Podcasts about nebukadnessar

Ett studium i Daniel 4, som talar om en märklig dröm av kung Nebukadnessar. Det är träd som sträcker sig mot himmelen, och heliga väktare som dömer kungar. Vad betyder det? Hosted on Acast. See acast.com/privacy for more information.

Nebukadnessar drömde om ett träd. Det knyter an till ett stort bibliskt tema som vi går igenom i detta program. Hosted on Acast. See acast.com/privacy for more information.

Paulus Eliasson undervisar från Daniels bok. När kung Nebukadnessar har en konstig dröm - då ska huvuden rulla. Hur använder världens härskare sin makt - och hur använder Gud sin makt? Det handlar Daniel 2 om. Hosted on Acast. See acast.com/privacy for more information.

Daniël was een jonge man die samen met drie vrienden meegenomen werd door de Babyloniërs nadat ze Jeruzalem hadden ingenomen. Daniël is een bijzonder figuur in de Bijbel. Hij is een afstammeling van David en een trouwe volgeling van God. Zelfs in een land dat vijandig staat tegenover de godsdienst van het overwonnen volk Israël, houdt Daniël zich aan Gods wet. Met gevaar voor eigen leven moeten we daar bij zeggen. Het Bijbelboek ‘Daniël' bestaat eigenlijk uit twee delen. In de eerste zes hoofdstukken worden de verhalen van Daniël en zijn vrienden verteld. Eerst weigeren ze het voedsel te eten dat niet voldoet aan Gods voorschriften. Later buigen de drie vrienden - Sadrach, Mesach en Abednego - niet voor het beeld van de koning Nebukadnessar. Ze worden in een grote vuuroven gegooid, maar verbranden niet. Sterker nog: Nebukadnessar ziet een vierde figuur, een engel, rondlopen in de oven. Maar eerder al legt Daniël de droom uit van koning Nebukadnessar. Een reusachtig standbeeld van verschillende materialen wordt verwoest door een grote, rollende steen. Het standbeeld staat symbool voor elkaar opvolgende koninkrijken. De rotsblok die het beeld verwoest, verandert in een berg en staat symbool voor Gods Koninkrijk. Dit is een belangrijk thema van Daniël. De kwaadaardige koninkrijken brengen veel geweld naar deze wereld, maar uiteindelijk zal God ingrijpen. Er komt een einde aan de hoogmoed van deze volken en er komt een koninkrijk van vrede en gerechtigheid. Waarschuwingen voor de koningen Niet veel later in het boek waarschuwt God Nebukadnessar en zijn zoon Belsassar dat ze zich nederiger moet opstellen. Dat doet Hij via een droom die door Daniël moet worden uitgelegd. Ze weigeren hun trots te laten varen en Nebukadnessar wordt waanzinnig. Nu zouden we misschien zeggen dat hij een ernstige psychose kreeg. Zeven jaar lang leeft hij als een wild dier. Na die zeven jaar ‘krijgt hij zijn verstand terug' (zoals hij zelf zegt) en hij heeft zijn lesje geleerd. Nebukadnessar geeft God de eer die Hem toekomt en wordt nog een tijdje koning. Zijn opvolger (en zoon) Belsassar heeft niets geleerd van wat er met zijn vader is gebeurd en laat God links liggen. Op een avond tijdens een groot feest schrijft een vinger op een muur dat zijn tijd is gekomen. Die nacht wordt Belsassar in zijn slaap door een moordenaar om het leven gebracht. Het machtige Babylon wordt overgenomen door de Meden en de Perzen. God zegent Daniël en daardoor krijgt hij een hoge positie. De andere bestuurders zijn jaloers en willen hem ten val brengen. Maar omdat Daniël zo eerlijk en betrouwbaar is, kunnen ze hem alleen pakken via een list. Ze laten de nieuwe machthebber, Darius, een wet uitvaardigen die mensen verbiedt een andere god te aanbidden. Daniël bidt echter vrolijk hardop en bovendien met het raam open. Voor straf wordt hij in een leeuwenkuil gegooid, maar de wilde beesten vallen hem niet aan. Zo is de bemoedigende les voor christenen van alle tijden dat God helpt stand te houden tijdens vervolging. Dat zagen we ook bij de drie vrienden. Veelzeggend zijn hun woorden voordat ze in de oven worden gegooid: ‘Wij zijn ervan overtuigd dat God ons zal redden en zelfs al doet Hij dit niet, dan nog zullen wij uw goden niet vereren!' De visioenen van Daniël Daniël was ook een profeet en met name de laatste zes hoofdstukken laten de visioenen zien die Daniël heeft ontvangen. Hij ziet vier beesten: een soort leeuw met vleugels, een dier dat op een beer lijkt, een soort gevleugelde panter met vier koppen, en een dier met ijzeren tanden en tien horens. Drie van de horens maken plaats voor een andere hoorn. Een engel moet de droom aan Daniël uitleggen. Elk dier staat voor een koninkrijk. Het laatste beest is een zeer kwaadaardig koninkrijk. De nieuwe hoorn staat symbool voor een bijzonder arrogante koning. Iemand die zichzelf boven God plaatst. Hij vervolgt Gods kinderen. In de droom worden deze koninkrijken uiteindelijk verwoest en geoordeeld. Er verschijnt ‘iemand die op een mens lijkt'. Oudere Bijbelvertalingen zeggen: ‘de Mensenzoon'. Dit is de verlosser die later Gods koninkrijk op aarde zal vestigen. Toen Jezus op aarde leefde, noemde Hij zichzelf de Mensenzoon. In de droom is te zien hoe iedereen Hem dient. In een volgend visioen ziet Daniël een ram en een geit. Met de ram wordt het koninkrijk van de Meden en Perzen bedoelt, terwijl de geit symbool staat voor het oude Griekenland. De geit heeft meerdere hoorns, en één daarvan staat symbool voor de zeer kwaadaardige koning waar we eerder over hoorden. Nu vertelt God dat deze koning Jeruzalem zal aanvallen en de tempel zal onteren met afgoden. Maar hij zal geen stand houden tegen God en uit de weg worden geruimd. Het is een hoopvol beeld, maar Daniël raakt ook ernstig in de war. Hij wil onder meer graag weten hoe lang dit nog gaat duren. Hij raadpleegt de boeken van Jeremia en ontdekt dat de ballingschap zeventig jaar zou duren. Die tijd is bijna voorbij en hij smeekt God zich te houden aan Zijn beloften. En ondanks dat nergens wordt beschreven dat Daniël iets verkeerds doet, belijdt hij toch de zonden van het volk. Dan verschijnt een engel aan Daniël. De engel vertelt met een ingewikkelde profetie dat er ooit een gezalfde vorst zal komen, en dat Jeruzalem zal worden hersteld. Toekomstige koningen Daniël krijgt nóg een visioen. God vertelt hem opnieuw van de koningen die nog zullen komen. Eén van hen is bijvoorbeeld de koning die wij kennen als ‘Alexander de Grote', een Griekse veroveraar. Maar al deze koninkrijken verdwijnen weer. Uiteindelijk komt er één koning uit het noorden die Jeruzalem zal veroveren en zijn afgoden neerzet in Gods tempel. Het is onduidelijk welke koning hier wordt bedoeld. Misschien de Syrische koning die in de tweede eeuw voor Christus in Jeruzalem veel joden liet doden en zijn goden in de tempel plaatste. Het kan ook zijn dat de Romeinen worden bedoeld en de verwoesting van Jeruzalem en de tempel in 70 na Christus. Of misschien moet dit visioen nog realiteit worden. Omdat de profetieën in de Bijbel vaak op meer dan één manier uitkomen, geloof ik dat al deze interpretaties waar zijn. Ze zijn op verschillende manieren werkelijkheid geworden en de volledige vervulling komt nog. Het boek Daniël gaf zo hoop aan het volk van God tijdens de ballingschap, tijdens de verovering door de Syrische koning, tijdens de Romeinse onderdrukking en het geeft nu nog steeds hoop, zeker voor mensen die worden vervolgd vanwege hun geloof. Het patroon dat Daniël beschrijft, zien we van Genesis tot Openbaring. De mens is zondig, maar God straft de zonde, vergeeft en redt. De oproep aan ons mensen is om op God te vertrouwen. Verder hoeven we niets te doen. Alleen trouw blijven, zoals Daniël en zijn vrienden lieten zien. Uiteindelijk zal God een eind maken aan al het kwaad en Zijn koninkrijk vestigen.

