat bevredigt niet. Ik ben helemaal niet van dat soort programma’s, maar het hoort erbij.” Als oud-staatssecretaris van gezondheidszorg uitte Van der Reijden een groot deel van het marathoninterview zijn zorgen over het zorgstelsel en de toekomst daarvan: “Ik denk dat het een illusie is om te denken dat oma nog lange tijd door de liefhebbende familieleden verzorgd gaat worden, dat is niet meer van deze tijd. Het zal de kosten van de gezondheidszorg tot enorme hoogten opstuwen. We zijn als lemmingen die onherroepelijk in zee verdrinken. Ons inhouden, niet afschaffen, zal ons enorme winst in de gezondheidszorg opleveren.” De vraag hoe we met de vergrijzing om moeten gaan, stelde Van der Reijden zich 21 jaar geleden ook al: “De vergrijzing mag je niet meer op 65, of 85 of 100 jaar leggen, de vergrijzing begint bij 45 jaar. In 1995 zullen er meer mensen aan de verkeerde kant van de leeftijdskolom zitten dan de goede kant. Daardoor wordt naar mijn mening de zorg volstrekt onbetaalbaar. Als we nu al niet grote ingrepen doen, om het zo te maken dat die mensen in elk geval verzorgd kunnen worden en de rest zichzelf zo veel mogelijk bedruipt. Dat wil zeggen: gij hebt een risicovol gedrag, dan is het aan u te bepalen hoe hoog dat risico is en dus de kosten. De arts doet niets anders dan repareren, dan een nieuwe pakking in de motor leggen, op zijn minst.” Van der Reijden heeft zich in zijn functie als staatssecretaris ook beziggehouden met de schadevergoeding voor oorlogsslachtoffers. Die procedure is hem niet in de koude kleren gaan zitten: “Het is fascinerend om te ervaren dat pakweg veertig jaar na de oorlog mensen nog zo met hun verleden bezig kunnen zijn dat ze een op zichzelf niet onredelijke vraag als ‘beschrijf nog eens even wat u hebt doorgemaakt, zodat wij kunnen beoordelen of u meer of minder uitkering moet hebben’, ervaren ze als iets krenkends en opnieuw een beschadiging van hun leefwijze. Het fascinerende is dat dat in een wetgeving en vooral in het uitvoeringsapparaat zo verschrikkelijk moeilijk is te vangen. Ik heb in de Kamer gezegd, en daar keek iedereen heel erg van op, dat wetgeving op dit gebied niet meer kan zijn dan een gesublimeerde emotie. Je praat en denkt met veel emotie over die vraagstukken en dat moet je neerleggen in wetgeving en dat zijn gewoon woordjes: ‘een’, ‘de’, ‘vele’, ‘weinige’, dat zijn de woordjes waarmee je het vast moet leggen. Dan komt de man of vrouw die het toe moet passen en de realiteit gebiedt dat we daar niet mensen aan kunnen zetten die de oorlog ook allemaal hebben meegemaakt. Die zijn gepensioneerd. Die mensen zijn jongeren en die hebben een hele andere belevingswereld en die lezen onvermijdelijk dat koele, kille stukje wetstekst en die moeten daarmee naar die gehandicapte, aangetaste medemens, dat is een fantastisch vraagstuk. Ik moet u zeggen dat ik bij dat deel van mijn portefeuille erg emotioneel betrokken bij ben geweest en dat ik mij op juist dat punt vaak zo machteloos heb gevoeld.” De oud-bestuurder maakt aan het einde van de vijf uur kenbaar dat hij graag nog over het welzijnswerk had gepraat. Over jongerenhulp en de blijf-van-mijn-lijfhuizen wil hij nog graag wat kwijt: “Ik denk dat iedereen ervan opkijkt, die toch uit een, tussen aanhalingstekens, normale omgeving, een normaal gezinsleven komt. Kunt u zich dan echt voorstellen om een vrouw van 45 jaar te ontmoeten met twee kinderen, die in haar 44e jaar, nadat ze 24 jaar getrouwd was, pas van huis wegliep, omdat haar man haar weliswaar al 24 jaar geslagen had, elke dag opnieuw, maar nu pas wegliep, omdat ze een zoon van 16 had, die nu elke dag in elkaar gebeukt werd. Nou, ik heb me dat, voordat ik op die stoel zat, gewoon niet kunnen indenken dat zo’n geval in die mate en zo vaak, zich voordeed. Ik had geen illusies, maar dat iemand de behoefte heeft elke dag zijn vrouw in elkaar te timmeren, gedurende 25 jaar, dat overschrijdt echt mijn voorstellingsvermogen.”