Podcast appearances and mentions of harry mulisch

  • 35PODCASTS
  • 59EPISODES
  • 45mAVG DURATION
  • ?INFREQUENT EPISODES
  • Apr 22, 2025LATEST

POPULARITY

20172018201920202021202220232024


Best podcasts about harry mulisch

Latest podcast episodes about harry mulisch

Tachles Podcast
Europa danach

Tachles Podcast

Play Episode Listen Later Apr 22, 2025 46:24


Echo in die Zukunft» geht in die zweite Staffel und vereint die wichtigsten Gespräch aus rund 50 Jahren Archiv. Aus Anlass des 80. Jahrestags der Befreiung Europas kommt Harry Mulisch zu Wort – der…

Khalid & Sophie
#47 - Kamerdebat over de rellen in Amsterdam, dakloze Benjamin ontwaakt uit coma, Bridget Jones-fans geschokt én er komt een biografie over Harry Mulisch

Khalid & Sophie

Play Episode Listen Later Nov 13, 2024 56:47


Vanavond met Jeroen in Bar Laat: Sofyan Mbarki is er ‘trots op een integratieprobleem te zijn', de wethouder volgde vandaag het kamerdebat over de rellen in Amsterdam, net als Jaïr Stranders en Xander van der Wulp. Ook in de studio zit de halfzus van de dakloze man die aangevallen werd met een stoeptegel, hoe gaat het nu met hem? Verder komt er 14 jaar na zijn dood ein-de-lijk een biografie over Harry Mulisch. Én er vloeiden vandaag veel tranen over de nieuwe Bridget Jones-film... #BarLaat  

Onze Boekencast
AFL101 De Aanslag, Harry Mulisch

Onze Boekencast

Play Episode Listen Later Oct 25, 2024 37:33


Mulisch diepere boodschap over oorlog en de blijvende impact daarvan op de mens staat centraal in deze aflevering. We bespreken de complexe thematiek van schuld, herinnering en morele keuzes die het verhaal zo krachtig maken. Samen ontrafelen we het leven van Anton Steenwijk, dat voor altijd verandert door een onomkeerbare gebeurtenis tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hoe beïnvloedt dit zijn kijk op de wereld en zijn identiteit? Wat is ons het meest bijgebleven van deze indrukwekkende roman?   Website: https://onzeboekencast.podbean.com/ Spotify: https://open.spotify.com/show/1RCSbWgHjXrdXRoplhBDzp Itunes: https://podcasts.apple.com/nl/podcast/onze-boekencast/id1502166520 Twitter: https://twitter.com/onze_boekencast Facebook: https://www.facebook.com/Onze-Boekencast-110337417458188   in one place... by ikkun (ex. Barradeen) | https://soundcloud.com/ikkunwastaken Easy by Ron Gelinas Chill Beats | https://open.spotify.com/artist/03JYfsI9Ke7JFuxHD239m2

Nooit meer slapen
Ellen ten Damme (actrice en muzikant)

Nooit meer slapen

Play Episode Listen Later Sep 17, 2024 57:52


Ellen ten Damme is actrice en muzikant. Ze speelde in verschillende speelfilms en televisieseries. Ondertussen werkte Ten Damme aan een muzikale carrière. Na drie Engelstalige rock-albums maakte ze onder andere de albums ‘Durf jij' en ‘Het Regende Zon', waarvoor ze samenwerkte met schrijvers Ilja Leonard Pfeiffer, Harry Mulisch en Remco Campert. Een hoofdrol in de film ‘Paradijs' geldt als de meest recente toevoeging aan Ten Damme's oeuvre. ‘Paradijs' zal worden gedraaid als slotfilm van het Nederlands Film Festival. Femke van der laan gaat met Ellen ten Damme in gesprek.

De Nieuwe Wereld
Liefde voor de Ander: de zingevende kracht van literaire personages #1616 met Jan Konst

De Nieuwe Wereld

Play Episode Listen Later Jun 18, 2024 52:00


Jelle van Baardewijk in gesprek met literatuurwetenschapper en neerlandicus Jan Konst (Freie Universtät Berlin) over zijn boek 'Papieren vrienden'. -- Kom op 28 juni naar De Nacht van De Nieuwe Wereld. Bestel je kaarten hier: https://dnw.eventgoose.com/ Bronnen en links bij deze uitzending: - Het boek 'Papieren vrienden': https://www.uitgeverijbalans.nl/boeken/papieren-vrienden/ - Website van Jan: https://jankonst.com/home-nl/ - Louis Ferron 'De keisnijder van Fichtenwald': https://www.debezigebij.nl/boek/de-keisnijder-van-fichtenwald/ - W.F. Hermans 'Herinneringen van een engelbewaarder': https://www.debezigebij.nl/boek/herinneringen-van-een-engelbewaarder/ - Harry Mulisch 'De ontdekking van de hemel': https://www.debezigebij.nl/boek/de-ontdekking-van-de-hemel/ - Felix Timmermans 'Boerenpsalm': https://www.dbnl.org/tekst/timm010boer01_01/index.php - Tobi Lakmaker 'De geschiedenis van mijn seksualiteit': https://dasmag.nl/product/de-geschiedenis-van-mijn-seksualiteit/ - Vondel 'Jephta': http://www.deltareeks.nl/vondel.php

Opium
Het gesprek - Jan Konst (23 mei 2024)

Opium

Play Episode Listen Later May 23, 2024 14:32


Annemieke Bosman praat met Jan Konst, literatuurwetenschapper en hoogleraar Nederlands aan de Freie Universität Berlin, over zijn boek Papieren Vrienden. Wat is de zin van het leven? Voor een antwoord op die eeuwenoude vraag gaat Jan Konst nu eens niet bij filosofen of theologen te rade, maar bij zijn papieren vrienden: een keur aan personages uit achthonderd jaar Nederlandse literatuur. Sommige van hen kent hij misschien wel beter dan zijn vrienden van vlees en bloed. Ze begeleiden hem soms al decennialang. Wie kent niet zo'n personage dat je je hele leven bijblijft? Iemand als Onno Quist uit Harry Mulisch' De ontdekking van de hemel of Marie Deniet uit De wetten van Connie Palmen. Zij stellen de grote vragen naar zin en zijn, omdat ze net als wij zijn onderworpen aan de condition humaine. Hoe gaan zij om met ongeluk, teleurstellingen, ziekte en smart – de vaste thema's van ieder leven? Wat kunnen wij van ze leren? Hoe houden ze de moed erin? Daarover hebben ze heel wat te zeggen. Wie hun verhalen goed leest, zoals Jan Konst doet, zal zien dat hun inzichten ook voor ons van grote betekenis zijn.

Opium
Het gesprek - Jozien Wijkhuijs en Yentl van Stokkum (19 december 2023)

Opium

Play Episode Listen Later Dec 19, 2023 16:21


Donderdag 14 december 2023 was het precies 100 jaar geleden dat schrijver Gerard Reve werd geboren. Dit wordt gevierd met de podcast ‘Tien dagen Reve', waarin Jozien Wijkhuijs en Yentl van Stokkum het schrijverschap van Reve, zijn belangrijkste werk De avonden en diverse archiefstukken bespreken. Ook onderwerpen als tradities, rituelen, kerst, familiedynamieken, hypochondrie, droomduiding en oorlogstrauma komen aan bod. Tussen 22 en 31 december, de periode die centraal staat in De avonden, wordt er elke dag een nieuwe aflevering gepubliceerd. Samen met Harry Mulisch en Willem Frederik Hermans wordt Gerard Reve (1923 - 2006) – die voluit Gerard Kornelis van het Reve heet – gerekend tot ‘De Grote Drie' van de naoorlogse Nederlandse schrijvers. Zijn debuutroman De avonden is een klassieker en staat ook tegenwoordig, bijna tachtig jaar na publicatie, bij menig middelbare scholier op de boekenlijst. Deze roman beschrijft de laatste tien dagen van 1946, vanuit de beleving van de jonge kantoorklerk Frits van Egters. Journalist, schrijver en radiomaker Jozien Wijkhuijs leest al jaren De avonden tussen 22 en 31 december. Enkele jaren geleden deed ze een exemplaar cadeau aan dichter, toneelschrijver en performer Yentl van Stokkum. Yentl las het boek met frisse tegenzin en bleef halverwege steken, maar dit jaar waagt ze een nieuwe poging en spreekt hierover met Jozien in ‘Tien dagen Reve'. Zelf omschrijven ze de podcast als ‘een literatuurbespreking, een kletscast, een filosofische feestdagenpodcast en een onderzoek ineen'. 

Off the Shelf
76. Victoria Gosling, Author

Off the Shelf

Play Episode Listen Later Aug 28, 2023 24:11


Welcome to this week's episode of Off the Shelf! You can follow me on Instagram here: ⁠⁠⁠⁠⁠⁠⁠Phoebe @ Pause Books HQ (@pausebooks) ⁠⁠⁠⁠⁠⁠⁠ You can follow me on Twitter here: ⁠⁠⁠⁠⁠⁠⁠Twitter⁠⁠⁠⁠⁠⁠⁠ My guest this week is Victoria Gosling. You can find out more about her here: Victoria Gosling | The Reader Berlin Her picks were: 1. Le Grand Meaulnes by Alain-Fournier 2. The Brothers Lionheart by Astrid Lindgren 3. The Assault by Harry Mulisch 4. The regeneration trilogy by Pat Baker 5. Life and faith by Vasily Grossman 6. There's a War Going On But No One Can See It by Huib Modderkolk

Een Uur Cultuur
Een Uur Literatuur, Joost de Vries

Een Uur Cultuur

Play Episode Listen Later Jun 10, 2023 53:45


Tijdens deze, voor nu, eenmalige uitzending van Een Uur Literatuur horen NPO Radio 1-luisteraars de mooiste literatuurtips. In deze aflevering ontvangt Eva Koreman schrijver en adjunct-hoofdredacteur van de Groene Amsterdammer Joost de Vries. Hij deelt zijn literatuurtips met Eva en de luisteraar: Gast: Joost de Vries (https://nl.wikipedia.org/wiki/Joost_de_Vries_(journalist)) De tips van Joost: Roman: Noodweer, Marijke Schermer (https://www.bol.com/nl/nl/f/noodweer/9200000060895381/) Roman internationaal: The transit of Venus, Shirley Hazzard (https://www.bol.com/nl/nl/f/the-transit-of-venus/30407328/) Klassieker: De Aanslag, Harry Mulisch (https://www.bol.com/nl/nl/f/de-aanslag/33227446/) Klassieker internationaal: Light Years, James Salter (https://www.bol.com/nl/nl/f/light-years/30272195/) Kinderboek: Brief aan de koning, Tonke Dragt (https://www.bol.com/nl/nl/f/de-brief-voor-de-koning/9300000077911055/) Biografie: Ischa, Gijs Groenteman (https://www.bol.com/nl/nl/p/ischa/9200000129779786/) Poëzie: Slordig met geluk, Menno Wigman (https://www.bol.com/nl/nl/p/slordig-met-geluk/9200000040608238/) Verhalenbundel internationaal: Self-help, Lorrie Moore (https://www.bol.com/nl/nl/f/self-help/38557837/)

Boeken FM
Het knikje in de loge | Boekenweekgeschenken

Boeken FM

Play Episode Listen Later Mar 15, 2023 63:54


Deze aflevering zit vol met fun facts over het Boekenweekgeschenk! Hoelang bestaat het geschenk al? Hoe werkt het als je wordt gekozen als auteur ervan? Wat is eigenlijk de functie van een boekenweekgeschenk en wat zou het teweeg moeten brengen bij een lezer?In deze aflevering bespreken Joost, Ellen en Charlotte hun eigen favoriete boekenweekgeschenk en het boekenweekgeschenk van dit jaar, De eerlijke vinder van Lize Spit. Ellen geeft een minicollege over Oeroeg van Hella Haasse, Charlotte vertelt over De heilige Antonio van Arnon Grunberg en Joost weidt uit over zijn ervaringen bij het jeugdtheater én vertelt over Het theater, de brief en de waarheid van Harry Mulisch.Het Nationaal Toneel - Shakespeares CoriolanusGa naar www.hnt.nl/boekenfm Hoe werkt het?Kies het theater waar je deze voorstelling wilt zien en voer de volgende actiecode in bij je bestelling: podcast.De actieprijs met 20% korting verschijnt in beeld en is te boeken via het theater. De actie geldt alleen voor 1e en 2e rang tickets. Let op: bij sommige theaters is er beperkte beschikbaarheid, op = op.Zie het privacybeleid op https://art19.com/privacy en de privacyverklaring van Californië op https://art19.com/privacy#do-not-sell-my-info.

Fanservice
Fanservice: aflevering 34: Richelle Edens over … SCHRIJVEN

Fanservice

Play Episode Listen Later Aug 6, 2022 54:47


In deze tweede Fanservice-aflevering over schrijven is Richelle Edens te gast. Net als Robin Rozendal (de gast in de vorige schrijf-aflevering) is ook Richelle schrijver én YouTuber. Ze schrijft en vertelt haar eigen verhalen op haar kanaal Verhalen in de Vensterbank. We hebben het onder andere over het ontstaan van haar YouTube-serie. Voor haar verhalen haalt ze inspiratie uit soms de kleinste alledaagse gebeurtenissen of gesprekken. Hoe werkt dat? En welke rol speelt haar autisme daarbij? Daarnaast moeten we het ook nog even hebben over de romans waar ze aan bezig is. Verder gaan we nader in op de auteurs die haar inspireren. Dit zijn niet alleen schrijvers als Harry Mulisch en Charles Dickens; tijdens de aflevering ontdekte ik namelijk dat we een gezamenlijke liefde hebben voor het tv-schrijfwerk van Michael Schur (The Office US, Parks and Recreation, The Good Place, Brooklyn 99) en Dan Harmon (Community, Rick and Morty). Wat spreekt haar zo aan in hun schrijfwerk? En op welke manier komt die invloed terug in haar eigen verhalen?

ZeitZeichen
Der Geburtstag des niederländischen Schriftstellers Harry Mulisch (29.7.1927)

ZeitZeichen

Play Episode Listen Later Jul 29, 2022


"In Holland bin ich weltberühmt" spottete Harry Mulisch noch zu Beginn der achtziger Jahre. Doch dann wurde er es wirklich – nämlich weltberühmt: 1992 brachte ihm sein großer Roman "Die Entdeckung des Himmels" den internationalen Durchbruch.

WDR ZeitZeichen
Harry Mulisch, niederländischer Schriftsteller (Geburtstag, 29.07.1927)

WDR ZeitZeichen

Play Episode Listen Later Jul 28, 2022 14:33


"In Holland bin ich weltberühmt" spottete der niederländische Schriftsteller Harry Mulisch noch zu Beginn der achtziger Jahre. Doch dann wurde er es wirklich - nämlich weltberühmt: 1992 brachte ihm sein großer Roman "Die Entdeckung des Himmels" den internationalen Durchbruch. Autorin: Jutta Duhm-Heitzmann Von Jutta Duhm-Heitzmann.

Veertig
De vierde man

Veertig

Play Episode Listen Later Jul 2, 2022 72:43


In deze aflevering is alle rust aanwezig. Er hoeft niet meer gebotteld te worden, dus alle tijd voor onze gasten Ton Ippel, Theo Walburg, Alek Dabrovski en Ewout Klompmaker Muziek De Lidl verkoopt naast lekker eten ook lp's. Zo kocht Mark er eentje van Jeff Buckley. Arjen vindt het iet wat huilerig.....Mark Keultjes houdt er van als mannelijke vocalisten ook hun vrouwelijkheid in hun stem laten doorklinken. Net zoals Johannes dat kan. Luister zelf maar!! Post De mannen hebben post ontvangen en twijfelen of ze de persoon willen uitnodigen.... Mannen met hobby's De brouwbroertjes hebben Alek Dabrovski aan de telefoon, de schrijver van het boek 'Mannen met hobby's'. Kunnen mannen er iets aan doen dat ze zo zijn? Valt er nog iets te redden door vrouwen?  De Boekenlijst De Avonden van Gerard Reve, De aanslag van Harry Mulisch.......maar welke boeken stonden er op jou lijst?  Stond De Renner er ook tussen? Een superdun boekje, geschreven door Tim Krabbé. Dit boek bestaat komend jaar 45 jaar en luister naar de plannen die Theo Walburg hiermee heeft........ De communityride De route is bekend, De Veertigers Communityride, met bierproeverij | Clubevenement op Strava De mannen bespreken wie het parcours....waar de waaiers ontstaan en waar de punten voor de Tripel gewonnen kunnen worden. Gertrude de Stevige......daar is de beklimming van de Wageningse Berg en de Italiaanseweg niks bij. Twijfels over Trento Wielrennen met amBEATie is omgedoopt in Twijfels over Trento. Wel, niet, wel, niet, wel, niet..................luister zelf maar. Podcast Veertig | Linktree Veertig | Podcast op Spotify Veertig-40@outlook.com Veertig op Apple Podcasts

NDR Hörspiel Box
Die Entdeckung des Himmels (1/2): Der Plan

NDR Hörspiel Box

Play Episode Listen Later Jun 6, 2022 68:26


NDR Kultur-Hörspiel zu Pfingsten nach dem gleichnamigen Roman von Harry Mulisch. Teil Eins: Der Plan. Gott, wen wundert's, ist unzufrieden mit den Menschen, und deshalb sollen seine Engel nun den Pakt zwischen Gott und der Menschheit aufkündigen, indem sie die Gesetzestafeln des Moses von der Erde zurückholen. Für diese Aufgabe brauchen sie ein ungewöhnliches menschliches Wesen, dessen Herkunft und Zeugung sie minutiös planen. So haben sie ihm zwei Väter zugedacht. Beide Männer verbindet eine unzertrennliche Freundschaft. Und so geschieht es, dass die junge Musikerin Ada erst die Geliebte des einen, später die Frau des anderen wird, ohne sicher zu wissen, wer der Vater ihres Kindes ist. Genau dieser Knabe aber ist nun der Götterbote. Harry Mulischs 1992 erschienenes Buch 'Die Entdeckung des Himmels' gilt als opus magnum seines Autors. Es ist psychologischer Gesellschaftsroman, Märchen, Zeitpanorama, Abenteuergeschichte und Parabel zugleich, oder wie Mulisch selber sagt, 'ein heiteres Spiel, ein ernster Scherz'. Aus dem Niederländischen von Martina den Hertog-Vogt. Mit: Gerd Baltus (Cherubin), Cornelius Obonya (Onno Quist), Anne Weber (Ada Brons), Ulrike Grote (Helga Hartmann), Gerd Samariter (Piet Keller), Monika Barth (Polizistin), Ulrike Krumbiegel (Engel), Philipp Moog (Max Delius), Marlen Diekhoff (Sophia Brons), Renate Schröter (Mutter Quist), Volker Hanisch (Bruder Quist), Regine Lamster (Krankenschwester), Ivo Möller (Quinten Quist als Kind), Werner Rehm (Theo Kern), Jörg Gillner (Parteivorsitzender Koos), Raimund Lang (Arzt), Siegfried Kernen (Ansager) und Jens Wawrczeck (Quinten Quist als junger Mann). Technische Realisation: Jutta Liedemit und Christine Berger. Bearbeitung: Valerie Stiegele. Regieassistenz: Gabriele Roosch. Regie: Hans Gerd Krogmann. Produktion: NDR 1999. Redaktion: Michael Becker. Verfügbar bis 31.08.2022. https://ndr.de/radiokunst

NDR Hörspiel Box
Die Entdeckung des Himmels (2/2): Die Erfüllung

NDR Hörspiel Box

Play Episode Listen Later Jun 6, 2022 78:17


Hörspiel in zwei Teilen nach dem gleichnamigen Roman von Harry Mulisch. Teil Zwei: Die Erfüllung. Gott, wen wundert's, ist unzufrieden mit den Menschen, und deshalb sollen seine Engel nun den Pakt zwischen Gott und der Menschheit aufkündigen, indem sie die Gesetzestafeln des Moses von der Erde zurückholen. Für diese Aufgabe brauchen sie ein ungewöhnliches menschliches Wesen, dessen Herkunft und Zeugung sie minutiös planen. So haben sie ihm zwei Väter zugedacht. Beide Männer verbindet eine unzertrennliche Freundschaft. Und so geschieht es, dass die junge Musikerin Ada erst die Geliebte des einen, später die Frau des anderen wird, ohne sicher zu wissen, wer der Vater ihres Kindes ist. Genau dieser Knabe aber ist nun der Götterbote. Harry Mulischs 1992 erschienenes Buch 'Die Entdeckung des Himmels' gilt als opus magnum seines Autors. Es ist psychologischer Gesellschaftsroman, Märchen, Zeitpanorama, Abenteuergeschichte und Parabel zugleich, oder wie Mulisch selber sagt, 'ein heiteres Spiel, ein ernster Scherz'. Aus dem Niederländischen von Martina den Hertog-Vogt. Mit: Gerd Baltus (Cherubin), Cornelius Obonya (Onno Quist), Anne Weber (Ada Brons), Ulrike Grote (Helga Hartmann), Gerd Samariter (Piet Keller), Monika Barth (Polizistin), Ulrike Krumbiegel (Engel), Philipp Moog (Max Delius), Marlen Diekhoff (Sophia Brons), Renate Schröter (Mutter Quist), Volker Hanisch (Bruder Quist), Regine Lamster (Krankenschwester), Ivo Möller (Quinten Quist als Kind), Werner Rehm (Theo Kern), Jörg Gillner (Parteivorsitzender Koos), Raimund Lang (Arzt), Siegfried Kernen (Ansager) und Jens Wawrczeck (Quinten Quist als junger Mann). Technische Realisation: Jutta Liedemit und Christine Berger. Bearbeitung: Valerie Stiegele. Regieassistenz: Gabriele Roosch. Regie: Hans Gerd Krogmann. Produktion: NDR 1999. Redaktion: Michael Becker. Verfügbar bis 31.08.2022. https://ndr.de/radiokunst

De Cor Potcast
S03E14: De jazzgitarist (ft. Bruno Martins Indi)

De Cor Potcast

Play Episode Listen Later Oct 29, 2021 63:23


Bruno Martins Indi speelde een aantal weken geleden de hoofdrol in een van onze fanverhalen: hij zou zich als jazzgitarist begeven hebben in een broodjestent in Rotterdam. Deze week schoof de goedlachse AZ-verdediger aan om het te hebben over trainers, leven in Portugal en de onvoorspelbare loop van het leven.Dineren bij je trainer thuis, Bruno deed het bij niemand minder dan LvG, maar zijn de panelleden van ons Easytoys Kleedkamer-panel wel eens bij hun trainer over de vloer geweest? Hoe ziet zo'n avondje eruit, schoentjes uit en beentjes in de lucht of handen op de knieën en de rug recht? Fockert was vorige week aandachtig toeschouwer bij Glory (kickboksen) te Arnhem. Dit nodigde ons mannen uit om te fantaseren over welke klanken door het stadion zouden galmen als we zelf ooit de ring in zouden stappen. Over klanken gesproken, het gekakel van de vrouw thuis ook zo ontzettend zat? Check Teufel voor de beste noise cancelling oordopjes. Bruno was voor ons een droomgast, hij kwam niet om geïnterviewd te worden maar om een gesprek te voeren. Heel veel luisterplezier gewenst!Social MediaTwitter & InstagramSpotify ‘Cor Potcast elftal vd maand' AanradersFockert: Het boek The five people you meet in heaven van Mitch Albomhttps://bit.ly/3BiRCkQVriends: De film Her op Netflixhttps://bit.ly/2XZD2BiVerhaar: De film The french dispatch in de bioshttps://bit.ly/3jM2bH6Bruno: Het boek De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch (en überhaupt de persoon Harry Mulisch)https://bit.ly/3pS0QTfEasytoysGebruik op www.easytoys.com de kortingscode CORPOT15 voor 15% korting op het gehele assortiment! Geldt niet op afgeprijsde artikelen.TeufelGebruik de kortingscode SPORT10 voor 10% korting op het gehele assortiment op teufelaudio.nl!Comedy Club HaugCheck www.comedyclubhaug.com voor tickets voor stand-up comedy op een heerlijke locatie in Rotterdam!Zie het privacybeleid op https://art19.com/privacy en de privacyverklaring van Californië op https://art19.com/privacy#do-not-sell-my-info.

Panorama Zondag
Uitzending van 24 oktober 2021

Panorama Zondag

Play Episode Listen Later Oct 24, 2021 120:00


Antoinette Beumer is regisseur, schrijver en verhalenverteller. Onlangs verscheen haar film 'Mijn vader is een vliegtuig', een verfilming van het gelijknamige boek, dat ook door Antoinette is geschreven. Het is voorlopig haar laatste film. Per 1 november gaat ze aan de slag bij Netflix, waar ze nieuwe series gaat ontwikkelen voor de Benelux. Haar culturele landschap voert ons langs performance art van Marina Abramović, nieuwe muziek van Joep Beving, het Joodse Bruidje van Rembrandt van Rijn en het boek en de verfilming van 'Twee vrouwen' van Harry Mulisch. 

Dictators, Despoten en andere Idioten

Fidel Alejandro Castro Ruz was een man die urenlange speeches kon geven. Hij hield van Adidas trainingspakken en Harry Mulisch was een fanboy van hem. 

Boeken FM
S5 #2 - De Grote Drie | Deel II

Boeken FM

Play Episode Listen Later Sep 8, 2021 50:39


Je had het vast al gehoord in de vorige aflevering: vanaf nu verschijnen we wekelijks! In deze episode vervolgen we het gesprek over De Grote Drie. Harry Mulisch en Gerard Reve komen uitvoerig aan bod. Wat moeten we van ze onthouden, en wat kunnen we beter vergeten? Ook passeert de onvermijdelijke vraag: wie is de nummer één van De Grote Drie?

SWR1 Sonntagmorgen
SWR1 Sonntagmorgen am 01.08.2021

SWR1 Sonntagmorgen

Play Episode Listen Later Aug 1, 2021 44:53


Die Themen: Ferienbeginn in BW - Umfrage: Nach Corona-Jahr, wie wollt ihr eure Ferien verbringen / Finanzskandal - Mammutprozess im Vatikan begonnen / SchUM-Stätte - UNESCO-Weltkulturerbe / Gemälde, Unterlagen, Handys - Das Sonderfundbüro in Bad Neuenahr-Ahrweiler / Missbrauchsvorwürfe - Ehemaliger US-Kardinal McCarrick angeklagt / Selbsterkenntnis - Auf Stuttgarts Straßen Spuren Gottes suchen / "Mach das, was dir dein Herz sagt..." - Ein junger Jeside über seine Erlebnisse / Umfrage: Der Einfluss von Corona auf Freundschaften / Sommer-Lesetipp - „Das Attentat“ von Harry Mulisch / 20 Jahre Gesetz zur Lebenspartnerschaft - Ein gleichgeschlechtliches Ehepaar erinnert sich / 20 Jahre Gesetz zur Lebenspartnerschaft - Eine gute Entwicklung für LGBTQ? / Standpunkt: Die Genfer Flüchtlingskonvention darf nicht auf der Strecke bleiben! / Ist alles wie früher? - Was hat die Pandemie in der Freundschaft verändert? / Kinder der Flutkatastrophe - Feriencamp lenkt ab Redaktion: Cüneyt Özadali

Hágase la luz
"Sigfrido", de Harry Mulisch

Hágase la luz

Play Episode Listen Later Jun 5, 2021 2:33


Spoiler! Spoiler! Kike Martín nos abre el libro "Sigfrido" de Harry Mulisch publicao por la editorial Tusquets, y nos cuenta qué hay en su interior....

Scheppingsdrift
#4 - Mozes en het gouden kalf (S01)

Scheppingsdrift

Play Episode Listen Later Feb 26, 2021 40:36


“Alles waar te voor staat is verkeerd, behalve tevreden”, zegt de tegeltjeswijsheid. En zo heb je dus ook te religieus, dat vindt zelfs de Bijbel. In deze aflevering duiken we in het verhaal van Mozes en het gouden kalf, aan de handen van schilderijen van Emil Nolde en Marc Chagall en romans van Harry Mulisch en Jan Siebelink. Kijk op www.eo.nl/scheppingsdrift voor een overzicht van alle kunst die we bespreken, plus nog meer kunst bij het verhaal van Mozes en het gouden kalf.

