Podcasts about keizersgracht

Canal in Amsterdam

  • 20PODCASTS
  • 28EPISODES
  • 33mAVG DURATION
  • 1MONTHLY NEW EPISODE
  • Mar 12, 2025LATEST
keizersgracht

POPULARITY

20172018201920202021202220232024


Best podcasts about keizersgracht

Latest podcast episodes about keizersgracht

Fluent Fiction - Dutch
Serendipity in Amsterdam: A Tale of Inspiration Under Rain

Fluent Fiction - Dutch

Play Episode Listen Later Mar 12, 2025 14:14


Fluent Fiction - Dutch: Serendipity in Amsterdam: A Tale of Inspiration Under Rain Find the full episode transcript, vocabulary words, and more:fluentfiction.com/nl/episode/2025-03-12-22-34-02-nl Story Transcript:Nl: Op een frisse lentedag in Amsterdam, waar de zon schaak speelt met de wolken, wandelt Mieke langs de Keizersgracht.En: On a crisp spring day in Amsterdam, where the sun plays chess with the clouds, Mieke strolls along the Keizersgracht.Nl: De lucht is zo veranderlijk als haar nieuwsgierige geest.En: The sky is as changeable as her curious mind.Nl: Met haar camera stevig in de hand, zoekt ze naar dat ene perfecte shot van de beroemde kanalen.En: With her camera firmly in hand, she searches for that one perfect shot of the famous canals.Nl: Tussen de historische grachtenpanden en de bloeiende tulpenbedden in, kijkt ze naar het spel van licht tussen de wolken.En: Among the historical canal houses and the blooming tulip beds, she watches the play of light between the clouds.Nl: Aan de rand van de gracht, dichtbij een opvallend blauw huis, staat Joris.En: At the edge of the canal, near a striking blue house, stands Joris.Nl: Hij, een kunstenaar die zijn inspiratie kwijt is, strijkt met een bezorgde blik over zijn schildersdoek.En: He, an artist who has lost his inspiration, strokes his canvas with a worried look.Nl: Zijn penseel rust ongebruikt in zijn hand, terwijl hij de omgeving scant op zoek naar iets nieuws, iets dat zijn verbeelding kan prikkelen.En: His brush rests unused in his hand as he scans the surroundings, searching for something new, something that can spark his imagination.Nl: Als Mieke en Joris elkaars pad kruisen, begint er een lichte regen te vallen.En: When Mieke and Joris cross paths, a light rain begins to fall.Nl: Ze zoeken snel onderdak onder de boog van een brug.En: They quickly find shelter under the arch of a bridge.Nl: Terwijl de druppels een ritme spelen op het water, raken ze in gesprek.En: As the drops play a rhythm on the water, they start a conversation.Nl: Mieke vertelt over haar liefde voor fotografie en hoe de grillige lucht het perfecte plaatje dwarsboomt.En: Mieke talks about her love for photography and how the capricious sky hinders the perfect picture.Nl: Joris knikt begripvol en legt uit hoe hij de drang voelt om iets nieuws en levendigs te creëren, maar niet weet waar te beginnen.En: Joris nods understandingly and explains how he feels the urge to create something new and lively but doesn't know where to start.Nl: "Misschien," begint Mieke aarzelend, terwijl ze naar de lucht kijkt, "is het onvoorspelbare juist wat we nodig hebben."En: "Maybe," begins Mieke hesitantly, as she looks at the sky, "the unpredictable is exactly what we need."Nl: Joris glimlacht, alsof een sluier van zijn ogen is gevallen.En: Joris smiles, as if a veil has lifted from his eyes.Nl: De brug omarmt hen in een veilige schuilplaats terwijl ze elkaars perspectieven delen, elkaars wereld bekijken door andere ogen.En: The bridge embraces them in a safe haven as they share each other's perspectives, viewing each other's world through different eyes.Nl: Dan, abrupt en onverwachts, breekt de zon door de wolken, schildert de regenbogen in de lucht en belicht de gracht in een gouden gloed.En: Then, abruptly and unexpectedly, the sun breaks through the clouds, paints rainbows in the sky, and illuminates the canal in a golden glow.Nl: Mieke grijpt haar camera en legt het prachtige moment vast — het perfecte moment dat precies de juiste stemming vangt.En: Mieke grabs her camera and captures the beautiful moment — the perfect moment that captures just the right mood.Nl: Joris, geïnspireerd door het moment en hun ontmoeting, ziet eindelijk voor zich wat zijn volgende werk moet zijn: de schoonheid van het onvoorspelbare en de kracht van verbinding.En: Joris, inspired by the moment and their encounter, finally sees what his next work must be: the beauty of the unpredictable and the power of connection.Nl: De regen stopt.En: The rain stops.Nl: Mieke en Joris stappen uit onder de brug, hun hoofden vol nieuwe ideeën.En: Mieke and Joris step out from under the bridge, their heads full of new ideas.Nl: Met een knipoog naar de toekomst en een gedeeld gevoel van vervulling, begrijpen ze dat dit de start is van iets nieuws.En: With a wink to the future and a shared sense of fulfillment, they understand that this is the start of something new.Nl: Samen, in het wispelturige weer van Amsterdam, hebben ze een stukje van de stad en van zichzelf herontdekt.En: Together, in the capricious weather of Amsterdam, they have rediscovered a piece of the city and of themselves. Vocabulary Words:crisp: frissestrolls: wandeltchangeable: veranderlijkcurious: nieuwsgierigeblooming: bloeiendestriking: opvallendcanvas: schildersdoekworried: bezorgdestrokes: strijktveiled: sluierhinder: dwarsboomthesitantly: aarzelendunpredictable: onvoorspelbareglow: gloedilluminates: belichtcaptures: vangtperspectives: perspectievencross paths: elkaars pad kruisenshelter: onderdakarch: boogdroplets: druppelscapricious: grilligeviewing: bekijkenmoment: momentscans: scanturge: drangpainting: schildertfulfillment: vervullingwink: knipoogrediscovered: herontdekt

De Stad
Dansen (achter een raam)

De Stad

Play Episode Listen Later Feb 20, 2025 2:08


Dé micropodcast die je meeneemt op ontdekkingsreis door Amsterdam. Elke aflevering vertelt maker Inge Wannet je een heel kort verhaal over wat zij allemaal ziet in de stad.Vandaag: Bijna iedereen danste op het feest aan de Keizersgracht.Concept, tekst, audio: Inge Wannet.Eindredactie: Thijs Schrik.

Luisterrijk luisterboeken
Amsterdam. De verdwijning

Luisterrijk luisterboeken

Play Episode Listen Later Oct 14, 2024 3:00


De thriller Amsterdam. De verdwijning van bestsellerauteur Kiki van Dijk speelt zich af in een chic hotel aan de Keizersgracht waarin iedereen iets te verbergen heeft… Voor fans van Suzanne Vermeer. Uitgegeven door Xander Uitgevers B.V. Spreker: Jantine van den Bosch

AmsterdamFM Kunst en Cultuur
Achter De Gevels #5: Museum Van Loon

AmsterdamFM Kunst en Cultuur

Play Episode Listen Later Sep 6, 2024 38:18


In deze aflevering van Achter de Gevels is Victor van Drielen te gast, conservator bij Museum Van Loon. Dit museum bevindt zich aan de Keizersgracht 672, midden in de Amsterdamse Grachtengordel, en vertelt het verhaal van dit historische woonhuis. We praten met Victor over het leven in de Grachtengordel in de vroegmoderne tijd. Hoe gingen huisbazen destijds bijvoorbeeld om met hun huurders? En wat is er tegenwoordig nog over van de invloedrijke familie Van Loon? In Achter de Gevels spreekt Carlijn Elemans in elke aflevering met een expert over een Amsterdams gebouw om zo de stad, met haar rijke geschiedenis en prachtige architectuur, beter te leren kennen. Achter de Gevels wordt opgenomen vanuit de studio in de Triumph aan de Kalverstraat voor AmsterdamFM. Presentatie en redactie: Carlijn Elemans Productie: Oscar van Oorschot

Nuus
Stad Kaapstad reik boetes uit vir gekaapte geboue

Nuus

Play Episode Listen Later May 26, 2024 0:18


Die Stad Kaapstad het die Openbare Werke departement beboet na herhaalde pogings om toestande by twee gekaapte persele wat die regering besit, op te ruim. Die persele is in Keizersgracht in Distrik Ses, en Jan Smutsrylaan in Maitland. Albei eiendomme is amptelik as probleemgeboue verklaar. Die burgemeester, Geordin Hill-Lewis, sê kennisgewingborde is opgerig wat die publiek inlig oor die stad se optrede.

Gamekings
Brievenmaandag over Dodenherdenking, Fallout & Star Wars

Gamekings

Play Episode Listen Later May 6, 2024 74:34


Een nieuwe week een brand spanking nieuwe Brievenmaandag met dit keer niet één maar twee conspiracies die we bespreken. Niet alleen Boris wist weer een mooi verhaal uit z'n mouw te schudden maar ook Volkskrant JJ kwam dit keer met z'n eigen complottheorie. De lege Dam tijdens de Dodenherdenking Waar ging JJ's complottheorie dan over horen we je denken. Dat had alles te maken met de dodenherdenking van dit weekend op de Dam in Amsterdam. Niet eerder in de recente tijd was de nationale dodenherdenking zo beladen als dat het dit jaar was. Er waren massale protesten aangekondigd en iedereen die op de Dam aanwezig wilde zijn diende zich te registreren bij de lokale overheid. Gelukkig viel het alleszins mee qua ongeregeldheden maar het viel wel op dat het enorm leeg was op de Dam zelf, de herdenking werd dan ook niet goed bezocht. Bleven mensen thuis vanwege het slechte weer of is er iets anders aan de hand? JJ doet een duit in het zakje en vertelt ons wat hierover in de Volkskrant stond. Wat vinden we van Star Wars Outlaws? Maar natuurlijk hebben we het niet alleen over samenzweringen / complottheorien, we hebben het zoals gewoonlijk ook over video games. Zo vraagt Stevie the Fool zich af wat we bij Gamekings vinden van het Ubisoft / Star Wars Outlaws verhaal waarbij Ubi de monetization opschroeft met season passes voor een single player game, early access en meer van dat soort ongein. Anderzijds vraagt Joris zich weer af of hij z'n GTA Online Free Roam kan blijven spelen op de Xbox One zodra de Xbox 360 Store z'n deuren sluit. Stage lopen bij Gymly Heb je een bovenmatige interesse in sport en fitness, ben je op zoek naar een coole stage plek bij een snel groeiende startup en wil je weten wat het is om op kantoor te zitten aan de gracht der grachten in Nederland, de Keizersgracht in Amsterdam, dan is Gymly de spot die je zoekt. Check het verhaal van Boris in deze Brievenmaandag maar. Interesse, stuur dan een mail inclusief CV naar redactie@gamekings.tv. Ga je op zeker een toffe, sportieve en leerzame zes maanden tegemoet.

MISCHA!
#458 - Redouan in gesprek met Dickie Zebregs

MISCHA!

Play Episode Listen Later Apr 30, 2024 57:54


Dickie Zebregs speelt mee in de Champions League van de kunstwereld en stond in maart dit jaar als jongste handelaar op de vooraanstaande beurs TEFAF. En ja, dat is best knap, vindt hij zelf ook. Helemaal voor iemand die de kunstopleiding niet heeft afgerond. Als zoon van een autohandelaar leerde hij: totale transparantie is het hoogste goed. Zijn galerie aan de Keizersgracht gaat in mei weer open en daar kijkt hij erg naar uit. 

Fluent Fiction - Dutch
Lost and Found in Amsterdam: A Day of Adventure and New Friendships

