POPULARITY
Romy Kersten was een van de beste tennissers van haar generatie. Met haar vader als trainer stond ze dag en nacht op de baan. Totdat de druk haar de das omdeed. Romy werd angstig, depressief en zelfs suïcidaal. Totdat haar leven een wending nam die ze zelf nooit had kunnen bedenken. Vanuit een stevige aversie tegen religie, vond ze het grote levensgeluk in het katholieke geloof. We praten met haar door over haar levensverhaal. Een verhaal vol diepe dalen en hoge pieken. En we gaan op zoek naar de schoonheid van katholieke tradities in de drukke en bewogen tijd waarin we leven. We vinden het leuk als je meedenkt en je gedachten over onze gesprekken met ons deelt. Dat kan tegenwoordig via onze kersverse website!Ga naar www.move.community/goedbeterbestWe horen graag van je. Leuk dat je luistert!
We zien Erasmus staand achter zijn lessenaar, schrijvend, tussen de boeken zoals je verwacht van een geleerde zoals hij. Albrecht Dürer maakte deze gravure zes jaar nadat hij Erasmus had ontmoet. Waarom pas na zo'n lange tijd? En is dit portret een beeld van een hooggeleerde Erasmus die druk bezig is met nieuwe, inspirerende ideeën. Of laat het juist een beeld zien van een oude geleerde die zijn beste tijd gehad heeft en alleen nog maar in zijn boeken bestaat?
“Sommige verhalen neem je mee naar bed als je gaat slapen, andere moet je naast je neerleggen”. In de 37 jaar dat Don Castelein protestants legeraalmoezenier was, werd hij in Afghanistan en Servië met dramatische situaties geconfronteerd. Katholiek hoofdaalmoezenier Johan Van den Eeckhout van zijn kant maakte conflicten in Congo, Somalië en Rwanda mee. Wie de dood in de ogen kijkt – en in het leger kan dat al snel gebeuren – denkt na over de zin van het leven. De impact van vredesmissies op de soldaten mag niet onderschat worden, net zoals het belang van goede geestelijke begeleiding.
Vandaag hebben we het genoegen om te spreken met Lieven Boeve, de directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. Na 10 jaar aan de top van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, draagt Lieven Boeve de fakkel over. In dit gesprek gaan we dieper in op onderwerpen zoals de rol van Katholiek Onderwijs Vlaanderen in een geseculariseerde samenleving, de impact van leerplannen en eindtermen, en de kwaliteit van het onderwijs.ShownotesCheck het vormingsaanbod van het Expertisecentrum Onderwijs en LerenCheck de studiedagen van het Expertisecentrum Onderwijs en LerenCheck het programma van de Open Lezingen!
Zuster Nadiya behoort tot de Blauwe Zusters, een religieuze familie van de katholieke traditie. Ze woont in een klooster en leeft een bestaan waar wij ons weinig bij voor kunnen stellen. Waar wij worstelen met sociale media en vaak een gehaast, druk en vol leven leiden, is dit voor zuster Nadiya heel anders. Vandaag leert ze ons hoe focus, weinig afleidingen en discipline haar vrij zetten. En ze deelt met ons hoe ze haar eigen wil ondergeschikt maakt aan die van God. Super leerzaam en inspirerend dus! Leuk dat je weer luistert. We vinden het leuk als je meedenkt en je gedachten over onze gesprekken met ons deelt. Dus heb je vragen of opmerkingen over deze aflevering? Mail dan naar redactie@move.communityBedankt voor het luisteren!
De vier partijen die het eens proberen te worden over een regeerakkoord op hoofdlijnen zitten nog bij elkaar. Of tenminste… het is nog niet stukgelopen. Toch zitten ze de komende week niet met elkaar aan tafel. Vanaf 6 mei is het de finaleweek zeggen de informateurs en dan wordt het echt spannend. Deze week werd bekend dat er op de formatietafel een plan ligt om over een asielcrisis te spreken in plaats van over een opvangcrisis. Is dat een manier om er samen uit te komen? En hoe gaat het verder met deze buitengewoon wonderlijke formatie? En hoe is het bij de nummer 2 van de verkiezingen? De combinatie GroenLinks/PvdA staat bij de formatie buitenspel, maar op hun gezamenlijk congres gebeurde van alles. Verder aandacht voor het beladen mestdebat dat deze week plaatsvond. En in de Wandelgangen spreken Xander en Joost Daan de Kort, de voorzitter van de parlementaire enquêtecommissie die het coronabeleid gaat onderzoeken. Die commissie heeft een onderzoeksvraag en een planning gepresenteerd.
Vincent Byloo trekt naar het Sint-Jozef-Klein-Seminarie in Sint-Niklaas, het college waar Tom les kreeg. Klasgenoot Chris De Stoop vertelt hoe die strenge eliteschool hen allebei opkweekte tot sociaal geëngageerde schrijvers. Zijn klastitularis, Stefaan Van der Kelen, herinnert zich hoe dat klein ‘Tommeke' op de eerste rij toen al brandde van ambitie. Hoe vormend waren die jaren aan het college van Sint-Niklaas, als jongste zoon van een groot middenstandsgezin?
Zuster Godfrieda heeft zeker 3, allicht zelfs 17 moorden op haar geweten. Hoe komt het dan dat we zo weinig over haar weten? Waarom wordt ze vaak vergeten in het lijstje van Belgische seriemoordenaars? En hoe komt het dan dat er over heel de wereld wél over de "Killing Nun" gesproken wordt? See omnystudio.com/listener for privacy information.
Daan Savert is 30 jaar, studeerde theologie, is pacifist, en woont in een idealistische leefgemeenschap in Amsterdam Zuid-Oost; het Jeanette Noëlhuis. Ook is hij sinds september vorig jaar projectcoördinator van de Laudato Si' Alliantie. Van oorsprong is Daan protestants maar hij begon zich steeds meer thuis te voelen in de Katholieke traditie. Afgelopen november werd hij dan ook officieel Katholiek.
Daan Savert is 30 jaar, studeerde theologie, is pacifist, en woont in een idealistische leefgemeenschap in Amsterdam Zuid-Oost; het Jeanette Noëlhuis. Ook is hij sinds september vorig jaar projectcoördinator van de Laudato Si' Alliantie. Van oorsprong is Daan protestants maar hij begon zich steeds meer thuis te voelen in de Katholieke traditie. Afgelopen november werd hij dan ook officieel Katholiek.
Vandaag spreken we met Lieven Boeve, Directeur-Generaal van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen, over de evolutie van hoe we onze educatie organiseren. We starten bij het onderzoeken van wat nu juist de rol is van het 'Katholieke' binnen onderwijs in een seculaire samenleving. Van daaruit hebben we het over all-things onderrichting; Gelijkheid en de verschillende onderwijsvormen, het verhogen van de kwaliteit, de norm-shift zoals o.a. de pedagogische tik & striktheid en nog vele andere zaken. We kijken ook naar het soort mensen dat het onderwijs dient af te leveren. Lieven eindigt met hoe hij het praktische en theologische verbindt. Enjoy! DISCOURS vzw https://www.discours.be PODCAST Apple Podcasts: https://podcasts.apple.com/be/podcast/discours-met-de-boys/id1552090974 Spotify: https://open.spotify.com/show/1hC2t2YYCE3l7BOB12yjIr Youtube: https://www.youtube.com/@discours SOCIALS Twitter: https://twitter.com/DiscoursDialoog Instagram: http://instagram.com/discoursdialoog Facebook: https://www.facebook.com/DiscoursDialoog TikTok: https://www.tiktok.com/@discoursdialoog
Preshow Mausritter, CY_BORG Quondam Follow-up Capital letter test is a foolproof way of sorting AIs from humans Onderwerpen Re #593: Elon Musks Neuralink krijgt FDA-goedkeuring voor tests hersenchip op mensen Signpost doet overname en mag 440.000 laptops leveren aan het Katholiek onderwijs Smartschool Foto’s & Planner Tips Toon: Silo (Apple TV+) & Fritzing
De Pater Podcast - seizoen 3 - afl. 28 Waarom ben ik nog katholiek? by Radio Maria Nederland
Onthulling van het structureel misbruik in de Rooms-Katholieke kerk in Nederland. Gelauwerd onderzoeksjournalist Joep Dohmen doet een lang, gedegen en emotioneel onderzoek samen met Robert Chesal van de Wereldomroep. Honderden slachtoffers van het 'grondpersoneel van de lieve Heer' kregen door de verhalen van Joep en Robert erkenning en een stem. Maar dat proces bracht ook veel teweeg bij Joep zelf.Zie het privacybeleid op https://art19.com/privacy en de privacyverklaring van Californië op https://art19.com/privacy#do-not-sell-my-info.
Iedereen kent wel het iconische schilderij 'Meisje met de parel'. Maar wie maakte het? Wat weten we over de maker, Johannes Vermeer? De meeste van zijn schilderijen komen nu van over de hele wereld naar de grote Vermeer-tentoonstelling. Wat maakt zijn werk zo bijzonder? Zijn er nog nieuwe dingen te ontdekken? (Spoiler: ja!) En hoe kwamen zijn schilderijen weer samen? Conservator Pieter Roelofs gaat in gesprek met Janine Abbring.Wil je weten hoe de schilderijen die we bespreken eruit zien? Ga dan naar rijksmuseum.nl/podcast. Beluister ook de andere aflevering over Vermeer. De tentoonstelling "Vermeer" is te zien van 10 februari tot en met 4 juni 2023.In het Rijksmuseum is powered by ING.
Valt er nog iets nieuws te vertellen over Johannes Vermeer, de schilder van het 'Meisje met de parel' en ‘Het melkmeisje'? Ja zeker! Heel wat, zo blijkt. In de aanloop naar de grote Vermeer-tentoonstelling deed Gregor Weber onderzoek naar hoe Vermeers katholieke omgeving van invloed is geweest op zijn leven en schilderwerk. Zo is hij meer te weten gekomen over het gebruik van de camera obscura. Hoe kwam Vermeer hiermee in aanraking? En wat heeft zijn buurman van de orde van de jezuïeten ermee te maken?Wil je weten hoe de genoemde werken eruit zien? Kijk op Podcast: In het Rijksmuseum - RijksmuseumHet boek van Gregor J.M. Weber, 'Johannes Vermeer: Faith, Light and Reflection' / 'Johannes Vermeer: Geloof, licht en reflectie' is verkrijgbaar in de boekhandel vanaf 9 februari 2023. De tentoonstelling 'Vermeer' is te zien van 10 februari tot en met 4 juni 2023.In het Rijksmuseum is powered by ING.
