POPULARITY
Het einde van Handelingen betekent ook het einde van de verhalende delen van de Bijbel. Nu volgt een serie brieven geschreven door sommige van de hoofdfiguren uit het Nieuwe Testament: de apostelen Paulus, Petrus en Johannes, twee broers van Jezus (Jakobus en Judas) en een onbekende schrijver. Deze brieven zijn ontzettend belangrijk, want ze leggen ons uit wat het Goede Nieuws nu precies is. We horen rechtstreeks van mensen die Jezus op aarde hebben meegemaakt, die jarenlang het Oude Testament hebben bestudeerd en die specifieke openbaringen van Jezus hebben gehad. Dit zijn de mensen die door Jezus persoonlijk zijn geroepen om te vertellen wat Gods reddingsplan voor de wereld is. Zij hebben de eerste kerken gesticht en geleid. Maar de brieven zijn wel allemaal in een bepaalde context geschreven. Het is makkelijk om ze uit hun verband te rukken en helaas gebeurt dat ook vaak. Omdat in de volgende hoofdstukken elke brief kort wordt besproken, gaan we niet op alle details diep in. We richten ons op de hoofdlijnen en het grote verhaal van God en mens. Bij elke brief geef ik je voor zover mogelijk de achtergrond, zodat we de tekst en de boodschap beter begrijpen. Romeinen (10 minuten) Na het Oude Testament zagen we eindelijk de beloofde Verlosser op het toneel verschijnen, maar… Hij ging ook weer terug naar de Hemel. Wel kwam de heilige Geest en die nam het werk over. De heilige Geest is actief in mensen en één van die mensen was Paulus. In Handelingen kwamen we Paulus tegen als de Jood die de volgelingen van Jezus gevangen probeerde te nemen en zelfs te doden als zij het goede nieuws probeerden te delen. Jezus greep Hem op een dag in zijn nekvel en ook Paulus werd een christen. Sterker nog, hij is één van de belangrijkste verspreiders van het geloof geworden. Dankzij de kerken die hij stichtte bereikte het evangelie de uithoeken van het Romeinse rijk. Paulus schreef ook veel brieven, waarvan sommige bewaard zijn gebleven. Eén van de bekendste en zeker één van de belangrijkste brieven, is de brief die hij aan de kerk in Rome richtte. Voordat we dieper op de brief ingaan, even een korte biografie van deze Paulus. Paulus is zijn Griekse naam. In het Hebreeuws heet hij Saul (of Saulus), net zoals de eerste koning van Israël. Hij werd omstreeks het jaar nul geboren en kwam uit de stad Tarsus, gelegen in het huidige Turkije. Hij was een Jood, maar ook een Romeins staatsburger. Hij moet een gedreven man zijn geweest, want hij was lid van de Farizeeën. Dat waren godsdienstige leiders die zich erg strikt aan de wetten van God hielden. Een groot deel van zijn leven woonde hij in Jeruzalem. Tot hij Jezus, na diens dood en opstanding, ontmoette op de weg naar Damascus. Hij kwam tot geloof en verbleef enkele jaren in wat nu Jordanië is. Tijdens die periode heeft hij veel openbaringen van God gekregen. Die theologische kennis heeft hij verwerkt in zijn brieven. Paulus en Rome Zoals we in Handelingen zagen, heeft Paulus minstens drie zendingsreizen gemaakt. Aan het eind van zijn derde reis ging Paulus naar Jeruzalem. Daar werd hij opgepakt door de Joden en uiteindelijk kwam hij in handen van de Romeinen. Na twee jaar in ‘voorlopige hechtenis' te hebben gezeten, deed Paulus een beroep op de keizer. Als Romeins burger had hij het recht om in Rome te worden berecht. Na een gevaarlijke reis, die zijn metgezellen en hij ternauwernood overleefden, kwam Paulus in Rome aan. Daar werd hij onder huisarrest geplaatst. In deze periode schreef hij een groot deel van zijn brieven. Niet de brief aan de Romeinen overigens. Die had hij voor zijn arrestatie al geschreven, waarschijnlijk in het jaar 56 vanuit Korinte. Uiteindelijk werd Paulus vrijgesproken en kon hij weer enige tijd buitenshuis evangeliseren. Hij kon niet lang van zijn vrijheid genieten. Paulus werd opnieuw opgepakt. Inmiddels was er een nieuwe keizer en was de vervolging toegenomen. Paulus werd in een cel gestopt en uiteindelijk onthoofd. Vermoedelijk ergens tussen 64 en 68 na Christus. In de tijd dat Paulus zijn brief aan de Romeinen schreef, bestond de kerk daar al enige tijd. Het zou zelfs kunnen dat de wortels van de Romeinse kerk helemaal teruggaan naar de dag waarop de apostelen de heilige Geest in zich kregen en ze op straat preekten tegen alle pelgrims. In het begin bestond de kerk in Rome dus vooral uit Joden, later kwamen daar ook andere nationaliteiten bij. Op een gegeven moment kwam er echter een keizer aan de macht die alle Joden verdreef uit Rome. Pas na vijf jaar mochten ze terugkomen. Al die tijd hadden de niet-Joden de kerk in Rome geleid en dus waren veel Joodse gebruiken verdwenen. Dat zorgde voor verdeeldheid, vooral tussen het Joodse en het niet-Joodse kamp. Paulus besloot Rome te bezoeken en kondigde zijn bezoek aan met deze brief. Hij hoopte twee dingen te bereiken: ten eerste dat er meer eenheid zou komen en ten tweede dat de christenen in Rome hem konden helpen een zendingsreis naar Spanje te maken. (Het is niet bekend of hij deze reis ooit heeft gemaakt.) De brief aan de Romeinen is lang en soms ingewikkeld. Zelfs de apostel Petrus geeft toe dat de brieven van Paulus af en toe moeilijk te begrijpen zijn, maar ze vertellen wel de waarheid (2 Petrus 3:16). Tegelijk is ‘Romeinen' misschien wel de beste uitleg van wat het goede nieuws precies is. Laten we maar eens naar deze brief gaan kijken. ‘Voor dit evangelie schaam ik mij niet' Direct aan het begin vat Paulus bovendien zijn hele boodschap samen, als hij zegt: Voor dit evangelie schaam ik mij niet, want het is Gods reddende kracht voor allen die geloven, voor Joden in de eerste plaats, maar ook voor andere volken. In het evangelie openbaart zich dat God enkel en alleen wie gelooft als rechtvaardige aanneemt, zoals ook geschreven staat: ‘De rechtvaardige zal leven door geloof.' - Romeinen 1:16-17 In de rest van dit Bijbelboek legt hij uit wat het evangelie inhoudt, hoe God de mensen redt die geloven, zowel de Joden als de niet-Joden, en dat wij dus alleen maar hoeven te geloven. Paulus toont aan dat de wereld van binnen verrot is door het werk van de zonde. Ons hart en ons verstand zijn niet zuiver meer. Van nature keren we ons af van God en omarmen we afgoden. We proberen ons geluk en onze betekenis te vinden in materiële dingen. We eren wat geschapen is en niet de Schepper. Als de Joden dit lezen, zouden ze naast hun schoenen kunnen gaan lopen. Zij zijn toch Gods uitverkoren volk? Maar zo werkt het niet, legt Paulus uit. Ook zij staan schuldig tegenover God, zoals blijkt uit de verhalen in het Oude Testament. Zij hebben Gods wetten en voorschriften gekregen, maar niemand kan zich daaraan houden. Het logische gevolg is dat ieder mens verloren zou moeten gaan. Gelukkig is er evangelie - goed nieuws! Paulus zegt: Gods gerechtigheid, waarvan de Wet en de Profeten al getuigen, wordt nu ook buiten de wet zichtbaar: God schenkt vrijspraak aan allen die in Jezus Christus geloven. En er is geen onderscheid. Iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God; en iedereen wordt uit genade, die niets kost, door God als een rechtvaardige aangenomen omdat hij ons door Christus Jezus heeft verlost. - Romeinen 3:21-24 God ziet je zonden niet meer De wet laat zien wat goed is in Gods ogen, maar is niet in staat om ons te bevrijden van de zonde. God moet dus iets buiten de wet om doen. Dat heeft hij gedaan door Jezus in onze plaats te straffen. Iedereen heeft gezondigd, maar als je in Jezus gelooft, ziet God jouw zonden niet meer. Er is voor jouw overtredingen betaald en dus mag je bij Gods familie horen. Paulus noemt dit proces ‘rechtvaardiging'. Je wordt ‘rechtvaardig' gemaakt. Al je zonden uit het verleden en alle zonden die je in de toekomst nog zult begaan, zijn vergeven. Het enige wat nodig is, is dat je gelooft. Met andere woorden: dat je vertrouwt op God, zoals we eigenlijk door de hele Bijbel heen hebben gezien. Paulus beschrijft dat Abraham, die de wet niet had, op Gods beloften vertrouwde en dat hij zo ‘rechtvaardig werd'. Dit leidt natuurlijk wel tot een probleem. Als onze zonden zijn vergeven, maakt het dan nog uit dat we zondigen? Sterker nog, hoe meer we zondigen, hoe meer genade God uitstort. Dus misschien is het wel beter juist meer te zondigen. Dat in geen geval, zegt Paulus. Door ons geloof verbinden we ons met de dood en opstanding van Jezus. Hij is dood voor de zonde en wij ook. Hoewel we moeten accepteren dat we altijd blijven zondigen, moeten we toch proberen dat niet te doen. Als we de heilige Geest in ons laten werken, gaan we steeds meer op Jezus lijken en Jezus was vrij van zonde. Dit proces noemen we ‘heiliging'. Het woord ‘heilig' betekent ‘apart gezet voor God' en het staat los van ‘rechtvaardiging'. Wij kunnen niets bijdragen aan onze rechtvaardiging. Jezus heeft ons verlost en als we in Hem geloven, zijn we rechtvaardig. We zijn dus gered en horen bij Gods familie. Het is niet zo dat God ons pas accepteert als we ons gedrag aanpassen, als we de zonde verslagen hebben. Wij kunnen die zonde niet verslaan, dat heeft Jezus al gedaan. Als we eenmaal zijn opgenomen in die familie, dan willen we steeds meer op Jezus gaan lijken. We doen ons best en de heilige Geest stelt ons in staat om te breken met zondig gedrag. Tegelijk zullen we nooit honderd procent volmaakt zijn en God weet dat. Niets kan ons scheiden van Zijn liefde Dit leidt wel tot strijd in ons binnenste, maakt Paulus duidelijk in hoofdstuk 7. We weten dankzij d...
Gepresenteerd door: Leonard Evers A. Radio Filharmonisch Orkest Pablo Heras Casado, dirigent Eugene Ugorski, viool * Sergej Prokofjev - Ouverture voor piano en orkest, op.34b Over een Hebreeuws thema * Mieczysław Weinberg - Vioolconcert op.67 in g kl.t. * Dmitri Sjostakovitsj - Symfonie nr.10 op.93 in e kl.t. Herhaling van het concert gegeven op 4 november 2011 vanuit Vredenburg Leidsche Rijn in Utrecht. B. Maria Milstein, viool Nathalia Milstein, piano * Karol Szymanowski - Mythes op.30 * Claude Debussy - Sonate voor viool en piano Herhaling van het concert gegeven op 26 november 2021 vanuit TivoliVredenburg in Utrecht.
Wij zijn dag 5 van ons leesjaar. Wij lezen vandaag Genesis 10-11 en Psalm 2. Wij bevinden ons in de tijdsperiode ‘de vroege wereld’. Die ons op Hebreeuws poëtische wijze verhaalt over de schepping van de wereld en over de vroege mensen.
Wij zijn dag 4 van ons leesjaar. Wij lezen Genesis 7-9 en Psalm 1. Wij bevinden ons in de tijdsperiode ‘de vroege wereld’. Die ons op Hebreeuws poëtische wijze verhaalt over de schepping van de wereld en over de vroege mensen.