Fluent Fiction - Dutch

Play Episode Listen Later Jan 7, 2024 12:29


Fluent Fiction - Dutch: Lost and Found in Amsterdam: A Day of Adventure and New Friendships Find the full episode transcript, vocabulary words, and more:fluentfiction.org/lost-and-found-in-amsterdam-a-day-of-adventure-and-new-friendships Story Transcript:Nl: Het was een heldere dag in Amsterdam toen Jeroen en Sophie op het Centraal Station aankwamen.En: It was a clear day in Amsterdam when Jeroen and Sophie arrived at Central Station.Nl: Ze waren toeristen, op zoek naar avontuur.En: They were tourists, in search of adventure.Nl: De stad, met haar kronkelende kanaaltjes en talloze bruggetjes, leek een doolhof.En: The city, with its winding canals and countless bridges, seemed like a maze.Nl: Dat bracht hen flink in de war.En: This greatly confused them.Nl: Aan de rand van een klarinet klinkend kanaal zagen ze een jongen zitten.En: On the edge of a clarinet-playing canal, they saw a boy sitting.Nl: Zijn naam was Daan.En: His name was Daan.Nl: Hij woonde zijn hele leven in Amsterdam.En: He had lived his whole life in Amsterdam.Nl: Daan kende de stad als zijn eigen broekzak.En: Daan knew the city like the back of his hand.Nl: Jeroen en Sophie vroegen Daan om hulp.En: Jeroen and Sophie asked Daan for help.Nl: Ze legden uit dat ze waren verdwaald en een beetje overweldigd door het web van kanaaltjes.En: They explained that they were lost and a bit overwhelmed by the web of canals.Nl: Daan luisterde, knikte en zei: "Ik kan helpen.En: Daan listened, nodded, and said, "I can help."Nl: "Hij nam hen mee op een tour door de stad.En: He took them on a tour of the city.Nl: Ze liepen langs de Prinsengracht, de Herengracht, en de Keizersgracht.En: They walked along the Prinsengracht, the Herengracht, and the Keizersgracht.Nl: Daan vertelde verhalen over de geschiedenis van deze grachten en de stad.En: Daan told stories about the history of these canals and the city.Nl: Jeroen en Sophie voelden zich beter.En: Jeroen and Sophie felt better.Nl: Ze waren niet meer verloren.En: They were no longer lost.Nl: Ze maakten foto's van prachtige huizen, glimlachend tegen de achtergrond van de ondergaande zon.En: They took pictures of beautiful houses, smiling against the backdrop of the setting sun.Nl: Ze aten patat bij een plaatselijke kraam en lachten om de meeuwen die om de kruimels bedelden.En: They ate fries at a local stall and laughed at the seagulls begging for crumbs.Nl: Daan wist de beste plek voor oliebollen.En: Daan knew the best place for oliebollen.Nl: Ze proefden de zoete deegwaren, warm en knapperig.En: They tasted the sweet pastries, warm and crispy.Nl: In de avond, toen de lantaarns naast de kanalen licht begonnen te verspreiden, bracht Daan hen terug naar het Centraal Station.En: In the evening, as the lanterns along the canals began to spread light, Daan brought them back to Central Station.Nl: Hij wees hun de juiste trein naar hun hotel.En: He pointed them to the right train to their hotel.Nl: "Dank je, Daan!En: "Thank you, Daan!"Nl: " zeiden ze.En: they said.Nl: Hij glimlachte, zwaaide hen uit en keek de trein na tot die uit het zicht verdween.En: He smiled, waved them goodbye, and watched the train until it disappeared from sight.Nl: Vanaf die dag waren Jeroen en Sophie niet meer bang om te verdwalen.En: From that day on, Jeroen and Sophie were no longer afraid to get lost.Nl: Want Amsterdam was geen doolhof meer voor hen, maar een stad vol avontuur en dankzij Daan wisten ze nu de weg.En: Because Amsterdam was no longer a maze for them, but a city full of adventure and thanks to Daan, they now knew the way.Nl: Ze beloofden terug te komen voor meer avontuur, dit keer als vrienden van de stad, niet als verdwaalde toeristen.En: They promised to come back for more adventure, this time as friends of the city, not as lost tourists.Nl: En zo eindigde hun eerste dag in Amsterdam, verdwaald en dan gevonden, met nieuwe vriendschap en mooie herinneringen.En: And so, their first day in Amsterdam ended, lost and then found, with new friendship and beautiful memories. Vocabulary Words:It: Hetwas: wasa: eenclear: heldereday: dagin: inAmsterdam: Amsterdamwhen: toenJeroen: Jeroenand: enSophie: Sophiearrived: aankwamenat: opCentral: CentraalStation: StationThey: Zewere: warentourists: toeristenin: opsearch: zoekof: naaradventure: avontuurThe: Decity: stadwith: metits: haarwinding: kronkelendecanals: kanaaltjesand: encountless: talloze

Opium
Het gesprek - Luuc Kooijmans (27 oktober 2023)

Opium

Play Episode Listen Later Oct 27, 2023 12:37


Hein van Eekert in gesprek met historicus Luuc Kooijmans. Luuc Kooijmans schrijft boeken die niet alleen lof geoogst in wetenschappelijke kringen, maar worden ook door een breed publiek gewaardeerd. Boeken als 'De doodskunstenaar', 'Vriendschap', 'De geest van Boerhaave'', 'Gevaarlijke kennis' en 'Cosimo aan de Keizersgracht zijn veelbekroonde boeken. Kooijmans ontving van het Prins Bernhard Cultuurfonds een oeuvreprijs op het terrein van de geesteswetenschappen. Voor zijn nieuwe boek 'Melancholie in de Gouden Eeuw' dook Kooijmans in de Gouden Eeuw. Centraal staan de vragen: Wat gebeurde er in het verleden met mensen die overspannen raakten of ten prooi vielen aan een depressie of een psychose? Wat moesten ze zonder effectieve medicijnen of specialistische hulp? En wat moest de samenleving met hen aan? Dat waren tot nu toe alleen vragen, maar in Melancholie wordt geprobeerd ze te voorzien van antwoorden – op grond van bronnen die tot dusver nauwelijks toegankelijk waren. In 'Melancholie in de Gouden Eeuw' worden mensen die beschouwd werden als zwaarmoedig of krankzinnig met indringende verhalen tot leven gebracht. We zien ze door de ogen van hun familieleden, huisgenoten en buren, en soms komen ze ook zelf aan het woord. We leren hun angsten en hun dagelijkse problemen kennen en de manieren waarop de mensen in hun omgeving met hen omgingen. Wat ze daarover vertellen biedt ons bovendien een ongewone blik op het alledaagse leven in het Holland van de Gouden Eeuw.

holland voor hein gesprek melancholie boeken centraal gouden eeuw keizersgracht prins bernhard cultuurfonds luuc eekert
In het Rijks
20ste eeuw: Fotograaf Eva Besnyö

In het Rijks

Play Episode Listen Later Sep 20, 2023 31:12


De beroemde fotograaf Eva Besnyö was tijdens haar 93-jarige leven niet alleen getuige van, maar ook drijvende kracht achter belangrijke ontwikkelingen in de fotografie. In het beeld 'Vrouwelijk naakt' zien we een naakte jonge vrouw door de lens van een vrouwelijke fotograaf. En gefotografeerd op een manier die toen net in opkomst was. Janine Abbring spreekt erover met conservator fotografie Mattie Boom.Wil je weten hoe deze foto eruitziet? Ga dan naar www.rijksmuseum.nl/podcastIn het Rijksmuseum is powered by ING.

De Namarama Show
Can I make it in New York? met Rogier Vijverberg (Superheroes)

De Namarama Show

Play Episode Listen Later Jun 6, 2023 40:09


"If I can make it there, I can make it anywhere", zo bezingt Frank Sinatra mijn favoriete stad aan de Oostkust. Ik was daar een weekje op vakantie met mijn 15-jarige zoon. Maar het was niet alleen vakantie, ik liet de kans niet voorbij gaan om mijn oud-collega Rogier Vijverberg op te zoeken. Wij werkten samen aan mooie campagnes voor onder andere Heineken bij het roemruchte digitale bureau Qi. Niet veel later besloot Rogier om samen met Django Weisz Blanchetta een eigen bureau te starten in Amsterdam, Superheroes.  Rogier vertelt hoe de naam Superheroes ontstond (heerlijk naamverhaal) en hoe het bureau er in slaagde om internationale klanten aan te trekken. Van een zolderkamer naar een kantoor aan de Keizersgracht. En van de gracht naar Broadway in New York.  Het was geen gespreid bedje. De start van het bureau vond precies plaats tijdens de bankencrisis en zorgde voor wat slapeloze nachten. De start van Rogier in New York was ook nogal slecht getimed, niet veel later brak de pandemie uit. Hoe overleefde hij met zijn gezin die eerste maanden? En hoe kijkt hij nu terug op die tijd? Superheroes is het gelukt om een niche te vinden tussen de duizenden andere bureaus in New York. Door zich te focussen op GenZ hebben ze zichzelf de descriptor 'The Post Advertising Ad Agency' meegegeven. Met die instelling maken ze opvallend werk voor o.a. MTV, Lenevo, Doordash en Lynx. Hun tagline is dan ook: 'Saving the world from boring advertising'. Luister naar dit zeker niet vervelende gesprek met Superhero Rogier. SHOWNOTES Rogier Vijverberg Superheroes  

AmsterdamFM Kunst en Cultuur
Wie wat bewaart 31 03 23 | NEMO (Energy Junkies) en FOAM (Ernest Cole)

AmsterdamFM Kunst en Cultuur

Play Episode Listen Later Mar 31, 2023 56:24


Gasten: Lizzy Bakker en Hinde Haest In deze aflevering van Wie Wat Bewaart spreekt Jeroen de Vries met Lizzy Bakker over de tentoonstelling; “Energy Junkies”, deze is te zien in de Studio van NEMO Science Museum op het Marineterrein in Amsterdam. Onze verslaving aan energie, de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en de gevolgen voor het klimaat staan centraal in deze nieuwe tentoonstelling van NEMO voor volwassenen. Met Hinde Haest wordt de tentoonstelling “House of Bondage” van de Zuid-Afrikaanse fotograaf Ernest Cole besproken. Ernest Cole legde het leven van de Zuid-Afrikaanse zwarte bevolking vast tijdens de apartheid. De tentoonstelling bevat werk uit zijn archief, dat lange tijd als verloren werd beschouwd. Deze is te zien in het Foam fotomuseum, Keizersgracht 609. • Lizzy Bakker is Senior programma manager bij het NEMO Science Museum • Hinde Haest is curator van de tentoonstelling “House of Bondage”. Foto: South Africa 1960s ©Ernest Cole Magnum photos

Minicollege
Met z'n 3en op een matje - door Leonard Besseling en Eduardo Pareses Crespo

Minicollege

Play Episode Listen Later Feb 14, 2023 26:07


Trio 258 is het pianotrio van violist Eduardo Paredes Crespo, cellist Leonard Besseling. Ze kwamen in 2015 voor het eerst bij elkaar op de Keizersgracht 258 en spelen in heel het land in alle zalen Afgelopen december namens ze hun eerste album op met een pianotrio van Rachmaninov. Daarvoor giungen ze diep. heel diep. Met nachtelijke gesprekken en bezoeken aan een Feldenkreis therapeut. Van buiten naar binnen op zoek naar de ziel van Rachmaninov. Hoe dat allemaal ging, vertellen ze in dit minicollege! Muziekvoorbeeld: Rachmanionov Trio: https://open.spotify.com/album/21koaUO1yfXBJgZlWxyCO6?si=TZJZ878oQ1aUDTRobvUtIg Muziek podcast: Akim Moiseenkov Opname en montage: Bart Geeraedts, TXTproducties 24classics is een classical music discovery service. We maken podcasts, organiseren de serie 24chambers en andere concerten  en produceren films. Ook kleine vriend van 24classics worden? Dat kan hier: https://24classics.com/word-vriend/

Hotel der Woche - Der Hotel-Podcast von reisen EXCLUSIV
Niederlande: Hotel Pulitzer Amsterdam

Hotel der Woche - Der Hotel-Podcast von reisen EXCLUSIV

Play Episode Listen Later Jun 26, 2022 13:52


Unauffällig auffällig: So lässt sich der erste Eindruck gut beschreiben. Denn die 25 Grachtenhäuser – einst allesamt einzelne Wohnhäuser – schmiegen sich nun, wie eine Art Undercover-Hotel, zwischen die prächtige Prinsen- und Keizersgracht im belebten Viertel Neun Straßen. Wohl das beliebteste Viertel für Amsterdam-Reisende, aber auch für Einheimische.

In het Rijks
18de eeuw: de Beuningkamer

In het Rijks

Play Episode Listen Later Oct 27, 2021 23:01


Een complete kamer uit een Amsterdams grachtenpand waar je je even in de 18de eeuw waant: de Beuningkamer. Een overrompelend openhaard-stuk van marmer, hout en met een schilderij erop. Spiegels, een bewerkt plafond vol symboliek en bewerkte dubbele houten deuren.Conservator 18de-eeuwse schilderkunst Josephina de Fouw vertelt aan Janine Abbring over deze kamer: waarom zij hem zo mooi vindt, hoe de kamer werd gered, en over degenen die hem lieten bouwen: Matthijs en Catharina Beuning. Zij waren lid van het religieuze broederschap de Hernhutters, die samenkwamen in deze kamer, en steenrijk. Maar helaas leefden ze niet lang en gelukkig. Hoe dat kwam, hoor je in deze aflevering.Kijk op rijksmuseum.nl/podcast als je de foto's van de kamer wilt zien. Of kom naar het Rijksmuseum, zaal 1.6.De Amsterdamse grachtenkamer is in bruikleen van het Amsterdam Museum.De podcastserie in het Rijksmuseum is powered by ING.

BuchZeichen
Die Welt aus den Fugen – was nun?

BuchZeichen

Play Episode Listen Later Aug 25, 2020 29:09


Drei neue Romane aus dem nahenden Bücherherbst erzählen von Menschen, deren Leben in den Grundfesten erschüttert wird. Es geht um Gewalttaten, familiäre Konflikte – und einen Flugzeugabsturz. Felix Münger ist fasziniert vom aktuellen Roman «Ameisen unterm Brennglas» des 1975 geborenen Zürchers und Buchpreisträgers Jens Steiner. Die Rahmenhandlung ist eine Kriminalgeschichte. Durch sie lässt der Autor eine Gesellschaft sichtbar werden, die in besorgniserregendem Zustand ist. Florian Oegerli hat einen Roman aus den Niederlanden im Gepäck: «Das Haus an der Keizersgracht». Das titelgebende Gebäude in der Amsterdamer Altstadt fault seinen Bewohnern wortwörtlich unter den Füssen weg. Und auch bei denen stehen alle Zeichen auf Verfall. Sinnlich und mit psychologischem Tiefgang erzählt die Niederländerin Rinske Hillen über Schuld und familiäre Dämonen. Britta Spichiger stellt den Roman «Cloris» vor. Cloris ist eine 72-jährige Frau, die als einzige einen Flugzeugabsturz in den Rocky Mountains überlebt. Der junge US-Amerikaner Rye Curtis beschreibt, wie Cloris sich den Weg zurück in die Zivilisation erkämpft. Aber plötzlich nicht mehr sicher ist, ob sie überhaupt in ihr früheres Leben zurückkehren will. Eine gelungene Mischung aus Abenteuerroman und psychologischem Roman. Buchhinweise:  Jens Steiner. Ameisen unterm Brennglas. Arche, 2020. Rinske Hillen. Das Haus an der Keizersgracht. Schöffling&Co., 2020. Rye Curtis. Cloris. C.H. Beck, 2020.