De Pater Podcast - seizoen 3 - afl. 12 Katholiek vs Orthodox by Radio Maria Nederland
Sigrid Kaag is misschien wel de meest besproken politicus van het land. Ze staat als D66-partijleider, vicepremier en minister van financiën op het moment voor hete vuren. Vanwege de grote politieke vraagstukken van het moment beleeft Kaag spannende tijden: problemen rondom de koopkracht en een tweespalt in het kabinet rondom stikstof. Relletjes achtervolgen haar, maar wie is Kaag als het stof is neergedaald? Hoe kwam ze uit bij D66? Wat heeft ze uit haar jeugd en internationale carrière meegenomen naar Den Haag? Daarover is Wilma Kieskamp, politiek redacteur en Kaag-biograaf, in deze tweede bonusaflevering van de nieuwe politieke podcast van Trouw - Haags Halfuurtje - te horen. Kieskamp vertelt hoe Kaag in politiek Den Haag neerstreek en waar ze hierna misschien naartoe zal gaan. Ze publiceerde vlak voor de zomer de eerste biografie over de politicus genaamd Sigrid Kaag: De schaduwpremier. Heeft u na dit voorproefje zin in meer politieke duiding van Trouw? Vanaf volgende week is de politieke redactie wekelijks te horen in Haags Halfuurtje, te beluisteren op alle bekende podcastkanalen. Presentatie: Christoph Schmidt Redactie en productie: Hannah van der Wurff en Joris Belgers Montage: Hannah van der WurffSupport the show: http://www.trouw.nlSee omnystudio.com/listener for privacy information.
"De vrouw is de man onderdanig in alles, ook bij vleselijke gemeenschap. En daarbij werd je als vrouw wel geacht dan een beetje enthousiast mee te doen." De katholieke huwelijksmoraal is in de vorige eeuw vastomlijnd en voorzien van talloze voorwaarden. Historicus René Bastiaanse vertelt over zijn onderzoek hiernaar. Dit is een bonus bij aflevering 7: Gegroet Eerwaarde Luister de hele aflevering hier: https://bhic.fireside.fm/7 Alle info over onze podcast vind je hier: https://bhic.nl/podcast
Conservatief Amerika viert feest nadat het Hooggerechtshof vorige week het landelijk recht op abortus schrapte. Hoe kan het dat zo'n belangrijk besluit niet door de politiek maar door een rechter wordt genomen? Correspondent Bas Blokker vertelt dat conservatieve katholieken al decennia bezig zijn het Supreme Court naar hun hand te zetten. Lukt het hen om de seksuele revolutie van de jaren zeventig terug te draaien?Gast: Bas BlokkerPresentatie: Egbert KalseRedactie: Mandula van den BergMontage: Bas van WinZie het privacybeleid op https://art19.com/privacy en de privacyverklaring van Californië op https://art19.com/privacy#do-not-sell-my-info.
In aflevering 2 beginnen we met onze tocht vanaf de Piazza del Popolo over de Via del Corso naar de Piazza Venezia. Aan de orde komen het huis van Goethe in Rome (2.40), San Giacomo in Augusta (3.46), het begrip titelkerk (4.40), 8.32 het werkwoord creëren (8.32), 9,43 Stijn die dol is op kardinalen, de winnaars van het Eurovisie Songfestival Måneskin (11.20), de Basilica di Santi Ambrogio e Carlo (12.30), Frans Liszt (17.30) en Palazzo Chigi (25.30).
In deze derde aflevering voltooien Stijn en Christian dan eindelijk hun wandeling van Piazza del Popolo naar Piazza Venezia. Aan de orde komen onder andere: de San Marcello al Corso en het wonderkruisbeeld dat daar hangt(0.50), paus Franciscus en de coronapandemie (5.47), de Galleria Doria Pamphilj (13.57), Palazzo Bonaparte (17.57) en Piazza Venezia (24.03).
In aflevering 1 komen we aan de noordkant van Rome de stad binnen. Aan de orde komen de Porta del Popolo (5.19), Christina van Zweden (9.30), de Piazza del Popolo (13.14), Santa Maria del Popolo en Maarten Luther (15.59), de Pincio(21.30), restaurant en bar Canova (24.46), beeldhouwer Antonio Canova (26.45) en de Via del Corso (28.10).
Vandaag luisteren we naar het perspectief van Lieven Boeve, directeur-generaal van het Katholiek Onderwijs Vlaanderen en professor aan de KU Leuven. We hebben het over de verarming op onze scholen door de situatie in Oekraïne, verkorte schoolvakanties, genderidentiteit, de rol van leerkrachten, het hoofddoekenverbod, de tragedie van Sanda Dia en meer!In de auto of op het werk?Elke aflevering valt ook te beluisteren op Spotify en Apple Podcasts!https://linktr.ee/podcasthetperspectief
Ben Knüppe is een duizendpoot. Hij was jarenlang curator en advocaat van bedrijven in moeilijkheden in Rotterdam. Belandde in 1 keer in de wereld van Peter Stuyvesant, toen vliegtuigbouwer Fokker failliet ging en hij één van de curatoren werd. Was CEO van Dexia Bank Nederland. En werd mede-curator van het faillissement van de DSB bank van Dirk Scheringa, het grootste banken-faillissement in de Nederlandse geschiedenis. Het mooiste project in zijn leven noemt Ben de uitgave van het boek: “Hier in het Oosten alles wel”; een familiekroniek over zijn Amsterdamse grootvader, die op z'n 24e naar China vertrok om daar een nieuw leven op te bouwen. Een familiegeschiedenis die onverwacht een grote, verbindende rol speelde, in de tijd dat ADO Den Haag in Chinese handen was, en Ben - als interim voorzitter van de Raad van Commissarissen van de club - een bezoek bracht aan de toenmalige eigenaren in China. Een openhartig gesprek over wat je kan leren van een bezetting in een failliet bergingsbedrijf, over het belang van een goede persoonlijke benadering, over de kwetsbaarheid van het leven en hoe ongelofelijk waardevol familie is. Het verhaal van een opgewekte Katholiek, met calvinistische Dordtse roots. .......................................... Merel van Deursen is sparring partner voor professionals. Ze helpt mensen bij gedoe in de top en bij het versterken van hun persoonlijk leiderschap. Meer over Merel: www.legalhighperformance.nl merel.vandeursen@legalhighperformance.nl 0650638927 LinkedIn: Merel van Deursen Techniek en mixage: Hidde Bruinsma
Waar en hoe groeide Paul van Ostaijen op? Wat waren zijn eerste literaire wapenfeiten? Was hij een activist? Een dandy? Een katholiek? Wilde hij met zijn gedichten de wereld veranderen? Theatermaker en singer-songwriter Jaouad Alloul praat met biograaf Matthijs de Ridder, maar ook met geëngageerde kunstenaars en opiniemakers die van Ostaijen lezen met een hedendaagse blik: beeldend kunstenaar en poetry slammer Younes van den Broeck, schrijver Jeroen Olyslaegers en bisschop Johan Bonny.
In deze uitzending legt prof. Herman de Dijn ons uit wat het Rooms-Katholiek geloof eigenlijk is.
Over de hele wereld is dit de periode van de gay prides, ook in Italië waar nog flink terrein te winnen is als het gaat om acceptatie van LGBTQI. Er woedt een flinke strijd tussen het Vaticaan en de Italiaanse regering over een wetsvoorstel omtrent de bestrijding van homofobie. Maar ook los van het Vaticaan is de klassieke familie zeer diep geworteld in de Italiaanse samenleving en er is weinig ruimte voor alternatieven.
Ooit begonnen we deze serie omdat we het gruwelijk oneens waren over sommige dingen, maar in de praktijk pakt dat toch weer anders uit. In aflevering 14 van deze boeiende serie insidersgesprekken over theater en wat dies meer zij, spreken we over een paar voorstellingen van het Holland Festival en blikken we vooruit naar de festivalzomer. Zo blijkt de nieuwe coronaversie van De Parade opeens iets te zijn waar Wijbrand weer graag voor op pad gaat, namelijk, zoals Marijn vertelt: een diner met tweee voorstellingen waarvan er minstens 1 buiten je eigen bubbel valt. Ook buiten de bubbel voor beiden was overigens Pierrot Lunaire van Klangforum Wien, en eigenlijk ook Age of Rage van ITA, die voor beiden te gortig was. En dan duikt opeens de naam van Erik Snel op, oprichter van het Utrechtse gezelschap Aluin. Marijn en Wijbrand zijn het eens over diens capaciteiten om de klassieke tragedies wel te kunnen vertalen naar iets met inhoud en zeggingskracht. En dan gaat het ook nog over katholiek theater. Wat ze daarmee bedoelen? Luister hier naar de zomerspecial van de nerdpodcast! --- Send in a voice message: https://anchor.fm/cultuurpers/message
Wat is het Westers Schisma?Word nu lid, ga naar https://petje.af/vroeger én ontvang extra content via de VROEGER.clubWil je een beetje sleutelen aan je algemene ontwikkeling en je historisch besef? Sta je altijd maar een beetje leegheid te cultiveren op verjaardagen of gesprekken die hierover gaan? Win eens een bordspel op historische feitjes!
Wat is 'de Beeldenstorm'?Wil je een beetje sleutelen aan je algemene ontwikkeling en je historisch besef? Sta je altijd maar een beetje leegheid te cultiveren op verjaardagen of gesprekken die hierover gaan? Win eens een bordspel op historische feitjes!VROEGER.club (word nú lid) Word nu lid, ga naar https://petje.af/vroeger én ontvang extra content via de VROEGER.club
Afstuderen in de richting bouw zonder een truweel in handen te hebben gehad. Of als anderstalige onvoldoende Nederlands kunnen leren. Het katholiek onderwijs vreest dat de nieuwe eindtermen voor het secundair hun doel voorbijschieten. Door de klacht bij het Grondwettelijk Hof, is het nog maar de vraag of de scholen in september kunnen starten met de nieuwe eindtermen. Ondanks de onzekerheid, gaan de voorbereidingen wel door. De kans dat volgend schooljaar een overgangsjaar wordt, is groot. Vragen, opmerkingen of suggesties? Mail podcast@standaard.be Journalist Klaas Maenhout | Presentatie Alexander Lippeveld | Redactie Dirk Vandenberghe | Audioproductie Joris Van Damme | Muziek Brecht Plasschaert | Chef Podcast Bart Dobbelaere
Judith Fanto (51) uit Apeldoorn won dit jaar de Hebban Debuutprijs voor Viktor, een roman gebaseerd op de geschiedenis van haar Weens-Joodse familie. In de veertiende Jodcast vertelt zij openhartig over de zoektocht naar haar Joodse wortels en de betekenis van familiebanden. Judith Fanto is jurist, journalist, schrijfster, getrouwd en moeder van drie kinderen. Geboren als Geertruide van den Heuvel, en vernoemd naar haar Joodse grootmoeder Trude.
