Podcasts about Multatuli

  • 41PODCASTS
  • 70EPISODES
  • 35mAVG DURATION
  • ?INFREQUENT EPISODES
  • May 23, 2025LATEST
Multatuli

POPULARITY

20172018201920202021202220232024


Best podcasts about Multatuli

Latest podcast episodes about Multatuli

Lechistan - Radio TOK FM
Z Jawy do Warszawy. Pisarz, który poruszył lewicę i prawicę... i zniknął

Lechistan - Radio TOK FM

Play Episode Listen Later May 23, 2025 34:11


W tym odcinku przemierzamy szlak Indonezja-Holandia-Polska śladami zapomnianego pisarza, który narobił szumu nie tylko w Batavii, ale i w przedwojennej Warszawie. Multatuli, wybitny niderlandzki autor, przez kilkanaście lat patrzył z bliska na piekło kolonializmu w Indonezji. Jego książka Max Havelaar, bezlitosna demaskacja mechanizmów władzy, stała się legendą wśród polskiej lewicy… i nie tylko. Zachwycała się nią prawica, wspominała Maria Dąbrowska, tłumaczyła nestorka polskiego reportażu. A dziś? Cisza. W "Bablu" przywracamy głos temu, który zburzył kolonialne złudzenia i przez chwilę połączył Jawę z Wisłą.

Van Dis Ongefilterd
#23 “Ik hou van onbegrijpelijke gedichten, want dan kan je ze nog eens tien keer lezen”

Van Dis Ongefilterd

Play Episode Listen Later Sep 21, 2024 46:47


  Adriaan en Simon bespreken onder meer: (g)een medisch bulletin / een uitgebreid verslag van de Biënnale van Venetië / met de lola-borstel het graf van Tine, de weduwe van Multatuli, schoonmaken / het poëtisch intermezzo met Joseph Brodsky en Ezra Pound / luisteraars bieden hulp aan / Simon ontmoette een engel / Adriaan schrijft aan een essay over koffers   Schrijvers van dienst: Multatuli / Nelleke Noordervliet / Harry Mulisch / Ernest Hemingway   Storytel sponsort deze aflevering. Maak gebruik van het aanbod voor luisteraars van de podcast om Storytel 30 dagen gratis te proberen. Ga naar: www.story.tel/vandis   Simon interviewt de Duitse schrijver Bernard Schlink in boekhandel Donner te Rotterdam op 26 september: https://www.donner.nl/interview-bernhard-schlink-over-zijn-roman-het-late-leven   Wil je een vraag stellen of reageren? Mail het aan: vandis@atlascontact.nl   Een optreden van Adriaan bijwonen? Data, tijden, kaartverkoop: https://www.adriaanvandis.nl/agenda/   Van Dis Ongefilterd wordt gemaakt door Adriaan van Dis, Simon Dikker Hupkes en Bart Jeroen Kiers.  Montage: Sten Govers (van Thinium Audioboekproducties).    Volg de uitgeverij op Instagram: @atlascontact Website: www.atlascontact.nl © 2024 Atlas Contact | Adriaan van DisSee omnystudio.com/listener for privacy information.

Zin van de Dag
#98 - Multatuli hattrick

Zin van de Dag

Play Episode Listen Later Jun 12, 2024 3:24


"Wat maak je van onze dochters, o zeden, je dwingt haar tot liegen en huichelen, ze mogen niet weten wat ze weten, niet voelen wat ze voelen, niet begeren wat ze begeren, niet wezen wat ze zijn." - Stine vraagt hoogleraar Nederlandse letterkunde Jacqueline Bel naar haar favoriete Multatuliwijsheid.

Zin van de Dag
#97 - Ronald van Raak

Zin van de Dag

Play Episode Listen Later Jun 11, 2024 4:12


"Van de maan af gezien zijn we allen even groot."- Ook Ronald van Raak, voormalig Tweedekamerlid, koos dit citaat van Multatuli als zijn favoriet.

Zin van de Dag
#96 - Lale Gül

Zin van de Dag

Play Episode Listen Later Jun 10, 2024 2:31


"Van de maan af gezien zijn we allen even groot."- Stine vraagt schrijver en columnist Lale Gül om meer te vertellen over dit citaat van Multatuli.

Help, ik heb een puber!
#14: Lang leve het leesplezier met Mano Bouzamour

Help, ik heb een puber!

Play Episode Listen Later Apr 26, 2024 42:35


Op school is het veelal Multatuli doorjakkeren of signaalwoorden analyseren. Leuk hè, dat lezen? Is het leesplezier pubers ontnomen, of is het onvermijdelijk dat pubers minder lezen, met de komst van TikTok?Deze week is schrijver Mano Bouzamour te gast om te vertellen hoe hij leesplezier aanwakkert bij pubers. Zie het privacybeleid op https://art19.com/privacy en de privacyverklaring van Californië op https://art19.com/privacy#do-not-sell-my-info.

Mädels, die lesen.
alles außer flach - Marie-Christine, welche niederländischen Autor:innen sollten wir kennen?

Mädels, die lesen.

Play Episode Listen Later Feb 21, 2024 51:37


Marie-Christine von @tina_en_dewalvis ist Botschafterin der Schwob Young Community und erzählt uns, was es eigentlich bedeutet, dass Niederlande & Flandern Gastland auf der Leipziger Buchmesse 2024 ist. Außerdem erklärt sie uns, welche Funktion die Niederländische Stiftung für Literatur und was es mit Schwob auf sich hat. Und dann gibt sie uns natürlich auch jede Menge Buch- (sowohl Klassiker als auch aktuelle Titel) als auch einen Podcast-Tipp. Marie-Christines Empfehlungen: Der Holländer von Mathijs Deen (übersetzt von Andreas Ecke) Der Taucher von Mathijs Deen (übersetzt von Andreas Ecke) Der Retter von Mathijs Deen (übersetzt von Andreas Ecke) Cees Noteboom Aleksandra von Lisa Weeda (übersetzt von Birgit Erdmann) Und es schmilzt von Lize Spit (übersetzt von Helga van Beuningen) Ich bin nicht da von Lize Spit (übersetzt von Helga van Beuningen) Max Havelaar oder die Kaffee-Versteigerungen der Niederländischen Handels-Gesellschaft von Multatuli (übersetzt von Wilhelm Spoor) Schwob Young Community Kopje koffie: Der niederländisch-flämische Bücherpodcast

Opium
Het gesprek - Rick Honings (2 januari 2024)

Opium

Play Episode Listen Later Jan 2, 2024 12:55


Hein van Eekert in gesprek met schrijver en onderzoeker Rick Honings. Van zijn hand verscheen in het najaar het boek De ontdekking van Insulinde. Het ‘prachtig ryk van Insulinde dat zich daar slingert om den evenaar, als een gordel van smaragd'. Met die woorden verheerlijkte Multatuli de kolonie Nederlands-Indië in zijn Max Havelaar (1860). In de vroege negentiende eeuw, na de ondergang van de VOC, werd Indië voor het eerst een echte kolonie van Nederland. Vanaf dat moment gingen reizigers op pad om de binnenlanden van Java, Sumatra en de ‘buitengewesten' te verkennen: natuuronderzoekers, predikanten, zendelingen, taalgeleerden, ambtenaren, militairen en gelukszoekers, en later ook vrouwen en toeristen. Zij schreven volop reisverhalen om het ‘moederland' te informeren over het koloniale project. Hoe reisden ze in die periode in Indië? Welke woorden gebruikten ze om uiting te geven aan hun ervaring van de tropen? Wat zagen, hoorden, roken en proefden ze? Welke onbekende planten, dieren en mensen kwamen ze tegen? En wat zeggen de publicaties van negentiende-eeuwers over hun manier van denken? De ontdekking van Insulinde laat niet alleen zien hoe Nederlanders réisden, maar ook hoe ze dáchten en de koloniale stereotypen vorm gaven die tot op heden invloed uitoefenen. Rick Honingsis neerlandicus en Scaliger-hoogleraar aan de Universiteit Leiden. Zijn onderzoek richt zich vooral op negentiende-eeuwse en koloniale literatuur. Met Peter van Zonneveld schreef hij een bekroonde biografie van de dichter Willem Bilderdijk: De gefnuikte arend (2013). Daarnaast schreef hij onder meer de monografieën De dichter als idool. Literaire roem in de negentiende eeuw (2016) en Romantici en revolutionairen. Literatuur en schrijverschap in Nederland in de 18de en 19de eeuw (2019, met Lotte Jensen).

OVT
2e uur: De Amerikaans-Nederlandse geschiedenis van de ‘Tawl', de Column van John Jansen van Galen en Het Spoor Terug: De as van Multatuli en meer, 24-09-2023

OVT

Play Episode Listen Later Sep 24, 2023 53:56


(00:40) Nederlandsen kolonisten werden uit Amerika verjaagd, maar de Nederlandse taal hield het veel langer uit ontdekte historicus Philip Dröge. Hij schreef De Tawl over het Neder-Amerikaans dialect dat tot in de 20e eeuw werd gesproken. (16:55) de Column van John Jansen van Galen (20:44) Multatuli was de eerste Nederlander die zich liet cremeren. Uniek, want dat was in zijn tijd nog verboden. Waarom koos hij er dan toch voor? Maarten van den Heuvel en Katinka Baehr maakte Het Spoor Terug: De as van Multatuli.  Meer info: https://www.vpro.nl/programmas/ovt/luister/afleveringen/2023/24-09-2023.html#  (https://www.vpro.nl/programmas/ovt/luister/afleveringen/2023/24-09-2023.html)

OVT Fragmenten podcast
#1518 - Het Spoor Terug: De as van Multatuli

OVT Fragmenten podcast

Play Episode Listen Later Sep 24, 2023 34:04


Het is dit jaar 75 jaar geleden dat de as van de grote schrijver Multatuli werd bijgezet in een monument op begraafplaats Westerveld. Hij was de eerste Nederlander die zich liet cremeren. In Nederland was dat in die tijd nog verboden. Waarom koos hij daar dan toch voor? En wat is er waar van het gerucht dat er sigarenas in het monument is bijgezet? Luister in Het Spoor Terug: De as van Multatuli.

Het Spoor Terug
De as van Multatuli

Het Spoor Terug

Play Episode Listen Later Sep 24, 2023 34:04


Het is dit jaar 75 jaar geleden dat de as van de grote schrijver Multatuli werd bijgezet in een monument op begraafplaats Westerveld. Hij was de eerste Nederlander die zich liet cremeren. In Nederland was dat in die tijd nog verboden. Waarom koos hij daar dan toch voor? En wat is er waar van het gerucht dat er sigarenas in het monument is bijgezet? Luister in Het Spoor Terug: De as van Multatuli.

Megawati Institute
Multatuli versus Marx tentang Pengisapan

Megawati Institute

Play Episode Listen Later Aug 31, 2023 91:11


Diskusi Serial Alumni SPPB, Angkatan X Multatuli versus Marx tentang Pengisapan Narasumber Bonatua Silalahi, ME Alumnus Sekolah Pemikiran Pendiri Bangsa (SPPB), Angkatan X Moderator Dida Darul Ulum, M.Ud (Peneliti Megawati Institute)

Dutch Today
Dutch Today Podcast #62: Multatuli

Dutch Today

Play Episode Listen Later May 22, 2023 15:19


Dag studenten van de Nederlandse taal! Tegenwoordig zie je veel FairTrade producten in de winkels. Wist je dat dit vroeger Max Havelaar producten heetten? Waarom hadden ze deze naam, en wat had dat met de Latijnse naam Multatuli (veel geleden) te maken? Luister en leer meer over een van de grootste auteurs die Nederland ooit heeft gekend. Als je vragen hebt of opmerkingen, stuur me een bericht via instagram en volg me ook op Youtube. Deze podcast is bedoeld als ondersteuning van Nederlandse les. Transcriptie: www.benkyodutch.nl Ben je blij met de podcast? Trakteer me op een koffie: www.buymeacoffee.com/martynkluiY (Paypal - martynkluit@gmail.com) Instagram: https://www.instagram.com/benkyodutch/ Youtube: https://www.youtube.com/channel/UCRCR6zyE0RwxNK5iQ7YN79A #dutch #dutchlanguage #nederlandsleren #nederlandsetaal #Nederlands #learndutch #studydutch #nt2 #docentnederlands #Holenderski #dutchteacher #dutchtoday #nederlands #inburgeren #Голландский #Flemenkçe #Holandés #荷蘭語 #オランダ語 #डच #голландська #هولندي - - - -Music from Uppbeat (free for Creators!): https://uppbeat.io/t/atm/that-good-feeling License code: VO7EQHY4NR2NFEG1 Music from Uppbeat (free for Creators!):https://uppbeat.io/t/moire/bees-in-the-gardenLicense code: 5JMTCKQOPGCMQ6CY

'Geschiedenis Geven'
50 Venster: Aflevering 7 (Canon van Nederland)

'Geschiedenis Geven'

Play Episode Listen Later Apr 9, 2023 60:30


In deze zevende aflevering bespreken Meereke Bosua en Willem Eekhof in blokken van maximaal tien minuten weer vijf vensters uit de Canon van Nederland. Via langdurig onrecht langs kunst via een stoere vrouw naar een verschrikkelijke oorlog. 01.00: Max Havelaar 13.15: Het kinderwetje van Van Houten 23.15: Vincent van Gogh 34.32: Aletta Jacobs 46.00: De Eerste Wereldoorlog Tags: geschiedenis, koffie, kolonialisme, Willem III, Multatuli, Eduard Douwes Dekker, Nederlands-Indië, cultuurstelsel, kinderarbeid, industrie, leerplicht, school, Jacob Jan Cremer, Theo van Gogh, kunst, zonnebloemen, Paul Gauguin, feminisme, kieswet, gelijke rechten, vrouwenkiesrecht, Thorbecke, Spaanse griep, Duitsland, Neutraal, loopgraaf. Een www.pocketpodcast.nl productie. Reageren: geschiedenisgeven@gmail.com

Crónicas Lunares
Max Havelaar - Multatuli

Crónicas Lunares

Play Episode Listen Later Dec 27, 2022 2:38


Diciembre 19. Enrique el verde – Gottfried Keller 20. Norte y Sur – Elisabeth Gaskell 21. Madame Bovary – Gustave Flaubert 22. Verano tardío – Adalbert Stifter 23. Adam Bede – George Eliot 24. Oblomov - Iván Goncharov 25. La mujer de blanco - Wilkie Collins 26. El molino del Floss - George Eliot 27. Max Havelaar - Multituli --- Send in a voice message: https://anchor.fm/irving-sun/message

Opium
Het gesprek - Thom Hoffman (31 oktober 2022)

Opium

Play Episode Listen Later Oct 31, 2022 14:48


Annemieke Bosman in gesprek met Thom Hoffman over zijn boek Indië, betovering en desillusie. Thom Hoffman is acteur, fotograaf en bekroond documentairemaker. Hij was in 2009 en 2015 gasthoogleraar aan de universiteiten van Tilburg en Delft met als opdracht: de geschiedenis van Nederlands-Indië, aan de hand van tekst en beeld. In 2019 verscheen zijn fotoboek over Nederlands-Indië, Een verborgen geschiedenis. De bijbehorende tentoonstelling 'Dossier Indië'was te zien in het Wereldmuseum in Rotterdam. Ook voor het Rijksmuseum voor Volkenkunde in Leiden maakte Hoffman meerdere fototentoonstellingen. Hiervoor fotografeerde hij onder meer het dagelijks leven op de vuilnisbelt van Jakarta, ‘Bantar Gebang'.   In 2005 vertolkte Hoffman de titelrol Max Havelaar in een theaterversie van Multatuli's revolutionaire roman. Als theateracteur was hij verder te zien in onder meer Moesson. Voor de miniserie In naam der koningin (1996), naar de roman De hongertocht (1911) van Madelon Székely-Lulofs, speelde Hoffman de rol van geoloog Frederik Moree, die in het oorlogsgebied Atjeh op zoek gaat naar nieuwe oliebronnen. Indië, betovering en desillusie Een persoonlijke zoektocht naar een verborgen geschiedenis Hoffmans jarenlange zoektocht naar het werkelijke Indië, vanaf het begin van de VOC tot aan de onafhankelijkheid van Indonesië, vindt zijn eindpunt in dit boek ‘Boven mijn jongensbed hing een Sumatraanse tijger.' Zo begint Thom Hoffmans fascinerende en beeldende reis door de tijd. Onder een imposante tijgerkop droomde hij als 13-jarige over het sepiagekleurde Nederlands-Indië, het land van zijn grootouders. Oma en opa overleden kort na elkaar. Hoe was hun leven in Indië geweest? Omdat Thom zijn lievelingsoma geen vragen meer kon stellen, ging hij op zoek naar antwoorden. Geraakt door Couperus, Multatuli, Kousbroek, Kartini, Székely-Lulofs en andere schrijvers, en door films en documentaires, maakte Hoffman de afgelopen dertig jaar een persoonlijke reis. Hij begon met het verzamelen van boeken over Nederlands-Indië en hoe meer hij las, hoe duidelijker de contouren zich aftekenden van de kolonie onder Nederlands gezag, van de VOC tot aan de soevereiniteitsoverdracht in 1949. Een geschiedenis die ver uitstijgt boven familieverledens. Indië als decor voor betovering, mysterie en schandaal, maar ook het strijdtoneel voor opvattingen over verandering. Het Indonesisch vrijheidsstreven leefde op. Hoe ging Nederland daarmee om? Boeiende persoonlijkheden als Jacob Haafner, baron Van Hoëvell, Kartini, Tan Malaka, Hatta en Soekarno completeren een caleidoscopisch en vaak aangrijpend beeld.      

Doenças Tropicais
38. Kartini. Emancipação feminina nas Índias Orientais

Doenças Tropicais

Play Episode Listen Later Aug 5, 2022 36:01


Raden Adjeng Kartini (1879-1905) foi defensora isolada da emancipação feminina em Java, na época das Índias Orientais Neerlandesas. Acompanhar sua breve carreira nos põe em contato com um trânsito curioso entre socialistas da Segunda Internacional e uma mulher asiática da baixa nobreza, escrevendo de uma colônia majoritariamente muçulmana. Kartini hoje é uma heroína nacional da Indonésia; contamos como isso aconteceu e os principais aspectos de sua vida e obra. Filme Kartini (2017), dir. Hanung Bramantyo Livros e artigos Multatuli, Max Havelaar, ou Os leilões de café da Companhia Holandesa de Comércio, Belo Horizonte: Âyiné, 2019, Felipe Vale da Silva. A quantas mãos se escreve a história da literatura? A política das divergências teóricas na Indonésia. Afro-Ásia, n. 62 (2020), p. 270-298. Sukarno. Sarinah. Kewadjiban wanita dalam perdjoangan Republik Indonesia. Raden Adjeng Kartini. Letters from a Javanese Princess. Tradução de Agnes Louise Symmers. London: Duckworth & Co., 1921. Raden Adjeng Kartini. Surat-surat lengkap dan berbagai catatan: 1898-1904. Editado por Joost Coté. Jakarta: Elex Media Komputindo, 2022. Kathryn Robinson. "Call me Kartini? Kartini as a Floating Signifier in Indonesian History" [trechos]. Bijl, P.; Chin, G.V.S. Appropriating Kartini: colonial, national and transnational memories of an Indonesian icon. Singapore: ISEAS, 2020, p. 131-153.

Fulbright Forward - A Diversity Podcast
Project Multatuli's Public Journalism for the Underreported with Evi Mariani

Fulbright Forward - A Diversity Podcast

Play Episode Listen Later Aug 2, 2022 40:04 Transcription Available


This episode features Fulbright Alumna Evi Mariani. Evi was a 2011 Hubert Humphrey Fellow from Indonesia at Philip Merrill College of Journalism at the University of Maryland. Her critical work has been widely recognized, and she is the recipient of several prestigious journalism awards including a Society of Publishers in Asia award for excellence in public journalism, the Tasrif Award, the Indonesia Print Media Awards Golden Award for investigative journalism, and the Influential Media Figure award from MAW Talk Awards. She was also a reporter and later Managing Editor at the Jakarta Post, one of Indonesia's most respected and long-running English-language daily newspapers. Evi and her colleagues founded Project Multatuli in 2021. Project Multatuli is a public service journalism initiative dedicated to carrying out the ideals of giving a voice to the voiceless, spotlighting the marginalized, and reporting on the underreported. The organization produces data-based, deeply researched news stories. They collaborate with other news organizations, research bodies, and civil society groups that strive for democracy, human rights, social justice, environmental sustainability, and equal rights for all.Evi shares with the story of how she came to create Project Multatuli and how the collective is using innovative approaches to produce journalism aligned with their mission to serve the underreported and hold power accountable. We discuss the Project's strategies to disrupt dominant practices in Indonesia's media industry, and the challenges of creating a work culture and societal structures that support truly inclusive media production. Related Links: Project Multatuli Alumni & Voices: Evi Mariani SofianIn CONVERSATION with Evi Mariani, Executive Director of Project Multatuli

PERIPODCAST
Episode 58. Memaknai Kebahagiaan: Adakah Bentuk Lain dari Bahagia?