NTR | Het Bureau - Podcast
Aflevering 98

NTR | Het Bureau - Podcast

Play Episode Listen Later Mar 31, 2020 14:03


1968/1969 -Slofstra heeft twee Japanners binnengehaald en roept de hulp in van Maarten omdat hij ze niet kan verstaan. Haan vraagt wie er mee gaat naar Grave. Ontmoeting met Lex van 't Schip. Bavelaar wil onder vier ogen praten over Graanschuur. Balk en Maarten bezichtigen het toekomstige Bureau op de Keizersgracht. Bart, Ad, Jan en Maarten praten over het artikel over het kaartsysteem dat Maarten moet schrijven. Bart vindt dat hij dat had moeten weigeren. Over de zin van de wetenschap. Jacobo Alblas komt een dorsvlegel brengen. Met: Krijn ter Braak (Maarten Koning), Joop Wittermans (Slofstra), Hanneke Riemer (Dé Haan), Diana Dobbelman (Juffrouw Bavelaar), Harry van Rijthoven (Doornebal), Peter van Heeringen (Lex van 't Schip), Dick van den Toorn (Jan Boerakker), Hans Hoes (Ad Muller), Jacob Derwig (Bart Asjes), Dick van den Toorn (Jan Boerakker), Marlies Hamelynck (Mevrouw Moederman) en Dimme Treurniet (Jocobo Alblas).

Stedelijk Museum Amsterdam Podcast
2. Revolutiejaar 1968 en een penis op de Dam

Stedelijk Museum Amsterdam Podcast

Play Episode Listen Later Jul 13, 2018 46:13


Welkom terug in het Amsterdam Magisch Centrum! Dit is aflevering 2 over het revolutiejaar 1968. Over een gigantisch gepapiermachede penis op de dam, de bezetting van de Nachtwachtzaal en een beladen tentoonstelling aan de Keizersgracht 609.In deze aflevering hoor je onder andere Dunya Verwey, Roel Janssen, Tjebbe van Tijen, Pieter Boersma en Iris de Leeuw.

Zaher op Zoek
Zaher op Zoek | Viraliteit (#3 Jesse Goedel)

Zaher op Zoek

Play Episode Listen Later Feb 1, 2018 48:32


Jesse Goedel richtte WeDigital in 2012 op  vanuit zijn zolderkamer en inmiddels heeft hij een eigen kantoor op de Keizersgracht. Bij WeDigital bedenken, maken en managen ze de social media content van grote merken als … Continue reading Zaher op Zoek | Viraliteit (#3 Jesse Goedel) → The post Zaher op Zoek | Viraliteit (#3 Jesse Goedel) appeared first on Clipjesfabriek - Professionele video's.

zoek zaher keizersgracht
Het Spoor Terug
De weg van Hester

Het Spoor Terug

Play Episode Listen Later Nov 26, 2017 31:27


In 1638 opende op de Keizersgracht in Amsterdam de eerste officiële Schouwburg haar deuren. De grote vraag was nu: wat moeten we spelen. De stukken die Vondel, Hooft en Bredero maakten, waren redelijk populair, maar het publiek werd pas echt wild enthousiast toen de eerste Spaanse stukken werden opgevoerd, uit het land waarmee de Nederlanden nog in oorlog waren.Een paar weken geleden voerde theatergroep Kwast een van de populairste stukken opnieuw op: Hester, van de toneelschrijver Lope de Vega. In Spanje geschreven, door Sefardische vluchtelingen meegenomen naar Amsterdam en meer dan een eeuw lang opgevoerd. De weg van Hester, gemaakt door Mathijs Deen, gemonteerd met Berry Kamer.

Over Klanten Gesproken
OKG 47 - Hoe Pulitzer Amsterdam elke dag een 5-sterren beleving biedt.

Over Klanten Gesproken

Play Episode Listen Later Nov 7, 2017 37:56


Pulitzer Amsterdam is één van de meest iconische en best beoordeelde hotels van Amsterdam. Het hotel bestaat uit 25 grachtenpanden aan de Prinsengracht en Keizersgracht die aan elke gekoppeld zijn. Het team in het hotel is elke dag bezig met één doel: het creëren van memorabele ervaringen voor de ruim 400 dagelijkse gasten. Dat is topsport. Alex van Gastel, General Manager, vertelt hoe hij zijn team helpt bij het bereiken van dat doel. Hieronder lees je drie van zijn geheimen. Hint: it's all about the people.

Over Klanten Gesproken
OKG 47 – Hoe Pulitzer Amsterdam elke dag een 5-sterren beleving biedt.

Over Klanten Gesproken

Play Episode Listen Later Nov 7, 2017 37:56


Pulitzer Amsterdam is één van de meest iconische en best beoordeelde hotels van Amsterdam. Het hotel bestaat uit 25 grachtenpanden aan de Prinsengracht en Keizersgracht die aan elke gekoppeld zijn. Het team in het hotel is elke dag bezig met één doel: het creëren van memorabele ervaringen voor de ruim 400 dagelijkse gasten. Dat is […] Het bericht OKG 47 – Hoe Pulitzer Amsterdam elke dag een 5-sterren beleving biedt. verscheen eerst op Sydney Brouwer - Spreker Klantgerichtheid.

amsterdam pulitzer sterren biedt prinsengracht okg keizersgracht
DE INTERVIEW PODCAST VOOR ONDERNEMEND NEDERLAND | 7DTV
MIcompany: Werken in de voormalige receptieruimte van ABN AMRO. Hoe dat is?

DE INTERVIEW PODCAST VOOR ONDERNEMEND NEDERLAND | 7DTV

Play Episode Listen Later Nov 25, 2015


Werkplek in beeld: MIcompany in AmsterdamMIcompany analyseert klantgegevens voor tal van organisaties. Het doel: groeikansen in kaart brengen én stabiele groei realiseren. Door gebruik te maken van bedrijfsdata en innovatieve analysetechnieken, voorspelt MIcompany bijvoorbeeld hoe de omzetcijfers van een organisatie zich in de toekomst zullen ontwikkelen.Hartje AmsterdamIn 2014 verruilde het bedrijf het kantoor in Amsterdam-Noord voor een toplocatie in hartje Amsterdam. Ruim 40 collega’s werken dagelijks vanuit het voormalige ABN AMRO-gebouw aan de Vijzelstraat, dat precies tussen de Prinsengracht en Keizersgracht ligt en onlangs volledig is gerestaureerd. Uitkijken over de barMIcompany is gevestigd op de plek waar vroeger de deals werden gevierd en recepties werden gehouden. Collega’s kijken vanaf hun werkplek uit op de beroemde bar van ABN AMRO uit de film ‘De Prooi’. De goudkleurige tap schittert door het grote, open kantoor.. Collega’s richten inBij de keuze voor de meubels en de inrichting van het pand hebben de medewerkers een belangrijke inbreng gehad. Martin Heijnsbroek is Managing Partner bij MIcompany en legt uit: “De gemiddelde leeftijd bij ons is 26 jaar. Dan is het vreemd als slechts twee of drie leidinggevenden - die veel ouder zijn - de inrichting volledig bepalen.” Het resultaat: open ruimtes met stijlvol meubilair. In de gang hangen azuurblauwe tegeltjes met daarop onder meer motiverende quotes van tevreden klanten en opdrachtgevers. Verderop hangt een groot smoelenboek en prijken excentrieke teamfoto’s aan de wand.Van leaseauto naar visieHeijnsbroek ziet dat de huidige talentpool die nu op de markt komt andere behoeften heeft dan tien of twintig jaar geleden: “Voorheen ging het erom of je een A-brand of multinational was. Dat je een internationaal traineeship en leaseauto kon bieden. Nu is de lease-autoconversatie veel minder aanwezig. Het gaat mensen veel meer om duurzaamheid. Ook locatie is veel belangrijker geworden. Het kunnen leven, wonen werken in een stad als Amsterdam geeft ons een enorme pre ten opzichte van bedrijven die aan de rand van de stad gevestigd zijn.”Examen in compliancyIn het werkveld van data en analyse is het je taak om nauwkeurig, vertrouwelijk en verantwoord te handelen, vindt Heijnsbroek: “Daarom hebben wij een 110 pagina’s tellend compliance-boek. Iedereen die hier wilt komen werken moet eerst een voldoende halen op ons compliance-examen. Deze toets herhalen we periodiek. Ook onze klanten moeten akkoord gaan met dit boek.”De online videoserie BusinessCribs brengt de meest inspirerende, opvallende en vooruitstrevende werkplekken van Nederland in beeld. Dit keer: het kantoor van commercial analytics agency MIcompany in Amsterdam.