Jeremia is de profeet die na Jesaja kwam. Hij maakte de laatste veertig jaar van het koninkrijk Juda mee. Hij werd door God geroepen toen hij nog maar een jonge priester was. Het grootste deel van zijn leven moest hij nare boodschappen verspreiden over het aanstaande oordeel dat het zuidelijke rijk te wachten stond. Het noordelijke rijk bestaande uit tien stammen van Israël was al weggevoerd door de Assyriërs. Toen God Jeremia riep, heerste koning Josia nog in Juda. Hij was de laatste goede koning, die ervoor zorgde dat de God van Israël werd aanbeden en geen afgoden. In de dagen van Josia rustte de zegen van God nog op het land en het volk. Na zijn dood ging het volledig bergafwaarts met Juda. Jeremia kreeg de ondankbare taak om de leiders en de mensen te waarschuwen voor de straf die zou komen. Hij riep op tot bekering maar slechts weinig mensen luisterden. Toch bleef hij klagen en daarom wordt hij ook wel de ‘klagende profeet' genoemd. God gaat niet over één nacht ijs Veel mensen hebben moeite met de straffen van God. Of anders gezegd: waarom staat God dit toe of dat? Het boek Jeremia laat zien dat God niet over één nacht ijs ging. Hij had het volk via Mozes al gewaarschuwd wat er zou gebeuren als ze Hem zouden verlaten. De Judeeërs en Benjaminieten hadden gezien wat er gebeurd was met hun broeders en zusters in het noorden. Jesaja riep op tot inkeer en deze Jeremia nu ook. Maar de mensen luisteren niet. Jeremia wordt voor leugenaar uitgemaakt, zelfs gevangen gezet en gemarteld met stokslagen. Uiteindelijk, tot groot verdriet van de profeet, komen zijn woorden uit. Babylon neemt in 597 voor Christus de macht over. Koning Sedekia mag namens de Babylonische koning Nebukadnessar regeren. Zo'n tien jaar later komt Sedekia in opstand en wordt Jeruzalem opnieuw belegerd. Het is onduidelijk hoelang dit precies duurde, maar na 18 of zelfs 30 maanden viel de stad en werden talloze mensen meegevoerd naar Babel. Jeremia wist dat het ging gebeuren en maakte het lijden bovendien mee, al ging hij niet naar Babylon. Hij werd ontvoerd door een groep mensen die naar Egypte vluchtte en stierf daar. Het Bijbelboek Jeremia is geschreven door Baruch, een vriend, leerling en secretaris van Jeremia. God had Jeremia opdracht gegeven Zijn profetieën op te schrijven. Baruch voegde er ook verhalen over het leven van Jeremia aan toe. Het verhaal begint met de roeping van Jeremia. Net als Mozes verzet hij zich tegen de opdracht die God hem wil geven. Hij vindt zichzelf nog te jong, maar God zegt hem dat hij voor niemand bang hoeft te zijn, want Hij zal hem terzijde staan en redden. Jeremia accepteert de missie en profeteert iedere keer als God hem dat vraagt. Hij doet dat met bloemrijke taal. Zo wordt Israël vergeleken met een overspelige vrouw en de leiders worden corrupt genoemd. Door de afgoderij en gebrek aan integriteit is er veel onrecht in de samenleving. Weduwen, wezen, vreemdelingen en andere kwetsbare groepen worden uitgebuit en niet beschermd. Dat is een duidelijke overtreding van Gods wet. Er worden zelfs kinderoffers gebracht. Naderend oordeel Ondertussen gaat de tempeldienst gewoon door. Jeremia gaat naar de tempel en brengt Gods boodschap van een naderend oordeel. ‘Beter je leven, dan mogen jullie in dit land blijven wonen. Vertrouw niet op die bedrieglijke leus: “Dit is de tempel van de Heer!”,' zegt Jeremia. God is woest dat het volk denkt dat hen niets kan gebeuren en dat Zijn naam onteerd wordt. ‘Kijk maar eens naar wat Ik met het noordelijke volk heb gedaan', zegt God. Hij draagt Jeremia op zijn hoofd kaal te scheren - een schande in die tijd - en het haar weg te gooien. Op diezelfde manier zal God zich ontdoen van Juda. Een leger dat komt uit het noorden zal de tempel verwoesten. Later wordt duidelijk dat het hier om Babylon gaat. Inmiddels heeft Babylon een nieuwe koning gekregen, Nebukadnessar. In het eerste jaar van zijn regering laat God Jeremia aan de inwoners van Jeruzalem vertellen dat de Babylonische legers eraan komen en dat het volk zeventig jaar in ballingschap moet doorbrengen. Babylon is als een beker met wijn. De beker is tot de rand gevuld met Gods rechtvaardige woede vanwege alle misstanden, zonden en afgoderij. Hoofdstuk na hoofdstuk vertelt Jeremia wat het volk te wachten staat. Maar de Babylonische opmars zou niet alleen een straf voor Israël zijn. Ook de omringende landen, die net zo min doen wat God van hen verlangt, zullen ten prooi vallen aan dit nieuwe wereldrijk. Gedichten van hoop Te midden van deze zwarte bladzijden uit de menselijke geschiedenis vinden we ook gedichten van hoop. God bevestigt aan Jeremia wat hij ook al tegen Mozes zei: dat Hij Zijn kinderen niet in de steek zal laten. Het volk zal uiteindelijk terugkeren. Er zal een nieuw verbond worden gesloten tussen God en mens. Uiteindelijk zal datgene gebeuren wat de wet niet voor elkaar kan krijgen: het hart van de mens wordt veranderd. ‘Maar dit is het verbond dat Ik in de toekomst met Israël zal sluiten – spreekt de HEER: Ik zal Mijn wet in hun binnenste leggen en Hem in hun hart schrijven. Dan zal Ik hun God zijn en zij Mijn volk. Men zal elkaar niet meer hoeven te onderwijzen met de woorden: “Leer de HEER kennen,” want iedereen, van groot tot klein, kent Mij dan al – spreekt de HEER. Ik zal hun zonden vergeven en nooit meer denken aan wat ze hebben misdaan.' (Jeremia 31:33-34) En ook: ‘De dag zal komen – spreekt de HEER – dat Ik de belofte die Ik het volk van Israël en Juda heb gedaan, gestand zal doen. Op die dag, in die tijd, zal ik aan Davids stam een rechtmatige telg laten ontspruiten, die recht en gerechtigheid in het land zal handhaven. Dan wordt Juda verlost en de inwoners van Jeruzalem zullen in vrede leven. En de naam van de stad zal zijn “De HEER is onze gerechtigheid”. Want dit zegt de HEER: Er zal altijd een nakomeling van David op de troon van Israël zitten en er zullen altijd Levitische priesters zijn die mij dienen, die brandoffers zullen brengen, graanoffers zullen opdragen en vredeoffers zullen bereiden.' (Jeremia 33:14-18) Er zal dus een Verlosser komen, een Gezalfde. En als Hij er is, dan zullen de andere volken de God van Israël als de enige ware God erkennen. Voor het zover is, volgt eerst het oordeel over Israël en de omringende landen, uitgevoerd door Babylon. Dat God Babylon gebruikt, wil niet zeggen dat God hun geweld, hun misdaden en hun zonden goedkeurt. Integendeel. De koning van Babylon - zo blijkt later - ziet zichzelf ook als een gelijke van God. En dus zal God uiteindelijk ook Babylon oordelen. Later worden ze verslagen door de Perzen. Aan het einde van Jeremia zien we hoe alle voorspellingen uitkomen en hoe Jeruzalem en de tempel worden verwoest. Het boek eindigt echter met vrijwel hetzelfde slothoofdstuk als 2 Koningen. Er wordt verteld hoe koning Jojachin van Juda, na 37 jaar gevangenschap, gratie krijgt van de koning van Babylonië. Deze afstammeling mag voortaan aan het hof wonen. En zo blijft de hoop levend.