PERIPODCAST

Play Episode Listen Later Mar 24, 2022 49:48


Meniti karir sebagai seorang jurnalis, mempertemukan Devina Yo @devinayo dengan beragam realita yang hampir pasti dituliskannya dalam bentuk kata. Juga, berita. Judul bagian ini agak beda dari format template IG Live lainnya. Sebab, dalam sebuah percakapan saat Devina diajak untuk berkolaborasi, balasannya langsung menyentuh hati, “Sebenarnya, menarik kalau tanya kenapa Multatuli (baca: Project Multatuli @projectm_org terbitin berita 'menyedihkan'. Jadi, kaya kontradiksi antara tema bahagia x laporan sedih dan menderita itu.“ https://www.youtube.com/watch?v=j6EktTvueDo Bersama Laily Prihatiningtyas @juzztyas yang lebih tenang dan senang dikenal sebagai pencari hikmat, percakapan bersama kedua pencerita ini akan lebih banyak mengulas soal kemungkinan-kemungkinan dari format kebahagiaan di hadapan realita yang masih saja terus dipenuhi berita, cerita, dan fakta duka. https://www.youtube.com/watch?v=j6EktTvueDo --- Send in a voice message: https://anchor.fm/periplusid/message

Compleetdenkers
Compleetdenkers - Aflevering #1 Professor dr. Philip Vermoortel

Compleetdenkers

Play Episode Listen Later Mar 14, 2022 47:41


Met jullie maandelijkse steun maken wij jullie wereldbeeld completer!https://www.buzzsprout.com/1956185/supportIn de eerste aflevering van Compleetdenkers hebben we een gesprek met Professor dr. Philip Vermoortel. Hij is in 1978 afgestudeerd als germanist aan de KU Leuven. In 1991 werkte hij zijn doctoraat af, getiteld De parabel bij Multatuli. Naast zijn professionele bezigheid als hoogleraar Nederlandse literatuur aan de KU Leuven Campus Brussel is hij een uitmuntend kenner van Multatuli en ook een onvermoeibare verdediger van het Standaardnederlands en een begenadigd spreker en toneelregisseur. In deze aflevering blikt hij terug op hoe hij de coronacrisis heeft ervaren.Meer info:www.compleetdenkers.beSteun ons zodat we content kunnen blijven maken:http://steunactie.be/actie/steun-podcast-compleetdenkers-1/-25295Of koop ons een ☕️ https://www.buymeacoffee.com/compleetdenkers#compleetdenkers #podcast #stevenarrazoladeonate #cocoenenfilms #finnfransen #anjacoenen Support the show

KEMBALI20 Podcast
UWRF21 Podcast | Project Multatuli: A Voice to the Voiceless

KEMBALI20 Podcast

Play Episode Listen Later Jan 31, 2022 59:16


Multatuli's book Max Havelaar is a powerful indictment of colonialism in the Dutch East Indies. Inspired by his fight for equality, Project Multatuli is a public journalism organization that expose injustices and the voices of the suffering. The founders of Project Multatuli, Evi Mariani and Todung Mulya Lubis speak to Debra Yatim about the values of humanism and ethical journalism.

Pinter Politik
Sejarah Ernest Douwes Dekker: Indo Yang Jadi Menteri Soekarno

Pinter Politik

Play Episode Listen Later Oct 22, 2021 8:45


Ada 2 tokoh terkenal dengan nama Douwes Dekker. Yang pertama adalah Eduard Douwes Dekker yang dikenal dengan nama pena Multatuli,dan yang kedua adalah yang kita bahas kali ini, yakni Ernest Douwes Dekker. Ernest terkenal karena bersama dr. Tjipto Mangoenkoesoemo dan Suwardi Suryaningrat. Kiprah, keterlibatannya dalam perundingan-perundingan dengan Belanda dan gagasannya tentang nasionalisme juga yang membuatnya akhirnya sempat menjabat sebagai menteri di kabinet Sjahrir. Lalu, seperti apa kiprah tokoh yang pernah jadi sukarelawan dalam perang di Afrika Selatan ini?

OVT Fragmenten podcast
Multatuli in Indonesië

OVT Fragmenten podcast

Play Episode Listen Later Jun 13, 2021 11:31


Soekarno stond erom bekend dat hij graag Multatuli citeerde wanneer hij de Nederlandse wandaden ter sprake bracht. De Max Havelaar - 'eene memorie van grieven' volgens de schrijver - wakkerde het Indonesisch zelfbewustzijn aan. Multatuli, kortom, is een naam in Indonesië. Filmmaker Arjan Onderdenwijngaard woont al jaren in Indonesië en is al jaren 'in' Multatuli. Hij schreef Multatuli leeft in Lebak, en komt praten over 160 jaar Max Havelaar in Indonesië.

OVT
Uur 2: Multatuli, Kassiewijle 3 Het dode lichaam OVT 13 juni 2021

OVT

Play Episode Listen Later Jun 13, 2021 52:36


Soekarno stond erom bekend dat hij graag Multatuli citeerde wanneer hij de Nederlandse wandaden ter sprake bracht. De Max Havelaar - 'eene memorie van grieven' volgens de schrijver - wakkerde het Indonesisch zelfbewustzijn aan. Multatuli, kortom, is een naam in Indonesië. Filmmaker Arjan Onderdenwijngaard woont al jaren in Indonesië en is al jaren 'in' Multatuli. Hij schreef Multatuli leeft in Lebak, en komt praten over 160 jaar Max Havelaar in Indonesië.Verder: Kassiewijle #3 Het dode lichaam.

IndoProgress
Wawancara IndoProgress: Project Multatuli

IndoProgress

Play Episode Listen Later Jun 4, 2021 47:34


Sebuah media baru yang independen telah hadir di Indonesia bernama Project Multatuli. Editor IndoProgress, Coen Husain Pontoh mewawancarai Pemimpin Redaksi Project Multatuli, Evi Mariani. Bagaimana membangun jurnalisme yang independen, berpihak pada mereka yang terpinggirkan, dan tidak dikontrol oligarki media? Simak wawancara IPTV selengkapnya.

Splice Lo-Fi
Indonesian journalist Evi Mariani on starting up Project Multatuli

Splice Lo-Fi

Play Episode Listen Later May 28, 2021 32:23


Radio Savannah
Boekenplankje van mei

Radio Savannah

Play Episode Listen Later May 13, 2021 25:17


Boekenplankje van mei Maak kennis met Radio Savannahs nieuwe boekenplankje! Een aflevering tjokvol nieuws uit de winkel en boekentips van Lola, Suzanne en andere Savannah Bay-ers. Met natuurlijk een extra spotlight op Savannah Bay’s boeken van de maand: Ik ben een eiland van Tamsin Calidas en De koloniale leeslijst, samengesteld door Rasit Elibol.Wil je ook wat bijdragen aan ons boekenplankje en een leestip delen? Laat het ons weten op Instagram, Twitter en Facebook en gebruik #RadioSavannah. Voor (lees)tips en fanmail zijn we ook te bereiken op info@savannahbay.nl . Namens De Groene Amsterdammer stelde Rasit Elibol De nieuwe koloniale leeslijst samen: een bundel essays die de koloniale klassiekers aan een noodzakelijke nieuwe lezing onderwerpen, maar daar bovenal iets naast en tegenover plaatsen. Behalve ‘de Grote Drie’ van het Indische literaire erfgoed – Multatuli, Louis Couperus en Hella Haasse – lezen we Frans Lopulalan en Suwarsih Djojopuspito, en kijken we naar de grote schrijvers van Suriname, zoals Edgar Cairo en Astrid Roemer, en de Nederlandse Antillen, van Boeli van Leeuwen tot Radna Fabias. De nieuwe koloniale leeslijst biedt een essentiële dwarsdoorsnede van de koloniale letteren, met werk van radicale denkers, conservatievelingen en vrijheidsvechters dat laat zien wat er in bezette tijden gebeurde en welke nasleep dit had voor latere generaties. Met essays van onder anderen Alfred Birney, Yra van Dijk, Lotfi El Hamidi, Theodor Holman, Warda El-Kaddouri, Michiel van Kempen, Tessa Leuwsha, Lara Nuberg, Maaike Meijer, Marja Pruis, Alfred Schaffer, Manon Uphoff, Joost de Vries en Gloria Wekker. Vind het boek hier in de webshop. Tamsin Calidas is een dertiger met een baan in de media, die in de hippe Londense wijk Notting Hill woont. Niks bijzonders. Tot zij en haar man besluiten hun leventje in de stad te verruilen voor het ruige en onbekende van een klein Schots eiland in de Hebriden. Ze gaan er schapen fokken. Landelijk, rustig en idyllisch, is het beeld dat ze voor ogen hebben. Weg van het eeuwige jachtige. Maar wanneer de eerste betovering is verbroken, blijkt het allerminst idyllisch. De gesloten eilanders zitten helemaal niet te wachten op de komst van zo’n stel stedelingen, het kind waarnaar ze verlangden komt maar niet, het weer is onstuimig en het leven zwaar. Hun huwelijk overleeft de storm niet en loopt op de klippen. En dat is nog maar het begin van de pure, bittere ellende die Calidas zal moeten doormaken. Armoede, een traumatisch verlies en ziekte stellen haar op de proef en het onherbergzame land brengt zijn eigen uitdagingen met zich mee. Naarmate de tijd verstrijkt verliest Calidas zich meer en meer in het landschap om haar heen, en het is precies die natuur die verlossing brengt. Calidas trekt alle registers open in dit rauwe, openhartige boek, dat een ode brengt aan het menselijke overlevingsinstinct en barst van de prachtige beschrijvingen van die wilde wereld. Ik ben een eiland is een verhaal over het buitengewone vermogen van de natuur om, wanneer je alles verloren hebt, in je behoeften te voorzien. Een magnifiek boek over eenzaamheid, veerkracht en zelfontdekking.  Vind het boek hier in de webshop. Nieuw op het Radio Savannah Boekenplankje: Op een zomerdag in 1596 gaat Judith, een jong meisje uit Stratford-upon-Avon met een flinke griep in bed liggen. Haar tweelingbroer Hamnet zoekt overal vergeefs om hulp. Hun moeder, Agnes, is ver buiten het dorp met haar geneeskrachtige planten in de weer. Hun vader werkt in Londen als toneelschrijver. Beide ouders hebben nog geen idee dat een van hun kinderen de week niet zal overleven.Hamnet is een aangrijpende pageturner geïnspireerd op de zoon van William Shakespeare. Het is het verhaal van een zoon van een handschoenmaker die in navolging van de liefde zijn vaders regels aan zijn laars lapt, het verhaal van de vrouw voor wie hij valt,

OBS
En bok om kaffe förändrade världen

OBS

Play Episode Listen Later Apr 7, 2021 10:05


1860 utkom en nederländsk bok som bidrog till mildra det koloniala förtrycket i Indonesien, men som också fick inflytande över svensk litteratur. Jimmy Vulovic berättar om en viktig bok om kaffe. ESSÄ: Detta är en text där skribenten reflekterar över ett ämne eller ett verk. Åsikter som uttrycks är skribentens egna. När pastorn talar känns allt bra igen. Församlingen sitter i det trygga koloniala Nederländerna, med ekonomiska intressen som sträcker sig långt ut i världen. I sin predikan mot allt annat än den egna kristendomen ger han klara besked. Det finns inget att ha dåligt samvete för. Tvärtom. Alla kristna är i själva verket skyldiga att omvända de icke-kristna. Uppdraget är heligt. Och hedningarnas väg till frälsning, förklarar han, går genom hårt arbete. Deras anletes svett är den enda vägen. Så talar han. Kyrkobesökarna, det vill säga kolonialismens vita vinnare, kan andas ut. De kan finna själsfrid i sitt värv, njuta frukterna av den lukrativa handeln. För deras profit är ju sanktionerad av Gud. Det har pastorn sagt. Multatuli är den sannaste bok jag läst fast den blott är en bok om kaffe. Så skriver Eyvind Johnson i ett brev till författarkollegan och vännen Rudolf Värnlund i juli 1921. Romanen han syftar på är den antikolonialistiska Max Havelaar eller Nederländska handelskompaniets kaffeauktioner som gavs ut i Nederländerna 1860. Multatuli är latin. Det betyder jag har lidit mycket. Och bakom den pseudonymen döljer sig författaren Eduard Douwes Dekker som föddes 1820 och dog 1887. Efter flera år i tjänst för den nederländska kolonialmakten i Indonesien, bestämde han sig för att avslöja det förtryck som pågick där. Med Max Havelaar ville han visa både orättvisorna och den förljugna världsförbättrarsjälvbild som förtryckarna tog till sig för att slippa se och förstå kolonialismens negativa konsekvenser.   Multatuli ekar länge i Eyvind Johnsons författarskap. Han lärde sig att det krävs ett nytt språk, en ny form, för att synliggöra ett förtryck som annars bara syns och känns underifrån, exempelvis de många orättvisor som även svenska arbetare upplevde. Och norrlänningen i honom såg och skildrade dessutom periferins underordning i relation till centrum. I den anarkistiska tidskriften Brand skrev han 1922 att Eduard Douwes Dekker var en av de stora plöjarna för den fria tanken, för den fria höga moral som bryta vanans udd. Och när han romandebuterade med Timans och rättfärdigheten 1925 är sonen till en egoistisk och girig fabrikör huvudperson. Sonen heter Stig. Hans blick inifrån borgerligheten avslöjar de falska och självförhärligande motiveringarna till de överordnades makt i klassamhället. Ungefär som när Multatuli ger oss interiörer från kolonialismens förljugenhet. Ett nytt perspektiv eller en oväntad berättarteknik är grepp som kan bryta vanans udd, en strategi för att skaka om och synliggöra något nytt. Och Max Havelaar är unik i sin tid inte enbart på grund av den antikoloniala blicken. Även formen är unik. Inte minst därför att tre personer för ordet i romanen. Titelpersonen Max Havelaar gör det bland annat via avslöjande dokument som han tagit med sig hem till Nederländerna efter att ha avskedats från sin tjänst i den koloniala administrationen. Anledningen till avskedet var att han tagit ställning för de fattiga inhemska bönderna. Dokumenten vittnar om total rättslöshet under en vit makt. Men de visar dessutom att de rika lokala härskarna spelar en avgörande roll i det systematiska förtrycket. Begreppet rasism räcker alltså inte ensamt till för att förklara orättvisan. I grunden handlar det mesta i romanen om ekonomi och ekonomisk vinst. Max Havelaar lämnar i förhoppning om utgivning dokumenten till Betavus Droogstoppel. Han är en vän från skoltiden och affärsman på den internationella kaffemarknaden. Om det inte vore för att det kanske skulle kunna gynna affärerna, hade den snikne affärsmannen aldrig befattat sig med skrifterna. Men entreprenören i honom ser möjligheter att utveckla en sydostasiatisk kaffehandel. Med en bok om kaffebönans vidare vinstpotential i ännu outnyttjade jordområden hoppas han framstå som framsynt. Samtidigt som han hoppas att det ska leda till fler intäkter. Men någon författare är han ju inte. Därför engagerar han i sin tur en ung skribent, Stern, för att skriva boken. Men Stern, som visar sig vara idealist, väljer att fokusera på det Max Havelaars dokument berättar om kolonialismens orättvisor. Istället för att skriva den bok som Droogstoppel önskar sig. Sterns berättelse visar det systematiska förtryck där fattiga indonesiska bönder till svältpris tvingas odla varor åt en redan övergödd västerländsk marknad istället för ris till den egna svältande befolkningen. Dessutom beskattas de hårt. Svälttillvaron och skatterna gör det omöjligt för dem att bygga upp ett eget kapital. Därmed ges de heller inte möjlighet att bygga upp ett eget välstånd. Omöjliggjord social mobilitet är som bekant ett av klassamhällets allra tydligaste kännetecken. Bönderna är dessutom enligt lag förbjudna att flytta ifrån sina hemtrakter för att söka lyckan på annat håll. Slaveri är ett ord som ligger väldigt nära till hands. Det uppstår snabbt en öppen konflikt mellan berättarna. I själva romanen alltså, från det ena kapitlet till det andra. Den vinsthetsande affärsmannen Droogstoppel går i sina kapitel till hårt angrepp mot det som den humane Stern framför i sina. Konflikten är retoriskt effektiv. För genom den avslöjar Droogstoppel sig själv som den giriga egoist han är. Ingen behöver då ens påtala att affärsmannen, i allt han gör, enbart drivs av egenintresse. Och med den konflikten uppstår även en för romanen viktig diskussion om vad skönlitteratur är bra för, egentligen. Svaret är tydligt. Litteratur ska påvisa förtryck och påverka världen i en rättvis riktning. Udden riktas mot den högtravande parnassens navelskådande tomgångslitteratur. Och Eyvind Johnson tog starkt intryck av det resonemanget också. Det framgår av ett brev till Rudolf Värnlund i februari 1922: Han är min avgud ty han har räddat min själ han har räddat mig från vansinne och hopplöshet , Å Multatuli du litteraturens föraktare och ändå en diktens konung! Den förljugna självgodhet som är Droogstoppel och hans likars kännetecken säger att allt i världen är helt i sin ordning, att allt är exakt som det bör vara och dessutom går mot det bättre. Därför finns det alls ingen anledning att ifrågasätta den rådande ordningen. Men många läsare höll inte med. Idag är Max Havelaar en oförtjänt bortglömd roman, vilket är konstigt med tanke på den historiska påverkan verket har haft. I essän The book that killed colonialism, publicerad i New York Times 1999, beskriver den indonesiske författaren Pramoedya Ananta Toer utgivningen som earth-shaking. De nederländska liberaler som krävde en reformering av kolonialsystemet gjorde den till ett vapen i rättvisekampen. Det resulterade så småningom i lite bättre förhållanden i kolonierna, till exempel då det gällde möjligheter till utbildning. Det ledde i sin tur till att romanen på ett mer direkt vis kunde nå ut till och inspirera de förtryckta indoneser som skulle komma att leda en av 1900-talets största och viktigaste antikoloniala frihetskamper. Jimmy Vulovic, litteraturforskare, skribent och föreläsare Sändes första gången 27-02-20   Lästips Multatuli [Eduard Douwes Dekker], Max Havelaar. Or, the Coffee Auctions of the Dutch Trading Company, New York Review Books, 2019. Boken utgavs även på svenska senast 1979 som "Max Havelaar eller Nederländska handelskompaniets kaffeauktioner" i översättning av Ingrid Wikén Bonde. Bara genom breven till dig, vän! Eyvind Johnsons och Rudolf Värnlunds brevväxling, red. Birgit Munkhammar och Magnus Bergh, Albert Bonniers förlag, 2018. Pramoedya Ananta Toer, The book that killed colonialism, New York Times 1999-04-18. https://www.nytimes.com/1999/04/18/magazine/best-story-the-book-that-killed-colonialism.html

OBS
Max Havelaar – en antikolonial klassiker som visade Eyvind Johnson vägen

OBS

Play Episode Listen Later Apr 7, 2021 10:05


1860 utkom en nederländsk bok som bidrog till mildra det koloniala förtrycket i Indonesien, men som också fick inflytande över svensk litteratur. Jimmy Vulovic berättar om en viktig bok om kaffe. ESSÄ: Detta är en text där skribenten reflekterar över ett ämne eller ett verk. Åsikter som uttrycks är skribentens egna. När pastorn talar känns allt bra igen. Församlingen sitter i det trygga koloniala Nederländerna, med ekonomiska intressen som sträcker sig långt ut i världen. I sin predikan mot allt annat än den egna kristendomen ger han klara besked. Det finns inget att ha dåligt samvete för. Tvärtom. Alla kristna är i själva verket skyldiga att omvända de icke-kristna. Uppdraget är heligt. Och hedningarnas väg till frälsning, förklarar han, går genom hårt arbete. Deras anletes svett är den enda vägen. Så talar han. Kyrkobesökarna, det vill säga kolonialismens vita vinnare, kan andas ut. De kan finna själsfrid i sitt värv, njuta frukterna av den lukrativa handeln. För deras profit är ju sanktionerad av Gud. Det har pastorn sagt. Multatuli är den sannaste bok jag läst fast den blott är en bok om kaffe. Så skriver Eyvind Johnson i ett brev till författarkollegan och vännen Rudolf Värnlund i juli 1921. Romanen han syftar på är den antikolonialistiska Max Havelaar eller Nederländska handelskompaniets kaffeauktioner som gavs ut i Nederländerna 1860. Multatuli är latin. Det betyder jag har lidit mycket. Och bakom den pseudonymen döljer sig författaren Eduard Douwes Dekker som föddes 1820 och dog 1887. Efter flera år i tjänst för den nederländska kolonialmakten i Indonesien, bestämde han sig för att avslöja det förtryck som pågick där. Med Max Havelaar ville han visa både orättvisorna och den förljugna världsförbättrarsjälvbild som förtryckarna tog till sig för att slippa se och förstå kolonialismens negativa konsekvenser.   Multatuli ekar länge i Eyvind Johnsons författarskap. Han lärde sig att det krävs ett nytt språk, en ny form, för att synliggöra ett förtryck som annars bara syns och känns underifrån, exempelvis de många orättvisor som även svenska arbetare upplevde. Och norrlänningen i honom såg och skildrade dessutom periferins underordning i relation till centrum. I den anarkistiska tidskriften Brand skrev han 1922 att Eduard Douwes Dekker var en av de stora plöjarna för den fria tanken, för den fria höga moral som bryta vanans udd. Och när han romandebuterade med Timans och rättfärdigheten 1925 är sonen till en egoistisk och girig fabrikör huvudperson. Sonen heter Stig. Hans blick inifrån borgerligheten avslöjar de falska och självförhärligande motiveringarna till de överordnades makt i klassamhället. Ungefär som när Multatuli ger oss interiörer från kolonialismens förljugenhet. Ett nytt perspektiv eller en oväntad berättarteknik är grepp som kan bryta vanans udd, en strategi för att skaka om och synliggöra något nytt. Och Max Havelaar är unik i sin tid inte enbart på grund av den antikoloniala blicken. Även formen är unik. Inte minst därför att tre personer för ordet i romanen. Titelpersonen Max Havelaar gör det bland annat via avslöjande dokument som han tagit med sig hem till Nederländerna efter att ha avskedats från sin tjänst i den koloniala administrationen. Anledningen till avskedet var att han tagit ställning för de fattiga inhemska bönderna. Dokumenten vittnar om total rättslöshet under en vit makt. Men de visar dessutom att de rika lokala härskarna spelar en avgörande roll i det systematiska förtrycket. Begreppet rasism räcker alltså inte ensamt till för att förklara orättvisan. I grunden handlar det mesta i romanen om ekonomi och ekonomisk vinst. Max Havelaar lämnar i förhoppning om utgivning dokumenten till Betavus Droogstoppel. Han är en vän från skoltiden och affärsman på den internationella kaffemarknaden. Om det inte vore för att det kanske skulle kunna gynna affärerna, hade den snikne affärsmannen aldrig befattat sig med skrifterna. Men entreprenören i honom ser möjligheter att utveckla en sydostasiatisk kaffehandel. Med en bok om kaffebönans vidare vinstpotential i ännu outnyttjade jordområden hoppas han framstå som framsynt. Samtidigt som han hoppas att det ska leda till fler intäkter. Men någon författare är han ju inte. Därför engagerar han i sin tur en ung skribent, Stern, för att skriva boken. Men Stern, som visar sig vara idealist, väljer att fokusera på det Max Havelaars dokument berättar om kolonialismens orättvisor. Istället för att skriva den bok som Droogstoppel önskar sig. Sterns berättelse visar det systematiska förtryck där fattiga indonesiska bönder till svältpris tvingas odla varor åt en redan övergödd västerländsk marknad istället för ris till den egna svältande befolkningen. Dessutom beskattas de hårt. Svälttillvaron och skatterna gör det omöjligt för dem att bygga upp ett eget kapital. Därmed ges de heller inte möjlighet att bygga upp ett eget välstånd. Omöjliggjord social mobilitet är som bekant ett av klassamhällets allra tydligaste kännetecken. Bönderna är dessutom enligt lag förbjudna att flytta ifrån sina hemtrakter för att söka lyckan på annat håll. Slaveri är ett ord som ligger väldigt nära till hands. Det uppstår snabbt en öppen konflikt mellan berättarna. I själva romanen alltså, från det ena kapitlet till det andra. Den vinsthetsande affärsmannen Droogstoppel går i sina kapitel till hårt angrepp mot det som den humane Stern framför i sina. Konflikten är retoriskt effektiv. För genom den avslöjar Droogstoppel sig själv som den giriga egoist han är. Ingen behöver då ens påtala att affärsmannen, i allt han gör, enbart drivs av egenintresse. Och med den konflikten uppstår även en för romanen viktig diskussion om vad skönlitteratur är bra för, egentligen. Svaret är tydligt. Litteratur ska påvisa förtryck och påverka världen i en rättvis riktning. Udden riktas mot den högtravande parnassens navelskådande tomgångslitteratur. Och Eyvind Johnson tog starkt intryck av det resonemanget också. Det framgår av ett brev till Rudolf Värnlund i februari 1922: Han är min avgud ty han har räddat min själ han har räddat mig från vansinne och hopplöshet , Å Multatuli du litteraturens föraktare och ändå en diktens konung! Den förljugna självgodhet som är Droogstoppel och hans likars kännetecken säger att allt i världen är helt i sin ordning, att allt är exakt som det bör vara och dessutom går mot det bättre. Därför finns det alls ingen anledning att ifrågasätta den rådande ordningen. Men många läsare höll inte med. Idag är Max Havelaar en oförtjänt bortglömd roman, vilket är konstigt med tanke på den historiska påverkan verket har haft. I essän The book that killed colonialism, publicerad i New York Times 1999, beskriver den indonesiske författaren Pramoedya Ananta Toer utgivningen som earth-shaking. De nederländska liberaler som krävde en reformering av kolonialsystemet gjorde den till ett vapen i rättvisekampen. Det resulterade så småningom i lite bättre förhållanden i kolonierna, till exempel då det gällde möjligheter till utbildning. Det ledde i sin tur till att romanen på ett mer direkt vis kunde nå ut till och inspirera de förtryckta indoneser som skulle komma att leda en av 1900-talets största och viktigaste antikoloniala frihetskamper. Jimmy Vulovic, litteraturforskare, skribent och föreläsare Sändes första gången 27-02-20   Lästips Multatuli [Eduard Douwes Dekker], Max Havelaar. Or, the Coffee Auctions of the Dutch Trading Company, New York Review Books, 2019. Boken utgavs även på svenska senast 1979 som "Max Havelaar eller Nederländska handelskompaniets kaffeauktioner" i översättning av Ingrid Wikén Bonde. Bara genom breven till dig, vän! Eyvind Johnsons och Rudolf Värnlunds brevväxling, red. Birgit Munkhammar och Magnus Bergh, Albert Bonniers förlag, 2018. Pramoedya Ananta Toer, The book that killed colonialism, New York Times 1999-04-18. https://www.nytimes.com/1999/04/18/magazine/best-story-the-book-that-killed-colonialism.html