Het Verblijf
Dag 83 - Octavie Wolters leest Harry Mulisch

Het Verblijf

Play Episode Listen Later Dec 22, 2020 5:21


Octavie Wolters is neerlandicus, illustrator en schrijver. Harry Mulisch (1927-2010) was schrijver en naar eigen zeggen ‘de Tweede Wereldoorlog'. Hij publiceerde De ontdekking van de hemel bij zijn 65e verjaardag. Het Verblijf is een initiatief van Marc van Oostendorp. Redactie: Johan Oosterman, Iris van Erve, Jaap de Jong, Lot Broos. Presentatie, format, productie en muziek: Michiel van de Weerthof. Het verblijf wordt mede mogelijk gemaakt door de Nederlandse Taalunie. https://hetverblijf.online De ganzen zijn opgenomen door Klankbeeld bij het Haarsteegse Wiel. https://freesound.org/people/klankbeeld/sounds/377312/

De Mulisch-tapes
Aflevering 6: Er hangt iets om dat boek heen

De Mulisch-tapes

Play Episode Listen Later Dec 4, 2020 88:35


In de werkkamer van Harry Mulisch troffen Johan Kuiper, Stefanie Liebreks en Daan Doesborgh bandjes aan die door Mulisch zijn ingesproken. In aflevering 6, de laatste aflevering, richten we ons op het jaar 1982, waarin Harry Mulisch De Aanslag schreef, maar ook maagkanker kreeg. Over dat laatste praten we met Marcel van Dam en Jeroen Henneman, en we horen Onno Blom, Marita Mathijsen en vooral Harry Mulisch over misschien wel zijn bekendste boek: De Aanslag, dat bijna heel anders had geheten. De fragmenten uit het werk van Harry Mulisch worden voorgelezen door Isolde Hallensleben. Muziek door Bart de Vrees, met medewerking van Maarten Ornstein. Logo door Ylja Band. Deze podcast wordt mede mogelijk gemaakt door het Harry Mulisch Huis, het Literatuurmuseum, Uitgeverij de Bezige Bij, Athenaeum Boekhandels en de Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam.

De Mulisch-tapes
Aflevering 5: Tegenover zoveel werkelijkheid

De Mulisch-tapes

Play Episode Listen Later Nov 27, 2020 43:08


In de werkkamer van Harry Mulisch troffen Johan Kuiper, Stefanie Liebreks en Daan Doesborgh bandjes aan die door Mulisch zijn ingesproken. In aflevering 5 openen we eindelijk de schatkist: het audiodagboek van Harry Mulisch uit 1982. Een feestaflevering, waarin we vast de leukste anekdotes met jullie delen, praten over het dagboek met Kitty Saal en Marita Mathijsen, en uit lunchen gaan in de stijl van Harry Mulisch. Bekijk hier een fragment uit De Lijn: https://www.vpro.nl/speel~WO_NTR_12991289~de-lijn-5-oktober-1983-1-44-min-high-op-de-racefiets~.html De fragmenten uit het werk van Harry Mulisch worden voorgelezen door Isolde Hallensleben. Muziek door Bart de Vrees, met medewerking van Maarten Ornstein. Logo door Ylja Band. Deze podcast wordt mede mogelijk gemaakt door het Harry Mulisch Huis, het Literatuurmuseum, Uitgeverij de Bezige Bij, Athenaeum Boekhandels en de Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam.

De Mulisch-tapes
Aflevering 4: Die tocht op dat narrenschip

De Mulisch-tapes

Play Episode Listen Later Nov 20, 2020 54:09


In de werkkamer van Harry Mulisch troffen Johan Kuiper, Stefanie Liebreks en Daan Doesborgh bandjes aan die door Mulisch zijn ingesproken. In aflevering 4 gaan we met Mulisch en zijn vrienden van de Herenclub uit varen in Friesland. We halen herinneringen op met Herenclubleden Marcel van Dam en Jeroen Henneman, en laten de huidige generatie aan het woord bij monde van Niña Weijers, Alma Mathijsen en Maartje Wortel. De fragmenten uit het werk van Harry Mulisch worden voorgelezen door Isolde Hallensleben. Muziek door Bart de Vrees, met medewerking van Maarten Ornstein. Logo door Ylja Band. Deze podcast wordt mede mogelijk gemaakt door het Harry Mulisch Huis, het Literatuurmuseum, Uitgeverij de Bezige Bij, Athenaeum Boekhandels en de Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam.

De Mulisch-tapes
Aflevering 3: Waar God zit, met een lange baard

De Mulisch-tapes

Play Episode Listen Later Nov 13, 2020 49:48


In de werkkamer van Harry Mulisch troffen Johan Kuiper, Stefanie Liebreks en Daan Doesborgh bandjes aan die door Mulisch zijn ingesproken. In aflevering 2 luisteren we naar een opname die Mulisch maakte op de sterrenwacht in Westerbork, waar hij met astronomen Ger de Bruyn en Robert Braun praat over hoe je dat nou doet, de hemel ontdekken. We luisteren ernaar met Kitty Saal, Dap Hartmann, Vincent Icke en Daniël Samkalden. De fragmenten uit het werk van Harry Mulisch worden voorgelezen door Isolde Hallensleben. Muziek door Bart de Vrees, met medewerking van Maarten Ornstein. Soundscape door Tim Kahn. Logo door Ylja Band. Deze podcast wordt mede mogelijk gemaakt door het Harry Mulisch Huis, het Literatuurmuseum, Uitgeverij de Bezige Bij, Athenaeum Boekhandels en de Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam.

De Mulisch-tapes
Aflevering 2: Ik zeg dit terwijl ik onder de Eiffeltoren door loop

De Mulisch-tapes

Play Episode Listen Later Nov 6, 2020 40:39


In de werkkamer van Harry Mulisch troffen Johan Kuiper, Stefanie Liebreks en Daan Doesborgh bandjes aan die door Mulisch zijn ingesproken. In aflevering 2 luisteren we naar een van de microcassettes. Hierop doet Mulisch verslag van een reis die het midden houdt tussen research en familievakantie. Daar praten we over met Kitty Saal, Onno Blom, Suzanne Holtzer en Abdelkader Benali. De fragmenten uit het werk van Harry Mulisch worden voorgelezen door Isolde Hallensleben. Muziek door Bart de Vrees, met medewerking van Maarten Ornstein. Logo door Ylja Band. Deze podcast wordt mede mogelijk gemaakt door het Harry Mulisch Huis, het Literatuurmuseum, Uitgeverij de Bezige Bij, Athenaeum Boekhandels en de Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam.

Athenaeum Boekhandel
Athenaeum introduceert: De Mulisch-tapes

Athenaeum Boekhandel

Play Episode Listen Later Nov 4, 2020 50:09


In de werkkamer van Harry Mulisch troffen Johan Kuiper, Stefanie Liebreks en Daan Doesborgh bandjes aan die door Mulisch zijn ingesproken. In aflevering 1 verkennen ze de werkkamer, voordat ze aan de slag gaan met de tapes. Onderweg praten ze met Onno Blom, Kitty Saal, Aad Meinderts en Beau van Erven Dorens. Wil na deze eerste aflevering verder luisteren? Je vindt en volgt De Mulisch-tapes op Soundcloud, Apple Podcasts, Spotify of waar je maar naar je podcasts luistert De fragmenten uit het werk van Harry Mulisch worden voorgelezen door Isolde Hallensleben. Muziek door Bart de Vrees, met medewerking van Maarten Ornstein. Logo door Ylja Band. Deze podcast wordt mede mogelijk gemaakt door het Harry Mulisch Huis, het Literatuurmuseum, Uitgeverij de Bezige Bij, Athenaeum Boekhandels en de Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam.

De Mulisch-tapes
Aflevering 1: Niets leek ergens anders te kunnen liggen

De Mulisch-tapes

Play Episode Listen Later Oct 30, 2020 49:49


In de werkkamer van Harry Mulisch troffen Johan Kuiper, Stefanie Liebreks en Daan Doesborgh bandjes aan die door Mulisch zijn ingesproken. In aflevering 1 verkennen ze de werkkamer, voordat ze aan de slag gaan met de tapes. Onderweg praten ze met Onno Blom, Kitty Saal, Aad Meinderts en Beau van Erven Dorens. De fragmenten uit het werk van Harry Mulisch worden voorgelezen door Isolde Hallensleben. Muziek door Bart de Vrees, met medewerking van Maarten Ornstein. Logo door Ylja Band. Deze podcast wordt mede mogelijk gemaakt door het Harry Mulisch Huis, het Literatuurmuseum, Uitgeverij de Bezige Bij, Athenaeum Boekhandels en de Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam.

De Vooravond
#37 - De Vooravond Podcast - 20-10-20 (S01)

De Vooravond

Play Episode Listen Later Oct 20, 2020 50:41


Er klinkt in de Tweede Kamer forse kritiek op de nieuwe zedenwet van minister Grapperhaus. Advocaat Meike Lubbers legt uit waarom. De documentaire I Am Greta laat zien hoe Greta Thunberg uitgroeide tot hét icoon van het klimaatprotest. Sander Schimmelpenninck en Thomas Erdbrink zijn onder de indruk. Deze maand is het 10 jaar geleden dat Harry Mulisch overleed. Jip, Sem, Wouter, Timo, Sam en Daan, oftewel leesclub Nescio, hebben daarom speciaal voor ons De Aanslag gelezen. De laatste aflevering in onze reeks ouder-kindgesprekken, naar aanleiding van het 30-jarig jubileum van het legendarische nummer Papa van Stef Bos. Dit keer praten we met comedian Soundos en haar moeder Rhimou. Samya Hafsaoui sluit af met een eigen versie van Papa.

De literaire canon
DE CANON / 50. De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch - met Gaea Schoeters

De literaire canon

Play Episode Listen Later Jun 26, 2020 5:17


De Ontdekking van de hemel is een nieuwkomer in de canon. Mulisch zelf zou daar zelf zeer blij mee geweest zijn, hij beschouwde De Ontdekking Van de Hemel als zijn magnum opus. Auteur Gaea Schoeters vertelt waarom

Te lui om te lezen
Op zoek naar rock-'n-roll in het nieuwe Nederlandse Hard Rock Hotel

Te lui om te lezen

Play Episode Listen Later Jun 25, 2020 15:00


Ik beleefde een wilde nacht vol SS-spoken, indianen, lieve hasjdealers en gedachten aan Harry Mulisch.Beluister ook onze VICE Sports podcasts: https://play.acast.com/s/dewereldvanvicesportsVolg ons op Facebook: https://www.facebook.com/vicenederlandEn op Instagram: https://www.instagram.com/vicenl/ See acast.com/privacy for privacy and opt-out information.

Het Verblijf
Dag 77 - Lies Poignie leest Harry Mulisch

Het Verblijf

Play Episode Listen Later Jun 4, 2020 12:57


Lies Poignie is uitgever bij Academia Press, Gent. Harry Mulisch (1927-2010) geldt als een van de belangrijkste naoorlogse Nederlandse schrijvers. Het Verblijf is een initiatief van Marc van Oostendorp. Redactie: Johan Oosterman, Iris van Erve, Jaap de Jong, Lot Broos. Presentatie, format, productie, vogels en muziek: Michiel van de Weerthof. Het verblijf wordt mede mogelijk gemaakt door de Nederlandse Taalunie. https://hetverblijf.online

Geeky Dingen
51 Guillermo del Toro: de Harry Mulisch van de fantasy horror

Geeky Dingen

Play Episode Listen Later Mar 25, 2020 77:59


In deze aflevering van Geeky Dingen praten Linda Duits, Sidney Smeets en Thom Aalmoes over de films van Guillermo del Toro. Wat zijn de terugkerende thema's in zijn werk? En wat maakt zijn stijl zo bijzonder? Daarnaast komen tips en nieuwtjes op het gebied van popcultuur aan bod.

Onze Boekencast
AFL001 Twee vrouwen - Harry Mulisch

Onze Boekencast

Play Episode Listen Later Mar 9, 2020 20:54


In de eerste aflevering van Onze Boekencast bespreken Sophie en Remco het boek 'Twee vrouwen' van Harry Mulisch. Wat is hen het meest bijgebleven van het boek, heeft het verhaal nog veel overeenkomsten met de huidige tijd en hoe denken zij over het onverwachtse einde van deze roman?

Podcast Pompidou
Podcast Pompidou - woensdag 22 januari 2020

Podcast Pompidou

Play Episode Listen Later Jan 30, 2020 51:10


Lars Bernaerts en Siebe Bluijs duiken in de geschiedenis van het literaire hoorspel. Lieze Eneman brengt het werk van de 90-jarige kunstenares Jacqueline Mesmaeker naar CC Strombeek. Christophe Vekeman las 'De elementen' van Harry Mulisch.

Laadscherm Voorgelezen
138. Suda51 slaagde waar Harry Mulisch faalde

Laadscherm Voorgelezen

Play Episode Listen Later Jun 25, 2018 7:06


Games speelde ik vroeger puur voor de fun. En de kick van races winnen, of een gevecht. Misschien ook als tijdverdrijf. Maar gechoqueerd worden, aan het denken raken en daardoor anders naar de wereld kijken? Vast nooit. Tot ik het werk van een excentrieke cultgamemaker uit Japan leerde kennen. Wil je meer van ons horen? […]

Uitzending gemist OBA Live

- Theodor Holman in gesprek met Onno Blom. Hoe staat het met de literaire polemiek in Nederland? Nederland kent een lange traditie van literaire pennenstrijd. In de 19e eeuw: Conrad Busken Huet en Multatuli, later in de 20e eeuw gevolgd door schrijvers van het tijdschrift Forum, o.a. Menno ter Braak. Na de Tweede Wereldoorlog schreef gevreesde polemist W.F. Hermans Mandarijnen op zwavelzuur. En ook Harry Mulisch en Gerrit Komrij ‘konden er wat van’. Literair publicist Onno Blom neemt de mooiste polemische citaten mee en bespreekt hun actualiteit. Aangepaste programmering. De rechtstreekse OBA Live uitzending vervalt. Bewerking van 10 juli 2015

Het Marathoninterview
Meindert Fennema: uur 2

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Dec 27, 2011 56:37


Hij schreef in 2011 een boek: ‘Geert Wilders, Tovenaarsleerling’ over een politiek fenomeen dat nogal wat stof doet opwaaien. Fennema vind dat ieder vogeltje moet zingen zoals het gezind is en deed dat tweede kerstdag zelf drie uur lang op Radio1 met Anton de Goede. ------------------------------------- Politicoloog Hij is iemand die kiest voor de dwarsligger, iemand die zelf graag tegendraads is en iemand die een moeilijk gesprek niet uit de weg gaat. Hij kroop in de huid en de gedachtewereld van Geert Wilders en schreef een biografie over deze Tovenaarsleerling, zonder hem ooit ontmoet te hebben en hij mengt zich graag in het publieke debat. Meindert Fennema werd geboren in Leeuwarden in 1946. Daarna belandde het Friese gezin in Zeist waar hij verder opgroeide. Deze zoon van een keurmeester in het slachthuis studeerde sociologie in Utrecht en politicologie in Amsterdam. Hij was lid van de Communistische Partij maar ook van het Studentencorps. Misschien veelzeggend voor het laveren tussen verschillende milieus en opvattingen, waarin hij altijd sterk moet zijn geweest. Sinds 1975 is Fennema verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. In 1981 promoveerde hij met het proefschrift International Networks of Banks and Industry. Hij is inmiddels al heel wat jaren hoogleraar aan de afdeling politicologie en het Instituut voor Migratie en Etnische Studies en hij bekleedt de leerstoel politieke theorie van etnische verhoudingen. Fennema heeft vele wetenschappelijke publicaties op zijn naam staan op zijn vakgebied. Tevens mengt hij zich veel in het publieke debat met bijdragen op de opiniepagina's van dag- en weekbladen. Behalve het net genoemde Geert Wilders, Tovenaarsleerling, dat vorig jaar verscheen, schreef hij De Moderne Democratie. Geschiedenis van een Politieke Theorie’ in 2001. In 2007 verscheen de biografie van Dr. Hans Max Hirschfeld, dat hij samen met John Rhijnsburger schreef. Hirschfeld was een Nederlandse econoom die tijdens en na de oorlog een belangrijke rol heeft gespeeld onder meer bij de dekolonisatie van Indonesië. Was Fennema van oorsprong onderdeel van het linkse establishment, marxist en lid van de CPN, later toonde hij een grote fascinatie en begrip voor rechtse politieke denkers en politici. Hij verdedigde de democratische rechten van Pim Fortuyn en Hans Janmaat, voor hij zich inleefde in Wilders. Fennema gaat tot het uiterste om het recht te verdedigen van zijn politieke tegenstanders om zich te uiten. Meindert Fennema leeft met vrouw en dochter in Aerdenhout. Uit een eerder huwelijk heeft hij nog een dochter. SAMENVATTING EERSTE UUR Fennema is net terug uit de Dominicaanse republiek, waar hij vaak komt, en daar werkte hij aan zijn nieuwe roman, zoals hij zegt – maar je hebt toch nooit een roman geschreven, merkt de Goede op, dus dit wordt eventueel je eerste roman? Ja dat komt zo, hij kreeg kritiek op het literaire verzonnen gedeelte van zijn boek over Wilders. Het wordt du stijd om écht aan een roman te gaan werken. Over een jongen die liever in een abattoir zit dan op school. Het is het autobiografische verhaal van het Friese jongetje dat in Zeist opgroeit. Het jongetje dat spastisch was en werd gepest door de andere kinderen, en in dat slachthuis was het een beschermde wereld. Hij was de zoon van de keurmeester, en er werkten van allerlei mensen met een zwakke maatschappelijke positie, die aardig voor hem waren. Opgroeien te midden van slagers, darmenwassers – dat levert de vraag op: roept de Partij voor de dieren zijn sympathie op? Nou niet echt, want die actie tegen het ritueel slachten kan hem niet bekoren. Want goed ritueel slachten met een mes is volgens deze kenner niet pijnlijker dan een andere slachtdood. Ook kwam nog even langs dat zijn licht slepende trek als gevolg van het licht spastisch zijn op latere leeftijd aantrekkelijk bleek te zijn voor vrouwen – die houden immers van een klein gebrek. Hij wilde landbouwkundig ingenieur worden, maar bij nader inzien was hij meer geïnteresseerd in mensen dan in bomen, en hij ging sociologie studeren. En hij werd lid van het corps in 1965, Een jaar nadat er een kwestie had gespeeld met een corpslid dat tijdens de ontgroening in een roetkap gestikt was. Links wilde de ontgroening verbieden waarop Fennema een artikel schreef waarin hij stelde: nee, juist niet verbieden, want die rechtsen sterven vanzelf wel uit met deze methoden. Toen werd hij bedreigd door corpsleden die deze vorm van ironie niet konden waarderen. Roeien, paardrijden, bij de weerbaarheid, dat kon allemaal niet vanwege zijn spasticiteit, hij moest toch op een andere manier opvallen. In 1967 besloot hij met een groep, collectief het Corps-lidmaatschap op te geven. Hij vertrok naar Amsterdam, Utrecht werd te klein. We sprongen naar het boek ‘Wilders, Tovenaarsleerling’, dat vorig jaar verscheen. Het is een reconstructie van Wilders door de jaren heen, met tussendoor verzonnen gedachtes. Het boek werd door journalisten neergesabeld, onder andere door dat verzonnen gedeelte. Is het een studentikoze grap? Vraagt Anton de Goede, dat je van die gedachtes erin hebt gestopt? Nou het was meer: ik ben nu oud genoeg om te doen waar ik zin in heb, en daar had ik nou zin in. “Maar bagatelliseer je Wilders niet als werkelijk gevaar, als slecht mens?” Vroeg Anton, Meindert: “Dat is al een verkeerd uitgangspunt, om hem een slecht mens te noemen en dus jezelf blijkbaar goed te noemen.” SAMENVATTING TWEEDE UUR Het begon met een citaat dat Fennema gebruikt in zijn boek over Wilders. Een citaat van Harry Mulisch uit ‘Bericht aan de rattenkoning’ waarin hij zegt dat het politieke probleem van de wereld doodsimpel is, en dat wie beweert van niet, dat niet diens bewering onderzocht moet worden, maar zijn motief om dat te beweren. Dat is de kern van het communisme – zegt Fennema, terwijl we in die jaren allemaal Mulisch nog wel bewonderden. Zijn afkeer over communistische sympathieën betreft ook hemzelf – want Fennema werd lid van de CPN en hij noemt dit achteraf bekeken een onvergefelijke daad. Lid worden van een beweging van massamoordenaars. De CPN die toen de banden opzei met de Sovjet Unie want die was niet stalinistisch genoeg. Castro’s Cuba en Noord-Korea werden verheerlijkt. In die jaren 60 dacht de marxist Fennema in klassentegenstellingen en in opstand. Zo was er zijn strijd tegen de hoogleraar Daudt, waarover Fennema geen spijt voelt. Maar hij heeft wel spijt dat hij het leven zuur heeft gemaakt van de redelijke en onafhankelijk denkende hoogleraar Peter Bahr. Bahr is overleden, Fennema heeft nu bedacht om het geld dat hij met zijn Wilders boek verdient, een paar duizend euro per jaar, aan het Universitair Asielfonds te doneren. Het asielfonds waarvoor ook Bahr zich ingezet had. De schaamte die hij voelt is dat “wij van de CPN moreel eigenaar van het oorlogsleed waren– van de Februaristaking, van het antifascisme”. En zo iemand als Bahr die het echte oorlogsleed had ondergaan, heeft hij aangevallen. Omdat Bahr, die bij de oprichting van D66 betrokken was, de vleesgeworden redelijkheid was. Ik zag hem als iemand die de macht wilde behouden met redelijkheid. Wil je dan niks verdienen met dat boek? Was de vraag, ja dat wel, maar Fennema ziet het als een mooie afsluiting van zijn carrière – hij is inmiddels al met pensioen en nu nog waarnemend hoogleraar politicologie aan de UvA. Is er niets voor te zeggen om gewoon dóór te gaan met de klassenstrijd? Is de vraag aan de man die nu in het aangename Aerdenhout woont. Is dat niet ook gewoon het succes van Wilders? Nee,nee, zegt hij, dat gaat om veiligheid – de wereld is onveilig geworden.

Het Marathoninterview
Meindert Fennema: uur 1

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Dec 27, 2011 56:48


Hij schreef in 2011 een boek: ‘Geert Wilders, Tovenaarsleerling’ over een politiek fenomeen dat nogal wat stof doet opwaaien. Fennema vind dat ieder vogeltje moet zingen zoals het gezind is en deed dat tweede kerstdag zelf drie uur lang op Radio1 met Anton de Goede. ------------------------------------- Politicoloog Hij is iemand die kiest voor de dwarsligger, iemand die zelf graag tegendraads is en iemand die een moeilijk gesprek niet uit de weg gaat. Hij kroop in de huid en de gedachtewereld van Geert Wilders en schreef een biografie over deze Tovenaarsleerling, zonder hem ooit ontmoet te hebben en hij mengt zich graag in het publieke debat. Meindert Fennema werd geboren in Leeuwarden in 1946. Daarna belandde het Friese gezin in Zeist waar hij verder opgroeide. Deze zoon van een keurmeester in het slachthuis studeerde sociologie in Utrecht en politicologie in Amsterdam. Hij was lid van de Communistische Partij maar ook van het Studentencorps. Misschien veelzeggend voor het laveren tussen verschillende milieus en opvattingen, waarin hij altijd sterk moet zijn geweest. Sinds 1975 is Fennema verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. In 1981 promoveerde hij met het proefschrift International Networks of Banks and Industry. Hij is inmiddels al heel wat jaren hoogleraar aan de afdeling politicologie en het Instituut voor Migratie en Etnische Studies en hij bekleedt de leerstoel politieke theorie van etnische verhoudingen. Fennema heeft vele wetenschappelijke publicaties op zijn naam staan op zijn vakgebied. Tevens mengt hij zich veel in het publieke debat met bijdragen op de opiniepagina's van dag- en weekbladen. Behalve het net genoemde Geert Wilders, Tovenaarsleerling, dat vorig jaar verscheen, schreef hij De Moderne Democratie. Geschiedenis van een Politieke Theorie’ in 2001. In 2007 verscheen de biografie van Dr. Hans Max Hirschfeld, dat hij samen met John Rhijnsburger schreef. Hirschfeld was een Nederlandse econoom die tijdens en na de oorlog een belangrijke rol heeft gespeeld onder meer bij de dekolonisatie van Indonesië. Was Fennema van oorsprong onderdeel van het linkse establishment, marxist en lid van de CPN, later toonde hij een grote fascinatie en begrip voor rechtse politieke denkers en politici. Hij verdedigde de democratische rechten van Pim Fortuyn en Hans Janmaat, voor hij zich inleefde in Wilders. Fennema gaat tot het uiterste om het recht te verdedigen van zijn politieke tegenstanders om zich te uiten. Meindert Fennema leeft met vrouw en dochter in Aerdenhout. Uit een eerder huwelijk heeft hij nog een dochter. SAMENVATTING EERSTE UUR Fennema is net terug uit de Dominicaanse republiek, waar hij vaak komt, en daar werkte hij aan zijn nieuwe roman, zoals hij zegt – maar je hebt toch nooit een roman geschreven, merkt de Goede op, dus dit wordt eventueel je eerste roman? Ja dat komt zo, hij kreeg kritiek op het literaire verzonnen gedeelte van zijn boek over Wilders. Het wordt du stijd om écht aan een roman te gaan werken. Over een jongen die liever in een abattoir zit dan op school. Het is het autobiografische verhaal van het Friese jongetje dat in Zeist opgroeit. Het jongetje dat spastisch was en werd gepest door de andere kinderen, en in dat slachthuis was het een beschermde wereld. Hij was de zoon van de keurmeester, en er werkten van allerlei mensen met een zwakke maatschappelijke positie, die aardig voor hem waren. Opgroeien te midden van slagers, darmenwassers – dat levert de vraag op: roept de Partij voor de dieren zijn sympathie op? Nou niet echt, want die actie tegen het ritueel slachten kan hem niet bekoren. Want goed ritueel slachten met een mes is volgens deze kenner niet pijnlijker dan een andere slachtdood. Ook kwam nog even langs dat zijn licht slepende trek als gevolg van het licht spastisch zijn op latere leeftijd aantrekkelijk bleek te zijn voor vrouwen – die houden immers van een klein gebrek. Hij wilde landbouwkundig ingenieur worden, maar bij nader inzien was hij meer geïnteresseerd in mensen dan in bomen, en hij ging sociologie studeren. En hij werd lid van het corps in 1965, Een jaar nadat er een kwestie had gespeeld met een corpslid dat tijdens de ontgroening in een roetkap gestikt was. Links wilde de ontgroening verbieden waarop Fennema een artikel schreef waarin hij stelde: nee, juist niet verbieden, want die rechtsen sterven vanzelf wel uit met deze methoden. Toen werd hij bedreigd door corpsleden die deze vorm van ironie niet konden waarderen. Roeien, paardrijden, bij de weerbaarheid, dat kon allemaal niet vanwege zijn spasticiteit, hij moest toch op een andere manier opvallen. In 1967 besloot hij met een groep, collectief het Corps-lidmaatschap op te geven. Hij vertrok naar Amsterdam, Utrecht werd te klein. We sprongen naar het boek ‘Wilders, Tovenaarsleerling’, dat vorig jaar verscheen. Het is een reconstructie van Wilders door de jaren heen, met tussendoor verzonnen gedachtes. Het boek werd door journalisten neergesabeld, onder andere door dat verzonnen gedeelte. Is het een studentikoze grap? Vraagt Anton de Goede, dat je van die gedachtes erin hebt gestopt? Nou het was meer: ik ben nu oud genoeg om te doen waar ik zin in heb, en daar had ik nou zin in. “Maar bagatelliseer je Wilders niet als werkelijk gevaar, als slecht mens?” Vroeg Anton, Meindert: “Dat is al een verkeerd uitgangspunt, om hem een slecht mens te noemen en dus jezelf blijkbaar goed te noemen.” SAMENVATTING TWEEDE UUR Het begon met een citaat dat Fennema gebruikt in zijn boek over Wilders. Een citaat van Harry Mulisch uit ‘Bericht aan de rattenkoning’ waarin hij zegt dat het politieke probleem van de wereld doodsimpel is, en dat wie beweert van niet, dat niet diens bewering onderzocht moet worden, maar zijn motief om dat te beweren. Dat is de kern van het communisme – zegt Fennema, terwijl we in die jaren allemaal Mulisch nog wel bewonderden. Zijn afkeer over communistische sympathieën betreft ook hemzelf – want Fennema werd lid van de CPN en hij noemt dit achteraf bekeken een onvergefelijke daad. Lid worden van een beweging van massamoordenaars. De CPN die toen de banden opzei met de Sovjet Unie want die was niet stalinistisch genoeg. Castro’s Cuba en Noord-Korea werden verheerlijkt. In die jaren 60 dacht de marxist Fennema in klassentegenstellingen en in opstand. Zo was er zijn strijd tegen de hoogleraar Daudt, waarover Fennema geen spijt voelt. Maar hij heeft wel spijt dat hij het leven zuur heeft gemaakt van de redelijke en onafhankelijk denkende hoogleraar Peter Bahr. Bahr is overleden, Fennema heeft nu bedacht om het geld dat hij met zijn Wilders boek verdient, een paar duizend euro per jaar, aan het Universitair Asielfonds te doneren. Het asielfonds waarvoor ook Bahr zich ingezet had. De schaamte die hij voelt is dat “wij van de CPN moreel eigenaar van het oorlogsleed waren– van de Februaristaking, van het antifascisme”. En zo iemand als Bahr die het echte oorlogsleed had ondergaan, heeft hij aangevallen. Omdat Bahr, die bij de oprichting van D66 betrokken was, de vleesgeworden redelijkheid was. Ik zag hem als iemand die de macht wilde behouden met redelijkheid. Wil je dan niks verdienen met dat boek? Was de vraag, ja dat wel, maar Fennema ziet het als een mooie afsluiting van zijn carrière – hij is inmiddels al met pensioen en nu nog waarnemend hoogleraar politicologie aan de UvA. Is er niets voor te zeggen om gewoon dóór te gaan met de klassenstrijd? Is de vraag aan de man die nu in het aangename Aerdenhout woont. Is dat niet ook gewoon het succes van Wilders? Nee,nee, zegt hij, dat gaat om veiligheid – de wereld is onveilig geworden.