In de 2e aflevering over het Hebreeuws praten we verder met Gieneke Vrolijk over hoe kennis van de taal de bijbelstudie kan verdiepen en verrijken, maar gaan we ook in op de valkuilen. Meer weten over Israël en de Bijbel? Klik hier.Blijf op de hoogteVia Facebook, Instagram Via IB Magazine of de gratis nieuwsbriefVia de gebedsapp op Telegram of WhatsAppSupport the showEen Bijbel in elk Joods huis
Lezen: Exodus 34:6-7, Genesis 22:1-14 en 1 Petrus 2:24 Herinner je je het raadsel van God nog? In Exodus 34 ging God voor Mozes langs en riep Hij uit: De HEER! De HEER! Een God die liefdevol is en genadig, geduldig, trouw en waarachtig, die trouw blijft tot in het duizendste geslacht, die schuld, misdaad en zonde vergeeft maar niet alles ongestraft laat, en die voor de zonde van de ouders de kinderen en kleinkinderen ter verantwoording roept, tot in het derde en vierde geslacht.' Toen we het hier eerder over hadden, vertelde ik al dat er in het Hebreeuws staat dat God NIETS ongestraft laat. Dus enerzijds laat God niets ongestraft, maar anderzijds vergeeft Hij. Hoe kan dat? Dat is het raadsel van God waar het Oude Testament ons mee opzadelt. Er is een verhaal in het Oude Testament dat dit illustreert. Israël had een koning die David heette. Deze koning pleegde overspel met de vrouw van zijn vriend. Toen zij zwanger bleek te zijn, liet hij zijn vriend omkomen. Vervolgens zegt de Bijbel dat God David vergaf. Dat is eigenlijk heel gek, want in Gods eigen wet staat dat op overspel en moord de doodstraf staat. Hoe kan God David vergeven? Het Oude Testament geeft ons veel aanwijzingen. Laten we kijken naar een verhaal uit het leven van Abraham. Abraham is de stamvader van alle Israëlieten. God had hem een zoon beloofd, en na vijfentwintig jaar wachten krijgt Abraham eindelijk zijn zoon. Dan gebeurt er dit. Genesis 22:1-14 Enige tijd later stelde God Abraham op de proef. ‘Abraham!' zei Hij. ‘Ja, ik luister,' antwoordde Abraham. ‘Haal je zoon, je enige, van wie je zoveel houdt, Isaak, en ga naar het gebied waarin de Moria ligt. Daar moet je hem offeren op een berg die Ik je wijzen zal.' De volgende morgen stond Abraham vroeg op. Hij zadelde zijn ezel, nam twee van zijn knechten en zijn zoon Isaak met zich mee, hakte hout voor het offer en ging op weg naar de plaats waarover God had gesproken. Op de derde dag zag Abraham die plaats in de verte liggen. Toen zei hij tegen de knechten: ‘Blijven jullie hier met de ezel. Ikzelf ga met de jongen verder om daarginds neer te knielen. Daarna komen we naar jullie terug.' Hij pakte het hout voor het offer, legde het op de schouders van zijn zoon Isaak en nam zelf het vuur en het mes. Zo gingen die twee samen verder. ‘Vader,' zei Isaak. ‘Ja, mijn zoon, ik luister,' antwoordde Abraham. ‘We hebben vuur en hout,' zei Isaak, ‘maar waar is het lam voor het offer?' Abraham antwoordde: ‘God zal zich zelf van een offerlam voorzien, mijn zoon.' En zo gingen die twee samen verder. Toen ze waren aangekomen bij de plaats waarover God had gesproken, bouwde Abraham daar een altaar, schikte het hout erop, bond zijn zoon Isaak vast en legde hem op het altaar, op het hout. Toen pakte hij het mes om zijn zoon te slachten. Maar de engel van de HEER riep vanuit de hemel: ‘Abraham, Abraham!' ‘Ja, ik luister,' antwoordde hij. ‘Raak de jongen niet aan, doe hem niets! Want nu weet Ik dat je ontzag voor God hebt: je hebt Mij je zoon, je enige, niet willen onthouden.' Toen Abraham om zich heen keek, zag hij achter zich een ram, die met zijn hoorns verstrikt was geraakt in de struiken. Hij pakte het dier en offerde dat in de plaats van zijn zoon. Abraham noemde die plaats ‘De HEER zal erin voorzien'. Vandaar dat men tot op de dag van vandaag zegt: ‘Op de berg van de HEER zal erin voorzien worden.' Jezus' schaduw Dit verhaal over Abraham en Isaak is best heftig. Wie vraagt er nu aan een vader om zijn eigen kind te offeren? En hoe traumatisch moet dit zijn geweest voor de kleine Isaak? Het lijkt alsof God een wreed spel speelt. Onder de oppervlakte is echter veel meer gaande. God stelde Abraham op de proef. Hij moest zijn geloof bewijzen. MAAR… over dit hele verhaal hangt vooral de schaduw van Jezus. Om te beginnen antwoordt Abraham profetisch op de vraag van Isaak waar het offerlam is. ‘God zal voorzien.' Dit is weer een van de namen van God. Jahweh Jireh. De Heer voorziet. De woorden van Abraham kwamen uit, want later vindt hij een ram die hij mag offeren. Een ram die hem niets heeft gekost mag in de plaats van Isaak als offer worden gebracht. De vraag is ook: waarom vraagt God om een kinderoffer? Twee dingen zijn belangrijk om je te realiseren. Het eerste is dat Isaak geen klein kind meer is. Het Hebreeuws duidt hem aan als een jongeman. Hij is veel sterker en sneller dan zijn vader. Hij had kunnen weglopen bij zijn vader, maar hij kiest ervoor om zelf op het altaar te gaan liggen. De jongeman Isaak werkt dus mee. Het tweede is dat Isaak de eerstgeborene is. In de tijd van het Oude Testament waren mensen minder individualistisch ingesteld dan nu. Het ging niet om persoonlijk succes of welzijn, maar om de familie of clan. De oudste zoon van een gezin, als stamvader, nam de belangrijkste plaats in. Hij kreeg het merendeel van de bezittingen, zodat de familie haar status niet zou verliezen. Alle hoop van een man rustte op de schouders van zijn oudste zoon. Deze eerstgeborene behoort de Heer toe, benadrukt de Bijbel herhaaldelijk. Je kon hem vrijkopen door regelmatig offers te brengen (Exodus 22:29, 34:20), door hem te vervangen voor iemand die dienstdoet in de tabernakel (Numeri: 3:40,41) of door losgeld te betalen (Numeri 3: 46,47). De tiende en ultieme plaag die God losliet op de Egyptenaren was het doden van alle eerstgeborenen. Zo strafte hij de families voor hun zonden. Waarom de oudste zoon? Hij was de familie! Dit waren allemaal wetten en gebeurtenissen die ná Abraham werden ingesteld of plaatsvonden. Maar Abraham was bekend met de principes. Als God had gevraagd om Sara te doden, zou Abraham dat niet hebben gedaan. Dat rijmde niet met zijn beeld van een rechtvaardige God. Gods opdracht was ook niet om Isaak in zijn tent te vermoorden. Nee. Hij moest hem als een brandoffer aan God geven. Nu de Schepper vroeg om het leven van Isaak, vroeg hij om betaling van de zonden van Abraham en zijn familie. Abraham wist dat dat een terechte vraag was, daarom protesteerde hij ook niet. De conclusie? Abraham moest betalen voor de zonden van zijn familie met het leven van zijn eerstgeborene. Toch hoeft hij dat uiteindelijk niet te doen. Isaak blijft leven, omdat God voor een plaatsvervangend offer zorgt. Dezelfde bergen Laten we 2000 jaar doorspoelen. We bevinden ons in dezelfde bergen als waar Abraham en Isaak destijds waren. Alleen is hier nu een stad gebouwd. En wat zien we? Een man die, net als Isaak, het hout naar boven draagt. Een man die net als Isaak zelf op het hout gaat liggen. Maar… anders dan Isaak sterft deze man wel. Zijn naam is Jezus. Hij is de ram die in de struiken verstrikt zat. Hij is het plaatsvervangende offer. Abraham hoefde zijn zoon Isaak niet te offeren, omdat Jezus zijn leven zou geven. De apostel Petrus zegt het zo: 1 Petrus 2:21-25 Dat is uw roeping; ook Christus heeft geleden, omwille van u, en heeft u daarmee een voorbeeld gegeven. Treed dus in de voetsporen van Hem die geen enkele zonde beging en nooit bedrieglijke taal sprak. Hij werd gehoond en hoonde zelf niet, Hij leed en dreigde niet, Hij liet het oordeel over aan Hem die rechtvaardig oordeelt. Hij heeft onze zonden gedragen met zijn lichaam aan het kruishout, opdat wij, dood voor de zonde, rechtvaardig zouden leven. Door zijn striemen bent u genezen. Eens dwaalde u als schapen, nu bent u naar uw herder teruggekeerd, naar Hem die uw ziel behoedt. Christus Jezus heeft onze zonden op zich genomen. Vrijwillig. Zodat wij ons leven terugkregen. Het is verschrikkelijk dat Hij dat moest ondergaan. Toch was het nodig – om Isaak te redden, om mij te redden en om jou te redden. Het was de enige manier om Gods raadsel op te lossen. Bestraft God alle zonden? Ja. Kijk maar naar het kruis. Vergeeft God zonden? Ja. Kijk maar naar het kruis.
In gesprek met Gieneke Vrolijk over de Hebreeuwse taal, de betekenis van de heilige Godsnaam en de betrouwbaarheid van de Bijbeltekst.Meer weten over Israël en de Bijbel? Klik hier.Blijf op de hoogteVia Facebook, Instagram Via IB Magazine of de gratis nieuwsbriefVia de gebedsapp op Telegram of WhatsAppSupport the showEen Bijbel in elk Joods huis
Job is zeker niet één van de makkelijkste boeken om te lezen, maar wel één van de meest intrigerende. Misschien is het jammer dat wij de Bijbel in onze eigen taal moeten lezen en dat niet in het oorspronkelijke Hebreeuws kunnen. De grondtekst is namelijk prachtig poëtisch. De boodschap is ook erg sterk, want de vraagstukken die naar voren komen in het boek Job zijn vragen die vandaag de dag nog veel worden gesteld. De hamvraag is: waarom is er lijden in de wereld? En daaraan gekoppeld: als er lijden is, kan God dan wel goed en liefdevol zijn? Uniek inkijkje in de hemel Het verhaal van Job speelt zich af ergens in de periode van Genesis in een land ver van Israël. Job is dan ook geen Israëliet. Job is een goede man, een soort Noach. Hij is rechtschapen, onberispelijk, heeft ontzag voor God en mijdt het kwaad. Hij leefde zoals God dat van de mens verlangt. God zegent hem rijkelijk met een vrouw, zeven zonen, drie dochters, vee en allerlei andere bezittingen. Na deze introductie van Job, krijgen we plotseling een uniek inkijkje in de hemel. We zien hoe God zijn engelen om zich heen verzamelt. Er is één wezen bij dat wij meestal ‘de duivel noemen'. Zijn naam wordt hier niet genoemd, maar de auteur van het boek noemt hem ‘satan'. Dat betekent ‘aanklager'. God vraagt aan satan of hij tijdens zijn ronde op aarde ook Job heeft gezien. Deze boze engel grijpt zijn kans om Job in de problemen te brengen. “Natuurlijk eert hij U”, zegt hij tegen God. “U geeft hem immers zoveel. Als U dat van hem afpakt, zal hij U vervloeken.” God lijkt zich te laten uitlokken. Hij geeft satan de vrije hand om alles van Job af te pakken, inclusief zijn kinderen, zo lang hij maar niet aan Job zelf komt. Dat leidt onmiddellijk tot een groot dilemma: waarom doet God dit? Is het lijden van de mens een spelletje voor de Heer? Als lezer wil je snel verder om te kijken hoe deze vragen worden beantwoord. Een week zwijgen Maar Job zondigt niet. Tenminste, niet meteen. ‘De Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen. Geprezen zij de naam van de Heer', is Jobs beroemdste uitspraak. Zijn vrouw moedigt Job aan God te vervloeken. Hij weigert. Liever aanvaart hij het kwade. Dan komen vier vrienden op bezoek. Als ze het leed zien, zwijgen ze een week lang. Dat is de introductie van het boek. Of ze letterlijk zwegen of wel spraken maar niet over wat Job was overkomen, weet ik niet. Maar na die zeven dagen kan Job zich niet langer inhouden. Hij vervloekt de dag dat hij is geboren. Vanaf dat moment ontspint zich een lange discussie tussen Job en zijn vrienden. Drie vragen staan centraal: 1) Heeft God een rechtvaardig karakter? 2) Heerst God op basis van rechtvaardigheid? 3) Als God rechtvaardig is en heerst op basis van rechtvaardigheid, waarom moet Job dan lijden? In de oudheid gingen mensen ervan uit dat als je goed deed, de goden je zouden belonen en als je kwaad deed, dat je daarvoor gestraft zou worden. Job wordt dan ook boos als zijn ‘vrienden' zeggen dat hij wel moet hebben gezondigd. Hij houdt vol dat hij onschuldig is en zijn leed niet is omdat God hem straft. Dat klopt ook, want de Bijbel introduceert Job als een rechtvaardig persoon die kwaad mijdt en God eert. Hopen op het goede Op een gegeven moment wordt Job de discussie met zijn vrienden zo zat dat hij zich in al zijn emoties rechtstreeks tot God richt. Hij zegt dat hij deze God niet meer herkent. ‘Ik hoopte op het goede, maar het kwade kwam.' Hij houdt vol dat hij volstrekt onschuldig is en daagt God uit rechtstreeks tot hem te spreken. Nu pas begint de jongste vriend te spreken. Deze Elihu maakt een punt dat nog niet eerder is genoemd door Job en de andere mannen. Hij zegt dat het lijden misschien niet is vanwege zonden die al begaan zijn, maar om mensen te waarschuwen die in de toekomst wellicht zullen zondigen. Of misschien gebruikt God het lijden wel om mensen sterker te maken. Elihu geeft toe dat hij niet weet waarom deze rampspoed Job getroffen heeft. Hij is er wel van overtuigd dat Job God niet mag beschuldigen. ‘Heb jij de zon wel eens laten opkomen?' Dit is het einde van het debat. Job reageert niet meer en het lijkt erop dat de mens het mysterie van het lijden niet kan ontrafelen. Dan, in hoofdstuk 38, verschijnt God opeens zelf. Vanuit een heftige storm spreekt hij met Job. Je verwacht en hoopt dat God nu eindelijk zal uitleggen waarom Hij de satan toestond vrijwel alles van Job af te pakken. God doet dat niet. Eerst roept hij Job ter verantwoording, zoals Job dat zelf eerder bij God deed. God laat Job de grootsheid van het heelal zien en bevraagt hem over de schepping van het universum en de orde die God heeft aangebracht. ‘Kun jij dat ook, Job?', zegt God feitelijk. ‘Heb jij de zon wel eens laten opkomen?' God vuurt een eindeloze reeks van dit soort vragen op Job af, zodat Job beseft hoe klein hij is en hoe groot God is. Wie is Job dus om God in het beklaagdenbankje te zetten en te bepalen hoe Hij de kosmos moet leiden? Misschien moet Job maar de zondaren straffen op het moment dat ze in overtreding gaan? God zegt hier met zoveel woorden dat het niet zo makkelijk is om altijd maar recht te spreken, elke goede daad te belonen en elke slechte daad te bestraffen. De werkelijkheid is veel complexer. Job wilde dat God verantwoording af zou leggen. Dat doet God niet. Hij legt niet uit dat Hij een gesprek had gevoerd met satan en dus ook niet waarom Job zo moest lijden. In plaats daarvan vraagt God aan Job om Hem te vertrouwen. Job toont berouw en vraagt vergeving. God zegt dan dat Job juist gesproken heeft. Dat is gek, want eerder nog zagen we duidelijk dat Job God onterecht beschuldigde. Ondanks dat Hij Job fors terechtwees, is God blijkbaar niet boos op Job. Hij lijkt juist blij dat Job in gebed met Hem heeft geworsteld. God beloont trouw De vrienden krijgen nog wel de wind van voren. Ze moeten offers brengen en Job moet voor hen bidden. Job is blijkbaar in de positie om dat te doen. Hij is gebroken, heeft zijn fouten toegegeven en vergeving gekregen. Nu kan hij bidden voor de vrienden. En nadat hij dat heeft gedaan, herstelt God zijn dienaar. Hij krijgt opnieuw zeven zonen en drie dochters en vergaart opnieuw een enorme rijkdom, het dubbele van wat hij had. Dit is een belofte. Wie toegeeft de wijsheid niet in pacht te hebben, wie niet op eigen kracht vertrouwt, wie zijn zonden toegeeft maar gelooft in God zal door Hem rijkelijk worden beloond. Misschien niet in dit leven, maar zeker na de dood.