Luisterrijk luisterboeken
De kleine Multatuli

Luisterrijk luisterboeken

Play Episode Listen Later Feb 1, 2021 3:00


In een uur word je bijgepraat over Multatuli. Zijn opvattingen over religie, opvoeding, kolonialisme, vrouwenemancipatie, de arbeidersbeweging, politiek en natuurlijk de Max Havelaar komen aan bod.Uitgegeven door Atlas ContactSpreker(s): Louis van Beek

OVT
Uur 1: toeslagenaffaire, China, Zweig, OVT 22-11-2020

OVT

Play Episode Listen Later Nov 22, 2020 52:27


Thomas Muntz over de Nederlandse ambtenarij, Frans-Paul van der Putten over ‘De wederopstanding van China’, Thomas Huttinga over ‘Mister Europa’ Stefan Zweig, Reinier Salverda over een nieuwe bron van Multatuli en de column van Micha Wertheim.

OVT Fragmenten podcast
Nieuwe bron Multatuli ontdekt

OVT Fragmenten podcast

Play Episode Listen Later Nov 22, 2020 9:35


Je zou denken dat we inmiddels alles wel weten van Multatuli, pseudoniem van Eduard Douwes Dekker, en zijn meesterwerk Max Havelaar. Toch heeft Reinier Salverda een nieuwe bron gevonden, waaruit hij opmaakt dat het iconische personage Droogstoppel gebaseerd is op iemand anders dan we altijd dachten.Een gesprek met hoogleraar Nederlands in Londen Reinier Salverda, die hierover schreef in tijdschrift de lage landen. Klik hier om zijn artikel te lezen.

Podcast Tirto: INSENTIF
Ke Museum Multatuli Yuk!

Podcast Tirto: INSENTIF

Play Episode Listen Later Oct 8, 2020 6:00


Yang pernah belajar sejarah, udah familiar dong sama nama Multatuli. Sudah ada museumnya di Rangkasbitung. Yuk, jalan-jalan ke sana lewat khayalan.

Opium
Het gesprek - Ger Beukenkamp (25 september)

Opium

Play Episode Listen Later Sep 25, 2020 17:03


Jan Mom spreekt scenario- en toneelschrijver en theatermaker Ger Beukenkamp over zijn boek Multatuli - Het leven van een klokkenluider in twintig dialogen. In 1838 vertrekt de 18-jarige Eduard Douwes Dekker voor het eerst naar Indië. Geconfronteerd met onrecht ontwikkelt hij zich in de daaropvolgende jaren tot de vlammende schrijver Multatuli. In twintig dialogen beschrijft Ger Beukenkamp het veelzijdige leven van deze klokkenluider. Multatuli blijft onweerstaanbaar, ook nu nog. Beukenkamp brengt de man achter de scherpe pen tot leven.

Sahabat Buku
Max Havelaar - Multatuli #UlasanBuku (77)

Sahabat Buku

Play Episode Listen Later Jul 19, 2020 5:39


Hai sahabat buku! Kali ini aku menceritakan sebuah novel berjudul Max Havelaar karya Multatuli, selamat mendengarkan! --- Support this podcast: https://anchor.fm/podcastsahabatbuku/support

De literaire canon
DE CANON / 21. Max Havelaar van Multatuli - met David Van Reybrouck

De literaire canon

Play Episode Listen Later Jun 26, 2020 13:01


Het is precies 200 jaar geleden dat Eduard Douwes Dekker, de echte naam van Multatuli, geboren werd. En als we Multatuli vieren, dan vieren we ook een beetje Max Havelaar, zijn bekendste werk waarmee hij de koloniale uitbuiting en de corrupte bureaucratie in Nederlands-Indië aanklaagde. David van Reybrouck is een boek aan het schrijven over het koloniale verleden van Nederland en dus nam hij Multatuli's Max Havelaar ook opnieuw vast.

Stripjournaal
De prestigieuze Max Havelaar

Stripjournaal

Play Episode Listen Later Jun 15, 2020 55:59


Hoe maak je van een literaire klassieker als Multatuli's Max Havelaar een goede strip? Scenarist en kenner van Multatuli Jos van Waterschoot is er jaren mee bezig geweest voordat zijn project echt van de grond kon komen. [...] Het bericht De prestigieuze Max Havelaar verscheen eerst op Stripjournaal.

Stripjournaal
De prestigieuze Max Havelaar

Stripjournaal

Play Episode Listen Later Jun 15, 2020 55:52


Hoe maak je van een literaire klassieker als Multatuli's Max Havelaar een goede strip? Scenarist en kenner van Multatuli Jos van Waterschoot is er jaren mee bezig geweest voordat zijn project echt van de grond kon komen. [...] Het bericht De prestigieuze Max Havelaar verscheen eerst op Stripjournaal.

Het Verblijf
Dag 68 - Usha Balesar leest Multatuli

Het Verblijf

Play Episode Listen Later May 26, 2020 5:46


Usha Balesar is lerarenopleider aan de Anton de Kom-universiteit in Paramaribo. Multatuli (pseudoniem van Eduard Douwes Dekker 1820-1887) voedde met zijn debuut Max Havelaar het verzet tegen het kolonialisme in Nederlands-Indië. Het Verblijf is een initiatief van Marc van Oostendorp. Redactie: Johan Oosterman, Iris van Erve, Jaap de Jong, Lot Broos. Presentatie, format, productie, vogels en muziek: Michiel van de Weerthof. Het verblijf wordt mede mogelijk gemaakt door de Nederlandse Taalunie. https://hetverblijf.online

Het Verblijf
Dag 56 - Jaap de Jong leest Multatuli

Het Verblijf

Play Episode Listen Later May 14, 2020 7:32


Jaap de Jong is hoogleraar Journalistiek en Nieuwe Media aan de Universiteit Leiden. Multatuli (pseudoniem van Eduard Douwes Dekker, 1820-1887) was een schrijver met een opmerkelijke haat- liefde verhouding tot poëzie, getuige deze fragmenten uit de lessen van Meester Pennewip in Woutertje Pieterse. Het Verblijf is een initiatief van Marc van Oostendorp. Redactie: Johan Oosterman, Iris van Erve, Jaap de Jong, Lot Broos. Presentatie, format, productie, vogels en muziek: Michiel van de Weerthof. Het verblijf wordt mede mogelijk gemaakt door de Nederlandse Taalunie. https://hetverblijf.online

Atelier Amsterdam
Arnon Grunberg en de gevaarlijke schoonheid van literatuur: over zijn lofrede voor Multatuli

Atelier Amsterdam

Play Episode Listen Later May 7, 2020 23:06


In deze editie van Atelier Amsterdam blikken we terug op de start van het Multatuli jaar. Het is alweer even geleden dat we in een volle Nieuwe Kerk luisterden naar de lofrede van schrijver Arnon Grunberg tijdens de onthulling van de gedenksteen voor Multatuli. We vieren het tweehonderdste geboorte-jaar van de beroemde schrijver Eduard Douwes Dekker, van wie het oeuvre behoort tot ons cultureel erfgoed. Emma Louise Diest ging met Grunberg in gesprek over zijn lofrede voor Multatuli.

Het Verblijf
Dag 41 - Kees de Glopper leest Nescio

Het Verblijf

Play Episode Listen Later Apr 29, 2020 8:13


Kees de Glopper is hoogleraar Taalbeheersing van het Nederlands aan de Rijksuniversiteit Groningen. Jan Hendrik Frederik Grönloh - pseudoniem Nescio (Latijn voor "Ik weet (het) niet"), was een Nederlandse schrijver van neoromantische verhalen in een deels op Multatuli geïnspireerde stijl. Het Verblijf is een initiatief van Marc van Oostendorp. Redactie: Johan Oosterman, Iris van Erve, Jaap de Jong, Lot Broos. Presentatie, format, productie, vogels en muziek: Michiel van de Weerthof. Het verblijf wordt mede mogelijk gemaakt door de Nederlandse Taalunie. https://hetverblijf.online

Het Verblijf
Dag 3 - Frank Willaert leest Multatuli

Het Verblijf

Play Episode Listen Later Mar 22, 2020 9:53


Vandaag: Frank Willaert met 'Max Havelaar' van Multatuli, een fragment uit hoofdstuk 1. Frank Willaert is emeritus hoogleraar Middelnederlandse letterkunde aan de Universiteit van Antwerpen. Multatuli was het pseudoniem van Eduard Douwes Dekker (1820-1887); zijn Max Havelaar staat volgens velen aan de top van de Nederlandse canon. Om je verblijf deze dagen te veraangenamen vind je elke dag een verhaal of gedicht uit de Nederlandse literatuur. Uitgekozen en voorgelezen vanuit huis door Neerlandici en auteurs. Het Verblijf is een initiatief van Marc van Oostendorp. Presentatie, productie, techniek en muziek: Michiel van de Weerthof. Redactie: Johan Oosterman, Iris van Erve, Jaap de Jong , Lot Broos.

Zeg het in het Nederlands
Zeg Het - In Het Nederlands 24

Zeg het in het Nederlands

Play Episode Listen Later Mar 19, 2020 34:18


Podcast 24 in Slow Dutch HD (wav-file) In deze aflevering praten we over de schrijver Multatuli en zijn boek Max Havelaar. We vertellen iets over Nederlands-Indië. Het mediafragment gaat over handen schudden. Veel plezier bij deze 24e aflevering van Zeg Het in Het Nederlands.

Zeg het in het Nederlands
Zeg het in het Nederlands 24

Zeg het in het Nederlands

Play Episode Listen Later Mar 19, 2020 34:18


Podcast in slow Dutch. Edition 24. March 2020. > see https://www.dutchidiom.com In deze aflevering praten we over de schrijver Multatuli en zijn boek Max Havelaar. We vertellen iets over Nederlands-Indië. Het mediafragment gaat over handen schudden. Veel plezier bij deze 24e aflevering van Zeg Het in Het Nederlands.

Zeg het in het Nederlands
Zeg Het - In Het Nederlands 24

Zeg het in het Nederlands

Play Episode Listen Later Mar 19, 2020 34:18


Podcast 24 in Slow Dutch HD (wav-file) In deze aflevering praten we over de schrijver Multatuli en zijn boek Max Havelaar. We vertellen iets over Nederlands-Indië. Het mediafragment gaat over handen schudden. Veel plezier bij deze 24e aflevering van Zeg Het in Het Nederlands.

Zeg het in het Nederlands
Zeg het in het Nederlands 24

Zeg het in het Nederlands

Play Episode Listen Later Mar 19, 2020 34:18


Podcast in slow Dutch. Edition 24. March 2020. > see https://www.dutchidiom.com In deze aflevering praten we over de schrijver Multatuli en zijn boek Max Havelaar. We vertellen iets over Nederlands-Indië. Het mediafragment gaat over handen schudden. Veel plezier bij deze 24e aflevering van Zeg Het in Het Nederlands.

Atelier Amsterdam
Jeroen Henneman en de kunst van de gedenksteen

Atelier Amsterdam

Play Episode Listen Later Mar 16, 2020 28:04


In de Nieuwe Kerk werd een gedenksteen voor de schrijver Eduard Douwes Dekker door koning Willem-Alexander onthuld. Een werk gemaakt door kunstenaar Jeroen Henneman. In deze editie van Atelier Amsterdam gaat Emma Louise Diest met hem in gesprek over het verhaal achter zijn kunstwerk voor Multatuli.

OVT Fragmenten podcast
Multatuli-jaar 2020

OVT Fragmenten podcast

Play Episode Listen Later Mar 1, 2020 13:19


Op 2 maart is het 200 jaar geleden dat Multatuli werd geboren. Hij kreeg onlangs een gedenksteen in de Nieuwe Kerk, en 2020 is tot zijn jaar uitgeroepen. Maar ondertussen staat zijn huis in de Korsjespoortstraat te verpieteren. Nederland eert op zijn manier Multatuli, zijn grootste schrijver. Hij staat bekend als de dwarsdenker des vaderlands, de criticus van onze misdaden in Ons Indie. Maar hoe recalcitrant was Eduard Douwes Dekker eigenlijk en was hij wel de antikoloniaal die tegenwoordig van hem gemaakt wordt?Te gast is Dik van der Meulen, schrijver van de biografie Multatuli. Leven en werken.

OVT
Multatuli jaar, de nieuwe Piketty en Marion Bloem, 01-03-2020 (1e uur)

OVT

Play Episode Listen Later Mar 1, 2020 53:13


Multatuli-biograaf Dik van der Meulen over het Multatuli-jaar, Marion Bloem over haar nieuwe boek 'Indo', Ewald Engelen en Merijn Oudeampsen over de nieuwe Piketty en de column van Sana Valiulina.

Winteruur podcast
Ivan De Vadder (Seizoen 5 - Aflevering 51)

Winteruur podcast

Play Episode Listen Later Feb 4, 2020 10:57


Journalist Ivan De Vadder met een fragment uit 'Max Havelaar' van Multatuli.

Calvary Chapel Haarlemmermeer
De negen zekerheden van de echte christen 1 van 2

Calvary Chapel Haarlemmermeer

Play Episode Listen Later Mar 25, 2018 51:53


De negen zekerheden van de echte christen 1 van 2 Diverse verzen uit 1 Johannes “Op deze wereld is niets zeker, behalve de dood en de belastingen.” Benjamin Franklin, grondlegger van de V.S. 1706-1790 “Niets is zeker, en zelfs dat niet.” Multatuli, Nederlandse schrijver – 1820-1887 Deze twee wereldlingen kenden de God van Bijbel niet waardoor zij geen zekerheid kende, en dat is zeer triest. Vandaag de dag is het niet anders; ook nu is zekerheid ver te zoeken. Vraag […]

De Dag
De Dag #8: De waarde van Multatuli | Een liegende Zijlstra | Cremeren zonder gas

De Dag

Play Episode Listen Later Feb 12, 2018 18:57


In De Dag bespreken we vandaag een standbeeld voor Multatuli in Indonesië, een liegende minister en een crematorium zonder gas.

Een goedemorgen met...
08-07-2017: Een Goedemorgen Met... literatuurhistoricus Nop Maas

Een goedemorgen met...

Play Episode Listen Later Jul 8, 2017 115:28


Nop Maas is literatuurhistoricus en margedrukker. Hij publiceerde boeken over negentiende-eeuwse schrijvers zoals Multatuli en Marcellus Emants. Daarnaast bezorgde hij brievenboeken van o.a. Gerard Reve, Willem Frederik Hermans, Vasalis en Geert van Oorschot. Tussen 2009 en 2012 verscheen zijn driedelige biografie van Gerard Reve onder de titel Kroniek van een schuldig leven. Onlangs bezorgde hij het indrukwekkende oorlogsdagboek van de dichteres Hanny Michaelis. Zojuist verscheen het tweede deel over haar onderduikjaren onder de titel De wereld waar ik buiten sta. De laatste jaren houdt Nop Maas zich ook bezig met het handmatig zetten en drukken van boekjes.

Een Goedemorgen Met...
08-07-2017: Een Goedemorgen Met... literatuurhistoricus Nop Maas

Een Goedemorgen Met...

Play Episode Listen Later Jul 8, 2017 115:28


Nop Maas is literatuurhistoricus en margedrukker. Hij publiceerde boeken over negentiende-eeuwse schrijvers zoals Multatuli en Marcellus Emants. Daarnaast bezorgde hij brievenboeken van o.a. Gerard Reve, Willem Frederik Hermans, Vasalis en Geert van Oorschot. Tussen 2009 en 2012 verscheen zijn driedelige biografie van Gerard Reve onder de titel Kroniek van een schuldig leven. Onlangs bezorgde hij het indrukwekkende oorlogsdagboek van de dichteres Hanny Michaelis. Zojuist verscheen het tweede deel over haar onderduikjaren onder de titel De wereld waar ik buiten sta. De laatste jaren houdt Nop Maas zich ook bezig met het handmatig zetten en drukken van boekjes.

Uitzending gemist OBA Live

- Theodor Holman in gesprek met Onno Blom. Hoe staat het met de literaire polemiek in Nederland? Nederland kent een lange traditie van literaire pennenstrijd. In de 19e eeuw: Conrad Busken Huet en Multatuli, later in de 20e eeuw gevolgd door schrijvers van het tijdschrift Forum, o.a. Menno ter Braak. Na de Tweede Wereldoorlog schreef gevreesde polemist W.F. Hermans Mandarijnen op zwavelzuur. En ook Harry Mulisch en Gerrit Komrij ‘konden er wat van’. Literair publicist Onno Blom neemt de mooiste polemische citaten mee en bespreekt hun actualiteit. Aangepaste programmering. De rechtstreekse OBA Live uitzending vervalt. Bewerking van 10 juli 2015