Het Marathoninterview
VPRO Marathoninterview - Jan Blokker Uur 1

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Jul 20, 1990 51:35


Hij was meer dan tachtig jaar en nog vaak in de krant. Jan Blokker bleef zich over van alles en nog wat verbazen en opwinden en deed dat tot 6 juli 2010. Twintig jaar daarvoor, op 20 juli 1990, was hij te gast in het Marathoninterview. Toen omspande zijn journalistieke carrière al tweederde van de uiteindelijke bijna zes decennia. Eigenlijk best aardig Via Het Parool, Algemeen Handelsblad, Zo Is Het Toevallig Ook Nog Eens Een Keer (1963-1964) van de VARA en de VPRO-televisie, kwam hij bij de Volkskrant terecht, waar hij jarenlang zou werken en waarvan hij ook adjunct-hoofdredacteur werd. En dit alles zonder zijn studie Nederlandse Taal- en Letterkunde en Geschiedenis te hebben afgerond. Blokker ontwikkelde zich tot het geweten van links-intellectueel Nederland. Samen met H.J.A. Hofland en Harry Mulisch, die hij bij het Algemeen Handelsblad leerde kennen, vertegenwoordigd hij nog altijd de éminence grise van de Nederlandse intelligentsia. Sinds 2006 – het jaar van zijn breuk met de Volkskrant – schrijft hij zijn commentaarstukken voor het NRC Handelsblad. Tijdens het marathoninterview met Chris Kijne in de zomer van 1990 hoefde het allemaal niet zo pretentieus. Blokker bleek heel wat aimabeler dan zijn columns soms doen vermoeden. ------------------------------------- Biografie Jan Blokker "Een potentieel vadermoordenaar" Jan Andries Blokker werd op 27 mei 1927 geboren in de Admiraliteitenbuurt in Amsterdam. Hij kwam in een gezin terecht dat, zoals hij in november 2003 in een artikel in Trouw zegt, “redelijk belezen, maar niet outstanding van afkomst is. Geen adel, maar keurige middenstanders met een sterke neiging tot overdracht.” Van zijn ouders hoorde hij de verhalen die zij hadden meegemaakt, waardoor hij “de Eerste Wereldoorlog heeft meegemaakt. Daar begint mijn herinnering, aangespoeld uit het verleden.” Blokkers vader was kantoorbediende bij een bank, die het ver had kunnen schoppen als hij niet als kind aan tbc had geleden. Door dat op zijn werk te melden waren de promotiekansen verkeken. Tbc speelde een grote rol in huize Blokker: “Tocht! Pas op voor tocht. Ook als de mussen van het dak vielen. Als ik een deur niet achter mij had dichtgetrokken, kon ik van mijn moeder op mijn lazer krijgen, omdat vader bij een open raam zat en ik een aanslag op zijn leven had gepleegd.” Blokker bezocht de HBS op de Keizersgracht in Amsterdam en deed in 1944 zijn examen: “Ik heb nog een foto, genomen van mijn eindexamenklas, in 1944. Daar staan we, met z’n allen, op de Keizersgracht. Op de achtergrond zie je het huis van Anne Frank. Ze kon zo op ons neerkijken. Daar kan ik met schaamte aan terugdenken.” Hij studeerde daarna Nederlands en Geschiedenis, maar maakte die studies niet af. Op 24-jarige leeftijd debuteerde hij met de novelle Séjour, waarvoor hij de Reina Prinsen Geerligsprijs won. Er volgden nog twee romans, Bij Dag en Ontij (1952) en Parijs, Dode Stad (1954), maar in 1952 legde hij zich op het dagbladwezen toe. Hij werd leerling-verslaggever bij Het Parool, waar Simon Carmiggelt hem onder zijn hoede nam en hem aan het schrijven van filmrecensies zette. Twee jaar later maakte hij de overstap naar het Algemeen Handelsblad. Daar kwam hij Henk Hofland en Harry Mulisch tegen, die ook net hun (journalistieke) carrière waren begonnen. Een vriendschap die velen in de loop van de decennia tot de verbeelding heeft gesproken, het triumviraat van intellectueel Nederland. Een wat bredere publieke bekendheid kreeg Blokker door zijn deelname aan het roemruchte satirische televisieprogramma van de VARA, Zo Is Het Toevallig Ook Nog Eens Een Keer, waar ook Gerard Reve en Mies Bouwman aan meewerkten. Het programma liep één seizoen, in 1963-1964. In 1967 verliet hij het Algemeen Handelsblad. Hij was uitermate ongelukkig met de samenwerking die het dagblad aanging met De Telegraaf. “Het is voor een groot percentage een gevoelsargument, maar ik vind De Telegraaf nu eenmaal een stinkkrant.” In 1968 begon hij bij de VPRO als chef informatieve programma’s. Ook stond hij in dat jaar voor het eerst met een column in De Volkskrant. Er zouden 3815 columns voor De Volkskrant volgen. Tien jaar later werd hij adjunct-hoofdredacteur, tot 1985. Daarnaast schreef hij film- en operascenario’s, was hij voorzitter van het Productiefonds voor de Nederlandse Film en Bijzonder hoogleraar Persgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Blokker schreef ook een aantal boeken. Met zijn zoons Bas en Jan schreef hij Het Vooroudergevoel. Jan Blokker verwierf een grote schare fans met zijn scherpe columns, de zuurste azijnpissers van de Azijnbode. Een hekel aan hypocrisie en opgeblazen gedoe, een sceptische kijk op de politiek en een haarfijn gevoel voor wat wel en niet door de beugel kwam. Premier Balkenende werd en wordt in de hoek gezet als ‘ventje’ en Alexander Pechtold als ‘kereltje’. Een groepje trouwe lezers dat vlak voor Blokkers vertrek bij De Volkskrant in 2006 langs mocht komen op de redactie verwoordde het als volgt: “Het ergste verwijt dat ik De Volkskrant maak, is dat jullie mij niet kunnen garanderen dat Jan Blokker het eeuwige leven heeft.” Die uitspraak kwam dus vlak voor de veelbesproken en breed in de pers uitgemeten breuk met De Volkskrant. Blokker had niet langer het gevoel er thuis te horen, en er waren ook wat ruzies aan zijn vertrek voorafgegaan. Hij stapte over naar het NRC Handelsblad, waar hij voor de ochtendtabloid NRC next ging schrijven. ------------------------------------------------ Hoogtepunten uit het interview "Ik was een ontzettende schijtebroek als kind" Jan Blokker haalt de inspiratie voor zijn columns uit het nieuws. Chris Kijne wilde om te beginnen weten of die gretige nieuwsgierigheid van huis uit was meegegeven. "Het nieuws werd gevolgd, ik weet uit mijn allervroegste jeugdherinneringen, dat elke ochtend om zeven uur, op woensdag met de VARA begon met a: De Haan en b: dat, soms in honderd coupletten, socialistische strijdlied. En dan kwam pas Vas Diaz, dat moest wachten tot de VARA zijn ochtendwijding achter de rug had." En waar komt toch dat wantrouwen vandaan? Blokkers vader leed aan tbc en kreeg geen promotie doordat hij zo eerlijk was geweest dat op te biechten. Daardoor kreeg hij het gevoel sociaal gedupeerd te zijn. "Het was absoluut geen man die ooit op een barricade zou zijn geklommen. [Maar] ik ben wel groot geworden met het idee dat je mensen die iets te vertellen hebben om te beginnen moet wantrouwen. Dat vind ik nog steeds een buitengewoon bijzondere opvatting en levensopvatting." Die achterdocht tegen autoriteit viel ook zijn moeder ten deel, want die had thuis de broek aan, en niet zonder reden: "Mijn moeder was in veel opzichten een hele dominante vrouw, dus die heeft heel veel bijgedragen. Dat heeft ook weer met die tbc te maken, daar moet je niet te, nou ja, je mag er wel gering over denken, maar een raar soort ziekte is dat toch. Dat heeft een deel van mijn jeugd echt ontzettend beheerst. Een van de dodelijkste angsten die ik als kind had, was als mijn vader bloed opgaf. Dan rochelde hij en dan gaf ie een beetje bloed op en dat was levensgevaarlijk, nou ja, een beetje gevaarlijk was het ook wel. Ik ben opgegroeid met drie dingen die mij als kind, die ik aanvaardde als noodlottigheden. Het eerste was dat ik veel moest eten, want ik moest van mijn moeder een vetlaag om mijn longen kweken, want tbc was dan misschien niet erfelijk, maar het kon wel overspringen. Dus veel dikke havermoutpap, griesmeelpap en behoorlijke vette jus bij het eten. Het tweede was dat tocht levensgevaarlijk was. Dus ook als de mussen van het dak vielen en het was bloedheet in de zomer en het raam was open in de kamer en mijn vader zat in de kamer en ik liet de deur achter mijn gat open staan, was ik een vadermoordenaar, potentieel. Het derde was avondlucht. De mooie lucht van overdag werd vervangen door een buitengemeen smerige, giftige lucht. Dat zijn kleine gevolgen van het tbc-syndroom. Ik was een ontzettende schijtebroek als kind. Maar als kind had ik ook wel iets van: het is allemaal niet waar! Dus dat wantrouwen jegens de autoriteiten zat er al vroeg in. Mijn moeder was de autoriteit thuis." In het laatste uur van het marathoninterview vraagt Chris Kijne zich af of Blokker niet gewoon een burgermannetje is. Die suggestie wordt ruimschoots omarmd. "Ik ben inburgerlijk, denk ik. In mijn hele leven en manier van doen. Ik ben erg geneigd rekening te houden met wat andere mensen van mij vinden, dat is wel het prototype van de burgerman. Ik ben Hollander, ik ben geen calvinist, nou ja, dat wil zeggen we zijn allemaal calvinist. Maar ik ben geen dominee, wel een burgerman. Ik zou best mijn burgernorm aan de samenleving op willen leggen, een kleine verborgen machtswellust. Ik zou bijvoorbeeld morgen best een politieverordening af willen kondigen dat iedereen die zijn huis timmert of een schilderwerk verricht die op straffe van iets heel ergs zijn muziek uit moet doen. Ik kan wel groots en meeslepend willen leven, maar dat is onzinromantiek. Als ik de kans krijg, doe ik het toch niet." Als het gesprek op de 'zachte sector' komt, knapt er iets in Blokker. Het blijkt al jaren een bron van enorme opwinding: "Met regelmaat in de geschiedenis komen die dingen voor, aberraties in de samenlevingen. Ik sluit het echt rigoureus uit dat er mensen zijn die er baat bij gevonden hebben. Dat iemand ooit baat heeft gevonden bij een RIAGG, de grootste zwendelvereniging van Nederland, waar jaarlijks 700.000 mensen bij aankloppen. Ik ben resultaatgericht en pragmatisch. Ik bedoel met baat: ik heb een kwaal, ik heb een probleem en dat hindert me en dan ga ik naar een therapeut of een psychiater of een andere boef, nou ja, een boef, ja, eigenlijk zijn het allemaal boeven. En dan is het voorbij: nee, dat bestaat niet. Dat is een grote kwakzalverij, mensen geloven erin, net zoals ze in het marxisme geloofden. Ik ken niemand die er baat bij gehad heeft. Ik geniet elke keer weer van een berichtje als er weer een dame in haar bil is geknepen door zo'n figuur, dat bevestigt mijn gelijk. Werkgelegenheid, in dat circuit moet het geld toch ook rondgepompt worden. Als handelsreizigers die langs de deur gaan en hun voet tussen de deur zetten om jou of mij of onze vrouwen een stofzuiger te slijten, zo gaan de dames en heren therapiebedrijvers echt een, twee en drie hoog langs de deur met garen en band van psychische aard. In voorbije tijden en nu in Cambodja of in Spaanse Burgeroorlog had men toch ook geen psychiatrische hulp nodig. Dat hebben die mensen toch op de een of andere manier zelf gedaan. In deze krankzinnige luxemaatschappij woekert die sector wel voort. Het is een maffia van geldingsdrang, geweld." En tot slot een andere (schokkende) ontboezeming: "Ik val een beetje op d'r, ja [minister Hanja Maij-Weggen]. Ik heb haar "meisje Maij" gemunt. Dat heb je bij veel vrouwen, die een tamelijk onooglijk meisje zijn geweest. Die worden dan aan het eind van hun vierde decade opeens mooi. Ik zou ook nooit als oudere man op jonge meisjes kunnen vallen. Ik vind het veel fascinerender om bij vrouwen van een certain age, waarvan ik het dan weet dat ze vroeger niet zo mooi waren, te zien dat ze mooi worden. Maar verder niets, ik heb geen erotische dromen van haar." --------------- De interviewer Chris Kijne “Een aimabel man en begenadigd ouwehoer” Wat ik nooit zal vergeten, en ik schaam me er eigenlijk nog steeds voor, is dat we vijf uur lang hebben gepraat en dat het niet over de Volkskrant is gegaan. Daar was hij toch van 1979 tot midden jaren negentig adjunct-hoofdredacteur van, en we hebben het er gewoon niet over gehad. Het was hem ook niet opgevallen – we hadden het er toevallig vorige week nog over -, maar dat is iets wat ik als ik hem nu zou spreken anders had gedaan. Ik kende Blokker niet goed voor het marathoninterview, alleen van de columns die hij voor de Gids schreef, waar ik toen ook voor werkte. Hij was en is nog steeds één van mijn journalistieke idolen. Ik was nog vrij onervaren, het was mijn allereerste marathoninterview en ik was nog maar twee jaar bij de radio. Daardoor was ik waarschijnlijk iets servieler dan ik nu zou zijn. Op een gegeven moment, toen we op de zachte sector kwamen, ging hij naar mijn idee te ver: hij versleet alle therapeuten en psychiaters voor kwakzalvers. Als ik hem nu zou moeten interviewen zou ik vragen of er iets in zijn persoonlijk leven was voorgevallen waardoor hij zo’n blinde haat voor die mensen had ontwikkeld. Dat heb ik toen nagelaten. Je vraagt je natuurlijk altijd af hoe je je in een interview op moet stellen. Een marathoninterview is er natuurlijk in de eerste plaats om een persoon te portretteren. En je kunt niet meteen, zeker niet als het een gesprek van vijf uur betreft, ruzie gaan maken, want dan valt er in de rest van de uitzending weinig te praten. Ik had het nu alleen wel anders gedaan, wat meer tegengas gegeven. Je hebt achteraf natuurlijk nog honderd vragen over, de l’esprit d’escalier maakt zich van je meester, maar dat was nou ook weer niet zo ernstig dat ik dacht: wat heb ik veel laten liggen. Als mens is Jan Blokker toch vele malen sympathieker dan als columnist. Hij geeft dat ook toe: achter het bureau schrijft hij dingen, die hij nooit in iemands gezicht zou zeggen. Het was een leuk gesprek met een aimabele man en een begenadigd ouwehoer.

