POPULARITY
De laatste week De laatste week breekt aan. Deze begint met een maaltijd bij Lazarus thuis. Zijn zus Maria giet kostbare olie over Jezus, waarmee ze Hem in feite voorbereid op Zijn dood. Daarna is er de zondagse intocht waarbij Jezus als Messias wordt verwelkomd in Jeruzalem. Hoewel Jezus weet dat Hij vrijdags zal sterven, investeert Hij bijna al Zijn beschikbare tijd in onderwijs aan Zijn leerlingen. Ze houden een maaltijd en geen van de leerlingen wast de voeten van een ander. Dat is immers het werk van een slaaf of een dienaar. Toch kiest hun Leider, Jezus, ervoor om wél de voeten van de anderen te wassen. Deze ene daad laat zien hoe God werkelijk is. Liefdevol en dienend. ‘En zo', zegt Jezus, ‘moeten ook jullie elkaar liefhebben en dienen'. Er volgt meer onderwijs. Eén van de bekendste verhalen is dat wij geënt moeten zijn in God zoals een wijnrank vastzit aan de wijnstok. God is de Bron van ons leven. Maar net als wijnranken moeten wij worden gesnoeid. Niet omdat God ons pijn wil doen, maar omdat we zo meer vrucht zullen dragen: we kunnen zo nuttiger zijn voor Hem. Jezus vertelt ook dat Hij weggaat. Dit maakt Zijn leerlingen verdrietig, maar Jezus zegt dat het nodig is. Alleen zo kan de heilige Geest in ons komen wonen. Als God in de vorm van de heilige Geest in ons leeft, is Jezus altijd bij ons. Nergens in de Bijbel wordt de term ‘Drie-eenheid' gebruikt om God, Jezus en de heilige Geest aan te duiden. Maar het idee dat er één God is in drie verschijningsvormen wordt hier wel beschreven door Johannes. God de Vader, Jezus de Zoon en de heilige Geest zijn ieder apart actief, en toch zijn ze één. Wat is dan de rol van de heilige Geest? Jezus zegt dat Hij ons zal overtuigen van de waarheid. Hij zal ons ook de kracht geven om Zijn missie te voltooien in de wereld. Hoewel Jezus het offer brengt dat nodig is om de zonde te verslaan, is het aan de volgelingen van Jezus om dit goede nieuws te vertellen op deze wereld. Hij waarschuwt wel dat er tegenstand en vervolging komt, maar voorspelt eveneens de overwinning voor wie volhoudt. Hij bidt een prachtig gebed voor Zijn leerlingen en alle volgelingen die nog zouden komen. ‘Ik ben het' Jezus gaat met zijn leerlingen naar de Olijfgaard en dan komen soldaten eraan lopen, geleid door de verrader Judas. ‘Wie zoeken jullie?', vraagt Jezus. ‘Jezus uit Nazaret', antwoorden ze. ‘Ik ben het', zegt Jezus. De soldaten deinzen achteruit en vallen zelfs op de grond. ‘Ik ben.' Dat zei God tegen Mozes toen Mozes Hem om Zijn naam vroeg. In Johannes zegt Jezus zeven keer iets over wie Hij is met de woorden: ‘Ik ben …'. Ik ben het Brood van het leven. Ik ben het Licht van de wereld. Ik ben de Deur voor de schapen. Ik ben de Opstanding en het Leven. Ik ben de goede Herder. Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Ik ben de ware Wijnstok. Iedere stelling zegt iets over Jezus' identiteit. En hier openbaart Jezus opnieuw wie Hij is. ‘Ik ben het.' Ofwel: ‘Ik ben God.' Hadden de vijandelijke soldaten door dat Hij dit bedoelde? Ze waren in ieder geval diep onder de indruk en lijken besluiteloos. Petrus is dat niet. Hij pakt zijn zwaard en slaat een oor af van de slaaf van de hogepriester. (Lucas vermeldt dat Jezus de oor van de slaaf genas.) Jezus wijst Petrus terecht. ‘Zou ik de beker die de Vader Mij gegeven heeft niet leegdrinken?' - Johannes 18:11 Jezus gaat Zijn dood tegemoet, maar niet omdat Hij in de val is gelopen. Hij legt Zijn leven vrijwillig af. Het past allemaal in Gods reddingsplan. De leerlingen maken zich echter uit de voeten. De soldaten voeren Jezus mee naar de Joodse raad en uiteindelijk leiden de Joden Hem naar de Romeinse gouverneur Pilatus. Jezus wordt ervan beschuldigd dat Hij claimt een koning te zijn. Als Pilatus Hem daarnaar vraagt, antwoordt Hij: ‘Mijn koninkrijk is niet van deze wereld'. Impliciet geeft Jezus dus toe dat Hij wel degelijk koning is. En iedere Jood die zich koning noemt, is een bedreiging voor de Romeinse keizer. Pilatus is duidelijk ongemakkelijk. Eigenlijk ziet hij niet zoveel gevaar in Jezus. Met een list probeert hij de Joden af te schepen. Hij laat een Joodse moordenaar komen en vraagt het volk wie hij vrij moet laten. De moordenaar Barabbas of Jezus? Opgehitst door hun leiders kiest het volk voor Barabbas. Barabbas was schuldig, Jezus onschuldig. Toch is het Jezus die sterft en niet de moordenaar. Hij draagt de straf die Barabbas verdient. Het is volbracht Jezus wordt gemarteld en gekruisigd, het ultieme bewijs dat in Gods Koninkrijk alles anders is dan hier op aarde. De enige ware Koning, de God die mens werd, de Mens die niet had gezondigd, juist Hij sterft. Hij draagt zo de straf voor ons. En op een bijzonder moment: op dat tijdstip slachten de Joden namelijk het lam voor het pesachmaal. Nu denk je misschien, maar Jezus had de avond daarvoor toch al de maaltijd gevierd waarmee de uittocht uit Egypte werd herdacht? Dat klopt. Dit heeft er waarschijnlijk mee te maken dat voor sommige Joden een dag begon bij de zonsopkomst. Dit was bijvoorbeeld zo in Galilea, waar Jezus vandaan kwam. Maar voor Joden in Jeruzalem begon een nieuwe dag bij zonsondergang. Daardoor wordt in de tijd van Jezus het pesachfeest dus niet in het hele land op hetzelfde moment gevierd. Jezus at zelf van het pesachmaal volgens de Galilese tijdsrekening, terwijl Hij stierf tijdens het slachten van het lam door de Joden die in Jeruzalem wonen. Vlak voor Jezus de laatste adem uitblaast, verzucht Hij: ‘Het is volbracht'. Dit zijn misschien wel de mooiste woorden die ooit zijn gesproken in de geschiedenis van de mensheid. HET IS VOLBRACHT! Jezus heeft het offer gebracht dat nodig was om de dood te verslaan. Wie in Jezus gelooft, ontvangt vergeving van zonden. Hij of zij hoort bij God. Jezus wordt in een graftombe gelegd door een rijke man die Josef heet én door Nikodemus. Het lijkt erop dat beiden in het geheim volgeling van Jezus waren geworden. Het graf is leeg ‘s Zondags gaat Maria uit Magdala naar het graf (volgens de andere evangeliën met andere vrouwen) en ontdekt dat Jezus weg is. Petrus en Johannes rennen naar het graf. Ze ontdekken dat het linnen keurig is opgevouwen, maar er is geen lichaam. De twee mannen geloven dat er een wonder is gebeurd en gaan terug naar het huis waar ze verblijven. Maria blijft staan bij het graf en dan ziet ze plotseling twee engelen. ‘Ze hebben mijn Heer weggehaald!', zegt ze. ‘En ik weet niet waar ze Hem hebben heengebracht.' Achter haar verschijnt Jezus, maar ze kijkt niet goed naar Hem. Dan noemt Hij haar naam. ‘Maria!' Ze draait zich met een ruk om. ‘Rabboeni!' Meester! Jezus draagt haar op de leerlingen te vertellen dat Hij weer leeft. En niet veel later verschijnt Hij ook aan hen. Alleen Tomas is er niet bij en hij gelooft niet dat Jezus uit de dood is opgestaan. Een week later komt Jezus opnieuw uit het niets op bezoek. ‘Leg je vingers hier, kijk naar Mijn handen en leg je hand in Mijn zij', zegt Jezus. ‘Wees niet langer ongelovig, maar geloof.' Tomas antwoordt: ‘Mijn Heer, Mijn God!' En Jezus zegt: ‘Omdat je Me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien, maar toch geloven.' Die laatste woorden zijn bedoeld voor ons. Wij hebben Jezus niet gezien een week na Zijn opstanding. Gelukkig zijn wij als we toch geloven. Een ontroerend slot Maar Johannes heeft nog een ontroerend slot voor ons in petto. De leerlingen hebben hun oude beroep opgepakt en zijn weer gaan vissen. Jezus had hen geroepen met de woorden ‘Ik maak vissers van mensen van jullie', maar hier vissen ze op de dieren die in het water leven. Het zit echter niet mee. De netten blijven leeg. Een man roept vanaf de kant van het water dat ze het net aan de andere kant moeten uitgooien. Ze doen wat de man zegt en plotseling zit het net volledig vol met vis. Pas dan herkennen ze dat het hier om Jezus gaat en Petrus springt over boord om naar Hem toe te lopen. Johannes vertelt ons met dit verhaal dat we veel meer vis zullen vangen als we gehoorzaam zijn. Hij bedoelt dat we veel meer zullen bereiken en dat veel mensen tot geloof zullen komen als we Jezus' aanwijzingen opvolgen. Jezus maakt een vuurtje, braadt vis en eet zelf ook, opnieuw een bewijs dat Hij geen geest is maar weer echt leeft. Dan neemt Hij Petrus apart. Petrus kampt nog met een diep schuldgevoel. Driemaal heeft hij Jezus publiekelijk verraden. Nu vraagt Jezus driemaal of Petrus van Hem houdt. Driemaal antwoordt Petrus bevestigend. Jezus geeft hem de opdracht om een leider te worden van Jezus' volgelingen, die later christenen genoemd worden. Hij moet hen leiden zoals een herder zijn schapen leidt. Tegelijk maakt Hij Petrus duidelijk dat hij op een dag ter dood zal worden gebracht. Dan vraagt Petrus wat er met Johannes zal gebeuren. Jezus antwoordt dat hem dat niets aangaat. De schrijver van dit evangelie laat weten dat zijn taak was om zijn hele leven te getuigen van wie Jezus was. Johannes is vervolgd, gemarteld en uiteindelijk verbannen naar het eiland Patmos, maar voor zover bekend is hij de enige leerling die geen gewelddadige dood is gestorven. Tot het einde van zijn lange leven heeft hij over Jezus verteld. Dit boek, vol met herinneringen aan Jezus, Zijn onderwijs en Zijn daden, is daar het bewijs van.