Het Marathoninterview
Marita Mathijsen: uur 3

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Dec 25, 2007 1:00


Neerlandica en columniste Marita Mathijsen is een vrouwelijke hoogleraar in Nederland. Helaas maakt dat haar, tot haar grote spijt, behoorlijk bijzonder. Nederland scoort nog altijd laag als het gaat om de hoeveelheid vrouwelijk topacademici. Maar Mathijsen is dwars door het 'glazen plafond' gebroken. Als hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde deed ze vooral onderzoek naar haar geliefde 19e eeuw, ze promoveerde op de ongepubliceerde brieven van humorist Gerrit van de Linde en publiceerde in een opmerkelijke reeks interviews met prominente schrijvers uit de 19e eeuw, zoals Jacob van Lennep - waar ze binnenkort een biografie over wil schrijven -, François Haverschmidt en Willem Bilderdijk. Die gesprekken werden in 1991 gebundeld in De Geest van de Dichter, waarvoor ze de Multatuliprijs kreeg. Wat allemaal niet wil zeggen dat Mathijsen in het verleden leeft. Harry Mulisch heeft ook haar warme belangstelling, maar dat is dan ook een 19e-eeuws schrijver, aldus de neerlandica. Die liefde voor de 19e eeuw komt misschien uit het feit dat Mathijsen in Limburg werd geboren, waar het rijke roomse leven zo alomtegenwoordig was en sterk aan vervlogen tijden deed denken. Ger Jochems, wil er alles over weten. ------------------------------------------ Biografie Marita Mathijsen geb. 18 augustus 1944 te Belfeld De 19e-eeuwse litaratuur van de motteballen ontdaan "En plotseling was er het succes", schreef het dagblad de Gooi en Eemlander op donderdag 25 april 1991. Dat jaar kreeg Marita Mathijsen-Verkooijen de Multatuli-prijs voor haar boek De Geest van de Dichter. Zij ontmoet daarin 19e-eeuwse schrijvers als Geertruida Bosboom-Toussaint, die er op staat zelf thee voor haar te zetten, de gigant Willem Bilderdijk ("Ik bezwijk onder het geweld van mijn eigen geest"), bezoekt in Londen Gerrit van de Linde, alias De Schoolmeester. En zij wandelt met Peter de Genestet door de Haarlemmerhout. Tot dan toe had de huidige hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam wel gepubliceerd, maar niet eerder had zij daar zoveel lof voor gekregen. In 1998 krijgt zij voor haar werk de Prijs voor de Geesteswetenschappen van het Prins Bernard Cultuurfonds. Marita Theodora Catharina Verkooijen wordt geboren in Belfeld op 18 augustus 1944. Het Roomsch Katholieke Limburgse dorp, beschermd door de Heilige Urbanus, bevond zich nog grotendeels in de 19e eeuw. De ouderen gingen onveranderd in het zwart gekleed en de grote arbeidersgezinnen waren nog altijd arm. Ze groeit op in een gezin met acht broers en zusters, vader is psycholoog en richt de plaatselijke parochiebibliotheek op. Die had Marita snel uitgelezen, dus ging ze met haar broers op de fiets naar de gemeente bibliotheek van Tegelen. Na het St. Ursula Lyceum in Roermond volgt ze op een namiddag een opleiding voor bibliothecaresse (YUK), en slaagt voor MO-A Nederlands. In 1966 mag ze eindelijk naar Amsterdam, naar de vrijheid. Een vlucht noemt ze dat later. Ze studeert Nederlands aan wat toen nog de Gemeentelijke Universiteit heette, trouwt in 1970 met musicus Hub Mathijsen. Uit dit huwelijk wordt in 1984 dochter Alma geboren. Marita Mathijsen promoveert in 1987 op de uitgave van de brieven van Gerrit van de Linde, alias De Schoolmeester. Er volgen nog vele publicaties, waaronder De Gemaskerde Eeuw, een cultuur- en mentaliteitsgeschiedenis van de 19e eeuw. Haar beste boek vindt zij zelf. In 1994 overlijdt haar man Hub. Mathijsen wordt in 1999 benoemd tot hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde. Daarnaast doet zij heel veel meer, waaronder het schrijven van een column in NRC-Handelsblad. Marita Mathijsen heeft de literatuur van de 19e eeuw uit de mottenballen gehaald, opgepoetst en voor een groot publiek aantrekkelijk gemaakt. ----------------------------------------- Samenvattingen Schoonschrijfster van de wetenschap Eerste uur Bij haar naam komt meteen de term De Gemaskerde Eeuw op – de titel van wat zij zelf haar beste boek vindt en dat dé term voor de negentiende eeuw geworden is. De eeuw waarvan ons altijd geleerd is dat het de eeuw zonder spiritualiteit is, zonder dat er iets gebeurde. Dat beeld heeft Mathijsen ontmaskerd door de souplesse van de taal van de domineesdichters te ‘ontstoffen’. Je moet de juiste beelden leren kennen – als een vrouw paardrijdt dan masturbeert ze, zo brutaal durft ze wel te zijn als degene die de teksten interpreteert. Ze promoveerde op de brieven van de Schoolmeester, Gerrit van de Linde, de vrolijke Rotterdammer met zijn actieve seksleven, die zo de vrouw van zijn hoogleraar had bezwangerd waardoor hij naar Engeland vluchtte, waarvandaan hij zijn prachtige brieven aan zijn vriend Jacob van Lennep schreef – ze leest er één met veel plezier voor. Kwaad kan ze worden als mensen zeggen: “tja, ze schrijft wel goed, maar is het wetenschappelijk verantwoord?” Soms heeft ze bewust géén noten toegepast, maar dat wil niet zeggen dat het niet goed wetenschappelijk gefundeerd was. Wie mooi schrijft, is verdacht in wetenschappelijke kringen, is de voorlopige conclusie, waar wellicht nog op teruggekomen wordt. Dan haar jeugd in Belfeld in Limburg: het katholieke leven van als bruidje in processies meelopen, van het bewaarschoolkind dat bang is voor de verhalen over de duivel die daar verteld worden, het schoolkind dat alle nonnen als homoseksueel zag en het daarom ook niet vreemd vond toen haar zusje dat bleek te zijn. Een klein leven, bescheiden, al was het gezin Verkooijen, haar vader was psycholoog, relatief well to do en liberaal. De kleine maatschappij die zo goed mogelijk voor zichzelf zorgt maar niet de grote verbanden aangaat – dat was nog echt negentiende eeuws in die jaren vijftig. Op de middelbare school in Roermond bleef ze over, en dat was een gouden tijd want er was een bibliotheek en daar ging ze Jacob van Lennep en Geertruide Bosboom-Toussaint lezen – toen al! Al zat er misschien Bomans tussen als intermediair tussen de negentiende eeuw en de moderne taal. De verboden literatuur van bijvoorbeeld Hugo Claus las je stiekem onder tafel, want de nonnen zagen toch ook niet alles met die kappen op. In het grote gezin – Marita is de oudste van 5 meisjes, met 2 oudere broers daarboven – had ze vooral een coalitie met een vier jaar jonger zusje en haar broers. Daar lag de coalitie, en die had je nodig om de moderniteit te bevechten in het traditionele gezin, en om uit huishoudelijke klusjes uit te komen. Tweede uur Het tweede uur startte met de constatering van Mathijsen dat zij sensibel is. Ze kan met tranen in de ogen in de archieven zitten als ze leest over de dood van de kinderen van de Schoolmeester en ze schiet vol als ze de plaatsen bezoekt waar Van Lennep gelopen heeft. Natuurlijk moet je bij dat inleven niet het overzicht verliezen en de infrastructuur van de tijd erbij betrekken. Wetenschappelijk verantwoord, daar komt het begrip weer langs zoals dat in het eerste uur ook al kwam, maar ze wil toch ook graag ontroeren. Laten zien dat de geschiedenis van ons is. Dat het onze voorouders, onze genen zijn. Neem de tien zogenaamde gesprekken met negentiende eeuwse schrijvers, één van haar boeken – ze heeft het allemaal nagezocht, de woorden van de mensen zelf gezocht en toegepast. Maar zo’n boek mag dan niet op je wetenschappelijke lijst, dat komt in de categorie ‘populariserend’. Het onderscheid tussen zichzelf als intellectuele ziel en de boerenpummels om haar heen op het Limburgse platteland heeft ze van jongs af aan gevoeld, en als Jochems vraagt of ze dat onderscheid nog steeds zo scherp maakt, komt ze op haar heel lieve werkster, die eens met een barbiepop voor haar dochter aankwam, die minzaam werd geaccepteerd. Die bleek tegen de verwachting in toch nog een leuk stuk speelgoed op te leveren. Op zoek naar intellectuele geestverwanten kwam ze in Amsterdam terecht en daar ontmoette ze al snel haar toekomstige man Hub Mathijsen. Een rebel, die zowel in de lijn als tegen de lijn van zijn vader in, musicus werd, maar dan wel een bewust alternatieve. De jaren zestig waren daar goed voor: muziek componeren voor een fruitorgel, het oprichten van het eerste ironische salonorkest, het Resistentieorkest. Mozarts hemels gespeelde kamermuziek was dan voor de beslotenheid van thuis. Mensen in de muziek, daar kan ze tegenop kijken, mee dwepen. Bij Maria Callas heeft ze nog wel eens uren bij de kleedkamer gewacht om een handtekening te krijgen, vooral als ode aan de vrouw die ooit bij een optreden haar middelvinger opstak en wegliep toen ze uitgefloten werd. --------------------------------------------- Boeken Marita Mathijsen De volgende titels zijn tijdens het marathoninterview ter sprake gekomen. Sommigen van hen zijn niet vrij verkrijgbaar, maar worden wel door de bibliotheek uitgeleend. Nederlandse literatuur in de romantiek 1820-1880 (Nijmegen 2004, Uitgeverij Vantilt) De Gemaskerde Eeuw (Amsterdam 2002, Querido) De Geest van de Dichter. Tien zogenaamde gesprekken met negentiende-eeuwse schrijvers (Amsterdam 1990, Querido). Voor dit boek kreeg ze in 1991 de Multatuli-prijs. Waarde Van Lennep. Brieven van de Schoolmeester (Amsterdam 1977 Querido) Pamflet: Afwezigheid van het Verleden (Amsterdam 2007, Querido) Andere boeken van Marita Mathijsen zijn: Het Literaire Leven in de 19e Eeuw, (Amsterdam 1987, Querido) De Gedichten van De Schoolmeester (2001, Griffioen) Met Geert Mak: De Zomer van 1823, lopen met Van Lennep. Dagboek van zijn voetreis door Nederland (Zwolle 2000, Uitgeverij Waanders) Verliefd op het Verleden, ontboezemingen van een letterkundige (Amsterdam 2004, Bert Bakker) Het Voorbestemde Toeval. Gesprekken met Harry Mulisch (Amsterdam 2002, De Bezige Bij)

Het Marathoninterview
Marita Mathijsen: uur 1

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Dec 25, 2007 1:00


Neerlandica en columniste Marita Mathijsen is een vrouwelijke hoogleraar in Nederland. Helaas maakt dat haar, tot haar grote spijt, behoorlijk bijzonder. Nederland scoort nog altijd laag als het gaat om de hoeveelheid vrouwelijk topacademici. Maar Mathijsen is dwars door het 'glazen plafond' gebroken. Als hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde deed ze vooral onderzoek naar haar geliefde 19e eeuw, ze promoveerde op de ongepubliceerde brieven van humorist Gerrit van de Linde en publiceerde in een opmerkelijke reeks interviews met prominente schrijvers uit de 19e eeuw, zoals Jacob van Lennep - waar ze binnenkort een biografie over wil schrijven -, François Haverschmidt en Willem Bilderdijk. Die gesprekken werden in 1991 gebundeld in De Geest van de Dichter, waarvoor ze de Multatuliprijs kreeg. Wat allemaal niet wil zeggen dat Mathijsen in het verleden leeft. Harry Mulisch heeft ook haar warme belangstelling, maar dat is dan ook een 19e-eeuws schrijver, aldus de neerlandica. Die liefde voor de 19e eeuw komt misschien uit het feit dat Mathijsen in Limburg werd geboren, waar het rijke roomse leven zo alomtegenwoordig was en sterk aan vervlogen tijden deed denken. Ger Jochems, wil er alles over weten. ------------------------------------------ Biografie Marita Mathijsen geb. 18 augustus 1944 te Belfeld De 19e-eeuwse litaratuur van de motteballen ontdaan "En plotseling was er het succes", schreef het dagblad de Gooi en Eemlander op donderdag 25 april 1991. Dat jaar kreeg Marita Mathijsen-Verkooijen de Multatuli-prijs voor haar boek De Geest van de Dichter. Zij ontmoet daarin 19e-eeuwse schrijvers als Geertruida Bosboom-Toussaint, die er op staat zelf thee voor haar te zetten, de gigant Willem Bilderdijk ("Ik bezwijk onder het geweld van mijn eigen geest"), bezoekt in Londen Gerrit van de Linde, alias De Schoolmeester. En zij wandelt met Peter de Genestet door de Haarlemmerhout. Tot dan toe had de huidige hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam wel gepubliceerd, maar niet eerder had zij daar zoveel lof voor gekregen. In 1998 krijgt zij voor haar werk de Prijs voor de Geesteswetenschappen van het Prins Bernard Cultuurfonds. Marita Theodora Catharina Verkooijen wordt geboren in Belfeld op 18 augustus 1944. Het Roomsch Katholieke Limburgse dorp, beschermd door de Heilige Urbanus, bevond zich nog grotendeels in de 19e eeuw. De ouderen gingen onveranderd in het zwart gekleed en de grote arbeidersgezinnen waren nog altijd arm. Ze groeit op in een gezin met acht broers en zusters, vader is psycholoog en richt de plaatselijke parochiebibliotheek op. Die had Marita snel uitgelezen, dus ging ze met haar broers op de fiets naar de gemeente bibliotheek van Tegelen. Na het St. Ursula Lyceum in Roermond volgt ze op een namiddag een opleiding voor bibliothecaresse (YUK), en slaagt voor MO-A Nederlands. In 1966 mag ze eindelijk naar Amsterdam, naar de vrijheid. Een vlucht noemt ze dat later. Ze studeert Nederlands aan wat toen nog de Gemeentelijke Universiteit heette, trouwt in 1970 met musicus Hub Mathijsen. Uit dit huwelijk wordt in 1984 dochter Alma geboren. Marita Mathijsen promoveert in 1987 op de uitgave van de brieven van Gerrit van de Linde, alias De Schoolmeester. Er volgen nog vele publicaties, waaronder De Gemaskerde Eeuw, een cultuur- en mentaliteitsgeschiedenis van de 19e eeuw. Haar beste boek vindt zij zelf. In 1994 overlijdt haar man Hub. Mathijsen wordt in 1999 benoemd tot hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde. Daarnaast doet zij heel veel meer, waaronder het schrijven van een column in NRC-Handelsblad. Marita Mathijsen heeft de literatuur van de 19e eeuw uit de mottenballen gehaald, opgepoetst en voor een groot publiek aantrekkelijk gemaakt. ----------------------------------------- Samenvattingen Schoonschrijfster van de wetenschap Eerste uur Bij haar naam komt meteen de term De Gemaskerde Eeuw op – de titel van wat zij zelf haar beste boek vindt en dat dé term voor de negentiende eeuw geworden is. De eeuw waarvan ons altijd geleerd is dat het de eeuw zonder spiritualiteit is, zonder dat er iets gebeurde. Dat beeld heeft Mathijsen ontmaskerd door de souplesse van de taal van de domineesdichters te ‘ontstoffen’. Je moet de juiste beelden leren kennen – als een vrouw paardrijdt dan masturbeert ze, zo brutaal durft ze wel te zijn als degene die de teksten interpreteert. Ze promoveerde op de brieven van de Schoolmeester, Gerrit van de Linde, de vrolijke Rotterdammer met zijn actieve seksleven, die zo de vrouw van zijn hoogleraar had bezwangerd waardoor hij naar Engeland vluchtte, waarvandaan hij zijn prachtige brieven aan zijn vriend Jacob van Lennep schreef – ze leest er één met veel plezier voor. Kwaad kan ze worden als mensen zeggen: “tja, ze schrijft wel goed, maar is het wetenschappelijk verantwoord?” Soms heeft ze bewust géén noten toegepast, maar dat wil niet zeggen dat het niet goed wetenschappelijk gefundeerd was. Wie mooi schrijft, is verdacht in wetenschappelijke kringen, is de voorlopige conclusie, waar wellicht nog op teruggekomen wordt. Dan haar jeugd in Belfeld in Limburg: het katholieke leven van als bruidje in processies meelopen, van het bewaarschoolkind dat bang is voor de verhalen over de duivel die daar verteld worden, het schoolkind dat alle nonnen als homoseksueel zag en het daarom ook niet vreemd vond toen haar zusje dat bleek te zijn. Een klein leven, bescheiden, al was het gezin Verkooijen, haar vader was psycholoog, relatief well to do en liberaal. De kleine maatschappij die zo goed mogelijk voor zichzelf zorgt maar niet de grote verbanden aangaat – dat was nog echt negentiende eeuws in die jaren vijftig. Op de middelbare school in Roermond bleef ze over, en dat was een gouden tijd want er was een bibliotheek en daar ging ze Jacob van Lennep en Geertruide Bosboom-Toussaint lezen – toen al! Al zat er misschien Bomans tussen als intermediair tussen de negentiende eeuw en de moderne taal. De verboden literatuur van bijvoorbeeld Hugo Claus las je stiekem onder tafel, want de nonnen zagen toch ook niet alles met die kappen op. In het grote gezin – Marita is de oudste van 5 meisjes, met 2 oudere broers daarboven – had ze vooral een coalitie met een vier jaar jonger zusje en haar broers. Daar lag de coalitie, en die had je nodig om de moderniteit te bevechten in het traditionele gezin, en om uit huishoudelijke klusjes uit te komen. Tweede uur Het tweede uur startte met de constatering van Mathijsen dat zij sensibel is. Ze kan met tranen in de ogen in de archieven zitten als ze leest over de dood van de kinderen van de Schoolmeester en ze schiet vol als ze de plaatsen bezoekt waar Van Lennep gelopen heeft. Natuurlijk moet je bij dat inleven niet het overzicht verliezen en de infrastructuur van de tijd erbij betrekken. Wetenschappelijk verantwoord, daar komt het begrip weer langs zoals dat in het eerste uur ook al kwam, maar ze wil toch ook graag ontroeren. Laten zien dat de geschiedenis van ons is. Dat het onze voorouders, onze genen zijn. Neem de tien zogenaamde gesprekken met negentiende eeuwse schrijvers, één van haar boeken – ze heeft het allemaal nagezocht, de woorden van de mensen zelf gezocht en toegepast. Maar zo’n boek mag dan niet op je wetenschappelijke lijst, dat komt in de categorie ‘populariserend’. Het onderscheid tussen zichzelf als intellectuele ziel en de boerenpummels om haar heen op het Limburgse platteland heeft ze van jongs af aan gevoeld, en als Jochems vraagt of ze dat onderscheid nog steeds zo scherp maakt, komt ze op haar heel lieve werkster, die eens met een barbiepop voor haar dochter aankwam, die minzaam werd geaccepteerd. Die bleek tegen de verwachting in toch nog een leuk stuk speelgoed op te leveren. Op zoek naar intellectuele geestverwanten kwam ze in Amsterdam terecht en daar ontmoette ze al snel haar toekomstige man Hub Mathijsen. Een rebel, die zowel in de lijn als tegen de lijn van zijn vader in, musicus werd, maar dan wel een bewust alternatieve. De jaren zestig waren daar goed voor: muziek componeren voor een fruitorgel, het oprichten van het eerste ironische salonorkest, het Resistentieorkest. Mozarts hemels gespeelde kamermuziek was dan voor de beslotenheid van thuis. Mensen in de muziek, daar kan ze tegenop kijken, mee dwepen. Bij Maria Callas heeft ze nog wel eens uren bij de kleedkamer gewacht om een handtekening te krijgen, vooral als ode aan de vrouw die ooit bij een optreden haar middelvinger opstak en wegliep toen ze uitgefloten werd. --------------------------------------------- Boeken Marita Mathijsen De volgende titels zijn tijdens het marathoninterview ter sprake gekomen. Sommigen van hen zijn niet vrij verkrijgbaar, maar worden wel door de bibliotheek uitgeleend. Nederlandse literatuur in de romantiek 1820-1880 (Nijmegen 2004, Uitgeverij Vantilt) De Gemaskerde Eeuw (Amsterdam 2002, Querido) De Geest van de Dichter. Tien zogenaamde gesprekken met negentiende-eeuwse schrijvers (Amsterdam 1990, Querido). Voor dit boek kreeg ze in 1991 de Multatuli-prijs. Waarde Van Lennep. Brieven van de Schoolmeester (Amsterdam 1977 Querido) Pamflet: Afwezigheid van het Verleden (Amsterdam 2007, Querido) Andere boeken van Marita Mathijsen zijn: Het Literaire Leven in de 19e Eeuw, (Amsterdam 1987, Querido) De Gedichten van De Schoolmeester (2001, Griffioen) Met Geert Mak: De Zomer van 1823, lopen met Van Lennep. Dagboek van zijn voetreis door Nederland (Zwolle 2000, Uitgeverij Waanders) Verliefd op het Verleden, ontboezemingen van een letterkundige (Amsterdam 2004, Bert Bakker) Het Voorbestemde Toeval. Gesprekken met Harry Mulisch (Amsterdam 2002, De Bezige Bij)