Lezen: Genesis 1:26-31 en Genesis 2:7-25 In de eerste week van onze reis door de Bijbel hebben we gekeken naar wat het evangelie eigenlijk is. Evangelie betekent goed nieuws, en het goede nieuws is dat we niet langer schuldig zijn tegenover God, omdat Jezus in onze plaats is gestraft. Je kunt het vergelijken met een zoon of dochter die zijn of haar vader heeft doodverklaard maar tot inkeer komt, teruggaat en weer in genade wordt aangenomen. Genade betekent dat hij of zij dat niet heeft verdiend, maar toch in ere wordt hersteld. Het verhaal van de Bijbel is het verhaal van een vader op de uitkijk naar zijn verloren kind, het verhaal van een herder op zoek naar het verdwaalde schaap, het verhaal van thuiskomen op een plek waar je geliefd bent, zoals we in de tweede week zagen. In de Bijbel staan veel teksten die vragen oproepen. Het kan zelfs zijn dat je je gaat afvragen of God wel echt liefdevol is. Het is dan ook niet gek dat je in de Bijbel veel mensen tegenkomt die aan God twijfelen. Hun worstelingen zijn onze worstelingen. Deze week kijken we naar de rol van de mens in het verhaal van de Bijbel. Helaas is die niet altijd positief. Toch hoef je je daar niet door te laten afschrikken. Ja, een mens alleen is zwak, maar een mens met God kan de wereld aan. De boodschap van de Bijbel is dat we God nodig hebben. Zullen we kijken naar de schepping van de mens en Gods oorspronkelijke plan voor ons? We lezen twee gedeeltes. Het eerste komt uit Genesis 1. Hierin schept God het universum, en als laatste creëert Hij de mens. Het opvallende is dat Genesis 2 opnieuw vertelt over hoe God alles maakt. Het lijkt wel alsof er een tweede aarde komt. Dat is niet zo. De Bijbel vertelt in Genesis 2 het scheppingsverhaal opnieuw, maar dit keer ligt de focus van het verhaal op de mens. Daarom lezen we nu eerst een stukje uit Genesis 1 en daarna het stuk uit Genesis 2 dat over de mens gaat. Genesis 1:26-31 God zei: ‘Laten Wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op Ons lijken; zij moeten heersen over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.' God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep Hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep Hij de mensen. Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen.' Ook zei God: ‘Hierbij geef Ik jullie alle zaaddragende planten en alle vruchtbomen op de aarde; dat zal jullie voedsel zijn. Aan de dieren die in het wild leven, aan de vogels van de hemel en aan de levende wezens die op de aarde rondkruipen, geef Ik alle groene planten tot voedsel.' En zo gebeurde het. God zag alles wat Hij had gemaakt: het was zeer goed. Het werd avond en het werd morgen. De zesde dag. Heersen namens God God zegt dus: ‘Laten Wij mensen maken'. Misschien vraag je je af waarom God in de wij-vorm spreekt. Dat is een nogal ouderwetse grammaticale regel. Je noemt dit koninklijk meervoud. Een koning mag bijvoorbeeld ook zeggen: ‘Wij, koning der Nederlanden', terwijl het alleen over hemzelf gaat. Dit meervoud drukt de grootsheid van de persoon uit. God kiest ervoor om mensen te maken naar zijn evenbeeld. Oftewel: ze moeten op Hem lijken. Ze moeten spiegels van Hem zijn. Nu heeft God geen lichaam, zoals jij en ik. Hij staat immers buiten de tijd, de ruimte en de materie. (Hij kan wel verschijnen in een lichaam.) God is wel een levend wezen, maar geestelijk. De mens is lichamelijk, al heeft God ons ook een geest gegeven. Laten we daar nu niet te diep op ingaan. De vraag is: wat betekent het dat wij gemaakt zijn naar Gods evenbeeld? Laten we weer even teruggaan naar het spiegelbeeld. Wij moeten God weerspiegelen. We moeten dus zijn zoals Hij is. We heersen namens Hem. In feite betekent dit dat God de mens hier benoemt als onderkoningen. God heeft alles gemaakt. Hij is de eigenaar en wij zijn de beheerders. Wij zijn Gods ambassadeurs. Het mooie is dat God pas zegt ‘Het is zeer goed' nadat Hij de mens heeft gemaakt. Niet prima. Niet keurig. Niet gewoon goed. Nee, heel goed. Laten we kijken naar wat God nog meer over de mens zegt. Genesis 2:7-25 Toen maakte de HEER God de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen. De HEER God legde in het oosten, in Eden, een tuin aan en daarin plaatste Hij de mens die Hij had gemaakt. Hij liet uit de aarde allerlei bomen opschieten die er aanlokkelijk uitzagen, met heerlijke vruchten. In het midden van de tuin stonden de levensboom en de boom van de kennis van goed en kwaad. (…) De HEER God bracht de mens dus in de tuin van Eden, om die te bewerken en erover te waken. Hij legde hem het volgende verbod op: ‘Van alle bomen in de tuin mag je eten, maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.' De HEER God zei: ‘Het is niet goed dat de mens alleen is, Ik zal een helper voor hem maken die bij hem past.' Toen vormde Hij uit aarde alle in het wild levende dieren en alle vogels, en Hij bracht die bij de mens om te zien welke namen de mens ze zou geven: zoals hij elk levend wezen zou noemen, zo zou het heten. De mens gaf namen aan al het vee, aan alle vogels en alle wilde dieren, maar hij vond geen helper die bij hem paste. Toen liet de HEER God de mens in een diepe slaap vallen, en terwijl de mens sliep nam Hij een van zijn ribben weg, en Hij sloot het lichaam weer op die plaats. Uit de rib die Hij bij de mens had weggenomen, bouwde de HEER God een vrouw en Hij bracht haar bij de mens. Toen riep de mens uit: ‘Dit is ze! Mijn eigen gebeente, mijn eigen vlees en bloed. Vrouw wordt zij genoemd, genomen uit een man.' Daarom maakt een man zich los van zijn vader en moeder en hecht hij zich aan zijn vrouw, en zij zullen één lichaam zijn. Beiden waren ze naakt, de mens en zijn vrouw, maar ze schaamden zich niet voor elkaar. De vrouw is Adams helper? Voordat we gaan kijken naar de hoofdboodschap wil ik eerst wat misverstanden opruimen. In onze 21e-eeuwse oren klinken deze teksten namelijk nogal vrouwonvriendelijk. De man is blijkbaar als eerste geschapen en dus belangrijker. Omdat hij niet zo goed alleen kan zijn, bouwt God een vrouw voor hem. Daarvoor gebruikt hij een klein stukje van de man, namelijk zijn rib. En de rol van deze vrouw? Ze moet de man helpen. Ze is zijn assistent. Als dit is wat de Bijbel wil overbrengen, dan zou dat niet best zijn. Gelukkig is de werkelijkheid veel positiever. Ten eerste betekent het woord ‘Adam' gewoon ‘mens'. In het begin schiep God de mens. Niet de man. Eén mens. Deze mens wordt pas man genoemd als God Eva heeft gemaakt. Het Hebreeuwse woord voor ‘rib' kun je ook vertalen met ‘zij' of ‘zijkant', en zelfs met ‘de helft'. Eva is dus niet gemaakt van een klein stukje van Adam. Zij is de helft van hem! Het woord voor ‘helper' is in het Hebreeuws ezer. Dit woord komt eenentwintig keer voor in het Oude Testament. Twee keer voor Eva, drie keer voor bondgenoten van het volk Israël en zestien keer voor God. God is Israëls ezer. Oftewel: hun bondgenoot, hun helper. Eva is dus geen personal assistant van Adam. Zij is een levenspartner zonder wie hij niet kan. De opdracht om namens God te heersen geldt niet alleen voor Adam, maar ook voor Eva. Ze moeten het samen doen. God kust ons tot leven En weet je wat me zo raakt in de tekst die we hebben gelezen? Hoe intiem God te werk gaat bij het maken van de mens. Hij boetseerde de mens uit aarde en blies levensadem door de neus van de mens. Het is alsof God de mens tot leven kust. Zo veel houdt God van ons. Hij kuste ons tot leven, Hij gaf ons elkaar als partners en bondgenoten, en Hij gaf ons de hele schepping. Onze opdracht is om namens God te heersen over de schepping en om alles en iedereen voor te gaan in de aanbidding van God. Wij zijn gemaakt als de kroon op Gods schepping. Besef je dat ook? Wat doet dit met je?
Lezen: Exodus 3:1-14‘Het Nederlandse team boekte een glorieuze overwinning', zou een sportverslaggever kunnen zeggen. Hij bedoelt daarmee dat de zege op schitterende en overtuigende wijze werd behaald. Wist je dat de term ‘glorie' ook vaak in de Bijbel voorkomt? In de Bijbel gaat het veel over de ‘glorie van God'. Er worden ook wel andere termen gebruikt. Bijvoorbeeld: ‘Gods grootheid', ‘Gods majesteit', ‘Gods heerlijkheid' of ‘Gods luister'. De term ‘glorie van God' is niet iets waar in kerken veel over wordt gepreekt. Ik denk omdat het ons een ongemakkelijk gevoel geeft. Als je een beetje cynisch bent, dan kun je zeggen dat God wel erg vol is van zichzelf. Alles draait om Hem. En als je Hem niet voldoende eer geeft, dan krijg je daar nog straf voor ook... Zo wordt de Bijbel vaak uitgelegd door mensen die het idee van Gods glorie niet begrijpen. Wij zijn opgevoed met de gedachte dat iedereen gelijk is. Maar God benadrukt steeds weer dat Hij boven ons staat. Eh… is dat niet een beetje egoïstisch? Oneerlijk zelfs? Nu moet ik toegeven: Gods glorie is best ingewikkeld. Wat wordt hiermee bedoeld? En waarom is dit zo belangrijk voor God? Laten we, net als in de vorige les, teruggaan naar het Bijbelboek Exodus. In dit boek wordt beschreven hoe God zijn volk Israël uit Egypte bevrijdt. Hij doet dit door allerlei plagen op Egypte te laten neerkomen. Waarom doet Hij dat? Omdat Egypte God had beroofd van zijn glorie, van zijn eer. Ze hadden afgodsbeelden neergezet en vereerden die in plaats van de Heer. Had Egypte zijn hoofd gebogen, dan waren de tien rampen niet nodig geweest. Maar wat doet Israël, kort nadat ze tegen God hebben gezegd dat zij Hem wel willen volgen? Terwijl Mozes op de berg met God in gesprek is maken ze een afgodsbeeld. Laten we lezen. Exodus 3:1-4 Toen het volk merkte dat Mozes lang wegbleef en maar niet van de berg af kwam, verdrongen ze zich om Aäron en eisten van hem: ‘Maak een god voor ons die voor ons uit kan gaan, want wat er gebeurd is met die Mozes, die ons uit Egypte heeft geleid, weten we niet.' Aäron antwoordde: ‘Neem dan uw vrouwen, zonen en dochters hun gouden oorringen af en breng die bij mij.' Hierop deden alle Israëlieten zonder aarzelen hun gouden oorringen af en gaven die aan Aäron. Alles wat ze hem brachten smolt hij om en hij goot er een beeld van in de vorm van een stierkalf. Het volk riep uit: ‘Israël, dit is je god, die je uit Egypte heeft geleid!' Toen Aäron zag wat er gebeurde, bouwde hij een altaar voor het beeld en kondigde hij aan dat er de volgende dag een feest voor de HEER zou zijn. De volgende morgen vroeg brachten ze brandoffers en vredeoffers. Ze gingen zitten om te eten en te drinken, en stonden daarna op om uitbundig feest te vieren. De HEER zei tegen Mozes: ‘Ga terug naar beneden, want jouw volk, dat je uit Egypte hebt geleid, misdraagt zich. Nu al zijn ze afgeweken van de weg die Ik hun gewezen heb. Ze hebben een stierenbeeld gemaakt, hebben daarvoor neergeknield, er offers aan gebracht en gezegd: “Israël, dit is je god, die je uit Egypte heeft geleid!”' De HEER zei verder tegen Mozes: ‘Ik weet hoe onhandelbaar dit volk is. Houd Mij niet tegen: mijn brandende toorn zal hen verteren. Maar uit jou zal Ik een groot volk laten voortkomen.' Mozes probeerde de HEER, zijn God, milder te stemmen: ‘Wilt U dan uw toorn laten ontbranden tegen uw eigen volk, HEER, dat U met sterke hand en grote macht uit Egypte hebt bevrijd? Wilt U dat de Egyptenaren zeggen: “Hij heeft hen bevrijd om hen in het ongeluk te storten, om hen in het bergland te doden en van de aarde weg te vagen”? Wees niet langer toornig en zie ervan af onheil over uw volk te brengen! Denk toch aan uw dienaren Abraham, Isaak en Israël, aan wie U onder ede deze belofte hebt gedaan: “Ik zal jullie zo veel nakomelingen geven als er sterren aan de hemel zijn, en het hele gebied waarvan Ik gesproken heb zal Ik hun voor altijd in bezit geven.”' Toen zag de HEER ervan af zijn volk te treffen met het onheil waarmee Hij gedreigd had. God is boos We zien hier dus dat God boos wordt. Het lijkt erop dat Hij dus menselijke emoties heeft. Maar er is een verschil. Wij kunnen boos worden in een opwelling, en daarbij de controle verliezen. Het is lastig voor te stellen, maar dat heeft God niet. De Bijbel probeert vooral aan te duiden dat God terecht boos werd. Het volk had net de almacht van God meegemaakt, en binnen een paar weken laten ze God alweer vallen als een baksteen. Ze vereren liever een dood voorwerp dat door mensenhanden is gemaakt, dan de levende, almachtige Schepper van hemel en aarde! En wat doet Mozes? Die springt in de bres voor het volk. Maar… dat doet hij niet in de eerste plaats om de mensen te helpen. Kijk maar eens naar wat hij bidt: ‘Wilt U dan uw toorn laten ontbranden tegen uw eigen volk, HEER, dat U met sterke hand en grote macht uit Egypte hebt bevrijd? Wilt U dat de Egyptenaren zeggen: “Hij heeft hen bevrijd om hen in het ongeluk te storten, om hen in het bergland te doden en van de aarde weg te vagen”? Wees niet langer toornig en zie ervan af onheil over uw volk te brengen! Denk toch aan uw dienaren Abraham, Isaak en Israël, aan wie U onder ede deze belofte hebt gedaan: “Ik zal jullie zo veel nakomelingen geven als er sterren aan de hemel zijn, en het hele gebied waarvan Ik gesproken heb zal Ik hun voor altijd in bezit geven.”' Mozes zegt niet: ‘Deze mensen bedoelden het niet verkeerd' of: ‘Het viel toch wel mee wat ze hebben gedaan?' Hij doet een beroep op Gods glorie. ‘Wat zullen de andere volken van U denken als U dit volk niet langer beschermt?' Hij stelt Gods reputatie dus centraal. Mozes weet waarom God Israël heeft bevrijd. Dat wordt even verderop in de Bijbel trouwens nog duidelijker: wat God aan Mozes heeft verteld is dat Israël een koninkrijk van priesters moest worden. Als Israël God trouw zou dienen, dan zou God hen trouw zegenen, en dan zouden andere volken zouden zo jaloers worden dat zij zich ook bij God zouden aansluiten. Op die manier kon God de hele aarde zegenen. Maar Israël was opstandig. ‘Uw beloftes staan nog steeds', zegt Mozes. ‘Maak Uw eigen naam groot door trouw te blijven aan Uw beloftes.' God ging mee met Mozes' pleidooi en Hij spaarde het volk. Gods glorie is de som van Gods eigenschappen Het Oude Testament, dat oorspronkelijk in het Hebreeuws is geschreven, gebruikt meestal het woord kabod om Gods glorie aan te duiden. Kabod betekent letterlijk ‘zwaar in gewicht'. Als je iemand de eer geeft die hem toekomt, erken je zijn ‘belangrijkheid', ofwel het gewicht van zijn unieke eigenschappen. Dit brengt ons al een stuk dichter bij een definitie van wat we bedoelen met Gods glorie. Misschien dat de meest simpele manier om Gods heerlijkheid te omschrijven is: ‘de som van al zijn unieke eigenschappen'. Dat kunnen we bijvoorbeeld zo weergeven: Gods liefde Gods alwetenheid Gods almacht Gods heiligheid Gods schoonheid Gods volmaaktheid Gods rechtvaardigheid Gods vergevingsgezindheid (enzovoort) ________________+ = Gods glorie God zegt dat Hij vaak dingen doet omwille van zijn naam, ofwel: omwille van zijn glorie. Hier zien we dus dat alles wat God is, samenkomt onder noemer ‘Glods glorie' of ‘Gods heerlijkheid'. Met andere woorden: als we het hebben over de ‘glorie van God' bedoelen we zijn hele wezen: alles wat Hij is en volledig wie Hij is. Als we God verheerlijken, erkennen we dat Hij de allerhoogste is, dat er niemand is als Hij, niemand zo machtig, niemand zo liefdevol, niemand zo barmhartig, niemand zo genadig, niemand zo mooi, niemand zo eerbiedwaardig en niemand zo heilig. We zeggen dat Hij God is, en niemand anders. Is God egoïstisch? Dat brengt ons bij de vraag waarom God zo geobsedeerd lijkt door zijn glorie. Is Hij ijdel en egoïstisch? Voor veel mensen is dit een reden om zich van God af te keren. Televisiepresentatrice Oprah Winfrey bijvoorbeeld liep weg bij God toen ze ongeveer 27 jaar was. Ze was ervan overtuigd dat God liefde was, maar toen een voorganger vertelde over de jaloerse kant van God, kon ze daar niet mee omgaan. De bekende acteur Brad Pitt verliet de kerk omdat Hij Gods gedachtegang niet kon volgen. ‘Ik begrijp het idee niet van een God die zegt: “Je moet me erkennen. Je moet zeggen dat ik de beste ben en dan geef ik je eeuwig geluk. Als je dat niet doet, dan krijg je het niet!” Het lijkt om ego te gaan. Ik zie niet in hoe God vanuit zijn eigen ego kan werken. Het slaat nergens op.' Ook de christelijke schrijver C.S. Lewis begreep in zijn jonge jaren niet waarom God zo door zichzelf geobsedeerd leek en hoe dat strookte met het beeld van een liefdevolle God. ‘God leek wel een ijdele vrouw die complimenten wilde ontvangen.' Anders dan de twee genoemde tv-persoonlijkheden kwam Lewis er uiteindelijk achter dat God uit liefde zo bezig is met zijn eigen glorie. Niet uit egoïsme, maar uit liefde. Van wie hou jij heel erg veel? Zou je die persoon dan niet het allerbeste willen geven? Wat is het beste? Een huis? Een auto? Juwelen? Elke avond patat of juist elke avond luxe uit eten? God gunt ons ook het allerbeste. En wat is het allerbeste? Dat is God zelf! Al zijn liefde, al zijn zorg, al zijn bescherming, al zijn vergeving, alles wat Hij is en wie Hij is wil Hij aan jou geven. Hij wil dat zijn kinderen gelukkig zi...