Marcus is de schrijver van het tweede evangelie. Hij behoorde niet tot de groep van twaalf discipelen maar trok wel op met de leiders van de vroege kerk, en dan met name Petrus en Paulus. Kerkleiders uit de tweede eeuw na Christus omschrijven Marcus als de leerling en vertaler van Petrus. Ze beschouwen dit Bijbelboek dan ook als de herinneringen van Petrus. Marcus is het kortste evangelie. Het lijkt behoorlijk op dat van Lucas en zeker op dat van Matteüs, maar her en der zijn er ook kleine verschillen. Dat heeft voor een groot deel te maken met de doelgroep. Waar Matteüs zich bijvoorbeeld richt op de Joden, is het evangelie van Marcus in Rome geschreven met name voor de heidense christenen. Je ziet bijvoorbeeld dat Marcus veel joodse gebruiken en termen uitlegt. Verder benadrukt Marcus vooral Jezus' daden en richt hij zich wat minder op het onderwijs van Jezus. Jezus' werk in Galilea Het eerste deel van het boek gaat over Jezus' bediening in de provincie waar hij woont: Galilea. We zien hier dat iedereen zwaar onder de indruk is van Jezus. In het middenstuk van Marcus gaat het over Jezus' reis naar Judea. De leerlingen krijgen onderwijs over de Messias, maar echt begrijpen doen ze het niet. Het derde en laatste deel van Marcus gaat over Jezus' laatste week in Jeruzalem. Maar laten we bij het begin beginnen. Hoewel een groot deel van Marcus' publiek het Oude Testament niet kent, opent hij zijn verhaal met een citaat uit Jesaja over de komst van een belangrijke profeet. Hij legt uit dat deze boodschapper van God de weg vrij moest maken voor de komst van een man die veel groter is dan hij. Deze profeet is natuurlijk Johannes de Doper. Op een dag komt Jezus langs en ook Hij laat zich dopen, hoewel Hij zonder zonde is. Vanuit de hemel daalt de heilige Geest in de vorm van een duif op Jezus neer en God spreekt hoorbaar voor iedereen: ‘Jij bent Mijn geliefde Zoon, in Jou vind Ik vreugde'. Daarna neemt de heilige Geest Jezus mee voor een verblijf van veertig dagen in de wildernis. Evenals Matteüs vertelt Marcus dat Jezus op de proef werd gesteld door Satan, maar hij vertelt er niet bij hoe. Daarna trekt Jezus langs de synagogen om te preken. Zijn boodschap is even simpel als confronterend. ‘De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij, kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede nieuws.' - Marcus 1:15 Zoals gezegd, Marcus besteedt niet veel aandacht aan het onderwijs van Jezus, maar hij laat voortdurend Jezus in actie zien. Jezus roept Zijn leerlingen, bevrijdt mensen van demonen en geneest de zieken. Hij levert zo het bewijs dat Hij werkelijk Gods Zoon is. En als Gods Zoon is Hij gelijk aan God. Dat onderstreept Jezus door zelf zonden te vergeven, iets waar de godsdienstige leiders erg overstuur van raken. Andere mensen raken er echter van overtuigd dat Hij door God is gezonden en besluiten Hem te volgen. Anderen twijfelen en weer anderen verzetten zich tegen Hem. Wat is het koninkrijk van God? Jezus probeert aan de hand van gelijkenissen duidelijk te maken wat het koninkrijk van God is. Zo vertelt hij het verhaal van de zaaier (waar we het in het vorige hoofdstuk over hadden), maar ook over het mosterdzaadje dat in de grond valt, sterft en dan tot bloei komt. Het mosterdzaadje is het kleinste zaadje dat de mensen daar kenden, maar het kan uitgroeien tot een struikgewas waar de vogels een nest in kunnen maken. De onderliggende boodschap is dat het koninkrijk van God klein, zwak en onaanzienlijk kan lijken, maar dat het tot veel in staat is. Ondanks Zijn wijze woorden en Zijn machtige wonderen gelooft niet iedereen in Jezus. Zelfs zijn twaalf beste vrienden hebben er moeite mee Hem te begrijpen. Dat blijkt wel wanneer Jezus hen op de man af vraagt: ‘Wie ben Ik volgens jullie?' Petrus geeft het goede antwoord. Jezus is natuurlijk de aangekondigde Messias. Maar, zoals we in Matteüs ook al zagen, Jezus is niet de militaire leider waar ze op hopen. Hij is niet gekomen om de Romeinen het land uit te drijven. Zijn werk is nog veel belangrijker. Hij moet lijden, zoals de profeten al voorspelden. Hij zou sterven, drie dagen dood zijn en dan opstaan. Het kwartje lijkt niet te vallen bij de leerlingen en Jezus roept een grote menigte bij elkaar. Vrij vertaald zegt hij: ‘Wie Mijn volgeling wil zijn, moet zichzelf opzij zetten, zijn kruis op zich nemen en achter Mij aan komen. Wie zijn leven verliest omwille van Mij en het goede nieuws, zal het behouden.' Jezus verlangt dus van Zijn volgelingen dat ze niet langer voor zichzelf leven. Het gaat niet om aardse koninkrijken, om geld, macht of status. Het gaat erom dat we oprecht bij Jezus willen horen. Het zijn gedachten die moeilijk te begrijpen zijn en het is bijna alsof God gedwongen wordt iets nog ongelooflijkers te doen om te bewijzen dat Jezus de Zoon is en God de Vader. Want in de volgende scène gaat Jezus met Petrus, Jakobus en Johannes de berg op. Gods glorie op de berg Plotseling daalt de glorie van God neer op deze berg. Precies zoals hij dat eeuwen daarvoor deed op de berg Sinaï (ook wel Horeb genoemd). Eerst verscheen Hij daar aan Mozes en later aan Elia. En nu, als Jezus op de berg staat, verschijnen die twee profeten aan Hem. En God spreekt opnieuw vanuit de hemel. ‘Dit is Mijn geliefde Zoon. Luister naar Hem!' De drie leerlingen mogen van Jezus niemand vertellen over deze geweldige ervaring. Dit doen ze pas als Hij uit de dood is opgestaan. En opnieuw blijkt dat ze niet begrijpen waarom Hij dat zegt. Als Hij de Zoon van God is, waarom moet Hij dan sterven? Eenmaal beneden aangekomen, blijkt er een grote groep mensen te wachten op Jezus. Hij geneest de zieken en geeft onderwijs aan Zijn leerlingen. Opnieuw zegt Hij dat Hij moet sterven maar weer zal opstaan. De leerlingen begrijpen Hem niet. Jezus brengt nog wat tijd thuis door en maakt zich dan klaar voor Zijn laatste reis naar Jeruzalem. Hij laat Zijn discipelen een ezeltje halen dat nog nooit door iemand is bereden en gezeten op het dier trekt hij de hoofdstad van Palestina in. De symboliek ontgaat de Joden niet. Precies zo zou de Messias Jeruzalem ingaan. Deze wonderlijke leraar moet wel gekomen zijn om hen te bevrijden van de Romeinen en om het koninkrijk van David in ere te herstellen! Jezus is woedend Maar Jezus bekijkt Jeruzalem en gaat dan weer weg uit de stad. De volgende dag keert Hij terug. In de tempel wordt Jezus woedend. Hij smijt de marktkramen om en jaagt de handelaren weg. Deze plek moet immers een plek van gebed zijn en geen rovershol. Ook zoekt Jezus nadrukkelijk de confrontatie met de godsdienstige leiders. Eerst proberen zij Hem nog te dwarsbomen met hun listige vragen, maar iedere keer weet Jezus hen wijs te antwoorden. Het wordt ze nu echt duidelijk: ze moeten met geweld van Jezus zien af te komen. Maar ze zijn bang voor het volk. Voor een groot deel van de gewone mensen is Jezus op zijn minst een bron van inspiratie en een leider. Dus smeden ze een complot om hem te doden. Ondertussen vertelt Jezus zijn leerlingen dat de tempel nog deze generatie verwoest zal worden. En wie Jezus volgt, zal worden vervolgd om de simpele reden dat ze bij Jezus horen. Jezus' dood komt echter met de dag dichterbij. Als Jezus van een maaltijd geniet, komt er een vrouw binnen met uiterst kostbare olie. Ze breekt het flesje en zalft Jezus zoals je een dode zalft. In feite bereidt ze zo Zijn begrafenis voor. Sommige mannen zijn kwaad. Dat flesje had voor veel geld kunnen worden verkocht en dan hadden ze de armen kunnen helpen. Jezus neemt het voor de vrouw op. Ze deed wat ze moest doen en tot in lengte van dagen zullen mensen zich deze vrouw herinneren vanwege wat ze heeft gedaan. Verraden door Judas Voor ‘penningmeester' Judas Iskariot is dit de druppel. In de evangeliën krijgen we het beeld van hem dat hij vooral door geld is gedreven. En als hij geen geld meer achterover kan drukken, besluit hij Jezus uit te leveren. Hij gaat naar de Joodse leiders toe en ze zeggen hem dertig zilverstukken beloning toe als hij Jezus in de val laat lopen. Dat gebeurt ‘s nachts, nadat Jezus eerst met Zijn leerlingen het pesachmaal heeft gevierd. Hiermee herdenken de Joden de bevrijding uit de Egyptische slavernij. Ook Marcus beschrijft hoe Jezus de brood en het wijn op Zijn lichaam en Zijn bloed betrekt. Eeuwen eerder besprenkelde Mozes het volk al met bloed als teken van het verbond dat God met hen had gesloten. Nu zegt Jezus dat Zijn bloed voor een nieuw verbond zorgt. Een nieuwe overeenkomst tussen God en mens, één die bovendien niet alleen geldt voor de Israëlieten maar voor iedereen die zich in geloof aan Hem verbindt. De belofte die Jezus hier doet, is dat we bevrijd worden uit de slavernij van de zonde, dat we eeuwig leven zullen hebben en dat we voor altijd bij God mogen horen. Marcus is echt een schrijver die haast maakt, want vanaf hier gaat het verhaal rap. We zien hoe Jezus bidt in de Hof van Getsemane, hoe hij wordt gearresteerd omdat Zijn leerling Judas Hem aanwijst, hoe Hij wordt berecht, veroordeeld door Pilatus en uiteindelijk wordt gekruisigd. We zijn hier een opvallende parallel met de eerste twee delen van Marcus. De duisternis daalt neer In het eerste deel daalde een duif op Jezus neer nadat Johannes Jezus had gedoopt. In het tweede stuk van Marcus daalde de glorie van God neer op Jezus op de top van de berg. Nu, terwijl Jezus aan het kruis hangt, daalt juist duisternis neer. Dit keer zegt God niet: ‘Jij bent Mijn geliefde Zoon'. Jezus zegt: ‘Mijn God, Mijn God, waarom he...
“Hoe gaat het?”. -“Ja, goed hoor!” Hoe vaak antwoorden we niet zo op de automatische piloot terwijl het van binnen duizelt? Vandaag vragen we om hulp.
Schriftlezing: 1 Samuel 16 (vers 14 - 23), 1 Kronieken 16 (vers 1 - 36) & Psalm 3 (vers 1) | Voorganger: A. Schroten | Datum: 9 februari 2025 | Tune: Gerben Budding
Eerst even dit. Op 7, 8 en 9 maart vinden de doopsgezinde studiedagen weer plaats. Dit weekend staat in het teken van benoemen waar het werkelijk om gaat. Het is een weekend vol vieren, zingen, luisteren, bidden, stil worden en ontmoeten. Het is een weekend van nieuwe vormen, van nieuwe vieringen en hier hebben we jou voor nodig. Om samen te leren, te delen, te vieren. Want geloven doe je niet alleen. Je kunt je nu opgeven via www.dopersduin.nl/studiedagen. En Wieteke en Wiebe zullen ook aanwezig zijn. --- Mijn God, mijn God waarom hebt u mij verlaten? Deze tekst kennen heel veel mensen. Jezus, de kruisiging en deze tekst. Waar waarom deze tekst. Een tekst waar wanhoop uit klinkt. Een zin. Een zin waar een hele wereld achter schuil gaat. Luister nu de nieuwste aflevering van Gelukkig De Mens: Hoopvol via #spotify, #pocketcasts, #applepodcasts, www.gelukkigdemens.nl/176-hoopvol in je eigen podcastapp. Psalm 22 Voor de koorleider. Op de wijs van De hinde van de dageraad. Een psalm van David. Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten? U blijft ver weg en redt mij niet, ook al schreeuw ik het uit. ‘Mijn God!' roep ik overdag, en U antwoordt niet, 's nachts, en ik vind geen rust. U bent de Heilige, die op Israëls lofzangen troont. Op U hebben onze voorouders vertrouwd; zij hebben vertrouwd en U verloste hen, tot U geroepen en zij ontkwamen, op U vertrouwd en zij werden niet beschaamd. Maar ik ben een worm en geen mens, door iedereen versmaad, bij het volk veracht. Allen die mij zien, bespotten mij, ze schudden meewarig het hoofd: ‘Wend je tot de HEER! Laat Hij je verlossen, laat Hij je bevrijden, Hij houdt toch van je?' U hebt mij uit de buik van mijn moeder gehaald, mij aan haar borsten toevertrouwd, bij mijn geboorte vingen uw handen mij op, van de moederschoot af bent U mijn God. Blijf dan niet ver van mij, want de nood is nabij en er is niemand die helpt. Een troep stieren staat om mij heen, buffels van Basan omsingelen mij, roofzuchtige, brullende leeuwen sperren hun muil naar mij open. Als water ben ik uitgegoten, mijn gebeente valt uiteen, mijn hart is als was, het smelt in mijn lijf. Mijn kracht is droog als een potscherf, mijn tong kleeft aan mijn gehemelte, U legt mij neer in het stof van de dood. Honden staan om mij heen, een woeste bende sluit mij in, zij hebben mijn handen en voeten gebonden. Ik kan mijn beenderen tellen. Zij kijken vol leedvermaak toe, verdelen mijn kleren onder elkaar, werpen het lot om mijn gewaad. HEER, houd u niet ver van mij, mijn sterkte, snel mij te hulp. Bevrijd mijn ziel van het zwaard, mijn leven uit de greep van die honden. Red mij uit de muil van de leeuw, behoed mij voor de hoorns van de wilde stier. U geeft mij antwoord. Ik zal uw naam bekendmaken, U loven in de kring van mijn volk. Loof Hem, jullie die de HEER vrezen, breng Hem eer, kinderen van Jakob, wees beducht voor Hem, volk van Israël. Hij veracht de zwakke niet, verafschuwt niet wie wordt vernederd, Hij wendt zijn blik niet van hem af, maar hoort zijn hulpgeroep. Daarom klinkt mijn lofzang in de kring van het volk, mijn geloften los ik in bij wie Hem vrezen. De vernederden zullen eten en worden verzadigd. Zij die Hem zoeken, brengen lof aan de HEER. Voor altijd mogen jullie leven! Overal, tot aan de einden der aarde, zal men de HEER gedenken en zich tot Hem wenden. Voor U zullen zich buigen alle stammen en volken. Want het koningschap is aan de HEER, Hij heerst over de volken. Wie op aarde in overvloed leven, zullen aanzitten en zich voor Hem buigen. Alle stervelingen zullen voor Hem knielen, allen die neerdalen in het graf. Een nieuw geslacht zal Hem dienen en aan de kinderen vertellen van de Heer; aan het volk dat nog geboren moet worden zal het verhalen van zijn gerechtigheid, om wat Hij heeft gedaan.