Het Marathoninterview
Marita Mathijsen: uur 2

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Dec 25, 2007 1:00


Neerlandica en columniste Marita Mathijsen is een vrouwelijke hoogleraar in Nederland. Helaas maakt dat haar, tot haar grote spijt, behoorlijk bijzonder. Nederland scoort nog altijd laag als het gaat om de hoeveelheid vrouwelijk topacademici. Maar Mathijsen is dwars door het 'glazen plafond' gebroken. Als hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde deed ze vooral onderzoek naar haar geliefde 19e eeuw, ze promoveerde op de ongepubliceerde brieven van humorist Gerrit van de Linde en publiceerde in een opmerkelijke reeks interviews met prominente schrijvers uit de 19e eeuw, zoals Jacob van Lennep - waar ze binnenkort een biografie over wil schrijven -, François Haverschmidt en Willem Bilderdijk. Die gesprekken werden in 1991 gebundeld in De Geest van de Dichter, waarvoor ze de Multatuliprijs kreeg. Wat allemaal niet wil zeggen dat Mathijsen in het verleden leeft. Harry Mulisch heeft ook haar warme belangstelling, maar dat is dan ook een 19e-eeuws schrijver, aldus de neerlandica. Die liefde voor de 19e eeuw komt misschien uit het feit dat Mathijsen in Limburg werd geboren, waar het rijke roomse leven zo alomtegenwoordig was en sterk aan vervlogen tijden deed denken. Ger Jochems, wil er alles over weten. ------------------------------------------ Biografie Marita Mathijsen geb. 18 augustus 1944 te Belfeld De 19e-eeuwse litaratuur van de motteballen ontdaan "En plotseling was er het succes", schreef het dagblad de Gooi en Eemlander op donderdag 25 april 1991. Dat jaar kreeg Marita Mathijsen-Verkooijen de Multatuli-prijs voor haar boek De Geest van de Dichter. Zij ontmoet daarin 19e-eeuwse schrijvers als Geertruida Bosboom-Toussaint, die er op staat zelf thee voor haar te zetten, de gigant Willem Bilderdijk ("Ik bezwijk onder het geweld van mijn eigen geest"), bezoekt in Londen Gerrit van de Linde, alias De Schoolmeester. En zij wandelt met Peter de Genestet door de Haarlemmerhout. Tot dan toe had de huidige hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam wel gepubliceerd, maar niet eerder had zij daar zoveel lof voor gekregen. In 1998 krijgt zij voor haar werk de Prijs voor de Geesteswetenschappen van het Prins Bernard Cultuurfonds. Marita Theodora Catharina Verkooijen wordt geboren in Belfeld op 18 augustus 1944. Het Roomsch Katholieke Limburgse dorp, beschermd door de Heilige Urbanus, bevond zich nog grotendeels in de 19e eeuw. De ouderen gingen onveranderd in het zwart gekleed en de grote arbeidersgezinnen waren nog altijd arm. Ze groeit op in een gezin met acht broers en zusters, vader is psycholoog en richt de plaatselijke parochiebibliotheek op. Die had Marita snel uitgelezen, dus ging ze met haar broers op de fiets naar de gemeente bibliotheek van Tegelen. Na het St. Ursula Lyceum in Roermond volgt ze op een namiddag een opleiding voor bibliothecaresse (YUK), en slaagt voor MO-A Nederlands. In 1966 mag ze eindelijk naar Amsterdam, naar de vrijheid. Een vlucht noemt ze dat later. Ze studeert Nederlands aan wat toen nog de Gemeentelijke Universiteit heette, trouwt in 1970 met musicus Hub Mathijsen. Uit dit huwelijk wordt in 1984 dochter Alma geboren. Marita Mathijsen promoveert in 1987 op de uitgave van de brieven van Gerrit van de Linde, alias De Schoolmeester. Er volgen nog vele publicaties, waaronder De Gemaskerde Eeuw, een cultuur- en mentaliteitsgeschiedenis van de 19e eeuw. Haar beste boek vindt zij zelf. In 1994 overlijdt haar man Hub. Mathijsen wordt in 1999 benoemd tot hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde. Daarnaast doet zij heel veel meer, waaronder het schrijven van een column in NRC-Handelsblad. Marita Mathijsen heeft de literatuur van de 19e eeuw uit de mottenballen gehaald, opgepoetst en voor een groot publiek aantrekkelijk gemaakt. ----------------------------------------- Samenvattingen Schoonschrijfster van de wetenschap Eerste uur Bij haar naam komt meteen de term De Gemaskerde Eeuw op – de titel van wat zij zelf haar beste boek vindt en dat dé term voor de negentiende eeuw geworden is. De eeuw waarvan ons altijd geleerd is dat het de eeuw zonder spiritualiteit is, zonder dat er iets gebeurde. Dat beeld heeft Mathijsen ontmaskerd door de souplesse van de taal van de domineesdichters te ‘ontstoffen’. Je moet de juiste beelden leren kennen – als een vrouw paardrijdt dan masturbeert ze, zo brutaal durft ze wel te zijn als degene die de teksten interpreteert. Ze promoveerde op de brieven van de Schoolmeester, Gerrit van de Linde, de vrolijke Rotterdammer met zijn actieve seksleven, die zo de vrouw van zijn hoogleraar had bezwangerd waardoor hij naar Engeland vluchtte, waarvandaan hij zijn prachtige brieven aan zijn vriend Jacob van Lennep schreef – ze leest er één met veel plezier voor. Kwaad kan ze worden als mensen zeggen: “tja, ze schrijft wel goed, maar is het wetenschappelijk verantwoord?” Soms heeft ze bewust géén noten toegepast, maar dat wil niet zeggen dat het niet goed wetenschappelijk gefundeerd was. Wie mooi schrijft, is verdacht in wetenschappelijke kringen, is de voorlopige conclusie, waar wellicht nog op teruggekomen wordt. Dan haar jeugd in Belfeld in Limburg: het katholieke leven van als bruidje in processies meelopen, van het bewaarschoolkind dat bang is voor de verhalen over de duivel die daar verteld worden, het schoolkind dat alle nonnen als homoseksueel zag en het daarom ook niet vreemd vond toen haar zusje dat bleek te zijn. Een klein leven, bescheiden, al was het gezin Verkooijen, haar vader was psycholoog, relatief well to do en liberaal. De kleine maatschappij die zo goed mogelijk voor zichzelf zorgt maar niet de grote verbanden aangaat – dat was nog echt negentiende eeuws in die jaren vijftig. Op de middelbare school in Roermond bleef ze over, en dat was een gouden tijd want er was een bibliotheek en daar ging ze Jacob van Lennep en Geertruide Bosboom-Toussaint lezen – toen al! Al zat er misschien Bomans tussen als intermediair tussen de negentiende eeuw en de moderne taal. De verboden literatuur van bijvoorbeeld Hugo Claus las je stiekem onder tafel, want de nonnen zagen toch ook niet alles met die kappen op. In het grote gezin – Marita is de oudste van 5 meisjes, met 2 oudere broers daarboven – had ze vooral een coalitie met een vier jaar jonger zusje en haar broers. Daar lag de coalitie, en die had je nodig om de moderniteit te bevechten in het traditionele gezin, en om uit huishoudelijke klusjes uit te komen. Tweede uur Het tweede uur startte met de constatering van Mathijsen dat zij sensibel is. Ze kan met tranen in de ogen in de archieven zitten als ze leest over de dood van de kinderen van de Schoolmeester en ze schiet vol als ze de plaatsen bezoekt waar Van Lennep gelopen heeft. Natuurlijk moet je bij dat inleven niet het overzicht verliezen en de infrastructuur van de tijd erbij betrekken. Wetenschappelijk verantwoord, daar komt het begrip weer langs zoals dat in het eerste uur ook al kwam, maar ze wil toch ook graag ontroeren. Laten zien dat de geschiedenis van ons is. Dat het onze voorouders, onze genen zijn. Neem de tien zogenaamde gesprekken met negentiende eeuwse schrijvers, één van haar boeken – ze heeft het allemaal nagezocht, de woorden van de mensen zelf gezocht en toegepast. Maar zo’n boek mag dan niet op je wetenschappelijke lijst, dat komt in de categorie ‘populariserend’. Het onderscheid tussen zichzelf als intellectuele ziel en de boerenpummels om haar heen op het Limburgse platteland heeft ze van jongs af aan gevoeld, en als Jochems vraagt of ze dat onderscheid nog steeds zo scherp maakt, komt ze op haar heel lieve werkster, die eens met een barbiepop voor haar dochter aankwam, die minzaam werd geaccepteerd. Die bleek tegen de verwachting in toch nog een leuk stuk speelgoed op te leveren. Op zoek naar intellectuele geestverwanten kwam ze in Amsterdam terecht en daar ontmoette ze al snel haar toekomstige man Hub Mathijsen. Een rebel, die zowel in de lijn als tegen de lijn van zijn vader in, musicus werd, maar dan wel een bewust alternatieve. De jaren zestig waren daar goed voor: muziek componeren voor een fruitorgel, het oprichten van het eerste ironische salonorkest, het Resistentieorkest. Mozarts hemels gespeelde kamermuziek was dan voor de beslotenheid van thuis. Mensen in de muziek, daar kan ze tegenop kijken, mee dwepen. Bij Maria Callas heeft ze nog wel eens uren bij de kleedkamer gewacht om een handtekening te krijgen, vooral als ode aan de vrouw die ooit bij een optreden haar middelvinger opstak en wegliep toen ze uitgefloten werd. --------------------------------------------- Boeken Marita Mathijsen De volgende titels zijn tijdens het marathoninterview ter sprake gekomen. Sommigen van hen zijn niet vrij verkrijgbaar, maar worden wel door de bibliotheek uitgeleend. Nederlandse literatuur in de romantiek 1820-1880 (Nijmegen 2004, Uitgeverij Vantilt) De Gemaskerde Eeuw (Amsterdam 2002, Querido) De Geest van de Dichter. Tien zogenaamde gesprekken met negentiende-eeuwse schrijvers (Amsterdam 1990, Querido). Voor dit boek kreeg ze in 1991 de Multatuli-prijs. Waarde Van Lennep. Brieven van de Schoolmeester (Amsterdam 1977 Querido) Pamflet: Afwezigheid van het Verleden (Amsterdam 2007, Querido) Andere boeken van Marita Mathijsen zijn: Het Literaire Leven in de 19e Eeuw, (Amsterdam 1987, Querido) De Gedichten van De Schoolmeester (2001, Griffioen) Met Geert Mak: De Zomer van 1823, lopen met Van Lennep. Dagboek van zijn voetreis door Nederland (Zwolle 2000, Uitgeverij Waanders) Verliefd op het Verleden, ontboezemingen van een letterkundige (Amsterdam 2004, Bert Bakker) Het Voorbestemde Toeval. Gesprekken met Harry Mulisch (Amsterdam 2002, De Bezige Bij)

Het Marathoninterview
Nelleke Noordervliet: uur 1

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Jul 2, 2004 54:01


‘Als je een paar boeken hebt geschreven, krijg je opeens je eigen kleine bedrijfje. Daarmee kun je het behoorlijk druk hebben.’ In 2004 gaf Nelleke Noordervliet rekening en verantwoording van haar literaire onderneming aan Aukje Holtrop. En nog altijd is haar zaak, hoewel pensioengerechtigd, alive and kicking! Nelleke Noordervliet debuteerde in 1987 met de roman 'Tine, of de dalen waar het leven woont'. Een 'vie romancée' over Tine van Wijnbergen, de eerste vrouw van Eduard Douwes Dekker. Een vrouw die in de schaduw had geleefd van de grote Multatuli en het volgens haar verdiende om van grijzigheid en stof te worden ontdaan. ------------------------------------------- Waarom Nelleke Noordervliet? Een brede historische belangstelling, een grote interesse in morele vraagstukken en levensvragen, een pen die lekker dik kan schrijven, bedreven als gastdocent en spreker in het openbaar, een krachtig bestuurslid van actiegroep en belangenorganisatie. Kan er nog iets bij in dit volle leven? Is er iets dat Nelleke Noordervliet niet heeft gedaan? Jazeker. Een marathoninterview bij de VPRO. Nelleke Noordervliet, schrijfster onder andere, drie uur lang in gesprek met Aukje Holtrop. Na haar debuut volgde meer: vanaf 1991 verschenen de roman Millimort, Het oog van de engel en in 1993 De naam van de vader. Tegen die tijd kon ze over zichzelf zeggen: 'Als je een paar boeken hebt geschreven, krijg je opeens je eigen kleine bedrijfje. Je gaat lezingen geven, voorleesbeurten, je wordt gevraagd voor een praatje hier, een radioprogrammaatje daar .... literaire bladen bedelen om een bijdrage. Daarmee kun je het behoorlijk druk hebben.' Dat verhinderde niet dat ze nog meer ging schrijven: nieuwe romans, Uit het paradijs in 1997 en Pelican Bay in 2002. Ze breidde haar gebied uit met poëzie in Een vlaag van troost in 2001, met jarenlang een wekelijkse actuele column in de Volkskrant en met artikelen, essays en voorwoorden over geschiedenis in de ruimste zin van het woord: van het einde van de Tachtigjarige Oorlog in 1648 in Munster tot en met de historische collectie in het Rijksmuseum.

Het Marathoninterview
Nelleke Noordervliet: uur 2

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Jul 2, 2004 54:11


‘Als je een paar boeken hebt geschreven, krijg je opeens je eigen kleine bedrijfje. Daarmee kun je het behoorlijk druk hebben.’ In 2004 gaf Nelleke Noordervliet rekening en verantwoording van haar literaire onderneming aan Aukje Holtrop. En nog altijd is haar zaak, hoewel pensioengerechtigd, alive and kicking! Nelleke Noordervliet debuteerde in 1987 met de roman 'Tine, of de dalen waar het leven woont'. Een 'vie romancée' over Tine van Wijnbergen, de eerste vrouw van Eduard Douwes Dekker. Een vrouw die in de schaduw had geleefd van de grote Multatuli en het volgens haar verdiende om van grijzigheid en stof te worden ontdaan. ------------------------------------------- Waarom Nelleke Noordervliet? Een brede historische belangstelling, een grote interesse in morele vraagstukken en levensvragen, een pen die lekker dik kan schrijven, bedreven als gastdocent en spreker in het openbaar, een krachtig bestuurslid van actiegroep en belangenorganisatie. Kan er nog iets bij in dit volle leven? Is er iets dat Nelleke Noordervliet niet heeft gedaan? Jazeker. Een marathoninterview bij de VPRO. Nelleke Noordervliet, schrijfster onder andere, drie uur lang in gesprek met Aukje Holtrop. Na haar debuut volgde meer: vanaf 1991 verschenen de roman Millimort, Het oog van de engel en in 1993 De naam van de vader. Tegen die tijd kon ze over zichzelf zeggen: 'Als je een paar boeken hebt geschreven, krijg je opeens je eigen kleine bedrijfje. Je gaat lezingen geven, voorleesbeurten, je wordt gevraagd voor een praatje hier, een radioprogrammaatje daar .... literaire bladen bedelen om een bijdrage. Daarmee kun je het behoorlijk druk hebben.' Dat verhinderde niet dat ze nog meer ging schrijven: nieuwe romans, Uit het paradijs in 1997 en Pelican Bay in 2002. Ze breidde haar gebied uit met poëzie in Een vlaag van troost in 2001, met jarenlang een wekelijkse actuele column in de Volkskrant en met artikelen, essays en voorwoorden over geschiedenis in de ruimste zin van het woord: van het einde van de Tachtigjarige Oorlog in 1648 in Munster tot en met de historische collectie in het Rijksmuseum.

Het Marathoninterview
VPRO Marathoninterview - Nelleke Noordervliet: uur 3

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Jul 2, 2004 53:49


‘Als je een paar boeken hebt geschreven, krijg je opeens je eigen kleine bedrijfje. Daarmee kun je het behoorlijk druk hebben.’ In 2004 gaf Nelleke Noordervliet rekening en verantwoording van haar literaire onderneming aan Aukje Holtrop. En nog altijd is haar zaak, hoewel pensioengerechtigd, alive and kicking! Nelleke Noordervliet debuteerde in 1987 met de roman 'Tine, of de dalen waar het leven woont'. Een 'vie romancée' over Tine van Wijnbergen, de eerste vrouw van Eduard Douwes Dekker. Een vrouw die in de schaduw had geleefd van de grote Multatuli en het volgens haar verdiende om van grijzigheid en stof te worden ontdaan. ------------------------------------------- Waarom Nelleke Noordervliet? Een brede historische belangstelling, een grote interesse in morele vraagstukken en levensvragen, een pen die lekker dik kan schrijven, bedreven als gastdocent en spreker in het openbaar, een krachtig bestuurslid van actiegroep en belangenorganisatie. Kan er nog iets bij in dit volle leven? Is er iets dat Nelleke Noordervliet niet heeft gedaan? Jazeker. Een marathoninterview bij de VPRO. Nelleke Noordervliet, schrijfster onder andere, drie uur lang in gesprek met Aukje Holtrop. Na haar debuut volgde meer: vanaf 1991 verschenen de roman Millimort, Het oog van de engel en in 1993 De naam van de vader. Tegen die tijd kon ze over zichzelf zeggen: 'Als je een paar boeken hebt geschreven, krijg je opeens je eigen kleine bedrijfje. Je gaat lezingen geven, voorleesbeurten, je wordt gevraagd voor een praatje hier, een radioprogrammaatje daar .... literaire bladen bedelen om een bijdrage. Daarmee kun je het behoorlijk druk hebben.' Dat verhinderde niet dat ze nog meer ging schrijven: nieuwe romans, Uit het paradijs in 1997 en Pelican Bay in 2002. Ze breidde haar gebied uit met poëzie in Een vlaag van troost in 2001, met jarenlang een wekelijkse actuele column in de Volkskrant en met artikelen, essays en voorwoorden over geschiedenis in de ruimste zin van het woord: van het einde van de Tachtigjarige Oorlog in 1648 in Munster tot en met de historische collectie in het Rijksmuseum.

Het Marathoninterview
Nelleke Noordervliet - Marathoninterview

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Jul 1, 2004 162:01


Nelleke Noordervliet debuteerde in 1987 met de roman 'Tine, of de dalen waar het leven woont'. Een 'vie romancée' over Tine van Wijnbergen, de eerste vrouw van Eduard Douwes Dekker. Een vrouw die in de schaduw had geleefd van de grote Multatuli en het volgens haar verdiende om van grijzigheid en stof te worden ontdaan. In gesprek met Aukje Holtrop.

24 heures de lecture - Romainmôtier

15 - Max Havelaar, lu par Laurent Auberson

Het Spoor Terug - De Loffelijcke Compagnie
Het Spoor Terug - De Loffelijcke Compagnie 13: India en Jacob Haafner

Het Spoor Terug - De Loffelijcke Compagnie

Play Episode Listen Later Dec 24, 1994 39:00


Dertiende aflevering van de 14-delige Spoor terug-serie "De Loffelijcke Compagnie", over de geschiedenis van de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Deze aflevering gaat over India. Als deskundige is Jaap de Moor met programmamaker Paul van der Gaag meegereisd. In 1773 arriveert VOC-dienaar en reiziger Jacob Haafner in India, waar hij dertien jaar blijft. Terug in Nederland schrijft Haafner een verontwaardigd verslag 'Lotgevallen op eene reize naar Ceilon', met zijn belevenissen aan de oostkust van India, waarin hij de Europeanen overzee hekelt. Met zijn kritiek op het kolonialisme is Haafner een Multatuli avant la lettre.