De Bijbel zegt in Romeinen 1 dat God zich in de schepping openbaart. Daarom begonnen we in de vorige overdenking met God als schepper. Maar er zijn meer manieren waarop God onthult wie Hij is. Als je God wilt leren kennen, is het heel nuttig om eens te kijken naar zijn namen. In het Engels kennen we de uitdrukking: What's in a name? (Ofwel: ‘Wat zegt een naam?') Maar hoe iemand heet is in de bijbel wel degelijk belangrijk. Je naam geeft aan wie je bent. In je naam ligt je wezen besloten. Toen Jezus werd geboren moesten Maria en Jozef Hem de naam Jezus geven. Dit betekent ‘God redt'. Jezus' taak was immers om te laten zien dat God redt. Een vorige keer hadden we het al over Petrus. Zijn echte naam was Simon, maar Jezus noemde hem Petrus. Petrus betekent ‘rots'. En wist je dat er in de hemel een wit steentje voor jou klaarligt met daarop je echte naam? Jezus zegt in Openbaring 2:17: ‘Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint zal Ik van het verborgen manna geven, en ook een wit steentje waarop een nieuwe naam staat, die niemand kent behalve degene die het ontvangt.' God wil dat we Hem leren kennen. Daarom geeft Hij ons vele namen en titels die op Hem van toepassing zijn. Laten we er een aantal bekijken. 1. Elohim – Hij is God De eerste naam van God die we in de Bijbel tegenkomen is Elohim. Waar bij ons in Genesis 1 staat: ‘In het begin schiep God de hemel en de aarde', staat in het Hebreeuws: ‘In het begin schiep Elohim de hemel en de aarde'. Elohim is de meest algemene naam voor God. Deze naam komt meer dan 2.700 keer in de Bijbel voor. Elohim benadrukt Gods macht als de schepper van alle dingen. Het laat ook zien dat God ‘toereikend' is. Meer dan Hem hebben we niet nodig. Psalm 68 zegt bijvoorbeeld: Geprezen zij de Heer, dag aan dag, deze Elohim draagt ons en redt ons. (Sela) Onze Elohim is een reddende Elohim, bij Elohim, de HEER, is bevrijding uit de dood. (Psalm 68:20-21) In dezelfde Psalm wordt gezegd dat God een vader is voor de vaderlozen en een beschermer van weduwes. Ook wordt God voorgesteld als iemand die afrekent met vijanden. In totaal wordt God 27 keer Elohim genoemd. 2. Adonai – Heer Als je bij dat stukje uit Psalm 68 goed hebt opgelet, dan zie je dat God ook een keer ‘Heer' wordt genoemd. In de Bijbel kom je dit woord veel vaker tegen. In het Hebreeuws staat er dan Adonai. Dat betekent ‘Heer' of ‘Meester'. Het woord geeft dus een gezagsverhouding aan. God is de baas en verdient eer en respect. 3. El-Shaddai – God is almachtig/ontzagwekkend De naam spreekt voor zich, maar het is interessant om te zien in welke situaties God zich El-Shaddai noemt. Neem Abraham (zijn naam betekent ‘vader van een menigte; voordat God een verbond met hem sloot heette hij Abram) en zijn vrouw Sara (dat betekent ‘vorstin'; zij heette eerst Sarai). Zij waren hoogbejaard, maar God beloofde hun toch een zoon. 24 jaar na die belofte was Sara nog steeds niet zwanger en Abraham ging twijfelen of het ooit nog zou gebeuren. En dan zegt de Bijbel: Toen Abram negenennegentig jaar was, verscheen de HEER aan hem en zei: ‘Ik ben God, de Ontzagwekkende. Richt je steeds naar mijn wil en leid een onberispelijk leven. Ik wil met jou een verbond aangaan en Ik zal je veel, heel veel nakomelingen geven.' (Genesis 17:1-2) Deze woorden kwamen uit. Abraham kreeg een zoon en twee kleinzonen. Uit één van die kleinzonen werden twaalf achterkleinzonen geboren. Zij werden de vaders van de twaalf stammen van Israël. God is almachtig en ontzagwekkend. El-Shaddai. Hij doet wat Hij belooft. 4. Jahweh – Ik ben die er zijn zal Onderaan deze overdenking vind je nog een lijstje met namen en titels die voor God worden gebruikt in de Bijbel, en voor nu wil ik er nog één uitlichten. Om die naam beter te begrijpen moeten we naar een bijzondere ontmoeting gaan in het Bijbelboek Exodus. Aan het begin van dit verhaal is het volk Israël tot slaaf gemaakt in Egypte. Mozes is geadopteerd door een Egyptische prinses, maar moet vluchten omdat hij een Egyptenaar heeft doodgeslagen. Hij woont veertig jaar bij een woestijnvolk. Op een dag is hij de schapen aan het hoeden als hij een doornstruik in brand ziet staan. Maar hoewel het vuur echt is, vergaan de takken van de struik niet. Hij komt dichterbij en hoort plotseling de stem van God. God geeft hem de opdracht om terug te gaan naar Egypte. Hij moet de farao vertellen dat Israël daar weg moet om God te dienen in een ander land. Mozes ziet de opdracht niet echt zitten en gaat in met God discussie. Laten we een stukje lezen. Maar Mozes zei: ‘Stel dat ik naar de Israëlieten ga en tegen hen zeg dat de God van hun voorouders mij gestuurd heeft, en ze vragen: “Wat is de naam van die God?” Wat moet ik dan zeggen?' Toen antwoordde God hem: ‘Ik ben die er zijn zal. Zeg daarom tegen de Israëlieten: “IK ZAL ER ZIJN heeft mij naar u toe gestuurd.”' Ook zei Hij tegen Mozes: ‘Zeg tegen hen: “De HEER heeft mij gestuurd, de God van uw voorouders, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob. En Hij heeft gezegd: ‘Zo wil Ik voor altijd heten, met die naam wil Ik worden aangeroepen door alle komende generaties.'” (Exodus 3:3-15) Uiteindelijk doet Mozes wat God hem opdraagt. Als je God wilt leren kennen, dan is het goed om stil te staan bij de naam Jahweh. Dat is zoals Hij wil heten. Letterlijk betekent Jahweh: ‘Ik ben' of ‘Ik ben die Ik ben' of zelfs: ‘Ik ben die er zijn zal'. De naam Jahweh wordt in onze Bijbel vaak vertaald met ‘Heer'. Dat is eigenlijk best verwarrend, want Adonai wordt ook vertaald met Heer. Waar in het Hebreeuws Jahweh wordt gebruikt, schrijft de Nederlandse Bijbel ‘HEER' met hoofdletters. Staat er Adonai, dan krijgt alleen de ‘h' een hoofdletter: ‘Heer'. Jahweh geeft dus ook aan dat God de Meester van alles is. Hij is de baas: vroeger, nu en tot in eeuwigheid. Jahweh regeert. In een latere overdenking komen we terug op deze naam. Samenvatting We hebben vier namen besproken: Elohim: Hij is God Adonai: Hij is Heer El-Shaddai: Hij is almachtig Jahweh: Ik ben die er zijn zal Maar er zijn meer namen in de Bijbel. Onder andere: Jahweh Rohi: de Heer is de Herder Jahweh Jireh: De Heer voorziet Jahweh Rophe – De Heer heelt/geneest/herstelt Jahweh Nissi – De Heer is mijn banier Jahweh Mekadesh – De Heer maakt je heilig Jahweh Shalom – De Heer is vrede Jahweh Tsidkenu – De Heer is onze gerechtigheid We hebben het nu over een aantal namen van God gehad, maar God heeft ook titels. De meest opvallende is wel ‘Vader'. In het Oude Testament wordt God slechts vijftien keer aangeduid als ‘Vader', in de vier evangeliën in het Nieuwe Testament maar liefst 165 keer. In vrijwel alle gevallen in het Nieuwe Testament gaat het om Jezus die zijn trouwe leerlingen onderwijst. Daarmee zegt Hij dat gelovigen het voorrecht hebben om God ‘Vader' te noemen. Vind je dat niet geweldig?!
Lezen: Psalmen 1 De Bijbel is een dik boek. Het bestaat uit bijna twaalfhonderd hoofdstukken en meer dan zevenhonderdduizend woorden. Het is niet gek dat wij het soms maar moeilijk vinden om de Bijbel te begrijpen. Als je net begint met Bijbellezen – of je hebt de Bijbel nooit van A tot Z gelezen – dan kan ik me goed voorstellen dat je dit boek overweldigend vindt. Waar begin je? Hoe krijg je dat allemaal in je hoofd op een manier die te doen is? Bijbellezen moet je leren, vind ik. Je kunt de Bijbel zien als een grote stad. Misschien ben je er weleens op bezoek geweest, maar het is toch anders als je er gaat wonen. In het begin kun je misschien alleen je eigen huis of appartement vinden. Hoe langer je er woont, hoe beter je ook de nabije omgeving leert kennen. Dan de hele buurt, een volgende wijk, en nog een wijk. Na verloop van tijd ga je je er thuis voelen. Met de Bijbel is dat net zo. In het gedicht dat we zo gaan lezen staat dat het goed is om je dag en nacht in Gods wet te verdiepen. Wat hier wordt bedoeld is dat je Gods woord langzaam tot je neemt. Iedere dag een beetje. Uiteindelijk leer je de Bijbel steeds beter kennen en ga je je er steeds meer thuisvoelen. We vinden dit gedicht in het Bijbelboek ‘Psalmen'. Psalm is Hebreeuws voor ‘lofprijzing'. Deze liederen zijn opgeschreven tussen ongeveer 1400 en 400 jaar voor nul. Sommige gedichten prijzen God, in andere wordt Hij juist aangeklaagd. Veel van deze gedichten vertellen het goede nieuws in dichtvorm. In Psalm 1 komt dit bijvoorbeeld goed tot uiting. Laten we lezen. Psalmen 1 Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen, die de weg van zondaars niet betreedt, bij spotters niet aan tafel zit, maar vreugde vindt in de wet van de HEER en zich verdiept in zijn wet, dag en nacht. Hij zal zijn als een boom, geplant aan stromend water. Op tijd draagt hij vrucht, zijn bladeren verdorren niet. Alles wat hij doet komt tot bloei. Zo niet de wettelozen! Zij zijn als kaf dat verwaait in de wind. Wettelozen houden niet stand waar recht heerst, zondaars niet in de kring van de rechtvaardigen. De HEER beschermt de weg van de rechtvaardigen, de weg van de wettelozen loopt dood. Gelukkig de mens De psalmen vinden we in het Oude Testament, het eerste deel van de Bijbel. Het Oude Testament is voor 99 procent in het Hebreeuws geschreven, de taal die de Israëlieten toen spraken. Psalm 1 is dus ook in het Hebreeuws geschreven en daarom kan de Nederlandse tekst van vertaling tot vertaling verschillen. Zo zegt de Nieuwe Bijbelvertaling ‘Gelukkig de mens' en de Herziene Statenvertaling ‘Welzalig de man'. Het woord dat hier in het Hebreeuws wordt gebruikt is ashrey. Dit betekent ‘gezegend'. Meestal gebruikt de Bijbel een ander woord voor ‘gezegend'. Dat woord is barukh. Barukh betekent dat God ervoor zorgt dat je een goed leven hebt. Het woord ashrey betekent dat je gelukkig bent als je barukh bent. Eigenlijk zegt de schrijver van deze psalm: ‘O, het goede leven van de mens die…' Dus de NBV vertaalt het goed door te zeggen: ‘Gelukkig de mens'. Je bent echt gelukkig als je zo'n mens bent als die in deze psalm wordt beschreven. Hoe word je gelukkig? Wat zijn dan de kenmerken van zo'n mens? Hoe word je gelukkig? Er volgen drie dingen die deze mensen nalaten en één ding dat deze mens doet. Je gaat niet mee met mensen die kwade dingen doen. Je staat niet op de weg van zondaars. Je zit niet aan tafel met spotters. Bij dit soort Bijbelse gedichten is het altijd heel mooi om naar de bewegingen te kijken. Je gaat niet mee, je staat niet op, je zit niet. Gaan. Staan. Zitten. Of je nu gaat, staat of zit – je doet niets wat tegen de wil van God in gaat. En dan worden er drie manieren genoemd waarmee je tegen Gods wil in gaat. De eerste is door kwaad te doen. Kwaaddoeners zijn mensen die voor zichzelf leven ten koste van anderen. Ze doen anderen tekort. De tweede is door te zondigen. Zondigen in de Bijbel betekent letterlijk: ‘je doel missen'. Wat is het doel van christelijk leven? Dat je God liefhebt boven alles en je naaste als jezelf. Dat is de levensstijl die God van ons verlangt. Maar je kunt ook nog een spotter zijn. Een spotter is iemand die alles belachelijk maakt wat niet aan zijn of haar norm voldoet. Zelfs God wordt bespot. Andere mensen die niet zijn zoals zij worden naar beneden gehaald. Ze minachten hen. Als je deze dingen niet doet, dan ben je gelukkig. Tenminste… als je je dag en nacht in de wet verdiept. Kauwen op Gods woord Maar dat klinkt saai! Alsof je een of ander wetboek uit je hoofd moet leren. Gelukkig is dat niet wat er wordt bedoeld. Het Hebreeuwse woord dat hier wordt gebruikt voor ‘wet' is thora. Dit betekent ‘wet', maar ook ‘onderwijs' of ‘instructie'. Eigenlijk staat er: ‘verdiep je in Gods onderwijs'. In zijn woord dus. In de Bijbel. Het woord voor ‘verdiepen' is trouwens ook heel interessant. In het Hebreeuws staat er dat we moeten kauwen op Gods instructie. We moeten die dus net als voedsel in stukjes tot ons nemen, zodat we die kunnen verteren en de voedingsstoffen ervan kunnen opnemen. Het betekent niet dat we de hele dag door alleen maar mogen Bijbellezen, maar dat we ons voeden met Gods woord en dat de hele dag door in ons laten werken. Sterk als een boom aan het water Doe je dat, dan word je in geestelijk opzicht net zo sterk als een boom die aan het water staat. Je bloeit op, je draagt vrucht en je zult nooit omwaaien. Vergelijk dat maar weer eens met de slechte mensen. Waar jij een boom bent, daar worden zij vergeleken met het afval van graan dat wegwaait in de wind. Uiteindelijk zullen slechte mensen ten onder gaan. De goede mensen zullen standhouden. Daar zorgt God wel voor. Altijd twee keuzes Als je de Bijbel beter leert kennen zul je ontdekken dat God ons altijd twee keuzes voorhoudt: ga je de weg die Ik voor je heb uitgestippeld of ga je de weg van de mensen die hun doel missen? Deel één is natuurlijk het goede nieuws zelf: Jezus is voor onze zonden is gestorven. Maar het tweede deel is wel dat we positief moeten reageren op dat evangelie. We moeten wel de uitgestrekte hand van Jezus aanpakken. Daar gaat deze psalm over. Je bent zo sterk als een boom aan het water als je op Jezus vertrouwt en als je Hem gehoorzaamt. Een laag dieper Deze psalm laat ook het eerste deel van het evangelie zien. Als je een laag dieper graaft, dan zie dat deze psalm OOK van toepassing is op Jezus. Hij is namelijk de mens die niet meeging met de kwaaddoeners. Hij stond niet op de weg van de zondaars en Hij zat niet in de kring van spotters. Hij vond vreugde in Gods woord en verdiepte zich er dag en nacht in. Hij was als een sterke boom aan het water en Hij overwon het kwaad, waardoor Hij vrucht droeg. Weet je wat die vrucht is? Dat zijn wij! Dankzij Jezus' offer hebben wij vrij toegang gekregen tot God. Onze zonden zijn vergeven. Ooit leefden we voor onszelf, maar nu leven we voor Jezus!