Hoe blijf je trouw aan je principes in een wereld vol druk en machtsspelletjes? Gastvoorganger Arjen van Wijk neemt ons mee in een verhaal over hoogmoed en nederigheid. Aan de hand van Nebukadnessar, Daniël en zijn vrienden ontdekken we hoe innerlijke kracht en geloof het verschil maken. Laat je verrassen door onverwachte lessen uit de natuur en het Bijbelse verhaal, met een bijzondere rol voor… giraffen.

In deze aflevering bespreken we een Bijbelsefilm uit 2013: The book of Daniel. Als Jeruzalem in 605 v.Chr. door Nebukadnessar veroverd wordt, wordt Daniel in ballingschap weggevoerd naar Babylon. Hij wordt gedwongen de op dat moment machtigste man op aarde te dienen. Daniel blijkt betrouwbaar, valt op door zijn vele talenten en wordt uiteindelijk de vertrouweling van de koning. Maar jaloezie ligt constant op de loer. De mensen in Daniels omgeving willen niets liever dan hem uit de weg ruimen en maken zijn trouw aan God tot de inzet van een gevaarlijk complot. Daniels keuze om zijn trouw aan God boven zijn trouw aan de koning te stellen, doet hem uiteindelijk in de leeuwenkuil belanden. Met niets meer dan zijn geloof komt hij oog in oog met de hongerige leeuwen te staan.