Lezen: Daniël 6 We hebben in de themaweek over de mens tot nu toe gekeken naar: Hoe God de mens de kroon van de schepping maakte Hoe de mens de fout in ging Hoe de mens bevrijding nodig heeft van de zonde Wat de drie vijanden zijn van de mens Het lijkt me mooi om deze week af te sluiten met een positief verhaal. En eigenlijk wil ik dat Bijbelverhaal ook voor zich laten spreken. Daarom geef ik alleen wat toelichting aan het begin. We lezen zo direct uit het profetische Bijbelboek Daniël. Daniël was een Israëliet die in de zesde eeuw voor Christus samen met zijn hele volk werd meegenomen door de Babyloniërs. We weten uit de geschiedenisboeken dat dit een tactiek was van de Babylonische koningen om deze volken onder controle te krijgen en te voorkomen dat ze in opstand zouden komen. Toch was het leven voor deze ballingen niet altijd slecht. Jonge, intelligente mannen bijvoorbeeld kregen een opleiding. Ze werden eigenlijk opgevoed door de Babyloniërs en daarna aangesteld als leiders en zelfs als gouverneurs over andere overwonnen volken. Daniël was een belangrijke leider. Hij behoorde tot de Israëlieten die door de Babyloniërs werden benoemd op hoge posities. Waarom deden de Babyloniërs dit? De Bijbel vertelt het niet, maar historici hebben dit onderzocht. Als de Babyloniërs een volk overwonnen en ze een lokale leider aanstelden, dan zou die misschien weer in opstand komen. Zouden ze een leider uit Babylon aanstellen, dan zou die wellicht meer weerstand oproepen. Maar een leider vanuit een ander overwonnen volk zat tussen die twee uitersten in. In de val gelokt, maar trouw gebleven Welke taken Daniël precies heeft vervuld, weten we niet. Maar hij had verschillende hoge functies. Uiteindelijk werden tijdens Daniëls leven de Babyloniërs verslagen door de Meden en de Perzen. Zij namen het koninkrijk over. In het verhaal dat we gaan lezen, wordt ene Darius koning. Hij laat zich als een afgod vereren. Daniël is echter een inspirerend voorbeeld voor ons. Hij blijft God trouw, zelfs als hij in de val wordt gelokt. Deze vragen wil ik je meegeven: wat leer jij van hem? Hoe zou je dat in het dagelijks leven kunnen toepassen? En: wat leer je hier over God? Daniël 6 Darius de Mediër verkreeg het koningschap; hij was toen tweeënzestig jaar. Darius ging ertoe over honderdtwintig satrapen over het gehele koninkrijk aan te stellen. Boven hen stelde hij drie rijksbestuurders aan, van wie Daniël er een was; aan hen moesten de satrapen rekenschap afleggen, opdat de koning geen schade zou lijden. Daniël nu onderscheidde zich van de rijksbestuurders en satrapen door zijn buitengewone begaafdheid. De koning overwoog zelfs hem over het hele koninkrijk aan te stellen. Daarom probeerden de rijksbestuurders en satrapen in Daniëls bewind iets te vinden waarvoor ze hem zouden kunnen aanklagen, maar zij konden geen grond voor een aanklacht vinden of hem op een misstap betrappen, want hij was betrouwbaar en hij had nooit zijn plicht verzuimd of een misstap begaan. Toen zeiden die mannen: ‘Met geen mogelijkheid zullen wij deze Daniël kunnen aanklagen, tenzij we iets zoeken dat verband houdt met de wet van zijn God.' Daarop richtten de rijksbestuurders en satrapen zich tot de koning met een dringend verzoek: ‘Koning Darius, leef in eeuwigheid! Alle rijksbestuurders van het koninkrijk, stadhouders en satrapen, raadsheren en gouverneurs, zijn van mening dat er een koninklijk besluit moet worden uitgevaardigd waarin wordt vastgelegd dat eenieder die de komende dertig dagen een verzoek tot een god of een mens richt in plaats van tot u, majesteit, in de leeuwenkuil zal worden geworpen. Welnu, majesteit, vaardig dat verbod uit en stel het op schrift, zodat het niet veranderd kan worden, zoals geen enkele wet van de Meden en de Perzen kan worden herroepen.' Hierop stelde koning Darius het verbod op schrift. Toen Daniël hoorde van het besluit dat op schrift gesteld was, ging hij naar zijn huis. In zijn bovenvertrek had hij in de richting van Jeruzalem open vensters. Daar knielde hij neer, bad tot zijn God en prees Hem, precies zoals driemaal per dag zijn gewoonte was. Maar toen drongen de mannen zijn huis binnen en troffen Daniël aan terwijl hij zich smekend tot zijn God richtte. Ze gingen onmiddellijk naar de koning en wezen hem op het koninklijk besluit: ‘Hebt u geen verbod op schrift laten stellen dat ieder mens die de komende dertig dagen een verzoek tot een god of een mens richt in plaats van tot u, majesteit, in de leeuwenkuil zal worden geworpen?' De koning antwoordde: ‘Die verordening ligt even vast als elke wet van de Meden en de Perzen, ze kan niet worden herroepen.' Toen zeiden ze tegen de koning: ‘Daniël, een van de Judese ballingen, slaat geen acht op u, majesteit, noch op het besluit dat u op schrift hebt laten stellen; driemaal daags verricht hij zijn gebed.' Toen de koning deze beschuldiging hoorde raakte hij zeer ontstemd, en hij zon op middelen om Daniël te redden. Tot zonsondergang deed hij alles wat in zijn macht lag om Daniëls leven te sparen. Maar de mannen drongen bij de koning aan en zeiden: ‘Bedenk, majesteit, dat geen verbod of besluit dat de koning heeft uitgevaardigd veranderd kan worden; het is een wet van de Meden en de Perzen.' Hierop gaf de koning bevel Daniël te halen en hem in de leeuwenkuil te werpen. De koning zei tegen Daniël: ‘Uw God, die u zo vasthoudend dient, zal u redden!' Er werd een steen gebracht waarmee de opening van de kuil werd afgedekt, en de koning verzegelde die met zijn zegelring en met de zegelring van zijn machthebbers, om te verhinderen dat iemand iets aan Daniëls omstandigheden zou veranderen. Daarna keerde de koning terug naar zijn paleis en bracht de nacht door zonder iets te eten; hij kon de slaap niet vatten, maar liet niets ter afleiding brengen. Vroeg in de ochtend, toen het licht begon te worden, stond de koning op en haastte zich naar de leeuwenkuil. Zodra hij in de buurt van de kuil kwam, riep hij Daniël met bedroefde stem toe: ‘Daniël, dienaar van de levende God, heeft uw God, die u zo vasthoudend dient, u van de leeuwen kunnen redden?' En Daniël zei tegen de koning: ‘Majesteit, leef in eeuwigheid! Mijn God heeft zijn engel gezonden en de leeuwenmuilen gesloten. Ze hebben mij geen kwaad gedaan, omdat Hij mij onschuldig acht; maar ook u, majesteit, heb ik niets misdaan.' De koning was bijzonder verheugd en hij beval Daniël uit de kuil te halen. Daniël werd uit de kuil getrokken, en hij bleek ongedeerd te zijn, want hij had op zijn God vertrouwd. Toen gaf de koning bevel de mannen te brengen die Daniël hadden beschuldigd, en hij liet hen samen met hun kinderen en hun vrouwen in de leeuwenkuil werpen. Ze hadden de bodem van de kuil nog niet geraakt of de leeuwen stortten zich op hen en vermorzelden al hun botten. Daarop schreef koning Darius aan alle volken en naties, welke taal zij ook spraken en waar ter wereld zij ook woonden: ‘Moge uw voorspoed groot zijn! Hierbij beveel ik iedereen in het machtsgebied van mijn koninkrijk diep ontzag te tonen voor de God van Daniël. Want Hij is de levende God, die bestaat in eeuwigheid. Zijn koningschap gaat nooit te gronde en zijn heerschappij is zonder einde. Hij redt en bevrijdt, geeft tekenen en doet wonderen in de hemel en op aarde; Hij heeft Daniël uit de klauwen van de leeuwen gered.' Zo ging het Daniël voorspoedig onder het koningschap van Darius en onder het koningschap van Cyrus de Pers.