Genesis betekent ‘begin' of ‘oorsprong'. Het beschrijft het ontstaan van de aarde, maar belangrijker nog: dit eerste Bijbelboek is het begin van het verhaal van God en mens. Het is goed om te beseffen dat Genesis niet bedoeld is om alle vragen die we hebben te beantwoorden. Het gaat niet in op de oerknal, op dinosaurussen, op de evolutietheorie, het begin van de tijd en ga zo maar door. God heeft ons geen wetenschappelijke document gegeven dat wij aan de hand van onze modellen kunnen toetsen. Nee, er staat een hele andere vraag centraal: vertrouwt de mens op zichzelf of op zijn Schepper? De openingsscène van de Bijbel is als de opening van een epische film. Een grote Geest, die een almachtige soevereine Koning is, zweeft over het duistere water en dan laat Hij het licht worden. Daarna gaat God door met creëren. Hij scheidt de aarde van de hemel, laat land verschijnen, natuur ontkiemen, maakt zon, maan en sterren, en bedenkt talloze zee-, lucht- en landdieren. Dan is het tijd voor de kroon op Zijn schepping. Hij maakt wezens die op Hem lijken. Misschien niet fysiek, maar wel qua karakter. Hij noemt het eerste wezen ‘mens', Adam in Hebreeuws, en geeft hem later een vrouw, iemand om hem te helpen. Deze vrouw, later Eva genoemd, is geen assistent, maar een levenspartner waar Adam niet zonder kan. Zonder haar is hij niet compleet. Op de zevende dag rust God. Je ziet trouwens dat het scheppingsverhaal twee keer wordt verteld. In Genesis 1 ligt de focus bij God en krijg je het grote plaatje te zien. Genesis 2 is hetzelfde verhaal, maar dan ingezoomd op de mens. Die eerste mensen zijn aangesteld door God om zorg te dragen voor Zijn schepping. Een beetje zoals een koning een gouverneur aanstelt om over een bepaald gebied leiderschap uit te oefenen. Een goede, liefdevolle koning wil dat zijn gouverneur met dezelfde compassie regeert als hij dat doet. Aanvankelijk doen Adam en Eva precies wat er van hen wordt gevraagd. Hoe lang? Niemand weet het precies. In hoofdstuk drie verschijnt een mysterieus dier op het toneel, een slang. We weten niets van hem, behalve dan dat hij sluw is en blijkbaar in opstand is gekomen tegen God. Hij zorgde ervoor dat Adam en Eva tegen God zondigde. Hier lopen we direct tegen een probleem aan. Waarom zou een goede God een val zetten voor zijn schepselen? Als Hij alwetend is, dan had Hij toch kunnen voorzien hoeveel ellende dit zou veroorzaken? Dat klopt. Ik ga er vanuit dat God wist dat Adam en Eva op een dag in de fout zouden gaan door toedoen van de slang. Toch had God geen keus. Hij wilde geen robots zonder gevoel, verstand en liefde. Hij wilde mensen die van elkaar, van de wereld én van Hem konden houden. Als liefde het grootste geschenk is, dan wilde Hij dat niet voor hen achterhouden. Dus moest Hij de mens wel een vrije wil geven, want zonder vrije wil is er geen liefde. En je kunt alleen een vrije wil hebben, als je ook de keuze hebt iets fout te doen. Denk er maar eens over na: je kunt je liefde voor iemand alleen maar bewijzen als je ook de keuze hebt om ontrouw te zijn. Vandaar dat God één verleiding in de Hof van Eden (de tuin waar Adam en Eva woonden) neerzette: een boom met de vrucht van goed en kwaad. Dit waren geen magische vruchten die bovennatuurlijke kennis overdroegen. Als Adam en Eva van deze boom zouden eten, zouden ze voortaan zelf bepalen wat goed en kwaad was. Dan laten ze dat niet langer aan God over. Ze vertrouwden dan voortaan op zichzelf in plaats van op God. In Genesis 3 maakt de slang hier gebruik van. Hij spreekt met Eva, terwijl Adam naast haar staat. De slang belooft wijsheid. Adam en Eva worden aan God gelijk als zij de verboden vrucht eten, beweert hij. Eva trapt erin en neemt een hap van de vrucht. Adam grijpt niet in en eet zelf ook. Met één hap verliezen ze hun onschuld. Ze zijn ontrouw. Zie je hoe vanaf het eerste begin alles draait om de liefde die God wil geven, maar dat de mens uit zichzelf ontrouw is? Vanaf Genesis 3 tot het eind van de Bijbel in Openbaring 21 zien we hoe God werkt om die ene misstap van de mens ongedaan te maken en de relatie tussen Hem en de adam te herstellen. Er is een nieuwe Adam nodig. God belooft Adam en Eva dat die zal komen. Hij zal de kop van de slang verbrijzelen en zal er zelf door gebeten worden. Dit is de eerste aankondiging van de geboorte, het lijden, het sterven en de opstanding van Jezus, de tweede Adam. Na de zondeval Na de eerste zonde wordt het verhaal steeds tragischer. Adam en Eva mogen niet langer in de Hof van Eden wonen. Ze moeten werken om aan voedsel te komen. Bevallingen worden zwaar en pijnlijk. Hun eerste twee zonen, Kaïn en Abel, dienen God. Abel van harte, Kaïn omdat het moet en zijn offer wordt afgewezen. Uit afgunst vermoordt Kaïn zijn broertje. Het blijft niet bij dit ene geweldsincident. De mensen worden talrijker maar de zonde neemt ook toe. Er is veel geweld en onderdrukking. Het neemt zulke proporties aan dat God zegt spijt te hebben van Zijn creatie. Maar Hij herinnert zich Zijn belofte aan Adam en Eva: dat er ooit iemand zal komen die alles weer goed zal maken. Om die reden kiest hij een man uit die Hem wel trouw dient, Noach. (Noach betekent ‘rust' of ‘troost'.) Noach bouwt volgens Gods aanwijzingen een ark, een driedeks schip zo'n 200 meter in lengte, 35 meter breed en 20 meter hoog. Op het land, terwijl het in die tijd volgens de Bijbel nog nooit had geregend. De aarde werd toen van onderaf bevloeid. Van elke diersoort (niet van elk dier!) gingen een mannetje en een vrouwtje aan boord. Dus waarschijnlijk één hondachtige, één katachtige enzovoort. En uiteraard alleen dieren die de ramp die ging komen niet zouden overleven. Want God had gezegd dat het ging regenen en dat de aarde zou overstromen. Weer die vraag van God aan de mens: vertrouw je mij? Noach, zijn vrouw, zijn zonen en hun vrouwen deden dat. Zij waren de enige acht mensen die de watermassa overleefden. Via hen begon God opnieuw. Deze zogeheten zondvloed deed God wel veel pijn. Hij beloofde nooit meer zoiets te doen. Na Noach vermenigvuldigde de mens zich opnieuw. Jezus zou duizenden jaren later geboren worden vanuit de geslachtslijn van Sem, de jongste zoon van Noach.
Een oude kwestie die ook in onze tijd speelt: wie is eigenlijk de eigenaar van het land Israël?Er is een tekst in de Bijbel, de eerste tekst, het eerste vers dat luidt: “In het begin schiep God de hemel en de aarde.” Misschien beter vertaald als “toen God een begin maakte met de schepping van hemel en aarde,” als een soort opschrift.Dit vers gaf aanleiding tot een commentaar van Rabbi Shlomo Yitzchaki, geboren in Troyes, Frankrijk, 1040 en gestorven in 1105. Hij was een van de belangrijkste verklaarders van zowel de Tenach, de Joodse Bijbel, als de Talmud. Rabbi Shlomo Yitzchaki, ook wel bekend als Rashi, schreef een commentaar op het eerste vers van de Bijbel: “Beresjiet bara Elohim et ha'shamayim ve'et ha'aretz.”In het Hebreeuws zijn er merkwaardige zaken aan dit vers te ontdekken. “Beresjiet” betekent “in het begin van,” en “bara” betekent “hij schiep.” Grammaticaal kunnen deze woorden niet samen gaan. Er zouden andere uitdrukkingen moeten staan zoals “Barisjona bara” of “Batchila bara,” wat letterlijk betekent “in het begin schiep God.” Maar er staat “beresjiet bara,” “in het begin van, schiep God”, wat commentatoren heeft beziggehouden.Rashi's vader, Rabbi Yitzchak, zei dat de Torah had moeten beginnen met Exodus 12:2: “Deze maand zal voor jullie het begin van de maanden zijn,” omdat dit het eerste gebod aan Israël was. Waarom begint de Torah dan met “beresjiet”? Volgens Rashi om te laten zien dat God de schepper is en daarom kan doen met het land wat Hij wil. Psalm 111:6 zegt: “De kracht van zijn daden heeft hij zijn volk verteld.” Dit toont aan dat God Israël het erfdeel van de volkeren aan Israel gaf. De volkeren zeggen vaak dat Israël rovers zijn omdat ze het land Kanaan hebben veroverd. Maar volgens Rashi's uitleg van Genesis 1:1 heeft God heel de aarde geschapen en kan Hij het geven en nemen naar Zijn wil. Israël kan dus antwoorden dat heel de aarde van God is en dat Hij het land aan hen gegeven heeft.Rashi legt verder uit dat “Beresjiet bara” betekent “in het begin van Gods scheppen.” Het vers vraagt om uitleg: letterlijk genomen is het grammaticaal incorrect. Daarom moet men begrijpen dat God in Zijn wijsheid koos om Israël het land te geven vanwege hun rol in Zijn plan. Het “begin” kan immers zowel slaan op de Torah (het begin van Zijn weg) en op Israel (het begin van Zijn oogst).God schiep hemel en aarde om Israël een plaats te geven waar zij Zijn wetten konden naleven. De Torah is immers het begin van Gods weg in de wereld. De schepping toont Gods doel om rechtvaardige relaties tussen mensen en hun omgeving te bevorderen door middel van Zijn geboden.Become a supporter of this podcast: https://www.spreaker.com/podcast/koinonia-bijbelstudie-live--595091/support.
Parashat Nasso , Numeri 4:21 – 7:89, Richteren 13:2 – 13:25Parasja is een reeks praktische lessen om, voor zover mogelijk, te verzekeren dat iedereen zich erkend en gerespecteerd voelt, en dat wantrouwen en achterdocht of jaloezie onschadelijk wordt gemaakt en opgeheven en iedereen erkend en gezien en gezegend wordt en zijn eigen rol heeft binnen het volk. Maar ook dat de wandeling naar vrijheid lang is en er geen kortere weg is. In dit gedeelte leren we over de taakverdeling tussen de drie priester-families in de zorg voor de mishkan, de tent der getuigenis. Namelijk de Kohathieten, de Gersonieten en de Merarieten. De Levieten waren aan de Kohanim – de priesters gegeven om hen te helpen bij de dienst aan de Mishkan en om de Israëlieten te onderwijzen over rein en onrein, over heilig en onheilig. De stammen van Israel waren rondom de tent van de samenkomst gelegerd in 17 kampementen. Hierna volgen lessen over hoe om te gaan met rituele onreinheid en reinheid van priesters en Nazireeën. In het geval van huidvraat, diefstal en bij huwelijkse ontrouw. De wijze waarop verzoening bewerkt werd bij overtredingen blijkt uit de weg die de Messias plaatsvervangend voor ons ging.Let wel een Nazirener is geen Natzarener. In het Hebreeuws zijn het twee verschillende woorden. Bob van Dijk, 15-06-2024Support the Show.