Vad säger Bibeln om andra riken än Guds rike? Det kollar vi på idag när vi dyker ner i Daniels bok och specifikt kapitel 2+7. Profeten Daniel förutsäger världsriken innan de ens finns med makalös precision och lär oss om vad vi kan vänta oss i framtiden! Otroligt spännande.  Nebukadnessar, Kyros (Koresh) och Alexander den store är alla regenter vi kommer prata om. Kanske att vi till och med pratar lite om Antikrist! Om du vill lära dig mer om Guds rike är det bara att lyssna!  Facebook.com/spridordet instagram.com/spridordetpodcast

Nebukadnessar II on yksi maailmanhistorian vaikuttavimpia hallitsijoita, jonka nimi on edelleen, 2500 vuotta myöhemmin, ihmisten tiedossa. Nebukadnessar hallitsi muinaista Uus-Babyloniaa klassisin diktaattorin ottein. Hän sai valtakuntansa loistamaan, mutta hänen valtaviin rakennusprojekteihinsa tarvittiin suunnaton määrä pakkosiirrettyjä ihmisiä. Nebukadnessarin oma käsitys itsestään olikin varsin toinen kuin se kuva, mikä hänestä piirtyy Raamatun sivuilta. Mikä kuva Nebukadnessarista vastaa parhaiten totuutta? Millainen hallitsija Nebukadnessar oikeastaan oli? Haastateltavat: Helsingin yliopiston Vanhan testamentin eksegetiikan professori Martti Nissinen sekä assyriologi ja muinaisen Lähi-idän kielten ja kulttuurien tutkija Tero Alstola. Toimittaja: Riikka Suikkari. Suomen kansallismuseossa on parhaillaan näyttely Tutkimusmatkoja muinaiseen Lähi-itään, jonka se on toteuttanut yhdessä Helsingin yliopiston Muinaisen Lähi-idän imperiumit -huippuyksikön ja Keski-Suomen museon kanssa. Näyttely on esillä Kansallismuseossa 4.9.2022 asti, jonka jälkeen se nähdään Keski-Suomen museossa 15.10.2022–1.1.2023.

Deze week een verhaal als een sprookje. Het sprookje van Sadrach, Mesach en Abednego en de boze koning Nebukadnessar. Het is een wat langere tekst, maar wel een mooie. Dus ga er even goed voor zitten en geniet. Luister nu de podcast via #spotify #googlepodcasts #applepodcasts of www.gelukkigdemens.nl/86-Sprookje Daniël 3:1-30 Op een dag gaf koning Nebukadnessar opdracht een gouden beeld te maken, zestig el hoog en zes el breed, en hij liet het opstellen in de provincie Babel, in de vlakte van Dura. Vervolgens ontbood hij de satrapen, stadhouders, gouverneurs, staatsraden, schatbewaarders, rechters, magistraten en alle bestuurders van de provincies; ze moesten de inwijding bijwonen van het beeld dat koning Nebukadnessar had opgericht. De satrapen, stadhouders, gouverneurs, staatsraden, schatbewaarders, rechters, magistraten en alle bestuurders van de provincies kwamen bijeen om het beeld dat koning Nebukadnessar had opgericht in te wijden. Ze stelden zich op voor het door Nebukadnessar opgerichte beeld. Een heraut riep met luide stem: ‘Volken en naties, welke taal u ook spreekt, luister naar dit bevel. Zodra u de muziek hoort van hoorn, panfluit, lier, luit, harp, dubbelfluit en andere instrumenten, valt u op uw knieën neer en buigt u in aanbidding voor het gouden beeld dat koning Nebukadnessar heeft opgericht. Wie niet neerknielt en buigt, zal onmiddellijk in een brandende oven worden gegooid.' En dus knielden alle volken en naties, welke taal zij ook spraken, zodra ze de muziek van hoorn, panfluit, lier, luit, harp en andere instrumenten hoorden, en bogen zij in aanbidding voor het gouden beeld dat koning Nebukadnessar had opgericht. [...]

Tiedeykkönen kertoo ajasta, jolloin Uus-Babylonian itsevaltias Nebukadnessar II määräsi mahtikäskyllään juudalaiset eli varhaiset juutalaiset pakkosiirtolaisuuteen Babyloniin. Tuolloin vuosina 597 ja 587 eaa. huomattava osa juutalaisten esi-isistä ja -äideistä joutui jättämään kotiseutunsa Juudassa, nykyisessä Israelissa, ja vaeltamaan kohti Kaksoisvirranmaata, nykyistä Irakia. Nebukadnessarin valtakuntaan kuului tuolloin nykyisten Irakin ja Israelin lisäksi myös nykyisten Syyrian ja Jordanian alueet. Osa juudalaisista sai jäädä Jerusalemiin ja sen ympäristöön. Kaupunki kuitenkin muuttui oleellisesti, sillä Nebukadnessar tuhosi Jerusalemin temppelin, juudalaisten uskonnon keskuksen. Juutalaisten Heprealaisessa Raamatussa eli kristittyjen Vanhassa testamentissa kerrotaan, kuinka juutalaiset lähtivät yhä uudelleen vaellukselle kohti tuntematonta. Babylonin pakkosiirtolaisuus, tai kuten vanhassa raamatunkäännöksessä sanotaan Baabelin vankeus, ei ollut suinkaan ainoa vaellus, jolle varhaiset juutalaiset joutuivat lähtemään. Tuolla pakkosiirtolaisuudella oli kuitenkin kauaskantoiset seuraukset juutalaisen uskonnon kehitykseen. Kun juutalaiset pakkosiirtolaisuuden jälkeen pääsivät palaamaan takaisin Luvattuun maahan, kaikki eivät kuitenkaan palanneet, vaan osa jäi Kaksoisvirranmaahan. Vasta 2000-luvun alussa viimeiset juutalaiset muuttivat pois Irakista, ja näin 2500 vuoden jatkumo tuli päätökseensä. Historian kuluessa aina jokin kansa tai ihmisryhmä joutuu jättämään kotiseutunsa ja pakenemaan vieraille maille. Aikoinaan Babylonia ja Egypti olivat niitä imperiumeja, jotka määräsivät tahdin muinaisessa Lähi-idässä. Alueen vakavin nykytilanne on Syyriassa, jonka sisällissotaan on sekaantunut monen naapurimaan lisäksi suurvalloista erityisesti Venäjä ja Yhdysvallat. Jälleen suuret kansanjoukot ovat joutuneet jättämään rakkaat kotiseutunsa ja lähtemään kohti tuntematonta. Luomme ohjelmassa katseen myös Israelin tämän hetken tilanteeseen. Tällä kertaa palestiinalaiset on se ihmisryhmä, joka on ajettu ahtaalle vanhoilla kotiseuduillaan. Ohjelman haastateltavina ovat Lähi-idän tutkimukseen erikoistunut vanhempi tutkija Timo R. Stewart Ulkopoliittisesta instituutista sekä assyriologi, muinaisen Lähi-idän kielten ja kulttuurien tutkija Tero Alstola Helsingin yliopistosta. Toimittaja on Riikka Suikkari.