Lezen: Marcus 15:1-39 Ben je toevallig bekend met De kronieken van Narnia? Deze fantasyreeks is geschreven door een christelijke professor: C.S. Lewis. Hierin ontdekken drie broers en hun zusjes een magische kleerkast. Deze kast blijkt een portaal te zijn die hen naar een andere wereld brengt, naar Narnia. In deze wereld heerst een eeuwige winter, omdat een heks het land in bezit heeft genomen. Er is ook een goede leeuw. Die heet Aslan. Hij offert zichzelf op voor de bevolking van Narnia en komt daarna weer tot leven. Eigenlijk vertelt dit verhaal het evangelie op een nieuwe manier. De leeuw Aslan staat hierin symbool voor Jezus. Hoe is C.S. Lewis op dit idee gekomen? Op een koude winterdag liep hij eens door het bos. Hij zag daar een lantaarnpaal staan en bij die paal stond een beeldje van een kabouter. Even had de professor het idee dat hij in een andere wereld was beland. Het idee voor zijn boek ontstond dus uit één enkel beeld: een lantaarnpaal in een winters landschap. De rest van het verhaal is om dit ene plaatje heen gebouwd. Het bijzondere is dat dit voor de Bijbel ook geldt. Dat wil zeggen: in de hele Bijbel staat één beeld centraal, namelijk het beeld van Jezus die aan het kruis hangt. Het hele Oude Testament wijst hiernaar vooruit en het hele Nieuwe Testament bouwt hierop voort. De kruisiging van Jezus is het belangrijkste moment in de geschiedenis van de mensheid. Als je dus op zoek gaat naar één enkele gebeurtenis die het evangelie vertelt, kom je uit bij de kruisiging van Jezus. Laten we gaan lezen in het evangelie van Marcus. Dit is de oudste beschrijving van Jezus' leven die we hebben. Marcus was een volgeling van Jezus en iemand die Petrus – de leider van de twaalf discipelen – goed kende. Zijn verslag is waarschijnlijk gebaseerd op wat Petrus hem heeft verteld. Marcus legt uit wat Jezus zei en deed, en hoe Hij zich uiteindelijk liet oppakken door de Joodse leiders, hoewel Hij onschuldig was. Marcus 15:1-39 's Ochtends in alle vroegte kwamen de hogepriesters, de oudsten en de schriftgeleerden en het hele Sanhedrin in vergadering bijeen. Nadat ze Jezus geboeid hadden, leidden ze Hem weg en leverden Hem over aan Pilatus. Pilatus vroeg Hem: ‘Bent U de koning van de Joden?' Hij antwoordde: ‘U zegt het.' De hogepriesters brachten allerlei beschuldigingen tegen Hem in. Pilatus vroeg Hem toen: ‘Waarom antwoordt U niet? U hoort toch waar ze U allemaal van beschuldigen?' Maar Jezus zei helemaal niets meer, tot verwondering van Pilatus. Pilatus had de gewoonte om op het pesachfeest één gevangene, die door het volk gekozen werd, vrij te laten. Op dat moment zat er een zekere Barabbas gevangen, samen met de andere opstandelingen die tijdens het oproer hadden gemoord. Een grote groep mensen trok naar Pilatus en begon hem te vragen om ook nu te doen wat zijn gewoonte was. Pilatus vroeg hun: ‘Wilt u dat ik de koning van de Joden vrijlaat?' Want hij begreep wel dat de hogepriesters Hem uit afgunst hadden uitgeleverd. Maar de hogepriesters hitsten de menigte op om te zeggen dat hij Barabbas moest vrijlaten. Toen zei Pilatus tegen hen: ‘Wat moet ik dan doen met de man die u de koning van de Joden noemt?' En ze begonnen weer te schreeuwen. ‘Kruisig Hem!' riepen ze. Pilatus vroeg: ‘Wat heeft Hij dan misdaan?' Maar ze schreeuwden nog harder: ‘Kruisig Hem!' Omdat Pilatus de menigte tevreden wilde stellen, liet hij Barabbas vrij. Jezus leverde hij uit om gekruisigd te worden, nadat hij Hem eerst nog had laten geselen. De soldaten leidden Hem weg, het paleis (dat is het pretorium) in, en riepen de hele cohort bijeen. Ze trokken Hem een purperen gewaad aan, vlochten een kroon van doorntakken en zetten Hem die op. Daarna brachten ze Hem hulde met de woorden: ‘Gegroet, koning van de Joden!' Ze sloegen Hem met een rietstok op het hoofd en bespuwden Hem, en bogen onderdanig voor Hem. Nadat ze Hem zo hadden bespot, trokken ze Hem het purperen gewaad uit en deden Hem zijn kleren weer aan. Toen brachten ze Hem naar buiten om Hem te kruisigen. Ze dwongen een voorbijganger die net de stad binnenkwam, Simon van Cyrene, de vader van Alexander en Rufus, om het kruis te dragen. Ze brachten Hem naar Golgota, wat in onze taal ‘schedelplaats' betekent. Ze wilden Hem met mirre vermengde wijn geven, maar Hij nam die niet aan. Ze kruisigden Hem en verdeelden zijn kleren onder elkaar; ze dobbelden erom wie wat zou krijgen. Het was in het derde uur na zonsopgang dat ze Hem kruisigden. Het opschrift met de aanklacht tegen Hem luidde: ‘De koning van de Joden'. Samen met Hem kruisigden ze twee misdadigers, de een rechts van Hem, de ander links. De voorbijgangers keken hoofdschuddend toe en dreven de spot met Hem: ‘Ach, kijk nou toch eens! Jij die de tempel afbreekt en in drie dagen weer opbouwt, red jezelf toch door van het kruis af te komen.' Ook de hogepriesters en de schriftgeleerden maakten onder elkaar zulke spottende opmerkingen: ‘Anderen heeft Hij gered, maar zichzelf redden kan Hij niet; laat die messias, die koning van Israël, nu van het kruis afkomen. Als we dat zien, zullen we geloven!' Ook de twee andere gekruisigden beschimpten Hem. Op het middaguur viel er duisternis over het hele land, die drie uur aanhield. Aan het einde daarvan, in het negende uur, riep Jezus met luide stem: ‘Eloï, Eloï, lema sabachtani?', wat in onze taal betekent: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?' Toen de omstanders dat hoorden, zeiden enkelen van hen: ‘Hoor, Hij roept om Elia!' Iemand ging snel een spons halen, dompelde die in water met azijn, stak de spons op een stok en probeerde Hem te laten drinken, terwijl hij zei: ‘Laten we nu maar eens zien of Elia komt om Hem eraf te halen.' Nadat Jezus luid geroepen had, blies Hij de laatste adem uit. En het voorhangsel van de tempel scheurde van boven tot onder in tweeën. Toen de centurio, die recht tegenover Hem stond, Hem zo zijn laatste adem zag uitblazen, zei hij: ‘Werkelijk, deze mens was Gods Zoon.' Wie is wie? In de tekst die we zojuist hebben gelezen maken we kennis met verschillende personen. In de eerste plaats met Jezus natuurlijk. Maar ook gaat het over de hogepriesters, de oudsten en de schriftgeleerden. Dit zijn dus alle belangrijke Joodse leiders. Zij moeten het volk voorgaan in hun aanbidding van God, maar ze doen het tegenovergestelde. Ze willen van de Zoon van God af en Hem doden. Hun probleem was dat ze het Joodse paasfeest niet konden vieren als ze bloed aan hun handen hadden, en dat was de belangrijkste gebeurtenis van het jaar. Daarom nemen ze Jezus mee naar Pilatus. Dat is een wrede, Romeinse gouverneur. De Romeinen waren namelijk de baas in dit gebied, en de provincie Judea – waar Jeruzalem lag – werd door deze Pilatus bestuurd. Hij verhoort Jezus om te controleren of de beschuldigingen juist zijn. Jezus antwoordt echter niet, tot frustratie van Pilatus. Ergens weet hij wel dat Jezus onschuldig is. Maar hij wil geen onrust in de stad. Dus probeert hij er met een list van af te komen. Hij laat een ter dood veroordeelde gevangene komen, genaamd Barabbas, en zegt dat de aanwezige mensen mogen kiezen wie er blijft leven en wie moet sterven: de moordenaar Barabbas of de onschuldige Jezus? Opgehitst door hun leiders kiezen de mensen voor de dood van Jezus. Jezus wordt vervolgens gemarteld en gekruisigd. Deze hele gebeurtenis laat zien hoe slecht de mensen zijn, in het bijzonder Pilatus en de Joodse leiders. Ze laten een onschuldige man op een verschrikkelijke manier sterven. Het evangelie wordt zichtbaar aan het kruis Toch was het nodig, want anders zouden onze zonden niet vergeven kunnen worden. Maar als je goed leest, dan zie je dat Marcus dit nergens letterlijk zegt. Er staat niet dat Jezus in onze plaats sterft. Nu moet je weten dat het Marcus' bedoeling is om ons aan het nadenken te zetten. Is Jezus werkelijk de Zoon van God? Hoe kan iemand die gelijk is aan God dan sterven? Om dit duidelijk te maken, vermeldt Marcus allerlei details die zijn verbonden aan verhalen en gebeurtenissen uit het Oude Testament. Daarin wordt namelijk een koning beloofd die zal overwinnen. Marcus laat zien dat Jezus deze koning is. Hij krijgt een koningsmantel en een rietstok. Hij wordt dus neergezet als koning, maar dan wel als een koning die moet lijden. Hij wordt ook koning genoemd, maar tegelijkertijd wordt Hij hard geslagen. Jezus wordt vervolgens gekruisigd, terwijl de soldaten om zijn kleren dobbelen. Psalm 22 is een gedicht dat eeuwen eerder is geschreven, maar die vermeldt wel hoe iemand aan paal hangt terwijl er om zijn kleren wordt gegokt! Dat Jezus aan het kruis hangt, verwijst ook nog naar een ander verhaal uit het Oude Testament. Hierin werd het Israëlitische volk met een slangenplaag gestraft voor hun zonden. Hun leider moest toen een bronzen slang maken en deze aan een paal spijkeren. Iedereen die door een slang was gebeten maar naar dit beeld keek, werd gered. Het gif was niet dodelijk voor hem of haar. En hier in Marcus hangt een mens aan het kruis… Door God verlaten Een ander bijzonder detail is dat het drie uur lang donker werd. Duisternis staat symbool voor de afwezigheid van God. Het is dus een soort zichtbare straf voor het volk. Maar juist in deze uren moest Jezus zo lijden. En het aan eind daarvan, vlak voor Hij stierf, riep Jezus woorden uit die ook in Psalm 22 staan: ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt U...
In deze aflevering gaan we verder met Matteüs' verslag van de kruisiging van Jezus. Hierin klinken veel echo's door van het Oude Testament, vooral van Psalm 22. Als je deze psalm leest naast Matteüs, geeft dat een nieuwe emotionele laag.TranscriptieHoi, en welkom terug bij de Bijbellezen met Jan-podcast. In de vorige aflevering stonden we stil bij de kruisiging van Jezus zoals beschreven door Matteüs. Zoals ik toen uitlegde, had Matteüs een grote uitdaging. De mensen in zijn tijd geloofden dat Jezus een oplichter was, terwijl Matteüs juist wilde laten zien dat Jezus de nieuwe Mozes en de nieuwe David was, maar ook de lijdende knecht uit Jesaja. Matteüs schildert in zijn evangelie een portret van Jezus, waarin Jezus een lijdende koning is. Zo kreeg hij een houten stok, een doornenkroon en een roodpaarse mantel. Die kleur roodpaars kon alleen gekregen worden dankzij een wormachtig insect dat zicht vasthecht aan het hout en roodpaars kleurt als het sterft. Heb je de vorige aflevering niet geluisterd, dan raad ik je zeker aan omdat alsnog te doen. Dat kan ook na deze aflevering. Hoe dan ook, laten we het gedeelte in Matteüs lezen en dan kijken hoe Jezus niet alleen een lijdende koning is, maar ook wordt als een worm. Matteüs 27:31-54 Nadat ze Hem zo hadden bespot, trokken ze Hem de mantel uit, deden Hem zijn kleren weer aan en leidden Hem weg om Hem te kruisigen. Bij het verlaten van het pretorium troffen ze een man uit Cyrene die Simon heette, en hem dwongen ze het kruis te dragen. Zo kwamen ze bij de plek die Golgota genoemd werd, wat ‘schedelplaats' betekent. Ze gaven Jezus met gal vermengde wijn, maar toen Hij die geproefd had, weigerde Hij ervan te drinken. Nadat ze Hem gekruisigd hadden, verdeelden ze zijn kleren onder elkaar door erom te dobbelen, en ze bleven daar zitten om Hem te bewaken. Boven zijn hoofd bevestigden ze de aanklacht, die luidde: ‘Dit is Jezus, de koning van de Joden'. Daarna werden er naast Hem twee misdadigers gekruisigd, de een rechts van Hem, de ander links. De voorbijgangers keken hoofdschuddend toe en dreven de spot met Hem: ‘Jij was toch de man die de tempel kon afbreken en in drie dagen weer opbouwen? Als Je de Zoon van God bent, red jezelf dan en kom van dat kruis af!' Ook de hogepriesters, de schriftgeleerden en de oudsten maakten zulke spottende opmerkingen: ‘Anderen heeft Hij gered, maar zichzelf redden kan Hij niet. Hij is toch koning van Israël? Laat Hij dan nu van het kruis afkomen, dan zullen we in Hem geloven. Hij heeft zijn vertrouwen in God gesteld, laat die Hem nu dan redden, als Hij Hem tenminste goedgezind