De Nederlandse Bisschoppenconferentie heeft besloten om het predicaat ‘katholiek' van de Stichting Katholieke Universiteit (SKU), de toezichthouder van Radboud Universiteit en Radboudumc, in te trekken. De bisschoppen vinden dat ze te weinig invloed hebben op de samenstelling van het stichtingsbestuur. Wat betekent dit voor de Radboud Universiteit? Heeft het effect op onderwijs, onderzoek en arbeidsvoorwaarden? Verliest de Radboud Universiteit hiermee ook haar katholieke identiteit? Luister naar vicevoorzitter van het college van bestuur Wilma de Koning en universiteitshistoricus Jan Brabers en discussieer zelf ook mee. Lees het verslag: https://www.ru.nl/radboudreflects/terugblik/terugblik-2020/terugblik-2020/20-11-16-predicaat-katholiek-academic-affairs/ Geen podcast meer missen? Abonneer je op dit kanaal. Dit is een programma van Radboud Reflects en de Radboud Universiteit. Radboud Reflects organiseert verdiepende lezingen voor iedereen over filosofie, religie, ethiek, samenleving en cultuur. www.ru.nl/radboudreflects Wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten? Schrijf je dan in voor de tweewekelijkse nieuwsbrief: https://www.ru.nl/rr/nieuwsbrief
In deze uitzending kan u opnieuw luisteren naar de getuigenis die Rob Lemeire op 5 oktober voor Radio Maria kwam geven. Hij groeide op in een ongelovig gezin en vond het altijd evident dat God niet bestond. Sinds twee jaar noemt hij zichzelf echter katholiek.
Na de tachtigjarige oorlog werd de gereformeerde kerk de publieke godsdienst van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Tegelijkertijd konden veel katholieken achter gesloten deuren hun godsdienst nog wel belijden. Hoe erg was de onderdrukking echt? We gaan erover in gesprek met Carolina Lenarduzzi in deze aflevering van de UBLpodcast. Lenarduzzi promoveerde twee jaar geleden op een onderzoek naar godsdienstvrijheid in de Republiek. In haar boek ‘Katholiek in de Republiek' nuanceert ze het beeld dat veel mensen hebben over de Republiek, namelijk als vrijhaven waar gelovigen van alle denominaties vreedzaam samenwoonden. ‘Er was weliswaar gewetensvrijheid, maar er was geen vrijheid van godsdienstuitoefening. Dus voor die katholieken stelde de gewetensvrijheid eigenlijk niet zoveel voor.' Themaprogramma Deze UBLpodcast wordt aangeboden in het kader van het themaprogramma Onderdrukking en Vrijheid van de UBL. Daarin belicht de UBL visies op identiteit, relaties en interactie tussen individuen en groepen in het verleden. Er worden ook blogs en video's rond stukken uit de bijzondere collecties uitgebracht. Momenteel kunnen er vanwege het coronavirus helaas geen activiteiten voor het belangstellende publiek worden georganiseerd. De UBLpodcast is ook beschikbaar via de volgende kanalen: Soundcloud iTunes Spotify Castbox Stitcher
In deze tijden waarin we geconfronteerd worden met angst, twijfels, onzekerheden en uitdagingen is het vasthouden aan het geloof datgene wat ons doet wortelen in het geloof en ons doet groeien in de liefde. In deze aflevering hebben we het over de schoonheid van het katholiek geloof en ontdekken het bijzondere levensverhaal van Marino Restrepo […]
Tijdens deze katholieke vasten gaat hoofdredacteur Pieter Bauwens in gesprek met politici over hun geloof en politieke overtuiging. In deze aflevering praat hij met Filip Brusselmans, Vlaams Parlementslid voor Vlaams Belang en Katholiek. Als student kwam hij in contact met de Antwerpse parochie in de Hemelstraat waar de priesterbroederschap Pius X de diensten verzorgt. Hij herontdekte er het geloof.Support the show (https://doorbraak.be/steun/)
Gast: Pedro Kuit, freelance pastor en dominee, onafhankelijk van een kerk. Je kunt bij hem terecht als je gaat trouwen, maar ook bij een uitvaart kun je op zijn diensten rekenen. Pedro is wars van hokjesdenken, ook wanneer het geloof betreft. Volgens hem geloven we in dezelfde God, of we nu Katholiek of Protestant zijn, Evangelisch of Baptist. Hij ervaart kerken als statisch en star, terwijl mensen organisch en bewegelijk zijn. Pedro is niet-gelovig opgevoed en kwam tijdens een depressie tot geloof.
Katholieken hadden in ons land eeuwenlang een positie die lijkt op die van de grootste religieuze minderheid van nu, de moslims. Dat lag aan de roomsen zelf doordat ze de paus en pastoor dikwijls boven het vaderland stelden. Maar dat lag ook aan de rest van de samenleving die de roomsen vooral zagen als ‘bijwoners’.De achterstelling van de papen en papenvrees begon tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Carolina Lenarduzzi schreef erover Katholiek in de republiek. De historica is te gast.
Klap na klap voor de Chileense Katholieke Kerk. Natuurlijk vanwege misbruik-gevallen. Priesters deden het, Bisschoppen wisten ervan en deden niets, de Paus ontkende het vervolgens ook. In mei mocht ik erover vertellen op Radio 1 bij De Wereld van BNNVARA. Toen kwamen er rigoreuze maatregelen: een vernietigend rapport, het ontslag aangeboden van alle bisschoppen, persoonlijke excuses van de Paus... Sindsdien gaat het allemaal weer traag: er zijn nu 7 bisschoppen ontslagen, recent nog weer twee die al lang met pensioen waren. Ook de Chileense overheid leek hard in actie te komen, zelfs met invallen in kerken. Er lijkt nu een eerste schadevergoeding voor slachtoffers aan te komen. Maar al met al gaat het erg langzaam. En dat zie je, niet geheel verrassend, terug in de publieke opinie. Vandaag werd bekend dat slechts 14% nog vertrouwen heeft in het instituut Katholieke Kerk, maar liefst 81% keurt de Katholieke Kerk af. Een schokkend laag percentage voor een land dat nog zo Katholiek is. Ze hebben nog wat te doen hier om het vertrouwen van het volk terug te winnen...
In de tweede, en laatste, Melon Maart introduceert Maarten een nieuw segment en worden er in Roll The Dice drie films uit zijn geboortejaar 1984 besproken in drie verschillende genres: science fiction, comedy en action. Wat ten slotte een gezellige top 3 aan zondagnamiddagfilms had moeten worden, wordt overschaduwd door de gigantische verontwaardiging van Sven. Katholiek- versus gemeenschapsonderwijs in aflevering 58!
In 1945 worden in Limburg de eerste bevrijdingskinderen geboren. Een deel van hen is duidelijk herkenbaar als ‘Amerikaantjes’ – hun biologische vaders zijn zwarte Amerikaanse soldaten. In het witte katholieke Limburg zijn zij de eerste groep die er opgroeit met een afwijkende huidskleur. De vaders werden door de Limburgers als bevrijders omarmd, maar de acceptatie van de kinderen verliep minder vlekkeloos. Laura Stek en Wies Bakker ontmoetten twee van deze kinderen en spraken met schrijfster Mieke Kirkels. Zij schreef het boek: Kinderen van zwarte bevrijders dat deze maand is uitgekomen.
Verzamelband 18 van "De Mannen van de Radio", absurdistische sketches die tussen 1995 en 1997 bijna dagelijks werden uitgezonden in het VPRO programma De Avonden. Met Pieter Bouwman en Hans Teeuwen, en soms Theo Maassen. 0:00 Louis van Gaal 7.20 7:30 Walters oproep 3.56 11:40 Luchtjes 2.47 14:40 Oproep voor Anita 3.10 18:00 Katholiek worden 5.00 23:10 Lucifersdoosjes (godverdomme) 5.35 29:10 Fons van Schie (storingen) 5.45
Verzamelband 18 van "De Mannen van de Radio", absurdistische sketches die tussen 1995 en 1997 bijna dagelijks werden uitgezonden in het VPRO programma De Avonden. Met Pieter Bouwman en Hans Teeuwen, en soms Theo Maassen. 0:00 Louis van Gaal 7.20 7:30 Walters oproep 3.56 11:40 Luchtjes 2.47 14:40 Oproep voor Anita 3.10 18:00 Katholiek worden 5.00 23:10 Lucifersdoosjes (godverdomme) 5.35 29:10 Fons van Schie (storingen) 5.45
Ook de kerk, of wellicht zelfs ook het het geloof verandert onder invloed van de digitalisering. Eric van den Berg van Katholiek.nl en Mijnkerk.nl vertelt erover in Top names. “De trend die ik zie dat steeds meer mensen online hun eigen geloof pakketje gaan samenstellen en daar een community omheen bouwen.”