Het Marathoninterview
Meindert Fennema: uur 3

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Dec 27, 2011 57:00


Hij schreef in 2011 een boek: ‘Geert Wilders, Tovenaarsleerling’ over een politiek fenomeen dat nogal wat stof doet opwaaien. Fennema vind dat ieder vogeltje moet zingen zoals het gezind is en deed dat tweede kerstdag zelf drie uur lang op Radio1 met Anton de Goede. ------------------------------------- Politicoloog Hij is iemand die kiest voor de dwarsligger, iemand die zelf graag tegendraads is en iemand die een moeilijk gesprek niet uit de weg gaat. Hij kroop in de huid en de gedachtewereld van Geert Wilders en schreef een biografie over deze Tovenaarsleerling, zonder hem ooit ontmoet te hebben en hij mengt zich graag in het publieke debat. Meindert Fennema werd geboren in Leeuwarden in 1946. Daarna belandde het Friese gezin in Zeist waar hij verder opgroeide. Deze zoon van een keurmeester in het slachthuis studeerde sociologie in Utrecht en politicologie in Amsterdam. Hij was lid van de Communistische Partij maar ook van het Studentencorps. Misschien veelzeggend voor het laveren tussen verschillende milieus en opvattingen, waarin hij altijd sterk moet zijn geweest. Sinds 1975 is Fennema verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. In 1981 promoveerde hij met het proefschrift International Networks of Banks and Industry. Hij is inmiddels al heel wat jaren hoogleraar aan de afdeling politicologie en het Instituut voor Migratie en Etnische Studies en hij bekleedt de leerstoel politieke theorie van etnische verhoudingen. Fennema heeft vele wetenschappelijke publicaties op zijn naam staan op zijn vakgebied. Tevens mengt hij zich veel in het publieke debat met bijdragen op de opiniepagina's van dag- en weekbladen. Behalve het net genoemde Geert Wilders, Tovenaarsleerling, dat vorig jaar verscheen, schreef hij De Moderne Democratie. Geschiedenis van een Politieke Theorie’ in 2001. In 2007 verscheen de biografie van Dr. Hans Max Hirschfeld, dat hij samen met John Rhijnsburger schreef. Hirschfeld was een Nederlandse econoom die tijdens en na de oorlog een belangrijke rol heeft gespeeld onder meer bij de dekolonisatie van Indonesië. Was Fennema van oorsprong onderdeel van het linkse establishment, marxist en lid van de CPN, later toonde hij een grote fascinatie en begrip voor rechtse politieke denkers en politici. Hij verdedigde de democratische rechten van Pim Fortuyn en Hans Janmaat, voor hij zich inleefde in Wilders. Fennema gaat tot het uiterste om het recht te verdedigen van zijn politieke tegenstanders om zich te uiten. Meindert Fennema leeft met vrouw en dochter in Aerdenhout. Uit een eerder huwelijk heeft hij nog een dochter. SAMENVATTING EERSTE UUR Fennema is net terug uit de Dominicaanse republiek, waar hij vaak komt, en daar werkte hij aan zijn nieuwe roman, zoals hij zegt – maar je hebt toch nooit een roman geschreven, merkt de Goede op, dus dit wordt eventueel je eerste roman? Ja dat komt zo, hij kreeg kritiek op het literaire verzonnen gedeelte van zijn boek over Wilders. Het wordt du stijd om écht aan een roman te gaan werken. Over een jongen die liever in een abattoir zit dan op school. Het is het autobiografische verhaal van het Friese jongetje dat in Zeist opgroeit. Het jongetje dat spastisch was en werd gepest door de andere kinderen, en in dat slachthuis was het een beschermde wereld. Hij was de zoon van de keurmeester, en er werkten van allerlei mensen met een zwakke maatschappelijke positie, die aardig voor hem waren. Opgroeien te midden van slagers, darmenwassers – dat levert de vraag op: roept de Partij voor de dieren zijn sympathie op? Nou niet echt, want die actie tegen het ritueel slachten kan hem niet bekoren. Want goed ritueel slachten met een mes is volgens deze kenner niet pijnlijker dan een andere slachtdood. Ook kwam nog even langs dat zijn licht slepende trek als gevolg van het licht spastisch zijn op latere leeftijd aantrekkelijk bleek te zijn voor vrouwen – die houden immers van een klein gebrek. Hij wilde landbouwkundig ingenieur worden, maar bij nader inzien was hij meer geïnteresseerd in mensen dan in bomen, en hij ging sociologie studeren. En hij werd lid van het corps in 1965, Een jaar nadat er een kwestie had gespeeld met een corpslid dat tijdens de ontgroening in een roetkap gestikt was. Links wilde de ontgroening verbieden waarop Fennema een artikel schreef waarin hij stelde: nee, juist niet verbieden, want die rechtsen sterven vanzelf wel uit met deze methoden. Toen werd hij bedreigd door corpsleden die deze vorm van ironie niet konden waarderen. Roeien, paardrijden, bij de weerbaarheid, dat kon allemaal niet vanwege zijn spasticiteit, hij moest toch op een andere manier opvallen. In 1967 besloot hij met een groep, collectief het Corps-lidmaatschap op te geven. Hij vertrok naar Amsterdam, Utrecht werd te klein. We sprongen naar het boek ‘Wilders, Tovenaarsleerling’, dat vorig jaar verscheen. Het is een reconstructie van Wilders door de jaren heen, met tussendoor verzonnen gedachtes. Het boek werd door journalisten neergesabeld, onder andere door dat verzonnen gedeelte. Is het een studentikoze grap? Vraagt Anton de Goede, dat je van die gedachtes erin hebt gestopt? Nou het was meer: ik ben nu oud genoeg om te doen waar ik zin in heb, en daar had ik nou zin in. “Maar bagatelliseer je Wilders niet als werkelijk gevaar, als slecht mens?” Vroeg Anton, Meindert: “Dat is al een verkeerd uitgangspunt, om hem een slecht mens te noemen en dus jezelf blijkbaar goed te noemen.” SAMENVATTING TWEEDE UUR Het begon met een citaat dat Fennema gebruikt in zijn boek over Wilders. Een citaat van Harry Mulisch uit ‘Bericht aan de rattenkoning’ waarin hij zegt dat het politieke probleem van de wereld doodsimpel is, en dat wie beweert van niet, dat niet diens bewering onderzocht moet worden, maar zijn motief om dat te beweren. Dat is de kern van het communisme – zegt Fennema, terwijl we in die jaren allemaal Mulisch nog wel bewonderden. Zijn afkeer over communistische sympathieën betreft ook hemzelf – want Fennema werd lid van de CPN en hij noemt dit achteraf bekeken een onvergefelijke daad. Lid worden van een beweging van massamoordenaars. De CPN die toen de banden opzei met de Sovjet Unie want die was niet stalinistisch genoeg. Castro’s Cuba en Noord-Korea werden verheerlijkt. In die jaren 60 dacht de marxist Fennema in klassentegenstellingen en in opstand. Zo was er zijn strijd tegen de hoogleraar Daudt, waarover Fennema geen spijt voelt. Maar hij heeft wel spijt dat hij het leven zuur heeft gemaakt van de redelijke en onafhankelijk denkende hoogleraar Peter Bahr. Bahr is overleden, Fennema heeft nu bedacht om het geld dat hij met zijn Wilders boek verdient, een paar duizend euro per jaar, aan het Universitair Asielfonds te doneren. Het asielfonds waarvoor ook Bahr zich ingezet had. De schaamte die hij voelt is dat “wij van de CPN moreel eigenaar van het oorlogsleed waren– van de Februaristaking, van het antifascisme”. En zo iemand als Bahr die het echte oorlogsleed had ondergaan, heeft hij aangevallen. Omdat Bahr, die bij de oprichting van D66 betrokken was, de vleesgeworden redelijkheid was. Ik zag hem als iemand die de macht wilde behouden met redelijkheid. Wil je dan niks verdienen met dat boek? Was de vraag, ja dat wel, maar Fennema ziet het als een mooie afsluiting van zijn carrière – hij is inmiddels al met pensioen en nu nog waarnemend hoogleraar politicologie aan de UvA. Is er niets voor te zeggen om gewoon dóór te gaan met de klassenstrijd? Is de vraag aan de man die nu in het aangename Aerdenhout woont. Is dat niet ook gewoon het succes van Wilders? Nee,nee, zegt hij, dat gaat om veiligheid – de wereld is onveilig geworden.

Een kamer in het verleden
Maarten Doorman maakt de balans op

Een kamer in het verleden

Play Episode Listen Later Nov 5, 2010 25:49


“Leeft Harry Mulisch nog in jouw hoofd?” Dat is de eerste vraag die Jeroen van Kan aan Maarten Doorman stelt als hij achter de microfoon van de Hilversumse studio plaatsneemt. Terwijl zo’n beetje heel Nederland op de hoogte is van het overlijden van de schrijver, was het nieuws over Harry Mulisch’ dood niet tot Senneroog doorgedrongen… [...]

Boeken
Boeken TV: I.M. Harry Mulisch (1927-2010)

Boeken

Play Episode Listen Later Nov 2, 2010 40:29


In zijn woonplaats Amsterdam is zaterdag jl. Harry Mulisch overleden. De schrijver werd 83 jaar. De uitzending van Boeken op zondag 31 oktober is geheel gewijd aan het werk en leven van Harry Mulisch (1927-2010). Wim Brands praat met schrijver Adriaan van Dis, die met Mulisch bevriend was, en met Marita Mathijsen, emeritus hoogleraar Moderne Nederlandse [...]

Ronflonflon
Aflevering 181: 23 maart 1988

Ronflonflon

Play Episode Listen Later Nov 19, 2009


Tengevolge van een telfout door Broekema met het draaiboek van de 169ste aflevering loopt de telling van de draaiboeken één achter. Datum: 1263 oktober 1984 / 1058 april 1985 / 753 februari 1986 Gasten: - schrijver Harry Mulisch (telefoon), gast voor rubriek “wat aten zij” - Andrée van Es (telefoon), Tweede Kamerlid voor de [...]

Het Marathoninterview
Marita Mathijsen: uur 2

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Dec 25, 2007 1:00


Neerlandica en columniste Marita Mathijsen is een vrouwelijke hoogleraar in Nederland. Helaas maakt dat haar, tot haar grote spijt, behoorlijk bijzonder. Nederland scoort nog altijd laag als het gaat om de hoeveelheid vrouwelijk topacademici. Maar Mathijsen is dwars door het 'glazen plafond' gebroken. Als hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde deed ze vooral onderzoek naar haar geliefde 19e eeuw, ze promoveerde op de ongepubliceerde brieven van humorist Gerrit van de Linde en publiceerde in een opmerkelijke reeks interviews met prominente schrijvers uit de 19e eeuw, zoals Jacob van Lennep - waar ze binnenkort een biografie over wil schrijven -, François Haverschmidt en Willem Bilderdijk. Die gesprekken werden in 1991 gebundeld in De Geest van de Dichter, waarvoor ze de Multatuliprijs kreeg. Wat allemaal niet wil zeggen dat Mathijsen in het verleden leeft. Harry Mulisch heeft ook haar warme belangstelling, maar dat is dan ook een 19e-eeuws schrijver, aldus de neerlandica. Die liefde voor de 19e eeuw komt misschien uit het feit dat Mathijsen in Limburg werd geboren, waar het rijke roomse leven zo alomtegenwoordig was en sterk aan vervlogen tijden deed denken. Ger Jochems, wil er alles over weten. ------------------------------------------ Biografie Marita Mathijsen geb. 18 augustus 1944 te Belfeld De 19e-eeuwse litaratuur van de motteballen ontdaan "En plotseling was er het succes", schreef het dagblad de Gooi en Eemlander op donderdag 25 april 1991. Dat jaar kreeg Marita Mathijsen-Verkooijen de Multatuli-prijs voor haar boek De Geest van de Dichter. Zij ontmoet daarin 19e-eeuwse schrijvers als Geertruida Bosboom-Toussaint, die er op staat zelf thee voor haar te zetten, de gigant Willem Bilderdijk ("Ik bezwijk onder het geweld van mijn eigen geest"), bezoekt in Londen Gerrit van de Linde, alias De Schoolmeester. En zij wandelt met Peter de Genestet door de Haarlemmerhout. Tot dan toe had de huidige hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam wel gepubliceerd, maar niet eerder had zij daar zoveel lof voor gekregen. In 1998 krijgt zij voor haar werk de Prijs voor de Geesteswetenschappen van het Prins Bernard Cultuurfonds. Marita Theodora Catharina Verkooijen wordt geboren in Belfeld op 18 augustus 1944. Het Roomsch Katholieke Limburgse dorp, beschermd door de Heilige Urbanus, bevond zich nog grotendeels in de 19e eeuw. De ouderen gingen onveranderd in het zwart gekleed en de grote arbeidersgezinnen waren nog altijd arm. Ze groeit op in een gezin met acht broers en zusters, vader is psycholoog en richt de plaatselijke parochiebibliotheek op. Die had Marita snel uitgelezen, dus ging ze met haar broers op de fiets naar de gemeente bibliotheek van Tegelen. Na het St. Ursula Lyceum in Roermond volgt ze op een namiddag een opleiding voor bibliothecaresse (YUK), en slaagt voor MO-A Nederlands. In 1966 mag ze eindelijk naar Amsterdam, naar de vrijheid. Een vlucht noemt ze dat later. Ze studeert Nederlands aan wat toen nog de Gemeentelijke Universiteit heette, trouwt in 1970 met musicus Hub Mathijsen. Uit dit huwelijk wordt in 1984 dochter Alma geboren. Marita Mathijsen promoveert in 1987 op de uitgave van de brieven van Gerrit van de Linde, alias De Schoolmeester. Er volgen nog vele publicaties, waaronder De Gemaskerde Eeuw, een cultuur- en mentaliteitsgeschiedenis van de 19e eeuw. Haar beste boek vindt zij zelf. In 1994 overlijdt haar man Hub. Mathijsen wordt in 1999 benoemd tot hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde. Daarnaast doet zij heel veel meer, waaronder het schrijven van een column in NRC-Handelsblad. Marita Mathijsen heeft de literatuur van de 19e eeuw uit de mottenballen gehaald, opgepoetst en voor een groot publiek aantrekkelijk gemaakt. ----------------------------------------- Samenvattingen Schoonschrijfster van de wetenschap Eerste uur Bij haar naam komt meteen de term De Gemaskerde Eeuw op – de titel van wat zij zelf haar beste boek vindt en dat dé term voor de negentiende eeuw geworden is. De eeuw waarvan ons altijd geleerd is dat het de eeuw zonder spiritualiteit is, zonder dat er iets gebeurde. Dat beeld heeft Mathijsen ontmaskerd door de souplesse van de taal van de domineesdichters te ‘ontstoffen’. Je moet de juiste beelden leren kennen – als een vrouw paardrijdt dan masturbeert ze, zo brutaal durft ze wel te zijn als degene die de teksten interpreteert. Ze promoveerde op de brieven van de Schoolmeester, Gerrit van de Linde, de vrolijke Rotterdammer met zijn actieve seksleven, die zo de vrouw van zijn hoogleraar had bezwangerd waardoor hij naar Engeland vluchtte, waarvandaan hij zijn prachtige brieven aan zijn vriend Jacob van Lennep schreef – ze leest er één met veel plezier voor. Kwaad kan ze worden als mensen zeggen: “tja, ze schrijft wel goed, maar is het wetenschappelijk verantwoord?” Soms heeft ze bewust géén noten toegepast, maar dat wil niet zeggen dat het niet goed wetenschappelijk gefundeerd was. Wie mooi schrijft, is verdacht in wetenschappelijke kringen, is de voorlopige conclusie, waar wellicht nog op teruggekomen wordt. Dan haar jeugd in Belfeld in Limburg: het katholieke leven van als bruidje in processies meelopen, van het bewaarschoolkind dat bang is voor de verhalen over de duivel die daar verteld worden, het schoolkind dat alle nonnen als homoseksueel zag en het daarom ook niet vreemd vond toen haar zusje dat bleek te zijn. Een klein leven, bescheiden, al was het gezin Verkooijen, haar vader was psycholoog, relatief well to do en liberaal. De kleine maatschappij die zo goed mogelijk voor zichzelf zorgt maar niet de grote verbanden aangaat – dat was nog echt negentiende eeuws in die jaren vijftig. Op de middelbare school in Roermond bleef ze over, en dat was een gouden tijd want er was een bibliotheek en daar ging ze Jacob van Lennep en Geertruide Bosboom-Toussaint lezen – toen al! Al zat er misschien Bomans tussen als intermediair tussen de negentiende eeuw en de moderne taal. De verboden literatuur van bijvoorbeeld Hugo Claus las je stiekem onder tafel, want de nonnen zagen toch ook niet alles met die kappen op. In het grote gezin – Marita is de oudste van 5 meisjes, met 2 oudere broers daarboven – had ze vooral een coalitie met een vier jaar jonger zusje en haar broers. Daar lag de coalitie, en die had je nodig om de moderniteit te bevechten in het traditionele gezin, en om uit huishoudelijke klusjes uit te komen. Tweede uur Het tweede uur startte met de constatering van Mathijsen dat zij sensibel is. Ze kan met tranen in de ogen in de archieven zitten als ze leest over de dood van de kinderen van de Schoolmeester en ze schiet vol als ze de plaatsen bezoekt waar Van Lennep gelopen heeft. Natuurlijk moet je bij dat inleven niet het overzicht verliezen en de infrastructuur van de tijd erbij betrekken. Wetenschappelijk verantwoord, daar komt het begrip weer langs zoals dat in het eerste uur ook al kwam, maar ze wil toch ook graag ontroeren. Laten zien dat de geschiedenis van ons is. Dat het onze voorouders, onze genen zijn. Neem de tien zogenaamde gesprekken met negentiende eeuwse schrijvers, één van haar boeken – ze heeft het allemaal nagezocht, de woorden van de mensen zelf gezocht en toegepast. Maar zo’n boek mag dan niet op je wetenschappelijke lijst, dat komt in de categorie ‘populariserend’. Het onderscheid tussen zichzelf als intellectuele ziel en de boerenpummels om haar heen op het Limburgse platteland heeft ze van jongs af aan gevoeld, en als Jochems vraagt of ze dat onderscheid nog steeds zo scherp maakt, komt ze op haar heel lieve werkster, die eens met een barbiepop voor haar dochter aankwam, die minzaam werd geaccepteerd. Die bleek tegen de verwachting in toch nog een leuk stuk speelgoed op te leveren. Op zoek naar intellectuele geestverwanten kwam ze in Amsterdam terecht en daar ontmoette ze al snel haar toekomstige man Hub Mathijsen. Een rebel, die zowel in de lijn als tegen de lijn van zijn vader in, musicus werd, maar dan wel een bewust alternatieve. De jaren zestig waren daar goed voor: muziek componeren voor een fruitorgel, het oprichten van het eerste ironische salonorkest, het Resistentieorkest. Mozarts hemels gespeelde kamermuziek was dan voor de beslotenheid van thuis. Mensen in de muziek, daar kan ze tegenop kijken, mee dwepen. Bij Maria Callas heeft ze nog wel eens uren bij de kleedkamer gewacht om een handtekening te krijgen, vooral als ode aan de vrouw die ooit bij een optreden haar middelvinger opstak en wegliep toen ze uitgefloten werd. --------------------------------------------- Boeken Marita Mathijsen De volgende titels zijn tijdens het marathoninterview ter sprake gekomen. Sommigen van hen zijn niet vrij verkrijgbaar, maar worden wel door de bibliotheek uitgeleend. Nederlandse literatuur in de romantiek 1820-1880 (Nijmegen 2004, Uitgeverij Vantilt) De Gemaskerde Eeuw (Amsterdam 2002, Querido) De Geest van de Dichter. Tien zogenaamde gesprekken met negentiende-eeuwse schrijvers (Amsterdam 1990, Querido). Voor dit boek kreeg ze in 1991 de Multatuli-prijs. Waarde Van Lennep. Brieven van de Schoolmeester (Amsterdam 1977 Querido) Pamflet: Afwezigheid van het Verleden (Amsterdam 2007, Querido) Andere boeken van Marita Mathijsen zijn: Het Literaire Leven in de 19e Eeuw, (Amsterdam 1987, Querido) De Gedichten van De Schoolmeester (2001, Griffioen) Met Geert Mak: De Zomer van 1823, lopen met Van Lennep. Dagboek van zijn voetreis door Nederland (Zwolle 2000, Uitgeverij Waanders) Verliefd op het Verleden, ontboezemingen van een letterkundige (Amsterdam 2004, Bert Bakker) Het Voorbestemde Toeval. Gesprekken met Harry Mulisch (Amsterdam 2002, De Bezige Bij)

Het Marathoninterview
Marita Mathijsen: uur 3

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Dec 25, 2007 1:00


Neerlandica en columniste Marita Mathijsen is een vrouwelijke hoogleraar in Nederland. Helaas maakt dat haar, tot haar grote spijt, behoorlijk bijzonder. Nederland scoort nog altijd laag als het gaat om de hoeveelheid vrouwelijk topacademici. Maar Mathijsen is dwars door het 'glazen plafond' gebroken. Als hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde deed ze vooral onderzoek naar haar geliefde 19e eeuw, ze promoveerde op de ongepubliceerde brieven van humorist Gerrit van de Linde en publiceerde in een opmerkelijke reeks interviews met prominente schrijvers uit de 19e eeuw, zoals Jacob van Lennep - waar ze binnenkort een biografie over wil schrijven -, François Haverschmidt en Willem Bilderdijk. Die gesprekken werden in 1991 gebundeld in De Geest van de Dichter, waarvoor ze de Multatuliprijs kreeg. Wat allemaal niet wil zeggen dat Mathijsen in het verleden leeft. Harry Mulisch heeft ook haar warme belangstelling, maar dat is dan ook een 19e-eeuws schrijver, aldus de neerlandica. Die liefde voor de 19e eeuw komt misschien uit het feit dat Mathijsen in Limburg werd geboren, waar het rijke roomse leven zo alomtegenwoordig was en sterk aan vervlogen tijden deed denken. Ger Jochems, wil er alles over weten. ------------------------------------------ Biografie Marita Mathijsen geb. 18 augustus 1944 te Belfeld De 19e-eeuwse litaratuur van de motteballen ontdaan "En plotseling was er het succes", schreef het dagblad de Gooi en Eemlander op donderdag 25 april 1991. Dat jaar kreeg Marita Mathijsen-Verkooijen de Multatuli-prijs voor haar boek De Geest van de Dichter. Zij ontmoet daarin 19e-eeuwse schrijvers als Geertruida Bosboom-Toussaint, die er op staat zelf thee voor haar te zetten, de gigant Willem Bilderdijk ("Ik bezwijk onder het geweld van mijn eigen geest"), bezoekt in Londen Gerrit van de Linde, alias De Schoolmeester. En zij wandelt met Peter de Genestet door de Haarlemmerhout. Tot dan toe had de huidige hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam wel gepubliceerd, maar niet eerder had zij daar zoveel lof voor gekregen. In 1998 krijgt zij voor haar werk de Prijs voor de Geesteswetenschappen van het Prins Bernard Cultuurfonds. Marita Theodora Catharina Verkooijen wordt geboren in Belfeld op 18 augustus 1944. Het Roomsch Katholieke Limburgse dorp, beschermd door de Heilige Urbanus, bevond zich nog grotendeels in de 19e eeuw. De ouderen gingen onveranderd in het zwart gekleed en de grote arbeidersgezinnen waren nog altijd arm. Ze groeit op in een gezin met acht broers en zusters, vader is psycholoog en richt de plaatselijke parochiebibliotheek op. Die had Marita snel uitgelezen, dus ging ze met haar broers op de fiets naar de gemeente bibliotheek van Tegelen. Na het St. Ursula Lyceum in Roermond volgt ze op een namiddag een opleiding voor bibliothecaresse (YUK), en slaagt voor MO-A Nederlands. In 1966 mag ze eindelijk naar Amsterdam, naar de vrijheid. Een vlucht noemt ze dat later. Ze studeert Nederlands aan wat toen nog de Gemeentelijke Universiteit heette, trouwt in 1970 met musicus Hub Mathijsen. Uit dit huwelijk wordt in 1984 dochter Alma geboren. Marita Mathijsen promoveert in 1987 op de uitgave van de brieven van Gerrit van de Linde, alias De Schoolmeester. Er volgen nog vele publicaties, waaronder De Gemaskerde Eeuw, een cultuur- en mentaliteitsgeschiedenis van de 19e eeuw. Haar beste boek vindt zij zelf. In 1994 overlijdt haar man Hub. Mathijsen wordt in 1999 benoemd tot hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde. Daarnaast doet zij heel veel meer, waaronder het schrijven van een column in NRC-Handelsblad. Marita Mathijsen heeft de literatuur van de 19e eeuw uit de mottenballen gehaald, opgepoetst en voor een groot publiek aantrekkelijk gemaakt. ----------------------------------------- Samenvattingen Schoonschrijfster van de wetenschap Eerste uur Bij haar naam komt meteen de term De Gemaskerde Eeuw op – de titel van wat zij zelf haar beste boek vindt en dat dé term voor de negentiende eeuw geworden is. De eeuw waarvan ons altijd geleerd is dat het de eeuw zonder spiritualiteit is, zonder dat er iets gebeurde. Dat beeld heeft Mathijsen ontmaskerd door de souplesse van de taal van de domineesdichters te ‘ontstoffen’. Je moet de juiste beelden leren kennen – als een vrouw paardrijdt dan masturbeert ze, zo brutaal durft ze wel te zijn als degene die de teksten interpreteert. Ze promoveerde op de brieven van de Schoolmeester, Gerrit van de Linde, de vrolijke Rotterdammer met zijn actieve seksleven, die zo de vrouw van zijn hoogleraar had bezwangerd waardoor hij naar Engeland vluchtte, waarvandaan hij zijn prachtige brieven aan zijn vriend Jacob van Lennep schreef – ze leest er één met veel plezier voor. Kwaad kan ze worden als mensen zeggen: “tja, ze schrijft wel goed, maar is het wetenschappelijk verantwoord?” Soms heeft ze bewust géén noten toegepast, maar dat wil niet zeggen dat het niet goed wetenschappelijk gefundeerd was. Wie mooi schrijft, is verdacht in wetenschappelijke kringen, is de voorlopige conclusie, waar wellicht nog op teruggekomen wordt. Dan haar jeugd in Belfeld in Limburg: het katholieke leven van als bruidje in processies meelopen, van het bewaarschoolkind dat bang is voor de verhalen over de duivel die daar verteld worden, het schoolkind dat alle nonnen als homoseksueel zag en het daarom ook niet vreemd vond toen haar zusje dat bleek te zijn. Een klein leven, bescheiden, al was het gezin Verkooijen, haar vader was psycholoog, relatief well to do en liberaal. De kleine maatschappij die zo goed mogelijk voor zichzelf zorgt maar niet de grote verbanden aangaat – dat was nog echt negentiende eeuws in die jaren vijftig. Op de middelbare school in Roermond bleef ze over, en dat was een gouden tijd want er was een bibliotheek en daar ging ze Jacob van Lennep en Geertruide Bosboom-Toussaint lezen – toen al! Al zat er misschien Bomans tussen als intermediair tussen de negentiende eeuw en de moderne taal. De verboden literatuur van bijvoorbeeld Hugo Claus las je stiekem onder tafel, want de nonnen zagen toch ook niet alles met die kappen op. In het grote gezin – Marita is de oudste van 5 meisjes, met 2 oudere broers daarboven – had ze vooral een coalitie met een vier jaar jonger zusje en haar broers. Daar lag de coalitie, en die had je nodig om de moderniteit te bevechten in het traditionele gezin, en om uit huishoudelijke klusjes uit te komen. Tweede uur Het tweede uur startte met de constatering van Mathijsen dat zij sensibel is. Ze kan met tranen in de ogen in de archieven zitten als ze leest over de dood van de kinderen van de Schoolmeester en ze schiet vol als ze de plaatsen bezoekt waar Van Lennep gelopen heeft. Natuurlijk moet je bij dat inleven niet het overzicht verliezen en de infrastructuur van de tijd erbij betrekken. Wetenschappelijk verantwoord, daar komt het begrip weer langs zoals dat in het eerste uur ook al kwam, maar ze wil toch ook graag ontroeren. Laten zien dat de geschiedenis van ons is. Dat het onze voorouders, onze genen zijn. Neem de tien zogenaamde gesprekken met negentiende eeuwse schrijvers, één van haar boeken – ze heeft het allemaal nagezocht, de woorden van de mensen zelf gezocht en toegepast. Maar zo’n boek mag dan niet op je wetenschappelijke lijst, dat komt in de categorie ‘populariserend’. Het onderscheid tussen zichzelf als intellectuele ziel en de boerenpummels om haar heen op het Limburgse platteland heeft ze van jongs af aan gevoeld, en als Jochems vraagt of ze dat onderscheid nog steeds zo scherp maakt, komt ze op haar heel lieve werkster, die eens met een barbiepop voor haar dochter aankwam, die minzaam werd geaccepteerd. Die bleek tegen de verwachting in toch nog een leuk stuk speelgoed op te leveren. Op zoek naar intellectuele geestverwanten kwam ze in Amsterdam terecht en daar ontmoette ze al snel haar toekomstige man Hub Mathijsen. Een rebel, die zowel in de lijn als tegen de lijn van zijn vader in, musicus werd, maar dan wel een bewust alternatieve. De jaren zestig waren daar goed voor: muziek componeren voor een fruitorgel, het oprichten van het eerste ironische salonorkest, het Resistentieorkest. Mozarts hemels gespeelde kamermuziek was dan voor de beslotenheid van thuis. Mensen in de muziek, daar kan ze tegenop kijken, mee dwepen. Bij Maria Callas heeft ze nog wel eens uren bij de kleedkamer gewacht om een handtekening te krijgen, vooral als ode aan de vrouw die ooit bij een optreden haar middelvinger opstak en wegliep toen ze uitgefloten werd. --------------------------------------------- Boeken Marita Mathijsen De volgende titels zijn tijdens het marathoninterview ter sprake gekomen. Sommigen van hen zijn niet vrij verkrijgbaar, maar worden wel door de bibliotheek uitgeleend. Nederlandse literatuur in de romantiek 1820-1880 (Nijmegen 2004, Uitgeverij Vantilt) De Gemaskerde Eeuw (Amsterdam 2002, Querido) De Geest van de Dichter. Tien zogenaamde gesprekken met negentiende-eeuwse schrijvers (Amsterdam 1990, Querido). Voor dit boek kreeg ze in 1991 de Multatuli-prijs. Waarde Van Lennep. Brieven van de Schoolmeester (Amsterdam 1977 Querido) Pamflet: Afwezigheid van het Verleden (Amsterdam 2007, Querido) Andere boeken van Marita Mathijsen zijn: Het Literaire Leven in de 19e Eeuw, (Amsterdam 1987, Querido) De Gedichten van De Schoolmeester (2001, Griffioen) Met Geert Mak: De Zomer van 1823, lopen met Van Lennep. Dagboek van zijn voetreis door Nederland (Zwolle 2000, Uitgeverij Waanders) Verliefd op het Verleden, ontboezemingen van een letterkundige (Amsterdam 2004, Bert Bakker) Het Voorbestemde Toeval. Gesprekken met Harry Mulisch (Amsterdam 2002, De Bezige Bij)