Het Marathoninterview
VPRO Marathoninterview - Jan Blokker Uur 2

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Jul 20, 1990 55:48


Hij was meer dan tachtig jaar en nog vaak in de krant. Jan Blokker bleef zich over van alles en nog wat verbazen en opwinden en deed dat tot 6 juli 2010. Twintig jaar daarvoor, op 20 juli 1990, was hij te gast in het Marathoninterview. Toen omspande zijn journalistieke carrière al tweederde van de uiteindelijke bijna zes decennia. Eigenlijk best aardig Via Het Parool, Algemeen Handelsblad, Zo Is Het Toevallig Ook Nog Eens Een Keer (1963-1964) van de VARA en de VPRO-televisie, kwam hij bij de Volkskrant terecht, waar hij jarenlang zou werken en waarvan hij ook adjunct-hoofdredacteur werd. En dit alles zonder zijn studie Nederlandse Taal- en Letterkunde en Geschiedenis te hebben afgerond. Blokker ontwikkelde zich tot het geweten van links-intellectueel Nederland. Samen met H.J.A. Hofland en Harry Mulisch, die hij bij het Algemeen Handelsblad leerde kennen, vertegenwoordigd hij nog altijd de éminence grise van de Nederlandse intelligentsia. Sinds 2006 – het jaar van zijn breuk met de Volkskrant – schrijft hij zijn commentaarstukken voor het NRC Handelsblad. Tijdens het marathoninterview met Chris Kijne in de zomer van 1990 hoefde het allemaal niet zo pretentieus. Blokker bleek heel wat aimabeler dan zijn columns soms doen vermoeden. ------------------------------------- Biografie Jan Blokker "Een potentieel vadermoordenaar" Jan Andries Blokker werd op 27 mei 1927 geboren in de Admiraliteitenbuurt in Amsterdam. Hij kwam in een gezin terecht dat, zoals hij in november 2003 in een artikel in Trouw zegt, “redelijk belezen, maar niet outstanding van afkomst is. Geen adel, maar keurige middenstanders met een sterke neiging tot overdracht.” Van zijn ouders hoorde hij de verhalen die zij hadden meegemaakt, waardoor hij “de Eerste Wereldoorlog heeft meegemaakt. Daar begint mijn herinnering, aangespoeld uit het verleden.” Blokkers vader was kantoorbediende bij een bank, die het ver had kunnen schoppen als hij niet als kind aan tbc had geleden. Door dat op zijn werk te melden waren de promotiekansen verkeken. Tbc speelde een grote rol in huize Blokker: “Tocht! Pas op voor tocht. Ook als de mussen van het dak vielen. Als ik een deur niet achter mij had dichtgetrokken, kon ik van mijn moeder op mijn lazer krijgen, omdat vader bij een open raam zat en ik een aanslag op zijn leven had gepleegd.” Blokker bezocht de HBS op de Keizersgracht in Amsterdam en deed in 1944 zijn examen: “Ik heb nog een foto, genomen van mijn eindexamenklas, in 1944. Daar staan we, met z’n allen, op de Keizersgracht. Op de achtergrond zie je het huis van Anne Frank. Ze kon zo op ons neerkijken. Daar kan ik met schaamte aan terugdenken.” Hij studeerde daarna Nederlands en Geschiedenis, maar maakte die studies niet af. Op 24-jarige leeftijd debuteerde hij met de novelle Séjour, waarvoor hij de Reina Prinsen Geerligsprijs won. Er volgden nog twee romans, Bij Dag en Ontij (1952) en Parijs, Dode Stad (1954), maar in 1952 legde hij zich op het dagbladwezen toe. Hij werd leerling-verslaggever bij Het Parool, waar Simon Carmiggelt hem onder zijn hoede nam en hem aan het schrijven van filmrecensies zette. Twee jaar later maakte hij de overstap naar het Algemeen Handelsblad. Daar kwam hij Henk Hofland en Harry Mulisch tegen, die ook net hun (journalistieke) carrière waren begonnen. Een vriendschap die velen in de loop van de decennia tot de verbeelding heeft gesproken, het triumviraat van intellectueel Nederland. Een wat bredere publieke bekendheid kreeg Blokker door zijn deelname aan het roemruchte satirische televisieprogramma van de VARA, Zo Is Het Toevallig Ook Nog Eens Een Keer, waar ook Gerard Reve en Mies Bouwman aan meewerkten. Het programma liep één seizoen, in 1963-1964. In 1967 verliet hij het Algemeen Handelsblad. Hij was uitermate ongelukkig met de samenwerking die het dagblad aanging met De Telegraaf. “Het is voor een groot percentage een gevoelsargument, maar ik vind De Telegraaf nu eenmaal een stinkkrant.” In 1968 begon hij bij de VPRO als chef informatieve programma’s. Ook stond hij in dat jaar voor het eerst met een column in De Volkskrant. Er zouden 3815 columns voor De Volkskrant volgen. Tien jaar later werd hij adjunct-hoofdredacteur, tot 1985. Daarnaast schreef hij film- en operascenario’s, was hij voorzitter van het Productiefonds voor de Nederlandse Film en Bijzonder hoogleraar Persgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Blokker schreef ook een aantal boeken. Met zijn zoons Bas en Jan schreef hij Het Vooroudergevoel. Jan Blokker verwierf een grote schare fans met zijn scherpe columns, de zuurste azijnpissers van de Azijnbode. Een hekel aan hypocrisie en opgeblazen gedoe, een sceptische kijk op de politiek en een haarfijn gevoel voor wat wel en niet door de beugel kwam. Premier Balkenende werd en wordt in de hoek gezet als ‘ventje’ en Alexander Pechtold als ‘kereltje’. Een groepje trouwe lezers dat vlak voor Blokkers vertrek bij De Volkskrant in 2006 langs mocht komen op de redactie verwoordde het als volgt: “Het ergste verwijt dat ik De Volkskrant maak, is dat jullie mij niet kunnen garanderen dat Jan Blokker het eeuwige leven heeft.” Die uitspraak kwam dus vlak voor de veelbesproken en breed in de pers uitgemeten breuk met De Volkskrant. Blokker had niet langer het gevoel er thuis te horen, en er waren ook wat ruzies aan zijn vertrek voorafgegaan. Hij stapte over naar het NRC Handelsblad, waar hij voor de ochtendtabloid NRC next ging schrijven. ------------------------------------------------ Hoogtepunten uit het interview "Ik was een ontzettende schijtebroek als kind" Jan Blokker haalt de inspiratie voor zijn columns uit het nieuws. Chris Kijne wilde om te beginnen weten of die gretige nieuwsgierigheid van huis uit was meegegeven. "Het nieuws werd gevolgd, ik weet uit mijn allervroegste jeugdherinneringen, dat elke ochtend om zeven uur, op woensdag met de VARA begon met a: De Haan en b: dat, soms in honderd coupletten, socialistische strijdlied. En dan kwam pas Vas Diaz, dat moest wachten tot de VARA zijn ochtendwijding achter de rug had." En waar komt toch dat wantrouwen vandaan? Blokkers vader leed aan tbc en kreeg geen promotie doordat hij zo eerlijk was geweest dat op te biechten. Daardoor kreeg hij het gevoel sociaal gedupeerd te zijn. "Het was absoluut geen man die ooit op een barricade zou zijn geklommen. [Maar] ik ben wel groot geworden met het idee dat je mensen die iets te vertellen hebben om te beginnen moet wantrouwen. Dat vind ik nog steeds een buitengewoon bijzondere opvatting en levensopvatting." Die achterdocht tegen autoriteit viel ook zijn moeder ten deel, want die had thuis de broek aan, en niet zonder reden: "Mijn moeder was in veel opzichten een hele dominante vrouw, dus die heeft heel veel bijgedragen. Dat heeft ook weer met die tbc te maken, daar moet je niet te, nou ja, je mag er wel gering over denken, maar een raar soort ziekte is dat toch. Dat heeft een deel van mijn jeugd echt ontzettend beheerst. Een van de dodelijkste angsten die ik als kind had, was als mijn vader bloed opgaf. Dan rochelde hij en dan gaf ie een beetje bloed op en dat was levensgevaarlijk, nou ja, een beetje gevaarlijk was het ook wel. Ik ben opgegroeid met drie dingen die mij als kind, die ik aanvaardde als noodlottigheden. Het eerste was dat ik veel moest eten, want ik moest van mijn moeder een vetlaag om mijn longen kweken, want tbc was dan misschien niet erfelijk, maar het kon wel overspringen. Dus veel dikke havermoutpap, griesmeelpap en behoorlijke vette jus bij het eten. Het tweede was dat tocht levensgevaarlijk was. Dus ook als de mussen van het dak vielen en het was bloedheet in de zomer en het raam was open in de kamer en mijn vader zat in de kamer en ik liet de deur achter mijn gat open staan, was ik een vadermoordenaar, potentieel. Het derde was avondlucht. De mooie lucht van overdag werd vervangen door een buitengemeen smerige, giftige lucht. Dat zijn kleine gevolgen van het tbc-syndroom. Ik was een ontzettende schijtebroek als kind. Maar als kind had ik ook wel iets van: het is allemaal niet waar! Dus dat wantrouwen jegens de autoriteiten zat er al vroeg in. Mijn moeder was de autoriteit thuis." In het laatste uur van het marathoninterview vraagt Chris Kijne zich af of Blokker niet gewoon een burgermannetje is. Die suggestie wordt ruimschoots omarmd. "Ik ben inburgerlijk, denk ik. In mijn hele leven en manier van doen. Ik ben erg geneigd rekening te houden met wat andere mensen van mij vinden, dat is wel het prototype van de burgerman. Ik ben Hollander, ik ben geen calvinist, nou ja, dat wil zeggen we zijn allemaal calvinist. Maar ik ben geen dominee, wel een burgerman. Ik zou best mijn burgernorm aan de samenleving op willen leggen, een kleine verborgen machtswellust. Ik zou bijvoorbeeld morgen best een politieverordening af willen kondigen dat iedereen die zijn huis timmert of een schilderwerk verricht die op straffe van iets heel ergs zijn muziek uit moet doen. Ik kan wel groots en meeslepend willen leven, maar dat is onzinromantiek. Als ik de kans krijg, doe ik het toch niet." Als het gesprek op de 'zachte sector' komt, knapt er iets in Blokker. Het blijkt al jaren een bron van enorme opwinding: "Met regelmaat in de geschiedenis komen die dingen voor, aberraties in de samenlevingen. Ik sluit het echt rigoureus uit dat er mensen zijn die er baat bij gevonden hebben. Dat iemand ooit baat heeft gevonden bij een RIAGG, de grootste zwendelvereniging van Nederland, waar jaarlijks 700.000 mensen bij aankloppen. Ik ben resultaatgericht en pragmatisch. Ik bedoel met baat: ik heb een kwaal, ik heb een probleem en dat hindert me en dan ga ik naar een therapeut of een psychiater of een andere boef, nou ja, een boef, ja, eigenlijk zijn het allemaal boeven. En dan is het voorbij: nee, dat bestaat niet. Dat is een grote kwakzalverij, mensen geloven erin, net zoals ze in het marxisme geloofden. Ik ken niemand die er baat bij gehad heeft. Ik geniet elke keer weer van een berichtje als er weer een dame in haar bil is geknepen door zo'n figuur, dat bevestigt mijn gelijk. Werkgelegenheid, in dat circuit moet het geld toch ook rondgepompt worden. Als handelsreizigers die langs de deur gaan en hun voet tussen de deur zetten om jou of mij of onze vrouwen een stofzuiger te slijten, zo gaan de dames en heren therapiebedrijvers echt een, twee en drie hoog langs de deur met garen en band van psychische aard. In voorbije tijden en nu in Cambodja of in Spaanse Burgeroorlog had men toch ook geen psychiatrische hulp nodig. Dat hebben die mensen toch op de een of andere manier zelf gedaan. In deze krankzinnige luxemaatschappij woekert die sector wel voort. Het is een maffia van geldingsdrang, geweld." En tot slot een andere (schokkende) ontboezeming: "Ik val een beetje op d'r, ja [minister Hanja Maij-Weggen]. Ik heb haar "meisje Maij" gemunt. Dat heb je bij veel vrouwen, die een tamelijk onooglijk meisje zijn geweest. Die worden dan aan het eind van hun vierde decade opeens mooi. Ik zou ook nooit als oudere man op jonge meisjes kunnen vallen. Ik vind het veel fascinerender om bij vrouwen van een certain age, waarvan ik het dan weet dat ze vroeger niet zo mooi waren, te zien dat ze mooi worden. Maar verder niets, ik heb geen erotische dromen van haar." --------------- De interviewer Chris Kijne “Een aimabel man en begenadigd ouwehoer” Wat ik nooit zal vergeten, en ik schaam me er eigenlijk nog steeds voor, is dat we vijf uur lang hebben gepraat en dat het niet over de Volkskrant is gegaan. Daar was hij toch van 1979 tot midden jaren negentig adjunct-hoofdredacteur van, en we hebben het er gewoon niet over gehad. Het was hem ook niet opgevallen – we hadden het er toevallig vorige week nog over -, maar dat is iets wat ik als ik hem nu zou spreken anders had gedaan. Ik kende Blokker niet goed voor het marathoninterview, alleen van de columns die hij voor de Gids schreef, waar ik toen ook voor werkte. Hij was en is nog steeds één van mijn journalistieke idolen. Ik was nog vrij onervaren, het was mijn allereerste marathoninterview en ik was nog maar twee jaar bij de radio. Daardoor was ik waarschijnlijk iets servieler dan ik nu zou zijn. Op een gegeven moment, toen we op de zachte sector kwamen, ging hij naar mijn idee te ver: hij versleet alle therapeuten en psychiaters voor kwakzalvers. Als ik hem nu zou moeten interviewen zou ik vragen of er iets in zijn persoonlijk leven was voorgevallen waardoor hij zo’n blinde haat voor die mensen had ontwikkeld. Dat heb ik toen nagelaten. Je vraagt je natuurlijk altijd af hoe je je in een interview op moet stellen. Een marathoninterview is er natuurlijk in de eerste plaats om een persoon te portretteren. En je kunt niet meteen, zeker niet als het een gesprek van vijf uur betreft, ruzie gaan maken, want dan valt er in de rest van de uitzending weinig te praten. Ik had het nu alleen wel anders gedaan, wat meer tegengas gegeven. Je hebt achteraf natuurlijk nog honderd vragen over, de l’esprit d’escalier maakt zich van je meester, maar dat was nou ook weer niet zo ernstig dat ik dacht: wat heb ik veel laten liggen. Als mens is Jan Blokker toch vele malen sympathieker dan als columnist. Hij geeft dat ook toe: achter het bureau schrijft hij dingen, die hij nooit in iemands gezicht zou zeggen. Het was een leuk gesprek met een aimabele man en een begenadigd ouwehoer.