Duitsland en Indonesië. Daarvoor werkte hij al als diplomaat in Libanon en Libië. Hij studeerde politieke en sociale wetenschap en leerde Arabisch. Zijn kennis van de taal en cultuur en zijn ervaringen in Noord Afrika en in het Midden Oosten maken hem een autoriteit in de beoordeling van de Arabische Lente dit jaar. Ook kent hij het land waar het maar geen lente wil worden goed: Syrië. Van Dam noemt de Syrische president Bashar al-Asad als oorspronkelijk “ een heel vriendelijke man”. Hoe die zich tot de dictatoriale machthebber ontwikkelde, valt te lezen in het standaardwerk over Syrië, The struggle for power in Syria. Van Dam schreef het boek in 1979, maar dit jaar verscheen de vierde en geactualiseerde editie. --------------------------------- Samenvatting van Koos van Dam EERSTE UUR Allereerst van Dam’s bezoek aan Amerika onlangs. Zijn allereerste ooit. Hij ging naar Washington waar de vierde editie van zijn boek ‘De strijd om de macht in Syrie’ feestelijk werd gepresenteerd. Over Amerika is Van Dam nooit echt enthousiast geweest, en het bezoek bracht geen nieuwe inzichten. De buitenland politiek van Washington is volgens Van Dam ‘niet om over naar huis te schrijven’. Immers een republikeinse kandidaat wist niet eens het verschil tussen Iran en Irak! De oorlog in Irak wordt nu in de VS verkocht als een succes, terwijl er 100.000 doden zijn gevallen, het er niet veilig is en nog steeds instabiel. Nee dan het Midden Oosten; daartoe voelde Van Dam zich altijd al meer aangetrokken. Die fascinatie begon al op de middelbare school. In de werkkamer van zijn vader vond hij Arabische boeken, die hem fascineerden. Na zijn middelbare school ging hij meteen naar Syrië. Bij de grenscontrole raakte hij zijn portefeuille kwijt, die werd hem teruggebracht. Hij belandde bij een familie in een dorpje vlakbij Aleppo. Het was net alsof hij voor de tweede keer geboren werd. In een nieuw land, nieuwe cultuur, nieuwe familie. Van Dam: “Ik werd daar zo warm ontvangen, ongelofelijk. Die arabische gastvrijheid is heel bijzonder.” Arabisch sprak hij nauwelijks. Hij werd ondergedompeld in de taal. Tijdens zijn studie ging hij voor zijn doctoraalscriptie naar Syrië en Libanon. Hij sprak er onder meer met Palestijnse commando’s. In 1975 kwam, solliciteerde hij bij de Universiteit van Amsterdam. De baan kreeg hij niet, hij was niet links genoeg. Bertus Hendriks, die we later leerden kennen als midden oosten commentator van de Wereldomroep, was dat wel. Van Dam is er niet rouwig om. Hij noemt zichzelf wetenschapper en zijn diplomatieke jaren gaven hem juist de kans jarenlang onderzoek te doen naast zijn werk. Na zijn studie ging hij werken bij Buitenlandse Zaken. Hij werd gestationeerd in Libanon in 1980 waar het volop burgeroorlog was. Het was er gevaarlijk met allerlei facties die elkaar bestreden. Maar nog gevaarlijker was het op de Golan-hoogte in 1973, tijdens de Israelische aanvallen, toen kwamen de bommen uit de lucht en vanaf de zee. Over Israel was hij kritisch in het boek “De vrede die niet kwam”, dat hij schreef met Jan Keulen in 1989. Israel komt bijna overal mee weg, stelden zij toen. Streep dat woordje bijna maar door, zegt van Dam nu. Ze komen overal mee weg. De Amerikaanse en Europese politici bieden geen weerwerk. Er wordt gezegd: dat er niet verder gebouwd mag worden aan de settlements. Maar daar trekken de Israeli’s zich niets van aan. In de loop der jaren heeft hij het idee opgegeven dat de Israeli’s ook vrede willen. Ze willen heel Palestina houden, ze willen vrede alleen maar op hun voorwaarden. Maar Israel is toch de enige democratie in het Midden Oosten, zoals wel eens wordt beweerd? Van Dam noemt het onzin. Misschien binnen de grenzen van de staat Israel. Maar in de bezette gebieden… Daar heerst volgens hem een Israelische dictatuur. En die dictatuur overtreft die van de buurlanden. En dat duurt al van 1967 tot nu, de langste bezetting in de recente geschiedenis. De inval van Libanon, de inval in de Gaza-strook. De bevolking vindt dat niet leuk. En dat zal nog generaties doorgaan. Hij voorspelt dat, als er echt democratie in de buurlanden komt, het anti-Israelische sentiment dan zal opspelen. Ook de Saoudi’s hebben een vredesvoorstel gedaan. Maar de Israelieten zijn niet geinteresseerd in vrede. Ze willen er niets voor opgeven. Ze zijn maar op een ding uit: heel Palestina behouden. ‘Dat zien ze als hun land.’ Hij moest het word ‘invasie’ in ‘actie’ veranderen bij inval in Libanon. En dat duurde nog jaren. Dat paste in het beleid. Djoeke Veeninga vraagt zich na deze analyse af: hoe heeft u diplomaat kunnen zijn van Nederland in het Midden Oosten? “Je moet het beleid uitdragen van het land dat je dient.” antwoordt Van Dam. TWEEDE UUR Onder wie diende Koos van Dam niet? Onder Van der Stoel, Van Agt, Van den Broek, Van Aartsen, Verhagen, Kooijmans, De Hoop Scheffer. Nee, Rosenthal net niet meer. Zou van Dam dat wel kunnen, gezien zijn zeer kritische standpunt over Israel? Toch wel, als vertegenwoordiger draag je het beleid uit van jouw land, dat moet. Als je in het apparaat zit heb je eerder kans om iets tegen de minister te zeggen dan het van de daken te schreeuwen. Binnen het ministerie kan je met een zekere mate van tact en pragmatisme een minister goed dienen en tegelijkertijd voorzien van inzichten die hem van mening kunnen veranderen. In zijn beginjaren, was je al verdacht als je arabist was. Van Dam zag als jonge diplomaat hoe het werkte. Als de ambassadeur vanuit Libanon berichtte over Israelische aanvallen was dat al verdacht. Hij zat dan in de Arabische hoek. Mensen in die regio schrijven als het ware naar de minister toe. Van Dam: Ik heb altijd zoveel mogelijk gerapporteerd wat er aan de hand was. Je had mensen die bang zijn voor hun hachje. Bang dat ze, als ze te kritisch zijn over Israel, geen goede overplaatsing krijgen. Dan wordt de werkelijkheid niet gerapporteerd, dat is heel slecht. Als je dat verhult, waarom zit je er dan eigenlijk? Een Amerikaan zei over Israel: “We hebben een Frankenstein geschapen, en we kunnen het niet controleren.” Dat citaat stuurde Van Dam naar Den Haag. Zijn collega in Israel reageerde verbaasd. “Hoezo een monster?” Iemand van in het ministerie constateerde: “een monster ziet er anders van de voorkant dan van de achterkant”. Een waar woord. Het is een kwestie van perspectief. En wetenschapper, kun je niet helemaal zijn als diplomaat. Je bent niet theoretisch bezig. Je probeert toch zo veel mogelijk te weten van een land. Je bent dag en nacht met zo’n land bezig. Over Irak. Dat was zijn eerste post; hij zag de verwoeste koerdische dorpen, maar wist niets van de grootschalige moordpartijen op Koerden. Hij reisde, hij zocht naar mensen, maar vond er geen. ‘Het was niet te achterhalen,’ zegt Van Dam terugkijkend. ‘Er zijn maar een handvol mensen die het hebben overleefd en die het kunnen navertellen. Syrië De voorstellen van Bashar el Assad voor hervormingen zijn te weinig en komen te laat. Het regime strijdt alleen maar om aan de macht te blijven. Maar of dat gaat lukken? Binnen het leger is veel desertie. Het ziet er heel slecht uit. De jeugdjaren. Koos van Dam werd geboren op 1 april 1945 nog net in de oorlog. In Groningen. Een goede plaats, in de hongerwinter ging zijn vader op de fiets voedsel halen. Zijn vaders proefschrift is in 1943 uitgekomen. Het had een oranje kaft, als verzetsdaad. Vaak hoorde hij ‘Ben jij een grapje van je ouders?’, vanwege dat 1 april. Eigenlijk is hij precies op middernacht geboren, zijn vader koos voor 1 april. Zijn vader was een tijdje dominee, maar religie speelde geen belangrijke rol in Van Dam’s leven. Zijn vader studeerde voor de oorlog ook Arabisch en oosterse talen. En daarna dus medicijnen. Hij wilde psychiater worden, maar werd tijdens zijn studie doof, en koos toen voor het vak van patholoog anatoom. Koos van Dam is de jongste van zes kinderen. Zijn, broers en zussen waren al uit huis. Hij was niet de gemakkelijkste. Waarom niet? Dat weet hij niet meer precies. De sfeer was niet prettig, dat was zeker. Door Conflicten op school kwam hij in Ter Apel op een jongensinternaat. Katholiek? Niet dat hij weet. Dat hij op een internaat gezeten heeft, was achteraf leuk. Heel goed dat ie daar geweest is. Hij heeft er de nodige zelfdiscipline geleerd. Veel aan gehad. Studie, talen leren. Inzetten voor een zaak. Dat vereist discipline. Als je dat niet hebt bereik je minder. Hoe is het als diplomaat met een gezin. Twee keer getrouwd, twee kinderen uit zijn eerst huwelijk, twee uit zijn tweede. Niet eenvoudig voor het gezin. Ze werden in Irak gegijzeld toen de kinderen heel klein waren. De psychische druk was heel groot, de angst dat chemische wapens zouden worden gebruikt. We hadden pakken. Maar die waren extra large. Maar wat doe je dan met een klein meisje. ‘Dat was geen feestje.’ Berlijn was de leukste post, als familie. Maar ook Caïro. Vriendelijke mensen, je kon er prachtig reizen, de scholen waren goed. Wat doet het met je als mens als iedereen voor je knipmest, je vooraan mag zitten? Zeker, luxe. Maar het werk gaat altijd door. Ook in het weekeinde. Je bent ook nergens privé. Altijd in functie, zelfs op vakantie. Maar er zijn ook mooie wapenfeiten zoals de gijzelingszaak: dan kan je veel bereiken als je mensen kent. En het beeld van buitenaf van al die recepties, dat hangt ook van de persoon af. -------------------------------------------