Het Marathoninterview
Marita Mathijsen: uur 1

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Dec 25, 2007 1:00


Neerlandica en columniste Marita Mathijsen is een vrouwelijke hoogleraar in Nederland. Helaas maakt dat haar, tot haar grote spijt, behoorlijk bijzonder. Nederland scoort nog altijd laag als het gaat om de hoeveelheid vrouwelijk topacademici. Maar Mathijsen is dwars door het 'glazen plafond' gebroken. Als hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde deed ze vooral onderzoek naar haar geliefde 19e eeuw, ze promoveerde op de ongepubliceerde brieven van humorist Gerrit van de Linde en publiceerde in een opmerkelijke reeks interviews met prominente schrijvers uit de 19e eeuw, zoals Jacob van Lennep - waar ze binnenkort een biografie over wil schrijven -, François Haverschmidt en Willem Bilderdijk. Die gesprekken werden in 1991 gebundeld in De Geest van de Dichter, waarvoor ze de Multatuliprijs kreeg. Wat allemaal niet wil zeggen dat Mathijsen in het verleden leeft. Harry Mulisch heeft ook haar warme belangstelling, maar dat is dan ook een 19e-eeuws schrijver, aldus de neerlandica. Die liefde voor de 19e eeuw komt misschien uit het feit dat Mathijsen in Limburg werd geboren, waar het rijke roomse leven zo alomtegenwoordig was en sterk aan vervlogen tijden deed denken. Ger Jochems, wil er alles over weten. ------------------------------------------ Biografie Marita Mathijsen geb. 18 augustus 1944 te Belfeld De 19e-eeuwse litaratuur van de motteballen ontdaan "En plotseling was er het succes", schreef het dagblad de Gooi en Eemlander op donderdag 25 april 1991. Dat jaar kreeg Marita Mathijsen-Verkooijen de Multatuli-prijs voor haar boek De Geest van de Dichter. Zij ontmoet daarin 19e-eeuwse schrijvers als Geertruida Bosboom-Toussaint, die er op staat zelf thee voor haar te zetten, de gigant Willem Bilderdijk ("Ik bezwijk onder het geweld van mijn eigen geest"), bezoekt in Londen Gerrit van de Linde, alias De Schoolmeester. En zij wandelt met Peter de Genestet door de Haarlemmerhout. Tot dan toe had de huidige hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam wel gepubliceerd, maar niet eerder had zij daar zoveel lof voor gekregen. In 1998 krijgt zij voor haar werk de Prijs voor de Geesteswetenschappen van het Prins Bernard Cultuurfonds. Marita Theodora Catharina Verkooijen wordt geboren in Belfeld op 18 augustus 1944. Het Roomsch Katholieke Limburgse dorp, beschermd door de Heilige Urbanus, bevond zich nog grotendeels in de 19e eeuw. De ouderen gingen onveranderd in het zwart gekleed en de grote arbeidersgezinnen waren nog altijd arm. Ze groeit op in een gezin met acht broers en zusters, vader is psycholoog en richt de plaatselijke parochiebibliotheek op. Die had Marita snel uitgelezen, dus ging ze met haar broers op de fiets naar de gemeente bibliotheek van Tegelen. Na het St. Ursula Lyceum in Roermond volgt ze op een namiddag een opleiding voor bibliothecaresse (YUK), en slaagt voor MO-A Nederlands. In 1966 mag ze eindelijk naar Amsterdam, naar de vrijheid. Een vlucht noemt ze dat later. Ze studeert Nederlands aan wat toen nog de Gemeentelijke Universiteit heette, trouwt in 1970 met musicus Hub Mathijsen. Uit dit huwelijk wordt in 1984 dochter Alma geboren. Marita Mathijsen promoveert in 1987 op de uitgave van de brieven van Gerrit van de Linde, alias De Schoolmeester. Er volgen nog vele publicaties, waaronder De Gemaskerde Eeuw, een cultuur- en mentaliteitsgeschiedenis van de 19e eeuw. Haar beste boek vindt zij zelf. In 1994 overlijdt haar man Hub. Mathijsen wordt in 1999 benoemd tot hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde. Daarnaast doet zij heel veel meer, waaronder het schrijven van een column in NRC-Handelsblad. Marita Mathijsen heeft de literatuur van de 19e eeuw uit de mottenballen gehaald, opgepoetst en voor een groot publiek aantrekkelijk gemaakt. ----------------------------------------- Samenvattingen Schoonschrijfster van de wetenschap Eerste uur Bij haar naam komt meteen de term De Gemaskerde Eeuw op – de titel van wat zij zelf haar beste boek vindt en dat dé term voor de negentiende eeuw geworden is. De eeuw waarvan ons altijd geleerd is dat het de eeuw zonder spiritualiteit is, zonder dat er iets gebeurde. Dat beeld heeft Mathijsen ontmaskerd door de souplesse van de taal van de domineesdichters te ‘ontstoffen’. Je moet de juiste beelden leren kennen – als een vrouw paardrijdt dan masturbeert ze, zo brutaal durft ze wel te zijn als degene die de teksten interpreteert. Ze promoveerde op de brieven van de Schoolmeester, Gerrit van de Linde, de vrolijke Rotterdammer met zijn actieve seksleven, die zo de vrouw van zijn hoogleraar had bezwangerd waardoor hij naar Engeland vluchtte, waarvandaan hij zijn prachtige brieven aan zijn vriend Jacob van Lennep schreef – ze leest er één met veel plezier voor. Kwaad kan ze worden als mensen zeggen: “tja, ze schrijft wel goed, maar is het wetenschappelijk verantwoord?” Soms heeft ze bewust géén noten toegepast, maar dat wil niet zeggen dat het niet goed wetenschappelijk gefundeerd was. Wie mooi schrijft, is verdacht in wetenschappelijke kringen, is de voorlopige conclusie, waar wellicht nog op teruggekomen wordt. Dan haar jeugd in Belfeld in Limburg: het katholieke leven van als bruidje in processies meelopen, van het bewaarschoolkind dat bang is voor de verhalen over de duivel die daar verteld worden, het schoolkind dat alle nonnen als homoseksueel zag en het daarom ook niet vreemd vond toen haar zusje dat bleek te zijn. Een klein leven, bescheiden, al was het gezin Verkooijen, haar vader was psycholoog, relatief well to do en liberaal. De kleine maatschappij die zo goed mogelijk voor zichzelf zorgt maar niet de grote verbanden aangaat – dat was nog echt negentiende eeuws in die jaren vijftig. Op de middelbare school in Roermond bleef ze over, en dat was een gouden tijd want er was een bibliotheek en daar ging ze Jacob van Lennep en Geertruide Bosboom-Toussaint lezen – toen al! Al zat er misschien Bomans tussen als intermediair tussen de negentiende eeuw en de moderne taal. De verboden literatuur van bijvoorbeeld Hugo Claus las je stiekem onder tafel, want de nonnen zagen toch ook niet alles met die kappen op. In het grote gezin – Marita is de oudste van 5 meisjes, met 2 oudere broers daarboven – had ze vooral een coalitie met een vier jaar jonger zusje en haar broers. Daar lag de coalitie, en die had je nodig om de moderniteit te bevechten in het traditionele gezin, en om uit huishoudelijke klusjes uit te komen. Tweede uur Het tweede uur startte met de constatering van Mathijsen dat zij sensibel is. Ze kan met tranen in de ogen in de archieven zitten als ze leest over de dood van de kinderen van de Schoolmeester en ze schiet vol als ze de plaatsen bezoekt waar Van Lennep gelopen heeft. Natuurlijk moet je bij dat inleven niet het overzicht verliezen en de infrastructuur van de tijd erbij betrekken. Wetenschappelijk verantwoord, daar komt het begrip weer langs zoals dat in het eerste uur ook al kwam, maar ze wil toch ook graag ontroeren. Laten zien dat de geschiedenis van ons is. Dat het onze voorouders, onze genen zijn. Neem de tien zogenaamde gesprekken met negentiende eeuwse schrijvers, één van haar boeken – ze heeft het allemaal nagezocht, de woorden van de mensen zelf gezocht en toegepast. Maar zo’n boek mag dan niet op je wetenschappelijke lijst, dat komt in de categorie ‘populariserend’. Het onderscheid tussen zichzelf als intellectuele ziel en de boerenpummels om haar heen op het Limburgse platteland heeft ze van jongs af aan gevoeld, en als Jochems vraagt of ze dat onderscheid nog steeds zo scherp maakt, komt ze op haar heel lieve werkster, die eens met een barbiepop voor haar dochter aankwam, die minzaam werd geaccepteerd. Die bleek tegen de verwachting in toch nog een leuk stuk speelgoed op te leveren. Op zoek naar intellectuele geestverwanten kwam ze in Amsterdam terecht en daar ontmoette ze al snel haar toekomstige man Hub Mathijsen. Een rebel, die zowel in de lijn als tegen de lijn van zijn vader in, musicus werd, maar dan wel een bewust alternatieve. De jaren zestig waren daar goed voor: muziek componeren voor een fruitorgel, het oprichten van het eerste ironische salonorkest, het Resistentieorkest. Mozarts hemels gespeelde kamermuziek was dan voor de beslotenheid van thuis. Mensen in de muziek, daar kan ze tegenop kijken, mee dwepen. Bij Maria Callas heeft ze nog wel eens uren bij de kleedkamer gewacht om een handtekening te krijgen, vooral als ode aan de vrouw die ooit bij een optreden haar middelvinger opstak en wegliep toen ze uitgefloten werd. --------------------------------------------- Boeken Marita Mathijsen De volgende titels zijn tijdens het marathoninterview ter sprake gekomen. Sommigen van hen zijn niet vrij verkrijgbaar, maar worden wel door de bibliotheek uitgeleend. Nederlandse literatuur in de romantiek 1820-1880 (Nijmegen 2004, Uitgeverij Vantilt) De Gemaskerde Eeuw (Amsterdam 2002, Querido) De Geest van de Dichter. Tien zogenaamde gesprekken met negentiende-eeuwse schrijvers (Amsterdam 1990, Querido). Voor dit boek kreeg ze in 1991 de Multatuli-prijs. Waarde Van Lennep. Brieven van de Schoolmeester (Amsterdam 1977 Querido) Pamflet: Afwezigheid van het Verleden (Amsterdam 2007, Querido) Andere boeken van Marita Mathijsen zijn: Het Literaire Leven in de 19e Eeuw, (Amsterdam 1987, Querido) De Gedichten van De Schoolmeester (2001, Griffioen) Met Geert Mak: De Zomer van 1823, lopen met Van Lennep. Dagboek van zijn voetreis door Nederland (Zwolle 2000, Uitgeverij Waanders) Verliefd op het Verleden, ontboezemingen van een letterkundige (Amsterdam 2004, Bert Bakker) Het Voorbestemde Toeval. Gesprekken met Harry Mulisch (Amsterdam 2002, De Bezige Bij)

Het Marathoninterview
Marita Mathijsen - Marathoninterview

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Dec 24, 2007 166:51


Neerlandica en columniste Marita Mathijsen is een vrouwelijke hoogleraar in Nederland. Helaas maakt dat haar, tot haar grote spijt, behoorlijk bijzonder. Nederland scoort nog altijd laag als het gaat om de hoeveelheid vrouwelijk topacademici. Maar Mathijsen is dwars door het 'glazen plafond' gebroken. Als hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde deed ze vooral onderzoek naar haar geliefde 19e eeuw, ze promoveerde op de ongepubliceerde brieven van humorist Gerrit van de Linde en publiceerde in een opmerkelijke reeks interviews met prominente schrijvers uit de 19e eeuw, zoals Jacob van Lennep - waar ze binnenkort een biografie over wil schrijven -, François Haverschmidt en Willem Bilderdijk. Die gesprekken werden in 1991 gebundeld in De Geest van de Dichter, waarvoor ze de Multatuliprijs kreeg. Wat allemaal niet wil zeggen dat Mathijsen in het verleden leeft. Harry Mulisch heeft ook haar warme belangstelling, maar dat is dan ook een 19e-eeuws schrijver, aldus de neerlandica. Die liefde voor de 19e eeuw komt misschien uit het feit dat Mathijsen in Limburg werd geboren, waar het rijke roomse leven zo alomtegenwoordig was en sterk aan vervlogen tijden deed denken. Ger Jochems, wil er alles over weten.

Het Marathoninterview
Marcel van Dam: UUR 2

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Jul 1, 2005 53:10


Lang gesprek met de columnist en opiniemaker, die voorheen PvdA-politicus en voorzitter van de VARA was. Elles de Bruin nodigde de oud-minister uit voor dit gesprek op de VPRO-radio. In 1969 begon van Dam bij de VARA, hij werd ombudsman. Dat leidde tot grote populariteit, waardoor zijn positie binnen de PvdA sterk werd. Zijn bekendste rollen in de PvdA waren tijdens het Kabinet-Den Uyl als staatssecretaris Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (1973-1977) en als Minister van Volkshuisvesting in het kabinet Den Uyl/van Agt (1981/1982). Bij de VARA werkte Marcel mee aan Radio- en televisieprogramma’s als: "De Rooie Haan", "De Achterkant van het Gelijk", "Achter het Nieuws" en het "Lagerhuis". ----------------------------------- Biografie van Marcel van Dam Van Dam was de eerste ombudsman; presentator van "De achterkant van het gelijk"; VARA-voorzitter en directeur; presentator van "Het lagerhuis". Op 30 januari '38 werd Marcel Parcifal Arthur van Dam geboren in een Utrechts gezin van negen kinderen. Vader politierechercheur, moeder 'een heilige'. Ondanks de streng beleden katholieke leer is het gezin harmonieus. Wanneer twee van Marcel broers boven overlijden voelt hij zijn positie als een isolement, waaruit hij zich redt door zich breed te maken. In de arbeidersbuurt waar hij opgroeit leert hij zich als straatvechter staande te houden: "ik ben van nature agressief". Op school leidt zijn ongeduldige houding tot lage cijfers voor gedrag. Tijdens de Tweede Wereldoorlog valt het gezin uiteen. Vader weigert consequent joden te arresteren en gaat in het verzet. Het gezin moet de rest van de oorlog verspreid onderduiken. Van Dam gaat in 1957 in Utrecht rechten en later sociologie studeren. In 1965 doet hij zijn doctoraalexamen. In zijn scriptie onderzoekt hij het verkiezingsgedrag. Op basis van deze studie presenteert hij in 1967 voor de televisie het eerste onderzoek waarbij een voorspelling van einduitslag wordt gegeven. Op 18-jarige leeftijd is Van Dam lid van de Katholieke Volkspartij geworden. Later ontworstelt Van Dam zich van de katholieke kerk, waar hij zich niet langer thuis voelt. Van Dam is twee jaar reserve-officier. Marcel van Dam is gehuwd met Milou Derks, die hij van jongs af kent. Milou is een dochter van de toenmalige hoofdredacteur van De Tijd. Zij wordt goudsmid en docent aan een kunstopleiding. Het echtpaar heeft twee kinderen: Willemien (1967) en Mark (1969). PvdA - 1966 Marcel van Dam wordt in 1966 lid van de PvdA. Hij toont zich een politiek denker, die zich meer sterk maakt voor de grote visie dan voor de waan van de dag. Hij schrijft eind van dat jaar een artikel over de PvdA voor Vrij Nederland. Hij wordt opgenomen in de radicale vleugel van de PvdA, Nieuw Links en speelt een belangrijke rol in deze beweging. Van Dam verwijt 'de politiek' teveel op de korte termijn gericht te zijn. In het televisieprogramma "Inburgeren" (1967) wordt Van Dam als Nieuw Links-politicus voor de camera gehaald. "Mies en scène" (1968) is een rechtstreeks praatprogramma, waarin Mies Bouwman bekende en onbekende Nederlanders ontvangt. Marcel van Dam is een van die gasten. Marcel van Dam kandideert zich voor partijsecretaris in het bestuur van de PvdA. Hij wordt niet gekozen. Intussen is Van Dam wetenschappelijk medewerker bij de Wiarda Beckmanstichting. Hij werkt twee jaar voor de WBS. Dan maakt hij de overstap naar de VARA, waar hij in november '69 ombudsman wordt. VARA televisie | "Ombudsman" - 1969 In 1969 wordt Van Dam benaderd door Tom Pauka, radioman en communicatiestrateeg bij de VARA, met de vraag of hij ombudsman wil worden. Het consumentenprogramma "De ombudsman" is gebaseerd op een Zweeds initiatief. Van Dam eerste optreden is in "Geachte ombudsman". In 1970 gaat het programma "Ombudsman" heten. In de eerste aflevering interviewt Marcel van Dam twee vaders van in een tehuis verblijvende kinderen. De vaders wonen in verschillende gemeenten. Aanleiding is dat de ene gemeente de verblijfkosten wel voor zijn rekening neemt en de andere gemeente niet. Door het programma "Ombudsman" wordt Van Dam binnen de VARA een machtsfactor, omdat hij een bekende Nederlander met grote populariteit is geworden. Hij wordt vaak op straat aangesproken met "Ombudsman, u bent mijn laatste hoop!" of woorden van die strekking. Uiteindelijk wordt Van Dam een kroonprins van PvdA-partijleider Joop den Uyl. 1970 De meest slepende zaak voor Ombudsman Van Dam wordt de Exota-zaak. Deze kwestie over spontaan ontplofte limonadeflessen wordt op 19 december '70 in het gelijknamige radioprogramma wereldkundig gemaakt. In de actualiteitenrubriek "Achter het nieuws" (1971) reageert Van Dam op het verwijt van de fabrikant, chantage uit te oefenen. In hetzelfde "Achter het nieuws" (1980) krijgt de Exota-affaire later opnieuw aandacht als er (gedurende zeer korte tijd) beslag is gelegd op VARA-gebouwen en de woning van Marcel van Dam. Uiteindelijk bepaalt de rechter dat Van Dam een algemeen probleem (ontploffende flessen) niet als een Exota-probleem mag presenteren. In "NOVA" (1996) is er aandacht voor deze rechterlijke uitspraak, waarin ook bepaald wordt dat de VARA zeven miljoen gulden (schadevergoeding plus vanaf 1970 bijgetelde rente) moet betalen. Marcel van Dam blijft tot 1973 ombudsman. VARA radio Hoewel iedereen Van Dam van de TV kent, zet hij de eerste stappen van zijn omroeploopbaan bij de radio. In de herfst van 1968 vraagt Tom Pauka aan Van Dam of hij misschien de Amerikaanse presidentsverkiezingen wil verslaan. Twee maanden lang trekt Van Dam door de Verenigde Staten. Staatssecretaris Zijn rol als ombudsman versnelt Van Dams politieke loopbaan. Marcel van Dam combineert zijn politiek activiteit met televisiewerk. In het actualiteitenprogramma "Brandpunt" (1971) presenteert hij zich als lid van een links schaduwkabinet. 1973 Tijdens het kabinet-Den Uyl (1973-1977) wordt Van Dam staatssecretaris onder minister Gruyters van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. In een journaaluitzending (1974) start staatssecretaris Van Dam de bouw van honderden woningen nabij het Kurhaus in Scheveningen. In het actualiteitenprogramma "Hier en nu" (1977) wordt de staatssecretaris geïnterviewd over een omstreden verkoop van woningen. Tweede Kamer - 1977 Tijdens het eerste kabinet Van Agt (1977-1981) zit Van Dam als oppositielid in de Tweede Kamer. Hij maakt in deze tijd naam met zijn plan voor de 25-urige werkweek. Deze werktijdverkorting staat hij voor, omdat economische groei alleen volgens hem de werkloosheid niet zal oplossen. 'Loonsverhoging is diefstal van werk' is een andere omstreden stellingname van de 'Robin Hood' van de PvdA. In 1979 laat Van Dam zich van een andere kant zien door deel te nemen aan het programma "Sterrenslag". Hij komt sportief uit in een team van politici. "Wat voor weer zou het zijn in Den Haag" (1980) is een serie politieke praatprogramma's, gepresenteerd door Paul Witteman. Als Jan Tromp de woningwetgeving onder de loep neemt, is Marcel van Dam als specialist volkshuisvesting van de PvdA een van de geïnterviewden. Ministerschap - 1981 Hij keert na zijn Kamerlidmaatschap terug op het departement, als minister van Volkshuisvesting in het kabinet Den Uyl/Van Agt. Het kabinet Den Uyl/Van Agt is geen lang leven beschoren: het bestaat van september '81 tot en met mei '82. Van Dam neemt na zijn ministerschap zitting in de kamer. In deze periode is Van Dam geregeld in beeld als opvolger, een van de 'kroonprinsen' van partijleider Den Uyl. Radio (vervolg) Begin jaren tachtig wordt Van Dam medewerker van het programma "De stand van zaken". Hij doet in "De rooie haan" een personage: de ongegeneerd rechtse VVD-er De Bruijn. In deze onzachtzinnige scherts laat hij zijn talent voor imitaties blijken. "De achterkant van het gelijk" In "De achterkant van het gelijk" (1980) gaat presentator Marcel van Dam op Socratische wijze op zoek naar de grenzen van de ethiek. Volgens deze methode legt Van Dam een deelnemer een fictief en ingewikkeld probleem voor. Het probleem wordt meer en meer toegespitst op de situatie, die de deelnemer meer raakt. Aan de hand van dergelijke verzonnen situaties interviewt hij politiemensen, officieren van justitie en rechters over hun ethiek. Het idee is door de Amerikaanse Ford Foundation en Harvard University ontwikkeld. Een van de redactieleden is Van Dams vriend Hans van Mierlo, de D66-politicus. Voor dit programma wordt Van Dam al het eerste seizoen onderscheiden met de Nipkov-schijf (1981). "De achterkant van het gelijk" betekent Marcel van Dams terugkeer op de televisie. Incidentele optredens - 1981-1984 Het programma "mei 1981" is een live-programma in het kader van de 1 mei-viering. Marcel van Dam presenteert het samen met Sonja Barend. Vooruitkijkend op de komende kamerverkiezingen (van 26 mei) wordt een imaginair progressief kabinet geformeerd. Ook tijdens de verkiezingen van 1982 is Van Dam op televisie actief. De actualiteitenrubriek "Brandpunt" brengt een crisis in het kabinet in beeld. Te zien is hoe Marcel van Dam op het Binnenhof arriveert. Het programma "Tweede Kamerverkiezingen 1982" heeft in zijn verslaglegging een interview met Marcel van Dam opgenomen. In het programma "Kruisraketten nee" (1983) wordt verslag gedaan van de demonstratie tegen de plaatsingen van nieuwe kernwapens. PvdA politicus Marcel van Dam wordt geïnterviewd. "De alles is anders show" (1984) is een praatprogramma over media. Marcel van Dam wordt aan de tand gevoeld over zijn dubbelrol: hij is behalve politicus ook commentator bij de actualiteitenrubriek "Achter het nieuws". Aan de orde komt de vraag of er een belangenverstrengeling ontstaat als een politicus ook als politiek commentator optreedt. In "Het RSV-drama" (1984) wordt een historisch overzicht gegeven van het ontstaan van de zogeheten RSV-affaire en de parlementaire enquête van die naam. Van Dam is vice-voorzitter van deze enquêtecommissie. Na dertien jaar Den Haag keert Van Dam definitief terug bij de VARA. VARA-voorzitter - 1986 In 1986 stelt Van Dam zich kandidaat als voorzitter van de VARA. Zijn verkiezing verloopt niet probleemloos, omdat er weerstand is tegen de eis van Van Dam om een directe invloed op het programmabeleid te hebben. Van Dams eerste zorg is de sanering van de beroerde financiële situatie van de VARA. Als 'turn around manager' moet hij de VARA, vanouds een subsidiecultuur, rijp maken voor een bedrijfseconomische cultuur. Bovendien moet hij de traditie van sterk sociaaldemocratisch bestuur herstellen, na een periode van zwak bestuur. Een ontslaggolf in onvermijdelijk. Er volgen reorganisaties en de knip gaat op de beurs. Deze reorganisatie vindt plaats in een stormachtige periode voor het Hilversums omroepbestel. Van Dam ziet de oorzaak van de crisis in het wegvallen van de verzuiling. Hij zet zich in voor een derde net en de verzelfstandiging van de NPS. Eventueel wil hij van de VARA een private omroep maken, met Veronica als eventuele partner. Ondertussen moet de VARA weer kwaliteit voor een breed publiek gaan bieden. Daarvoor moet het af van het imago van ruzie en drammerigheid. Van Dam reist door het land om op VARA-symposia de nieuwe lijn te verdedigen. Hij slaagt erin zowel de programma's als het omroepblad weer in de lift te krijgen. In de periode wordt de VARA de meest bekeken omroep. Ook realiseert hij concrete samenwerkingsverbanden, zoals het samengaan van "Achter het nieuws" en "NOS-laat" in "NOVA". Naast zijn voorzitterschap neemt Van Dam ook de rol van programmadirecteur tijdelijk waar. In zijn hoedanigheid van NOS bestuurder wordt Van Dam ook NOB-commissaris. Per 1 januari 1988 neemt hij zitting in het dagelijks bestuur van de publieke omroep. Voorts heeft Van Dam zitting in het bestuur van NOZEMA (kabel) en in de raad van toezicht van de STER. In "Stop de persen" (1991), een programma over media, praat Van Dam over een op handen zijnde samenwerking tussen VOO en VARA. Ook bekritiseert hij het vastgelopen omroepbeleid van minister en partijgenote Hedy d'Ancona. Hij verwijt haar, met wanbeleid het omroepbestel kapot te maken. Ook in "Het Capitool" (1996), een programma waarin binnen- en buitenlands nieuws wordt geanalyseerd, spreekt ex-VARA-voorzitter Marcel van Dam over commerciële televisie. Ook pleit hij voor een parlementaire enquête naar het mediabeleid. De NOS-structuur noemt hij 'volstrekt onwerkbaar'. In november 1995 draagt Van Dam het VARA-voorzitterschap over aan zijn opvolgster, Vera Keur. Programma's tijdens Van Dams voorzitterschap Tijdens Van Dams voorzitterschap blijft hij een veelgevraagd televisiepersoonlijkheid. Ook presenteert hij het programma "Welbeschouwd" (1987), een maandelijks discussieprogramma over actuele zaken onder zijn voorzitterschap. "Andere tijden" (2001) is een serie wekelijkse programma's, waarin aan de hand van archiefmateriaal en interviews onderwerpen uit de recente geschiedenis worden behandeld. De aflevering, waarin Marcel van Dam als voormalig minister van Volkshuisvesting figureert, is gewijd aan de moeizame opvolging van Joop den Uyl door Wim Kok tussen 1982 en 1986. Aan de orde komen onder meer de weigering van Den Uyl om terug te treden, de mogelijke opvolging door Van der Louw, de val van Den Uyl, de mislukte opvolging door Van Kemenade en de keuze voor Kok als partijleider in 1986. "Slot Rottenberg" (2002) is een veertiendelige serie praatprogramma's, gepresenteerd door Felix Rottenberg. In deze aflevering is Marcel van Dam, columnist en debater in "Het Lagerhuis", te gast. Onderwerp is macht en invloed. "De achterkant van het gelijk" In het seizoen 1990-1991' komt "De achterkant van het gelijk" terug op de beeldbuis. Het betekent Van Dams terugkeer als televisiemaker. Ook in 1995 krijgt het programma "De achterkant van het gelijk" opnieuw een plaats in de programmering. Marcel van Dam presenteert deze series programma's, waarin hij door middel van discussie met deskundigen probeert de grenzen van de ethiek te vinden. In de redactie van het programma zitten Hans van Mierlo, Vera Keur, Carla Valentin en Marcel van Dam. "Het lagerhuis" "Het lagerhuis" is een wekelijks debating-programma onder leiding van Paul Witteman. In de redactie van "Het lagerhuis" zitten Hans van Mierlo, Vera Keur, Carla Valentin en Marcel van Dam. Van Dam verzorgt de inleiding van de onderwerpen. In de aflevering van "Het Lagerhuis" van 15 februari 1997 gaat Van Dam ook in debat met Pim Fortuyn. Onderwerp is de islamisering van de Nederlandse cultuur. In tegenstelling tot Van Dam vindt Fortuyn dat de islam een bedreiging vormt voor die Nederlandse cultuur. Van Dam twijfelt openlijk aan de kwaliteiten van Fortuyn. "Het Lagerhuis" is uitgebreid met een versie voor de jeugd: "Het jongerenlagerhuis". VUT - 1995 In 1995 geeft Marcel van Dam de voorzittershamer over aan Vera Keur, de mediadirecteur van de VARA. Hij verhuist naar Putten. Daar ruilt hij drank en sigaren in voor het werk aan zijn tuin. Wel blijft hij programma's maken. Typering Van Dam is zelfgenoegzaam, onbreekbaar. Voorts is hij intelligent en een scherp debater. Hij is weinig geduldig en koppig van aard. Uitspraak van Harry Mulisch over zijn vriend Marcel van Dam: "Ik ken weinig mensen wiens imago zo verschilt van wat ze werkelijk zijn." Prijzen en onderscheidingen * De Foresterprijs: de zachtmoedigste man van Nederland (1972). Het prijzengeld gaat naar de Stichting VARA Ombudsman. * De zilveren Nipkovschijf voor "De achterkant van het gelijk" (1981). * De Zilveren Reissmicrofoon voor het programma "De stand van Zaken" (1984). * Ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw. * Commandeur in de orde van Oranje Nassau. Publicaties * Kijk op de Kiezer (1967). * De ombudsman (1971). * De vele gezichten van de waarheid (bundel Volkskrant-columns). * De opmars der dingen, idem. # (Versie, oktober 2004)