is. Hij heeft immers gezegd: “Ik ben de Zoon van God.”' Precies zo beschimpten Hem de misdadigers die samen met Hem gekruisigd waren. Rond het middaguur viel er duisternis over het hele land, die drie uur aanhield. Aan het einde daarvan, in het negende uur, riep Jezus met luide stem: ‘Eli, Eli, lema sabachtani?' Dat betekent: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?' Toen de omstanders dat hoorden, zeiden enkelen van hen: ‘Hij roept om Elia!' Meteen kwam er uit hun midden iemand toegesneld die een spons pakte en in water met azijn doopte. Hij stak de spons op een stok en probeerde Hem te laten drinken. De anderen zeiden: ‘Laten we nu maar eens zien of Elia Hem komt redden.' Jezus riep opnieuw, luidkeels, en gaf de geest. Op dat moment scheurde in de tempel het voorhangsel van boven tot onder in tweeën, en de aarde beefde en de rotsen spleten. De graven werden geopend en de lichamen van veel gestorven heiligen werden tot leven gewekt; na Jezus' opstanding kwamen ze uit de graven, gingen de heilige stad binnen en verschenen aan een groot aantal mensen. Toen de centurio en degenen die met hem Jezus bewaakten de aardbeving voelden en merkten wat er gebeurde, werden ze door een hevige angst overvallen en zeiden: ‘Hij was werkelijk Gods Zoon.' Het zijn de details die dit verslag van Matteüs zo boeiend maken. Eén opvallend detail is dat Jezus zelf Zijn hout naar boven moest slepen, tot Hij niet meer kon en een zekere Simon uit Cyrene werd gedwongen Hem te helpen. Isaaks hout Weet je wie er in dezelfde bergen duizenden jaren eerder zijn eigen hout naar boven moest dragen? Dat was Isaak, de zoon van Abraham. Abraham moest hem teruggeven aan God en zijn eigen zoon offeren. Isaak was op dat moment geen kind meer, maar een jonge man. ‘We hebben hout', vroeg Isaak. ‘Maar waar is het lam voor het offer?', vroeg hij. ‘God zal voorzien, mijn jongen', sprak zijn oude vader. Op een moment moet Isaak zich hebben gerealiseerd dat hij het offer was. Hij had kunnen vluchten van zijn eigen vader, maar bleef gehoorzaam en ging zelf op het houten altaar liggen. Abraham hief zijn mes op, en op dat moment stopte God hem. ‘Abraham!' En op dat moment zag Abraham een ram verstrikt in de struiken. Hij hoefde zijn eigen zoon niet te offeren, omdat hij een plaatsvervangend offer kreeg. Die ram wees vooruit naar Jezus. Ook Hij ging zelf op het hout liggen, wetende dat Hij wel zou sterven. Toch was Hij gehoorzaam. Matteüs wil dat wij die echo van Abraham en Isaak horen. ‘God zal voorzien in het offer.‘ Psalm 22 Terug naar Matteus. Het kruis werd opgericht en de soldaten dobbelden om Jezus' kleding. Op een zeker moment riep Jezus uit ‘Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?' Iedere Jood in de tijd van Jezus moet de echo hebben gehoord van Psalm 22. Daarin staat letterlijk dat de kleding van de Messias onder Zijn vijanden zouden worden verdeeld. Maar dit staat er ook: Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten? U blijft ver weg en redt mij niet, ook al schreeuw ik het uit. ‘Mijn God!' roep ik overdag, en U antwoordt niet, 's nachts, en ik vind geen rust. U bent de Heilige, die op Israëls lofzangen troont. Op U hebben onze voorouders vertrouwd; zij hebben vertrouwd en U verloste hen, tot U geroepen en zij ontkwamen, op U vertrouwd en zij werden niet beschaamd. Maar ik ben een worm en geen mens, door iedereen versmaad, bij het volk veracht. Allen die mij zien, bespotten mij, ze schudden meewarig het hoofd: ‘Wend je tot de HEER! Laat Hij je verlossen, laat Hij je bevrijden, Hij houdt toch van je?' Dit is Jezus' gebed aan het kruis. Het is een uitroep van een kind dat is verlaten door Zijn Vader. Dit is de ultieme straf. Dat je niet meer bij God hoort. Het is dag maar het wordt nacht. Je ziet het licht van de zon niet meer, je voelt zijn warmte niet meer. Je ziet de mensen om je heen niet meer. Je bent nu alleen, Jezus, Zoon van God. Je bent alleen. Dit is waar je zo tegenop zag. Dit is waarom je aan je Vader vroeg of jij de beker wel leeg moest drinken. Was er geen andere manier? Je Vader schudde Zijn hoofd. En jij zei: ‘Niet wat Ik wil, maar wat U wilt moet gebeuren'. En je wist wat dat betekende. En of je dat wist. Je hele leven heb je Psalm 22 gelezen en je wist dat dit jouw lot zou zijn. Je zou uitroepen: ‘Mijn God' en geen antwoord krijgen. En als het donker wordt, roep je opnieuw. En weer geen antwoord. Je weet dat je voorouders op God vertrouwden en dat God hen verloste. Maar wie zou jou verlossen? Niemand. Jij moest de beker leegdrinken. Je voelt je krachten wegsijpelen terwijl je bloedt uit al je wonden. Je bent geen mens meer. Je bent een worm. Weer die worm. De mensen om je heen verachten jou, want jij bent slechts een worm. Jezus uit Nazaret, zoon van de Allerhoogste, jij bent niets meer dan een worm aan het kruis op dit moment. Je hoort de mensen spotten. ‘Red jezelf. Waar is dan jouw God?' De worm zwijgt. Hij verdraagt Zijn lijden in stilte. Wat zag Matteüs? Wat was Matteüs ondertussen aan het doen? Heeft hij op een afstandje zitten kijken naar de drie kruizen daar op die heuvel? Wat zag hij dan? Hij zag in ieder geval dat het drie uur donker werd in het land. Net als toen Egypte de negende plaag onderging. Toen was het drie dagen donker. Hier was de duisternis de straf voor Egypte's afgoderij. Maar het werd ook duister toen God in de Sinaï-woestijn verscheen aan Mozes op de berg. Hier kondigde het duister de komst van God aan. Dat Jezus drie uur omhuld werd door duisternis, betekent dat Hij in deze periode de beker leegdronk die voor zondaren was bestemd. Drie uur lang voelde Hij zich volkomen verlaten door God de Vader. En aan het einde van die periode riep Hij dus die woorden: Eli, Eli, lema sabachtani! Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten? Jezus riep opnieuw en toen stierf Hij. De enige mens zonder zonde die ooit had geleefd, de enige mens die de dood niet had verdiend, stierf. Slechts uren eerder had Hij gezegd tegen Zijn leerlingen: ‘Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden. Jullie noem Ik Mijn vrienden.' Het gordijn scheurt En nu stierf Hij voor hen, voor jou, voor mij, voor Zijn vrienden. Hij gaf Zijn leven zodat wij eeuwig leven hebben en toegang tot de Vader. Hoe weet je dat? Matteüs schrijft dat het dikke gordijn scheurde dat voor het binnenste deel van de tempel zat. Hier mocht geen mens komen. Dit was namelijk de plek waar je God kon ontmoeten. Alleen de hogepriester kon hier komen, eenmaal per jaar, na het brengen van allerlei offers en het doen van allerlei rituelen. Op het gordijn stond een afbeelding van de cherubs. De cherubs dat zijn hemelse wezens die God had geplaatst voor de poort van het paradijs waar Adam en Eva ooit woonden. Zij moesten voorkomen dat hier ooit nog mensen naar binnen zouden gaan. Maar dit gordijn scheurde dus. Van boven naar onder, alsof God een papiertje scheurde. Het gordijn dat tussen God en ons in hing, is gescheurd. We mogen weer...
Aan de slag!Luister het lied "Geloof zo klein als een mosterdzaad" van Maasbach WorshipDeze overdenking is geschreven door schrijfster Linda Aalbers.
Spreker: Ds. J.M. MolenaarDatum: 8 okt 2023Locatie: Morgensterkerk ZoetermeerBron: https://www.youtube.com/watch?v=gPGhYIK5AIU ★ Support this podcast ★
"Ze had alles gezien. Oh. Mijn God. Alles. Fuck. En toen gebeurde het. Ze liet haar hand aan de binnenkant van haar dij naar beneden glijden en legde haar handpalm op haar vagina... Uitgegeven door LUST Sprekers: Brian Smith, Reina Root, Relinde de Graaff, Cosmo Zinnia, Lora van Doorn
Deze overdenking verscheen eerder op Zij Lacht en is geschreven door oud-schrijfster Carola.Aan de slagTijdens het lezen van deze overdenking heb je wellicht al nagedacht over de vragen die ik stelde. Kijk ze anders nog eens na en denk er voor jezelf gedurende de dag eens over na.Laten deze dag en de dagen die nog komen tot Jezus terugkomt, dagen zijn die je leeft in verwondering over de grootheid van God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.Luister als slot nog naar het geweldige nummer: 'Hoe groot zijt Gij'
In deze extra voetbalpodcast van De Limburger schuift MVV-trainer Maurice Verberne aan bij presentator Marlous Flier en clubwatcher Emil Visser. Onder leiding van de Brabander presteert de Maastrichtse voetbalclub dit seizoen boven verwachting. Zijn team start volgende week in de play-offs. In een openhartig gesprek kijkt Verberne vooruit naar die belangrijke wedstrijden („ik hoop op VVV als tegenstander, ik wil graag revanche nemen”) en blikt hij terug op het afgelopen voetbaljaar, waarin MVV vriend en vijand enorm wist te verrassen. Verberne verbaasde óók zichzelf. Hij praat in de podcast uitgebreid over zijn visie, zijn emoties en de offers die bij het trainerschap komen kijken. „Ik kan me voorstellen dat ik niet altijd leuk ben geweest. Zat alleen maar achter mijn laptop, wedstrijden te kijken, voorbereidingen te maken. Mijn zoontje vroeg dan, gaan we iets doen? Nee, ik heb geen tijd. Als ik er nu over nadenk, heb ik hem tekortgedaan. Als trainer ben je nog wel egoïstischer dan als voetballer.”
JEUGDBOEK VAN DE MAAND: APRIL €10,- voor Belledonne kamer 16. Dat is toch niet normaal! Nou, voor ons wel. Elke maand is er een Lemniscaat-jeugdboek te koop voor die kleine prijs. En voordat je het koopt kun je eerst een flink stuk luisteren. Lekker voor het ritje naar je boekhandel! Over Belledonne kamer 16: ‘Ik leef, ik leef. Mijn God hoe is het mogelijk…' is het eerste dat Robert leest als hij het notitieboekje openslaat. Hij heeft het gevonden tussen de spullen van zijn opa die net is overleden: een klein zakboekje en een kogel. Verder staat er weinig in het boekje. Een paar zinnen, enkele initialen, soms een korte gedachte, een naam. Helemaal voorin alleen ‘Robert Macy'. Het dateert uit 1944. Robert vertelt zijn ouders dat hij met vakantie naar Frankrijk gaat om wat rond te trekken, maar eigenlijk gaat hij op onderzoek uit. Hij komt aan in het dorp waar zich pension Belledonne moet bevinden. Dit pension werd genoemd in het boekje, en ook de naam Eleonore. Zal het hem lukken ook de rest van de raadselachtige gegevens uit het zakboekje te ontrafelen? De klassieker van Anke de Vries is in een nieuw jasje gestoken, zodat ook toekomstige generaties kunnen genieten van de boeken die al honderdduizenden harten stalen.
ELI, ELI, LAMA SABACHTHANI ! dat is: Mijn God ! Mijn God ! Waarom hebt Gij Mij verlaten!
Mijn God zal uit de overvloed van Zijn majesteit elk tekort van u aanvullen, door Christus Jezus. Filippenzen 4:19 (NBV) Eén van de grootste angsten waar mensen mee geconfronteerd worden is de angst om gebrek te lijden. Het is de angst dat je tekort komt en dat je niet voldoende middelen hebt om het tekort op te vangen en dat God niet op tijd zal voorzien in je levensbehoefte. Misschien bevind je je op dit moment in een situatie van een groot tekort zoals je die nooit eerder hebt meegemaakt, een wanhopig tekort aan financiën of andere middelen om te kunnen voldoen aan je basisbehoefte. Misschien word je geconfronteerd dat je op geestelijk of emotioneel gebied gebrek lijdt. De geest van angst zou je kunnen bestoken en zeggen dat God niet kan voorzien in je behoefte en dat je het niet zult redden. Je moet vandaag weten dat de duivel een leugenaar is en dat God voor je situatie zorgt. Hij heeft een plan en Hij is voor jou aan het werk om op het juiste moment te voorzien in je behoefte. Zelfs wanneer het lijkt dat niets jouw kant op komt, weet God altijd wonderbaarlijk te voorzien . Ongeacht wat je nood is – financieel, fysiek, emotioneel, geestelijk – je hoeft geen angst te hebben om gebrek te lijden. God zal je voorzien, je troosten, je voeden en je terugbrengen naar een plek van kracht. Vertrouw op Zijn voorziening. Kort gebed: Here God, Uw Woord zegt dat U in al mijn levensbehoefte voorziet, dus ik geef niet toe aan de angst voor een tekort. Ik geloof dat U van mij houdt en dat U voor mij zult zorgen.