Het Marathoninterview
Jan Wolkers: uur 1

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Dec 19, 1986 51:25


Even van het eiland af Op 19 december 1986 had de destijds 61-jarige schrijver en kunstenaar Jan Wolkers de reis van Texel naar Hilversum afgelegd om van acht uur 's ochtends tot één uur 's middags met Ronald van den Boogaard te praten. Als er van de Grote Vier van de Nederlandse naoorlogse literatuur gesproken wordt, hoort Wolkers daar, naast Mulisch, Hermans en Reve, bij. Maar meestal hebben we het over de Grote Drie en dan valt Wolkers buiten de boot. Waarom de term 'Grote Vier' niet in het bewustzijn van de literatuurliefhebber is ingedaald, is nooit helemaal opgehelderd. Wolkers heeft bij herhaling gezegd dat hij zichzelf een groot schrijver vindt, al was het maar om de "calvinistische bescheidenheid, die Multatuli al op de hak heeft genomen" te hekelen. Veel van Wolkers' grootste successen waren in 1986 allemaal al geschreven. Vier van zijn boeken, waaronder Turks Fruit, waren al verfilmd. Theo van Gogh zou een jaar later Terug naar Oegstgeest als film regisseren. Wolkers' imponerende productie stokte ook de daaropvolgende jaren niet. In 2005, het jaar dat hij 80 werd, schreef hij het Boekenweekgeschenk Zomerhitte, dat verfilmd is door Monique van der Ven, die eerder de belangrijke rol van Olga speelde in de filmversie van Turks Fruit. -------------------------------------------- Biografie Jan Wolkers Jan Hendrik Wolkers zag op 26 oktober 1925 het levenslicht in Oegstgeest. Hij werd geboren uit Amsterdamse, gereformeerde ouders, die een kruidenierswinkel hadden. Het gezin Wolkers telde elf kinderen en de zaak liep slecht. Toen hij met een slecht kerstrapport van de mulo naar huis kwam, zag zijn vader daarin een goede reden om hem van school te halen en in de winkel te laten helpen. Hij had ook baantjes als tuinman, dierenverzorger in het laboratorium van de Universiteit Leiden en landschapsschilder. Wolkers eerste liefde was het schilderen. In 1943 dook hij onder en hield zich in leven door lampenkappen te beschilderen. Met het verdiende geld nam hij lessen aan de Leidse Schilderacademie. Na de oorlog verliet Wolkers Nederland en vestigde zich korte tijd in Parijs. Hij kwam terug om eerst in Den Haag en daarna in Amsterdam een opleiding als beeldend kunstenaar te volgen. In 1954 vertrok hij naar Salzburg om aan het door Oskar Kokoschka opgerichte Internationale Sommerakademie für bildende Kunst te studeren. Drie jaar later mocht de getalenteerde kunstenaar met een beurs van de Franse regering in Parijs bij Zadkine studeren. Daar begon hij ook verhalen te schrijven. Dat leidde in 1961 tot zijn debuut Serpentina's Petticoat, dat geen enkele rimpeling in de vaderlandse kritieken veroorzaakte. Kort Amerikaans, de roman die een jaar later uitkwam, deed dat wel. Wolkers werd uitbundig als aanstormend talent gevierd. Hoewel het na een kleine grasduinsessie door zijn oeuvre niet moeilijk is te bedenken dat zijn boeken in hun tijd veel stof deden opwaaien. Vooral van de seksuele moraalridders kreeg Wolkers de wind van voren. Hun kritiek verstomde echter mettertijd; Wolkers boeken vlogen als warme broodjes over de toonbank. Vanaf zijn eerste werk zijn er thema's te destilleren die in zijn hele oeuvre terugkeren (en die hem vaak op de beschuldiging komen te staan dat hij zichzelf herhaalt): Wolkers brengt de werking van het lichaam in al zijn facetten nogal plastisch in beeld. Of het nu om seksualiteit, aftakeling, dood of de spijsvertering gaat, hij noemt het beestje bij de naam. Daarnaast komt zijn kennis en liefde van de natuur vaak naar voren. Gezinssituaties zijn meestal belastend en de humor vaak bitter. Zijn boeken leunen voor een deel op autobiografische elementen, maar zijn nooit alleen maar uit zijn eigen leven gegrepen. Wolkers trouwde twee keer. Van zijn eerste vrouw, Maria, scheidde hij nadat hun dochtertje Eva door een ongeluk thuis overleed. Het echtpaar kwam die klap niet te boven. Zijn tweede en huidige vrouw, Karina Gnirrep, kwam in 1963 als zeventienjarige bij hem langs om hem te interviewen en is vervolgens nooit meer van zijn zijde geweken. Het stel kreeg in 1981 een tweeling, Bob en Tom genaamd. Zijn grootste literaire succes behaalde Wolkers met Turks Fruit, dat in 1969 uitkwam. Hij schreef het naar aanleiding van het einde van een hartstochtelijke relatie. De film werd in 1973 door Paul Verhoeven verfilmd met Rutger Hauer en Monique van de Ven in de hoofdrol. Zelf was hij maar tot zekere hoogte tevreden over de verfilming. Hij vond dat er iets teveel reclame werd genaamd voor condooms en fietsmerken, vertelde hij Ronald van den Boogaard. Ten tijde van het Marathoninterview was Wolkers dus al een gearriveerd schrijver, al vond hij zelf dat hij mooi aan die betiteling was ontkomen; hij vond zichzelf niet tot de éminence grise van de Nederlandse literatuur behoren. Dat hij als beeldhouwer en schilder minder bekendheid had verworven, stelde hem soms wel teleur. Hij maakte onder andere het Auschwitzmonument in het Wertheimpark in Amsterdam. Dat beeld, gemaakt van glas, is door de jaren heen zeer vaak vernield door vandalen. Ook andere glazen beelden bleven niet lang heel, zoals het monument voor Ceres op Texel. Wolkers besloot daarop meer staal te gebruiken. Jan Wolkers heeft een ambivalente houding tegenover (literaire) prijzen: hij wint ze veelvuldig, maar weigert ze bijna altijd. In 1982 had hij de jury van de Constantijn Huygensprijs voor de eer bedankt. Hij kreeg de prijs voor zijn gehele oeuvre, maar het stak hem dat de jury van de prijs - die bestond uit mensen die ook in allerlei andere jury's zaten - zijn afzonderlijke werken nooit hadden bekroond. "Dan kunnen ze hem beter aan een jonger iemand geven", vond Wolkers. Drie jaar na het interview, in 1989, weigerde hij de P.C. Hooftprijs. Naar eigen zeggen, omdat hij het onterecht vond dat Marten Toonder, de schepper van de strip Tom Poes, nooit een grote literatuurprijs had gewonnen. Sinds 1980 woont Wolkers op Texel, omringd door zijn geliefde zee. De natuur is altijd een belangrijke inspiratiebron geweest voor Wolkers. Voor Villa Achterwerk maakte hij twee seizoenen afleveringen over alles wat er in zijn achtertuin groeide en bloeide. Het Boekenweekgeschenk van 2005, Zomerhitte, speelt zich ook af op Texel. Daarmee liet de schrijver ook zien om hoge leeftijd nog altijd zeer productief te zijn. Jan Wolkers stierf in de nacht van 18 op 19 oktober 2007. Onderzoek van eerder die week uitgewezen dat zijn lichaam op was en dat het einde niet lang meer zou duren. -------------------------------------- Hoogtepunten uit het interview "Ik wil hem graag horen tellen, dat vind ik heel mooi" Ronald van den Boogaard begon het marathoninterview met Jan Wolkers met een reeks uitspraken die andere schrijvers over Wolkers hadden gedaan. Zo had Maarten ’t Hart hem ooit de André van Duijn van de Nederlandse literatuur genoemd. “Geschreven uit stinkende jaloezie”, riposteerde Wolkers. Het viel hem in ieder geval op dat mensen een verkeerd beeld van hem hadden: “Jan Lenferink van RUR zei laatst: Jan, jij bent de meest viriele man van Nederland. Wat een onzin! Ik heb juist hele vrouwelijke kanten. Je ziet mij altijd maar met de kinderen. Ik begrijp niet waar ze het vandaan halen. Ik geloof dat bij mij leven en werk, voor de mensen dan, samen schijnen te vallen. Als u de brieven ziet die ik op Turks Fruit gekregen heb, van vrouwen die schrijven: “meneer, die vrouw had er op een gegeven moment genoeg van om acht keer per dag met iemand naar bed te moeten, maar ik zou dat fantastisch vinden, kunt u niet bij mij aan komen”, dat soort rare dingen, dat ze wat jij in dat boek schrijft, meteen ervaren als werkelijkheid.” Toch kwamen zijn ideeën over seksualiteit al snel tot uiting. Waarom vrouwen eerder zonder boe of ba met elkaar het bed induiken, was de vraag: “Vriendschap tussen mannen heeft natuurlijk altijd met biseksualiteit en homoseksualiteit te maken. Je moet maar eens kijken, als ze ‘s avonds het huis ontvluchten en in de kroeg met hun armen om elkaar gaan staan. En als je dan de deur opendoet en ‘homo’ roept, dan slaan ze je op hun bek. Vrouwen komen veel makkelijker tot vrijages met elkaar zonder dat ze homoseksueel zijn. Dat komt omdat ze het allereerste contact hebben gehad met een vrouw, ze hebben aan de borst van hun moeder gezogen. En mannen hebben niet aan de pik van hun vader gezogen, althans dat hoop je dan.” Conflicten horen er volgens Wolkers bij, ook met de kinderen, hoe klein ze ook zijn. De tweeling Bob en Tom waren vijf ten tijde van het marathoninterview: “Er zijn altijd conflicten, kinderen willen veel. De eerste jaren van een kinderleven ben je aan één stuk bezig ze voor zelfvernietiging te behoeden. Als je kinderen aan hun lot overlaat, vernietigen ze zichzelf. Ze lopen in het water, ze springen uit het raam, want Bob heeft soms die neiging... Ze lezen ook allemaal dingen van He-Man, Batman, dat ze kunnen vliegen. Daar moet je ze wel voor waarschuwen, dat zulke wonderen niet kunnen.” De kerst zat er aan te komen en Van den Boogaard wilde graag weten hoe Wolkers de feestdagen door zou brengen: “Er staat bij mij in de garage een grote kerstboom opgeslagen, met een kruis eronder. Er staat bij mij op het terrein voor de deur drie kerstbomen, waarvan er twee voor de jongens zijn en één komt dan weer in het huisje waar gasten van mij zijn. Mijn zoons komen, Maria komt, mijn eerste vrouw. Ik ga in de Beethovenstraat twee licht gezouten hammen halen, die ik in de oven rooster en die bereid ik, die serveer ik met allerlei vruchten, asperges. Ik kan geen wild eten, dat is een jeugdfrustratie, dat is het enige dat ik nooit te boven ben gekomen. Het heeft niets te maken met vegetariërschap, dat heb je aan die hammen wel gehoord, maar als iemand mij zou willen zien kotsen, dan moet ie zeggen, “dat wat je net gegeten heb, daar zat konijn in”, en dan kots ik.” De laatste minuut van het marathoninterview breekt aan. Van den Boogaard vraagt of Wolkers het een lange zit vond. “Nee, als we op de helft waren zou ik nog doorgaan, ik geloof dat we nog heel wat te bepraten hebben. Ik wil hem [Cor Galis] eigenlijk horen tellen, dat vind ik heel mooi. Ik heb niet zoveel kerstgroeten, ik vind het altijd heerlijk met kerst als er sneeuw is, een beetje rauw weer.” -------------------- Ronald van den Boogaard over lang Interviewen "Je houdt het geen vijf uur vol met iemand die je niet interessant vindt." "Of ik er nog iets van weet? Ik ben er later nog vrij vaak aan herinnerd. Er hadden heel veel mensen geluisterd en er waren positieve reacties op gekomen. Ik weet nog dat toen hij de P.C. Hooftprijs won, dat was een paar jaar later, hij die weigerde. Dat had hij al met meerdere prijzen gedaan. Hij hield zich schuil op Texel, hij nam de telefoon niet op. Toen hebben ze mij gevraagd of ik hem niet wilde vragen waarom hij het had geweigerd. Ik heb een stagiair naar Texel gestuurd. Wolkers heeft toen een interview met ons gedaan, omdat hij goede herinneringen had aan het marathoninterview. Hadden we hem als enige en dat voegde toch wat toe. Hoewel hij wel geïrriteerd was geweest, dat we de bandjes van het marathoninterview destijds niet op hadden gestuurd. Misschien ben ik dat zelf wel vergeten." "Ik kende Wolkers niet, had hem nooit eerder gesproken, maar ik kende zijn werk wel goed. Hij wilde wel graag een voorgesprek. Ik moest naar Leiden waar hij een expositie aan het voorbereiden was. Ik kreeg niet de indruk dat hij nou wilde weten waar we het over gingen hebben, maar hij wilde zien wat voor iemand ik was. Wie hij tegenover zich kreeg en of hij met een kenner van doen had. Ik had veel boeken al in mijn jeugd gelezen. Toen ik De Walgvogel had gelezen had ik wel door dat hij een groot schrijver was, prachtig. Voor het marathoninterview heb ik boeken gelezen en andere herlezen. Ik vond en vind hem een groot schrijver. Je houdt het geen vijf uur vol met iemand die je niet interessant vindt." "Ik heb het marathoninterview nooit meer teruggehoord, maar ik weet nog wel dat ergens in het eerste uur de zon op een prachtige manier door de wolken brak en dat Wolkers dat zo mooi beschreef. Daaraan kon je zien dat hij zich op zijn gemak voelde, hij was niet zo met de vragen bezig dat hij nergens anders oog meer voor had. Toen dacht ik ook: "het komt wel goed met het interview". Het was ook ontzettend gezellig, we waren al lang en breed klaar, maar hij ging maar door. Zijn vrouw was er ook bij." "Van de acht marathoninterviews die ik gedaan heb, neemt deze wel een bijzonder plek in. Het was natuurlijk bijzonder omdat het de eerste voor mij was en ik vond het ook heel erg leuk dat er zoveel positieve reacties op waren." "We waren natuurlijk wel zenuwachtig over vijf uur interview. Het was het eerste seizoen, ik was toen eindredacteur van Het Gebouw en we hadden onze nek uitgestoken voor dat programma. Roel van Broekhoven had het bedacht en die wilde er nog even 24 uur marathoninterview van maken. Helaas hadden we niet zoveel zendtijd. Nu vind ik het jammer dat de marathoninterviews maar drie uur duren en geen vijf meer. Hoewel het natuurlijk moeilijk is om een spanningsboog vijf uur vast te houden. Luisteren mensen wel zo lang? Er was onderling ook wel kritiek op het idee, maar ik kan me van alle interviews, waar ik altijd bij zat, eigenlijk geen stiltes herinneren. Daar waren we in het begin natuurlijk bang voor. Er stonden wel plaatjes klaar, maar die hebben we nooit in hoeven zetten."

Het Marathoninterview
Jan Wolkers: uur 4

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Dec 18, 1986 55:14


Even van het eiland af Op 19 december 1986 had de destijds 61-jarige schrijver en kunstenaar Jan Wolkers de reis van Texel naar Hilversum afgelegd om van acht uur 's ochtends tot één uur 's middags met Ronald van den Boogaard te praten. Als er van de Grote Vier van de Nederlandse naoorlogse literatuur gesproken wordt, hoort Wolkers daar, naast Mulisch, Hermans en Reve, bij. Maar meestal hebben we het over de Grote Drie en dan valt Wolkers buiten de boot. Waarom de term 'Grote Vier' niet in het bewustzijn van de literatuurliefhebber is ingedaald, is nooit helemaal opgehelderd. Wolkers heeft bij herhaling gezegd dat hij zichzelf een groot schrijver vindt, al was het maar om de "calvinistische bescheidenheid, die Multatuli al op de hak heeft genomen" te hekelen. Veel van Wolkers' grootste successen waren in 1986 allemaal al geschreven. Vier van zijn boeken, waaronder Turks Fruit, waren al verfilmd. Theo van Gogh zou een jaar later Terug naar Oegstgeest als film regisseren. Wolkers' imponerende productie stokte ook de daaropvolgende jaren niet. In 2005, het jaar dat hij 80 werd, schreef hij het Boekenweekgeschenk Zomerhitte, dat verfilmd is door Monique van der Ven, die eerder de belangrijke rol van Olga speelde in de filmversie van Turks Fruit. -------------------------------------------- Biografie Jan Wolkers Jan Hendrik Wolkers zag op 26 oktober 1925 het levenslicht in Oegstgeest. Hij werd geboren uit Amsterdamse, gereformeerde ouders, die een kruidenierswinkel hadden. Het gezin Wolkers telde elf kinderen en de zaak liep slecht. Toen hij met een slecht kerstrapport van de mulo naar huis kwam, zag zijn vader daarin een goede reden om hem van school te halen en in de winkel te laten helpen. Hij had ook baantjes als tuinman, dierenverzorger in het laboratorium van de Universiteit Leiden en landschapsschilder. Wolkers eerste liefde was het schilderen. In 1943 dook hij onder en hield zich in leven door lampenkappen te beschilderen. Met het verdiende geld nam hij lessen aan de Leidse Schilderacademie. Na de oorlog verliet Wolkers Nederland en vestigde zich korte tijd in Parijs. Hij kwam terug om eerst in Den Haag en daarna in Amsterdam een opleiding als beeldend kunstenaar te volgen. In 1954 vertrok hij naar Salzburg om aan het door Oskar Kokoschka opgerichte Internationale Sommerakademie für bildende Kunst te studeren. Drie jaar later mocht de getalenteerde kunstenaar met een beurs van de Franse regering in Parijs bij Zadkine studeren. Daar begon hij ook verhalen te schrijven. Dat leidde in 1961 tot zijn debuut Serpentina's Petticoat, dat geen enkele rimpeling in de vaderlandse kritieken veroorzaakte. Kort Amerikaans, de roman die een jaar later uitkwam, deed dat wel. Wolkers werd uitbundig als aanstormend talent gevierd. Hoewel het na een kleine grasduinsessie door zijn oeuvre niet moeilijk is te bedenken dat zijn boeken in hun tijd veel stof deden opwaaien. Vooral van de seksuele moraalridders kreeg Wolkers de wind van voren. Hun kritiek verstomde echter mettertijd; Wolkers boeken vlogen als warme broodjes over de toonbank. Vanaf zijn eerste werk zijn er thema's te destilleren die in zijn hele oeuvre terugkeren (en die hem vaak op de beschuldiging komen te staan dat hij zichzelf herhaalt): Wolkers brengt de werking van het lichaam in al zijn facetten nogal plastisch in beeld. Of het nu om seksualiteit, aftakeling, dood of de spijsvertering gaat, hij noemt het beestje bij de naam. Daarnaast komt zijn kennis en liefde van de natuur vaak naar voren. Gezinssituaties zijn meestal belastend en de humor vaak bitter. Zijn boeken leunen voor een deel op autobiografische elementen, maar zijn nooit alleen maar uit zijn eigen leven gegrepen. Wolkers trouwde twee keer. Van zijn eerste vrouw, Maria, scheidde hij nadat hun dochtertje Eva door een ongeluk thuis overleed. Het echtpaar kwam die klap niet te boven. Zijn tweede en huidige vrouw, Karina Gnirrep, kwam in 1963 als zeventienjarige bij hem langs om hem te interviewen en is vervolgens nooit meer van zijn zijde geweken. Het stel kreeg in 1981 een tweeling, Bob en Tom genaamd. Zijn grootste literaire succes behaalde Wolkers met Turks Fruit, dat in 1969 uitkwam. Hij schreef het naar aanleiding van het einde van een hartstochtelijke relatie. De film werd in 1973 door Paul Verhoeven verfilmd met Rutger Hauer en Monique van de Ven in de hoofdrol. Zelf was hij maar tot zekere hoogte tevreden over de verfilming. Hij vond dat er iets teveel reclame werd genaamd voor condooms en fietsmerken, vertelde hij Ronald van den Boogaard. Ten tijde van het Marathoninterview was Wolkers dus al een gearriveerd schrijver, al vond hij zelf dat hij mooi aan die betiteling was ontkomen; hij vond zichzelf niet tot de éminence grise van de Nederlandse literatuur behoren. Dat hij als beeldhouwer en schilder minder bekendheid had verworven, stelde hem soms wel teleur. Hij maakte onder andere het Auschwitzmonument in het Wertheimpark in Amsterdam. Dat beeld, gemaakt van glas, is door de jaren heen zeer vaak vernield door vandalen. Ook andere glazen beelden bleven niet lang heel, zoals het monument voor Ceres op Texel. Wolkers besloot daarop meer staal te gebruiken. Jan Wolkers heeft een ambivalente houding tegenover (literaire) prijzen: hij wint ze veelvuldig, maar weigert ze bijna altijd. In 1982 had hij de jury van de Constantijn Huygensprijs voor de eer bedankt. Hij kreeg de prijs voor zijn gehele oeuvre, maar het stak hem dat de jury van de prijs - die bestond uit mensen die ook in allerlei andere jury's zaten - zijn afzonderlijke werken nooit hadden bekroond. "Dan kunnen ze hem beter aan een jonger iemand geven", vond Wolkers. Drie jaar na het interview, in 1989, weigerde hij de P.C. Hooftprijs. Naar eigen zeggen, omdat hij het onterecht vond dat Marten Toonder, de schepper van de strip Tom Poes, nooit een grote literatuurprijs had gewonnen. Sinds 1980 woont Wolkers op Texel, omringd door zijn geliefde zee. De natuur is altijd een belangrijke inspiratiebron geweest voor Wolkers. Voor Villa Achterwerk maakte hij twee seizoenen afleveringen over alles wat er in zijn achtertuin groeide en bloeide. Het Boekenweekgeschenk van 2005, Zomerhitte, speelt zich ook af op Texel. Daarmee liet de schrijver ook zien om hoge leeftijd nog altijd zeer productief te zijn. Jan Wolkers stierf in de nacht van 18 op 19 oktober 2007. Onderzoek van eerder die week uitgewezen dat zijn lichaam op was en dat het einde niet lang meer zou duren. -------------------------------------- Hoogtepunten uit het interview "Ik wil hem graag horen tellen, dat vind ik heel mooi" Ronald van den Boogaard begon het marathoninterview met Jan Wolkers met een reeks uitspraken die andere schrijvers over Wolkers hadden gedaan. Zo had Maarten ’t Hart hem ooit de André van Duijn van de Nederlandse literatuur genoemd. “Geschreven uit stinkende jaloezie”, riposteerde Wolkers. Het viel hem in ieder geval op dat mensen een verkeerd beeld van hem hadden: “Jan Lenferink van RUR zei laatst: Jan, jij bent de meest viriele man van Nederland. Wat een onzin! Ik heb juist hele vrouwelijke kanten. Je ziet mij altijd maar met de kinderen. Ik begrijp niet waar ze het vandaan halen. Ik geloof dat bij mij leven en werk, voor de mensen dan, samen schijnen te vallen. Als u de brieven ziet die ik op Turks Fruit gekregen heb, van vrouwen die schrijven: “meneer, die vrouw had er op een gegeven moment genoeg van om acht keer per dag met iemand naar bed te moeten, maar ik zou dat fantastisch vinden, kunt u niet bij mij aan komen”, dat soort rare dingen, dat ze wat jij in dat boek schrijft, meteen ervaren als werkelijkheid.” Toch kwamen zijn ideeën over seksualiteit al snel tot uiting. Waarom vrouwen eerder zonder boe of ba met elkaar het bed induiken, was de vraag: “Vriendschap tussen mannen heeft natuurlijk altijd met biseksualiteit en homoseksualiteit te maken. Je moet maar eens kijken, als ze ‘s avonds het huis ontvluchten en in de kroeg met hun armen om elkaar gaan staan. En als je dan de deur opendoet en ‘homo’ roept, dan slaan ze je op hun bek. Vrouwen komen veel makkelijker tot vrijages met elkaar zonder dat ze homoseksueel zijn. Dat komt omdat ze het allereerste contact hebben gehad met een vrouw, ze hebben aan de borst van hun moeder gezogen. En mannen hebben niet aan de pik van hun vader gezogen, althans dat hoop je dan.” Conflicten horen er volgens Wolkers bij, ook met de kinderen, hoe klein ze ook zijn. De tweeling Bob en Tom waren vijf ten tijde van het marathoninterview: “Er zijn altijd conflicten, kinderen willen veel. De eerste jaren van een kinderleven ben je aan één stuk bezig ze voor zelfvernietiging te behoeden. Als je kinderen aan hun lot overlaat, vernietigen ze zichzelf. Ze lopen in het water, ze springen uit het raam, want Bob heeft soms die neiging... Ze lezen ook allemaal dingen van He-Man, Batman, dat ze kunnen vliegen. Daar moet je ze wel voor waarschuwen, dat zulke wonderen niet kunnen.” De kerst zat er aan te komen en Van den Boogaard wilde graag weten hoe Wolkers de feestdagen door zou brengen: “Er staat bij mij in de garage een grote kerstboom opgeslagen, met een kruis eronder. Er staat bij mij op het terrein voor de deur drie kerstbomen, waarvan er twee voor de jongens zijn en één komt dan weer in het huisje waar gasten van mij zijn. Mijn zoons komen, Maria komt, mijn eerste vrouw. Ik ga in de Beethovenstraat twee licht gezouten hammen halen, die ik in de oven rooster en die bereid ik, die serveer ik met allerlei vruchten, asperges. Ik kan geen wild eten, dat is een jeugdfrustratie, dat is het enige dat ik nooit te boven ben gekomen. Het heeft niets te maken met vegetariërschap, dat heb je aan die hammen wel gehoord, maar als iemand mij zou willen zien kotsen, dan moet ie zeggen, “dat wat je net gegeten heb, daar zat konijn in”, en dan kots ik.” De laatste minuut van het marathoninterview breekt aan. Van den Boogaard vraagt of Wolkers het een lange zit vond. “Nee, als we op de helft waren zou ik nog doorgaan, ik geloof dat we nog heel wat te bepraten hebben. Ik wil hem [Cor Galis] eigenlijk horen tellen, dat vind ik heel mooi. Ik heb niet zoveel kerstgroeten, ik vind het altijd heerlijk met kerst als er sneeuw is, een beetje rauw weer.” -------------------- Ronald van den Boogaard over lang Interviewen "Je houdt het geen vijf uur vol met iemand die je niet interessant vindt." "Of ik er nog iets van weet? Ik ben er later nog vrij vaak aan herinnerd. Er hadden heel veel mensen geluisterd en er waren positieve reacties op gekomen. Ik weet nog dat toen hij de P.C. Hooftprijs won, dat was een paar jaar later, hij die weigerde. Dat had hij al met meerdere prijzen gedaan. Hij hield zich schuil op Texel, hij nam de telefoon niet op. Toen hebben ze mij gevraagd of ik hem niet wilde vragen waarom hij het had geweigerd. Ik heb een stagiair naar Texel gestuurd. Wolkers heeft toen een interview met ons gedaan, omdat hij goede herinneringen had aan het marathoninterview. Hadden we hem als enige en dat voegde toch wat toe. Hoewel hij wel geïrriteerd was geweest, dat we de bandjes van het marathoninterview destijds niet op hadden gestuurd. Misschien ben ik dat zelf wel vergeten." "Ik kende Wolkers niet, had hem nooit eerder gesproken, maar ik kende zijn werk wel goed. Hij wilde wel graag een voorgesprek. Ik moest naar Leiden waar hij een expositie aan het voorbereiden was. Ik kreeg niet de indruk dat hij nou wilde weten waar we het over gingen hebben, maar hij wilde zien wat voor iemand ik was. Wie hij tegenover zich kreeg en of hij met een kenner van doen had. Ik had veel boeken al in mijn jeugd gelezen. Toen ik De Walgvogel had gelezen had ik wel door dat hij een groot schrijver was, prachtig. Voor het marathoninterview heb ik boeken gelezen en andere herlezen. Ik vond en vind hem een groot schrijver. Je houdt het geen vijf uur vol met iemand die je niet interessant vindt." "Ik heb het marathoninterview nooit meer teruggehoord, maar ik weet nog wel dat ergens in het eerste uur de zon op een prachtige manier door de wolken brak en dat Wolkers dat zo mooi beschreef. Daaraan kon je zien dat hij zich op zijn gemak voelde, hij was niet zo met de vragen bezig dat hij nergens anders oog meer voor had. Toen dacht ik ook: "het komt wel goed met het interview". Het was ook ontzettend gezellig, we waren al lang en breed klaar, maar hij ging maar door. Zijn vrouw was er ook bij." "Van de acht marathoninterviews die ik gedaan heb, neemt deze wel een bijzonder plek in. Het was natuurlijk bijzonder omdat het de eerste voor mij was en ik vond het ook heel erg leuk dat er zoveel positieve reacties op waren." "We waren natuurlijk wel zenuwachtig over vijf uur interview. Het was het eerste seizoen, ik was toen eindredacteur van Het Gebouw en we hadden onze nek uitgestoken voor dat programma. Roel van Broekhoven had het bedacht en die wilde er nog even 24 uur marathoninterview van maken. Helaas hadden we niet zoveel zendtijd. Nu vind ik het jammer dat de marathoninterviews maar drie uur duren en geen vijf meer. Hoewel het natuurlijk moeilijk is om een spanningsboog vijf uur vast te houden. Luisteren mensen wel zo lang? Er was onderling ook wel kritiek op het idee, maar ik kan me van alle interviews, waar ik altijd bij zat, eigenlijk geen stiltes herinneren. Daar waren we in het begin natuurlijk bang voor. Er stonden wel plaatjes klaar, maar die hebben we nooit in hoeven zetten."