Wilt u deze aflevering op video bekijken, dan kan dat via ons YouTube kanaal. www.youtube.com/henkvanzon

Vi fortsätter predikoserien om Nehemja bok med del 2 som utgår ifrån kapitel 7. I detta kapitel ser vi hur Gud förde sitt folk ur fångenskap i Babel, symbolen för synd och värld, tillbaka till frihet och till sitt förlovade Jerusalem. De följde med ledarna för Guds folk som sedermera skulle bidra med att bygga upp Jerusalems murar. Ledarskap är därför väldigt viktigt för att leda Guds hjord rätt och för att leda arbetet på det bygget som formar Guds rike men också i förlängningen samhället runt omkring. Det är en gudomlig institution som inte bör förbises eller föraktas utan något som vi bör stödja med våra böner. Tyvärr är det ju dock så att ledare kanske inte alltid bär den smörjelsen som tjänsten kräver, att de kanske av maktlystnad åtar sig positioner de inte ska ha eller att det allmänt råder tider av dekadens i ledarskapet. Då är det såklart viktigt att tillrättavisa profetiskt, men för den enskilde kan det vara svårt att navigera genom det och man kanske till och med lever i en tid då det slarvats med att hålla ihop folket och människorna kanske inte vet var deras tillhörighet ligger. Tack och lov har vi dock en överstepräst, vår eviga Gud och Konung, Jesus Kristus, som gett oss rätt att kalla oss Hans barn och vara delaktiga i Hans folk. Får Jesus ha den plats han ska ha hos ledarskapet så blir det välsignat. ”Dessa voro de män från hövdingdömet, som drogo upp ur den landsflykt och fångenskap till vilken de hade blivit bortförda av Nebukadnessar, konungen i Babel, och som vände tillbaka till Jerusalem och till Juda, var och en till sin stad, i det att de följde med Serubbabel, Jesua, Nehemja, Asarja, Raamja, Nahamani, Mordokai, Bilsan, Misperet, Bigvai, Nehum och Baana. [...] Och dessa voro de som drogo åstad från Tel-Mela, Tel-Harsa, Kerub, Addon och Immer, men som icke kunde uppgiva sina familjer och sin släkt, och huruvida de voro av Israel: Delajas barn, Tobias barn, Nekodas barn, sex hundra fyrtiotvå. Och av prästerna: Habajas barn, Hackos’ barn, Barsillais barn, hans som tog en av gileaditen Barsillais döttrar till hustru och blev uppkallad efter deras namn. Dessa sökte efter sina släktregister, men man kunde icke finna dem; därför blevo de såsom ovärdiga uteslutna från prästadömet. Och ståthållaren tillsade dem att de icke skulle få äta av det högheliga, förrän en präst uppstode med urim och tummim." Neh 7:6-7, 61-65 (1917 års översättning)

Bijbel en preek. In deze middagdienst staat Daniël 2 centraal.

Då befallde kung Dareios att man skulle göra efterforskningar i Babylon, i skattkammaren som rymde arkiven. 2På borgen i Ekbatana i provinsen Medien fann man en skriftrulle som innehöll följande minnesanteckning:3”Under sitt första regeringsår gav konung Kyros denna befallning om templet i Jerusalem: Huset skall byggas upp igen så att offer kan förrättas där. Grunden skall behållas. Höjden skall vara 60 alnar och bredden 60 alnar, 4med tre lager huggen sten och ett lager trävirke. Kostnaden skall bestridas av kronan. 5Dessutom skall de kärl av guld och silver från Guds hus som Nebukadnessar tog från templet i Jerusalem och förde till Babylon lämnas tillbaka. De skall föras till templet i Jerusalem, där de hör hemma, och få sin plats i Guds hus.”Dareios svar6”Därför skall saken inte drivas vidare av er, Tattenaj, ståthållare i provinsen Väster om Eufrat, och Shetar Bosnaj och era kolleger, inspektörerna i provinsen. 7Låt arbetet på detta Guds hus fortgå ostört, och låt judarnas ståthållare och judarnas äldste bygga upp templet på dess gamla plats. 8Och härmed ger jag befallning om hur ni skall samarbeta med judarnas äldste vid byggandet av templet: deras utgifter skall sorgfälligt betalas med kronans skatteintäkter från provinsen Väster om Eufrat, så att arbetet inte hindras. 9Vad prästerna i Jerusalem uppger att de behöver, ungtjurar, baggar och lamm till brännoffer åt himlens Gud, vete, salt, vin och olja, det skall utan försumlighet ges åt dem varje dag. 10Så skall de kunna bära fram offer åt himlens Gud och be för konungens och hans söners liv. 11Vidare befaller jag att om någon överträder denna förordning skall en bjälke brytas loss ur hans hus och han skall hängas upp, fastnaglad vid den, och hans hus skall bli en grushög. 12Må den Gud som har låtit sitt namn bo i detta tempel i Jerusalem slå ner varje konung eller folk som vågar överträda förordningen och förstör templet! Jag, Dareios, har själv givit befallningen, må den utföras med största sorgfällighet!”13Tattenaj, ståthållaren i provinsen Väster om Eufrat, och Shetar Bosnaj och deras kolleger rättade sig sorgfälligt efter det som kung Dareios hade förordnat. 14Och judarnas äldste byggde framgångsrikt vidare, sporrade av vad profeten Haggaj och Sakarja, Iddos son, förkunnade. Byggnaden fullbordades så som Israels Gud hade befallt och så som Kyros och Dareios och perserkungen Artaxerxes hade befallt.15Huset stod färdigt på den tredje dagen i månaden adar, under kung Dareios sjätte regeringsår.Esra 6:1-15 (Bibel 2000)Marie Ek Lipanovskahttp://www.marieeklipanovska.se