Schriftlezing: 1 Johannes 1 (vers 1 - 4),Johannes 20 (vers 19 - 31) | Voorganger: Ds. Glismeijer | Datum: 1 mei 2022 | Tune: Gerben Budding
Mijn God is Goed voor mij! Is dit ook uw ervaring, of, wilt ook u dit zodanig in uw leven ervaren? Het is nu bijna 42 jaar geleden dat ik dit zéker in mijn leven begon te ervaren. En toen ik enige jaren terug een Papiaments gospellied, getiteld ‘Dios ta Bon pami!'hetgeen betekent ‘God is Goed voor mij!', hoorde, sprak de woorden mij enorm aan. Kijk naar deze preek en doe ook uw voordeel mee, en zodoende uw geloof en uw relatie met God versterken. Want God is Goed! Ik wens u daarbij Gods onmisbare zegen.
God en geloof wordt vaak geassocieerd met liefde, met knuffelen en vrede. En dan staat hier dat God de dichter leert om de wapens op te pakken en een mep uit te delen. Hoe zit dat?
God en geloof wordt vaak geassocieerd met liefde, met knuffelen en vrede. En dan staat hier dat God de dichter leert om de wapens op te pakken en een mep uit te delen. Hoe zit dat?
In deze podcast een meditatie over waarom het belangrijk is, dat Tomas over zijn twijfel heenkomt: opdat jouw geloof een stevig fundament heeft in een eenparig getuigenis van de apostelen.
Doorbraak nodig in je financiële situatie? In deze boodschap deelt Ps. Anne Borkent dat God altijd vraagt om Hem te vertrouwen als Voorziener, in plaats van te vertrouwen in de voorziening zelf. Zelfs al heb je tekorten, breng het eerste bij de Voorziener en zeg: ‘Mijn God zal voorzien in al mijn noden!’
De woorden van Jezus aan het kruis werden ooit eerder in Psalm 22 geschreven door David: "Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?" In de dagen voor Pasen staan we hier bij stil, en hoe deze psalm te duiden. Ds. Niels de Jong helpt je op weg. HEB JE EEN IDEE VOOR EEN ONDERWERP VOOR EEN PODCASTAFLEVERING? Stuur je suggestie naar podcast@noorderlichtrotterdam.nl. OVER NOORDERLICHT ROTTERDAM Wij zijn een eigentijdse, levendige kerk waar je van opknapt. In de Noorderlicht Rotterdam Podcast vertellen mensen van Noorderlicht over hoe zij het geloof ervaren, en wat dit in hun dagelijks leven betekent. DIENSTEN OP ZONDAG In verband met de uitbraak van het coronavirus worden alle diensten van Noorderlicht uitsluitend online verzorgd via www.noorderlichtrotterdam.nl en ons YouTube-kanaal. SPECIALE DIENSTEN Het is mogelijk om te trouwen, je te laten dopen of op te laten dragen in de Prinsekerk, ook in coronatijd. Ook is het mogelijk om uitvaartdiensten te houden in de Prinsekerk. Neem contact op met niels@noorderlichtrotterdam.nl, als je hiervan gebruik wilt maken. SOCIAL MEDIA Like & abonneer: ons YouTube kanaal Facebook: https://www.facebook.com/n00rderlicht Instagram: @noorderlichtrotterdam Volg de Prinsekerk op Twitter: https://twitter.com/N00rderlicht Noorderlicht Charlois: https://noorderlichtrotterdam.nl/charlois BIJDRAGEN AAN DE BUURT Noorderlicht Rotterdam zet zich in voor Rotterdammers die wel een steuntje kunnen gebruiken. Ook in deze tijd van #coronacrisis. Meer informatie over wat we voor en met Rotterdammers doen vind je op onze website, www.noorderlichtrotterdam.nl.
Support the show: https://krant.nl See omnystudio.com/listener for privacy information.
Psalm 61:1-3 Mijn God, hoor hoe ik smeek Goedemorgen en hartelijk welkom op deze laatste livestream van het jaar 2020. Het lied dat we net gehoord hebben is geschreven op basis van Psalm 61, en het is geen toeval dat wij dit lied gehoord hebben. Wij gaan vanmorgen kijken naar de eerste drie verzen uit deze prachtige en leerzame Psalm van David. André en zijn schoonvader hebben dit lied afgelopen donderdag op mijn verzoek geleerd te spelen, speciaal voor deze […]
Schriftlezing: 2 Kronieken 18:1-34 Thema: Zo waar de HEERE leeft, wat mijn God zegt, dat zal ik spreken 1. De vraag naar het woord van de Heere 2. Het woord van de Heere 3. De vervulling van de woorden van de Heere
Over Liefde met een hoofdletter gesprokenVandaag willen we stilstaan bij de woorden:Ik vind er vreugde in, Mijn God, om Uw welbehagen te doen;Uw wet draag Ik diep in Mijn binnenste.Vanmorgen wil ik eens met je stilstaan bij vierbegrippen die in de tekst genoemd worden: Vreugde, welbehagen, wet en binnenste.In het Hebreeuws vinden we voor het woord ‘vreugde' een woord dat ook vertaald kan worden voor ‘lust' zoals we het ook in de Statenvertaling vinden. Maar het kan ook vertaald worden met ‘blij' of ‘opgetogen', ‘genieten, behagen, verlangen, behagen te doen en plezier hebben'.Lees meer...Support the show (https://radioisrael.nl/geven/)
Bijbel: Filippenzen 1:1-11 en 4:10-20; dankdag voor gewas en arbeid Lees verder →
Dit is één van de meest bepalende regels in de hele Bijbel: Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten? Hier wordt afgerekend met een God die ver weg is, met een God die het allemaal maar op z'n beloop laat. Zo'n God kan je namelijk niet verlaten. Maar wat moet je dan?
Dit is één van de meest bepalende regels in de hele Bijbel: Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten? Hier wordt afgerekend met een God die ver weg is, met een God die het allemaal maar op z'n beloop laat. Zo'n God kan je namelijk niet verlaten. Maar wat moet je dan?
"Ze had alles gezien. Oh. Mijn God. Alles. Fuck. En toen gebeurde het. Ze liet haar hand aan de binnenkant van haar dij naar beneden glijden en legde haar handpalm op haar vagina...Uitgegeven door SAGA EgmontSpreker(s): Brian Smith
Over vertrouwen gesprokenDe voorgaande keer hebben we stilgestaan bij de uitroep van David waarin hij zijn verlatenheid voor God uitriep, maar tegelijkertijd Hem ‘mijn God' noemde in vers 2. We eindigde met de gedachte dat ook al voelen of merken wij Zijn aanwezigheid niet op de Heere zal niet verlaten wie Hem zoeken, maar Hij zal je aannemen en je niet loslaten.In vers 3 lezen we dan de woorden:Mijn God, ik roep overdag, maar U antwoordt niet,en 's nachts, maar ik vind geen stilte.Ook in dit vers horen we het geloof van David in Zijn Heiland als we hem horen uitroepen: Mijn God. Maar we horen ook de vertwijfeling en het gevoel van verlatenheid als hij zegt: ik roep overdag, maar U antwoordt niet, en 's nachts, maar ik vind geen stilte.Lees meer...Support the show (https://radioisrael.nl/geven/)
Tijdens het Poerimfeest in Israel staan de gebeurtenissen uit het boek Esther centraal.Psalm 22 wordt in de christelijke traditie vaak in verband gebracht met de Heere Jezus, die de woorden: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten' uitspreekt.Jezus citeert deze woorden op het cruciale moment, wanneer Hij als ‘Koning der Joden' aan het kruis hangt, en Zijn volk daar redt van zonde en dood.Het is heel goed mogelijk dat Jezus/Jehoshua, Zich op dit moment vereenzelvigde met de ‘'koningin der Joden'', die op een cruciaal moment, óók moederziel alleen – het opnam tegen Haman en de zijnen, om haar Joodse volksgenoten te redden van de dood.Ook zij legde haar leven in de waagschaal door ongevraagd koning Ahasveros te benaderen, om haar volk te redden. We lezen in Esther 4 vers 16:Lees meer...Support the show (https://radioisrael.nl/geven/)
'Het geloof overwint onze aangeboren vijandschap tegen God en Zijn wil, het bevrijdt ons met als doel Zijn geboden te houden, en het stemt in met de psalmist: ‘Ik vind er vreugde in, Mijn God, om Uw welbehagen te doen’ (Psalm 40:9).'
Fragment uit de Belijdenissen van Augustinus. Meer info: https://www.damon.nl/book/9789463401227-belijdenissen.html
Gebed van Elizabeth van de Drie-Eenheid: O Mijn God Drie-Eenheid die ik aanbid.
Kan God ons verlaten? God kan jou als gelovige nooit meer verlaten, omdat Hij Jezus heeft verlaten. Theo de Koning legt in deze podcast uit waarom je als gelovige nooit mag zeggen dat God je heeft verlaten, maar ook dat de gelovigen voor groepsimmuniteit zorgen dat God Nederland niet kan verlaten. Bijbelgedeelte: Mattheüs 27
Leven op Gods terrein 1. Bewaakt 2. Bewoond 3. Beschreven Nehema 7:1-5 'Het gebeurde, toen de muur herbouwd was, dat ik de deuren plaatste en dat de poortwachters, de zangers en de Levieten werden aangesteld. Toen gaf ik, met betrekking tot Jeruzalem, een bevel aan Hanani, mijn broer, en Hananja, de bevelhebber van de burcht, want hij was een betrouwbaar man en godvrezender dan velen. Ik zei tegen hen: Laat de poorten van Jeruzalem niet geopend worden totdat de zon heet wordt, en terwijl de wachters nog in dienst zijn, moeten ze de deuren sluiten, en vergrendelt u ze dan. En laat men wachtposten opstellen, inwoners van Jeruzalem, ieder op zijn wachtpost, en ieder tegenover zijn eigen huis. De stad was wijd uitgestrekt en groot, maar er woonde weinig volk in en er waren geen huizen gebouwd. Mijn God gaf mij in het hart dat ik de edelen, de machthebbers en het volk zou verzamelen om zich in het geslachtsregister in te laten schrijven.' Schriftlezing: Nehemia 7:1-7 en 66-73
In Betrouwbare Bronnen aflevering 42:Merkels vertrouweling Elmar Brok 'Mister Europe' was overal bij. Nu neemt hij afscheid als EuroparlementariërFinancieel econoom Sylvester Eijffinger hoorde in Sintra waar het naartoe gaat met de euro, de ECB en de opvolging van Draghi***Jaap Jansen en PG Kroeger spraken in Brussel met 'Mister Europe’, zoals de BBC hem noemt. Na bijna 40 jaar verlaat hij het Europees Parlement, wat hij decennia domineerde: de CDU-politicus uit Bielefeld, Noordrijnland-Westfalen, Elmar Brok.Achteloos, bescheiden vertelt hij over de sleutelrol die hij speelde en de reeks staatslieden uit heel de wereld die hij sprak, adviseerde en regelmatig ongezouten de waarheid zei. Maar ook over zijn onverminderde waardering voor Margaret Thatcher, van wie hij een portretfoto met zijn zoon op haar schoot nog steeds koestert. “She was consistent in her ideas and she was pro-Europe.”Ik was er bijSleutelfiguren in Broks politieke leven waren Helmut Kohl en Angela Merkel. Twee volstrekt verschillende mensen qua naturel, maar beiden even doortastend en visionair. Ze zochten zijn raad, zijn netwerk en zijn politiek vernuft intensief. “I did not bother them every day, but they could call me”, zegt hij sereen. Brussel en Berlijn weten dat beide Kanseliers dat permanent deden. “I was there, I could give advice to Chancellors, I had certain contacts and could bring things together. I was involved in all Treaty changes since Maastricht. Getting rid of the democratic gap in the EU. It's not my achievement, but I could take part in that achievement.”Zijn band met Nederland blijkt zeer intens. Het was een toenmalig collega-Europarlementariër van het CDA die hem op 9 november 1989 in de vooravond thuis belde vanuit een vergadering van een juridische commissie van dat parlement in Berlijn. “I was alone at home in Bielefeld and a Dutchman from Rotterdam called me, Jimmy Janssen van Raay. He said: ‘Elmar, the Wall is falling!’” Hij deed de televisie aan en zag het ongelooflijke gebeuren: “The most impressive moment in modern European history.”Mijn God!Brok pakt Nederland hard aan in het gesprek. Mark Rutte, die hij regelmatig sprak, en zijn eigen zusterpartij het CDA krijgen er van langs om hun wankelmoedigheid ten aanzien van de toekomst van Europa. Hij verwijt hen uit angst voor de PVV te zijn gaan schuiven. “I was unhappy. Not only with Mark Rutte, but also with my CDA. A classical pro-European