Het Marathoninterview
Marcel van Dam: UUR 3

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Jul 1, 2005 54:45


Lang gesprek met de columnist en opiniemaker, die voorheen PvdA-politicus en voorzitter van de VARA was. Elles de Bruin nodigde de oud-minister uit voor dit gesprek op de VPRO-radio. In 1969 begon van Dam bij de VARA, hij werd ombudsman. Dat leidde tot grote populariteit, waardoor zijn positie binnen de PvdA sterk werd. Zijn bekendste rollen in de PvdA waren tijdens het Kabinet-Den Uyl als staatssecretaris Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (1973-1977) en als Minister van Volkshuisvesting in het kabinet Den Uyl/van Agt (1981/1982). Bij de VARA werkte Marcel mee aan Radio- en televisieprogramma’s als: "De Rooie Haan", "De Achterkant van het Gelijk", "Achter het Nieuws" en het "Lagerhuis". ----------------------------------- Biografie van Marcel van Dam Van Dam was de eerste ombudsman; presentator van "De achterkant van het gelijk"; VARA-voorzitter en directeur; presentator van "Het lagerhuis". Op 30 januari '38 werd Marcel Parcifal Arthur van Dam geboren in een Utrechts gezin van negen kinderen. Vader politierechercheur, moeder 'een heilige'. Ondanks de streng beleden katholieke leer is het gezin harmonieus. Wanneer twee van Marcel broers boven overlijden voelt hij zijn positie als een isolement, waaruit hij zich redt door zich breed te maken. In de arbeidersbuurt waar hij opgroeit leert hij zich als straatvechter staande te houden: "ik ben van nature agressief". Op school leidt zijn ongeduldige houding tot lage cijfers voor gedrag. Tijdens de Tweede Wereldoorlog valt het gezin uiteen. Vader weigert consequent joden te arresteren en gaat in het verzet. Het gezin moet de rest van de oorlog verspreid onderduiken. Van Dam gaat in 1957 in Utrecht rechten en later sociologie studeren. In 1965 doet hij zijn doctoraalexamen. In zijn scriptie onderzoekt hij het verkiezingsgedrag. Op basis van deze studie presenteert hij in 1967 voor de televisie het eerste onderzoek waarbij een voorspelling van einduitslag wordt gegeven. Op 18-jarige leeftijd is Van Dam lid van de Katholieke Volkspartij geworden. Later ontworstelt Van Dam zich van de katholieke kerk, waar hij zich niet langer thuis voelt. Van Dam is twee jaar reserve-officier. Marcel van Dam is gehuwd met Milou Derks, die hij van jongs af kent. Milou is een dochter van de toenmalige hoofdredacteur van De Tijd. Zij wordt goudsmid en docent aan een kunstopleiding. Het echtpaar heeft twee kinderen: Willemien (1967) en Mark (1969). PvdA - 1966 Marcel van Dam wordt in 1966 lid van de PvdA. Hij toont zich een politiek denker, die zich meer sterk maakt voor de grote visie dan voor de waan van de dag. Hij schrijft eind van dat jaar een artikel over de PvdA voor Vrij Nederland. Hij wordt opgenomen in de radicale vleugel van de PvdA, Nieuw Links en speelt een belangrijke rol in deze beweging. Van Dam verwijt 'de politiek' teveel op de korte termijn gericht te zijn. In het televisieprogramma "Inburgeren" (1967) wordt Van Dam als Nieuw Links-politicus voor de camera gehaald. "Mies en scène" (1968) is een rechtstreeks praatprogramma, waarin Mies Bouwman bekende en onbekende Nederlanders ontvangt. Marcel van Dam is een van die gasten. Marcel van Dam kandideert zich voor partijsecretaris in het bestuur van de PvdA. Hij wordt niet gekozen. Intussen is Van Dam wetenschappelijk medewerker bij de Wiarda Beckmanstichting. Hij werkt twee jaar voor de WBS. Dan maakt hij de overstap naar de VARA, waar hij in november '69 ombudsman wordt. VARA televisie | "Ombudsman" - 1969 In 1969 wordt Van Dam benaderd door Tom Pauka, radioman en communicatiestrateeg bij de VARA, met de vraag of hij ombudsman wil worden. Het consumentenprogramma "De ombudsman" is gebaseerd op een Zweeds initiatief. Van Dam eerste optreden is in "Geachte ombudsman". In 1970 gaat het programma "Ombudsman" heten. In de eerste aflevering interviewt Marcel van Dam twee vaders van in een tehuis verblijvende kinderen. De vaders wonen in verschillende gemeenten. Aanleiding is dat de ene gemeente de verblijfkosten wel voor zijn rekening neemt en de andere gemeente niet. Door het programma "Ombudsman" wordt Van Dam binnen de VARA een machtsfactor, omdat hij een bekende Nederlander met grote populariteit is geworden. Hij wordt vaak op straat aangesproken met "Ombudsman, u bent mijn laatste hoop!" of woorden van die strekking. Uiteindelijk wordt Van Dam een kroonprins van PvdA-partijleider Joop den Uyl. 1970 De meest slepende zaak voor Ombudsman Van Dam wordt de Exota-zaak. Deze kwestie over spontaan ontplofte limonadeflessen wordt op 19 december '70 in het gelijknamige radioprogramma wereldkundig gemaakt. In de actualiteitenrubriek "Achter het nieuws" (1971) reageert Van Dam op het verwijt van de fabrikant, chantage uit te oefenen. In hetzelfde "Achter het nieuws" (1980) krijgt de Exota-affaire later opnieuw aandacht als er (gedurende zeer korte tijd) beslag is gelegd op VARA-gebouwen en de woning van Marcel van Dam. Uiteindelijk bepaalt de rechter dat Van Dam een algemeen probleem (ontploffende flessen) niet als een Exota-probleem mag presenteren. In "NOVA" (1996) is er aandacht voor deze rechterlijke uitspraak, waarin ook bepaald wordt dat de VARA zeven miljoen gulden (schadevergoeding plus vanaf 1970 bijgetelde rente) moet betalen. Marcel van Dam blijft tot 1973 ombudsman. VARA radio Hoewel iedereen Van Dam van de TV kent, zet hij de eerste stappen van zijn omroeploopbaan bij de radio. In de herfst van 1968 vraagt Tom Pauka aan Van Dam of hij misschien de Amerikaanse presidentsverkiezingen wil verslaan. Twee maanden lang trekt Van Dam door de Verenigde Staten. Staatssecretaris Zijn rol als ombudsman versnelt Van Dams politieke loopbaan. Marcel van Dam combineert zijn politiek activiteit met televisiewerk. In het actualiteitenprogramma "Brandpunt" (1971) presenteert hij zich als lid van een links schaduwkabinet. 1973 Tijdens het kabinet-Den Uyl (1973-1977) wordt Van Dam staatssecretaris onder minister Gruyters van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. In een journaaluitzending (1974) start staatssecretaris Van Dam de bouw van honderden woningen nabij het Kurhaus in Scheveningen. In het actualiteitenprogramma "Hier en nu" (1977) wordt de staatssecretaris geïnterviewd over een omstreden verkoop van woningen. Tweede Kamer - 1977 Tijdens het eerste kabinet Van Agt (1977-1981) zit Van Dam als oppositielid in de Tweede Kamer. Hij maakt in deze tijd naam met zijn plan voor de 25-urige werkweek. Deze werktijdverkorting staat hij voor, omdat economische groei alleen volgens hem de werkloosheid niet zal oplossen. 'Loonsverhoging is diefstal van werk' is een andere omstreden stellingname van de 'Robin Hood' van de PvdA. In 1979 laat Van Dam zich van een andere kant zien door deel te nemen aan het programma "Sterrenslag". Hij komt sportief uit in een team van politici. "Wat voor weer zou het zijn in Den Haag" (1980) is een serie politieke praatprogramma's, gepresenteerd door Paul Witteman. Als Jan Tromp de woningwetgeving onder de loep neemt, is Marcel van Dam als specialist volkshuisvesting van de PvdA een van de geïnterviewden. Ministerschap - 1981 Hij keert na zijn Kamerlidmaatschap terug op het departement, als minister van Volkshuisvesting in het kabinet Den Uyl/Van Agt. Het kabinet Den Uyl/Van Agt is geen lang leven beschoren: het bestaat van september '81 tot en met mei '82. Van Dam neemt na zijn ministerschap zitting in de kamer. In deze periode is Van Dam geregeld in beeld als opvolger, een van de 'kroonprinsen' van partijleider Den Uyl. Radio (vervolg) Begin jaren tachtig wordt Van Dam medewerker van het programma "De stand van zaken". Hij doet in "De rooie haan" een personage: de ongegeneerd rechtse VVD-er De Bruijn. In deze onzachtzinnige scherts laat hij zijn talent voor imitaties blijken. "De achterkant van het gelijk" In "De achterkant van het gelijk" (1980) gaat presentator Marcel van Dam op Socratische wijze op zoek naar de grenzen van de ethiek. Volgens deze methode legt Van Dam een deelnemer een fictief en ingewikkeld probleem voor. Het probleem wordt meer en meer toegespitst op de situatie, die de deelnemer meer raakt. Aan de hand van dergelijke verzonnen situaties interviewt hij politiemensen, officieren van justitie en rechters over hun ethiek. Het idee is door de Amerikaanse Ford Foundation en Harvard University ontwikkeld. Een van de redactieleden is Van Dams vriend Hans van Mierlo, de D66-politicus. Voor dit programma wordt Van Dam al het eerste seizoen onderscheiden met de Nipkov-schijf (1981). "De achterkant van het gelijk" betekent Marcel van Dams terugkeer op de televisie. Incidentele optredens - 1981-1984 Het programma "mei 1981" is een live-programma in het kader van de 1 mei-viering. Marcel van Dam presenteert het samen met Sonja Barend. Vooruitkijkend op de komende kamerverkiezingen (van 26 mei) wordt een imaginair progressief kabinet geformeerd. Ook tijdens de verkiezingen van 1982 is Van Dam op televisie actief. De actualiteitenrubriek "Brandpunt" brengt een crisis in het kabinet in beeld. Te zien is hoe Marcel van Dam op het Binnenhof arriveert. Het programma "Tweede Kamerverkiezingen 1982" heeft in zijn verslaglegging een interview met Marcel van Dam opgenomen. In het programma "Kruisraketten nee" (1983) wordt verslag gedaan van de demonstratie tegen de plaatsingen van nieuwe kernwapens. PvdA politicus Marcel van Dam wordt geïnterviewd. "De alles is anders show" (1984) is een praatprogramma over media. Marcel van Dam wordt aan de tand gevoeld over zijn dubbelrol: hij is behalve politicus ook commentator bij de actualiteitenrubriek "Achter het nieuws". Aan de orde komt de vraag of er een belangenverstrengeling ontstaat als een politicus ook als politiek commentator optreedt. In "Het RSV-drama" (1984) wordt een historisch overzicht gegeven van het ontstaan van de zogeheten RSV-affaire en de parlementaire enquête van die naam. Van Dam is vice-voorzitter van deze enquêtecommissie. Na dertien jaar Den Haag keert Van Dam definitief terug bij de VARA. VARA-voorzitter - 1986 In 1986 stelt Van Dam zich kandidaat als voorzitter van de VARA. Zijn verkiezing verloopt niet probleemloos, omdat er weerstand is tegen de eis van Van Dam om een directe invloed op het programmabeleid te hebben. Van Dams eerste zorg is de sanering van de beroerde financiële situatie van de VARA. Als 'turn around manager' moet hij de VARA, vanouds een subsidiecultuur, rijp maken voor een bedrijfseconomische cultuur. Bovendien moet hij de traditie van sterk sociaaldemocratisch bestuur herstellen, na een periode van zwak bestuur. Een ontslaggolf in onvermijdelijk. Er volgen reorganisaties en de knip gaat op de beurs. Deze reorganisatie vindt plaats in een stormachtige periode voor het Hilversums omroepbestel. Van Dam ziet de oorzaak van de crisis in het wegvallen van de verzuiling. Hij zet zich in voor een derde net en de verzelfstandiging van de NPS. Eventueel wil hij van de VARA een private omroep maken, met Veronica als eventuele partner. Ondertussen moet de VARA weer kwaliteit voor een breed publiek gaan bieden. Daarvoor moet het af van het imago van ruzie en drammerigheid. Van Dam reist door het land om op VARA-symposia de nieuwe lijn te verdedigen. Hij slaagt erin zowel de programma's als het omroepblad weer in de lift te krijgen. In de periode wordt de VARA de meest bekeken omroep. Ook realiseert hij concrete samenwerkingsverbanden, zoals het samengaan van "Achter het nieuws" en "NOS-laat" in "NOVA". Naast zijn voorzitterschap neemt Van Dam ook de rol van programmadirecteur tijdelijk waar. In zijn hoedanigheid van NOS bestuurder wordt Van Dam ook NOB-commissaris. Per 1 januari 1988 neemt hij zitting in het dagelijks bestuur van de publieke omroep. Voorts heeft Van Dam zitting in het bestuur van NOZEMA (kabel) en in de raad van toezicht van de STER. In "Stop de persen" (1991), een programma over media, praat Van Dam over een op handen zijnde samenwerking tussen VOO en VARA. Ook bekritiseert hij het vastgelopen omroepbeleid van minister en partijgenote Hedy d'Ancona. Hij verwijt haar, met wanbeleid het omroepbestel kapot te maken. Ook in "Het Capitool" (1996), een programma waarin binnen- en buitenlands nieuws wordt geanalyseerd, spreekt ex-VARA-voorzitter Marcel van Dam over commerciële televisie. Ook pleit hij voor een parlementaire enquête naar het mediabeleid. De NOS-structuur noemt hij 'volstrekt onwerkbaar'. In november 1995 draagt Van Dam het VARA-voorzitterschap over aan zijn opvolgster, Vera Keur. Programma's tijdens Van Dams voorzitterschap Tijdens Van Dams voorzitterschap blijft hij een veelgevraagd televisiepersoonlijkheid. Ook presenteert hij het programma "Welbeschouwd" (1987), een maandelijks discussieprogramma over actuele zaken onder zijn voorzitterschap. "Andere tijden" (2001) is een serie wekelijkse programma's, waarin aan de hand van archiefmateriaal en interviews onderwerpen uit de recente geschiedenis worden behandeld. De aflevering, waarin Marcel van Dam als voormalig minister van Volkshuisvesting figureert, is gewijd aan de moeizame opvolging van Joop den Uyl door Wim Kok tussen 1982 en 1986. Aan de orde komen onder meer de weigering van Den Uyl om terug te treden, de mogelijke opvolging door Van der Louw, de val van Den Uyl, de mislukte opvolging door Van Kemenade en de keuze voor Kok als partijleider in 1986. "Slot Rottenberg" (2002) is een veertiendelige serie praatprogramma's, gepresenteerd door Felix Rottenberg. In deze aflevering is Marcel van Dam, columnist en debater in "Het Lagerhuis", te gast. Onderwerp is macht en invloed. "De achterkant van het gelijk" In het seizoen 1990-1991' komt "De achterkant van het gelijk" terug op de beeldbuis. Het betekent Van Dams terugkeer als televisiemaker. Ook in 1995 krijgt het programma "De achterkant van het gelijk" opnieuw een plaats in de programmering. Marcel van Dam presenteert deze series programma's, waarin hij door middel van discussie met deskundigen probeert de grenzen van de ethiek te vinden. In de redactie van het programma zitten Hans van Mierlo, Vera Keur, Carla Valentin en Marcel van Dam. "Het lagerhuis" "Het lagerhuis" is een wekelijks debating-programma onder leiding van Paul Witteman. In de redactie van "Het lagerhuis" zitten Hans van Mierlo, Vera Keur, Carla Valentin en Marcel van Dam. Van Dam verzorgt de inleiding van de onderwerpen. In de aflevering van "Het Lagerhuis" van 15 februari 1997 gaat Van Dam ook in debat met Pim Fortuyn. Onderwerp is de islamisering van de Nederlandse cultuur. In tegenstelling tot Van Dam vindt Fortuyn dat de islam een bedreiging vormt voor die Nederlandse cultuur. Van Dam twijfelt openlijk aan de kwaliteiten van Fortuyn. "Het Lagerhuis" is uitgebreid met een versie voor de jeugd: "Het jongerenlagerhuis". VUT - 1995 In 1995 geeft Marcel van Dam de voorzittershamer over aan Vera Keur, de mediadirecteur van de VARA. Hij verhuist naar Putten. Daar ruilt hij drank en sigaren in voor het werk aan zijn tuin. Wel blijft hij programma's maken. Typering Van Dam is zelfgenoegzaam, onbreekbaar. Voorts is hij intelligent en een scherp debater. Hij is weinig geduldig en koppig van aard. Uitspraak van Harry Mulisch over zijn vriend Marcel van Dam: "Ik ken weinig mensen wiens imago zo verschilt van wat ze werkelijk zijn." Prijzen en onderscheidingen * De Foresterprijs: de zachtmoedigste man van Nederland (1972). Het prijzengeld gaat naar de Stichting VARA Ombudsman. * De zilveren Nipkovschijf voor "De achterkant van het gelijk" (1981). * De Zilveren Reissmicrofoon voor het programma "De stand van Zaken" (1984). * Ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw. * Commandeur in de orde van Oranje Nassau. Publicaties * Kijk op de Kiezer (1967). * De ombudsman (1971). * De vele gezichten van de waarheid (bundel Volkskrant-columns). * De opmars der dingen, idem. # (Versie, oktober 2004)