I skrivelsen de sände honom stod:”Var hälsad, konung Dareios! 8Må det bli känt för konungen att vi for till provinsen Juda och såg att den store Gudens tempel byggs upp i huggen sten, med trävirke i väggarna. Arbetet görs grundligt och går stadigt framåt. 9Vi förhörde de äldste och frågade vem som hade gett dem befallning att bygga och inreda templet. 10Vi frågade dem också vad de hette för att skriva upp namnen på deras ledare och kunna underrätta dig. 11Vi fick detta svar:Vi tjänar himlens och jordens Gud. Vi bygger upp det tempel som en gång för många år sedan uppfördes här. En stor konung i Israel byggde och färdigställde det. 12Men eftersom våra fäder gjorde himlens Gud vred utlämnade han dem åt kaldén Nebukadnessar, den babyloniske konungen. Och han förstörde detta hus och förde bort folket till Babylonien. 13Men under sitt första regeringsår gav konung Kyros av Babylonien befallning att detta tempel skulle återuppbyggas. 14Och de kärl av guld och silver som tillhört Guds hus, men som Nebukadnessar hade tagit från Jerusalems tempel och fört till templet i Babylon, hämtade nu konung Kyros därifrån och överlämnade åt en man vid namn Sheshbassar, som han hade utnämnt till ståthållare. 15Han sade: ’Ta dessa kärl och för dem till templet i Jerusalem, ty Guds hus skall byggas upp på sin gamla plats.’ 16Så kom Sheshbassar hit och lade grunden till Guds hus i Jerusalem. Och från den tiden tills i dag har man byggt, och det är ännu inte färdigt. 17Om det behagar konungen må man efterforska i den kungliga skattkammaren i Babylon om konung Kyros verkligen gav befallning att bygga detta tempel i Jerusalem. Låt sedan meddela oss konungens beslut i denna fråga.”Esra 5:7-17 (Bibel 2000)Marie Ek Lipanovskahttp://www.marieeklipanovska.se

Under den persiske kungen Kyros första regeringsår ingav Herren – för att Herrens ord genom Jeremia skulle uppfyllas – Kyros tanken att sända ut en förordning, och han tillkännagav i hela sitt rike, både muntligt och skriftligt: 2”Så säger Kyros, konung av Persien: Alla jordens riken har Herren, himlens Gud, givit mig, och han har ålagt mig att bygga ett hus åt honom i Jerusalem i Juda. 3De av er som tillhör hans folk – må er Gud vara med er – skall bege sig till Jerusalem i Juda och bygga ett hus åt Herren, Israels Gud. Han är den Gud som bor i Jerusalem. 4Alla som finns kvar av hans folk skall få hjälp av invånarna på de platser där de bor. De skall få silver och guld, gods och boskap och därtill frivilliga gåvor till Guds hus i Jerusalem.”5Överhuvudena för Judas och Benjamins familjer, liksom prästerna och leviterna, alla som fått Guds ingivelse, gjorde sig nu redo att ge sig i väg för att bygga Herrens hus i Jerusalem. 6Och alla deras grannar bistod dem med föremål av silver, med guld, med gods och boskap och dyrbarheter, förutom de frivilliga gåvorna. 7Kung Kyros lät också hämta de kärl från Herrens hus som Nebukadnessar hade fört bort från Jerusalem och ställt i sin guds hus. 8Kyros, kungen av Persien, lät skattmästaren Mitredat ta hand om kärlen och redovisa dem för Sheshbassar, fursten av Juda. 9Antalet var: 30 guldpokaler, 1 000 silverpokaler, 29 offerskålar, 1030 guldbägare, 410 silverbägare och 1 000 andra kärl. 11Kärlen av guld och silver var sammanlagt 5 400. Allt detta tog Sheshbassar med sig när de deporterade fördes från Babylonien tillbaka till Jerusalem.Esra 1:1-11 (Bibel 2000)Marie Ek Lipanovskahttp://www.marieeklipanovska.se

Kim predikade om vikten av att stå upp för sin tro när det blir en kamp om tillbedjan. I Daniel kapitel 3 vägrar Sadrak, Mesak och Abed-Nego att tillbe en guldstaty av kung Nebukadnessar trots att det innebär att de kastas i en brinnande ugn. I Daniel kapitel 6 bryter Daniel mot lagen om att endast kungen i Babylon får tillbes genom att be till Gud fast Daniel inser att han kommer att kastas i lejongropen.

Niclas predikade om vikten av att vi står fasta i vår tro och låter Gud vara centrum i våra liv. I kapitel 4 i Daniels bok står det om Nebukadnessar som fick en dröm uttydd av Daniel. Nebukadnessar levde efter Babylons mentalitet, som innebar att nedgradera Gud och upphöja människan, detta tankesätt leder till förvirring. Nebukadnessar upphöjde  sig själv och blev galen men erkände till slut: Gud är himmelens konung, ty alla hans gärningar är sanning och hans vägar rätta, och han kan ödmjuka den som vandrar i högmod.