Deze aflevering gaat over de sociaal-economische verschillen tussen de bewoners van Uilenburg en (voormalig) Vlooienburg. Welk effect heeft het op een buurt als de bevolkingssamenstelling ervan drastisch verandert? Julia van der Krieke vraagt aan stadsdeelbestuurder Lotte Terwel wat de gemeente kan doen om de balans te behouden. Daarna vertelt historicus Rob de Spa hoe arm en rijk de buurt hier vroeger was. Ten slotte vraagt Julia ook aan Emile Schrijver, directeur van het Joods Cultureel Kwartier, waar het hardnekkige idee vandaan komt dat alle Joden rijk zijn, en waarom hij zelf Hebreeuws is gaan studeren als zoon van een bonthandelaar.De Joodse stad is een project van het Joods Cultureel Kwartier, de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam en de gemeente Amsterdam. Productie: Julia van der Krieke en Caspar Stalenhoef. Muziek: Akim Moiseenkov. www.dejoodsestad.nl
Vanaf het begin waren dit multireligieuze buurten: Joden en niet-Joden deelden tegen alle verboden in de lakens met elkaar, scholden elkaar de huid vol én deden plezierig inkopen bij elkaar. Wat kocht je bijvoorbeeld in een Joodse kruidenierszaak op Vlooienburg in 1600? En is je kaas nog koosjer als je ernaast hebt liggen vrijen met de christelijke melkmeid?In deze aflevering gaat Julia van der Krieke in gesprek met historicus Maarten Hell, wiens nieuwe boek gaat over de zeer diverse inwoners van deze buurten tussen 1600 en 1815. Maar Julia gaat ook op bezoek bij Duifje van de Woestijne, student Joodse studies en Hebreeuws, want haar Joodse familiegeschiedenis en de geschiedenis van haar straat kwam op een heel onverwachte manier bij elkaar.Links: het nieuwe boek van Maarten Hell; het Joods Monument van Hartog Zegerius (de betovergrootvader van Duifje)De Joodse stad is een project van het Joods Cultureel Kwartier, de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam en de gemeente Amsterdam. Productie: Julia van der Krieke en Caspar Stalenhoef. Muziek: Akim Moiseenkov. www.dejoodsestad.nl
Inleiding op:Sabbath Parah, de sabbat van de rode koe. Numeri 19:1 – 22, Ezech.36:16–38 over de rode heifer of vaars zijn toegevoegd aan de lezingen behorende bij de Parashat Tzav – Lev.6:1 – 8:36 en Jeremia 7:21 – 8:3, 9:22 – 23 en uit de apostolische boeken 2 Cor.5: 14 – 21. Tzav betekent in het Hebreeuws - wat geboden is, gebied. Vandaag bestuderen we de vraag: Versta je de rol van de offers in de dienst van verzoening? In de offerdienst legde de offeraar zijn handen op de kop van het dier te leggen. Op die wijze werd de ongerechtigheid, de schuld of zonde op het offerdier overgebracht. De priesters moesten van deze offers op een heilige plaats eten want gedurende het offerproces werd het offervlees allerheiligst. Daarom moesten de priesters wel ritueel rein zijn. Wanneer zij naderde tot het altaar wasten zij hun handen en voeten met het reinigingswater uit het wasvat. Dat reinigingswater was water uit een levende bron gemengd met de as van de volkomen rode koe. Deze heifer was met huid en haar, zelfs met het bloed buiten de legerplaats in zijn geheel verbrand. Degene die de rode vaars offerde werd tot de avond onrein omdat hij met de dood in aanraking kwam. Maar als je met de as van deze rode koe en water uit de bron besprenkeld werd werkte dat tot ontzondiging. Degene die met offegaven naderde tot het altaar werden erdoor ontzondigd en gereinigd. De betekenis hiervan is dat door de dood de dood zelf wordt overwonnen. Het verwijst naar het offer van de Messias die buiten de legerplaats op diezelfde plek, nabij dat altaar en de asplaats, aan het kruishout Zijn leven gaf ter verzoening van alle ongerechtigheid. Daarom aanvaardt Hem als de weg tot de Vader en laat u met de Vader verzoenen door Hem. 30-03-2024, Robert Berns.Support the show
Als Joe Biden gelijk krijgt, begint volgende week een gevechtspauze van zes weken tussen Israël en Hamas. Veertig gijzelaars, vrouwen, jongeren, bejaarden en zieken, worden uitgeleverd, in ruil voor 300 Palestijnse gevangenen. Ruim vóór de ramadan, door beide kanten gezien als een logische periode om de wapens neer te leggen. Het is goed nieuws, maar vooralsnog verre van een oplossing. Beide partijen verpersoonlijken de oorlog enorm. Israël maakt jacht op Hamasleider en het brein achter 7 oktober, Yehija Sinwar, die waarschijnlijk ergens in het honderden kilometers lange tunnelcomplex in zuid-Gaza zit, afgeschermd door een schild van gijzelaars. De kans om hem, dood of levend, op te pikken is gering, en de vraag is wat het zou uitmaken. Niet veel, denken westerse strategische experts. Heel veel, denken de Israëliërs, het zou een doodklap voor Hamas zijn. Het is een belangrijke reden waarom Israël vasthoudt aan een offensief in Rafah, tot ergernis van Amerika en andere bondgenoten. Voor Hamas is het een argument om gijzelaars vast te houden. Hamas eist dat de vrijgelaten Palestijnse gevangenen niet alleen vrouwen en teenagers zijn, maar ook prominente persoonlijkheden die veroordeeld zijn wegens zware misdaden en dus in Israëlische ogen terroristen zijn. Om die vrij te laten is voor de Israëliërs een gruwelijk offer, terwijl ze tegelijkertijd vinden dat geen moeite te groot is om de gijzelaars vrij te krijgen. Het is een duivels dilemma. Metafoor is Marwan Barghouti, bijgenaamd de Palestijnse Mandela. Hij zit al ruim twintig jaar in de gevangenis wegens massamoord, als oprichter van de al-Aqsa brigades, die reeksen aanslagen op bussen, hotels en restaurants hebben uitgevoerd. Maar hij erkent Israël, spreekt vloeiend Hebreeuws en Engels, heeft inmiddels gestudeerd, is voor de tweestaten-oplossing en wordt zowel op de Westelijke Jordaanoever als in Gaza de hemel in geprezen. Ook het corrupte, disfunctionele Fatach en het moorddadige, dictatoriale Hamas dragen hem op handen. Hij zou onmiddellijk als leider van de beide delen van Palestina worden erkend. Kreten als ‘from the river to the sea' zul je van hem niet horen – integendeel. Koele, westerse realpolitik zou zeggen: laat Barghouti de macht overnemen op de Westbank en in Gaza, zodat er een raamwerk ontstaat voor serieuze onderhandelingen met Israël. Dat marginaliseert Hamas en roverhoofdman Sinwar. Maar de Levant is niet zo van de realpolitik. Die is meer van temperament, monsters en wraak. Extra reden om te hopen dat de gevechtspauze doorgaat en stand houdt. Wil je meer van Bernard Hammelburg? Hier vind je al zijn bijdragenSee omnystudio.com/listener for privacy information.
Als Joe Biden gelijk krijgt, begint volgende week een gevechtspauze van zes weken tussen Israël en Hamas. Veertig gijzelaars, vrouwen, jongeren, bejaarden en zieken, worden uitgeleverd, in ruil voor 300 Palestijnse gevangenen. Ruim vóór de ramadan, door beide kanten gezien als een logische periode om de wapens neer te leggen. Het is goed nieuws, maar vooralsnog verre van een oplossing. Beide partijen verpersoonlijken de oorlog enorm. Israël maakt jacht op Hamasleider en het brein achter 7 oktober, Yehija Sinwar, die waarschijnlijk ergens in het honderden kilometers lange tunnelcomplex in zuid-Gaza zit, afgeschermd door een schild van gijzelaars. De kans om hem, dood of levend, op te pikken is gering, en de vraag is wat het zou uitmaken. Niet veel, denken westerse strategische experts. Heel veel, denken de Israëliërs, het zou een doodklap voor Hamas zijn. Het is een belangrijke reden waarom Israël vasthoudt aan een offensief in Rafah, tot ergernis van Amerika en andere bondgenoten. Voor Hamas is het een argument om gijzelaars vast te houden. Hamas eist dat de vrijgelaten Palestijnse gevangenen niet alleen vrouwen en teenagers zijn, maar ook prominente persoonlijkheden die veroordeeld zijn wegens zware misdaden en dus in Israëlische ogen terroristen zijn. Om die vrij te laten is voor de Israëliërs een gruwelijk offer, terwijl ze tegelijkertijd vinden dat geen moeite te groot is om de gijzelaars vrij te krijgen. Het is een duivels dilemma. Metafoor is Marwan Barghouti, bijgenaamd de Palestijnse Mandela. Hij zit al ruim twintig jaar in de gevangenis wegens massamoord, als oprichter van de al-Aqsa brigades, die reeksen aanslagen op bussen, hotels en restaurants hebben uitgevoerd. Maar hij erkent Israël, spreekt vloeiend Hebreeuws en Engels, heeft inmiddels gestudeerd, is voor de tweestaten-oplossing en wordt zowel op de Westelijke Jordaanoever als in Gaza de hemel in geprezen. Ook het corrupte, disfunctionele Fatach en het moorddadige, dictatoriale Hamas dragen hem op handen. Hij zou onmiddellijk als leider van de beide delen van Palestina worden erkend. Kreten als ‘from the river to the sea' zul je van hem niet horen – integendeel. Koele, westerse realpolitik zou zeggen: laat Barghouti de macht overnemen op de Westbank en in Gaza, zodat er een raamwerk ontstaat voor serieuze onderhandelingen met Israël. Dat marginaliseert Hamas en roverhoofdman Sinwar. Maar de Levant is niet zo van de realpolitik. Die is meer van temperament, monsters en wraak. Extra reden om te hopen dat de gevechtspauze doorgaat en stand houdt. Wil je meer van Bernard Hammelburg? Hier vind je al zijn bijdragenSee omnystudio.com/listener for privacy information.
In deze aflevering kijken we naar de wortels van het christelijke Paasfeest en de connectie met het Joodse Pesach-feest. We zien dat het verhaal over de uittocht, dat wordt herdacht met het Pesachfeest, al vooruitwijst naar het offer dat Jezus zou brengen (wat christenen herdenken tijdens Pasen). Wil je ook de Pasen Challenge volgen? Kijk dan op bijbellezenmetjan.nl/pasen.Transcriptie:De oorsprong van Pesach en Pasen Welkom bij deze nieuwe aflevering van de Bijbellezen met Jan-podcast. Als ik dit opneem, is het bijna acht weken voor Pasen. Veel christenen doen mee aan een vorm van vasten of mediteren. Ze gebruiken deze veertig dagen tijd om stil te staan bij het lijden van Jezus en Hem te danken voor het offer dat Hij bracht. Ons woord ‘Pasen' komt van het Hebreeuwse/Aramese woord ‘Pesach'. Dat betekent ‘voorbijgaan'. Zo moesten de Israëlieten het feest noemen waarin ze herdachten dat God hen had bevrijd uit Egypte. Je kunt dat verhaal lezen in het Bijbelboek Exodus. Israël was daar tot slaaf gemaakt. God zag hun lijden en bevrijdde hen uit slavernij. De nacht voor hun uittocht moesten de Israëlieten een lammetje slachten en het bloed op de deurposten smeren. Daardoor waren ze beschermd tegen de engel van de dood, die langs de huizen zou trekken om de eerstgeborenen te doden. Dat gaan we zo allemaal lezen. Maar het punt is dat deze engel voorbijging aan de huizen van de Israëlieten. Vandaar dat het feest ‘Pesach' heette. ‘Voorbijgang.' Het Latijnse woord hiervoor is ‘Pascha' en de meervoudsvorm hiervan is ‘Pasen'. Vandaar dat wij dit feest nu Pasen noemen en niet Pesach, want in Europa werd in de eerste eeuwen na Jezus Latijns en Grieks gesproken, en geen Hebreeuws of Aramees. Oorspronkelijk hielden de christenen trouwens de Joodse kalender aan. Het christelijke Pasen viel dan samen met de datum van het Joodse Pesach. In het jaar 325 na Christus was er tijdens een belangrijke kerkvergadering de vraag of die data wel moesten blijven samenvallen. Of was het beter om op Goede Vrijdag de kruisiging te herdenken en op Paaszondag de opstanding? Er werd gekozen voor het laatste en daarom vallen Pasen en Pesach niet meer op dezelfde dag. Zoals gezegd: in de periode voor Pasen wordt door veel christenen op de één of andere manier gevast. Dat is niet verplicht. Nergens staat in de Bijbel dat je dit moet doen. Maar het idee van enige tijd vasten om jezelf toe te wijden aan bidden en Bijbellezen, is wel heel Bijbels. 40 Dagen Tijd De christelijke kerk heeft hier speciaal de veertig dagen voor Pasen voor apart gezet. Het is een manier van jezelf zuiveren voor Gods aangezicht. Nogmaals: je bent geen betere christen als je wél vast en geen slechtere christen als je dat niet doet. Of je een periode bidt en vast, dat is iets tussen God en jou. Je laat zien dat je er wat voor over hebt om dichter bij God te komen. De één eet een paar dagen niet, de ander vast juist van social media, van televisie, van koffie of van snoep. Wat je ook doet, dat is ook tussen God en jou. Mocht je ook graag de komende tijd bewuster en met meer intentie de Bijbel willen lezen, dan zou je kunnen meedoen aan mijn Pasen Challenge. Dit is een Bijbelleesplan waarbij je in veertig overdenkingen reflecteert op wat Jezus voor ons, voor de wereld en voor Zijn Vader heeft gedaan. Je kijkt naar wat het Oude Testament hier al over zegt, je neemt plaats aan Jezus' voeten en luistert naar Zijn onderwijs en je volgt Jezus op weg naar Golgota. Het is een intense reis door de Bijbel, maar wel één die Jezus' passie laat zien. Passie en Pasen gaan hand in hand. Pasen betekent ‘voorbijgaan' en passie betekent ‘hartstocht'. Als je ergens passie voor hebt, dan hou je ervan. Maar dat is niet de enige betekenis van het woord ‘passie'. Passie is namelijk Latijns voor ‘lijden'. Jezus' liet Zijn liefde voor ons zien door te lijden. Zonder Jezus' passie was Pasen niet mogelijk. Wil je meedoen aan de Pasen Challenge, dan kun je je aanmelden via bijbellezenmetjan.nl/pasen. Dit kan ook als je dit ver in de toekomst luistert. Nu wil ik je eigenlijk één overdenking laten horen uit deze challenge. Die gaat namelijk precies over waar we het nu over hebben gehad, namelijk over de instelling van het Pesach-feest en de link van dit feest naar Jezus' offer. Zo krijg je ook direct een goed idee van het soort lessen van deze Pasen Challenge. Jezus is het Pesachlam Als ik de tekst van vandaag bekijk, dan vind ik het bijna jammer dat we maar een klein gedeelte uit Exodus lezen. Het verhaal van de redding van Mozes, zijn roeping in de woestijn en zijn confrontaties met de farao zijn prachtig! Er zitten bovendien heel veel verwijzingen in naar Jezus. Als je blijft meedoen met het ‘Bijbellezen met Jan'-programma beloof ik dat we gauw eens de hele uittocht onder de loep zullen nemen. Erg boeiend! Voor nu alleen de hoofdpunten. Er is ruim vierhonderd jaar verstreken. Jozef is dood en de Egyptenaren kennen hem niet of nauwelijks meer. De Israëlieten zijn in aantal zo fors toegenomen dat de Egyptenaren zich bedreigd voelen. Daarom hebben ze Jakobs nakomelingen tot slaven gemaakt. Bovendien moeten de pasgeboren jongetjes worden gedood, zegt de farao, zodat het volk niet nóg groter wordt. Mozes ontsnapt aan een zekere dood, doordat zijn moeder hem in de rivier laat afdrijven in de richting van de Egyptische prinses. Hij groeit grotendeels op aan het hof van de farao, maar vergeet zijn afkomst niet. Op een dag wordt hij zo boos als hij ziet hoe een opzichter een van zijn volksgenoten behandelt, dat hij hem doodslaat. Vanwege deze misdaad moet hij de woestijn in vluchten. Mozes sluit zich aan bij een woestijnvolk, trouwt en krijgt kinderen. Op een dag, als hij de kudde hoedt, roept God hem vanuit een brandende doornstruik. God geeft hem de opdracht om de farao uit te dagen en Zijn tekenen te doen, opdat de farao Gods volk laat gaan. Na veel protesten gaat Mozes uiteindelijk akkoord. De nieuwe farao verzet zich uiteraard tegen Mozes, die namens God spreekt. De hele confrontatie met de farao draait om één vraag: wie is God? Is het de farao? Of is het JHWH? (Dat betekent ‘Ik ben'.) God laat zien dat Hij veel machtiger is door Egypte met allerlei rampen te treffen – de ene nog heftiger dan de andere. Zo verandert de rivier in bloed, is er een kikkerplaag, een reusachtige hagelstorm en blijft het zelfs drie dagen donker in het land (behalve dan waar de Israëlieten wonen). Toch blijft de farao koppig. Dan komt het moment dat we nu gaan lezen: de instelling van het Pesachfeest. Je vindt het in Exodus 12. Lees nu Exodus 12:1-42 Er zijn een paar dingen die opvallen aan deze gebeurtenis. Om te beginnen: van de tien plagen die God op Egypte afstuurt, is de tiende plaag – de dood van de eerstgeborenen – de enige die de Israëlieten ook treft. Ze moeten een voorzorgsmaatregel nemen om hieraan te ontkomen. Wat is die maatregel? Het slachten van een onschuldig lammetje zonder enig gebrek. Het bloed daarvan moet aan de deurposten worden gesmeerd. Als de engel des doods langskomt kijkt hij niet naar wie er in het huis zijn. Het maakt hem niet uit of er Egyptenaren, Israëlieten of andere mensen binnen zijn. Het enige wat telt is: word je beschermd door het bloed van het lam. Hoe kan bloed redden? De vraag is: hoe kan dat bloed voorkomen dat de eerstgeborenen gedood worden? Dat woord ‘eerstgeborenen' en het feit dat zowel Egyptenaren als Israëlieten kunnen worden gedood, moet je eigenlijk meteen aan het denken zetten. Eerder al zagen we dat de prijs voor de zonden van de familie het leven van de eerstgeborene was. De tiende plaag is dus geen willekeurige ramp, maar een geestelijke waarheid. Op een dag brengt God gerechtigheid naar de aarde en zal al het kwaad – dus alle zonde – worden bestraft. Wat is die straf? De dood, zegt God al helemaal aan het begin van de Bijbel. Kun je daaraan ontsnappen? Ja, laat de Bijbel hier in Exodus zien. Hoe dan? Door het bloed van een lam. Wat is dat voor lam? Moet je naar het weiland of naar een stal om een lammetje te grijpen en dat te slachten? Het Lam van God Nee, wij hoeven dat niet meer. De Israëlieten wel, want Jezus was nog niet gekomen. Daarom moesten zij zich verbinden aan het offer dat Jezus nog ging brengen. Niet voor niets zei Johannes de Doper toen Hij Jezus voorbij zag lag lopen: ‘Kijk daar, het Lam van God! Dat was in de tijd van Johannes een vreemde uitdrukking. Waarom zou je iemand een lam noemen? Een lam diende ervoor om vroeg of laat te worden geslacht. De Israëlieten moesten jaarlijks de uittocht uit Egypte herdenken door een lammetje te slachten. Maar Jezus is het ultieme Pesachlam. Hij werd zelfs gekruisigd tijdens het Joodse Pesach. Wij herdenken dit met Pasen. Tot zover les 4 van de Pasen Challenge. Mocht je alle 40 overdenkingen willen beluisteren, geef je dan op via bijbellezenmetjan.nl/pasen. Veel zegen!