Het Marathoninterview
Jan Wolkers: uur 2

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Dec 18, 1986 54:27


Even van het eiland af Op 19 december 1986 had de destijds 61-jarige schrijver en kunstenaar Jan Wolkers de reis van Texel naar Hilversum afgelegd om van acht uur 's ochtends tot één uur 's middags met Ronald van den Boogaard te praten. Als er van de Grote Vier van de Nederlandse naoorlogse literatuur gesproken wordt, hoort Wolkers daar, naast Mulisch, Hermans en Reve, bij. Maar meestal hebben we het over de Grote Drie en dan valt Wolkers buiten de boot. Waarom de term 'Grote Vier' niet in het bewustzijn van de literatuurliefhebber is ingedaald, is nooit helemaal opgehelderd. Wolkers heeft bij herhaling gezegd dat hij zichzelf een groot schrijver vindt, al was het maar om de "calvinistische bescheidenheid, die Multatuli al op de hak heeft genomen" te hekelen. Veel van Wolkers' grootste successen waren in 1986 allemaal al geschreven. Vier van zijn boeken, waaronder Turks Fruit, waren al verfilmd. Theo van Gogh zou een jaar later Terug naar Oegstgeest als film regisseren. Wolkers' imponerende productie stokte ook de daaropvolgende jaren niet. In 2005, het jaar dat hij 80 werd, schreef hij het Boekenweekgeschenk Zomerhitte, dat verfilmd is door Monique van der Ven, die eerder de belangrijke rol van Olga speelde in de filmversie van Turks Fruit. -------------------------------------------- Biografie Jan Wolkers Jan Hendrik Wolkers zag op 26 oktober 1925 het levenslicht in Oegstgeest. Hij werd geboren uit Amsterdamse, gereformeerde ouders, die een kruidenierswinkel hadden. Het gezin Wolkers telde elf kinderen en de zaak liep slecht. Toen hij met een slecht kerstrapport van de mulo naar huis kwam, zag zijn vader daarin een goede reden om hem van school te halen en in de winkel te laten helpen. Hij had ook baantjes als tuinman, dierenverzorger in het laboratorium van de Universiteit Leiden en landschapsschilder. Wolkers eerste liefde was het schilderen. In 1943 dook hij onder en hield zich in leven door lampenkappen te beschilderen. Met het verdiende geld nam hij lessen aan de Leidse Schilderacademie. Na de oorlog verliet Wolkers Nederland en vestigde zich korte tijd in Parijs. Hij kwam terug om eerst in Den Haag en daarna in Amsterdam een opleiding als beeldend kunstenaar te volgen. In 1954 vertrok hij naar Salzburg om aan het door Oskar Kokoschka opgerichte Internationale Sommerakademie für bildende Kunst te studeren. Drie jaar later mocht de getalenteerde kunstenaar met een beurs van de Franse regering in Parijs bij Zadkine studeren. Daar begon hij ook verhalen te schrijven. Dat leidde in 1961 tot zijn debuut Serpentina's Petticoat, dat geen enkele rimpeling in de vaderlandse kritieken veroorzaakte. Kort Amerikaans, de roman die een jaar later uitkwam, deed dat wel. Wolkers werd uitbundig als aanstormend talent gevierd. Hoewel het na een kleine grasduinsessie door zijn oeuvre niet moeilijk is te bedenken dat zijn boeken in hun tijd veel stof deden opwaaien. Vooral van de seksuele moraalridders kreeg Wolkers de wind van voren. Hun kritiek verstomde echter mettertijd; Wolkers boeken vlogen als warme broodjes over de toonbank. Vanaf zijn eerste werk zijn er thema's te destilleren die in zijn hele oeuvre terugkeren (en die hem vaak op de beschuldiging komen te staan dat hij zichzelf herhaalt): Wolkers brengt de werking van het lichaam in al zijn facetten nogal plastisch in beeld. Of het nu om seksualiteit, aftakeling, dood of de spijsvertering gaat, hij noemt het beestje bij de naam. Daarnaast komt zijn kennis en liefde van de natuur vaak naar voren. Gezinssituaties zijn meestal belastend en de humor vaak bitter. Zijn boeken leunen voor een deel op autobiografische elementen, maar zijn nooit alleen maar uit zijn eigen leven gegrepen. Wolkers trouwde twee keer. Van zijn eerste vrouw, Maria, scheidde hij nadat hun dochtertje Eva door een ongeluk thuis overleed. Het echtpaar kwam die klap niet te boven. Zijn tweede en huidige vrouw, Karina Gnirrep, kwam in 1963 als zeventienjarige bij hem langs om hem te interviewen en is vervolgens nooit meer van zijn zijde geweken. Het stel kreeg in 1981 een tweeling, Bob en Tom genaamd. Zijn grootste literaire succes behaalde Wolkers met Turks Fruit, dat in 1969 uitkwam. Hij schreef het naar aanleiding van het einde van een hartstochtelijke relatie. De film werd in 1973 door Paul Verhoeven verfilmd met Rutger Hauer en Monique van de Ven in de hoofdrol. Zelf was hij maar tot zekere hoogte tevreden over de verfilming. Hij vond dat er iets teveel reclame werd genaamd voor condooms en fietsmerken, vertelde hij Ronald van den Boogaard. Ten tijde van het Marathoninterview was Wolkers dus al een gearriveerd schrijver, al vond hij zelf dat hij mooi aan die betiteling was ontkomen; hij vond zichzelf niet tot de éminence grise van de Nederlandse literatuur behoren. Dat hij als beeldhouwer en schilder minder bekendheid had verworven, stelde hem soms wel teleur. Hij maakte onder andere het Auschwitzmonument in het Wertheimpark in Amsterdam. Dat beeld, gemaakt van glas, is door de jaren heen zeer vaak vernield door vandalen. Ook andere glazen beelden bleven niet lang heel, zoals het monument voor Ceres op Texel. Wolkers besloot daarop meer staal te gebruiken. Jan Wolkers heeft een ambivalente houding tegenover (literaire) prijzen: hij wint ze veelvuldig, maar weigert ze bijna altijd. In 1982 had hij de jury van de Constantijn Huygensprijs voor de eer bedankt. Hij kreeg de prijs voor zijn gehele oeuvre, maar het stak hem dat de jury van de prijs - die bestond uit mensen die ook in allerlei andere jury's zaten - zijn afzonderlijke werken nooit hadden bekroond. "Dan kunnen ze hem beter aan een jonger iemand geven", vond Wolkers. Drie jaar na het interview, in 1989, weigerde hij de P.C. Hooftprijs. Naar eigen zeggen, omdat hij het onterecht vond dat Marten Toonder, de schepper van de strip Tom Poes, nooit een grote literatuurprijs had gewonnen. Sinds 1980 woont Wolkers op Texel, omringd door zijn geliefde zee. De natuur is altijd een belangrijke inspiratiebron geweest voor Wolkers. Voor Villa Achterwerk maakte hij twee seizoenen afleveringen over alles wat er in zijn achtertuin groeide en bloeide. Het Boekenweekgeschenk van 2005, Zomerhitte, speelt zich ook af op Texel. Daarmee liet de schrijver ook zien om hoge leeftijd nog altijd zeer productief te zijn. Jan Wolkers stierf in de nacht van 18 op 19 oktober 2007. Onderzoek van eerder die week uitgewezen dat zijn lichaam op was en dat het einde niet lang meer zou duren. -------------------------------------- Hoogtepunten uit het interview "Ik wil hem graag horen tellen, dat vind ik heel mooi" Ronald van den Boogaard begon het marathoninterview met Jan Wolkers met een reeks uitspraken die andere schrijvers over Wolkers hadden gedaan. Zo had Maarten ’t Hart hem ooit de André van Duijn van de Nederlandse literatuur genoemd. “Geschreven uit stinkende jaloezie”, riposteerde Wolkers. Het viel hem in ieder geval op dat mensen een verkeerd beeld van hem hadden: “Jan Lenferink van RUR zei laatst: Jan, jij bent de meest viriele man van Nederland. Wat een onzin! Ik heb juist hele vrouwelijke kanten. Je ziet mij altijd maar met de kinderen. Ik begrijp niet waar ze het vandaan halen. Ik geloof dat bij mij leven en werk, voor de mensen dan, samen schijnen te vallen. Als u de brieven ziet die ik op Turks Fruit gekregen heb, van vrouwen die schrijven: “meneer, die vrouw had er op een gegeven moment genoeg van om acht keer per dag met iemand naar bed te moeten, maar ik zou dat fantastisch vinden, kunt u niet bij mij aan komen”, dat soort rare dingen, dat ze wat jij in dat boek schrijft, meteen ervaren als werkelijkheid.” Toch kwamen zijn ideeën over seksualiteit al snel tot uiting. Waarom vrouwen eerder zonder boe of ba met elkaar het bed induiken, was de vraag: “Vriendschap tussen mannen heeft natuurlijk altijd met biseksualiteit en homoseksualiteit te maken. Je moet maar eens kijken, als ze ‘s avonds het huis ontvluchten en in de kroeg met hun armen om elkaar gaan staan. En als je dan de deur opendoet en ‘homo’ roept, dan slaan ze je op hun bek. Vrouwen komen veel makkelijker tot vrijages met elkaar zonder dat ze homoseksueel zijn. Dat komt omdat ze het allereerste contact hebben gehad met een vrouw, ze hebben aan de borst van hun moeder gezogen. En mannen hebben niet aan de pik van hun vader gezogen, althans dat hoop je dan.” Conflicten horen er volgens Wolkers bij, ook met de kinderen, hoe klein ze ook zijn. De tweeling Bob en Tom waren vijf ten tijde van het marathoninterview: “Er zijn altijd conflicten, kinderen willen veel. De eerste jaren van een kinderleven ben je aan één stuk bezig ze voor zelfvernietiging te behoeden. Als je kinderen aan hun lot overlaat, vernietigen ze zichzelf. Ze lopen in het water, ze springen uit het raam, want Bob heeft soms die neiging... Ze lezen ook allemaal dingen van He-Man, Batman, dat ze kunnen vliegen. Daar moet je ze wel voor waarschuwen, dat zulke wonderen niet kunnen.” De kerst zat er aan te komen en Van den Boogaard wilde graag weten hoe Wolkers de feestdagen door zou brengen: “Er staat bij mij in de garage een grote kerstboom opgeslagen, met een kruis eronder. Er staat bij mij op het terrein voor de deur drie kerstbomen, waarvan er twee voor de jongens zijn en één komt dan weer in het huisje waar gasten van mij zijn. Mijn zoons komen, Maria komt, mijn eerste vrouw. Ik ga in de Beethovenstraat twee licht gezouten hammen halen, die ik in de oven rooster en die bereid ik, die serveer ik met allerlei vruchten, asperges. Ik kan geen wild eten, dat is een jeugdfrustratie, dat is het enige dat ik nooit te boven ben gekomen. Het heeft niets te maken met vegetariërschap, dat heb je aan die hammen wel gehoord, maar als iemand mij zou willen zien kotsen, dan moet ie zeggen, “dat wat je net gegeten heb, daar zat konijn in”, en dan kots ik.” De laatste minuut van het marathoninterview breekt aan. Van den Boogaard vraagt of Wolkers het een lange zit vond. “Nee, als we op de helft waren zou ik nog doorgaan, ik geloof dat we nog heel wat te bepraten hebben. Ik wil hem [Cor Galis] eigenlijk horen tellen, dat vind ik heel mooi. Ik heb niet zoveel kerstgroeten, ik vind het altijd heerlijk met kerst als er sneeuw is, een beetje rauw weer.” -------------------- Ronald van den Boogaard over lang Interviewen "Je houdt het geen vijf uur vol met iemand die je niet interessant vindt." "Of ik er nog iets van weet? Ik ben er later nog vrij vaak aan herinnerd. Er hadden heel veel mensen geluisterd en er waren positieve reacties op gekomen. Ik weet nog dat toen hij de P.C. Hooftprijs won, dat was een paar jaar later, hij die weigerde. Dat had hij al met meerdere prijzen gedaan. Hij hield zich schuil op Texel, hij nam de telefoon niet op. Toen hebben ze mij gevraagd of ik hem niet wilde vragen waarom hij het had geweigerd. Ik heb een stagiair naar Texel gestuurd. Wolkers heeft toen een interview met ons gedaan, omdat hij goede herinneringen had aan het marathoninterview. Hadden we hem als enige en dat voegde toch wat toe. Hoewel hij wel geïrriteerd was geweest, dat we de bandjes van het marathoninterview destijds niet op hadden gestuurd. Misschien ben ik dat zelf wel vergeten." "Ik kende Wolkers niet, had hem nooit eerder gesproken, maar ik kende zijn werk wel goed. Hij wilde wel graag een voorgesprek. Ik moest naar Leiden waar hij een expositie aan het voorbereiden was. Ik kreeg niet de indruk dat hij nou wilde weten waar we het over gingen hebben, maar hij wilde zien wat voor iemand ik was. Wie hij tegenover zich kreeg en of hij met een kenner van doen had. Ik had veel boeken al in mijn jeugd gelezen. Toen ik De Walgvogel had gelezen had ik wel door dat hij een groot schrijver was, prachtig. Voor het marathoninterview heb ik boeken gelezen en andere herlezen. Ik vond en vind hem een groot schrijver. Je houdt het geen vijf uur vol met iemand die je niet interessant vindt." "Ik heb het marathoninterview nooit meer teruggehoord, maar ik weet nog wel dat ergens in het eerste uur de zon op een prachtige manier door de wolken brak en dat Wolkers dat zo mooi beschreef. Daaraan kon je zien dat hij zich op zijn gemak voelde, hij was niet zo met de vragen bezig dat hij nergens anders oog meer voor had. Toen dacht ik ook: "het komt wel goed met het interview". Het was ook ontzettend gezellig, we waren al lang en breed klaar, maar hij ging maar door. Zijn vrouw was er ook bij." "Van de acht marathoninterviews die ik gedaan heb, neemt deze wel een bijzonder plek in. Het was natuurlijk bijzonder omdat het de eerste voor mij was en ik vond het ook heel erg leuk dat er zoveel positieve reacties op waren." "We waren natuurlijk wel zenuwachtig over vijf uur interview. Het was het eerste seizoen, ik was toen eindredacteur van Het Gebouw en we hadden onze nek uitgestoken voor dat programma. Roel van Broekhoven had het bedacht en die wilde er nog even 24 uur marathoninterview van maken. Helaas hadden we niet zoveel zendtijd. Nu vind ik het jammer dat de marathoninterviews maar drie uur duren en geen vijf meer. Hoewel het natuurlijk moeilijk is om een spanningsboog vijf uur vast te houden. Luisteren mensen wel zo lang? Er was onderling ook wel kritiek op het idee, maar ik kan me van alle interviews, waar ik altijd bij zat, eigenlijk geen stiltes herinneren. Daar waren we in het begin natuurlijk bang voor. Er stonden wel plaatjes klaar, maar die hebben we nooit in hoeven zetten."