De Nederlandse topdiplomaat Nikolaos (Koos) van Dam (1945) is de afgelopen 22 jaar ambassadeur geweest op vijf posten: Irak, Egypte, Turkije, Duitsland en Indonesië. Daarvoor werkte hij al als diplomaat in Libanon en Libië. Hij studeerde politieke en sociale wetenschap en leerde Arabisch. Zijn kennis van de taal en cultuur en zijn ervaringen in Noord Afrika en in het Midden Oosten maken hem een autoriteit in de beoordeling van de Arabische Lente dit jaar. Ook kent hij het land waar het maar geen lente wil worden goed: Syrië. Van Dam noemt de Syrische president Bashar al-Asad als oorspronkelijk “ een heel vriendelijke man”. Hoe die zich tot de dictatoriale machthebber ontwikkelde, valt te lezen in het standaardwerk over Syrië, The struggle for power in Syria. Van Dam schreef het boek in 1979, maar dit jaar verscheen de vierde en geactualiseerde editie. --------------------------------- Samenvatting van Koos van Dam EERSTE UUR Allereerst van Dam’s bezoek aan Amerika onlangs. Zijn allereerste ooit. Hij ging naar Washington waar de vierde editie van zijn boek ‘De strijd om de macht in Syrie’ feestelijk werd gepresenteerd. Over Amerika is Van Dam nooit echt enthousiast geweest, en het bezoek bracht geen nieuwe inzichten. De buitenland politiek van Washington is volgens Van Dam ‘niet om over naar huis te schrijven’. Immers een republikeinse kandidaat wist niet eens het verschil tussen Iran en Irak! De oorlog in Irak wordt nu in de VS verkocht als een succes, terwijl er 100.000 doden zijn gevallen, het er niet veilig is en nog steeds instabiel. Nee dan het Midden Oosten; daartoe voelde Van Dam zich altijd al meer aangetrokken. Die fascinatie begon al op de middelbare school. In de werkkamer van zijn vader vond hij Arabische boeken, die hem fascineerden. Na zijn middelbare school ging hij meteen naar Syrië. Bij de grenscontrole raakte hij zijn portefeuille kwijt, die werd hem teruggebracht. Hij belandde bij een familie in een dorpje vlakbij Aleppo. Het was net alsof hij voor de tweede keer geboren werd. In een nieuw land, nieuwe cultuur, nieuwe familie. Van Dam: “Ik werd daar zo warm ontvangen, ongelofelijk. Die arabische gastvrijheid is heel bijzonder.” Arabisch sprak hij nauwelijks. Hij werd ondergedompeld in de taal. Tijdens zijn studie ging hij voor zijn doctoraalscriptie naar Syrië en Libanon. Hij sprak er onder meer met Palestijnse commando’s. In 1975 kwam, solliciteerde hij bij de Universiteit van Amsterdam. De baan kreeg hij niet, hij was niet links genoeg. Bertus Hendriks, die we later leerden kennen als midden oosten commentator van de Wereldomroep, was dat wel. Van Dam is er niet rouwig om. Hij noemt zichzelf wetenschapper en zijn diplomatieke jaren gaven hem juist de kans jarenlang onderzoek te doen naast zijn werk. Na zijn studie ging hij werken bij Buitenlandse Zaken. Hij werd gestationeerd in Libanon in 1980 waar het volop burgeroorlog was. Het was er gevaarlijk met allerlei facties die elkaar bestreden. Maar nog gevaarlijker was het op de Golan-hoogte in 1973, tijdens de Israelische aanvallen, toen kwamen de bommen uit de lucht en vanaf de zee. Over Israel was hij kritisch in het boek “De vrede die niet kwam”, dat hij schreef met Jan Keulen in 1989. Israel komt bijna overal mee weg, stelden zij toen. Streep dat woordje bijna maar door, zegt van Dam nu. Ze komen overal mee weg. De Amerikaanse en Europese politici bieden geen weerwerk. Er wordt gezegd: dat er niet verder gebouwd mag worden aan de settlements. Maar daar trekken de Israeli’s zich niets van aan. In de loop der jaren heeft hij het idee opgegeven dat de Israeli’s ook vrede willen. Ze willen heel Palestina houden, ze willen vrede alleen maar op hun voorwaarden. Maar Israel is toch de enige democratie in het Midden Oosten, zoals wel eens wordt beweerd? Van Dam noemt het onzin. Misschien binnen de grenzen van de staat Israel. Maar in de bezette gebieden… Daar heerst volgens hem een Israelische dictatuur. En die dictatuur overtreft die van de buurlanden. En dat duurt al van 1967 tot nu, de langste bezetting in de recente geschiedenis. De inval van Libanon, de inval in de Gaza-strook. De bevolking vindt dat niet leuk. En dat zal nog generaties doorgaan. Hij voorspelt dat, als er echt democratie in de buurlanden komt, het anti-Israelische sentiment dan zal opspelen. Ook de Saoudi’s hebben een vredesvoorstel gedaan. Maar de Israelieten zijn niet geinteresseerd in vrede. Ze willen er niets voor opgeven. Ze zijn maar op een ding uit: heel Palestina behouden. ‘Dat zien ze als hun land.’ Hij moest het word ‘invasie’ in ‘actie’ veranderen bij inval in Libanon. En dat duurde nog jaren. Dat paste in het beleid. Djoeke Veeninga vraagt zich na deze analyse af: hoe heeft u diplomaat kunnen zijn van Nederland in het Midden Oosten? “Je moet het beleid uitdragen van het land dat je dient.” antwoordt Van Dam. TWEEDE UUR Onder wie diende Koos van Dam niet? Onder Van der Stoel, Van Agt, Van den Broek, Van Aartsen, Verhagen, Kooijmans, De Hoop Scheffer. Nee, Rosenthal net niet meer. Zou van Dam dat wel kunnen, gezien zijn zeer kritische standpunt over Israel? Toch wel, als vertegenwoordiger draag je het beleid uit van jouw land, dat moet. Als je in het apparaat zit heb je eerder kans om iets tegen de minister te zeggen dan het van de daken te schreeuwen. Binnen het ministerie kan je met een zekere mate van tact en pragmatisme een minister goed dienen en tegelijkertijd voorzien van inzichten die hem van mening kunnen veranderen. In zijn beginjaren, was je al verdacht als je arabist was. Van Dam zag als jonge diplomaat hoe het werkte. Als de ambassadeur vanuit Libanon berichtte over Israelische aanvallen was dat al verdacht. Hij zat dan in de Arabische hoek. Mensen in die regio schrijven als het ware naar de minister toe. Van Dam: Ik heb altijd zoveel mogelijk gerapporteerd wat er aan de hand was. Je had mensen die bang zijn voor hun hachje. Bang dat ze, als ze te kritisch zijn over Israel, geen goede overplaatsing krijgen. Dan wordt de werkelijkheid niet gerapporteerd, dat is heel slecht. Als je dat verhult, waarom zit je er dan eigenlijk? Een Amerikaan zei over Israel: “We hebben een Frankenstein geschapen, en we kunnen het niet controleren.” Dat citaat stuurde Van Dam naar Den Haag. Zijn collega in Israel reageerde verbaasd. “Hoezo een monster?” Iemand van in het ministerie constateerde: “een monster ziet er anders van de voorkant dan van de achterkant”. Een waar woord. Het is een kwestie van perspectief. En wetenschapper, kun je niet helemaal zijn als diplomaat. Je bent niet theoretisch bezig. Je probeert toch zo veel mogelijk te weten van een land. Je bent dag en nacht met zo’n land bezig. Over Irak. Dat was zijn eerste post; hij zag de verwoeste koerdische dorpen, maar wist niets van de grootschalige moordpartijen op Koerden. Hij reisde, hij zocht naar mensen, maar vond er geen. ‘Het was niet te achterhalen,’ zegt Van Dam terugkijkend. ‘Er zijn maar een handvol mensen die het hebben overleefd en die het kunnen navertellen. Syrië De voorstellen van Bashar el Assad voor hervormingen zijn te weinig en komen te laat. Het regime strijdt alleen maar om aan de macht te blijven. Maar of dat gaat lukken? Binnen het leger is veel desertie. Het ziet er heel slecht uit. De jeugdjaren. Koos van Dam werd geboren op 1 april 1945 nog net in de oorlog. In Groningen. Een goede plaats, in de hongerwinter ging zijn vader op de fiets voedsel halen. Zijn vaders proefschrift is in 1943 uitgekomen. Het had een oranje kaft, als verzetsdaad. Vaak hoorde hij ‘Ben jij een grapje van je ouders?’, vanwege dat 1 april. Eigenlijk is hij precies op middernacht geboren, zijn vader koos voor 1 april. Zijn vader was een tijdje dominee, maar religie speelde geen belangrijke rol in Van Dam’s leven. Zijn vader studeerde voor de oorlog ook Arabisch en oosterse talen. En daarna dus medicijnen. Hij wilde psychiater worden, maar werd tijdens zijn studie doof, en koos toen voor het vak van patholoog anatoom. Koos van Dam is de jongste van zes kinderen. Zijn, broers en zussen waren al uit huis. Hij was niet de gemakkelijkste. Waarom niet? Dat weet hij niet meer precies. De sfeer was niet prettig, dat was zeker. Door Conflicten op school kwam hij in Ter Apel op een jongensinternaat. Katholiek? Niet dat hij weet. Dat hij op een internaat gezeten heeft, was achteraf leuk. Heel goed dat ie daar geweest is. Hij heeft er de nodige zelfdiscipline geleerd. Veel aan gehad. Studie, talen leren. Inzetten voor een zaak. Dat vereist discipline. Als je dat niet hebt bereik je minder. Hoe is het als diplomaat met een gezin. Twee keer getrouwd, twee kinderen uit zijn eerst huwelijk, twee uit zijn tweede. Niet eenvoudig voor het gezin. Ze werden in Irak gegijzeld toen de kinderen heel klein waren. De psychische druk was heel groot, de angst dat chemische wapens zouden worden gebruikt. We hadden pakken. Maar die waren extra large. Maar wat doe je dan met een klein meisje. ‘Dat was geen feestje.’ Berlijn was de leukste post, als familie. Maar ook Caïro. Vriendelijke mensen, je kon er prachtig reizen, de scholen waren goed. Wat doet het met je als mens als iedereen voor je knipmest, je vooraan mag zitten? Zeker, luxe. Maar het werk gaat altijd door. Ook in het weekeinde. Je bent ook nergens privé. Altijd in functie, zelfs op vakantie. Maar er zijn ook mooie wapenfeiten zoals de gijzelingszaak: dan kan je veel bereiken als je mensen kent. En het beeld van buitenaf van al die recepties, dat hangt ook van de persoon af. -------------------------------------------
Duitsland en Indonesië. Daarvoor werkte hij al als diplomaat in Libanon en Libië. Hij studeerde politieke en sociale wetenschap en leerde Arabisch. Zijn kennis van de taal en cultuur en zijn ervaringen in Noord Afrika en in het Midden Oosten maken hem een autoriteit in de beoordeling van de Arabische Lente dit jaar. Ook kent hij het land waar het maar geen lente wil worden goed: Syrië. Van Dam noemt de Syrische president Bashar al-Asad als oorspronkelijk “ een heel vriendelijke man”. Hoe die zich tot de dictatoriale machthebber ontwikkelde, valt te lezen in het standaardwerk over Syrië, The struggle for power in Syria. Van Dam schreef het boek in 1979, maar dit jaar verscheen de vierde en geactualiseerde editie. --------------------------------- Samenvatting van Koos van Dam EERSTE UUR Allereerst van Dam’s bezoek aan Amerika onlangs. Zijn allereerste ooit. Hij ging naar Washington waar de vierde editie van zijn boek ‘De strijd om de macht in Syrie’ feestelijk werd gepresenteerd. Over Amerika is Van Dam nooit echt enthousiast geweest, en het bezoek bracht geen nieuwe inzichten. De buitenland politiek van Washington is volgens Van Dam ‘niet om over naar huis te schrijven’. Immers een republikeinse kandidaat wist niet eens het verschil tussen Iran en Irak! De oorlog in Irak wordt nu in de VS verkocht als een succes, terwijl er 100.000 doden zijn gevallen, het er niet veilig is en nog steeds instabiel. Nee dan het Midden Oosten; daartoe voelde Van Dam zich altijd al meer aangetrokken. Die fascinatie begon al op de middelbare school. In de werkkamer van zijn vader vond hij Arabische boeken, die hem fascineerden. Na zijn middelbare school ging hij meteen naar Syrië. Bij de grenscontrole raakte hij zijn portefeuille kwijt, die werd hem teruggebracht. Hij belandde bij een familie in een dorpje vlakbij Aleppo. Het was net alsof hij voor de tweede keer geboren werd. In een nieuw land, nieuwe cultuur, nieuwe familie. Van Dam: “Ik werd daar zo warm ontvangen, ongelofelijk. Die arabische gastvrijheid is heel bijzonder.” Arabisch sprak hij nauwelijks. Hij werd ondergedompeld in de taal. Tijdens zijn studie ging hij voor zijn doctoraalscriptie naar Syrië en Libanon. Hij