Het Marathoninterview
VPRO Marathoninterview - Jan Blokker Uur 3

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Jul 20, 1990 52:52


Hij was meer dan tachtig jaar en nog vaak in de krant. Jan Blokker bleef zich over van alles en nog wat verbazen en opwinden en deed dat tot 6 juli 2010. Twintig jaar daarvoor, op 20 juli 1990, was hij te gast in het Marathoninterview. Toen omspande zijn journalistieke carrière al tweederde van de uiteindelijke bijna zes decennia. Eigenlijk best aardig Via Het Parool, Algemeen Handelsblad, Zo Is Het Toevallig Ook Nog Eens Een Keer (1963-1964) van de VARA en de VPRO-televisie, kwam hij bij de Volkskrant terecht, waar hij jarenlang zou werken en waarvan hij ook adjunct-hoofdredacteur werd. En dit alles zonder zijn studie Nederlandse Taal- en Letterkunde en Geschiedenis te hebben afgerond. Blokker ontwikkelde zich tot het geweten van links-intellectueel Nederland. Samen met H.J.A. Hofland en Harry Mulisch, die hij bij het Algemeen Handelsblad leerde kennen, vertegenwoordigd hij nog altijd de éminence grise van de Nederlandse intelligentsia. Sinds 2006 – het jaar van zijn breuk met de Volkskrant – schrijft hij zijn commentaarstukken voor het NRC Handelsblad. Tijdens het marathoninterview met Chris Kijne in de zomer van 1990 hoefde het allemaal niet zo pretentieus. Blokker bleek heel wat aimabeler dan zijn columns soms doen vermoeden. ------------------------------------- Biografie Jan Blokker "Een potentieel vadermoordenaar" Jan Andries Blokker werd op 27 mei 1927 geboren in de Admiraliteitenbuurt in Amsterdam. Hij kwam in een gezin terecht dat, zoals hij in november 2003 in een artikel in Trouw zegt, “redelijk belezen, maar niet outstanding van afkomst is. Geen adel, maar keurige middenstanders met een sterke neiging tot overdracht.” Van zijn ouders hoorde hij de verhalen die zij hadden meegemaakt, waardoor hij “de Eerste Wereldoorlog heeft meegemaakt. Daar begint mijn herinnering, aangespoeld uit het verleden.” Blokkers vader was kantoorbediende bij een bank, die het ver had kunnen schoppen als hij niet als kind aan tbc had geleden. Door dat op zijn werk te melden waren de promotiekansen verkeken. Tbc speelde een grote rol in huize Blokker: “Tocht! Pas op voor tocht. Ook als de mussen van het dak vielen. Als ik een deur niet achter mij had dichtgetrokken, kon ik van mijn moeder op mijn lazer krijgen, omdat vader bij een open raam zat en ik een aanslag op zijn leven had gepleegd.” Blokker bezocht de HBS op de Keizersgracht in Amsterdam en deed in 1944 zijn examen: “Ik heb nog een foto, genomen van mijn eindexamenklas, in 1944. Daar staan we, met z’n allen, op de Keizersgracht. Op de achtergrond zie je het huis van Anne Frank. Ze kon zo op ons neerkijken. Daar kan ik met schaamte aan terugdenken.” Hij studeerde daarna Nederlands en Geschiedenis, maar maakte die studies niet af. Op 24-jarige leeftijd debuteerde hij met de novelle Séjour, waarvoor hij de Reina Prinsen Geerligsprijs won. Er volgden nog twee romans, Bij Dag en Ontij (1952) en Parijs, Dode Stad (1954), maar in 1952 legde hij zich op het dagbladwezen toe. Hij werd leerling-verslaggever bij Het Parool, waar Simon Carmiggelt hem onder zijn hoede nam en hem aan het schrijven van filmrecensies zette. Twee jaar later maakte hij de overstap naar het Algemeen Handelsblad. Daar kwam hij Henk Hofland en Harry Mulisch tegen, die ook net hun (journalistieke) carrière waren begonnen. Een vriendschap die velen in de loop van de decennia tot de verbeelding heeft gesproken, het triumviraat van intellectueel Nederland. Een wat bredere publieke bekendheid kreeg Blokker door zijn deelname aan het roemruchte satirische televisieprogramma van de VARA, Zo Is Het Toevallig Ook Nog Eens Een Keer, waar ook Gerard Reve en Mies Bouwman aan meewerkten. Het programma liep één seizoen, in 1963-1964. In 1967 verliet hij het Algemeen Handelsblad. Hij was uitermate ongelukkig met de samenwerking die het dagblad aanging met De Telegraaf. “Het is voor een groot percentage een gevoelsargument, maar ik vind De Telegraaf nu eenmaal een stinkkrant.” In 1968 begon hij bij de VPRO als chef informatieve programma’s. Ook stond hij in dat jaar voor het eerst met een column in De Volkskrant. Er zouden 3815 columns voor De Volkskrant volgen. Tien jaar later werd hij adjunct-hoofdredacteur, tot 1985. Daarnaast schreef hij film- en operascenario’s, was hij voorzitter van het Productiefonds voor de Nederlandse Film en Bijzonder hoogleraar Persgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Blokker schreef ook een aantal boeken. Met zijn zoons Bas en Jan schreef hij Het Vooroudergevoel. Jan Blokker verwierf een grote schare fans met zijn scherpe columns, de zuurste azijnpissers van de Azijnbode. Een hekel aan hypocrisie en opgeblazen gedoe, een sceptische kijk op de politiek en een haarfijn gevoel voor wat wel en niet door de beugel kwam. Premier Balkenende werd en wordt in de hoek gezet als ‘ventje’ en Alexander Pechtold als ‘kereltje’. Een groepje trouwe lezers dat vlak voor Blokkers vertrek bij De Volkskrant in 2006 langs mocht komen op de redactie verwoordde het als volgt: “Het ergste verwijt dat ik De Volkskrant maak, is dat jullie mij niet kunnen garanderen dat Jan Blokker het eeuwige leven heeft.” Die uitspraak kwam dus vlak voor de veelbesproken en breed in de pers uitgemeten breuk met De Volkskrant. Blokker had niet langer het gevoel er thuis te horen, en er waren ook wat ruzies aan zijn vertrek voorafgegaan. Hij stapte over naar het NRC Handelsblad, waar hij voor de ochtendtabloid NRC next ging schrijven. ------------------------------------------------ Hoogtepunten uit het interview "Ik was een ontzettende schijtebroek als kind" Jan Blokker haalt de inspiratie voor zijn columns uit het nieuws. Chris Kijne wilde om te beginnen weten of die gretige nieuwsgierigheid van huis uit was meegegeven. "Het nieuws werd gevolgd, ik weet uit mijn allervroegste jeugdherinneringen, dat elke ochtend om zeven uur, op woensdag met de VARA begon met a: De Haan en b: dat, soms in honderd coupletten, socialistische strijdlied. En dan kwam pas Vas Diaz, dat moest wachten tot de VARA zijn ochtendwijding achter de rug had." En waar komt toch dat wantrouwen vandaan? Blokkers vader leed aan tbc en kreeg geen promotie doordat hij zo eerlijk was geweest dat op te biechten. Daardoor kreeg hij het gevoel sociaal gedupeerd te zijn. "Het was absoluut geen man die ooit op een barricade zou zijn geklommen. [Maar] ik ben wel groot geworden met het idee dat je mensen die iets te vertellen hebben om te beginnen moet wantrouwen. Dat vind ik nog steeds een buitengewoon bijzondere opvatting en levensopvatting." Die achterdocht tegen autoriteit viel ook zijn moeder ten deel, want die had thuis de broek aan, en niet zonder reden: "Mijn moeder was in veel opzichten een hele dominante vrouw, dus die heeft heel veel bijgedragen. Dat heeft ook weer met die tbc te maken, daar moet je niet te, nou ja, je mag er wel gering over denken, maar een raar soort ziekte is dat toch. Dat heeft een deel van mijn jeugd echt ontzettend beheerst. Een van de dodelijkste angsten die ik als kind had, was als mijn vader bloed opgaf. Dan rochelde hij en dan gaf ie een beetje bloed op en dat was levensgevaarlijk, nou ja, een beetje gevaarlijk was het ook wel. Ik ben opgegroeid met drie dingen die mij als kind, die ik aanvaardde als noodlottigheden. Het eerste was dat ik veel moest eten, want ik moest van mijn moeder een vetlaag om mijn longen kweken, want tbc was dan misschien niet erfelijk, maar het kon wel overspringen. Dus veel dikke havermoutpap, griesmeelpap en behoorlijke vette jus bij het eten. Het tweede was dat tocht levensgevaarlijk was. Dus ook als de mussen van het dak vielen en het was bloedheet in de zomer en het raam was open in de kamer en mijn vader zat in de kamer en ik liet de deur achter mijn gat open staan, was ik een vadermoordenaar, potentieel. Het derde was avondlucht. De mooie lucht van overdag werd vervangen door een buitengemeen smerige, giftige lucht. Dat zijn kleine gevolgen van het tbc-syndroom. Ik was een ontzettende schijtebroek als kind. Maar als kind had ik ook wel iets van: het is allemaal niet waar! Dus dat wantrouwen jegens de autoriteiten zat er al vroeg in. Mijn moeder was de autoriteit thuis." In het laatste uur van het marathoninterview vraagt Chris Kijne zich af of Blokker niet gewoon een burgermannetje is. Die suggestie wordt ruimschoots omarmd. "Ik ben inburgerlijk, denk ik. In mijn hele leven en manier van doen. Ik ben erg geneigd rekening te houden met wat andere mensen van mij vinden, dat is wel het prototype van de burgerman. Ik ben Hollander, ik ben geen calvinist, nou ja, dat wil zeggen we zijn allemaal calvinist. Maar ik ben geen dominee, wel een burgerman. Ik zou best mijn burgernorm aan de samenleving op willen leggen, een kleine verborgen machtswellust. Ik zou bijvoorbeeld morgen best een politieverordening af willen kondigen dat iedereen die zijn huis timmert of een schilderwerk verricht die op straffe van iets heel ergs zijn muziek uit moet doen. Ik kan wel groots en meeslepend willen leven, maar dat is onzinromantiek. Als ik de kans krijg, doe ik het toch niet." Als het gesprek op de 'zachte sector' komt, knapt er iets in Blokker. Het blijkt al jaren een bron van enorme opwinding: "Met regelmaat in de geschiedenis komen die dingen voor, aberraties in de samenlevingen. Ik sluit het echt rigoureus uit dat er mensen zijn die er baat bij gevonden hebben. Dat iemand ooit baat heeft gevonden bij een RIAGG, de grootste zwendelvereniging van Nederland, waar jaarlijks 700.000 mensen bij aankloppen. Ik ben resultaatgericht en pragmatisch. Ik bedoel met baat: ik heb een kwaal, ik heb een probleem en dat hindert me en dan ga ik naar een therapeut of een psychiater of een andere boef, nou ja, een boef, ja, eigenlijk zijn het allemaal boeven. En dan is het voorbij: nee, dat bestaat niet. Dat is een grote kwakzalverij, mensen geloven erin, net zoals ze in het marxisme geloofden. Ik ken niemand die er baat bij gehad heeft. Ik geniet elke keer weer van een berichtje als er weer een dame in haar bil is geknepen door zo'n figuur, dat bevestigt mijn gelijk. Werkgelegenheid, in dat circuit moet het geld toch ook rondgepompt worden. Als handelsreizigers die langs de deur gaan en hun voet tussen de deur zetten om jou of mij of onze vrouwen een stofzuiger te slijten, zo gaan de dames en heren therapiebedrijvers echt een, twee en drie hoog langs de deur met garen en band van psychische aard. In voorbije tijden en nu in Cambodja of in Spaanse Burgeroorlog had men toch ook geen psychiatrische hulp nodig. Dat hebben die mensen toch op de een of andere manier zelf gedaan. In deze krankzinnige luxemaatschappij woekert die sector wel voort. Het is een maffia van geldingsdrang, geweld." En tot slot een andere (schokkende) ontboezeming: "Ik val een beetje op d'r, ja [minister Hanja Maij-Weggen]. Ik heb haar "meisje Maij" gemunt. Dat heb je bij veel vrouwen, die een tamelijk onooglijk meisje zijn geweest. Die worden dan aan het eind van hun vierde decade opeens mooi. Ik zou ook nooit als oudere man op jonge meisjes kunnen vallen. Ik vind het veel fascinerender om bij vrouwen van een certain age, waarvan ik het dan weet dat ze vroeger niet zo mooi waren, te zien dat ze mooi worden. Maar verder niets, ik heb geen erotische dromen van haar." --------------- De interviewer Chris Kijne “Een aimabel man en begenadigd ouwehoer” Wat ik nooit zal vergeten, en ik schaam me er eigenlijk nog steeds voor, is dat we vijf uur lang hebben gepraat en dat het niet over de Volkskrant is gegaan. Daar was hij toch van 1979 tot midden jaren negentig adjunct-hoofdredacteur van, en we hebben het er gewoon niet over gehad. Het was hem ook niet opgevallen – we hadden het er toevallig vorige week nog over -, maar dat is iets wat ik als ik hem nu zou spreken anders had gedaan. Ik kende Blokker niet goed voor het marathoninterview, alleen van de columns die hij voor de Gids schreef, waar ik toen ook voor werkte. Hij was en is nog steeds één van mijn journalistieke idolen. Ik was nog vrij onervaren, het was mijn allereerste marathoninterview en ik was nog maar twee jaar bij de radio. Daardoor was ik waarschijnlijk iets servieler dan ik nu zou zijn. Op een gegeven moment, toen we op de zachte sector kwamen, ging hij naar mijn idee te ver: hij versleet alle therapeuten en psychiaters voor kwakzalvers. Als ik hem nu zou moeten interviewen zou ik vragen of er iets in zijn persoonlijk leven was voorgevallen waardoor hij zo’n blinde haat voor die mensen had ontwikkeld. Dat heb ik toen nagelaten. Je vraagt je natuurlijk altijd af hoe je je in een interview op moet stellen. Een marathoninterview is er natuurlijk in de eerste plaats om een persoon te portretteren. En je kunt niet meteen, zeker niet als het een gesprek van vijf uur betreft, ruzie gaan maken, want dan valt er in de rest van de uitzending weinig te praten. Ik had het nu alleen wel anders gedaan, wat meer tegengas gegeven. Je hebt achteraf natuurlijk nog honderd vragen over, de l’esprit d’escalier maakt zich van je meester, maar dat was nou ook weer niet zo ernstig dat ik dacht: wat heb ik veel laten liggen. Als mens is Jan Blokker toch vele malen sympathieker dan als columnist. Hij geeft dat ook toe: achter het bureau schrijft hij dingen, die hij nooit in iemands gezicht zou zeggen. Het was een leuk gesprek met een aimabele man en een begenadigd ouwehoer.