Het Marathoninterview
Marcel van Dam: UUR 1

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Jul 1, 2005 53:06


Lang gesprek met de columnist en opiniemaker, die voorheen PvdA-politicus en voorzitter van de VARA was. Elles de Bruin nodigde de oud-minister uit voor dit gesprek op de VPRO-radio. In 1969 begon van Dam bij de VARA, hij werd ombudsman. Dat leidde tot grote populariteit, waardoor zijn positie binnen de PvdA sterk werd. Zijn bekendste rollen in de PvdA waren tijdens het Kabinet-Den Uyl als staatssecretaris Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (1973-1977) en als Minister van Volkshuisvesting in het kabinet Den Uyl/van Agt (1981/1982). Bij de VARA werkte Marcel mee aan Radio- en televisieprogramma’s als: "De Rooie Haan", "De Achterkant van het Gelijk", "Achter het Nieuws" en het "Lagerhuis". ----------------------------------- Biografie van Marcel van Dam Van Dam was de eerste ombudsman; presentator van "De achterkant van het gelijk"; VARA-voorzitter en directeur; presentator van "Het lagerhuis". Op 30 januari '38 werd Marcel Parcifal Arthur van Dam geboren in een Utrechts gezin van negen kinderen. Vader politierechercheur, moeder 'een heilige'. Ondanks de streng beleden katholieke leer is het gezin harmonieus. Wanneer twee van Marcel broers boven overlijden voelt hij zijn positie als een isolement, waaruit hij zich redt door zich breed te maken. In de arbeidersbuurt waar hij opgroeit leert hij zich als straatvechter staande te houden: "ik ben van nature agressief". Op school leidt zijn ongeduldige houding tot lage cijfers voor gedrag. Tijdens de Tweede Wereldoorlog valt het gezin uiteen. Vader weigert consequent joden te arresteren en gaat in het verzet. Het gezin moet de rest van de oorlog verspreid onderduiken. Van Dam gaat in 1957 in Utrecht rechten en later sociologie studeren. In 1965 doet hij zijn doctoraalexamen. In zijn scriptie onderzoekt hij het verkiezingsgedrag. Op basis van deze studie presenteert hij in 1967 voor de televisie het eerste onderzoek waarbij een voorspelling van einduitslag wordt gegeven. Op 18-jarige leeftijd is Van Dam lid van de Katholieke Volkspartij geworden. Later ontworstelt Van Dam zich van de katholieke kerk, waar hij zich niet langer thuis voelt. Van Dam is twee jaar reserve-officier. Marcel van Dam is gehuwd met Milou Derks, die hij van jongs af kent. Milou is een dochter van de toenmalige hoofdredacteur van De Tijd. Zij wordt goudsmid en docent aan een kunstopleiding. Het echtpaar heeft twee kinderen: Willemien (1967) en Mark (1969). PvdA - 1966 Marcel van Dam wordt in 1966 lid van de PvdA. Hij toont zich een politiek denker, die zich meer sterk maakt voor de grote visie dan voor de waan van de dag. Hij schrijft eind van dat jaar een artikel over de PvdA voor Vrij Nederland. Hij wordt opgenomen in de radicale vleugel van de PvdA, Nieuw Links en speelt een belangrijke rol in deze beweging. Van Dam verwijt 'de politiek' teveel op de korte termijn gericht te zijn. In het televisieprogramma "Inburgeren" (1967) wordt Van Dam als Nieuw Links-politicus voor de camera gehaald. "Mies en scène" (1968) is een rechtstreeks praatprogramma, waarin Mies Bouwman bekende en onbekende Nederlanders ontvangt. Marcel van Dam is een van die gasten. Marcel van Dam kandideert zich voor partijsecretaris in het bestuur van de PvdA. Hij wordt niet gekozen. Intussen is Van Dam wetenschappelijk medewerker bij de Wiarda Beckmanstichting. Hij werkt twee jaar voor de WBS. Dan maakt hij de overstap naar de VARA, waar hij in november '69 ombudsman wordt. VARA televisie | "Ombudsman" - 1969 In 1969 wordt Van Dam benaderd door Tom Pauka, radioman en communicatiestrateeg bij de VARA, met de vraag of hij ombudsman wil worden. Het consumentenprogramma "De ombudsman" is gebaseerd op een Zweeds initiatief. Van Dam eerste optreden is in "Geachte ombudsman". In 1970 gaat het programma "Ombudsman" heten. In de eerste aflevering interviewt Marcel van Dam twee vaders van in een tehuis verblijvende kinderen. De vaders wonen in verschillende gemeenten. Aanleiding is dat de ene gemeente de verblijfkosten wel voor zijn rekening neemt en de andere gemeente niet. Door het programma "Ombudsman" wordt Van Dam binnen de VARA een machtsfactor, omdat hij een bekende Nederlander met grote populariteit is geworden. Hij wordt vaak op straat aangesproken met "Ombudsman, u bent mijn laatste hoop!" of woorden van die strekking. Uiteindelijk wordt Van Dam een kroonprins van PvdA-partijleider Joop den Uyl. 1970 De meest slepende zaak voor Ombudsman Van Dam wordt de Exota-zaak. Deze kwestie over spontaan ontplofte limonadeflessen wordt op 19 december '70 in het gelijknamige radioprogramma wereldkundig gemaakt. In de actualiteitenrubriek "Achter het nieuws" (1971) reageert Van Dam op het verwijt van de fabrikant, chantage uit te oefenen. In hetzelfde "Achter het nieuws" (1980) krijgt de Exota-affaire later opnieuw aandacht als er (gedurende zeer korte tijd) beslag is gelegd op VARA-gebouwen en de woning van Marcel van Dam. Uiteindelijk bepaalt de rechter dat Van Dam een algemeen probleem (ontploffende flessen) niet als een Exota-probleem mag presenteren. In "NOVA" (1996) is er aandacht voor deze rechterlijke uitspraak, waarin ook bepaald wordt dat de VARA zeven miljoen gulden (schadevergoeding plus vanaf 1970 bijgetelde rente) moet betalen. Marcel van Dam blijft tot 1973 ombudsman. VARA radio Hoewel iedereen Van Dam van de TV kent, zet hij de eerste stappen van zijn omroeploopbaan bij de radio. In de herfst van 1968 vraagt Tom Pauka aan Van Dam of hij misschien de Amerikaanse presidentsverkiezingen wil verslaan. Twee maanden lang trekt Van Dam door de Verenigde Staten. Staatssecretaris Zijn rol als ombudsman versnelt Van Dams politieke loopbaan. Marcel van Dam combineert zijn politiek activiteit met televisiewerk. In het actualiteitenprogramma "Brandpunt" (1971) presenteert hij zich als lid van een links schaduwkabinet. 1973 Tijdens het kabinet-Den Uyl (1973-1977) wordt Van Dam staatssecretaris onder minister Gruyters van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. In een journaaluitzending (1974) start staatssecretaris Van Dam de bouw van honderden woningen nabij het Kurhaus in Scheveningen. In het actualiteitenprogramma "Hier en nu" (1977) wordt de staatssecretaris geïnterviewd over een omstreden verkoop van woningen. Tweede Kamer - 1977 Tijdens het eerste kabinet Van Agt (1977-1981) zit Van Dam als oppositielid in de Tweede Kamer. Hij maakt in deze tijd naam met zijn plan voor de 25-urige werkweek. Deze werktijdverkorting staat hij voor, omdat economische groei alleen volgens hem de werkloosheid niet zal oplossen. 'Loonsverhoging is diefstal van werk' is een andere omstreden stellingname van de 'Robin Hood' van de PvdA. In 1979 laat Van Dam zich van een andere kant zien door deel te nemen aan het programma "Sterrenslag". Hij komt sportief uit in een team van politici. "Wat voor weer zou het zijn in Den Haag" (1980) is een serie politieke praatprogramma's, gepresenteerd door Paul Witteman. Als Jan Tromp de woningwetgeving onder de loep neemt, is Marcel van Dam als specialist volkshuisvesting van de PvdA een van de geïnterviewden. Ministerschap - 1981 Hij keert na zijn Kamerlidmaatschap terug op het departement, als minister van Volkshuisvesting in het kabinet Den Uyl/Van Agt. Het kabinet Den Uyl/Van Agt is geen lang leven beschoren: het bestaat van september '81 tot en met mei '82. Van Dam neemt na zijn ministerschap zitting in de kamer. In deze periode is Van Dam geregeld in beeld als opvolger, een van de 'kroonprinsen' van partijleider Den Uyl. Radio (vervolg) Begin jaren tachtig wordt Van Dam medewerker van het programma "De stand van zaken". Hij doet in "De rooie haan" een personage: de ongegeneerd rechtse VVD-er De Bruijn. In deze onzachtzinnige scherts laat hij zijn talent voor imitaties blijken. "De achterkant van het gelijk" In "De achterkant van het gelijk" (1980) gaat presentator Marcel van Dam op Socratische wijze op zoek naar de grenzen van de ethiek. Volgens deze methode legt Van Dam een deelnemer een fictief en ingewikkeld probleem voor. Het probleem wordt meer en meer toegespitst op de situatie, die de deelnemer meer raakt. Aan de hand van dergelijke verzonnen situaties interviewt hij politiemensen, officieren van justitie en rechters over hun ethiek. Het idee is door de Amerikaanse Ford Foundation en Harvard University ontwikkeld. Een van de redactieleden is Van Dams vriend Hans van Mierlo, de D66-politicus. Voor dit programma wordt Van Dam al het eerste seizoen onderscheiden met de Nipkov-schijf (1981). "De achterkant van het gelijk" betekent Marcel van Dams terugkeer op de televisie. Incidentele optredens - 1981-1984 Het programma "mei 1981" is een live-programma in het kader van de 1 mei-viering. Marcel van Dam presenteert het samen met Sonja Barend. Vooruitkijkend op de komende kamerverkiezingen (van 26 mei) wordt een imaginair progressief kabinet geformeerd. Ook tijdens de verkiezingen van 1982 is Van Dam op televisie actief. De actualiteitenrubriek "Brandpunt" brengt een crisis in het kabinet in beeld. Te zien is hoe Marcel van Dam op het Binnenhof arriveert. Het programma "Tweede Kamerverkiezingen 1982" heeft in zijn verslaglegging een interview met Marcel van Dam opgenomen. In het programma "Kruisraketten nee" (1983) wordt verslag gedaan van de demonstratie tegen de plaatsingen van nieuwe kernwapens. PvdA politicus Marcel van Dam wordt geïnterviewd. "De alles is anders show" (1984) is een praatprogramma over media. Marcel van Dam wordt aan de tand gevoeld over zijn dubbelrol: hij is behalve politicus ook commentator bij de actualiteitenrubriek "Achter het nieuws". Aan de orde komt de vraag of er een belangenverstrengeling ontstaat als een politicus ook als politiek commentator optreedt. In "Het RSV-drama" (1984) wordt een historisch overzicht gegeven van het ontstaan van de zogeheten RSV-affaire en de parlementaire enquête van die naam. Van Dam is vice-voorzitter van deze enquêtecommissie. Na dertien jaar Den Haag keert Van Dam definitief terug bij de VARA. VARA-voorzitter - 1986 In 1986 stelt Van Dam zich kandidaat als voorzitter van de VARA. Zijn verkiezing verloopt niet probleemloos, omdat er weerstand is tegen de eis van Van Dam om een directe invloed op het programmabeleid te hebben. Van Dams eerste zorg is de sanering van de beroerde financiële situatie van de VARA. Als 'turn around manager' moet hij de VARA, vanouds een subsidiecultuur, rijp maken voor een bedrijfseconomische cultuur. Bovendien moet hij de traditie van sterk sociaaldemocratisch bestuur herstellen, na een periode van zwak bestuur. Een ontslaggolf in onvermijdelijk. Er volgen reorganisaties en de knip gaat op de beurs. Deze reorganisatie vindt plaats in een stormachtige periode voor het Hilversums omroepbestel. Van Dam ziet de oorzaak van de crisis in het wegvallen van de verzuiling. Hij zet zich in voor een derde net en de verzelfstandiging van de NPS. Eventueel wil hij van de VARA een private omroep maken, met Veronica als eventuele partner. Ondertussen moet de VARA weer kwaliteit voor een breed publiek gaan bieden. Daarvoor moet het af van het imago van ruzie en drammerigheid. Van Dam reist door het land om op VARA-symposia de nieuwe lijn te verdedigen. Hij slaagt erin zowel de programma's als het omroepblad weer in de lift te krijgen. In de periode wordt de VARA de meest bekeken omroep. Ook realiseert hij concrete samenwerkingsverbanden, zoals het samengaan van "Achter het nieuws" en "NOS-laat" in "NOVA". Naast zijn voorzitterschap neemt Van Dam ook de rol van programmadirecteur tijdelijk waar. In zijn hoedanigheid van NOS bestuurder wordt Van Dam ook NOB-commissaris. Per 1 januari 1988 neemt hij zitting in het dagelijks bestuur van de publieke omroep. Voorts heeft Van Dam zitting in het bestuur van NOZEMA (kabel) en in de raad van toezicht van de STER. In "Stop de persen" (1991), een programma over media, praat Van Dam over een op handen zijnde samenwerking tussen VOO en VARA. Ook bekritiseert hij het vastgelopen omroepbeleid van minister en partijgenote Hedy d'Ancona. Hij verwijt haar, met wanbeleid het omroepbestel kapot te maken. Ook in "Het Capitool" (1996), een programma waarin binnen- en buitenlands nieuws wordt geanalyseerd, spreekt ex-VARA-voorzitter Marcel van Dam over commerciële televisie. Ook pleit hij voor een parlementaire enquête naar het mediabeleid. De NOS-structuur noemt hij 'volstrekt onwerkbaar'. In november 1995 draagt Van Dam het VARA-voorzitterschap over aan zijn opvolgster, Vera Keur. Programma's tijdens Van Dams voorzitterschap Tijdens Van Dams voorzitterschap blijft hij een veelgevraagd televisiepersoonlijkheid. Ook presenteert hij het programma "Welbeschouwd" (1987), een maandelijks discussieprogramma over actuele zaken onder zijn voorzitterschap. "Andere tijden" (2001) is een serie wekelijkse programma's, waarin aan de hand van archiefmateriaal en interviews onderwerpen uit de recente geschiedenis worden behandeld. De aflevering, waarin Marcel van Dam als voormalig minister van Volkshuisvesting figureert, is gewijd aan de moeizame opvolging van Joop den Uyl door Wim Kok tussen 1982 en 1986. Aan de orde komen onder meer de weigering van Den Uyl om terug te treden, de mogelijke opvolging door Van der Louw, de val van Den Uyl, de mislukte opvolging door Van Kemenade en de keuze voor Kok als partijleider in 1986. "Slot Rottenberg" (2002) is een veertiendelige serie praatprogramma's, gepresenteerd door Felix Rottenberg. In deze aflevering is Marcel van Dam, columnist en debater in "Het Lagerhuis", te gast. Onderwerp is macht en invloed. "De achterkant van het gelijk" In het seizoen 1990-1991' komt "De achterkant van het gelijk" terug op de beeldbuis. Het betekent Van Dams terugkeer als televisiemaker. Ook in 1995 krijgt het programma "De achterkant van het gelijk" opnieuw een plaats in de programmering. Marcel van Dam presenteert deze series programma's, waarin hij door middel van discussie met deskundigen probeert de grenzen van de ethiek te vinden. In de redactie van het programma zitten Hans van Mierlo, Vera Keur, Carla Valentin en Marcel van Dam. "Het lagerhuis" "Het lagerhuis" is een wekelijks debating-programma onder leiding van Paul Witteman. In de redactie van "Het lagerhuis" zitten Hans van Mierlo, Vera Keur, Carla Valentin en Marcel van Dam. Van Dam verzorgt de inleiding van de onderwerpen. In de aflevering van "Het Lagerhuis" van 15 februari 1997 gaat Van Dam ook in debat met Pim Fortuyn. Onderwerp is de islamisering van de Nederlandse cultuur. In tegenstelling tot Van Dam vindt Fortuyn dat de islam een bedreiging vormt voor die Nederlandse cultuur. Van Dam twijfelt openlijk aan de kwaliteiten van Fortuyn. "Het Lagerhuis" is uitgebreid met een versie voor de jeugd: "Het jongerenlagerhuis". VUT - 1995 In 1995 geeft Marcel van Dam de voorzittershamer over aan Vera Keur, de mediadirecteur van de VARA. Hij verhuist naar Putten. Daar ruilt hij drank en sigaren in voor het werk aan zijn tuin. Wel blijft hij programma's maken. Typering Van Dam is zelfgenoegzaam, onbreekbaar. Voorts is hij intelligent en een scherp debater. Hij is weinig geduldig en koppig van aard. Uitspraak van Harry Mulisch over zijn vriend Marcel van Dam: "Ik ken weinig mensen wiens imago zo verschilt van wat ze werkelijk zijn." Prijzen en onderscheidingen * De Foresterprijs: de zachtmoedigste man van Nederland (1972). Het prijzengeld gaat naar de Stichting VARA Ombudsman. * De zilveren Nipkovschijf voor "De achterkant van het gelijk" (1981). * De Zilveren Reissmicrofoon voor het programma "De stand van Zaken" (1984). * Ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw. * Commandeur in de orde van Oranje Nassau. Publicaties * Kijk op de Kiezer (1967). * De ombudsman (1971). * De vele gezichten van de waarheid (bundel Volkskrant-columns). * De opmars der dingen, idem. # (Versie, oktober 2004)

Het Marathoninterview
VPRO Marathoninterview - Jan Blokker Uur 4

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Jul 20, 1990 53:41


Hij was meer dan tachtig jaar en nog vaak in de krant. Jan Blokker bleef zich over van alles en nog wat verbazen en opwinden en deed dat tot 6 juli 2010. Twintig jaar daarvoor, op 20 juli 1990, was hij te gast in het Marathoninterview. Toen omspande zijn journalistieke carrière al tweederde van de uiteindelijke bijna zes decennia. Eigenlijk best aardig Via Het Parool, Algemeen Handelsblad, Zo Is Het Toevallig Ook Nog Eens Een Keer (1963-1964) van de VARA en de VPRO-televisie, kwam hij bij de Volkskrant terecht, waar hij jarenlang zou werken en waarvan hij ook adjunct-hoofdredacteur werd. En dit alles zonder zijn studie Nederlandse Taal- en Letterkunde en Geschiedenis te hebben afgerond. Blokker ontwikkelde zich tot het geweten van links-intellectueel Nederland. Samen met H.J.A. Hofland en Harry Mulisch, die hij bij het Algemeen Handelsblad leerde kennen, vertegenwoordigd hij nog altijd de éminence grise van de Nederlandse intelligentsia. Sinds 2006 – het jaar van zijn breuk met de Volkskrant – schrijft hij zijn commentaarstukken voor het NRC Handelsblad. Tijdens het marathoninterview met Chris Kijne in de zomer van 1990 hoefde het allemaal niet zo pretentieus. Blokker bleek heel wat aimabeler dan zijn columns soms doen vermoeden. ------------------------------------- Biografie Jan Blokker "Een potentieel vadermoordenaar" Jan Andries Blokker werd op 27 mei 1927 geboren in de Admiraliteitenbuurt in Amsterdam. Hij kwam in een gezin terecht dat, zoals hij in november 2003 in een artikel in Trouw zegt, “redelijk belezen, maar niet outstanding van afkomst is. Geen adel, maar keurige middenstanders met een sterke neiging tot overdracht.” Van zijn ouders hoorde hij de verhalen die zij hadden meegemaakt, waardoor hij “de Eerste Wereldoorlog heeft meegemaakt. Daar begint mijn herinnering, aangespoeld uit het verleden.” Blokkers vader was kantoorbediende bij een bank, die het ver had kunnen schoppen als hij niet als kind aan tbc had geleden. Door dat op zijn werk te melden waren de promotiekansen verkeken. Tbc speelde een grote rol in huize Blokker: “Tocht! Pas op voor tocht. Ook als de mussen van het dak vielen. Als ik een deur niet achter mij had dichtgetrokken, kon ik van mijn moeder op mijn lazer krijgen, omdat vader bij een open raam zat en ik een aanslag op zijn leven had gepleegd.” Blokker bezocht de HBS op de Keizersgracht in Amsterdam en deed in 1944 zijn examen: “Ik heb nog een foto, genomen van mijn eindexamenklas, in 1944. Daar staan we, met z’n allen, op de Keizersgracht. Op de achtergrond zie je het huis van Anne Frank. Ze kon zo op ons neerkijken. Daar kan ik met schaamte aan terugdenken.” Hij studeerde daarna Nederlands en Geschiedenis, maar maakte die studies niet af. Op 24-jarige leeftijd debuteerde hij met de novelle Séjour, waarvoor hij de Reina Prinsen Geerligsprijs won. Er volgden nog twee romans, Bij Dag en Ontij (1952) en Parijs, Dode Stad (1954), maar in 1952 legde hij zich op het dagbladwezen toe. Hij werd leerling-verslaggever bij Het Parool, waar Simon Carmiggelt hem onder zijn hoede nam en hem aan het schrijven van filmrecensies zette. Twee jaar later maakte hij de overstap naar het Algemeen Handelsblad. Daar kwam hij Henk Hofland en Harry Mulisch tegen, die ook net hun (journalistieke) carrière waren begonnen. Een vriendschap die velen in de loop van de decennia tot de verbeelding heeft gesproken, het triumviraat van intellectueel Nederland. Een wat bredere publieke bekendheid kreeg Blokker door zijn deelname aan het roemruchte satirische televisieprogramma van de VARA, Zo Is Het Toevallig Ook Nog Eens Een Keer, waar ook Gerard Reve en Mies Bouwman aan meewerkten. Het programma liep één seizoen, in 1963-1964. In 1967 verliet hij het Algemeen Handelsblad. Hij was uitermate ongelukkig met de samenwerking die het dagblad aanging met De Telegraaf. “Het is voor een groot percentage een gevoelsargument, maar ik vind De Telegraaf nu eenmaal een stinkkrant.” In 1968 begon hij bij de VPRO als chef informatieve programma’s. Ook stond hij in dat jaar voor het eerst met een column in De Volkskrant. Er zouden 3815 columns voor De Volkskrant volgen. Tien jaar later werd hij adjunct-hoofdredacteur, tot 1985. Daarnaast schreef hij film- en operascenario’s, was hij voorzitter van het Productiefonds voor de Nederlandse Film en Bijzonder hoogleraar Persgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Blokker schreef ook een aantal boeken. Met zijn zoons Bas en Jan schreef hij Het Vooroudergevoel. Jan Blokker verwierf een grote schare fans met zijn scherpe columns, de zuurste azijnpissers van de Azijnbode. Een hekel aan hypocrisie en opgeblazen gedoe, een sceptische kijk op de politiek en een haarfijn gevoel voor wat wel en niet door de beugel kwam. Premier Balkenende werd en wordt in de hoek gezet als ‘ventje’ en Alexander Pechtold als ‘kereltje’. Een groepje trouwe lezers dat vlak voor Blokkers vertrek bij De Volkskrant in 2006 langs mocht komen op de redactie verwoordde het als volgt: “Het ergste verwijt dat ik De Volkskrant maak, is dat jullie mij niet kunnen garanderen dat Jan Blokker het eeuwige leven heeft.” Die uitspraak kwam dus vlak voor de veelbesproken en breed in de pers uitgemeten breuk met De Volkskrant. Blokker had niet langer het gevoel er thuis te horen, en er waren ook wat ruzies aan zijn vertrek voorafgegaan. Hij stapte over naar het NRC Handelsblad, waar hij voor de ochtendtabloid NRC next ging schrijven. ------------------------------------------------ Hoogtepunten uit het interview "Ik was een ontzettende schijtebroek als kind" Jan Blokker haalt de inspiratie voor zijn columns uit het nieuws. Chris Kijne wilde om te beginnen weten of die gretige nieuwsgierigheid van huis uit was meegegeven. "Het nieuws werd gevolgd, ik weet uit mijn allervroegste jeugdherinneringen, dat elke ochtend om zeven uur, op woensdag met de VARA begon met a: De Haan en b: dat, soms in honderd coupletten, socialistische strijdlied. En dan kwam pas Vas Diaz, dat moest wachten tot de VARA zijn ochtendwijding achter de rug had." En waar komt toch dat wantrouwen vandaan? Blokkers vader leed aan tbc en kreeg geen promotie doordat hij zo eerlijk was geweest dat op te biechten. Daardoor kreeg hij het gevoel sociaal gedupeerd te zijn. "Het was absoluut geen man die ooit op een barricade zou zijn geklommen. [Maar] ik ben wel groot geworden met het idee dat je mensen die iets te vertellen hebben om te beginnen moet wantrouwen. Dat vind ik nog steeds een buitengewoon bijzondere opvatting en levensopvatting." Die achterdocht tegen autoriteit viel ook zijn moeder ten deel, want die had thuis de broek aan, en niet zonder reden: "Mijn moeder was in veel opzichten een hele dominante vrouw, dus die heeft heel veel bijgedragen. Dat heeft ook weer met die tbc te maken, daar moet je niet te, nou ja, je mag er wel gering over denken, maar een raar soort ziekte is dat toch. Dat heeft een deel van mijn jeugd echt ontzettend beheerst. Een van de dodelijkste angsten die ik als kind had, was als mijn vader bloed opgaf. Dan rochelde hij en dan gaf ie een beetje bloed op en dat was levensgevaarlijk, nou ja, een beetje gevaarlijk was het ook wel. Ik ben opgegroeid met drie dingen die mij als kind, die ik aanvaardde als noodlottigheden. Het eerste was dat ik veel moest eten, want ik moest van mijn moeder een vetlaag om mijn longen kweken, want tbc was dan misschien niet erfelijk, maar het kon wel overspringen. Dus veel dikke havermoutpap, griesmeelpap en behoorlijke vette jus bij het eten. Het tweede was dat tocht levensgevaarlijk was. Dus ook als de mussen van het dak vielen en het was bloedheet in de zomer en het raam was open in de kamer en mijn vader zat in de kamer en ik liet de deur achter mijn gat open staan, was ik een vadermoordenaar, potentieel. Het derde was avondlucht. De mooie lucht van overdag werd vervangen door een buitengemeen smerige, giftige lucht. Dat zijn kleine gevolgen van het tbc-syndroom. Ik was een ontzettende schijtebroek als kind. Maar als kind had ik ook wel iets van: het is allemaal niet waar! Dus dat wantrouwen jegens de autoriteiten zat er al vroeg in. Mijn moeder was de autoriteit thuis." In het laatste uur van het marathoninterview vraagt Chris Kijne zich af of Blokker niet gewoon een burgermannetje is. Die suggestie wordt ruimschoots omarmd. "Ik ben inburgerlijk, denk ik. In mijn hele leven en manier van doen. Ik ben erg geneigd rekening te houden met wat andere mensen van mij vinden, dat is wel het prototype van de burgerman. Ik ben Hollander, ik ben geen calvinist, nou ja, dat wil zeggen we zijn allemaal calvinist. Maar ik ben geen dominee, wel een burgerman. Ik zou best mijn burgernorm aan de samenleving op willen leggen, een kleine verborgen machtswellust. Ik zou bijvoorbeeld morgen best een politieverordening af willen kondigen dat iedereen die zijn huis timmert of een schilderwerk verricht die op straffe van iets heel ergs zijn muziek uit moet doen. Ik kan wel groots en meeslepend willen leven, maar dat is onzinromantiek. Als ik de kans krijg, doe ik het toch niet." Als het gesprek op de 'zachte sector' komt, knapt er iets in Blokker. Het blijkt al jaren een bron van enorme opwinding: "Met regelmaat in de geschiedenis komen die dingen voor, aberraties in de samenlevingen. Ik sluit het echt rigoureus uit dat er mensen zijn die er baat bij gevonden hebben. Dat iemand ooit baat heeft gevonden bij een RIAGG, de grootste zwendelvereniging van Nederland, waar jaarlijks 700.000 mensen bij aankloppen. Ik ben resultaatgericht en pragmatisch. Ik bedoel met baat: ik heb een kwaal, ik heb een probleem en dat hindert me en dan ga ik naar een therapeut of een psychiater of een andere boef, nou ja, een boef, ja, eigenlijk zijn het allemaal boeven. En dan is het voorbij: nee, dat bestaat niet. Dat is een grote kwakzalverij, mensen geloven erin, net zoals ze in het marxisme geloofden. Ik ken niemand die er baat bij gehad heeft. Ik geniet elke keer weer van een berichtje als er weer een dame in haar bil is geknepen door zo'n figuur, dat bevestigt mijn gelijk. Werkgelegenheid, in dat circuit moet het geld toch ook rondgepompt worden. Als handelsreizigers die langs de deur gaan en hun voet tussen de deur zetten om jou of mij of onze vrouwen een stofzuiger te slijten, zo gaan de dames en heren therapiebedrijvers echt een, twee en drie hoog langs de deur met garen en band van psychische aard. In voorbije tijden en nu in Cambodja of in Spaanse Burgeroorlog had men toch ook geen psychiatrische hulp nodig. Dat hebben die mensen toch op de een of andere manier zelf gedaan. In deze krankzinnige luxemaatschappij woekert die sector wel voort. Het is een maffia van geldingsdrang, geweld." En tot slot een andere (schokkende) ontboezeming: "Ik val een beetje op d'r, ja [minister Hanja Maij-Weggen]. Ik heb haar "meisje Maij" gemunt. Dat heb je bij veel vrouwen, die een tamelijk onooglijk meisje zijn geweest. Die worden dan aan het eind van hun vierde decade opeens mooi. Ik zou ook nooit als oudere man op jonge meisjes kunnen vallen. Ik vind het veel fascinerender om bij vrouwen van een certain age, waarvan ik het dan weet dat ze vroeger niet zo mooi waren, te zien dat ze mooi worden. Maar verder niets, ik heb geen erotische dromen van haar." --------------- De interviewer Chris Kijne “Een aimabel man en begenadigd ouwehoer” Wat ik nooit zal vergeten, en ik schaam me er eigenlijk nog steeds voor, is dat we vijf uur lang hebben gepraat en dat het niet over de Volkskrant is gegaan. Daar was hij toch van 1979 tot midden jaren negentig adjunct-hoofdredacteur van, en we hebben het er gewoon niet over gehad. Het was hem ook niet opgevallen – we hadden het er toevallig vorige week nog over -, maar dat is iets wat ik als ik hem nu zou spreken anders had gedaan. Ik kende Blokker niet goed voor het marathoninterview, alleen van de columns die hij voor de Gids schreef, waar ik toen ook voor werkte. Hij was en is nog steeds één van mijn journalistieke idolen. Ik was nog vrij onervaren, het was mijn allereerste marathoninterview en ik was nog maar twee jaar bij de radio. Daardoor was ik waarschijnlijk iets servieler dan ik nu zou zijn. Op een gegeven moment, toen we op de zachte sector kwamen, ging hij naar mijn idee te ver: hij versleet alle therapeuten en psychiaters voor kwakzalvers. Als ik hem nu zou moeten interviewen zou ik vragen of er iets in zijn persoonlijk leven was voorgevallen waardoor hij zo’n blinde haat voor die mensen had ontwikkeld. Dat heb ik toen nagelaten. Je vraagt je natuurlijk altijd af hoe je je in een interview op moet stellen. Een marathoninterview is er natuurlijk in de eerste plaats om een persoon te portretteren. En je kunt niet meteen, zeker niet als het een gesprek van vijf uur betreft, ruzie gaan maken, want dan valt er in de rest van de uitzending weinig te praten. Ik had het nu alleen wel anders gedaan, wat meer tegengas gegeven. Je hebt achteraf natuurlijk nog honderd vragen over, de l’esprit d’escalier maakt zich van je meester, maar dat was nou ook weer niet zo ernstig dat ik dacht: wat heb ik veel laten liggen. Als mens is Jan Blokker toch vele malen sympathieker dan als columnist. Hij geeft dat ook toe: achter het bureau schrijft hij dingen, die hij nooit in iemands gezicht zou zeggen. Het was een leuk gesprek met een aimabele man en een begenadigd ouwehoer.