sprak er onder meer met Palestijnse commando’s. In 1975 kwam, solliciteerde hij bij de Universiteit van Amsterdam. De baan kreeg hij niet, hij was niet links genoeg. Bertus Hendriks, die we later leerden kennen als midden oosten commentator van de Wereldomroep, was dat wel. Van Dam is er niet rouwig om. Hij noemt zichzelf wetenschapper en zijn diplomatieke jaren gaven hem juist de kans jarenlang onderzoek te doen naast zijn werk. Na zijn studie ging hij werken bij Buitenlandse Zaken. Hij werd gestationeerd in Libanon in 1980 waar het volop burgeroorlog was. Het was er gevaarlijk met allerlei facties die elkaar bestreden. Maar nog gevaarlijker was het op de Golan-hoogte in 1973, tijdens de Israelische aanvallen, toen kwamen de bommen uit de lucht en vanaf de zee. Over Israel was hij kritisch in het boek “De vrede die niet kwam”, dat hij schreef met Jan Keulen in 1989. Israel komt bijna overal mee weg, stelden zij toen. Streep dat woordje bijna maar door, zegt van Dam nu. Ze komen overal mee weg. De Amerikaanse en Europese politici bieden geen weerwerk. Er wordt gezegd: dat er niet verder gebouwd mag worden aan de settlements. Maar daar trekken de Israeli’s zich niets van aan. In de loop der jaren heeft hij het idee opgegeven dat de Israeli’s ook vrede willen. Ze willen heel Palestina houden, ze willen vrede alleen maar op hun voorwaarden. Maar Israel is toch de enige democratie in het Midden Oosten, zoals wel eens wordt beweerd? Van Dam noemt het onzin. Misschien binnen de grenzen van de staat Israel. Maar in de bezette gebieden… Daar heerst volgens hem een Israelische dictatuur. En die dictatuur overtreft die van de buurlanden. En dat duurt al van 1967 tot nu, de langste bezetting in de recente geschiedenis. De inval van Libanon, de inval in de Gaza-strook. De bevolking vindt dat niet leuk. En dat zal nog generaties doorgaan. Hij voorspelt dat, als er echt democratie in de buurlanden komt, het anti-Israelische sentiment dan zal opspelen. Ook de Saoudi’s hebben een vredesvoorstel gedaan. Maar de Israelieten zijn niet geinteresseerd in vrede. Ze willen er niets voor opgeven. Ze zijn maar op een ding uit: heel Palestina behouden. ‘Dat zien ze als hun land.’ Hij moest het word ‘invasie’ in ‘actie’ veranderen bij inval in Libanon. En dat duurde nog jaren. Dat paste in het beleid. Djoeke Veeninga vraagt zich na deze analyse af: hoe heeft u diplomaat kunnen zijn van Nederland in het Midden Oosten? “Je moet het beleid uitdragen van het land dat je dient.” antwoordt Van Dam. TWEEDE UUR Onder wie diende Koos van Dam niet? Onder Van der Stoel, Van Agt, Van den Broek, Van Aartsen, Verhagen, Kooijmans, De Hoop Scheffer. Nee, Rosenthal net niet meer. Zou van Dam dat wel kunnen, gezien zijn zeer kritische standpunt over Israel? Toch wel, als vertegenwoordiger draag je het beleid uit van jouw land, dat moet. Als je in het apparaat zit heb je eerder kans om iets tegen de minister te zeggen dan het van de daken te schreeuwen. Binnen het ministerie kan je met een zekere mate van tact en pragmatisme een minister goed dienen en tegelijkertijd voorzien van inzichten die hem van mening kunnen veranderen. In zijn beginjaren, was je al verdacht als je arabist was. Van Dam zag als jonge diplomaat hoe het werkte. Als de ambassadeur vanuit Libanon berichtte over Israelische aanvallen was dat al verdacht. Hij zat dan in de Arabische hoek. Mensen in die regio schrijven als het ware naar de minister toe. Van Dam: Ik heb altijd zoveel mogelijk gerapporteerd wat er aan de hand was. Je had mensen die bang zijn voor hun hachje. Bang dat ze, als ze te kritisch zijn over Israel, geen goede overplaatsing krijgen. Dan wordt de werkelijkheid niet gerapporteerd, dat is heel slecht. Als je dat verhult, waarom zit je er dan eigenlijk? Een Amerikaan zei over Israel: “We hebben een Frankenstein geschapen, en we kunnen het niet controleren.” Dat citaat stuurde Van Dam naar Den Haag. Zijn collega in Israel reageerde verbaasd. “Hoezo een monster?” Iemand van in het ministerie constateerde: “een monster ziet er anders van de voorkant dan van de achterkant”. Een waar woord. Het is een kwestie van perspectief. En wetenschapper, kun je niet helemaal zijn als diplomaat. Je bent niet theoretisch bezig. Je probeert toch zo veel mogelijk te weten van een land. Je bent dag en nacht met zo’n land bezig. Over Irak. Dat was zijn eerste post; hij zag de verwoeste koerdische dorpen, maar wist niets van de grootschalige moordpartijen op Koerden. Hij reisde, hij zocht naar mensen, maar vond er geen. ‘Het was niet te achterhalen,’ zegt Van Dam terugkijkend. ‘Er zijn maar een handvol mensen die het hebben overleefd en die het kunnen navertellen. Syrië De voorstellen van Bashar el Assad voor hervormingen zijn te weinig en komen te laat. Het regime strijdt alleen maar om aan de macht te blijven. Maar of dat gaat lukken? Binnen het leger is veel desertie. Het ziet er heel slecht uit. De jeugdjaren. Koos van Dam werd geboren op 1 april 1945 nog net in de oorlog. In Groningen. Een goede plaats, in de hongerwinter ging zijn vader op de fiets voedsel halen. Zijn vaders proefschrift is in 1943 uitgekomen. Het had een oranje kaft, als verzetsdaad. Vaak hoorde hij ‘Ben jij een grapje van je ouders?’, vanwege dat 1 april. Eigenlijk is hij precies op middernacht geboren, zijn vader koos voor 1 april. Zijn vader was een tijdje dominee, maar religie speelde geen belangrijke rol in Van Dam’s leven. Zijn vader studeerde voor de oorlog ook Arabisch en oosterse talen. En daarna dus medicijnen. Hij wilde psychiater worden, maar werd tijdens zijn studie doof, en koos toen voor het vak van patholoog anatoom. Koos van Dam is de jongste van zes kinderen. Zijn, broers en zussen waren al uit huis. Hij was niet de gemakkelijkste. Waarom niet? Dat weet hij niet meer precies. De sfeer was niet prettig, dat was zeker. Door Conflicten op school kwam hij in Ter Apel op een jongensinternaat. Katholiek? Niet dat hij weet. Dat hij op een internaat gezeten heeft, was achteraf leuk. Heel goed dat ie daar geweest is. Hij heeft er de nodige zelfdiscipline geleerd. Veel aan gehad. Studie, talen leren. Inzetten voor een zaak. Dat vereist discipline. Als je dat niet hebt bereik je minder. Hoe is het als diplomaat met een gezin. Twee keer getrouwd, twee kinderen uit zijn eerst huwelijk, twee uit zijn tweede. Niet eenvoudig voor het gezin. Ze werden in Irak gegijzeld toen de kinderen heel klein waren. De psychische druk was heel groot, de angst dat chemische wapens zouden worden gebruikt. We hadden pakken. Maar die waren extra large. Maar wat doe je dan met een klein meisje. ‘Dat was geen feestje.’ Berlijn was de leukste post, als familie. Maar ook Caïro. Vriendelijke mensen, je kon er prachtig reizen, de scholen waren goed. Wat doet het met je als mens als iedereen voor je knipmest, je vooraan mag zitten? Zeker, luxe. Maar het werk gaat altijd door. Ook in het weekeinde. Je bent ook nergens privé. Altijd in functie, zelfs op vakantie. Maar er zijn ook mooie wapenfeiten zoals de gijzelingszaak: dan kan je veel bereiken als je mensen kent. En het beeld van buitenaf van al die recepties, dat hangt ook van de persoon af. -------------------------------------------
Powervrouw Ze heeft een paar bijzondere bijnamen: juffertje Stampvoet en Moeder Teresa. Die wijzen niet direct op een eenduidig karakter, maar ze kloppen allebei wel: naast een groot gevoel voor sociale rechten en gelijkheid kan ze een grote woede bij zichzelf oproepen als ze haar zin niet krijgt. Althans, als haar tegenstander in het debat niet wil inzien dat hij ongelijk heeft. Agnes Jongerius, voorzitter van de FNV. Ze bestuurt zo’n 1.200.000 leden. De eerste vrouwelijke voorzitter in het ruim honderdjarig bestaan van de bond, en die verworvenheid buit ze met verve uit. Met rode hoed en jurk op Prinsjesdag, met charme als dat de slimste strategie lijkt, als one of the boys als ze daarmee de beste resultaten kan boeken. Ze werd in 1960 geboren in De Meern. Haar vader was tuinder en net begonnen bij de Utrechtse plantsoenendienst; haar moeder was onderwijzeres, maar moest ontslag nemen toen ze trouwde. Agnes is het jongste kind van acht. Aan die achtergrond ontleent ze veel. Ambitie en doorzettingsvermogen heeft ze van haar moeder, sociaal gevoel van haar vader, en debatteren van haar oudere broers en zusjes. Aan de grote tafel thuis volgde ze ademloos hun gesprekken en discussies. Thuis waren ze katholiek. Agnes werd lid van de katholieke padvinderij en turnvereniging, maar ook nog katholiek leren dansen ging haar te ver, dat wilde ze niet. Katholiek, dat was de cultuur, de rituelen, de sfeer. Met geloof had het voor Agnes minder te maken. Ze had wel graag misdienaar willen worden, maar dat was in haar tijd niet voor meisjes weggelegd. Toen het later wel mocht, was het voor haar te laat. Trouwens, wie wilde er nou een ‘misdinette’ zijn, zoals zo’n meisje in de kerk ging heten. Na de studie sociale geschiedenis in Utrecht ging ze werken bij de Vervoersbond in de Rotterdamse haven en concentreerde zich op het beroepsgoederenvervoer en de binnenscheepvaart. Ze had nog nooit op een schip gevaren en een truck van binnen gezien, maar die achterstand was snel ingehaald. Het vakbondswerk bleek haar te liggen, ze bleef niet op kantoor zitten, maar ging met de mannen na een dag hard werken de kroeg in en voerde acties. En toen een werkgever haar bij zo’n actie een dreun in haar gezicht gaf, wist ze van verbouwereerdheid niets te zeggen. Maar ze hoorde er toen wel helemaal bij. In Rotterdam werd ze regiobestuurder, ze klom steeds hoger op binnen de bond, werd lid van het Federatiebestuur en vice-voorzitter. Toen Lodewijk de Waal zijn vertrek als voorzitter in 2005 aankondigde, zei ze dat ze hem wilde opvolgen. Ze wachtte niet, zoals zoveel vrouwen doen, bescheiden tot ze eventueel, misschien, gevraagd zou worden. Ze stak haar vinger op en kreeg alle bonden achter zich. Zo doe je dat ---------------------------------------- Samenvattingen "Opgelaten? Nee!" Eerste uur Hoe zou Nederland eruit zien als er geen vakbond is? De interviewer wil meteen maar bij de kern komen. Dan zou Nederland eruit zien als China of delen van Amerika, waar sociale zekerheid niet vanzelfsprekend is. Dan ziet Jongerius delen van de wereld voor zich waar ze wel eens komt en waar geen recht op collectieve onderhandelingen is, Geen verenigingen, geen Inspraak van werknemers. Vrijheid en vakbeweging, die hebben sterk met elkaar te maken – zo ziet ze dat. De bond kwam in haar leven tijdens haar studietijd. Ze studeerde sociaal-economische