country, the Netherlands, was walking to the right. The lesson it taught: you should keep down Wilders and these groups. I was in committees in the ‘Tweede Kamer’. Oh my God! It sounded as if I was in enemy country! Very scary it was. Now I have the feeling that the Netherlands is going back a little bit more to the moderate way.”De Kamermotie tegen het beginsel van ‘an ever closer Union’ – die onlangs steun kreeg van VVD en CDA – doet Brok zuchtend het hoofd schudden. Anders dan Amerikanen, Zwitsers en Duitsers snappen Nederlanders niet wat ‘een federale Unie’ inhoudt. Zijn korzelige college staatsrecht en historie hierover zal in Nederland zelden zo scherp gehoord zijn. “An ever closer Union means that we work closer together in certain areas. For example in foreign policy, migration, internal and external security, climate change, banking. And in a democratic way. That's what we understand as an ever closer Union. For Germans, federalism is in our DNA. It does not mean centralisation! That's the English interpretation of the word. For us it means décentralisation: you only do things on a central level that cannot be done in a decentral way. Subsidiarity in other words. And that is the opposite of a superstate!”Waarom Poetin doet wat hij doetRuslandkenner Elmar Brok vertelt uit zijn eigen discussies met Gorbatsjov, Jeltsin en Poetin. Onder meer over de gebeurtenissen in de loop van 1989 toen in de Sovjet-Unie hongersnood dreigde en Helmut Kohl alle vleesvoorraden in de koelcellen van de EU opkocht en naar het oosten liet vervoeren. Toen wist Gorbatsjov dat Duitsland zijn vertrouwen verdiend had. Hij was tegen de ‘Wiedervereinigung’ en wilde natuurlijk dat de DDR bleef bestaan, maar liet het gebeuren toen de mensen dit van onderop doorzetten. De troepen van het Rode Leger bleven in de Oost-Duitse kazernes. Rusland greep niet in.Broks portret van Poetin en zijn politiek is adembenemend. "He changed in 2012, when he was not convinced anymore that a democratic and transparant Russia would support him.” Toen de jongeren in Kiev in 2014 afdwongen dat in Oekraïne vrije verkiezingen en een Europees gezinde democratie kwam, besefte Poetin: als hij dit zou tolereren zou ook zijn macht over Rusland in verval raken. Alle handelingen va Poetin staan sindsdien in dit teken. De greep naar de Krim, MH17, de oorlog in Donbass en het omkopen van anti EU-partijen en politici.Powerplay liveMiddenin het gesprek werd duidelijk dat Elmar Brok als strateeg en ‘mannetjesmaker’ nog altijd onmisbaar is in Europa. De luisteraar van Betrouwbare Bronnen is getuige van een opmerkelijk moment. Broks telefoon rinkelt. Hij begint meteen met ‘Hallo Manfred!’ indringend advies te geven aan zijn ‘Fraktionsvorsitzende’, EVP-topman Manfred Weber. Hij vertelt hem over een vertrouwelijk achtergrondgesprek met een topman van de Duitse Groenen in Brussel, die binnen de Groene Eurofractie de baas zijn.In het vervolg van Betrouwbare Bronnen doet Brok een aanbod aan de andere partijen in het EP: steun Weber als de democratisch gekozen opvolger van Juncker en de EVP helpt de macht van het parlement te vergroten tegen zowel de Europese Raad van regeringsleiders als tegen de Europese Commissie als ‘executive’. Fijntjes steekt hij een politiek mes tussen de ribben van de liberalen Macron en Vestager. “It's written in the Lisbon Treaty: the European Parliament elects the Commission President. I myself wrote the amendment to the Treaty! The European Peoples Party has double so many parlementarians as the liberals of Macron. At the moment, we debate the right of initiative for the EP. With Weber we would get such a thing. Margrethe Vestager has said: ‘the Parliament has nothing to do with the candidate’. So she is not a reliable candidate.” Powerplay in de Europese top waar de luisteraar van Betrouwbare Bronnen getuige van is.Grote landen beseffen dit nauwelijks nogElmar Brok háát Brexit. Omdat hij in Edinburgh studeerde in de jaren zestig, leeft hij erg mee met de Britten, zijn vrienden sinds die studentenjaren. Hij waarschuwt dat heel de Unie schade zal ondervinden van het uittreden van het VK, maar geen volk zal zo lijden als de Britten zelf. “You can not get the benefits from going out that you will not have when you remain inside the Union,” zegt hij kortaf.Zijn schets van de komende decennia in de EU is al kort en bondig. “Kleine landen weten het al eeuwen. Grote landen beseffen dit nauwelijks nog.” Niemand kan de enorme vraagstukken van deze tijd nog in zijn eentje, als natiestaat, oplossen of zich daaraan onttrekken als soevereine afzondering.Democratie kan imploderen, je moet haar verdedigen!Het gesprek eindigt in diepe emotie en zorgen. Eenvoudig en ontroerend vertelt Elmar brok over zijn partijgenoot uit Hessen, Walter Lübcke. De twee generatiegenoten lijken zelfs op elkaar met die walrussnor en gedrongen gestalte. Brok trad in mei tijdens de Europese verkiezingscampagne nog bij hem op in diens kiesdistrict. “He was very convinced about the poiicies on migration. This brought him the hate of right-wing people. If hatred becomes a normal thing for certain people, then it becomes practice. This is the danger for every democracy.”De neonazi-moordaanslag op deze katholiek-sociale regio-politicus raakt Elmar Brok dan ook diep. Hij vertel voor het eerst hoe hij zelf met zulk terrorisme geconfronteerd werd als jong politicus. “In the time of the RAF I had personal threats already. They wanted to kidnap my children. I never said that publicly. It's most clever not to say this. Nowadays with the new media, in shitstorms people can be totally destroyed. We are in a dangerous situation, but we cannot get rid of an invention like social media. Here I have some problems, I have no answer.”“Would good people go into politics? Will you take the risk to say certain things? It's a real danger. I'm very, very much afraid that people are hesitating to go into politics. They say: ‘don't do it, look after your children!’ This development is very dangerous. Democracy can implode, very fast. That should be a lesson. If you want to have freedom and democracy, you have to defend it."***Sylvester Eijffinger, hoogleraar financiële economie in Tilburg, was deze week met bankpresident Klaas Knot de enige Nederlander op het exclusieve ECB Forum on Central Banking onder leiding van Europese Centrale Bank-president Mario Draghi.Wat Draghi daar zei, wekte meteen de woede van Donald Trump. Ten onrechte, meent Eijffinger. Draghi's woorden werkten overigens meteen als geruststelling voor de Europese markten, zoals eerder zijn woorden dat hij zou doen 'whatever it takes' om de euro stabiel te houden. "Dit was whatever it takes, part two."Eijffinger dringt aan op een grondige evaluatie van het ECB_beleid om lessen te trekken voor de toekomst. "De vraag is of de bank niet teveel heeft gefocust op inflatie. Je moet opnieuw definiëren wat je bedoelt met prijsstabiliteit. Want de ECB heeft het doel van 2 procent inflatie nooit gehaald, het is blijven steken op 1 à anderhalf procent. De ECB moet een nieuwe koers bepalen.De Tilburgse hoogleraar zou het voor de afwikkeling van Brexit verstandig vinden als Brexit-onderhandelaar van de Europese Commissie Michel Barnier de nieuwe Commissie gaat leiden. Als de Fransman Commissiepresident wordt, kan de Duitser Jens Weidmann de ECB gaan leiden. Weidmann is minder havik dan dan vroeger: "Hij is flexibeler geworden."***Tijdlijn BB 42:00:00:00 - Intro met quotes Brok en Eijffinger00:04:20 - Elmar Brok (deel 1)00:35:30 - Elmar Brok (deel 2)00:51:07 - Sylvester Eijffinger (deel 1)01:19:29 - Sylvester Eijffinger (deel 2)01:43:58 - Uitro01:44:39 - Einde
May 19, 2019 Pastor George Cope van Vision Orlando, een christelijke organisatie van gemeente- en bediening leiders. Hoe leef je in een wereld waarin er tegenstand is? Hoe vecht je daartegen? Hoe versla je een reus die je tart en de God die je geroepen heeft tart? In deze preek deelt Pastor George Cope drie meenemers vanuit 1 Samuel 17 over hoe je de overwinning verkrijgt samen met God.
5 mei 2019 - Niek Kuipers - U bent mijn Heer en mijn God by VEG Beth-Shalom Nijverdal
Nicolaas II, tsaar van Rusland, de goddelijke Gezalfde, wordt in februari 1917 van de troon gestoten door de goddeloze communisten. In een kerk in Soezdal, een klein dorpje een paar honderd kilometer ten oosten van Moskou, proberen Johan en Ward te achterhalen wat dat betekent voor een man, die zichzelf altijd heeft gezien als vertegenwoordiger van God op Aarde.
MIJN GOD het regent nieuwe releases en dat terwijl vrijdag nog moet beginnen! Voor het eerst in hele lange tijd heeft Florence + The Machine een nieuwe track de wereld in geslingerd. Datzelfde heeft Nicki Minaj maar dan x 2. Verder komen gebroeders FOMO Olivier Bakker en Matthijs Kuiper erachter dat de Kardashians een Nederlandse Connectie hebben! Tracklist Zayn - Let Me Florence + The Machine - Sky Full Of Song Nicki Minaj - Chun-Li Nicki Minaj - Barbie Thingz DJ Koze - Pick Up
03 december 2017 // Jezus is mijn God // Jelmer Woudstra by City Life Church Leeuwarden
Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet opgevaren tot Mijn Vader; maar ga heen tot Mijn broeders, en zeg hun: Ik vare op tot Mijn Vader en uw Vader, en tot Mijn God en uw God.
Thema: De voldoening door Christus Punt 1: De kracht van die voldoening, Punt 2: De volkomenheid van die voldoening, Punt 3: De uitnemendheid van die voldoening, Bijbeltekst Omschrijving: Artikel 21 VAN DE VOLDOENING VAN CHRISTUS, ONZEN ENIGEN HOGEPRIESTER, VOOR ONS Wij geloven dat Jezus Christus een eeuwige Hogepriester is, met ede, naar de ordening van Melchizédek, en Zichzelven in onzen naam voor Zijn Vader gesteld heeft, om Zijn toorn te stillen met volle genoegdoening, Zichzelven opofferende aan het hout des kruises, en vergietende Zijn dierbaar bloed tot reiniging onzer zonden, gelijk de profeten hadden voorzegd. Want er is geschreven dat de straf die ons den vrede aanbrengt, op den Zone Gods was, en dat door Zijn striemen ons genezing is geworden; Hij ter slachting geleid is als een lam; met de misdadigen gerekend; en als een kwaaddoener veroordeeld door Pontius Pilatus, hoewel hij Hem onschuldig verklaard had. Zo heeft Hij dan wedergegeven wat Hij niet geroofd had, en heeft geleden, Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen; en dat zowel in Zijn lichaam als in Zijn ziel, gevoelende de schrikkelijke straf, die onze zonden verdiend hadden, zodat Zijn zweet werd gelijk droppelen bloeds, op de aarde aflopende. Hij heeft geroepen: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? en heeft zulks alles geleden tot vergeving onzer zonden. Daarom zeggen wij wel terecht met Paulus, dat wij niet anders weten dan Jezus Christus, en Dien gekruisigd; wij achten alle dingen voor drek, om de uitnemendheid der kennis van Christus Jezus, onzen Heere; wij vinden allerlei vertroosting in Zijn wonden, en hebben niet van node enig ander middel te zoeken of uit te denken om ons met God te verzoenen, dan alleen deze enige offerande, eenmaal geschied, door welke de gelovigen in eeuwigheid volmaakt worden. Dit is ook de oorzaak waarom Hij door den engel Gods genaamd is Jezus, dat is Zaligmaker, overmits Hij Zijn volk zou zalig maken van hun zonden.