Waarom moet Jezus nu gaan wonen in Nazareth? Er is mogelijk een verband met Jesaja 11 waar we lezen van een "spruit", Hebreeuws: nezer, die uit de afgehouwen tronk van Isaï zou voortkomen. Maar hoe sterke is deze passage eigenlijk?
TikTok en Meta ondernemen actie na waarschuwingen over content rond het conflict in Israël. Die zijn afgelopen week uitgestuurd door de EU, waarop de bedrijven achter grote social-mediaplatforms aangeven wat ze al doen in de strijd tegen misinformatie en haatzaaiende berichten. Meta zou al bijna 800.000 posts hebben verwijderd van vooral Facebook en Instagram. Dat is zeven keer zoveel dan in de twee maanden daarvoor als het gaat om posts in het Hebreeuws of Arabisch, daarvoor werkt de techreus ook met factcheckers die deze talen meester zijn. Hamas mag die platform sowieso niet gebruiken, als terroristische organisatie. Ook bij TikTok wordt actie ondernomen, vergelijkbaar met Meta. Dat heeft naar eigen zeggen ook een commandocentrum gelanceerd, dat moet met automatische herkenning bepaalde gewelddadige content kunnen detecteren en neerhalen. Ook hier kijken moderatoren mee die de talen spreken. De Europese Unie waarschuwt ook videoplatform YouTube dat het moet waken voor 'illegaal materiaal en desinformatie'. YouTube draagt een 'bijzondere verantwoordelijkheid' omdat zoveel kinderen en jongeren het platform gebruiken, stelt verantwoordelijk Eurocommissaris Thierry Breton in een brief aan Sundar Pichai, de topman van moederbedrijf Alphabet. Het Amerikaanse bedrijf moet hen beschermen tegen "gewelddadige beelden van gijzelingen en andere nietsverhullende filmpjes", schrijft hij. Ook moet YouTube nieuws duidelijk onderscheiden van terroristische propaganda. Als YouTube zich niet aan de Europese regels houdt kan het boetes verwachten, dreigt Breton. Verder in deze Tech Update: Microsoft heeft gamebedrijf Activision Blizzard nu officieel overgenomen, voor 69 miljard dollar. Dat kon nadat afgelopen vrijdagochtend de Britse marktwaakhond publiekelijk akkoord was gegaan met maatregelen om misbruik van de marktmacht door Microsoft tegen te gaan. See omnystudio.com/listener for privacy information.
In verband met de oorlog met Hamas zendt Radio Israel deze week iedere dag een aflevering van Frontline Israel uit. Daarin gaat de presentator in gesprek met Nederlanders die in Israël wonen en vertellen wat zij daar momenteel doormaken.Vandaag gaat Angelique in gesprek met Albert en Esther Knoester uit Dimona in de Negev woestijn. Zij zijn in 2008 uitgezonden naar Israël door CAMA. Van 2008 - 2010 hebben zij eerst een taalcursus Hebreeuws gedaan, waarna zij verhuisd zijn naar Dimona. Zij vertellen over hun leven in Israël en hoe de huidige situatie hun leven nu beïnvloedt.Support the show
Parasha mattot stammen en Massza'e tochten Lezen Thora: Numeri 30:1 (of 2) t/m het eind van Numeri. Haftara: Jeremia 1:1-2:28; 3:4 en 4:1-2 NT: Handelingen 9:1-22 alsmede Jacobus 4:1-12. De Parasha begint met de bescherming voor een vrouw wat betreft het maken van een belofte; haar vader of, als zij getrouwd is, haar man kan een door haar gedane belofte weer tenietdoen. God draagt Moshe op om de Midianieten te verslaan als wraak over de listigheid van de vader van Kozbi, de overste van dit volk. Immers, door zijn dochter mee te geven met één van de Israelieten om hen te doen zondigen (Numeri 25). Alleen de kleine Midianitische meisjes mogen in leven blijven, lieve help, wat een treurige dag voor deze kinderen, hun ouders, broers en grote zussen worden zonder pardon ter dood gebracht. En dan te bedenken dat Moshe zelf twee zoons heeft van een Midianitische moeder. Was Tsipora toen al gestorven? Blijkbaar wel, Moshe trouwde namelijk ook al eerder met zijn Ethiopische vrouw. En zijn schoonvader Jethro dan, de Midianitische priester? Daar hadden we ook al langer niets van gehoord. Hoe dan ook, deze dag zal Moshe niet meegevallen zijn… De buit wordt overigens verdeeld tussen de strijders en de Levieten. Ruben en Gad willen graag blijven in het overJordaanse in plaats van mee te trekken over de Jordaan naar het Beloofde Land. Dat mogen ze echter alleen als ze eerst de andere stammen thuisbrengen; meehelpen om het land te veroveren. Dan volgt het overzicht van het aantal keren dat het volk van plaats tot plaats trok. In totaal 42 keer. Dat betekent dat ze in die veertig jaar vaak ook jaren ergens zijn blijven staan. De grenzen van het Beloofde Land worden aangegeven, de stammen krijgen hun deel en de Levieten krijgen hun steden, zes ervan zijn tevens de vrijsteden voor eenieder die vluchten moet als deze per ongeluk iemand heeft gedood. De dochters van Zelafead trouwen binnen hun eigen stam, op bevel van God, zodat ze hun erfdeel niet verliezen, het is bescherming voor hen. Zeleafad had immers geen zonen (Numeri 27). Jeremia, de jonge man uit Anatoth, een dorp ten oosten van Jeruzalem, wordt door God geroepen. Hij is aangesteld over de volken en de koninkrijken, om af te rukken en weer op te bouwen (vs 10). Geen gemakkelijke taak en in hoofdstuk 2 komt Gods Woord tot hem over Jeruzalem en het ontrouwe Godsvolk. Het is hartbrekend om te lezen hoe het volk God verraden heeft. Gods pijn komt rauw tot uiting in dit hoofdstuk en het is beschamend voor het volk, dat Hem heeft ingeruild voor nutteloze afgoden.. Maar er is telkens weer een antwoord, een uitweg: als jullie je bekeren! Zult gij dan niet van nu af aan tot Mij roepen: U bent mijn leidsman van mijn jeugd? (3:4) Uit alles blijkt dat God verlangt naar Zijn volk, verlangt naar hun liefde en trouw, zoals Hij hen liefheeft en trouw is. Dan is er de roeping van Paulus, dit gaat in het Hebreeuws natuurlijk, vergelijk het maar in Handelingen 26:14 waar Paulus vertelt dat de stem van Jehoshua hem in het Hebreeuws aansprak! Support the show
Gisteren was het precies 75 jaar geleden dat de staat Israël werd uitgeroepen. Nu, 75 jaar later, is Israël tot op het bot verdeeld over de politiek koers van de huidige regering. Gaat Israël het 100-jarig jubileum halen of zijn de verschillen TE groot? Presentator Tijs van den Brink in gesprek met: * Salomon Bouman, oud-correspondent Israël * Piet van Midden, docent Hebreeuws universiteit Tilburg * Yanki Jacobs, rabbijn
In deze video kijken we naar de eerste metafoor die de Bijbel gebruikt voor de Heilige Geest. In het Hebreeuws is dit ‘Ruach' en in het Grieks ‘Pneuma'. Dat betekent ‘wind', ‘adem', ‘geest' of ‘lucht die in beweging is'. Ruach is datgene wat ons leven in stand houdt. Het is de persoon die schept, herleving [...]
Jacob Keegstra neemt je mee in het thema: Hoe denken wij? Hij maakt duidelijk wat het verschil is tussen het Bijbelse denken en het wereldse denken. Hoe kunnen wij worden vernieuwd in ons denken om Gods wil te kennen? Er is ook een uitgebreidere serie over dit onderwerp en tevens is er boek over uitgekomen van deze spreker. Hoe denken wij? Hebreeuws, versus het Griekse denken. Zie https://www.icej.nl/boeken Jacob Keegstra is Bijbelleraar en spreekt over de Hebreeuwse wortels van het Christelijk geloof. Hij is verbonden met het werk van ICEJ Nederland. https://www.icej.nl Wilt u Israël zegenen, dat kan via https://doneren.icej.nl/doneren Volg ons op Facebook: https://www.facebook.com/ICEJNederland/ Volg ons op YouTube: Vrijdags 19.00 komen de nieuwe lezingen online. https://www.youtube.com/ICEJNederland Leuk dat u luistert naar de verdiepingspodcast van de Internationale Christelijke Ambassade Jeruzalem (ICEJ). Iedere vrijdagavond rond de klok van 19.00 uur volgt er een nieuwe aflevering waarin wij nadenken hoe de Hebreeuwse wortels een verdieping kunnen geven aan ons christelijk geloof.
De Bekendste PsalmDeze Psalm is in twee delen - twee helften - geschreven: verzen 1-4a en verzen 4c-6. In de eerste helft wordt het metafoor van de Herder gebruikt en in de tweede helft het metafoor van de Gastheer. Leiding en goede zorg is het karakteristiek van de Heere die mijn herder is en goedheid en goedertierenheid is het karakter van de Heere die mijn gastheer is. Het numerisch midden is 4b: U bent bij mij. Dat betekent dat in het Hebreeuws deze drie woorden (U bent bij mij) worden omringd met 26 woorden aan de voorkant (De Herder) en aan de achterkant (De Gastheer). Nog één opmerking over het structuur van de Psalm. Verzen 1 en 6 vormen een inclusio - een literaire envelop, waarbij de Verbondsnaam van God: de HEERE (Yahweh), de Eeuwige Getrouwe God het lied (mizmor - v.1) van David omringen.De hele structuur van de Psalm onderstreept de nabijheid van de HEERE, de Eeuwige Getrouwe God, die voor David "U bent bij mij" is van dit leven tot in de eeuwigheid.Mijn HerderHet metafoor van herderschap komt tot uiting in de werkwoorden die David hanteert: Hij doet mij nederliggen, Hij leidt mij zachtjes, Hij verkwikt mij. Groene, grazige weiden en stille wateren zijn voor een schaap van uiterst belang: een schaap wordt geleid naar de gewassen die goed voor het beest zijn; en rustige wateren zijn van belang, want bij snelstromend water is er kans dat een schaap omvalt. Het juiste voedsel en rustgevende omstandigheden leiden tot een verkwikte ik. Hij leidt mij op gangbare wegen - deze uitdrukking heeft natuurlijk een dubbele bedoeling. Ten eerste paden die voor een schaap niet te moeilijk of ongangbaar zijn. Ten tweede (met een hint naar Psalm 1) paden die rechtvaardig zijn - die geestelijk gangbaar voor mij (de persoon) zijn. De Herder doet dit omwille van zijn naam: God heeft zich aan David verbonden en daarom zorgt Hij zo voor Hem.Zelfs al is het pad gevaarlijk - de schaduw van de dood - vreest David geen kwaad, omdat Hij heeft leren vertrouwen in zijn herder en de overtuiging waar deze Psalm naar wijst: U bent bij mij.Mijn HeerHet metafoor van de gastheer komt to uiting in de tafel die gereed staat, de eer voor de uitgenodigde (zalving met olie) en de beker die nooit leeg is. Dit is een royaal feest en een groot feestmaal dat binnen het zicht, maar buiten het gevaar van de vijanden plaatsvindt. Het wekt de emotie van jaloezie op, omwille van de eer die de gastheer aan zijn uitgenodigde gast geeft. In plaats van vijanden die hem achtervolgen omschrijft David de goedheid en verbondstrouw van de gastheer die hem levenslang zullen achtervolgen. Weer wordt het duidelijk dat gevaar wordt weggehouden, omdat de HEERE bij hem is. En hoe lang zal dit zijn hoop en zekerheid zijn? Eeuwig. Tot in lengte van dagen zal David in het huis van de HEEERE verblijven.ConclusieMijn Herder zorgt voor mij. Mijn Heer eert mij. Gods trouw omringt en doordrenkt deze Psalm: U bent bij mij! En mis hierin niet de verandering van het persoonlijk voornaamwoord. David weet van zijn herder in de 3e persoon enkelvoud, maar het dal brengt de 2e persoon enkelvoud: U bent bij mij. Juist in de donkere dalen wordt Gods aanwezigheid persoonlijk. Hij is als Herder en Heer volledig betrouwbaar en dichtbij!
In het huidige publieke discours en in wetenschappelijk onderzoek worden twee termen gebruikt voor de anti-joodse campagne van de nazi's (1933-1945): De Shoah' in het Hebreeuws en 'de Holocaust' in de meeste andere talen. Deze twee termen zijn niet de termen die de vervolgden en de overlevenden zelf gebruikten tijdens de periode zelf en in de eerste jaren na 1945. Waarom zijn de belangrijkste termen die wij vandaag gebruiken niet de termen van de overlevenden? Bovendien: wanneer zijn deze termen, die niet specifiek zijn bedacht om deze gebeurtenis aan te duiden, maar woorden zijn die hun oorsprong vinden in de woordenschat van het Bijbels Hebreeuws en het Oudgrieks, de overhand kregen. En wat waren de omstandigheden en ontwikkelingen waardoor ze werden omarmd en verankerd werden? Je hoort het in deze korte podcast. Dan Michman is hoofdonderzoeker van Yad Vashem in Jeruzalem. Je presentator is Jos Hummelen. Deze podcast wordt mogelijk gemaakt door Maror.