geschiedenis. Het was de toptijd van democratisering op de universiteit. Ze vond het enig: bezetten en de vloer netjes achterlaten. Maar de studentenstrijd was al gestreden, tweevijfde van de beslissingsmacht was in handen van studenten en dat vond iedereen heel normaal. Nu denkt ze dat dat misschien wat overdreven was. Als 22-jarige woordvoerder van de faculteit praatte ze mee over de begroting van de nieuwe bibliotheek. Rekenen had ze geleerd op het gymnasium, beta deed ze. Tijdens die studietijd kwam ze erachter dat ze geen geschiedenisleraar wilde worden, zoals ze eerst dacht: leraar, dat leek haar een eenzaam beroep. Ze solliciteerde bij de vervoersbond en werd aangenomen. De aantrekkingskracht voor de vakbeweging was volgens Jongerius het feit dat die club een belangrijke rol in de geschiedenis en in de levens van mensen speelt. Dat het een progressieve voorhoede was. Ze kwam in een roerige tijd van acties in de haven terecht. Holtrop wilde weten of ze zich nooit opgelaten voelde als ze met die mannen in te krappe actieshirts en petjes op stond te schreeuwen op het Binnenhof. Dan valt ze even stil. Opgelaten? Nee, er gebeurde wat, daar is ze dol op. Als kind voreg ze zich altijd al af of ze wel op het goede feestje was. Of ze niet iets miste. Dat gevoel is er nog. Dat kan ook aan een onderhandelingstafel zijn. Ze vertelde het historische verhaal van de eerste en ook de laatste klap die ze in haar leven kreeg – de uithaal van de werkgever van een vervoersbedrijf die haar recht in het gezicht raakte. Hoezeer staat de vakbeweging, en zij dus ook, nog in de traditie van oprichter Henri Polak en het verleden? Ja, het werk zit in een lijn, van het verleden naar de toekomst – dat is de opdracht om de club niet alleen goed te onderhouden voor nu maar goed over te kunnen dragen aan haar opvolger. Tweede uur In het vorige uur werd de katholieke traditie besproken. Eerst die traditie binnen de FNV, die immers uit een fusie tussen de socialistische NVV en de katholieke NKV voortkwam. De typisch katholieke invloed bij de vervoersbond, waar zij werkte, was bijvoorbeeld dat er meer aandacht voor de vrouwen van de chauffeurs was en voor het feestelijke van het leven. Ze had een warm hart voor NKV-voorzitter Wim Spit, omdat zijn handtekening op het diploma van haar vader stond. Haar vader die eerst tuinder was en toen bij de plantsoenendienst werkte – waardoor Agnes, als ze door de stad Utrecht fietste, dacht: al die bomen zijn van mijn vader. Grenzeloos trots was ze op hem. Ze groeide op in de Meern, als jongste van 8 kinderen. Dat gaf haar meteen een vaste plek in het gezin – naast haar moeder aan tafel, in het benedenbed onder haar zus. Altijd herrie in het gezin – als een zus alleen rijtjes kon leren door ze hardop te lezen en de ander juist in stilte, dan was er wel eens gedoe. Haar vaste rol was: het verwende jongste kind – tenminste in de ogen van de andere zeven. Zij zelf denkt: ik ben degene die observeert en z’n mond houdt. Dat kan ze nog steeds goed. Toen ging het over het standsverschil in het leven. De ervaring om niet verder dan de keuken te komen bij de katholieke chic. Wat ze raar vond, dat het zo niet hoort. Het arbeiderskind kwam uiteindelijk letterlijk aan de tafel van de koningin terecht. Het uur eindigde met een bespiegeling over de ziekte en de dood van haar ouders en haar ervaringen met het verpleeghuis. Zelf heeft ze daar een praktische opvatting over: je gezondheid heb je niet in de hand – dan kan je je maar beter bezighouden met dingen die je wel in de hand hebt. Tja, je bent voorzitter van een vakbeweging of niet.
Powervrouw Ze heeft een paar bijzondere bijnamen: juffertje Stampvoet en Moeder Teresa. Die wijzen niet direct op een eenduidig karakter, maar ze kloppen allebei wel: naast een groot gevoel voor sociale rechten en gelijkheid kan ze een grote woede bij zichzelf oproepen als ze haar zin niet krijgt. Althans, als haar tegenstander in het debat niet wil inzien dat hij ongelijk heeft. Agnes Jongerius, voorzitter van de FNV. Ze bestuurt zo’n 1.200.000 leden. De eerste vrouwelijke voorzitter in het ruim honderdjarig bestaan van de bond, en die verworvenheid buit ze met verve uit. Met rode hoed en jurk op Prinsjesdag, met charme als dat de slimste strategie lijkt, als one of the boys als ze daarmee de beste resultaten kan boeken. Ze werd in 1960 geboren in De Meern. Haar vader was tuinder en net begonnen bij de Utrechtse plantsoenendienst; haar moeder was onderwijzeres, maar moest ontslag nemen toen ze trouwde. Agnes is het jongste kind van acht. Aan die achtergrond ontleent ze veel. Ambitie en doorzettingsvermogen heeft ze van haar moeder, sociaal gevoel van haar vader, en debatteren van haar oudere broers en zusjes. Aan de grote tafel thuis volgde ze ademloos hun gesprekken en discussies. Thuis waren ze katholiek. Agnes werd lid van de katholieke padvinderij en turnvereniging, maar ook nog katholiek leren dansen ging haar te ver, dat wilde ze niet. Katholiek, dat was de cultuur, de rituelen, de sfeer. Met geloof had het voor Agnes minder te maken. Ze had wel graag misdienaar willen worden, maar dat was in haar tijd niet voor meisjes weggelegd. Toen het later wel mocht, was het voor haar te laat. Trouwens, wie wilde er nou een ‘misdinette’ zijn, zoals zo’n meisje in de kerk ging heten. Na de studie sociale geschiedenis in Utrecht ging ze werken bij de Vervoersbond in de Rotterdamse haven en concentreerde zich op het beroepsgoederenvervoer en de binnenscheepvaart. Ze had nog nooit op een schip gevaren en een truck van binnen gezien, maar die achterstand was snel ingehaald. Het vakbondswerk bleek haar te liggen, ze bleef niet op kantoor zitten, maar ging met de mannen na een dag hard werken de kroeg in en voerde acties. En toen een werkgever haar bij zo’n actie een dreun in haar gezicht gaf, wist ze van verbouwereerdheid niets te zeggen. Maar ze hoorde er toen wel helemaal bij. In Rotterdam werd ze regiobestuurder, ze klom steeds hoger op binnen de bond, werd lid van het Federatiebestuur en vice-voorzitter. Toen Lodewijk de Waal zijn vertrek als voorzitter in 2005 aankondigde, zei ze dat ze hem wilde opvolgen. Ze wachtte niet, zoals zoveel vrouwen doen, bescheiden tot ze eventueel, misschien, gevraagd zou worden. Ze stak haar vinger op en kreeg alle bonden achter zich. Zo doe je dat ---------------------------------------- Samenvattingen "Opgelaten? Nee!" Eerste uur Hoe zou Nederland eruit zien als er geen vakbond is? De interviewer wil meteen maar bij de kern komen. Dan zou Nederland eruit zien als China of delen van Amerika, waar sociale zekerheid niet vanzelfsprekend is. Dan ziet Jongerius delen van de wereld voor zich waar ze wel eens komt en waar geen recht op collectieve onderhandelingen is, Geen verenigingen, geen Inspraak van werknemers. Vrijheid en vakbeweging, die hebben sterk met elkaar te maken – zo ziet ze dat. De bond kwam in haar leven tijdens haar studietijd. Ze studeerde sociaal-economische geschiedenis. Het was de toptijd van democratisering op de universiteit. Ze vond het enig: bezetten en de vloer netjes achterlaten. Maar de studentenstrijd was al gestreden, tweevijfde van de beslissingsmacht was in handen van studenten en dat vond iedereen heel normaal. Nu denkt ze dat dat misschien wat overdreven was. Als 22-jarige woordvoerder van de faculteit praatte ze mee over de begroting van de nieuwe bibliotheek. Rekenen had ze geleerd op het gymnasium, beta deed ze. Tijdens die studietijd kwam ze erachter dat ze geen geschiedenisleraar wilde worden, zoals ze eerst dacht: leraar, dat leek haar een eenzaam beroep. Ze solliciteerde bij de vervoersbond en werd aangenomen. De aantrekkingskracht voor de vakbeweging was volgens Jongerius het feit dat die club een belangrijke rol in de geschiedenis en in de levens van mensen speelt. Dat het een progressieve voorhoede was. Ze kwam in een roerige tijd van acties in de haven terecht. Holtrop wilde weten of ze zich nooit opgelaten voelde als ze met die mannen in te krappe actieshirts en petjes op stond te schreeuwen op het Binnenhof. Dan valt ze even stil. Opgelaten? Nee, er gebeurde wat, daar is ze dol op. Als kind voreg ze zich altijd al af of ze wel op het goede feestje was. Of ze niet iets miste. Dat gevoel is er nog. Dat kan ook aan een onderhandelingstafel zijn. Ze vertelde het historische verhaal van de eerste en ook de laatste klap die ze in haar leven kreeg – de uithaal van de werkgever van een vervoersbedrijf die haar recht in het gezicht raakte. Hoezeer staat de vakbeweging, en zij dus ook, nog in de traditie van oprichter Henri Polak en het verleden? Ja, het werk zit in een lijn, van het verleden naar de toekomst – dat is de opdracht om de club niet alleen goed te onderhouden voor nu maar goed over te kunnen dragen aan haar opvolger. Tweede uur In het vorige uur werd de katholieke traditie besproken. Eerst die traditie binnen de FNV, die immers uit een fusie tussen de socialistische NVV en de katholieke NKV voortkwam. De typisch katholieke invloed bij de vervoersbond, waar zij werkte, was bijvoorbeeld dat er meer aandacht voor de vrouwen van de chauffeurs was en voor het feestelijke van het leven. Ze had een warm hart voor NKV-voorzitter Wim Spit, omdat zijn handtekening op het diploma van haar vader stond. Haar vader die eerst tuinder was en toen bij de plantsoenendienst werkte – waardoor Agnes, als ze door de stad Utrecht fietste, dacht: al die bomen zijn van mijn vader. Grenzeloos trots was ze op hem. Ze groeide op in de Meern, als jongste van 8 kinderen. Dat gaf haar meteen een vaste plek in het gezin – naast haar moeder aan tafel, in het benedenbed onder haar zus. Altijd herrie in het gezin – als een zus alleen rijtjes kon leren door ze hardop te lezen en de ander juist in stilte, dan was er wel eens gedoe. Haar vaste rol was: het verwende jongste kind – tenminste in de ogen van de andere zeven. Zij zelf denkt: ik ben degene die observeert en z’n mond houdt. Dat kan ze nog steeds goed. Toen ging het over het standsverschil in het leven. De ervaring om niet verder dan de keuken te komen bij de katholieke chic. Wat ze raar vond, dat het zo niet hoort. Het arbeiderskind kwam uiteindelijk letterlijk aan de tafel van de koningin terecht. Het uur eindigde met een bespiegeling over de ziekte en de dood van haar ouders en haar ervaringen met het verpleeghuis. Zelf heeft ze daar een praktische opvatting over: je gezondheid heb je niet in de hand – dan kan je je maar beter bezighouden met dingen die je wel in de hand hebt. Tja, je bent voorzitter van een vakbeweging of niet.