Het Marathoninterview
Jan Wolkers: uur 5

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Dec 18, 1986 50:47


Even van het eiland af Op 19 december 1986 had de destijds 61-jarige schrijver en kunstenaar Jan Wolkers de reis van Texel naar Hilversum afgelegd om van acht uur 's ochtends tot één uur 's middags met Ronald van den Boogaard te praten. Als er van de Grote Vier van de Nederlandse naoorlogse literatuur gesproken wordt, hoort Wolkers daar, naast Mulisch, Hermans en Reve, bij. Maar meestal hebben we het over de Grote Drie en dan valt Wolkers buiten de boot. Waarom de term 'Grote Vier' niet in het bewustzijn van de literatuurliefhebber is ingedaald, is nooit helemaal opgehelderd. Wolkers heeft bij herhaling gezegd dat hij zichzelf een groot schrijver vindt, al was het maar om de "calvinistische bescheidenheid, die Multatuli al op de hak heeft genomen" te hekelen. Veel van Wolkers' grootste successen waren in 1986 allemaal al geschreven. Vier van zijn boeken, waaronder Turks Fruit, waren al verfilmd. Theo van Gogh zou een jaar later Terug naar Oegstgeest als film regisseren. Wolkers' imponerende productie stokte ook de daaropvolgende jaren niet. In 2005, het jaar dat hij 80 werd, schreef hij het Boekenweekgeschenk Zomerhitte, dat verfilmd is door Monique van der Ven, die eerder de belangrijke rol van Olga speelde in de filmversie van Turks Fruit. -------------------------------------------- Biografie Jan Wolkers Jan Hendrik Wolkers zag op 26 oktober 1925 het levenslicht in Oegstgeest. Hij werd geboren uit Amsterdamse, gereformeerde ouders, die een kruidenierswinkel hadden. Het gezin Wolkers telde elf kinderen en de zaak liep slecht. Toen hij met een slecht kerstrapport van de mulo naar huis kwam, zag zijn vader daarin een goede reden om hem van school te halen en in de winkel te laten helpen. Hij had ook baantjes als tuinman, dierenverzorger in het laboratorium van de Universiteit Leiden en landschapsschilder. Wolkers eerste liefde was het schilderen. In 1943 dook hij onder en hield zich in leven door lampenkappen te beschilderen. Met het verdiende geld nam hij lessen aan de Leidse Schilderacademie. Na de oorlog verliet Wolkers Nederland en vestigde zich korte tijd in Parijs. Hij kwam terug om eerst in Den Haag en daarna in Amsterdam een opleiding als beeldend kunstenaar te volgen. In 1954 vertrok hij naar Salzburg om aan het door Oskar Kokoschka opgerichte Internationale Sommerakademie für bildende Kunst te studeren. Drie jaar later mocht de getalenteerde kunstenaar met een beurs van de Franse regering in Parijs bij Zadkine studeren. Daar begon hij ook verhalen te schrijven. Dat leidde in 1961 tot zijn debuut Serpentina's Petticoat, dat geen enkele rimpeling in de vaderlandse kritieken veroorzaakte. Kort Amerikaans, de roman die een jaar later uitkwam, deed dat wel. Wolkers werd uitbundig als aanstormend talent gevierd. Hoewel het na een kleine grasduinsessie door zijn oeuvre niet moeilijk is te bedenken dat zijn boeken in hun tijd veel stof deden opwaaien. Vooral van de seksuele moraalridders kreeg Wolkers de wind van voren. Hun kritiek verstomde echter mettertijd; Wolkers boeken vlogen als warme broodjes over de toonbank. Vanaf zijn eerste werk zijn er thema's te destilleren die in zijn hele oeuvre terugkeren (en die hem vaak op de beschuldiging komen te staan dat hij zichzelf herhaalt): Wolkers brengt de werking van het lichaam in al zijn facetten nogal plastisch in beeld. Of het nu om seksualiteit, aftakeling, dood of de spijsvertering gaat, hij noemt het beestje bij de naam. Daarnaast komt zijn kennis en liefde van de natuur vaak naar voren. Gezinssituaties zijn meestal belastend en de humor vaak bitter. Zijn boeken leunen voor een deel op autobiografische elementen, maar zijn nooit alleen maar uit zijn eigen leven gegrepen. Wolkers trouwde twee keer. Van zijn eerste vrouw, Maria, scheidde hij nadat hun dochtertje Eva door een ongeluk thuis overleed. Het echtpaar kwam die klap niet te boven. Zijn tweede en huidige vrouw, Karina Gnirrep, kwam in 1963 als zeventienjarige bij hem langs om hem te interviewen en is vervolgens nooit meer van zijn zijde geweken. Het stel kreeg in 1981 een tweeling, Bob en Tom genaamd. Zijn grootste literaire succes behaalde Wolkers met Turks Fruit, dat in 1969 uitkwam. Hij schreef het naar aanleiding van het einde van een hartstochtelijke relatie. De film werd in 1973 door Paul Verhoeven verfilmd met Rutger Hauer en Monique van de Ven in de hoofdrol. Zelf was hij maar tot zekere hoogte tevreden over de verfilming. Hij vond dat er iets teveel reclame werd genaamd voor condooms en fietsmerken, vertelde hij Ronald van den Boogaard. Ten tijde van het Marathoninterview was Wolkers dus al een gearriveerd schrijver, al vond hij zelf dat hij mooi aan die betiteling was ontkomen; hij vond zichzelf niet tot de éminence grise van de Nederlandse literatuur behoren. Dat hij als beeldhouwer en schilder minder bekendheid had verworven, stelde hem soms wel teleur. Hij maakte onder andere het Auschwitzmonument in het Wertheimpark in Amsterdam. Dat beeld, gemaakt van glas, is door de jaren heen zeer vaak vernield door vandalen. Ook andere glazen beelden bleven niet lang heel, zoals het monument voor Ceres op Texel. Wolkers besloot daarop meer staal te gebruiken. Jan Wolkers heeft een ambivalente houding tegenover (literaire) prijzen: hij wint ze veelvuldig, maar weigert ze bijna altijd. In 1982 had hij de jury van de Constantijn Huygensprijs voor de eer bedankt. Hij kreeg de prijs voor zijn gehele oeuvre, maar het stak hem dat de jury van de prijs - die bestond uit mensen die ook in allerlei andere jury's zaten - zijn afzonderlijke werken nooit hadden bekroond. "Dan kunnen ze hem beter aan een jonger iemand geven", vond Wolkers. Drie jaar na het interview, in 1989, weigerde hij de P.C. Hooftprijs. Naar eigen zeggen, omdat hij het onterecht vond dat Marten Toonder, de schepper van de strip Tom Poes, nooit een grote literatuurprijs had gewonnen. Sinds 1980 woont Wolkers op Texel, omringd door zijn geliefde zee. De natuur is altijd een belangrijke inspiratiebron geweest voor Wolkers. Voor Villa Achterwerk maakte hij twee seizoenen afleveringen over alles wat er in zijn achtertuin groeide en bloeide. Het Boekenweekgeschenk van 2005, Zomerhitte, speelt zich ook af op Texel. Daarmee liet de schrijver ook zien om hoge leeftijd nog altijd zeer productief te zijn. Jan Wolkers stierf in de nacht van 18 op 19 oktober 2007. Onderzoek van eerder die week uitgewezen dat zijn lichaam op was en dat het einde niet lang meer zou duren. -------------------------------------- Hoogtepunten uit het interview "Ik wil hem graag horen tellen, dat vind ik heel mooi" Ronald van den Boogaard begon het marathoninterview met Jan Wolkers met een reeks uitspraken die andere schrijvers over Wolkers hadden gedaan. Zo had Maarten ’t Hart hem ooit de André van Duijn van de Nederlandse literatuur genoemd. “Geschreven uit stinkende jaloezie”, riposteerde Wolkers. Het viel hem in ieder geval op dat mensen een verkeerd beeld van hem hadden: “Jan Lenferink van RUR zei laatst: Jan, jij bent de meest viriele man van Nederland. Wat een onzin! Ik heb juist hele vrouwelijke kanten. Je ziet mij altijd maar met de kinderen. Ik begrijp niet waar ze het vandaan halen. Ik geloof dat bij mij leven en werk, voor de mensen dan, samen schijnen te vallen. Als u de brieven ziet die ik op Turks Fruit gekregen heb, van vrouwen die schrijven: “meneer, die vrouw had er op een gegeven moment genoeg van om acht keer per dag met iemand naar bed te moeten, maar ik zou dat fantastisch vinden, kunt u niet bij mij aan komen”, dat soort rare dingen, dat ze wat jij in dat boek schrijft, meteen ervaren als werkelijkheid.” Toch kwamen zijn ideeën over seksualiteit al snel tot uiting. Waarom vrouwen eerder zonder boe of ba met elkaar het bed induiken, was de vraag: “Vriendschap tussen mannen heeft natuurlijk altijd met biseksualiteit en homoseksualiteit te maken. Je moet maar eens kijken, als ze ‘s avonds het huis ontvluchten en in de kroeg met hun armen om elkaar gaan staan. En als je dan de deur opendoet en ‘homo’ roept, dan slaan ze je op hun bek. Vrouwen komen veel makkelijker tot vrijages met elkaar zonder dat ze homoseksueel zijn. Dat komt omdat ze het allereerste contact hebben gehad met een vrouw, ze hebben aan de borst van hun moeder gezogen. En mannen hebben niet aan de pik van hun vader gezogen, althans dat hoop je dan.” Conflicten horen er volgens Wolkers bij, ook met de kinderen, hoe klein ze ook zijn. De tweeling Bob en Tom waren vijf ten tijde van het marathoninterview: “Er zijn altijd conflicten, kinderen willen veel. De eerste jaren van een kinderleven ben je aan één stuk bezig ze voor zelfvernietiging te behoeden. Als je kinderen aan hun lot overlaat, vernietigen ze zichzelf. Ze lopen in het water, ze springen uit het raam, want Bob heeft soms die neiging... Ze lezen ook allemaal dingen van He-Man, Batman, dat ze kunnen vliegen. Daar moet je ze wel voor waarschuwen, dat zulke wonderen niet kunnen.” De kerst zat er aan te komen en Van den Boogaard wilde graag weten hoe Wolkers de feestdagen door zou brengen: “Er staat bij mij in de garage een grote kerstboom opgeslagen, met een kruis eronder. Er staat bij mij op het terrein voor de deur drie kerstbomen, waarvan er twee voor de jongens zijn en één komt dan weer in het huisje waar gasten van mij zijn. Mijn zoons komen, Maria komt, mijn eerste vrouw. Ik ga in de Beethovenstraat twee licht gezouten hammen halen, die ik in de oven rooster en die bereid ik, die serveer ik met allerlei vruchten, asperges. Ik kan geen wild eten, dat is een jeugdfrustratie, dat is het enige dat ik nooit te boven ben gekomen. Het heeft niets te maken met vegetariërschap, dat heb je aan die hammen wel gehoord, maar als iemand mij zou willen zien kotsen, dan moet ie zeggen, “dat wat je net gegeten heb, daar zat konijn in”, en dan kots ik.” De laatste minuut van het marathoninterview breekt aan. Van den Boogaard vraagt of Wolkers het een lange zit vond. “Nee, als we op de helft waren zou ik nog doorgaan, ik geloof dat we nog heel wat te bepraten hebben. Ik wil hem [Cor Galis] eigenlijk horen tellen, dat vind ik heel mooi. Ik heb niet zoveel kerstgroeten, ik vind het altijd heerlijk met kerst als er sneeuw is, een beetje rauw weer.” -------------------- Ronald van den Boogaard over lang Interviewen "Je houdt het geen vijf uur vol met iemand die je niet interessant vindt." "Of ik er nog iets van weet? Ik ben er later nog vrij vaak aan herinnerd. Er hadden heel veel mensen geluisterd en er waren positieve reacties op gekomen. Ik weet nog dat toen hij de P.C. Hooftprijs won, dat was een paar jaar later, hij die weigerde. Dat had hij al met meerdere prijzen gedaan. Hij hield zich schuil op Texel, hij nam de telefoon niet op. Toen hebben ze mij gevraagd of ik hem niet wilde vragen waarom hij het had geweigerd. Ik heb een stagiair naar Texel gestuurd. Wolkers heeft toen een interview met ons gedaan, omdat hij goede herinneringen had aan het marathoninterview. Hadden we hem als enige en dat voegde toch wat toe. Hoewel hij wel geïrriteerd was geweest, dat we de bandjes van het marathoninterview destijds niet op hadden gestuurd. Misschien ben ik dat zelf wel vergeten." "Ik kende Wolkers niet, had hem nooit eerder gesproken, maar ik kende zijn werk wel goed. Hij wilde wel graag een voorgesprek. Ik moest naar Leiden waar hij een expositie aan het voorbereiden was. Ik kreeg niet de indruk dat hij nou wilde weten waar we het over gingen hebben, maar hij wilde zien wat voor iemand ik was. Wie hij tegenover zich kreeg en of hij met een kenner van doen had. Ik had veel boeken al in mijn jeugd gelezen. Toen ik De Walgvogel had gelezen had ik wel door dat hij een groot schrijver was, prachtig. Voor het marathoninterview heb ik boeken gelezen en andere herlezen. Ik vond en vind hem een groot schrijver. Je houdt het geen vijf uur vol met iemand die je niet interessant vindt." "Ik heb het marathoninterview nooit meer teruggehoord, maar ik weet nog wel dat ergens in het eerste uur de zon op een prachtige manier door de wolken brak en dat Wolkers dat zo mooi beschreef. Daaraan kon je zien dat hij zich op zijn gemak voelde, hij was niet zo met de vragen bezig dat hij nergens anders oog meer voor had. Toen dacht ik ook: "het komt wel goed met het interview". Het was ook ontzettend gezellig, we waren al lang en breed klaar, maar hij ging maar door. Zijn vrouw was er ook bij." "Van de acht marathoninterviews die ik gedaan heb, neemt deze wel een bijzonder plek in. Het was natuurlijk bijzonder omdat het de eerste voor mij was en ik vond het ook heel erg leuk dat er zoveel positieve reacties op waren." "We waren natuurlijk wel zenuwachtig over vijf uur interview. Het was het eerste seizoen, ik was toen eindredacteur van Het Gebouw en we hadden onze nek uitgestoken voor dat programma. Roel van Broekhoven had het bedacht en die wilde er nog even 24 uur marathoninterview van maken. Helaas hadden we niet zoveel zendtijd. Nu vind ik het jammer dat de marathoninterviews maar drie uur duren en geen vijf meer. Hoewel het natuurlijk moeilijk is om een spanningsboog vijf uur vast te houden. Luisteren mensen wel zo lang? Er was onderling ook wel kritiek op het idee, maar ik kan me van alle interviews, waar ik altijd bij zat, eigenlijk geen stiltes herinneren. Daar waren we in het begin natuurlijk bang voor. Er stonden wel plaatjes klaar, maar die hebben we nooit in hoeven zetten."

Het Marathoninterview
Jan Wolkers: uur 3

Het Marathoninterview

Play Episode Listen Later Dec 18, 1986 55:00


Even van het eiland af Op 19 december 1986 had de destijds 61-jarige schrijver en kunstenaar Jan Wolkers de reis van Texel naar Hilversum afgelegd om van acht uur 's ochtends tot één uur 's middags met Ronald van den Boogaard te praten. Als er van de Grote Vier van de Nederlandse naoorlogse literatuur gesproken wordt, hoort Wolkers daar, naast Mulisch, Hermans en Reve, bij. Maar meestal hebben we het over de Grote Drie en dan valt Wolkers buiten de boot. Waarom de term 'Grote Vier' niet in het bewustzijn van de literatuurliefhebber is ingedaald, is nooit helemaal opgehelderd. Wolkers heeft bij herhaling gezegd dat hij zichzelf een groot schrijver vindt, al was het maar om de "calvinistische bescheidenheid, die Multatuli al op de hak heeft genomen" te hekelen. Veel van Wolkers' grootste successen waren in 1986 allemaal al geschreven. Vier van zijn boeken, waaronder Turks Fruit, waren al verfilmd. Theo van Gogh zou een jaar later Terug naar Oegstgeest als film regisseren. Wolkers' imponerende productie stokte ook de daaropvolgende jaren niet. In 2005, het jaar dat hij 80 werd, schreef hij het Boekenweekgeschenk Zomerhitte, dat verfilmd is door Monique van der Ven, die eerder de belangrijke rol van Olga speelde in de filmversie van Turks Fruit. -------------------------------------------- Biografie Jan Wolkers Jan Hendrik Wolkers zag op 26 oktober 1925 het levenslicht in Oegstgeest. Hij werd geboren uit Amsterdamse, gereformeerde ouders, die een kruidenierswinkel hadden. Het gezin Wolkers telde elf kinderen en de zaak liep slecht. Toen hij met een slecht kerstrapport van de mulo naar huis kwam, zag zijn vader daarin een goede reden om hem van school te halen en in de winkel te laten helpen. Hij had ook baantjes als tuinman, dierenverzorger in het laboratorium van de Universiteit Leiden en landschapsschilder. Wolkers eerste liefde was het schilderen. In 1943 dook hij onder en hield zich in leven door lampenkappen te beschilderen. Met het verdiende geld nam hij lessen aan de Leidse Schilderacademie. Na de oorlog verliet Wolkers Nederland en vestigde zich korte tijd in Parijs. Hij kwam terug om eerst in Den Haag en daarna in Amsterdam een opleiding als beeldend kunstenaar te volgen. In 1954 vertrok hij naar Salzburg om aan het door Oskar Kokoschka opgerichte Internationale Sommerakademie für bildende Kunst te studeren. Drie jaar later mocht de getalenteerde kunstenaar met een beurs van de Franse regering in Parijs bij Zadkine studeren. Daar begon hij ook verhalen te schrijven. Dat leidde in 1961 tot zijn debuut Serpentina's Petticoat, dat geen enkele rimpeling in de vaderlandse kritieken veroorzaakte. Kort Amerikaans, de roman die een jaar later uitkwam, deed dat wel. Wolkers werd uitbundig als aanstormend talent gevierd. Hoewel het na een kleine grasduinsessie door zijn oeuvre niet moeilijk is te bedenken dat zijn boeken in hun tijd veel stof deden opwaaien. Vooral van de seksuele moraalridders kreeg Wolkers de wind van voren. Hun kritiek verstomde echter mettertijd; Wolkers boeken vlogen als warme broodjes over de toonbank. Vanaf zijn eerste werk zijn er thema's te destilleren die in zijn hele oeuvre terugkeren (en die hem vaak op de beschuldiging komen te staan dat hij zichzelf herhaalt): Wolkers brengt de werking van het lichaam in al zijn facetten nogal plastisch in beeld. Of het nu om seksualiteit, aftakeling, dood of de spijsvertering gaat, hij noemt het beestje bij de naam. Daarnaast komt zijn kennis en liefde van de natuur vaak naar voren. Gezinssituaties zijn meestal belastend en de humor vaak bitter. Zijn boeken leunen voor een deel op autobiografische elementen, maar zijn nooit alleen maar uit zijn eigen leven gegrepen. Wolkers trouwde twee keer. Van zijn eerste vrouw, Maria, scheidde hij nadat hun dochtertje Eva door een ongeluk thuis overleed. Het echtpaar kwam die klap niet te boven. Zijn tweede en huidige vrouw, Karina Gnirrep, kwam in 1963 als zeventienjarige bij hem langs om hem te interviewen en is vervolgens nooit meer van zijn zijde geweken. Het stel kreeg in 1981 een tweeling, Bob en Tom genaamd. Zijn grootste literaire succes behaalde Wolkers met Turks Fruit, dat in 1969 uitkwam. Hij schreef het naar aanleiding van het einde van een hartstochtelijke relatie. De film werd in 1973 door Paul Verhoeven verfilmd met Rutger Hauer en Monique van de Ven in de hoofdrol. Zelf was hij maar tot zekere hoogte tevreden over de verfilming. Hij vond dat er iets teveel reclame werd genaamd voor condooms en fietsmerken, vertelde hij Ronald van den Boogaard. Ten tijde van het Marathoninterview was Wolkers dus al een gearriveerd schrijver, al vond hij zelf dat hij mooi aan die betiteling was ontkomen; hij vond zichzelf niet tot de éminence grise van de Nederlandse literatuur behoren. Dat hij als beeldhouwer en schilder minder bekendheid had verworven, stelde hem soms wel teleur. Hij maakte onder andere het Auschwitzmonument in het Wertheimpark in Amsterdam. Dat beeld, gemaakt van glas, is door de jaren heen zeer vaak vernield door vandalen. Ook andere glazen beelden bleven niet lang heel, zoals het monument voor Ceres op Texel. Wolkers besloot daarop meer staal te gebruiken. Jan Wolkers heeft een ambivalente houding tegenover (literaire) prijzen: hij wint ze veelvuldig, maar weigert ze bijna altijd. In 1982 had hij de jury van de Constantijn Huygensprijs voor de eer bedankt. Hij kreeg de prijs voor zijn gehele oeuvre, maar het stak hem dat de jury van de prijs - die bestond uit mensen die ook in allerlei andere jury's zaten - zijn afzonderlijke werken nooit hadden bekroond. "Dan kunnen ze hem beter aan een jonger iemand geven", vond Wolkers. Drie jaar na het interview, in 1989, weigerde hij de P.C. Hooftprijs. Naar eigen zeggen, omdat hij het onterecht vond dat Marten Toonder, de schepper van de strip Tom Poes, nooit een grote literatuurprijs had gewonnen. Sinds 1980 woont Wolkers op Texel, omringd door zijn geliefde zee. De natuur is altijd een belangrijke inspiratiebron geweest voor Wolkers. Voor Villa Achterwerk maakte hij twee seizoenen afleveringen over alles wat er in zijn achtertuin groeide en bloeide. Het Boekenweekgeschenk van 2005, Zomerhitte, speelt zich ook af op Texel. Daarmee liet de schrijver ook zien om hoge leeftijd nog altijd zeer productief te zijn. Jan Wolkers stierf in de nacht van 18 op 19 oktober 2007. Onderzoek van eerder die week uitgewezen dat zijn lichaam op was en dat het einde niet lang meer zou duren. -------------------------------------- Hoogtepunten uit het interview "Ik wil hem graag horen tellen, dat vind ik heel mooi" Ronald van den Boogaard begon het marathoninterview met Jan Wolkers met een reeks uitspraken die andere schrijvers over Wolkers hadden gedaan. Zo had Maarten ’t Hart hem ooit de André van Duijn van de Nederlandse literatuur genoemd. “Geschreven uit stinkende jaloezie”, riposteerde Wolkers. Het viel hem in ieder geval op dat mensen een verkeerd beeld van hem hadden: “Jan Lenferink van RUR zei laatst: Jan, jij bent de meest viriele man van Nederland. Wat een onzin! Ik heb juist hele vrouwelijke kanten. Je ziet mij altijd maar met de kinderen. Ik begrijp niet waar ze het vandaan halen. Ik geloof dat bij mij leven en werk, voor de mensen dan, samen schijnen te vallen. Als u de brieven ziet die ik op Turks Fruit gekregen heb, van vrouwen die schrijven: “meneer, die vrouw had er op een gegeven moment genoeg van om acht keer per dag met iemand naar bed te moeten, maar ik zou dat fantastisch vinden, kunt u niet bij mij aan komen”, dat soort rare dingen, dat ze wat jij in dat boek schrijft, meteen ervaren als werkelijkheid.” Toch kwamen zijn ideeën over seksualiteit al snel tot uiting. Waarom vrouwen eerder zonder boe of ba met elkaar het bed induiken, was de vraag: “Vriendschap tussen mannen heeft natuurlijk altijd met biseksualiteit en homoseksualiteit te maken. Je moet maar eens kijken, als ze ‘s avonds het huis ontvluchten en in de kroeg met hun armen om elkaar gaan staan. En als je dan de deur opendoet en ‘homo’ roept, dan slaan ze je op hun bek. Vrouwen komen veel makkelijker tot vrijages met elkaar zonder dat ze homoseksueel zijn. Dat komt omdat ze het allereerste contact hebben gehad met een vrouw, ze hebben aan de borst van hun moeder gezogen. En mannen hebben niet aan de pik van hun vader gezogen, althans dat hoop je dan.” Conflicten horen er volgens Wolkers bij, ook met de kinderen, hoe klein ze ook zijn. De tweeling Bob en Tom waren vijf ten tijde van het marathoninterview: “Er zijn altijd conflicten, kinderen willen veel. De eerste jaren van een kinderleven ben je aan één stuk bezig ze voor zelfvernietiging te behoeden. Als je kinderen aan hun lot overlaat, vernietigen ze zichzelf. Ze lopen in het water, ze springen uit het raam, want Bob heeft soms die neiging... Ze lezen ook allemaal dingen van He-Man, Batman, dat ze kunnen vliegen. Daar moet je ze wel voor waarschuwen, dat zulke wonderen niet kunnen.” De kerst zat er aan te komen en Van den Boogaard wilde graag weten hoe Wolkers de feestdagen door zou brengen: “Er staat bij mij in de garage een grote kerstboom opgeslagen, met een kruis eronder. Er staat bij mij op het terrein voor de deur drie kerstbomen, waarvan er twee voor de jongens zijn en één komt dan weer in het huisje waar gasten van mij zijn. Mijn zoons komen, Maria komt, mijn eerste vrouw. Ik ga in de Beethovenstraat twee licht gezouten hammen halen, die ik in de oven rooster en die bereid ik, die serveer ik met allerlei vruchten, asperges. Ik kan geen wild eten, dat is een jeugdfrustratie, dat is het enige dat ik nooit te boven ben gekomen. Het heeft niets te maken met vegetariërschap, dat heb je aan die hammen wel gehoord, maar als iemand mij zou willen zien kotsen, dan moet ie zeggen, “dat wat je net gegeten heb, daar zat konijn in”, en dan kots ik.” De laatste minuut van het marathoninterview breekt aan. Van den Boogaard vraagt of Wolkers het een lange zit vond. “Nee, als we op de helft waren zou ik nog doorgaan, ik geloof dat we nog heel wat te bepraten hebben. Ik wil hem [Cor Galis] eigenlijk horen tellen, dat vind ik heel mooi. Ik heb niet zoveel kerstgroeten, ik vind het altijd heerlijk met kerst als er sneeuw is, een beetje rauw weer.” -------------------- Ronald van den Boogaard over lang Interviewen "Je houdt het geen vijf uur vol met iemand die je niet interessant vindt." "Of ik er nog iets van weet? Ik ben er later nog vrij vaak aan herinnerd. Er hadden heel veel mensen geluisterd en er waren positieve reacties op gekomen. Ik weet nog dat toen hij de P.C. Hooftprijs won, dat was een paar jaar later, hij die weigerde. Dat had hij al met meerdere prijzen gedaan. Hij hield zich schuil op Texel, hij nam de telefoon niet op. Toen hebben ze mij gevraagd of ik hem niet wilde vragen waarom hij het had geweigerd. Ik heb een stagiair naar Texel gestuurd. Wolkers heeft toen een interview met ons gedaan, omdat hij goede herinneringen had aan het marathoninterview. Hadden we hem als enige en dat voegde toch wat toe. Hoewel hij wel geïrriteerd was geweest, dat we de bandjes van het marathoninterview destijds niet op hadden gestuurd. Misschien ben ik dat zelf wel vergeten." "Ik kende Wolkers niet, had hem nooit eerder gesproken, maar ik kende zijn werk wel goed. Hij wilde wel graag een voorgesprek. Ik moest naar Leiden waar hij een expositie aan het voorbereiden was. Ik kreeg niet de indruk dat hij nou wilde weten waar we het over gingen hebben, maar hij wilde zien wat voor iemand ik was. Wie hij tegenover zich kreeg en of hij met een kenner van doen had. Ik had veel boeken al in mijn jeugd gelezen. Toen ik De Walgvogel had gelezen had ik wel door dat hij een groot schrijver was, prachtig. Voor het marathoninterview heb ik boeken gelezen en andere herlezen. Ik vond en vind hem een groot schrijver. Je houdt het geen vijf uur vol met iemand die je niet interessant vindt." "Ik heb het marathoninterview nooit meer teruggehoord, maar ik weet nog wel dat ergens in het eerste uur de zon op een prachtige manier door de wolken brak en dat Wolkers dat zo mooi beschreef. Daaraan kon je zien dat hij zich op zijn gemak voelde, hij was niet zo met de vragen bezig dat hij nergens anders oog meer voor had. Toen dacht ik ook: "het komt wel goed met het interview". Het was ook ontzettend gezellig, we waren al lang en breed klaar, maar hij ging maar door. Zijn vrouw was er ook bij." "Van de acht marathoninterviews die ik gedaan heb, neemt deze wel een bijzonder plek in. Het was natuurlijk bijzonder omdat het de eerste voor mij was en ik vond het ook heel erg leuk dat er zoveel positieve reacties op waren." "We waren natuurlijk wel zenuwachtig over vijf uur interview. Het was het eerste seizoen, ik was toen eindredacteur van Het Gebouw en we hadden onze nek uitgestoken voor dat programma. Roel van Broekhoven had het bedacht en die wilde er nog even 24 uur marathoninterview van maken. Helaas hadden we niet zoveel zendtijd. Nu vind ik het jammer dat de marathoninterviews maar drie uur duren en geen vijf meer. Hoewel het natuurlijk moeilijk is om een spanningsboog vijf uur vast te houden. Luisteren mensen wel zo lang? Er was onderling ook wel kritiek op het idee, maar ik kan me van alle interviews, waar ik altijd bij zat, eigenlijk geen stiltes herinneren. Daar waren we in het begin natuurlijk bang voor. Er stonden wel plaatjes klaar, maar die hebben we nooit in hoeven zetten."