Het Marathoninterview
VPRO Marathoninterview - Jan Blokker Uur 1

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Jul 20, 1990 51:35


Hij was meer dan tachtig jaar en nog vaak in de krant. Jan Blokker bleef zich over van alles en nog wat verbazen en opwinden en deed dat tot 6 juli 2010. Twintig jaar daarvoor, op 20 juli 1990, was hij te gast in het Marathoninterview. Toen omspande zijn journalistieke carrière al tweederde van de uiteindelijke bijna zes decennia. Eigenlijk best aardig Via Het Parool, Algemeen Handelsblad, Zo Is Het Toevallig Ook Nog Eens Een Keer (1963-1964) van de VARA en de VPRO-televisie, kwam hij bij de Volkskrant terecht, waar hij jarenlang zou werken en waarvan hij ook adjunct-hoofdredacteur werd. En dit alles zonder zijn studie Nederlandse Taal- en Letterkunde en Geschiedenis te hebben afgerond. Blokker ontwikkelde zich tot het geweten van links-intellectueel Nederland. Samen met H.J.A. Hofland en Harry Mulisch, die hij bij het Algemeen Handelsblad leerde kennen, vertegenwoordigd hij nog altijd de éminence grise van de Nederlandse intelligentsia. Sinds 2006 – het jaar van zijn breuk met de Volkskrant – schrijft hij zijn commentaarstukken voor het NRC Handelsblad. Tijdens het marathoninterview met Chris Kijne in de zomer van 1990 hoefde het allemaal niet zo pretentieus. Blokker bleek heel wat aimabeler dan zijn columns soms doen vermoeden. ------------------------------------- Biografie Jan Blokker "Een potentieel vadermoordenaar" Jan Andries Blokker werd op 27 mei 1927 geboren in de Admiraliteitenbuurt in Amsterdam. Hij kwam in een gezin terecht dat, zoals hij in november 2003 in een artikel in Trouw zegt, “redelijk belezen, maar niet outstanding van afkomst is. Geen adel, maar keurige middenstanders met een sterke neiging tot overdracht.” Van zijn ouders hoorde hij de verhalen die zij hadden meegemaakt, waardoor hij “de Eerste Wereldoorlog heeft meegemaakt. Daar begint mijn herinnering, aangespoeld uit het verleden.” Blokkers vader was kantoorbediende bij een bank, die het ver had kunnen schoppen als hij niet als kind aan tbc had geleden. Door dat op zijn werk te melden waren de promotiekansen verkeken. Tbc speelde een grote rol in huize Blokker: “Tocht! Pas op voor tocht. Ook als de mussen van het dak vielen. Als ik een deur niet achter mij had dichtgetrokken, kon ik van mijn moeder op mijn lazer krijgen, omdat vader bij een open raam zat en ik een aanslag op zijn leven had gepleegd.” Blokker bezocht de HBS op de Keizersgracht in Amsterdam en deed in 1944 zijn examen: “Ik heb nog een foto, genomen van mijn eindexamenklas, in 1944. Daar staan we, met z’n allen, op de Keizersgracht. Op de achtergrond zie je het huis van Anne Frank. Ze kon zo op ons neerkijken. Daar kan ik met schaamte aan terugdenken.” Hij studeerde daarna Nederlands en Geschiedenis, maar maakte die studies niet af. Op 24-jarige leeftijd debuteerde hij met de novelle Séjour, waarvoor hij de Reina Prinsen Geerligsprijs won. Er volgden nog twee romans, Bij Dag en Ontij (1952) en Parijs, Dode Stad (1954), maar in 1952 legde hij zich op het dagbladwezen toe. Hij werd leerling-verslaggever bij Het Parool, waar Simon Carmiggelt hem onder zijn hoede nam en hem aan het schrijven van filmrecensies zette. Twee jaar later maakte hij de overstap naar het Algemeen Handelsblad. Daar kwam hij Henk Hofland en Harry Mulisch tegen, die ook net hun (journalistieke) carrière waren begonnen. Een vriendschap die velen in de loop van de decennia tot de verbeelding heeft gesproken, het triumviraat van intellectueel Nederland. Een wat bredere publieke bekendheid kreeg Blokker door zijn deelname aan het roemruchte satirische televisieprogramma van de VARA, Zo Is Het Toevallig Ook Nog Eens Een Keer, waar ook Gerard Reve en Mies Bouwman aan meewerkten. Het programma liep één seizoen, in 1963-1964. In 1967 verliet hij het Algemeen Handelsblad. Hij was uitermate ongelukkig met de samenwerking die het dagblad aanging met De Telegraaf. “Het is voor een groot percentage een gevoelsargument, maar ik vind De Telegraaf nu eenmaal een stinkkrant.” In 1968 begon hij bij de VPRO als chef informatieve programma’s. Ook stond hij in dat jaar voor het eerst met een column in De Volkskrant. Er zouden 3815 columns voor De Volkskrant volgen. Tien jaar later werd hij adjunct-hoofdredacteur, tot 1985. Daarnaast schreef hij film- en operascenario’s, was hij voorzitter van het Productiefonds voor de Nederlandse Film en Bijzonder hoogleraar Persgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Blokker schreef ook een aantal boeken. Met zijn zoons Bas en Jan schreef hij Het Vooroudergevoel. Jan Blokker verwierf een grote schare fans met zijn scherpe columns, de zuurste azijnpissers van de Azijnbode. Een hekel aan hypocrisie en opgeblazen gedoe, een sceptische kijk op de politiek en een haarfijn gevoel voor wat wel en niet door de beugel kwam. Premier Balkenende werd en wordt in de hoek gezet als ‘ventje’ en Alexander Pechtold als ‘kereltje’. Een groepje trouwe lezers dat vlak voor Blokkers vertrek bij De Volkskrant in 2006 langs mocht komen op de redactie verwoordde het als volgt: “Het ergste verwijt dat ik De Volkskrant maak, is dat jullie mij niet kunnen garanderen dat Jan Blokker het eeuwige leven heeft.” Die uitspraak kwam dus vlak voor de veelbesproken en breed in de pers uitgemeten breuk met De Volkskrant. Blokker had niet langer het gevoel er thuis te horen, en er waren ook wat ruzies aan zijn vertrek voorafgegaan. Hij stapte over naar het NRC Handelsblad, waar hij voor de ochtendtabloid NRC next ging schrijven. ------------------------------------------------ Hoogtepunten uit het interview "Ik was een ontzettende schijtebroek als kind" Jan Blokker haalt de inspiratie voor zijn columns uit het nieuws. Chris Kijne wilde om te beginnen weten of die gretige nieuwsgierigheid van huis uit was meegegeven. "Het nieuws werd gevolgd, ik weet uit mijn allervroegste jeugdherinneringen, dat elke ochtend om zeven uur, op woensdag met de VARA begon met a: De Haan en b: dat, soms in honderd coupletten, socialistische strijdlied. En dan kwam pas Vas Diaz, dat moest wachten tot de VARA zijn ochtendwijding achter de rug had." En waar komt toch dat wantrouwen vandaan? Blokkers vader leed aan tbc en kreeg geen promotie doordat hij zo eerlijk was geweest dat op te biechten. Daardoor kreeg hij het gevoel sociaal gedupeerd te zijn. "Het was absoluut geen man die ooit op een barricade zou zijn geklommen. [Maar] ik ben wel groot geworden met het idee dat je mensen die iets te vertellen hebben om te beginnen moet wantrouwen. Dat vind ik nog steeds een buitengewoon bijzondere opvatting en levensopvatting." Die achterdocht tegen autoriteit viel ook zijn moeder ten deel, want die had thuis de broek aan, en niet zonder reden: "Mijn moeder was in veel opzichten een hele dominante vrouw, dus die heeft heel veel bijgedragen. Dat heeft ook weer met die tbc te maken, daar moet je niet te, nou ja, je mag er wel gering over denken, maar een raar soort ziekte is dat toch. Dat heeft een deel van mijn jeugd echt ontzettend beheerst. Een van de dodelijkste angsten die ik als kind had, was als mijn vader bloed opgaf. Dan rochelde hij en dan gaf ie een beetje bloed op en dat was levensgevaarlijk, nou ja, een beetje gevaarlijk was het ook wel. Ik ben opgegroeid met drie dingen die mij als kind, die ik aanvaardde als noodlottigheden. Het eerste was dat ik veel moest eten, want ik moest van mijn moeder een vetlaag om mijn longen kweken, want tbc was dan misschien niet erfelijk, maar het kon wel overspringen. Dus veel dikke havermoutpap, griesmeelpap en behoorlijke vette jus bij het eten. Het tweede was dat tocht levensgevaarlijk was. Dus ook als de mussen van het dak vielen en het was bloedheet in de zomer en het raam was open in de kamer en mijn vader zat in de kamer en ik liet de deur achter mijn gat open staan, was ik een vadermoordenaar, potentieel. Het derde was avondlucht. De mooie lucht van overdag werd vervangen door een buitengemeen smerige, giftige lucht. Dat zijn kleine gevolgen van het tbc-syndroom. Ik was een ontzettende schijtebroek als kind. Maar als kind had ik ook wel iets van: het is allemaal niet waar! Dus dat wantrouwen jegens de autoriteiten zat er al vroeg in. Mijn moeder was de autoriteit thuis." In het laatste uur van het marathoninterview vraagt Chris Kijne zich af of Blokker niet gewoon een burgermannetje is. Die suggestie wordt ruimschoots omarmd. "Ik ben inburgerlijk, denk ik. In mijn hele leven en manier van doen. Ik ben erg geneigd rekening te houden met wat andere mensen van mij vinden, dat is wel het prototype van de burgerman. Ik ben Hollander, ik ben geen calvinist, nou ja, dat wil zeggen we zijn allemaal calvinist. Maar ik ben geen dominee, wel een burgerman. Ik zou best mijn burgernorm aan de samenleving op willen leggen, een kleine verborgen machtswellust. Ik zou bijvoorbeeld morgen best een politieverordening af willen kondigen dat iedereen die zijn huis timmert of een schilderwerk verricht die op straffe van iets heel ergs zijn muziek uit moet doen. Ik kan wel groots en meeslepend willen leven, maar dat is onzinromantiek. Als ik de kans krijg, doe ik het toch niet." Als het gesprek op de 'zachte sector' komt, knapt er iets in Blokker. Het blijkt al jaren een bron van enorme opwinding: "Met regelmaat in de geschiedenis komen die dingen voor, aberraties in de samenlevingen. Ik sluit het echt rigoureus uit dat er mensen zijn die er baat bij gevonden hebben. Dat iemand ooit baat heeft gevonden bij een RIAGG, de grootste zwendelvereniging van Nederland, waar jaarlijks 700.000 mensen bij aankloppen. Ik ben resultaatgericht en pragmatisch. Ik bedoel met baat: ik heb een kwaal, ik heb een probleem en dat hindert me en dan ga ik naar een therapeut of een psychiater of een andere boef, nou ja, een boef, ja, eigenlijk zijn het allemaal boeven. En dan is het voorbij: nee, dat bestaat niet. Dat is een grote kwakzalverij, mensen geloven erin, net zoals ze in het marxisme geloofden. Ik ken niemand die er baat bij gehad heeft. Ik geniet elke keer weer van een berichtje als er weer een dame in haar bil is geknepen door zo'n figuur, dat bevestigt mijn gelijk. Werkgelegenheid, in dat circuit moet het geld toch ook rondgepompt worden. Als handelsreizigers die langs de deur gaan en hun voet tussen de deur zetten om jou of mij of onze vrouwen een stofzuiger te slijten, zo gaan de dames en heren therapiebedrijvers echt een, twee en drie hoog langs de deur met garen en band van psychische aard. In voorbije tijden en nu in Cambodja of in Spaanse Burgeroorlog had men toch ook geen psychiatrische hulp nodig. Dat hebben die mensen toch op de een of andere manier zelf gedaan. In deze krankzinnige luxemaatschappij woekert die sector wel voort. Het is een maffia van geldingsdrang, geweld." En tot slot een andere (schokkende) ontboezeming: "Ik val een beetje op d'r, ja [minister Hanja Maij-Weggen]. Ik heb haar "meisje Maij" gemunt. Dat heb je bij veel vrouwen, die een tamelijk onooglijk meisje zijn geweest. Die worden dan aan het eind van hun vierde decade opeens mooi. Ik zou ook nooit als oudere man op jonge meisjes kunnen vallen. Ik vind het veel fascinerender om bij vrouwen van een certain age, waarvan ik het dan weet dat ze vroeger niet zo mooi waren, te zien dat ze mooi worden. Maar verder niets, ik heb geen erotische dromen van haar." --------------- De interviewer Chris Kijne “Een aimabel man en begenadigd ouwehoer” Wat ik nooit zal vergeten, en ik schaam me er eigenlijk nog steeds voor, is dat we vijf uur lang hebben gepraat en dat het niet over de Volkskrant is gegaan. Daar was hij toch van 1979 tot midden jaren negentig adjunct-hoofdredacteur van, en we hebben het er gewoon niet over gehad. Het was hem ook niet opgevallen – we hadden het er toevallig vorige week nog over -, maar dat is iets wat ik als ik hem nu zou spreken anders had gedaan. Ik kende Blokker niet goed voor het marathoninterview, alleen van de columns die hij voor de Gids schreef, waar ik toen ook voor werkte. Hij was en is nog steeds één van mijn journalistieke idolen. Ik was nog vrij onervaren, het was mijn allereerste marathoninterview en ik was nog maar twee jaar bij de radio. Daardoor was ik waarschijnlijk iets servieler dan ik nu zou zijn. Op een gegeven moment, toen we op de zachte sector kwamen, ging hij naar mijn idee te ver: hij versleet alle therapeuten en psychiaters voor kwakzalvers. Als ik hem nu zou moeten interviewen zou ik vragen of er iets in zijn persoonlijk leven was voorgevallen waardoor hij zo’n blinde haat voor die mensen had ontwikkeld. Dat heb ik toen nagelaten. Je vraagt je natuurlijk altijd af hoe je je in een interview op moet stellen. Een marathoninterview is er natuurlijk in de eerste plaats om een persoon te portretteren. En je kunt niet meteen, zeker niet als het een gesprek van vijf uur betreft, ruzie gaan maken, want dan valt er in de rest van de uitzending weinig te praten. Ik had het nu alleen wel anders gedaan, wat meer tegengas gegeven. Je hebt achteraf natuurlijk nog honderd vragen over, de l’esprit d’escalier maakt zich van je meester, maar dat was nou ook weer niet zo ernstig dat ik dacht: wat heb ik veel laten liggen. Als mens is Jan Blokker toch vele malen sympathieker dan als columnist. Hij geeft dat ook toe: achter het bureau schrijft hij dingen, die hij nooit in iemands gezicht zou zeggen. Het was een leuk gesprek met een aimabele man en een begenadigd ouwehoer.

Het Marathoninterview
VPRO Marathoninterview - Jan Blokker Uur 2

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Jul 20, 1990 55:48


Hij was meer dan tachtig jaar en nog vaak in de krant. Jan Blokker bleef zich over van alles en nog wat verbazen en opwinden en deed dat tot 6 juli 2010. Twintig jaar daarvoor, op 20 juli 1990, was hij te gast in het Marathoninterview. Toen omspande zijn journalistieke carrière al tweederde van de uiteindelijke bijna zes decennia. Eigenlijk best aardig Via Het Parool, Algemeen Handelsblad, Zo Is Het Toevallig Ook Nog Eens Een Keer (1963-1964) van de VARA en de VPRO-televisie, kwam hij bij de Volkskrant terecht, waar hij jarenlang zou werken en waarvan hij ook adjunct-hoofdredacteur werd. En dit alles zonder zijn studie Nederlandse Taal- en Letterkunde en Geschiedenis te hebben afgerond. Blokker ontwikkelde zich tot het geweten van links-intellectueel Nederland. Samen met H.J.A. Hofland en Harry Mulisch, die hij bij het Algemeen Handelsblad leerde kennen, vertegenwoordigd hij nog altijd de éminence grise van de Nederlandse intelligentsia. Sinds 2006 – het jaar van zijn breuk met de Volkskrant – schrijft hij zijn commentaarstukken voor het NRC Handelsblad. Tijdens het marathoninterview met Chris Kijne in de zomer van 1990 hoefde het allemaal niet zo pretentieus. Blokker bleek heel wat aimabeler dan zijn columns soms doen vermoeden. ------------------------------------- Biografie Jan Blokker "Een potentieel vadermoordenaar" Jan Andries Blokker werd op 27 mei 1927 geboren in de Admiraliteitenbuurt in Amsterdam. Hij kwam in een gezin terecht dat, zoals hij in november 2003 in een artikel in Trouw zegt, “redelijk belezen, maar niet outstanding van afkomst is. Geen adel, maar keurige middenstanders met een sterke neiging tot overdracht.” Van zijn ouders hoorde hij de verhalen die zij hadden meegemaakt, waardoor hij “de Eerste Wereldoorlog heeft meegemaakt. Daar begint mijn herinnering, aangespoeld uit het verleden.” Blokkers vader was kantoorbediende bij een bank, die het ver had kunnen schoppen als hij niet als kind aan tbc had geleden. Door dat op zijn werk te melden waren de promotiekansen verkeken. Tbc speelde een grote rol in huize Blokker: “Tocht! Pas op voor tocht. Ook als de mussen van het dak vielen. Als ik een deur niet achter mij had dichtgetrokken, kon ik van mijn moeder op mijn lazer krijgen, omdat vader bij een open raam zat en ik een aanslag op zijn leven had gepleegd.” Blokker bezocht de HBS op de Keizersgracht in Amsterdam en deed in 1944 zijn examen: “Ik heb nog een foto, genomen van mijn eindexamenklas, in 1944. Daar staan we, met z’n allen, op de Keizersgracht. Op de achtergrond zie je het huis van Anne Frank. Ze kon zo op ons neerkijken. Daar kan ik met schaamte aan terugdenken.” Hij studeerde daarna Nederlands en Geschiedenis, maar maakte die studies niet af. Op 24-jarige leeftijd debuteerde hij met de novelle Séjour, waarvoor hij de Reina Prinsen Geerligsprijs won. Er volgden nog twee romans, Bij Dag en Ontij (1952) en Parijs, Dode Stad (1954), maar in 1952 legde hij zich op het dagbladwezen toe. Hij werd leerling-verslaggever bij Het Parool, waar Simon Carmiggelt hem onder zijn hoede nam en hem aan het schrijven van filmrecensies zette. Twee jaar later maakte hij de overstap naar het Algemeen Handelsblad. Daar kwam hij Henk Hofland en Harry Mulisch tegen, die ook net hun (journalistieke) carrière waren begonnen. Een vriendschap die velen in de loop van de decennia tot de verbeelding heeft gesproken, het triumviraat van intellectueel Nederland. Een wat bredere publieke bekendheid kreeg Blokker door zijn deelname aan het roemruchte satirische televisieprogramma van de VARA, Zo Is Het Toevallig Ook Nog Eens Een Keer, waar ook Gerard Reve en Mies Bouwman aan meewerkten. Het programma liep één seizoen, in 1963-1964. In 1967 verliet hij het Algemeen Handelsblad. Hij was uitermate ongelukkig met de samenwerking die het dagblad aanging met De Telegraaf. “Het is voor een groot percentage een gevoelsargument, maar ik vind De Telegraaf nu eenmaal een stinkkrant.” In 1968 begon hij bij de VPRO als chef informatieve programma’s. Ook stond hij in dat jaar voor het eerst met een column in De Volkskrant. Er zouden 3815 columns voor De Volkskrant volgen. Tien jaar later werd hij adjunct-hoofdredacteur, tot 1985. Daarnaast schreef hij film- en operascenario’s, was hij voorzitter van het Productiefonds voor de Nederlandse Film en Bijzonder hoogleraar Persgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Blokker schreef ook een aantal boeken. Met zijn zoons Bas en Jan schreef hij Het Vooroudergevoel. Jan Blokker verwierf een grote schare fans met zijn scherpe columns, de zuurste azijnpissers van de Azijnbode. Een hekel aan hypocrisie en opgeblazen gedoe, een sceptische kijk op de politiek en een haarfijn gevoel voor wat wel en niet door de beugel kwam. Premier Balkenende werd en wordt in de hoek gezet als ‘ventje’ en Alexander Pechtold als ‘kereltje’. Een groepje trouwe lezers dat vlak voor Blokkers vertrek bij De Volkskrant in 2006 langs mocht komen op de redactie verwoordde het als volgt: “Het ergste verwijt dat ik De Volkskrant maak, is dat jullie mij niet kunnen garanderen dat Jan Blokker het eeuwige leven heeft.” Die uitspraak kwam dus vlak voor de veelbesproken en breed in de pers uitgemeten breuk met De Volkskrant. Blokker had niet langer het gevoel er thuis te horen, en er waren ook wat ruzies aan zijn vertrek voorafgegaan. Hij stapte over naar het NRC Handelsblad, waar hij voor de ochtendtabloid NRC next ging schrijven. ------------------------------------------------ Hoogtepunten uit het interview "Ik was een ontzettende schijtebroek als kind" Jan Blokker haalt de inspiratie voor zijn columns uit het nieuws. Chris Kijne wilde om te beginnen weten of die gretige nieuwsgierigheid van huis uit was meegegeven. "Het nieuws werd gevolgd, ik weet uit mijn allervroegste jeugdherinneringen, dat elke ochtend om zeven uur, op woensdag met de VARA begon met a: De Haan en b: dat, soms in honderd coupletten, socialistische strijdlied. En dan kwam pas Vas Diaz, dat moest wachten tot de VARA zijn ochtendwijding achter de rug had." En waar komt toch dat wantrouwen vandaan? Blokkers vader leed aan tbc en kreeg geen promotie doordat hij zo eerlijk was geweest dat op te biechten. Daardoor kreeg hij het gevoel sociaal gedupeerd te zijn. "Het was absoluut geen man die ooit op een barricade zou zijn geklommen. [Maar] ik ben wel groot geworden met het idee dat je mensen die iets te vertellen hebben om te beginnen moet wantrouwen. Dat vind ik nog steeds een buitengewoon bijzondere opvatting en levensopvatting." Die achterdocht tegen autoriteit viel ook zijn moeder ten deel, want die had thuis de broek aan, en niet zonder reden: "Mijn moeder was in veel opzichten een hele dominante vrouw, dus die heeft heel veel bijgedragen. Dat heeft ook weer met die tbc te maken, daar moet je niet te, nou ja, je mag er wel gering over denken, maar een raar soort ziekte is dat toch. Dat heeft een deel van mijn jeugd echt ontzettend beheerst. Een van de dodelijkste angsten die ik als kind had, was als mijn vader bloed opgaf. Dan rochelde hij en dan gaf ie een beetje bloed op en dat was levensgevaarlijk, nou ja, een beetje gevaarlijk was het ook wel. Ik ben opgegroeid met drie dingen die mij als kind, die ik aanvaardde als noodlottigheden. Het eerste was dat ik veel moest eten, want ik moest van mijn moeder een vetlaag om mijn longen kweken, want tbc was dan misschien niet erfelijk, maar het kon wel overspringen. Dus veel dikke havermoutpap, griesmeelpap en behoorlijke vette jus bij het eten. Het tweede was dat tocht levensgevaarlijk was. Dus ook als de mussen van het dak vielen en het was bloedheet in de zomer en het raam was open in de kamer en mijn vader zat in de kamer en ik liet de deur achter mijn gat open staan, was ik een vadermoordenaar, potentieel. Het derde was avondlucht. De mooie lucht van overdag werd vervangen door een buitengemeen smerige, giftige lucht. Dat zijn kleine gevolgen van het tbc-syndroom. Ik was een ontzettende schijtebroek als kind. Maar als kind had ik ook wel iets van: het is allemaal niet waar! Dus dat wantrouwen jegens de autoriteiten zat er al vroeg in. Mijn moeder was de autoriteit thuis." In het laatste uur van het marathoninterview vraagt Chris Kijne zich af of Blokker niet gewoon een burgermannetje is. Die suggestie wordt ruimschoots omarmd. "Ik ben inburgerlijk, denk ik. In mijn hele leven en manier van doen. Ik ben erg geneigd rekening te houden met wat andere mensen van mij vinden, dat is wel het prototype van de burgerman. Ik ben Hollander, ik ben geen calvinist, nou ja, dat wil zeggen we zijn allemaal calvinist. Maar ik ben geen dominee, wel een burgerman. Ik zou best mijn burgernorm aan de samenleving op willen leggen, een kleine verborgen machtswellust. Ik zou bijvoorbeeld morgen best een politieverordening af willen kondigen dat iedereen die zijn huis timmert of een schilderwerk verricht die op straffe van iets heel ergs zijn muziek uit moet doen. Ik kan wel groots en meeslepend willen leven, maar dat is onzinromantiek. Als ik de kans krijg, doe ik het toch niet." Als het gesprek op de 'zachte sector' komt, knapt er iets in Blokker. Het blijkt al jaren een bron van enorme opwinding: "Met regelmaat in de geschiedenis komen die dingen voor, aberraties in de samenlevingen. Ik sluit het echt rigoureus uit dat er mensen zijn die er baat bij gevonden hebben. Dat iemand ooit baat heeft gevonden bij een RIAGG, de grootste zwendelvereniging van Nederland, waar jaarlijks 700.000 mensen bij aankloppen. Ik ben resultaatgericht en pragmatisch. Ik bedoel met baat: ik heb een kwaal, ik heb een probleem en dat hindert me en dan ga ik naar een therapeut of een psychiater of een andere boef, nou ja, een boef, ja, eigenlijk zijn het allemaal boeven. En dan is het voorbij: nee, dat bestaat niet. Dat is een grote kwakzalverij, mensen geloven erin, net zoals ze in het marxisme geloofden. Ik ken niemand die er baat bij gehad heeft. Ik geniet elke keer weer van een berichtje als er weer een dame in haar bil is geknepen door zo'n figuur, dat bevestigt mijn gelijk. Werkgelegenheid, in dat circuit moet het geld toch ook rondgepompt worden. Als handelsreizigers die langs de deur gaan en hun voet tussen de deur zetten om jou of mij of onze vrouwen een stofzuiger te slijten, zo gaan de dames en heren therapiebedrijvers echt een, twee en drie hoog langs de deur met garen en band van psychische aard. In voorbije tijden en nu in Cambodja of in Spaanse Burgeroorlog had men toch ook geen psychiatrische hulp nodig. Dat hebben die mensen toch op de een of andere manier zelf gedaan. In deze krankzinnige luxemaatschappij woekert die sector wel voort. Het is een maffia van geldingsdrang, geweld." En tot slot een andere (schokkende) ontboezeming: "Ik val een beetje op d'r, ja [minister Hanja Maij-Weggen]. Ik heb haar "meisje Maij" gemunt. Dat heb je bij veel vrouwen, die een tamelijk onooglijk meisje zijn geweest. Die worden dan aan het eind van hun vierde decade opeens mooi. Ik zou ook nooit als oudere man op jonge meisjes kunnen vallen. Ik vind het veel fascinerender om bij vrouwen van een certain age, waarvan ik het dan weet dat ze vroeger niet zo mooi waren, te zien dat ze mooi worden. Maar verder niets, ik heb geen erotische dromen van haar." --------------- De interviewer Chris Kijne “Een aimabel man en begenadigd ouwehoer” Wat ik nooit zal vergeten, en ik schaam me er eigenlijk nog steeds voor, is dat we vijf uur lang hebben gepraat en dat het niet over de Volkskrant is gegaan. Daar was hij toch van 1979 tot midden jaren negentig adjunct-hoofdredacteur van, en we hebben het er gewoon niet over gehad. Het was hem ook niet opgevallen – we hadden het er toevallig vorige week nog over -, maar dat is iets wat ik als ik hem nu zou spreken anders had gedaan. Ik kende Blokker niet goed voor het marathoninterview, alleen van de columns die hij voor de Gids schreef, waar ik toen ook voor werkte. Hij was en is nog steeds één van mijn journalistieke idolen. Ik was nog vrij onervaren, het was mijn allereerste marathoninterview en ik was nog maar twee jaar bij de radio. Daardoor was ik waarschijnlijk iets servieler dan ik nu zou zijn. Op een gegeven moment, toen we op de zachte sector kwamen, ging hij naar mijn idee te ver: hij versleet alle therapeuten en psychiaters voor kwakzalvers. Als ik hem nu zou moeten interviewen zou ik vragen of er iets in zijn persoonlijk leven was voorgevallen waardoor hij zo’n blinde haat voor die mensen had ontwikkeld. Dat heb ik toen nagelaten. Je vraagt je natuurlijk altijd af hoe je je in een interview op moet stellen. Een marathoninterview is er natuurlijk in de eerste plaats om een persoon te portretteren. En je kunt niet meteen, zeker niet als het een gesprek van vijf uur betreft, ruzie gaan maken, want dan valt er in de rest van de uitzending weinig te praten. Ik had het nu alleen wel anders gedaan, wat meer tegengas gegeven. Je hebt achteraf natuurlijk nog honderd vragen over, de l’esprit d’escalier maakt zich van je meester, maar dat was nou ook weer niet zo ernstig dat ik dacht: wat heb ik veel laten liggen. Als mens is Jan Blokker toch vele malen sympathieker dan als columnist. Hij geeft dat ook toe: achter het bureau schrijft hij dingen, die hij nooit in iemands gezicht zou zeggen. Het was een leuk gesprek met een aimabele man en een begenadigd ouwehoer.