Årets första avsnitt diskuterar att vara hundvakt en vecka, Plexamp och iTunes, ett väldigt gott vin, mellandagsångest, Twitter och Dwitter, LineageOS och telefonbatterier samt en bunt filmer vi sett under julledigheten. Länkar Länkar Chateau Musar Storleksnamnen på vin- och champagneflaskor Nebukadnessar Cards against humanity Plexamp Ramverket Plexamp körs i heter Electron Winamp Disney klipper alla band med Netflix (tack Iller!) Dwitter Swift on security Adium Ex machina Her Kingsman: the golden circle Baby driver Driver LineageOS Cyanogenmod Replicant Apples batteribytesprogram Evolution Delta City rings på 086058800 Fullständig avsnittsinformation finns här: https://www.bjoremanmelin.se/podcast/avsnitt-107-det-ar-inte-itunes.html.

Hon tar publik och orkestrar med storm, dirigenten Maria Eklund, den Rysslandsfödda Stockholmsbon som har världen som arena. En kvinna som frossar i klangen och använder både pinnen och händerna. Maria Eklund föddes i Ryssland men har bott i Sverige i 22 år, i större delen av sitt liv. Hon utbildade sig i Moskva, både vid Tjajkovskij-konservatoriet och Gnesins musikakademi. - Klangen är viktigast i en orkester, säger Maria Eklund som regelbundet arbetar med flera av de ledande symfoniorkestrarna och operahusen, Arena di Verona, som är världens största utomhusarena, Bolsjojteatern, vilken är Rysslands nationalscen för balett och opera, Berlin Sinfonietta, Norrlandsoperans symfoniorkester, Nationaloperan i Kina, och Ryska Nationalorkestern.Under åren 2005-2008 var Maria Eklund första gästdirigent vid Ryska symfoniorkestern.Hennes mentor vid Moskvakonservatoriet var dirigenten Gennadij Rozjdestvenskij som ledde Kungliga Filharmonikerna under 2 perioder (1974-1977, 1992-95). Hon var Rozjdestvenskijs assistent i Helsingfors, London, Stockholm och Moskva. Maria Eklund känner speciellt för de stora ryska tonsättarnas verk. - De melodier som tonsättarna använder har ofta en folklig förankring eller förankring i språket. Jag känner väl de intonationer som finns i musiken.Hösten 2015 har Maria Eklund ett av sina få jobb i Sverige, nämligen på Folkoperan i Stockholm, där hon tillsammans med dirigenten Marit Strindlund turas om att dirigera Verdis opera La Traviata. I dokumentären hör vi Maria Eklund dirigera Göteborgs Symfoniker i Leonard Bernsteins Candide, Arena di Veronas kör och orkester i Verdis opera Nebukadnessar och Mascagnis opera Iris.Maria Eklund är ordförande i föreningen KUPP - Kvinnor upp på pulten, som 2012 bildades för att stötta och aktivt synliggöra svenska kvinnliga dirigenter. KUPP anordnade tillsammans med Kultur i Väst i Göteborg en dirigentkurs för unga kvinnor mellan 15 och 25 år.I programmet medverkar även musikstuderande Zaida Ponthin som deltog i denna dirigentkurs. - Det är viktigt med kvinnliga förebilden på dirigentpulten. Det ger mig en stor skjuts att andra, som är som jag, dirigerar en stor orkester! Det förklarar Zaida Ponthin i programmet.En P2 Dokumentär av Birgitta Tollan Medverkande: Maria Eklund, dirigentJurij Gourman, journalist på Radio Swedens ryska redaktionZaida Ponthin, musikstuderande, dirigentelevBirgitta Tollan, manus, regi och produktion.Låtlista: 14:00 Göteborgs Symfoniorkester Maria Eklund - Candide 14:03 Folkoperan Maria Eklund - Ouverture La Traviata 14:06 Renée Fleming, Joseph Calleja, Patrick Summers, Orchestra Of Saint Luke's (New York) - La Traviata: Akt 1, "E Strano...Ah Fors'E Lui...Follie...Sempre Libera" 14:10 Renée Fleming, Joseph Calleja, Patrick Summers, Orchestra Of Saint Luke's (New York) - La Traviata: Akt 1, "E Strano...Ah Fors'E Lui...Follie...Sempre Libera" 14:16 Maria Eklund Berlin Sinfonietta - Serenade For String Orchestra Es-Major Op.6 Allegro Ma Non Troppo E Grazioso 14:21 Berlin Sinfonietta Maria Eklund - Rigaudon From Holbergs Time Suite In Old Style 14:24 Diana Damrau, Gianandrea Noseda, Teatro Regio (Turin): Orkester - I Puritani 14:35 Chicago Symphony Chorus, Georg Solti, Chicago Symphony Orchestra - I Lombardi Alla Prima Crociata: (18) 14:41 Arena Di Veronas Orkester Och Kör Maria Eklund - Va Penciero Ur Nebukadnessar 14:43 Arena Di Veronas Orkester Och Kör Maria Eklund - Preludio E Inno Del Sole Ur Operan Iris 14:48 Berlin Sinfonietta Live Maria Eklund - Russian Photographs Ur Stalin Cocktail 14:53 Moskvas Filharmoniska Orkester Maria Eklund - Ouvertyrfantasi Ur Romeo Och Julia 14:56 Moskvas Filharmoniska Orkester Maria Eklund - Ouvertyrfantasi Ur Romeo Och Julia