Het Marathoninterview
VPRO Marathoninterview - Jan Blokker Uur 4

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Jul 20, 1990 53:41


Hij was meer dan tachtig jaar en nog vaak in de krant. Jan Blokker bleef zich over van alles en nog wat verbazen en opwinden en deed dat tot 6 juli 2010. Twintig jaar daarvoor, op 20 juli 1990, was hij te gast in het Marathoninterview. Toen omspande zijn journalistieke carrière al tweederde van de uiteindelijke bijna zes decennia. Eigenlijk best aardig Via Het Parool, Algemeen Handelsblad, Zo Is Het Toevallig Ook Nog Eens Een Keer (1963-1964) van de VARA en de VPRO-televisie, kwam hij bij de Volkskrant terecht, waar hij jarenlang zou werken en waarvan hij ook adjunct-hoofdredacteur werd. En dit alles zonder zijn studie Nederlandse Taal- en Letterkunde en Geschiedenis te hebben afgerond. Blokker ontwikkelde zich tot het geweten van links-intellectueel Nederland. Samen met H.J.A. Hofland en Harry Mulisch, die hij bij het Algemeen Handelsblad leerde kennen, vertegenwoordigd hij nog altijd de éminence grise van de Nederlandse intelligentsia. Sinds 2006 – het jaar van zijn breuk met de Volkskrant – schrijft hij zijn commentaarstukken voor het NRC Handelsblad. Tijdens het marathoninterview met Chris Kijne in de zomer van 1990 hoefde het allemaal niet zo pretentieus. Blokker bleek heel wat aimabeler dan zijn columns soms doen vermoeden. ------------------------------------- Biografie Jan Blokker "Een potentieel vadermoordenaar" Jan Andries Blokker werd op 27 mei 1927 geboren in de Admiraliteitenbuurt in Amsterdam. Hij kwam in een gezin terecht dat, zoals hij in november 2003 in een artikel in Trouw zegt, “redelijk belezen, maar niet outstanding van afkomst is. Geen adel, maar keurige middenstanders met een sterke neiging tot overdracht.” Van zijn ouders hoorde hij de verhalen die zij hadden meegemaakt, waardoor hij “de Eerste Wereldoorlog heeft meegemaakt. Daar begint mijn herinnering, aangespoeld uit het verleden.” Blokkers vader was kantoorbediende bij een bank, die het ver had kunnen schoppen als hij niet als kind aan tbc had geleden. Door dat op zijn werk te melden waren de promotiekansen verkeken. Tbc speelde een grote rol in huize Blokker: “Tocht! Pas op voor tocht. Ook als de mussen van het dak vielen. Als ik een deur niet achter mij had dichtgetrokken, kon ik van mijn moeder op mijn lazer krijgen, omdat vader bij een open raam zat en ik een aanslag op zijn leven had gepleegd.” Blokker bezocht de HBS op de Keizersgracht in Amsterdam en deed in 1944 zijn examen: “Ik heb nog een foto, genomen van mijn eindexamenklas, in 1944. Daar staan we, met z’n allen, op de Keizersgracht. Op de achtergrond zie je het huis van Anne Frank. Ze kon zo op ons neerkijken. Daar kan ik met schaamte aan terugdenken.” Hij studeerde daarna Nederlands en Geschiedenis, maar maakte die studies niet af. Op 24-jarige leeftijd debuteerde hij met de novelle Séjour, waarvoor hij de Reina Prinsen Geerligsprijs won. Er volgden nog twee romans, Bij Dag en Ontij (1952) en Parijs, Dode Stad (1954), maar in 1952 legde hij zich op het dagbladwezen toe. Hij werd leerling-verslaggever bij Het Parool, waar Simon Carmiggelt hem onder zijn hoede nam en hem aan het schrijven van filmrecensies zette. Twee jaar later maakte hij de overstap naar het Algemeen Handelsblad. Daar kwam hij Henk Hofland en Harry Mulisch tegen, die ook net hun (journalistieke) carrière waren begonnen. Een vriendschap die velen in de loop van de decennia tot de verbeelding heeft gesproken, het triumviraat van intellectueel Nederland. Een wat bredere publieke bekendheid kreeg Blokker door zijn deelname aan het roemruchte satirische televisieprogramma van de VARA, Zo Is Het Toevallig Ook Nog Eens Een Keer, waar ook Gerard Reve en Mies Bouwman aan meewerkten. Het programma liep één seizoen, in 1963-1964. In 1967 verliet hij het Algemeen Handelsblad. Hij was uitermate ongelukkig met de samenwerking die het dagblad aanging met De Telegraaf. “Het is voor een groot percentage een gevoelsargument, maar ik vind De Telegraaf nu eenmaal een stinkkrant.” In 1968 begon hij bij de VPRO als chef informatieve programma’s. Ook stond hij in dat jaar voor het eerst met een column in De Volkskrant. Er zouden 3815 columns voor De Volkskrant volgen. Tien jaar later werd hij adjunct-hoofdredacteur, tot 1985. Daarnaast schreef hij film- en operascenario’s, was hij voorzitter van het Productiefonds voor de Nederlandse Film en Bijzonder hoogleraar Persgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Blokker schreef ook een aantal boeken. Met zijn zoons Bas en Jan schreef hij Het Vooroudergevoel. Jan Blokker verwierf een grote schare fans met zijn scherpe columns, de zuurste azijnpissers van de Azijnbode. Een hekel aan hypocrisie en opgeblazen gedoe, een sceptische kijk op de politiek en een haarfijn gevoel voor wat wel en niet door de beugel kwam. Premier Balkenende werd en wordt in de hoek gezet als ‘ventje’ en Alexander Pechtold als ‘kereltje’. Een groepje trouwe lezers dat vlak voor Blokkers vertrek bij De Volkskrant in 2006 langs mocht komen op de redactie verwoordde het als volgt: “Het ergste verwijt dat ik De Volkskrant maak, is dat jullie mij niet kunnen garanderen dat Jan Blokker het eeuwige leven heeft.” Die uitspraak kwam dus vlak voor de veelbesproken en breed in de pers uitgemeten breuk met De Volkskrant. Blokker had niet langer het gevoel er thuis te horen, en er waren ook wat ruzies aan zijn vertrek voorafgegaan. Hij stapte over naar het NRC Handelsblad, waar hij voor de ochtendtabloid NRC next ging schrijven. ------------------------------------------------ Hoogtepunten uit het interview "Ik was een ontzettende schijtebroek als kind" Jan Blokker haalt de inspiratie voor zijn columns uit het nieuws. Chris Kijne wilde om te beginnen weten of die gretige nieuwsgierigheid van huis uit was meegegeven. "Het nieuws werd gevolgd, ik weet uit mijn allervroegste jeugdherinneringen, dat elke ochtend om zeven uur, op woensdag met de VARA begon met a: De Haan en b: dat, soms in honderd coupletten, socialistische strijdlied. En dan kwam pas Vas Diaz, dat moest wachten tot de VARA zijn ochtendwijding achter de rug had." En waar komt toch dat wantrouwen vandaan? Blokkers vader leed aan tbc en kreeg geen promotie doordat hij zo eerlijk was geweest dat op te biechten. Daardoor kreeg hij het gevoel sociaal gedupeerd te zijn. "Het was absoluut geen man die ooit op een barricade zou zijn geklommen. [Maar] ik ben wel groot geworden met het idee dat je mensen die iets te vertellen hebben om te beginnen moet wantrouwen. Dat vind ik nog steeds een buitengewoon bijzondere opvatting en levensopvatting." Die achterdocht tegen autoriteit viel ook zijn moeder ten deel, want die had thuis de broek aan, en niet zonder reden: "Mijn moeder was in veel opzichten een hele dominante vrouw, dus die heeft heel veel bijgedragen. Dat heeft ook weer met die tbc te maken, daar moet je niet te, nou ja, je mag er wel gering over denken, maar een raar soort ziekte is dat toch. Dat heeft een deel van mijn jeugd echt ontzettend beheerst. Een van de dodelijkste angsten die ik als kind had, was als mijn vader bloed opgaf. Dan rochelde hij en dan gaf ie een beetje bloed op en dat was levensgevaarlijk, nou ja, een beetje gevaarlijk was het ook wel. Ik ben opgegroeid met drie dingen die mij als kind, die ik aanvaardde als noodlottigheden. Het eerste was dat ik veel moest eten, want ik moest van mijn moeder een vetlaag om mijn longen kweken, want tbc was dan misschien niet erfelijk, maar het kon wel overspringen. Dus veel dikke havermoutpap, griesmeelpap en behoorlijke vette jus bij het eten. Het tweede was dat tocht levensgevaarlijk was. Dus ook als de mussen van het dak vielen en het was bloedheet in de zomer en het raam was open in de kamer en mijn vader zat in de kamer en ik liet de deur achter mijn gat open staan, was ik een vadermoordenaar, potentieel. Het derde was avondlucht. De mooie lucht van overdag werd vervangen door een buitengemeen smerige, giftige lucht. Dat zijn kleine gevolgen van het tbc-syndroom. Ik was een ontzettende schijtebroek als kind. Maar als kind had ik ook wel iets van: het is allemaal niet waar! Dus dat wantrouwen jegens de autoriteiten zat er al vroeg in. Mijn moeder was de autoriteit thuis." In het laatste uur van het marathoninterview vraagt Chris Kijne zich af of Blokker niet gewoon een burgermannetje is. Die suggestie wordt ruimschoots omarmd. "Ik ben inburgerlijk, denk ik. In mijn hele leven en manier van doen. Ik ben erg geneigd rekening te houden met wat andere mensen van mij vinden, dat is wel het prototype van de burgerman. Ik ben Hollander, ik ben geen calvinist, nou ja, dat wil zeggen we zijn allemaal calvinist. Maar ik ben geen dominee, wel een burgerman. Ik zou best mijn burgernorm aan de samenleving op willen leggen, een kleine verborgen machtswellust. Ik zou bijvoorbeeld morgen best een politieverordening af willen kondigen dat iedereen die zijn huis timmert of een schilderwerk verricht die op straffe van iets heel ergs zijn muziek uit moet doen. Ik kan wel groots en meeslepend willen leven, maar dat is onzinromantiek. Als ik de kans krijg, doe ik het toch niet." Als het gesprek op de 'zachte sector' komt, knapt er iets in Blokker. Het blijkt al jaren een bron van enorme opwinding: "Met regelmaat in de geschiedenis komen die dingen voor, aberraties in de samenlevingen. Ik sluit het echt rigoureus uit dat er mensen zijn die er baat bij gevonden hebben. Dat iemand ooit baat heeft gevonden bij een RIAGG, de grootste zwendelvereniging van Nederland, waar jaarlijks 700.000 mensen bij aankloppen. Ik ben resultaatgericht en pragmatisch. Ik bedoel met baat: ik heb een kwaal, ik heb een probleem en dat hindert me en dan ga ik naar een therapeut of een psychiater of een andere boef, nou ja, een boef, ja, eigenlijk zijn het allemaal boeven. En dan is het voorbij: nee, dat bestaat niet. Dat is een grote kwakzalverij, mensen geloven erin, net zoals ze in het marxisme geloofden. Ik ken niemand die er baat bij gehad heeft. Ik geniet elke keer weer van een berichtje als er weer een dame in haar bil is geknepen door zo'n figuur, dat bevestigt mijn gelijk. Werkgelegenheid, in dat circuit moet het geld toch ook rondgepompt worden. Als handelsreizigers die langs de deur gaan en hun voet tussen de deur zetten om jou of mij of onze vrouwen een stofzuiger te slijten, zo gaan de dames en heren therapiebedrijvers echt een, twee en drie hoog langs de deur met garen en band van psychische aard. In voorbije tijden en nu in Cambodja of in Spaanse Burgeroorlog had men toch ook geen psychiatrische hulp nodig. Dat hebben die mensen toch op de een of andere manier zelf gedaan. In deze krankzinnige luxemaatschappij woekert die sector wel voort. Het is een maffia van geldingsdrang, geweld." En tot slot een andere (schokkende) ontboezeming: "Ik val een beetje op d'r, ja [minister Hanja Maij-Weggen]. Ik heb haar "meisje Maij" gemunt. Dat heb je bij veel vrouwen, die een tamelijk onooglijk meisje zijn geweest. Die worden dan aan het eind van hun vierde decade opeens mooi. Ik zou ook nooit als oudere man op jonge meisjes kunnen vallen. Ik vind het veel fascinerender om bij vrouwen van een certain age, waarvan ik het dan weet dat ze vroeger niet zo mooi waren, te zien dat ze mooi worden. Maar verder niets, ik heb geen erotische dromen van haar." --------------- De interviewer Chris Kijne “Een aimabel man en begenadigd ouwehoer” Wat ik nooit zal vergeten, en ik schaam me er eigenlijk nog steeds voor, is dat we vijf uur lang hebben gepraat en dat het niet over de Volkskrant is gegaan. Daar was hij toch van 1979 tot midden jaren negentig adjunct-hoofdredacteur van, en we hebben het er gewoon niet over gehad. Het was hem ook niet opgevallen – we hadden het er toevallig vorige week nog over -, maar dat is iets wat ik als ik hem nu zou spreken anders had gedaan. Ik kende Blokker niet goed voor het marathoninterview, alleen van de columns die hij voor de Gids schreef, waar ik toen ook voor werkte. Hij was en is nog steeds één van mijn journalistieke idolen. Ik was nog vrij onervaren, het was mijn allereerste marathoninterview en ik was nog maar twee jaar bij de radio. Daardoor was ik waarschijnlijk iets servieler dan ik nu zou zijn. Op een gegeven moment, toen we op de zachte sector kwamen, ging hij naar mijn idee te ver: hij versleet alle therapeuten en psychiaters voor kwakzalvers. Als ik hem nu zou moeten interviewen zou ik vragen of er iets in zijn persoonlijk leven was voorgevallen waardoor hij zo’n blinde haat voor die mensen had ontwikkeld. Dat heb ik toen nagelaten. Je vraagt je natuurlijk altijd af hoe je je in een interview op moet stellen. Een marathoninterview is er natuurlijk in de eerste plaats om een persoon te portretteren. En je kunt niet meteen, zeker niet als het een gesprek van vijf uur betreft, ruzie gaan maken, want dan valt er in de rest van de uitzending weinig te praten. Ik had het nu alleen wel anders gedaan, wat meer tegengas gegeven. Je hebt achteraf natuurlijk nog honderd vragen over, de l’esprit d’escalier maakt zich van je meester, maar dat was nou ook weer niet zo ernstig dat ik dacht: wat heb ik veel laten liggen. Als mens is Jan Blokker toch vele malen sympathieker dan als columnist. Hij geeft dat ook toe: achter het bureau schrijft hij dingen, die hij nooit in iemands gezicht zou zeggen. Het was een leuk gesprek met een aimabele man en een begenadigd ouwehoer.