Bijbeltekst Omschrijving: [3] Als ik nu deze zaak hoorde, scheurde ik mijn kleed en mijn mantel; en ik trok van het haar mijns hoofds en mijns baards uit, en zat verbaasd neder. [4] Toen verzamelden zich tot mij allen, die voor de woorden van den God Israëls beefden, om de overtreding der weggevoerden; doch ik bleef verbaasd zitten tot aan het avondoffer. [5] En omtrent het avondoffer stond ik op uit mijn bedruktheid, als ik nu mijn kleed en mijn mantel gescheurd had; en ik boog mij op mijn knieën, en breidde mijn handen uit tot den HEERE, mijn God; [6] En ik zeide: Mijn God, ik ben beschaamd en schaamrood, om mijn aangezicht tot U op te heffen, mijn God; want onze ongerechtigheden zijn vermenigvuldigd tot boven ons hoofd, en onze schuld is groot geworden tot aan den hemel.
Bijbeltekst Omschrijving: [7] En schrijf aan den engel der Gemeente, die in Filadelfia is: Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, Die den sleutel Davids heeft; Die opent, en niemand sluit, en Hij sluit, en niemand opent: [8] Ik weet uw werken; zie, Ik heb een geopende deur voor u gegeven, en niemand kan die sluiten; want gij hebt kleine kracht, en gij hebt Mijn Woord bewaard, en hebt Mijn Naam niet verloochend. [9] Zie, Ik geef u enigen uit de synagoge des satans, dergenen, die zeggen, dat zij Joden zijn, en zijn het niet, maar liegen; zie, Ik zal maken, dat zij zullen komen, en aanbidden voor uw voeten, en bekennen, dat Ik u liefheb. [10] Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de aarde wonen. [11] Zie, Ik kom haastelijk; houd dat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme. [12] Die overwint, Ik zal hem maken tot een pilaar in den tempel Mijns Gods, en hij zal niet meer daaruit gaan; en Ik zal op hem schrijven den Naam Mijns Gods, en de naam der stad Mijns Gods, namelijk des nieuwen Jeruzalems, dat uit den hemel van Mijn God afdaalt, en ook Mijn nieuwen Naam. [13] Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt.
Link to podcast11 juni 1987(Inmiddels zijn de meeste van onze meubels weg. Ik moet zoeken naar een stoel om op te zitten om te kunnen schrijven; het huis is nog rommelig nadat de verhuizers zijn vertrokken, stapels papier hier en daar, schoenen, flessen, papieren, touwen op alle bureaus. En toch heeft God, in al die drukte, tussen de buffetten die we moesten klaarmaken voor de afscheidsrecepties (één voor 80 personen en één voor 30), mijn hand niet even losgelaten. Ik vond altijd tijd voor Hem om twee of drie uur per dag te schrijven. Hij geeft mij ongelooflijke kracht, en ik voel mij niet in het minst vermoeid; ik ben in absolute vrede, Zijn Vrede.)Vassula, beminde van Mijn Ziel, blijf dicht bij Mij, kijk Mij aan, laat Mijn Vinger je hart raken; Mijn kind, als je eens wist hoezeer Ik je liefheb; Ik zal je leiden tot het einde; offer meer voor Mij; wil je voor Mij lijden?Ja Heer, doe wat U wilt. (Hij had dit al eerder gevraagd, maar ik had geaarzeld, uit angst. Nu vroeg Hij het weer.) Vassula, Ik ben zo gelukkig! wil je jezelf als een lam voor Mij offeren? Doe wat U wilt, Heer.het zal allemaal niet tevergeefs zijn, alles zal voor Vrede en Liefde zijn; Mijn dorst is groot Vassula; Ik zal je naar dorre landen leiden waar je ogen zullen aanschouwen wat je nog nooit hebt gezien; Ik zal je met Hemelse Kracht rechtstreeks leiden naar de diepten van Mijn Bloedende Lichaam; Ik zal je met Mijn Vinger alle zondige priesters aanwijzen die de doornen in Mijn Lichaam zijn; Ik zal ze niet sparen; Ik ben uitgeput; Mijn Wonden zijn wijder open dan ooit, Mijn Bloed stroomt eruit; Ik word opnieuw gekruisigd door de Mijnen, Mijn eigen priesterzielen! Mijn God, U doet mij zoveel pijn, waarom zouden ze U dat aandoen? Waarom?Vassula, ze weten niet wat ze doen; beminde, strijd met je God, wees bereid Mijn lijden tegemoet te treden en het met Mij te delen; Dat ben ik, om U te troosten; denk aan degenen die U beminnen!zij zijn de beminden van Mijn Ziel; Ik heb meer van zulke zielen nodig die hun hart voor Mij offeren; Ik bemin hen, Ik vertrouw op hen, zij eten van Mij; zij zijn Mijn offergave, zij zijn de zachte bloemblaadjes die Mijn doornen vervangen, zij zijn Mijn mirre; Vassula, wees niet bang; we zullen nog dieper doordringen in het domein van de duisternis; Ik zal je leiden; (Later begon mijn ziel Gods bitterheid te voelen. Alles, alle eten en drinken dat in mijn mond kwam smaakte bitter. Hij liet mij uit Zijn kelk drinken. Toen had ik problemen met mijn ademhaling, mijn ziel en mijn lichaam deden pijn.)
Bijbeltekst Omschrijving: [46] . En omtrent de negende ure riep Jezus met een grote stem zeggende: ELI, ELI, LAMA SABACHTHANI! dat is: Mijn God! Mijn God! Waarom hebt Gij Mij verlaten!
Thema: God van God verlaten, Bijbeltekst Omschrijving: [45] En van de zesde ure aan werd er duisternis over de gehele aarde, tot de negende ure toe.[46] En omtrent de negende ure riep Jezus met een grote stem zeggende: ELI, ELI, LAMA SABACHTHANI! dat is: Mijn God! Mijn God! Waarom hebt Gij Mij verlaten!
Bijbeltekst Omschrijving: [16] Jezus zeide tot haar: Maria! Zij, zich omkerende, zeide tot Hem: Rabbouni, hetwelk is gezegd, Meester.[17] Jezus zeide tot haar: Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet opgevaren tot Mijn Vader; maar ga heen tot Mijn broeders, en zeg hun: Ik vare op tot Mijn Vader en uw Vader, en tot Mijn God en uw God.
Thema: De volheid van Christus, Bijbeltekst Omschrijving: Artikel [21] . Van de voldoening van Christus, onzen enigen Hogepriester, voor ons.Wij geloven dat Jezus Christus een eeuwige Hogepriester is, met ede, naar de ordening van Melchizédek, en Zichzelven in onzen naam voor Zijn Vader gesteld heeft, om Zijn toorn te stillen met volle genoegdoening, Zichzelven opofferende aan het hout des kruises, en vergietende Zijn dierbaar bloed tot reiniging onzer zonden, gelijk de profeten hadden voorzegd. Want er is geschreven dat de straf die ons den vrede aanbrengt, op den Zone Gods was, en dat door Zijn striemen ons genezing is geworden; Hij ter slachting geleid is als een lam; met de misdadigen gerekend; en als een kwaaddoener veroordeeld door Pontius Pilatus, hoewel hij Hem onschuldig verklaard had. Zo heeft Hij dan wedergegeven, wat Hij niet geroofd had, en heeft geleden, Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen; en dat zowel in Zijn lichaam als in Zijn ziel, gevoelende de schrikkelijke straf, die onze zonden verdiend hadden, zodat Zijn zweet werd gelijk droppelen bloeds, op de aarde aflopende. Hij heeft geroepen: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? en heeft zulks alles geleden tot vergeving onzer zonden. Daarom zeggen wij wel terecht met Paulus, dat wij niet anders weten dan Jezus Christus, en Dien gekruisigd; wij achten alle dingen voor drek, om de uitnemendheid der kennis van Christus Jezus, onzen Heere; wij vinden allerlei vertroosting in Zijn wonden, en hebben niet van node enig ander middel te zoeken of uit te denken om ons met God te verzoenen, dan alleen deze enige offerande, eenmaal geschied, door welke de gelovigen in eeuwigheid volmaakt worden. Dit is ook de oorzaak waarom Hij door den engel Gods genaamd is Jezus, dat is Zaligmaker, overmits Hij Zijn volk zou zalig maken van hun zonden.
Bijbeltekst Omschrijving: [11] En Maria stond buiten bij het graf, wenende. Als zij dan weende, bukte zij in het graf;[12] En zag twee engelen in witte klederen zitten, een aan het hoofd, en een aan de voeten, waar het lichaam van Jezus gelegen had.[13] En die zeiden tot haar: Vrouw! wat weent gij? Zij zeide tot hen: Omdat zij mijn Heere weggenomen hebben, en ik weet niet, waar zij Hem gelegd hebben.[14] En als zij dit gezegd had, keerde zij zich achterwaarts, en zag Jezus staan, en zij wist niet, dat het Jezus was.[15] Jezus zeide tot haar: Vrouw, wat weent gij? Wien zoekt gij? Zij, menende, dat het de hovenier was, zeide tot Hem: Heere, zo gij Hem weg gedragen hebt, zeg mij, waar gij Hem gelegd hebt, en ik zal Hem wegnemen.[16] Jezus zeide tot haar: Maria! Zij, zich omkerende, zeide tot Hem: Rabbouni, hetwelk is gezegd, Meester.[17] Jezus zeide tot haar: Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet opgevaren tot Mijn Vader; maar ga heen tot Mijn broeders, en zeg hun: Ik vare op tot Mijn Vader en uw Vader, en tot Mijn God en uw God.[18] Maria Magdalena ging en boodschapte den discipelen, dat zij den Heere gezien had, en dat Hij haar dit gezegd had.
Bijbeltekst Omschrijving: [7] En schrijf aan den engel der Gemeente, die in Filadelfia is: Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, Die den sleutel Davids heeft; Die opent, en niemand sluit, en Hij sluit, en niemand opent:[8] Ik weet uw werken; zie, Ik heb een geopende deur voor u gegeven, en niemand kan die sluiten; want gij hebt kleine kracht, en gij hebt Mijn woord bewaard, en hebt Mijn Naam niet verloochend.[9] Zie, Ik geef u enigen uit de synagoge des satans, dergenen, die zeggen, dat zij Joden zijn, en zijn het niet, maar liegen; zie, Ik zal maken, dat zij zullen komen, en aanbidden voor uw voeten, en bekennen, dat Ik u liefheb.[10] Omdat gij het woord Mijner lijdzaamheid bewaard hebt, zo zal Ik ook u bewaren uit de ure der verzoeking, die over de gehele wereld komen zal, om te verzoeken, die op de aarde wonen.[11] Zie, Ik kom haastelijk; houd dat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme.[12] Die overwint, Ik zal hem maken tot een pilaar in den tempel Mijns Gods, en hij zal niet meer daaruit gaan; en Ik zal op hem schrijven den Naam Mijns Gods, en de naam der stad Mijns Gods, namelijk des nieuwen Jeruzalems, dat uit den hemel van Mijn God afdaalt, en ook Mijn nieuwen Naam.[13] Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt.
Bijbeltekst Omschrijving: [11] En Maria stond buiten bij het graf, wenende. Als zij dan weende, bukte zij in het graf;[12] En zag twee engelen in witte klederen zitten, een aan het hoofd, en een aan de voeten, waar het lichaam van Jezus gelegen had.[13] En die zeiden tot haar: Vrouw! wat weent gij? Zij zeide tot hen: Omdat zij mijn Heere weggenomen hebben, en ik weet niet, waar zij Hem gelegd hebben.[14] En als zij dit gezegd had, keerde zij zich achterwaarts, en zag Jezus staan, en zij wist niet, dat het Jezus was.[15] Jezus zeide tot haar: Vrouw, wat weent gij? Wien zoekt gij? Zij, menende, dat het de hovenier was, zeide tot Hem: Heere, zo gij Hem weg gedragen hebt, zeg mij, waar gij Hem gelegd hebt, en ik zal Hem wegnemen.[16] Jezus zeide tot haar: Maria! Zij, zich omkerende, zeide tot Hem: Rabbouni, hetwelk is gezegd, Meester.[17] Jezus zeide tot haar: Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet opgevaren tot Mijn Vader; maar ga heen tot Mijn broeders, en zeg hun: Ik vare op tot Mijn Vader en uw Vader, en tot Mijn God en uw God.[18] Maria Magdalena ging en boodschapte den discipelen, dat zij den Heere gezien had, en dat Hij haar dit gezegd had.
Bijbeltekst Omschrijving: [46] En omtrent de negende ure riep Jezus met een grote stem zeggende: ELI, ELI, LAMA SABACHTHANI! dat is: Mijn God! Mijn God! Waarom hebt Gij Mij verlaten!