Hon tar publik och orkestrar med storm, dirigenten Maria Eklund, den Rysslandsfödda Stockholmsbon som har världen som arena. En kvinna som frossar i klangen och använder både pinnen och händerna. Maria Eklund föddes i Ryssland men har bott i Sverige i 22 år, i större delen av sitt liv. Hon utbildade sig i Moskva, både vid Tjajkovskij-konservatoriet och Gnesins musikakademi.  - Klangen är viktigast i en orkester, säger Maria Eklund som regelbundet arbetar med flera av de ledande symfoniorkestrarna och operahusen, Arena di Verona, som är världens största utomhusarena, Bolsjojteatern, vilken är Rysslands nationalscen för balett och opera, Berlin Sinfonietta, Norrlandsoperans symfoniorkester, Nationaloperan i Kina, och Ryska Nationalorkestern. Under åren 2005-2008 var Maria Eklund första gästdirigent vid Ryska symfoniorkestern. Hennes mentor vid Moskvakonservatoriet var dirigenten Gennadij Rozjdestvenskij som ledde Kungliga Filharmonikerna under 2 perioder (1974-1977, 1992-95). Hon var Rozjdestvenskijs assistent i Helsingfors, London, Stockholm och Moskva.  Maria Eklund känner speciellt för de stora ryska tonsättarnas verk.  - De melodier som tonsättarna använder har ofta en folklig förankring eller förankring i språket. Jag känner väl de intonationer som finns i musiken. Hösten 2015 har Maria Eklund ett av sina få jobb i Sverige, nämligen på Folkoperan i Stockholm, där hon tillsammans med dirigenten Marit Strindlund turas om att dirigera Verdis opera La Traviata.  I dokumentären hör vi Maria Eklund dirigera Göteborgs Symfoniorkester i Leonard Bernsteins Candide, Arena di Veronas kör och orkester i Verdis opera Nebukadnessar och Mascagnis opera Iris. Maria Eklund är ordförande i föreningen KUPP - Kvinnor upp på pulten, som 2012 bildades för att stötta och aktivt synliggöra svenska kvinnliga dirigenter. KUPP anordnade tillsammans med Kultur i Väst i Göteborg en dirigentkurs för unga kvinnor mellan 15 och 25 år. I programmet medverkar även musikstuderande Zaida Ponthin som deltog i denna dirigentkurs.  - Det är viktigt med kvinnliga förebilden på dirigentpulten. Det ger mig en stor skjuts att andra, som är som jag, dirigerar en stor orkester! Det förklarar Zaida Ponthin i programmet. En P2 Dokumentär av Birgitta Tollan Medverkande: Maria Eklund, dirigent Jurij Gourman, journalist på Radio Swedens ryska redaktion Zaida Ponthin, musikstuderande, dirigentelev Birgitta Tollan, manus, regi och produktion.  

Det finns en musikalisk cykel eller fras som påverkar hjärtrytmen på ett hälsosamt sätt, i synnerhet om man sjunger i kör. Det visar forskning av Björn Vickhoff och Rickard Åström vid Sahlgrenska akademien i Göteborg och som Åström berättar om i det här "Interplay i P1"-programmet från den 7 februari 2015. Åström och Vickhoff lät en kör med gymnasister sjunga utvalda sånger och såg att gymnasisternas pulser gick upp och ner tillsammans till följd av en cirka 10 sekunder lång in- och utandningscykel, eller en fras då man sjunger under till exempel sju-åtta sekunder och sedan andas in under två-tre sekunder. Det är en fras som kräver sånger som går i ett lugnare tempo, till exempel "Den blomstertid nu kommer ...".Sedan såg forskarna att gymnasisternas pulser varierade på samma sätt och att det var en variation som påverkar hälsotillståndet hos en enskild individ. Tidigare studier visar att en bra variation för ett normalt vuxet hjärta grovt sett är mellan 10 och 20 slag i minuten. "Det påverkar det autonoma nervsystemet på ett bra sätt, i den stunden", säger Rickard Åström. - Om ditt hjärta klarar av att variera på det här viset är man också mer anpassningsbar för olika situationer, säger Åström. För att få veta om den här frasen är hälsosam på längre sikt krävs det dock nya studier som fokuserar på just det. För mer info, läs mer via länken nedan. Musiken i programmet är "Va pensiero" eller "Fångarnas kör" ur Verdis opera "Nebukadnessar" och framförs av Kungliga operans kör under ledning av Sixten Ehrling, i en inspelning från 1996. Producent Berit Nygren. Av upphovsrättsliga skäl är musiken i det nedladdningsbara avsnittet kraftigt förkortad.

Det finns en musikalisk cykel eller fras som påverkar hjärtrytmen på ett hälsosamt sätt, i synnerhet om man sjunger i kör. Det visar forskning av Björn Vickhoff och Rickard Åström vid Sahlgrenska akademien i Göteborg och som Åström berättar om i den femte delen av Interplay i P1 - dolda mönster i musiken" lördag 7 februari 2015. Åström och Vickhoff lät en kör med gymnasister sjunga utvalda sånger och såg att gymnasisternas pulser gick upp och ner tillsammans till följd av en cirka 10 sekunder lång in- och utandningscykel, eller en fras då man sjunger under till exempel sju-åtta sekunder och sedan andas in under två-tre sekunder. Det är en fras som kräver sånger som går i ett lugnare tempo, till exempel "Den blomstertid nu kommer ...". Sedan såg forskarna att gymnasisternas pulser varierade på samma sätt och att det var en variation som påverkar hälsotillståndet hos en enskild individ. Tidigare studier visar att en bra variation för ett normalt vuxet hjärta grovt sett är mellan 10 och 20 slag i minuten. Det påverkar det autonoma nervsystemet på ett bra sätt, i den stunden, säger Rickard Åström. - Om ditt hjärta klarar av att variera på det här viset är man också mer anpassningsbar för olika situationer, säger Åström. För att få veta om den här frasen är hälsosam på längre sikt krävs det dock nya studier som fokuserar på just det. För mer info, läs mer via länken nedan. Musiken i programmet är "Va pensiero" eller "Fångarnas kör" ur Verdis opera "Nebukadnessar" och framförs av Kungliga operans kör under ledning av Sixten Ehrling, i en inspelning från 1996. Producent och programledare Berit Nygren. Av upphovsrättsliga skäl är musiken i det nedladdningsbara avsnittet kraftigt förkortad.