Het Marathoninterview
Jan Blokker Uur 5

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Jul 20, 1990 49:16


Hij was meer dan tachtig jaar en nog vaak in de krant. Jan Blokker bleef zich over van alles en nog wat verbazen en opwinden en deed dat tot 6 juli 2010. Twintig jaar daarvoor, op 20 juli 1990, was hij te gast in het Marathoninterview. Toen omspande zijn journalistieke carrière al tweederde van de uiteindelijke bijna zes decennia. Eigenlijk best aardig Via Het Parool, Algemeen Handelsblad, Zo Is Het Toevallig Ook Nog Eens Een Keer (1963-1964) van de VARA en de VPRO-televisie, kwam hij bij de Volkskrant terecht, waar hij jarenlang zou werken en waarvan hij ook adjunct-hoofdredacteur werd. En dit alles zonder zijn studie Nederlandse Taal- en Letterkunde en Geschiedenis te hebben afgerond. Blokker ontwikkelde zich tot het geweten van links-intellectueel Nederland. Samen met H.J.A. Hofland en Harry Mulisch, die hij bij het Algemeen Handelsblad leerde kennen, vertegenwoordigd hij nog altijd de éminence grise van de Nederlandse intelligentsia. Sinds 2006 – het jaar van zijn breuk met de Volkskrant – schrijft hij zijn commentaarstukken voor het NRC Handelsblad. Tijdens het marathoninterview met Chris Kijne in de zomer van 1990 hoefde het allemaal niet zo pretentieus. Blokker bleek heel wat aimabeler dan zijn columns soms doen vermoeden. ------------------------------------- Biografie Jan Blokker "Een potentieel vadermoordenaar" Jan Andries Blokker werd op 27 mei 1927 geboren in de Admiraliteitenbuurt in Amsterdam. Hij kwam in een gezin terecht dat, zoals hij in november 2003 in een artikel in Trouw zegt, “redelijk belezen, maar niet outstanding van afkomst is. Geen adel, maar keurige middenstanders met een sterke neiging tot overdracht.” Van zijn ouders hoorde hij de verhalen die zij hadden meegemaakt, waardoor hij “de Eerste Wereldoorlog heeft meegemaakt. Daar begint mijn herinnering, aangespoeld uit het verleden.” Blokkers vader was kantoorbediende bij een bank, die het ver had kunnen schoppen als hij niet als kind aan tbc had geleden. Door dat op zijn werk te melden waren de promotiekansen verkeken. Tbc speelde een grote rol in huize Blokker: “Tocht! Pas op voor tocht. Ook als de mussen van het dak vielen. Als ik een deur niet achter mij had dichtgetrokken, kon ik van mijn moeder op mijn lazer krijgen, omdat vader bij een open raam zat en ik een aanslag op zijn leven had gepleegd.” Blokker bezocht de HBS op de Keizersgracht in Amsterdam en deed in 1944 zijn examen: “Ik heb nog een foto, genomen van mijn eindexamenklas, in 1944. Daar staan we, met z’n allen, op de Keizersgracht. Op de achtergrond zie je het huis van Anne Frank. Ze kon zo op ons neerkijken. Daar kan ik met schaamte aan terugdenken.” Hij studeerde daarna Nederlands en Geschiedenis, maar maakte die studies niet af. Op 24-jarige leeftijd debuteerde hij met de novelle Séjour, waarvoor hij de Reina Prinsen Geerligsprijs won. Er volgden nog twee romans, Bij Dag en Ontij (1952) en Parijs, Dode Stad (1954), maar in 1952 legde hij zich op het dagbladwezen toe. Hij werd leerling-verslaggever bij Het Parool, waar Simon Carmiggelt hem onder zijn hoede nam en hem aan het schrijven van filmrecensies zette. Twee jaar later maakte hij de overstap naar het Algemeen Handelsblad. Daar kwam hij Henk Hofland en Harry Mulisch tegen, die ook net hun (journalistieke) carrière waren begonnen. Een vriendschap die velen in de loop van de decennia tot de verbeelding heeft gesproken, het triumviraat van intellectueel Nederland. Een wat bredere publieke bekendheid kreeg Blokker door zijn deelname aan het roemruchte satirische televisieprogramma van de VARA, Zo Is Het Toevallig Ook Nog Eens Een Keer, waar ook Gerard Reve en Mies Bouwman aan meewerkten. Het programma liep één seizoen, in 1963-1964. In 1967 verliet hij het Algemeen Handelsblad. Hij was uitermate ongelukkig met de samenwerking die het dagblad aanging met De Telegraaf. “Het is voor een groot percentage een gevoelsargument, maar ik vind De Telegraaf nu eenmaal een stinkkrant.” In 1968 begon hij bij de VPRO als chef informatieve programma’s. Ook stond hij in dat jaar voor het eerst met een column in De Volkskrant. Er zouden 3815 columns voor De Volkskrant volgen. Tien jaar later werd hij adjunct-hoofdredacteur, tot 1985. Daarnaast schreef hij film- en operascenario’s, was hij voorzitter van het Productiefonds voor de Nederlandse Film en Bijzonder hoogleraar Persgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Blokker schreef ook een aantal boeken. Met zijn zoons Bas en Jan schreef hij Het Vooroudergevoel. Jan Blokker verwierf een grote schare fans met zijn scherpe columns, de zuurste azijnpissers van de Azijnbode. Een hekel aan hypocrisie en opgeblazen gedoe, een sceptische kijk op de politiek en een haarfijn gevoel voor wat wel en niet door de beugel kwam. Premier Balkenende werd en wordt in de hoek gezet als ‘ventje’ en Alexander Pechtold als ‘kereltje’. Een groepje trouwe lezers dat vlak voor Blokkers vertrek bij De Volkskrant in 2006 langs mocht komen op de redactie verwoordde het als volgt: “Het ergste verwijt dat ik De Volkskrant maak, is dat jullie mij niet kunnen garanderen dat Jan Blokker het eeuwige leven heeft.” Die uitspraak kwam dus vlak voor de veelbesproken en breed in de pers uitgemeten breuk met De Volkskrant. Blokker had niet langer het gevoel er thuis te horen, en er waren ook wat ruzies aan zijn vertrek voorafgegaan. Hij stapte over naar het NRC Handelsblad, waar hij voor de ochtendtabloid NRC next ging schrijven. ------------------------------------------------ Hoogtepunten uit het interview "Ik was een ontzettende schijtebroek als kind" Jan Blokker haalt de inspiratie voor zijn columns uit het nieuws. Chris Kijne wilde om te beginnen weten of die gretige nieuwsgierigheid van huis uit was meegegeven. "Het nieuws werd gevolgd, ik weet uit mijn allervroegste jeugdherinneringen, dat elke ochtend om zeven uur, op woensdag met de VARA begon met a: De Haan en b: dat, soms in honderd coupletten, socialistische strijdlied. En dan kwam pas Vas Diaz, dat moest wachten tot de VARA zijn ochtendwijding achter de rug had." En waar komt toch dat wantrouwen vandaan? Blokkers vader leed aan tbc en kreeg geen promotie doordat hij zo eerlijk was geweest dat op te biechten. Daardoor kreeg hij het gevoel sociaal gedupeerd te zijn. "Het was absoluut geen man die ooit op een barricade zou zijn geklommen. [Maar] ik ben wel groot geworden met het idee dat je mensen die iets te vertellen hebben om te beginnen moet wantrouwen. Dat vind ik nog steeds een buitengewoon bijzondere opvatting en levensopvatting." Die achterdocht tegen autoriteit viel ook zijn moeder ten deel, want die had thuis de broek aan, en niet zonder reden: "Mijn moeder was in veel opzichten een hele dominante vrouw, dus die heeft heel veel bijgedragen. Dat heeft ook weer met die tbc te maken, daar moet je niet te, nou ja, je mag er wel gering over denken, maar een raar soort ziekte is dat toch. Dat heeft een deel van mijn jeugd echt ontzettend beheerst. Een van de dodelijkste angsten die ik als kind had, was als mijn vader bloed opgaf. Dan rochelde hij en dan gaf ie een beetje bloed op en dat was levensgevaarlijk, nou ja, een beetje gevaarlijk was het ook wel. Ik ben opgegroeid met drie dingen die mij als kind, die ik aanvaardde als noodlottigheden. Het eerste was dat ik veel moest eten, want ik moest van mijn moeder een vetlaag om mijn longen kweken, want tbc was dan misschien niet erfelijk, maar het kon wel overspringen. Dus veel dikke havermoutpap, griesmeelpap en behoorlijke vette jus bij het eten. Het tweede was dat tocht levensgevaarlijk was. Dus ook als de mussen van het dak vielen en het was bloedheet in de zomer en het raam was open in de kamer en mijn vader zat in de kamer en ik liet de deur achter mijn gat open staan, was ik een vadermoordenaar, potentieel. Het derde was avondlucht. De mooie lucht van overdag werd vervangen door een buitengemeen smerige, giftige lucht. Dat zijn kleine gevolgen van het tbc-syndroom. Ik was een ontzettende schijtebroek als kind. Maar als kind had ik ook wel iets van: het is allemaal niet waar! Dus dat wantrouwen jegens de autoriteiten zat er al vroeg in. Mijn moeder was de autoriteit thuis." In het laatste uur van het marathoninterview vraagt Chris Kijne zich af of Blokker niet gewoon een burgermannetje is. Die suggestie wordt ruimschoots omarmd. "Ik ben inburgerlijk, denk ik. In mijn hele leven en manier van doen. Ik ben erg geneigd rekening te houden met wat andere mensen van mij vinden, dat is wel het prototype van de burgerman. Ik ben Hollander, ik ben geen calvinist, nou ja, dat wil zeggen we zijn allemaal calvinist. Maar ik ben geen dominee, wel een burgerman. Ik zou best mijn burgernorm aan de samenleving op willen leggen, een kleine verborgen machtswellust. Ik zou bijvoorbeeld morgen best een politieverordening af willen kondigen dat iedereen die zijn huis timmert of een schilderwerk verricht die op straffe van iets heel ergs zijn muziek uit moet doen. Ik kan wel groots en meeslepend willen leven, maar dat is onzinromantiek. Als ik de kans krijg, doe ik het toch niet." Als het gesprek op de 'zachte sector' komt, knapt er iets in Blokker. Het blijkt al jaren een bron van enorme opwinding: "Met regelmaat in de geschiedenis komen die dingen voor, aberraties in de samenlevingen. Ik sluit het echt rigoureus uit dat er mensen zijn die er baat bij gevonden hebben. Dat iemand ooit baat heeft gevonden bij een RIAGG, de grootste zwendelvereniging van Nederland, waar jaarlijks 700.000 mensen bij aankloppen. Ik ben resultaatgericht en pragmatisch. Ik bedoel met baat: ik heb een kwaal, ik heb een probleem en dat hindert me en dan ga ik naar een therapeut of een psychiater of een andere boef, nou ja, een boef, ja, eigenlijk zijn het allemaal boeven. En dan is het voorbij: nee, dat bestaat niet. Dat is een grote kwakzalverij, mensen geloven erin, net zoals ze in het marxisme geloofden. Ik ken niemand die er baat bij gehad heeft. Ik geniet elke keer weer van een berichtje als er weer een dame in haar bil is geknepen door zo'n figuur, dat bevestigt mijn gelijk. Werkgelegenheid, in dat circuit moet het geld toch ook rondgepompt worden. Als handelsreizigers die langs de deur gaan en hun voet tussen de deur zetten om jou of mij of onze vrouwen een stofzuiger te slijten, zo gaan de dames en heren therapiebedrijvers echt een, twee en drie hoog langs de deur met garen en band van psychische aard. In voorbije tijden en nu in Cambodja of in Spaanse Burgeroorlog had men toch ook geen psychiatrische hulp nodig. Dat hebben die mensen toch op de een of andere manier zelf gedaan. In deze krankzinnige luxemaatschappij woekert die sector wel voort. Het is een maffia van geldingsdrang, geweld." En tot slot een andere (schokkende) ontboezeming: "Ik val een beetje op d'r, ja [minister Hanja Maij-Weggen]. Ik heb haar "meisje Maij" gemunt. Dat heb je bij veel vrouwen, die een tamelijk onooglijk meisje zijn geweest. Die worden dan aan het eind van hun vierde decade opeens mooi. Ik zou ook nooit als oudere man op jonge meisjes kunnen vallen. Ik vind het veel fascinerender om bij vrouwen van een certain age, waarvan ik het dan weet dat ze vroeger niet zo mooi waren, te zien dat ze mooi worden. Maar verder niets, ik heb geen erotische dromen van haar." --------------- De interviewer Chris Kijne “Een aimabel man en begenadigd ouwehoer” Wat ik nooit zal vergeten, en ik schaam me er eigenlijk nog steeds voor, is dat we vijf uur lang hebben gepraat en dat het niet over de Volkskrant is gegaan. Daar was hij toch van 1979 tot midden jaren negentig adjunct-hoofdredacteur van, en we hebben het er gewoon niet over gehad. Het was hem ook niet opgevallen – we hadden het er toevallig vorige week nog over -, maar dat is iets wat ik als ik hem nu zou spreken anders had gedaan. Ik kende Blokker niet goed voor het marathoninterview, alleen van de columns die hij voor de Gids schreef, waar ik toen ook voor werkte. Hij was en is nog steeds één van mijn journalistieke idolen. Ik was nog vrij onervaren, het was mijn allereerste marathoninterview en ik was nog maar twee jaar bij de radio. Daardoor was ik waarschijnlijk iets servieler dan ik nu zou zijn. Op een gegeven moment, toen we op de zachte sector kwamen, ging hij naar mijn idee te ver: hij versleet alle therapeuten en psychiaters voor kwakzalvers. Als ik hem nu zou moeten interviewen zou ik vragen of er iets in zijn persoonlijk leven was voorgevallen waardoor hij zo’n blinde haat voor die mensen had ontwikkeld. Dat heb ik toen nagelaten. Je vraagt je natuurlijk altijd af hoe je je in een interview op moet stellen. Een marathoninterview is er natuurlijk in de eerste plaats om een persoon te portretteren. En je kunt niet meteen, zeker niet als het een gesprek van vijf uur betreft, ruzie gaan maken, want dan valt er in de rest van de uitzending weinig te praten. Ik had het nu alleen wel anders gedaan, wat meer tegengas gegeven. Je hebt achteraf natuurlijk nog honderd vragen over, de l’esprit d’escalier maakt zich van je meester, maar dat was nou ook weer niet zo ernstig dat ik dacht: wat heb ik veel laten liggen. Als mens is Jan Blokker toch vele malen sympathieker dan als columnist. Hij geeft dat ook toe: achter het bureau schrijft hij dingen, die hij nooit in iemands gezicht zou zeggen. Het was een leuk gesprek met een aimabele man en een begenadigd ouwehoer.