Het Marathoninterview
VPRO Marathoninterview - Jan Blokker Uur 3

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Jul 20, 1990 52:52


Hij was meer dan tachtig jaar en nog vaak in de krant. Jan Blokker bleef zich over van alles en nog wat verbazen en opwinden en deed dat tot 6 juli 2010. Twintig jaar daarvoor, op 20 juli 1990, was hij te gast in het Marathoninterview. Toen omspande zijn journalistieke carrière al tweederde van de uiteindelijke bijna zes decennia. Eigenlijk best aardig Via Het Parool, Algemeen Handelsblad, Zo Is Het Toevallig Ook Nog Eens Een Keer (1963-1964) van de VARA en de VPRO-televisie, kwam hij bij de Volkskrant terecht, waar hij jarenlang zou werken en waarvan hij ook adjunct-hoofdredacteur werd. En dit alles zonder zijn studie Nederlandse Taal- en Letterkunde en Geschiedenis te hebben afgerond. Blokker ontwikkelde zich tot het geweten van links-intellectueel Nederland. Samen met H.J.A. Hofland en Harry Mulisch, die hij bij het Algemeen Handelsblad leerde kennen, vertegenwoordigd hij nog altijd de éminence grise van de Nederlandse intelligentsia. Sinds 2006 – het jaar van zijn breuk met de Volkskrant – schrijft hij zijn commentaarstukken voor het NRC Handelsblad. Tijdens het marathoninterview met Chris Kijne in de zomer van 1990 hoefde het allemaal niet zo pretentieus. Blokker bleek heel wat aimabeler dan zijn columns soms doen vermoeden. ------------------------------------- Biografie Jan Blokker "Een potentieel vadermoordenaar" Jan Andries Blokker werd op 27 mei 1927 geboren in de Admiraliteitenbuurt in Amsterdam. Hij kwam in een gezin terecht dat, zoals hij in november 2003 in een artikel in Trouw zegt, “redelijk belezen, maar niet outstanding van afkomst is. Geen adel, maar keurige middenstanders met een sterke neiging tot overdracht.” Van zijn ouders hoorde hij de verhalen die zij hadden meegemaakt, waardoor hij “de Eerste Wereldoorlog heeft meegemaakt. Daar begint mijn herinnering, aangespoeld uit het verleden.” Blokkers vader was kantoorbediende bij een bank, die het ver had kunnen schoppen als hij niet als kind aan tbc had geleden. Door dat op zijn werk te melden waren de promotiekansen verkeken. Tbc speelde een grote rol in huize Blokker: “Tocht! Pas op voor tocht. Ook als de mussen van het dak vielen. Als ik een deur niet achter mij had dichtgetrokken, kon ik van mijn moeder op mijn lazer krijgen, omdat vader bij een open raam zat en ik een aanslag op zijn leven had gepleegd.” Blokker bezocht de HBS op de Keizersgracht in Amsterdam en deed in 1944 zijn examen: “Ik heb nog een foto, genomen van mijn eindexamenklas, in 1944. Daar staan we, met z’n allen, op de Keizersgracht. Op de achtergrond zie je het huis van Anne Frank. Ze kon zo op ons neerkijken. Daar kan ik met schaamte aan terugdenken.” Hij studeerde daarna Nederlands en Geschiedenis, maar maakte die studies niet af. Op 24-jarige leeftijd debuteerde hij met de novelle Séjour, waarvoor hij de Reina Prinsen Geerligsprijs won. Er volgden nog twee romans, Bij Dag en Ontij (1952) en Parijs, Dode Stad (1954), maar in 1952 legde hij zich op het dagbladwezen toe. Hij werd leerling-verslaggever bij Het Parool, waar Simon Carmiggelt hem onder zijn hoede nam en hem aan het schrijven van filmrecensies zette. Twee jaar later maakte hij de overstap naar het Algemeen Handelsblad. Daar kwam hij Henk Hofland en Harry Mulisch tegen, die ook net hun (journalistieke) carrière waren begonnen. Een vriendschap die velen in de loop van de decennia tot de verbeelding heeft gesproken, het triumviraat van intellectueel Nederland. Een wat bredere publieke bekendheid kreeg Blokker door zijn deelname aan het roemruchte satirische televisieprogramma van de VARA, Zo Is Het Toevallig Ook Nog Eens Een Keer, waar ook Gerard Reve en Mies Bouwman aan meewerkten. Het programma liep één seizoen, in 1963-1964. In 1967 verliet hij het Algemeen Handelsblad. Hij was uitermate ongelukkig met de samenwerking die het dagblad aanging met De Telegraaf. “Het is voor een groot percentage een gevoelsargument, maar ik vind De Telegraaf nu eenmaal een stinkkrant.” In 1968 begon hij bij de VPRO als chef informatieve programma’s. Ook stond hij in dat jaar voor het eerst met een column in De Volkskrant. Er zouden 3815 columns voor De Volkskrant volgen. Tien jaar later werd hij adjunct-hoofdredacteur, tot 1985. Daarnaast schreef hij film- en operascenario’s, was hij voorzitter van het Productiefonds voor de Nederlandse Film en Bijzonder hoogleraar Persgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Blokker schreef ook een aantal boeken. Met zijn zoons Bas en Jan schreef hij Het Vooroudergevoel. Jan Blokker verwierf een grote schare fans met zijn scherpe columns, de zuurste azijnpissers van de Azijnbode. Een hekel aan hypocrisie en opgeblazen gedoe, een sceptische kijk op de politiek en een haarfijn gevoel voor wat wel en niet door de beugel kwam. Premier Balkenende werd en wordt in de hoek gezet als ‘ventje’ en Alexander Pechtold als ‘kereltje’. Een groepje trouwe lezers dat vlak voor Blokkers vertrek bij De Volkskrant in 2006 langs mocht komen op de redactie verwoordde het als volgt: “Het ergste verwijt dat ik De Volkskrant maak, is dat jullie mij niet kunnen garanderen dat Jan Blokker het eeuwige leven heeft.” Die uitspraak kwam dus vlak voor de veelbesproken en breed in de pers uitgemeten breuk met De Volkskrant. Blokker had niet langer het gevoel er thuis te horen, en er waren ook wat ruzies aan zijn vertrek voorafgegaan. Hij stapte over naar het NRC Handelsblad, waar hij voor de ochtendtabloid NRC next ging schrijven. ------------------------------------------------ Hoogtepunten uit het interview "Ik was een ontzettende schijtebroek als kind" Jan Blokker haalt de inspiratie voor zijn columns uit het nieuws. Chris Kijne wilde om te beginnen weten of die gretige nieuwsgierigheid van huis uit was meegegeven. "Het nieuws werd gevolgd, ik weet uit mijn allervroegste jeugdherinneringen, dat elke ochtend om zeven uur, op woensdag met de VARA begon met a: De Haan en b: dat, soms in honderd coupletten, socialistische strijdlied. En dan kwam pas Vas Diaz, dat moest wachten tot de VARA zijn ochtendwijding achter de rug had." En waar komt toch dat wantrouwen vandaan? Blokkers vader leed aan tbc en kreeg geen promotie doordat hij zo eerlijk was geweest dat op te biechten. Daardoor kreeg hij het gevoel sociaal gedupeerd te zijn. "Het was absoluut geen man die ooit op een barricade zou zijn geklommen. [Maar] ik ben wel groot geworden met het idee dat je mensen die iets te vertellen hebben om te beginnen moet wantrouwen. Dat vind ik nog steeds een buitengewoon bijzondere opvatting en levensopvatting." Die achterdocht tegen autoriteit viel ook zijn moeder ten deel, want die had thuis de broek aan, en niet zonder reden: "Mijn moeder was in veel opzichten een hele dominante vrouw, dus die heeft heel veel bijgedragen. Dat heeft ook weer met die tbc te maken, daar moet je niet te, nou ja, je mag er wel gering over denken, maar een raar soort ziekte is dat toch. Dat heeft een deel van mijn jeugd echt ontzettend beheerst. Een van de dodelijkste angsten die ik als kind had, was als mijn vader bloed opgaf. Dan rochelde hij en dan gaf ie een beetje bloed op en dat was levensgevaarlijk, nou ja, een beetje gevaarlijk was het ook wel. Ik ben opgegroeid met drie dingen die mij als kind, die ik aanvaardde als noodlottigheden. Het eerste was dat ik veel moest eten, want ik moest van mijn moeder een vetlaag om mijn longen kweken, want tbc was dan misschien niet erfelijk, maar het kon wel overspringen. Dus veel dikke havermoutpap, griesmeelpap en behoorlijke vette jus bij het eten. Het tweede was dat tocht levensgevaarlijk was. Dus ook als de mussen van het dak vielen en het was bloedheet in de zomer en het raam was open in de kamer en mijn vader zat in de kamer en ik liet de deur achter mijn gat open staan, was ik een vadermoordenaar, potentieel. Het derde was avondlucht. De mooie lucht van overdag werd vervangen door een buitengemeen smerige, giftige lucht. Dat zijn kleine gevolgen van het tbc-syndroom. Ik was een ontzettende schijtebroek als kind. Maar als kind had ik ook wel iets van: het is allemaal niet waar! Dus dat wantrouwen jegens de autoriteiten zat er al vroeg in. Mijn moeder was de autoriteit thuis." In het laatste uur van het marathoninterview vraagt Chris Kijne zich af of Blokker niet gewoon een burgermannetje is. Die suggestie wordt ruimschoots omarmd. "Ik ben inburgerlijk, denk ik. In mijn hele leven en manier van doen. Ik ben erg geneigd rekening te houden met wat andere mensen van mij vinden, dat is wel het prototype van de burgerman. Ik ben Hollander, ik ben geen calvinist, nou ja, dat wil zeggen we zijn allemaal calvinist. Maar ik ben geen dominee, wel een burgerman. Ik zou best mijn burgernorm aan de samenleving op willen leggen, een kleine verborgen machtswellust. Ik zou bijvoorbeeld morgen best een politieverordening af willen kondigen dat iedereen die zijn huis timmert of een schilderwerk verricht die op straffe van iets heel ergs zijn muziek uit moet doen. Ik kan wel groots en meeslepend willen leven, maar dat is onzinromantiek. Als ik de kans krijg, doe ik het toch niet." Als het gesprek op de 'zachte sector' komt, knapt er iets in Blokker. Het blijkt al jaren een bron van enorme opwinding: "Met regelmaat in de geschiedenis komen die dingen voor, aberraties in de samenlevingen. Ik sluit het echt rigoureus uit dat er mensen zijn die er baat bij gevonden hebben. Dat iemand ooit baat heeft gevonden bij een RIAGG, de grootste zwendelvereniging van Nederland, waar jaarlijks 700.000 mensen bij aankloppen. Ik ben resultaatgericht en pragmatisch. Ik bedoel met baat: ik heb een kwaal, ik heb een probleem en dat hindert me en dan ga ik naar een therapeut of een psychiater of een andere boef, nou ja, een boef, ja, eigenlijk zijn het allemaal boeven. En dan is het voorbij: nee, dat bestaat niet. Dat is een grote kwakzalverij, mensen geloven erin, net zoals ze in het marxisme geloofden. Ik ken niemand die er baat bij gehad heeft. Ik geniet elke keer weer van een berichtje als er weer een dame in haar bil is geknepen door zo'n figuur, dat bevestigt mijn gelijk. Werkgelegenheid, in dat circuit moet het geld toch ook rondgepompt worden. Als handelsreizigers die langs de deur gaan en hun voet tussen de deur zetten om jou of mij of onze vrouwen een stofzuiger te slijten, zo gaan de dames en heren therapiebedrijvers echt een, twee en drie hoog langs de deur met garen en band van psychische aard. In voorbije tijden en nu in Cambodja of in Spaanse Burgeroorlog had men toch ook geen psychiatrische hulp nodig. Dat hebben die mensen toch op de een of andere manier zelf gedaan. In deze krankzinnige luxemaatschappij woekert die sector wel voort. Het is een maffia van geldingsdrang, geweld." En tot slot een andere (schokkende) ontboezeming: "Ik val een beetje op d'r, ja [minister Hanja Maij-Weggen]. Ik heb haar "meisje Maij" gemunt. Dat heb je bij veel vrouwen, die een tamelijk onooglijk meisje zijn geweest. Die worden dan aan het eind van hun vierde decade opeens mooi. Ik zou ook nooit als oudere man op jonge meisjes kunnen vallen. Ik vind het veel fascinerender om bij vrouwen van een certain age, waarvan ik het dan weet dat ze vroeger niet zo mooi waren, te zien dat ze mooi worden. Maar verder niets, ik heb geen erotische dromen van haar." --------------- De interviewer Chris Kijne “Een aimabel man en begenadigd ouwehoer” Wat ik nooit zal vergeten, en ik schaam me er eigenlijk nog steeds voor, is dat we vijf uur lang hebben gepraat en dat het niet over de Volkskrant is gegaan. Daar was hij toch van 1979 tot midden jaren negentig adjunct-hoofdredacteur van, en we hebben het er gewoon niet over gehad. Het was hem ook niet opgevallen – we hadden het er toevallig vorige week nog over -, maar dat is iets wat ik als ik hem nu zou spreken anders had gedaan. Ik kende Blokker niet goed voor het marathoninterview, alleen van de columns die hij voor de Gids schreef, waar ik toen ook voor werkte. Hij was en is nog steeds één van mijn journalistieke idolen. Ik was nog vrij onervaren, het was mijn allereerste marathoninterview en ik was nog maar twee jaar bij de radio. Daardoor was ik waarschijnlijk iets servieler dan ik nu zou zijn. Op een gegeven moment, toen we op de zachte sector kwamen, ging hij naar mijn idee te ver: hij versleet alle therapeuten en psychiaters voor kwakzalvers. Als ik hem nu zou moeten interviewen zou ik vragen of er iets in zijn persoonlijk leven was voorgevallen waardoor hij zo’n blinde haat voor die mensen had ontwikkeld. Dat heb ik toen nagelaten. Je vraagt je natuurlijk altijd af hoe je je in een interview op moet stellen. Een marathoninterview is er natuurlijk in de eerste plaats om een persoon te portretteren. En je kunt niet meteen, zeker niet als het een gesprek van vijf uur betreft, ruzie gaan maken, want dan valt er in de rest van de uitzending weinig te praten. Ik had het nu alleen wel anders gedaan, wat meer tegengas gegeven. Je hebt achteraf natuurlijk nog honderd vragen over, de l’esprit d’escalier maakt zich van je meester, maar dat was nou ook weer niet zo ernstig dat ik dacht: wat heb ik veel laten liggen. Als mens is Jan Blokker toch vele malen sympathieker dan als columnist. Hij geeft dat ook toe: achter het bureau schrijft hij dingen, die hij nooit in iemands gezicht zou zeggen. Het was een leuk gesprek met een aimabele man en een begenadigd ouwehoer.

Het Marathoninterview
Jan Blokker Uur 5

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Jul 20, 1990 49:16


Hij was meer dan tachtig jaar en nog vaak in de krant. Jan Blokker bleef zich over van alles en nog wat verbazen en opwinden en deed dat tot 6 juli 2010. Twintig jaar daarvoor, op 20 juli 1990, was hij te gast in het Marathoninterview. Toen omspande zijn journalistieke carrière al tweederde van de uiteindelijke bijna zes decennia. Eigenlijk best aardig Via Het Parool, Algemeen Handelsblad, Zo Is Het Toevallig Ook Nog Eens Een Keer (1963-1964) van de VARA en de VPRO-televisie, kwam hij bij de Volkskrant terecht, waar hij jarenlang zou werken en waarvan hij ook adjunct-hoofdredacteur werd. En dit alles zonder zijn studie Nederlandse Taal- en Letterkunde en Geschiedenis te hebben afgerond. Blokker ontwikkelde zich tot het geweten van links-intellectueel Nederland. Samen met H.J.A. Hofland en Harry Mulisch, die hij bij het Algemeen Handelsblad leerde kennen, vertegenwoordigd hij nog altijd de éminence grise van de Nederlandse intelligentsia. Sinds 2006 – het jaar van zijn breuk met de Volkskrant – schrijft hij zijn commentaarstukken voor het NRC Handelsblad. Tijdens het marathoninterview met Chris Kijne in de zomer van 1990 hoefde het allemaal niet zo pretentieus. Blokker bleek heel wat aimabeler dan zijn columns soms doen vermoeden. ------------------------------------- Biografie Jan Blokker "Een potentieel vadermoordenaar" Jan Andries Blokker werd op 27 mei 1927 geboren in de Admiraliteitenbuurt in Amsterdam. Hij kwam in een gezin terecht dat, zoals hij in november 2003 in een artikel in Trouw zegt, “redelijk belezen, maar niet outstanding van afkomst is. Geen adel, maar keurige middenstanders met een sterke neiging tot overdracht.” Van zijn ouders hoorde hij de verhalen die zij hadden meegemaakt, waardoor hij “de Eerste Wereldoorlog heeft meegemaakt. Daar begint mijn herinnering, aangespoeld uit het verleden.” Blokkers vader was kantoorbediende bij een bank, die het ver had kunnen schoppen als hij niet als kind aan tbc had geleden. Door dat op zijn werk te melden waren de promotiekansen verkeken. Tbc speelde een grote rol in huize Blokker: “Tocht! Pas op voor tocht. Ook als de mussen van het dak vielen. Als ik een deur niet achter mij had dichtgetrokken, kon ik van mijn moeder op mijn lazer krijgen, omdat vader bij een open raam zat en ik een aanslag op zijn leven had gepleegd.” Blokker bezocht de HBS op de Keizersgracht in Amsterdam en deed in 1944 zijn examen: “Ik heb nog een foto, genomen van mijn eindexamenklas, in 1944. Daar staan we, met z’n allen, op de Keizersgracht. Op de achtergrond zie je het huis van Anne Frank. Ze kon zo op ons neerkijken. Daar kan ik met schaamte aan terugdenken.” Hij studeerde daarna Nederlands en Geschiedenis, maar maakte die studies niet af. Op 24-jarige leeftijd debuteerde hij met de novelle Séjour, waarvoor hij de Reina Prinsen Geerligsprijs won. Er volgden nog twee romans, Bij Dag en Ontij (1952) en Parijs, Dode Stad (1954), maar in 1952 legde hij zich op het dagbladwezen toe. Hij werd leerling-verslaggever bij Het Parool, waar Simon Carmiggelt hem onder zijn hoede nam en hem aan het schrijven van filmrecensies zette. Twee jaar later maakte hij de overstap naar het Algemeen Handelsblad. Daar kwam hij Henk Hofland en Harry Mulisch tegen, die ook net hun (journalistieke) carrière waren begonnen. Een vriendschap die velen in de loop van de decennia tot de verbeelding heeft gesproken, het triumviraat van intellectueel Nederland. Een wat bredere publieke bekendheid kreeg Blokker door zijn deelname aan het roemruchte satirische televisieprogramma van de VARA, Zo Is Het Toevallig Ook Nog Eens Een Keer, waar ook Gerard Reve en Mies Bouwman aan meewerkten. Het programma liep één seizoen, in 1963-1964. In 1967 verliet hij het Algemeen Handelsblad. Hij was uitermate ongelukkig met de samenwerking die het dagblad aanging met De Telegraaf. “Het is voor een groot percentage een gevoelsargument, maar ik vind De Telegraaf nu eenmaal een stinkkrant.” In 1968 begon hij bij de VPRO als chef informatieve programma’s. Ook stond hij in dat jaar voor het eerst met een column in De Volkskrant. Er zouden 3815 columns voor De Volkskrant volgen. Tien jaar later werd hij adjunct-hoofdredacteur, tot 1985. Daarnaast schreef hij film- en operascenario’s, was hij voorzitter van het Productiefonds voor de Nederlandse Film en Bijzonder hoogleraar Persgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Blokker schreef ook een aantal boeken. Met zijn zoons Bas en Jan schreef hij Het Vooroudergevoel. Jan Blokker verwierf een grote schare fans met zijn scherpe columns, de zuurste azijnpissers van de Azijnbode. Een hekel aan hypocrisie en opgeblazen gedoe, een sceptische kijk op de politiek en een haarfijn gevoel voor wat wel en niet door de beugel kwam. Premier Balkenende werd en wordt in de hoek gezet als ‘ventje’ en Alexander Pechtold als ‘kereltje’. Een groepje trouwe lezers dat vlak voor Blokkers vertrek bij De Volkskrant in 2006 langs mocht komen op de redactie verwoordde het als volgt: “Het ergste verwijt dat ik De Volkskrant maak, is dat jullie mij niet kunnen garanderen dat Jan Blokker het eeuwige leven heeft.” Die uitspraak kwam dus vlak voor de veelbesproken en breed in de pers uitgemeten breuk met De Volkskrant. Blokker had niet langer het gevoel er thuis te horen, en er waren ook wat ruzies aan zijn vertrek voorafgegaan. Hij stapte over naar het NRC Handelsblad, waar hij voor de ochtendtabloid NRC next ging schrijven. ------------------------------------------------ Hoogtepunten uit het interview "Ik was een ontzettende schijtebroek als kind" Jan Blokker haalt de inspiratie voor zijn columns uit het nieuws. Chris Kijne wilde om te beginnen weten of die gretige nieuwsgierigheid van huis uit was meegegeven. "Het nieuws werd gevolgd, ik weet uit mijn allervroegste jeugdherinneringen, dat elke ochtend om zeven uur, op woensdag met de VARA begon met a: De Haan en b: dat, soms in honderd coupletten, socialistische strijdlied. En dan kwam pas Vas Diaz, dat moest wachten tot de VARA zijn ochtendwijding achter de rug had." En waar komt toch dat wantrouwen vandaan? Blokkers vader leed aan tbc en kreeg geen promotie doordat hij zo eerlijk was geweest dat op te biechten. Daardoor kreeg hij het gevoel sociaal gedupeerd te zijn. "Het was absoluut geen man die ooit op een barricade zou zijn geklommen. [Maar] ik ben wel groot geworden met het idee dat je mensen die iets te vertellen hebben om te beginnen moet wantrouwen. Dat vind ik nog steeds een buitengewoon bijzondere opvatting en levensopvatting." Die achterdocht tegen autoriteit viel ook zijn moeder ten deel, want die had thuis de broek aan, en niet zonder reden: "Mijn moeder was in veel opzichten een hele dominante vrouw, dus die heeft heel veel bijgedragen. Dat heeft ook weer met die tbc te maken, daar moet je niet te, nou ja, je mag er wel gering over denken, maar een raar soort ziekte is dat toch. Dat heeft een deel van mijn jeugd echt ontzettend beheerst. Een van de dodelijkste angsten die ik als kind had, was als mijn vader bloed opgaf. Dan rochelde hij en dan gaf ie een beetje bloed op en dat was levensgevaarlijk, nou ja, een beetje gevaarlijk was het ook wel. Ik ben opgegroeid met drie dingen die mij als kind, die ik aanvaardde als noodlottigheden. Het eerste was dat ik veel moest eten, want ik moest van mijn moeder een vetlaag om mijn longen kweken, want tbc was dan misschien niet erfelijk, maar het kon wel overspringen. Dus veel dikke havermoutpap, griesmeelpap en behoorlijke vette jus bij het eten. Het tweede was dat tocht levensgevaarlijk was. Dus ook als de mussen van het dak vielen en het was bloedheet in de zomer en het raam was open in de kamer en mijn vader zat in de kamer en ik liet de deur achter mijn gat open staan, was ik een vadermoordenaar, potentieel. Het derde was avondlucht. De mooie lucht van overdag werd vervangen door een buitengemeen smerige, giftige lucht. Dat zijn kleine gevolgen van het tbc-syndroom. Ik was een ontzettende schijtebroek als kind. Maar als kind had ik ook wel iets van: het is allemaal niet waar! Dus dat wantrouwen jegens de autoriteiten zat er al vroeg in. Mijn moeder was de autoriteit thuis." In het laatste uur van het marathoninterview vraagt Chris Kijne zich af of Blokker niet gewoon een burgermannetje is. Die suggestie wordt ruimschoots omarmd. "Ik ben inburgerlijk, denk ik. In mijn hele leven en manier van doen. Ik ben erg geneigd rekening te houden met wat andere mensen van mij vinden, dat is wel het prototype van de burgerman. Ik ben Hollander, ik ben geen calvinist, nou ja, dat wil zeggen we zijn allemaal calvinist. Maar ik ben geen dominee, wel een burgerman. Ik zou best mijn burgernorm aan de samenleving op willen leggen, een kleine verborgen machtswellust. Ik zou bijvoorbeeld morgen best een politieverordening af willen kondigen dat iedereen die zijn huis timmert of een schilderwerk verricht die op straffe van iets heel ergs zijn muziek uit moet doen. Ik kan wel groots en meeslepend willen leven, maar dat is onzinromantiek. Als ik de kans krijg, doe ik het toch niet." Als het gesprek op de 'zachte sector' komt, knapt er iets in Blokker. Het blijkt al jaren een bron van enorme opwinding: "Met regelmaat in de geschiedenis komen die dingen voor, aberraties in de samenlevingen. Ik sluit het echt rigoureus uit dat er mensen zijn die er baat bij gevonden hebben. Dat iemand ooit baat heeft gevonden bij een RIAGG, de grootste zwendelvereniging van Nederland, waar jaarlijks 700.000 mensen bij aankloppen. Ik ben resultaatgericht en pragmatisch. Ik bedoel met baat: ik heb een kwaal, ik heb een probleem en dat hindert me en dan ga ik naar een therapeut of een psychiater of een andere boef, nou ja, een boef, ja, eigenlijk zijn het allemaal boeven. En dan is het voorbij: nee, dat bestaat niet. Dat is een grote kwakzalverij, mensen geloven erin, net zoals ze in het marxisme geloofden. Ik ken niemand die er baat bij gehad heeft. Ik geniet elke keer weer van een berichtje als er weer een dame in haar bil is geknepen door zo'n figuur, dat bevestigt mijn gelijk. Werkgelegenheid, in dat circuit moet het geld toch ook rondgepompt worden. Als handelsreizigers die langs de deur gaan en hun voet tussen de deur zetten om jou of mij of onze vrouwen een stofzuiger te slijten, zo gaan de dames en heren therapiebedrijvers echt een, twee en drie hoog langs de deur met garen en band van psychische aard. In voorbije tijden en nu in Cambodja of in Spaanse Burgeroorlog had men toch ook geen psychiatrische hulp nodig. Dat hebben die mensen toch op de een of andere manier zelf gedaan. In deze krankzinnige luxemaatschappij woekert die sector wel voort. Het is een maffia van geldingsdrang, geweld." En tot slot een andere (schokkende) ontboezeming: "Ik val een beetje op d'r, ja [minister Hanja Maij-Weggen]. Ik heb haar "meisje Maij" gemunt. Dat heb je bij veel vrouwen, die een tamelijk onooglijk meisje zijn geweest. Die worden dan aan het eind van hun vierde decade opeens mooi. Ik zou ook nooit als oudere man op jonge meisjes kunnen vallen. Ik vind het veel fascinerender om bij vrouwen van een certain age, waarvan ik het dan weet dat ze vroeger niet zo mooi waren, te zien dat ze mooi worden. Maar verder niets, ik heb geen erotische dromen van haar." --------------- De interviewer Chris Kijne “Een aimabel man en begenadigd ouwehoer” Wat ik nooit zal vergeten, en ik schaam me er eigenlijk nog steeds voor, is dat we vijf uur lang hebben gepraat en dat het niet over de Volkskrant is gegaan. Daar was hij toch van 1979 tot midden jaren negentig adjunct-hoofdredacteur van, en we hebben het er gewoon niet over gehad. Het was hem ook niet opgevallen – we hadden het er toevallig vorige week nog over -, maar dat is iets wat ik als ik hem nu zou spreken anders had gedaan. Ik kende Blokker niet goed voor het marathoninterview, alleen van de columns die hij voor de Gids schreef, waar ik toen ook voor werkte. Hij was en is nog steeds één van mijn journalistieke idolen. Ik was nog vrij onervaren, het was mijn allereerste marathoninterview en ik was nog maar twee jaar bij de radio. Daardoor was ik waarschijnlijk iets servieler dan ik nu zou zijn. Op een gegeven moment, toen we op de zachte sector kwamen, ging hij naar mijn idee te ver: hij versleet alle therapeuten en psychiaters voor kwakzalvers. Als ik hem nu zou moeten interviewen zou ik vragen of er iets in zijn persoonlijk leven was voorgevallen waardoor hij zo’n blinde haat voor die mensen had ontwikkeld. Dat heb ik toen nagelaten. Je vraagt je natuurlijk altijd af hoe je je in een interview op moet stellen. Een marathoninterview is er natuurlijk in de eerste plaats om een persoon te portretteren. En je kunt niet meteen, zeker niet als het een gesprek van vijf uur betreft, ruzie gaan maken, want dan valt er in de rest van de uitzending weinig te praten. Ik had het nu alleen wel anders gedaan, wat meer tegengas gegeven. Je hebt achteraf natuurlijk nog honderd vragen over, de l’esprit d’escalier maakt zich van je meester, maar dat was nou ook weer niet zo ernstig dat ik dacht: wat heb ik veel laten liggen. Als mens is Jan Blokker toch vele malen sympathieker dan als columnist. Hij geeft dat ook toe: achter het bureau schrijft hij dingen, die hij nooit in iemands gezicht zou zeggen. Het was een leuk gesprek met een aimabele man en een begenadigd ouwehoer.

Vakantiepakket 2015
Ramses mag het zeggen - in gesprek met Tony van Verre

Vakantiepakket 2015

Play Episode Listen Later Aug 5, 1969 34:32


Interview met zanger/acteur Ramses Shaffy, omlijst met muziek. De vragen van interviewer Tony van Verre zijn grotendeels uit de opnamen geknipt, waardoor het programma een lange monoloog lijkt te zijn. Shaffy vindt het geven van interviews vervelend, ook omdat hij zich van nature niet duidelijk uitdrukt. Hij is erg onder de indruk van de manier waarop artiesten in New York werken. Hij zag veel theater-, toneel- en muziekvoorstelling en was geraakt door de musical 'Hair'. Hij schetst zijn vertrek bij de Nederlandse Comedie, omdat zijn tijd op was. Hij houdt als buitenlander enorm van Nederland. Hij laakt echter de materiële kant van de Nederlander. Shaffy staat nog steeds achter de liedjes die hij gezongen heeft, zelfs van een oude hit als 'Sammy'. Hij verhaalt over de enorme populariteit van schrijver Jan Cremer die in New York woont. Neerlands grootste schrijver vindt hij Gerard van 't Reve, vooral om diens "afzichtelijk gevoel voor humor". Shaffy heeft een hekel aan de Amsterdamse 'societyzeuren': zo links als de pest. Hij vindt het niet erg dat de als links bekend staande schrijver Harry Mulisch niet in de voorste gelederen loopt bij een of andere demonstratie. Ook de sportauto die Mulisch rijdt is geen probleem. Mulisch doet namelijk iets anders: hij schrijft boeken. Shaffy verhaalt over zijn ontmoeting met de getalenteerde zangeres Liesbeth List. Shaffy zegt van mensen te houden die hem raken door "echt" te zijn, of door hun waanzinnig gevoel voor vreugde. Shaffy zegt dat hij hard is en getraind in alle teleurstellingen die er bestaan. Hij vertelt over het moment waarop zijn ouders hem verlieten. Toen begon zijn eigen leven. Hij voelt daardoor een "afschuwelijke" kracht in zich, waar weinig mensen mee zouden kunnen leven. Shaffy stevent gemakkelijk af op mensen die hem interesseren. Die neemt hij wel eens mee naar huis en dan blijven ze een tijdje. Shaffy bekent geen bezittingen te hebben: geen auto, geen kleding. Hij schetst de situatie als hij getrouwd zou zijn en kinderen zou hebben. Hij zou een "waanzinnig" goede vader zijn. Of hij ook een goede echtgenoot zou zijn: hij denkt van niet, omdat hij niet monogaam is.