Powervrouw Ze heeft een paar bijzondere bijnamen: juffertje Stampvoet en Moeder Teresa. Die wijzen niet direct op een eenduidig karakter, maar ze kloppen allebei wel: naast een groot gevoel voor sociale rechten en gelijkheid kan ze een grote woede bij zichzelf oproepen als ze haar zin niet krijgt. Althans, als haar tegenstander in het debat niet wil inzien dat hij ongelijk heeft. Agnes Jongerius, voorzitter van de FNV. Ze bestuurt zo’n 1.200.000 leden. De eerste vrouwelijke voorzitter in het ruim honderdjarig bestaan van de bond, en die verworvenheid buit ze met verve uit. Met rode hoed en jurk op Prinsjesdag, met charme als dat de slimste strategie lijkt, als one of the boys als ze daarmee de beste resultaten kan boeken. Ze werd in 1960 geboren in De Meern. Haar vader was tuinder en net begonnen bij de Utrechtse plantsoenendienst; haar moeder was onderwijzeres, maar moest ontslag nemen toen ze trouwde. Agnes is het jongste kind van acht. Aan die achtergrond ontleent ze veel. Ambitie en doorzettingsvermogen heeft ze van haar moeder, sociaal gevoel van haar vader, en debatteren van haar oudere broers en zusjes. Aan de grote tafel thuis volgde ze ademloos hun gesprekken en discussies. Thuis waren ze katholiek. Agnes werd lid van de katholieke padvinderij en turnvereniging, maar ook nog katholiek leren dansen ging haar te ver, dat wilde ze niet. Katholiek, dat was de cultuur, de rituelen, de sfeer. Met geloof had het voor Agnes minder te maken. Ze had wel graag misdienaar willen worden, maar dat was in haar tijd niet voor meisjes weggelegd. Toen het later wel mocht, was het voor haar te laat. Trouwens, wie wilde er nou een ‘misdinette’ zijn, zoals zo’n meisje in de kerk ging heten. Na de studie sociale geschiedenis in Utrecht ging ze werken bij de Vervoersbond in de Rotterdamse haven en concentreerde zich op het beroepsgoederenvervoer en de binnenscheepvaart. Ze had nog nooit op een schip gevaren en een truck van binnen gezien, maar die achterstand was snel ingehaald. Het vakbondswerk bleek haar te liggen, ze bleef niet op kantoor zitten, maar ging met de mannen na een dag hard werken de kroeg in en voerde acties. En toen een werkgever haar bij zo’n actie een dreun in haar gezicht gaf, wist ze van verbouwereerdheid niets te zeggen. Maar ze hoorde er toen wel helemaal bij. In Rotterdam werd ze regiobestuurder, ze klom steeds hoger op binnen de bond, werd lid van het Federatiebestuur en vice-voorzitter. Toen Lodewijk de Waal zijn vertrek als voorzitter in 2005 aankondigde, zei ze dat ze hem wilde opvolgen. Ze wachtte niet, zoals zoveel vrouwen doen, bescheiden tot ze eventueel, misschien, gevraagd zou worden. Ze stak haar vinger op en kreeg alle bonden achter zich. Zo doe je dat ---------------------------------------- Samenvattingen "Opgelaten? Nee!" Eerste uur Hoe zou Nederland eruit zien als er geen vakbond is? De interviewer wil meteen maar bij de kern komen. Dan zou Nederland eruit zien als China of delen van Amerika, waar sociale zekerheid niet vanzelfsprekend is. Dan ziet Jongerius delen van de wereld voor zich waar ze wel eens komt en waar geen recht op collectieve onderhandelingen is, Geen verenigingen, geen Inspraak van werknemers. Vrijheid en vakbeweging, die hebben sterk met elkaar te maken – zo ziet ze dat. De bond kwam in haar leven tijdens haar studietijd. Ze studeerde sociaal-economische geschiedenis. Het was de toptijd van democratisering op de universiteit. Ze vond het enig: bezetten en de vloer netjes achterlaten. Maar de studentenstrijd was al gestreden, tweevijfde van de beslissingsmacht was in handen van studenten en dat vond iedereen heel normaal. Nu denkt ze dat dat misschien wat overdreven was. Als 22-jarige woordvoerder van de faculteit praatte ze mee over de begroting van de nieuwe bibliotheek. Rekenen had ze geleerd op het gymnasium, beta deed ze. Tijdens die studietijd kwam ze erachter dat ze geen geschiedenisleraar wilde worden, zoals ze eerst dacht: leraar, dat leek haar een eenzaam beroep. Ze solliciteerde bij de vervoersbond en werd aangenomen. De aantrekkingskracht voor de vakbeweging was volgens Jongerius het feit dat die club een belangrijke rol in de geschiedenis en in de levens van mensen speelt. Dat het een progressieve voorhoede was. Ze kwam in een roerige tijd van acties in de haven terecht. Holtrop wilde weten of ze zich nooit opgelaten voelde als ze met die mannen in te krappe actieshirts en petjes op stond te schreeuwen op het Binnenhof. Dan valt ze even stil. Opgelaten? Nee, er gebeurde wat, daar is ze dol op. Als kind voreg ze zich altijd al af of ze wel op het goede feestje was. Of ze niet iets miste. Dat gevoel is er nog. Dat kan ook aan een onderhandelingstafel zijn. Ze vertelde het historische verhaal van de eerste en ook de laatste klap die ze in haar leven kreeg – de uithaal van de werkgever van een vervoersbedrijf die haar recht in het gezicht raakte. Hoezeer staat de vakbeweging, en zij dus ook, nog in de traditie van oprichter Henri Polak en het verleden? Ja, het werk zit in een lijn, van het verleden naar de toekomst – dat is de opdracht om de club niet alleen goed te onderhouden voor nu maar goed over te kunnen dragen aan haar opvolger. Tweede uur In het vorige uur werd de katholieke traditie besproken. Eerst die traditie binnen de FNV, die immers uit een fusie tussen de socialistische NVV en de katholieke NKV voortkwam. De typisch katholieke invloed bij de vervoersbond, waar zij werkte, was bijvoorbeeld dat er meer aandacht voor de vrouwen van de chauffeurs was en voor het feestelijke van het leven. Ze had een warm hart voor NKV-voorzitter Wim Spit, omdat zijn handtekening op het diploma van haar vader stond. Haar vader die eerst tuinder was en toen bij de plantsoenendienst werkte – waardoor Agnes, als ze door de stad Utrecht fietste, dacht: al die bomen zijn van mijn vader. Grenzeloos trots was ze op hem. Ze groeide op in de Meern, als jongste van 8 kinderen. Dat gaf haar meteen een vaste plek in het gezin – naast haar moeder aan tafel, in het benedenbed onder haar zus. Altijd herrie in het gezin – als een zus alleen rijtjes kon leren door ze hardop te lezen en de ander juist in stilte, dan was er wel eens gedoe. Haar vaste rol was: het verwende jongste kind – tenminste in de ogen van de andere zeven. Zij zelf denkt: ik ben degene die observeert en z’n mond houdt. Dat kan ze nog steeds goed. Toen ging het over het standsverschil in het leven. De ervaring om niet verder dan de keuken te komen bij de katholieke chic. Wat ze raar vond, dat het zo niet hoort. Het arbeiderskind kwam uiteindelijk letterlijk aan de tafel van de koningin terecht. Het uur eindigde met een bespiegeling over de ziekte en de dood van haar ouders en haar ervaringen met het verpleeghuis. Zelf heeft ze daar een praktische opvatting over: je gezondheid heb je niet in de hand – dan kan je je maar beter bezighouden met dingen die je wel in de hand hebt. Tja, je bent voorzitter van een vakbeweging of niet.