Ze volgen joodse gebruiken, spreken Hebreeuws, geloven in een god, maar zijn níet joods. De Israëlische overheid weet zich geen raad met een grote groep Afrikaans-Hebreeuwse Israëlieten die zich gevestigd hebben in het zuiden van Israël. Door een administratieve vergissing kregen 112 mensen jaren geleden geen verblijfsvergunning. Dat is inmiddels een groep van meer dan 200 mensen en die worden nu alsnog Israël uitgezet. Ze hebben geen permanente verblijfsvergunning of Israëlische nationaliteit; dat is alleen weggelegd voor degenen die zich aansluiten bij het moderne jodendom. De groep claimt directe nazaten van de oude Israëlieten te zijn, maar weigert zich te bekeren.Correspondent Simone Korkus bezocht de Afrikaans-Hebreeuwse Israëlieten in Dimona, hun ‘Dorp van de Vrede'. Na hier 53 jaar gewoond te hebben worden honderden van hen nu bedreigd met uitzetting. Al die tijd hebben zij in vrede met de lokale bevolking geleefd, en al die tijd heeft de staat deze groep genegeerd. Nu moeten ze vertrekken, maar een ander thuis kennen zij niet. Wordt de Israëlische overheid gedreven door racisme? Waarom bekeren de Hebreeuwse Israëlieten zich niet? En wie heeft er nou eigenlijk recht op wat?Productie: Kees van den Bosch, Pauline van Andel & Merve Özdemir Zie het privacybeleid op https://art19.com/privacy en de privacyverklaring van Californië op https://art19.com/privacy#do-not-sell-my-info.
Jacob Keegstra is Bijbelleraar en spreekt over de Hebreeuwse wortels van het Christelijk geloof. Hij is verbonden met het werk van ICEJ Nederland. https://www.icej.nl/ Wilt u Israël zegenen, dat kan via https://doneren.icej.nl/doneren Volg ons op Facebook: https://www.facebook.com/ICEJNederland/ Volg ons op YouTube: Vrijdags 19.00 komen de nieuwe lezingen online. https://www.youtube.com/ICEJNederland Leuk dat u luistert naar de verdiepingspodcast van de Internationale Christelijke Ambassade Jeruzalem (ICEJ). Iedere vrijdagavond rond de klok van 19.00 uur volgt er een nieuwe aflevering waarin wij nadenken hoe de Hebreeuwse wortels een verdieping kunnen geven aan ons christelijk geloof.
Wat is de Hebreeuwse taal bijzonder. In deze lezing uit de serie Hoe denken wij? neemt Jacob Keegstra je mee in de Hebreeuwse manier van denken over de Hebreeuwse taal. Jacob Keegstra is Bijbelleraar en spreekt over de Hebreeuwse wortels van het Christelijk geloof. Hij is verbonden met het werk van ICEJ Nederland. Info: https://www.icej.nl/ Hoe denken wij? is ook als boek beschikbaar. te bestellen via https://www.icej.nl/boeken-bestellen/ Wilt u Israel zegenen, dat kan via https://doneren.icej.nl/doneren Volg ons op Facebook: https://www.facebook.com/ICEJNederland/ Volg ons op YouTube: Vrijdags 19.00 komen de nieuwe lezingen online. https://www.youtube.com/ICEJNederland Leuk dat u luistert naar de verdiepingspodcast van de Internationale Christelijke Ambassade Jeruzalem (ICEJ). Iedere vrijdagavond rond de klok van 19.00 uur volgt er een nieuwe aflevering waarin wij nadenken hoe de Hebreeuwse wortels een verdieping kunnen geven aan ons christelijk geloof.
In deze lezing neemt Jacob Keegstra je mee in de serie Grieks versus Hebreeuws denken. Dit is een serie samen met Henk van Zon Ministries, in het programma Without Limits, en is tevens uitgezonden via family. Jacob Keegstra is Bijbelleraar en spreekt over de Hebreeuwse wortels van het Christelijk geloof. Hij is verbonden met het werk van ICEJ Nederland. Info: https://www.icej.nl/ Hoe denken wij? is ook als boek beschikbaar. te bestellen via https://www.icej.nl/boeken-bestellen/ Jacob Keegstra is Bijbelleraar en spreekt over de Hebreeuwse wortels van het Christelijk geloof. Hij is verbonden met het werk van ICEJ Nederland. https://www.icej.nl/ Wilt u Israel zegenen, dat kan via https://doneren.icej.nl/doneren Volg ons op Facebook: https://www.facebook.com/ICEJNederland/ Volg ons op YouTube: Vrijdags 19.00 komen de nieuwe lezingen online. https://www.youtube.com/ICEJNederland Leuk dat u luistert naar de verdiepingspodcast van de Internationale Christelijke Ambassade Jeruzalem (ICEJ). Iedere vrijdagavond rond de klok van 19.00 uur volgt er een nieuwe aflevering waarin wij nadenken hoe de Hebreeuwse wortels een verdieping kunnen geven aan ons christelijk geloof.
In deze lezing neemt Jacob Keegstra je mee in de serie Grieks versus Hebreeuws denken. Dit is de tweede aflevering van deze serie samen met Henk van Zon Ministries, in het programma Without Limits, en is tevens uitgezonden via family7. Over dit onderwerp is ook als boek beschikbaar met als titel: Hoe denken wij? Dit boek is te bestellen via https://www.icej.nl/boeken-bestellen/ Jacob Keegstra is Bijbelleraar en spreekt over de Hebreeuwse wortels van het Christelijk geloof. Hij is verbonden met het werk van ICEJ Nederland. https://www.icej.nl/ Wilt u Israel zegenen, dat kan via https://doneren.icej.nl/doneren Volg ons op Facebook: https://www.facebook.com/ICEJNederland/ Volg ons op YouTube: Vrijdags 19.00 komen de nieuwe lezingen online. https://www.youtube.com/ICEJNederland Leuk dat u luistert naar de verdiepingspodcast van de Internationale Christelijke Ambassade Jeruzalem (ICEJ). Iedere vrijdagavond rond de klok van 19.00 uur volgt er een nieuwe aflevering waarin wij nadenken hoe de Hebreeuwse wortels een verdieping kunnen geven aan ons christelijk geloof.
Grieks versus Hebreeuws denken is een serie van drie opgenomen voor het programma Without Limits van Henk van Zon Ministries uitgezonden op Family7 met spreker Jacob Keegstra. Deze serie is later verschenen als Hoe denken wij? Tevens is er een boek van verschenen. https://www.icej.nl/boeken-bestellen/ Jacob Keegstra is Bijbelleraar en spreekt over de Hebreeuwse wortels van het Christelijk geloof. Hij is verbonden met het werk van ICEJ Nederland. https://www.icej.nl/ Wilt u Israël zegenen, dat kan via https://doneren.icej.nl/doneren Volg ons op Facebook: https://www.facebook.com/ICEJNederland/ Volg ons op YouTube: Vrijdags 19.00 komen de nieuwe lezingen online. https://www.youtube.com/ICEJNederland Leuk dat u luistert naar de verdiepingspodcast van de Internationale Christelijke Ambassade Jeruzalem (ICEJ). Iedere vrijdagavond rond de klok van 19.00 uur volgt er een nieuwe aflevering waarin wij nadenken hoe de Hebreeuwse wortels een verdieping kunnen geven aan ons christelijk geloof.
‘Vervloekt door de God JHW. Je zult vervloekt sterven.' Die tekst ontcijferde een onderzoeksteam op een loden tablet dat is opgegraven bij de Palestijnse stad Nablus. Het team dat de inscriptie ontcijferde weet vrijwel zeker dat het tablet uit de periode tussen 1500 en 1200 vóór Christus stamt. Deze vervloeking zou bewijzen dat de naam van God, ‘Jahweh' in het Hebreeuws, al eeuwen eerder werd geschreven dan men tot nu toe dacht. We spreken met een van de onderzoekers, oud-testamenticus en Bijbels archeoloog Pieter Gert van der Veen.
Cyril Widdershoven is energie- en defensie-analist gespecialiseerd in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Werkte jarenlang in de regio. Spreekt Arabisch en Hebreeuws. Promoveerde in War Studies aan King's College London. Geeft regelmatig commentaar in internationale media. Met Widdershoven bespreek ik – in afwezigheid van Jilles van den Beukel, wegens vakantie – de ontwikkelingen op de olie- en gasmarkt.
We lezenThora Genesis 32:4-36Haftara Obadja 1:1-21 (geheel)Tweede testament Hebreeën 11:11-20Introductietekst:Bereshiet/Genesis 32:4„Dan zendt Jacob voor zijn verschijning boden uit naar Esau, zijn broer; naar het land Seir, -harigheid-, het veld van het bloedrode Edom“. (NV)Wajislach, Hebreeuws voor “En hij (Jacob) zendt”. De parasja brengt ons op verschillende thema's. Deze keer staan we vooral stil bij de betekenis van de naam Israël. Er staat “en hij Jacob zendt” en zo werd ook later het volk Israël in de wereld gezonden. De vraag is voor ons allen door wie laat je, je zenden en met wie ga je op pad? Jacob was op de weg terug in allerlei opzichten. In eerste instantie naar zijn broer Esau die hij 22 jaar geleden ontvlucht was. Voordat hij het beloofde land Israël kan betreden moet er eerst nog iets worden recht gezet. Jacob gaat na het gevoerde gevecht en de ontvangen zegen, Esau tegemoet en ze sluiten elkaar in de armen. De broedertwist is beslecht.Er lijkt een harmonieuze basis gelegd voor de latere volkeren Israël (strijder voor God) en Edom (rode aarde) om gezamenlijk in harmonie op te trekken. De geschiedenis leert ons echter o.a. via de profeet Obadja dat het tegendeel waar is. Ook aan Edom is de vraag gesteld: “Kiest u heden wie gij dienen zult”. Psalm 146 geeft het antwoord: “Gelukkig – welzalig – wie de God van Jacob tot hulp heeft, wie zijn hulp vestigt op de HEER, zijn God”. Met Hem alleen kunnen we echt gezonden worden. Laten we bidden dat zo, juist in deze verwarrende wereld, de en Zijn sjaloom voor Israel en de volken gestalte mag krijgen. Daar hoort bij dat we de relatie zoeken. Dat we ons op elkaar aangewezen weten. Dat zal Hij zegenen en die zegen maakt ons tot kanalen van zegen voor elkaar.Shalom,Presentatie: Arnold VisscherSupport the show (https://radioisrael.nl/geven/)
We lezen Genesis 28:10-32:2. Uit de Haftara lezen we Hosea 11:7-14:9 en we lezen Johannes 1:19-51.Ja'akov wordt door Jitschak naar het oosten gestuurd, op zoek naar een vrouw want de vrouwen van Esav zijn een bron van ergernis voor Jitschaq en Rivkah… Ja'akov moet een vrouw gaan zoeken uit hun eigen familie.Wanneer hij op zijn reis een droom krijgt over engelen, die op en neer gaan op een ladder die in de hemel eindigt, weet hij dat de God van zijn vader Jitschaq en zijn opa Abraham ook met hém is en hij sluit een verbond, noemt de plaats Beth-El, בֵית אֶל Huis van God. God bekrachtigt opnieuw de belofte die Hij aan Abraham al had gedaan. Het is prachtig dat God daar later weer aan refereert met te zeggen: ‘Ik ben de God van Beth-El (31:13).'Bij zijn oom Lavan (meneer De Wit; lavan לָבַן is Hebreeuws voor wit) aangekomen, ziet hij Leah en Rachel. Leah heeft tedere ogen (רַך rach), maar Rachel is verder ook schoon van uiterlijk en daar valt hij voor. Het is overigens opvallend dat veel mensen in het volk Israël Leah's tedere ogen geërfd lijken te hebben; we zien hier in Israël mensen om ons heen met opvallend zachte donkere ogen, prachtig!We kennen allemaal de geschiedenis: het bedrog van Lavan door de zussen te verwisselen en dan moet Ja'akov nóg zeven jaar werken om Rachel, het is niet eerlijk. Na de tweede zeven jaar bedingt hij zijn loon: al het gevlekte vee. Hij doet er dan nog zes jaar over om een gevlekte kudde bij elkaar te sparen en heeft uiteindelijk meer dan zijn schoonvader.In die tijd worden elf van de twaalf zonen geboren, alsmede Leah's dochter Dinah. Benjamin laat nog even op zich wachten. De spanning tussen de zussen Rachel en Leah is duidelijk voelbaar, zeker als Leah als eerste vier zonen krijgt en Rachel nog helemaal niets. Via de slavinnen Zilpah en Bilhah worden meer zonen geboren. Dat is een gebruik in die tijd: op de schoot van de huisvrouw baart de slavin een kind dat vervolgens aan de huisvrouw gaat toebehoren. Dan baart Rachel Josef; Benjamin laat nog een poosje op zich wachten.De namen van de zonen vertellen een verhaal. Om er een paar te noemen: Ruven, רְאוּ בֶן betekent: Zie, een zoon! Levi לֶוִי betekent aanhechting, ‘nu zal mijn man zich aan mij hechten,' zegt Leah. De naam Josef betekent verzamelen. Moeder Rachel wil nog veel meer kinderen, zodoende noemt ze haar eerste zoon zo. Weet zij veel dat hij ooit graan zal verzamelen om alle broers en heel de bevolking van Egypte in leven te houden?Wanneer Ja'akov uiteindelijk vertrekt, komt zijn schoonvader hem nog achterna en na wat ruzie om de huisafgod die Rachel heeft gestolen, sluiten Ja'akov en Lavan een verbond. Pas dan kan Ja'akov met zijn gezin in vrede verder trekken, weg van Lavan.En dan Hosea… wat is er van dit volk, de nakomelingen van Abraham, Jitschaq en Ja'akov terecht gekomen? Het is niet mis wat Hosea allemaal profeteert, het volk is afgevallen van God.In geen andere profeet staat zoveel lyrische liefde van God aan zijn volk beschreven als in Hosea: ‘Ik leerde Efraïm lopen, Ik nam hen op mijn arm, maar zij erkenden niet dat Ik hen genas (Hosea 11:3).' En daarna de lyrische woorden in vers 8 en verder: ‘Hoe zou Ik u prijsgeven, Efraïm, u overleveren, Israël… Mijn hart keert zich in Mij om, ten volle wordt Mijn erbarmen opgewekt…' en nog verder: ‘Ik zal Efraïm niet verderven want Ik ben God en geen mens!'Overigens staat er in 11:7 in de meeste vertalingen een fout; er staat: ‘En al roepen zij tot Hem, toch zal Hij hen niet opheffen,' echter (en gelukkig zijn er ook vertalingen die dit wel goed doen), er staat in werkelijkheid: ‘En al roepen zij tot Hem, niet één verhooSupport the show (https://radioisrael.nl/geven/)
Over wereldwijze lof gesprokenWe gaan weer verder met de Psalm. Voor we inhoudelijk naar de Psalm kijken, eerst nog een paar algemeenheden. We worden opgeroepen om de HEERE, dat in de meeste vertalingen met hoofdletters wordt geschreven, dus staat er in het Hebreeuws de naam JHWH, de Ik ben die Ik ben of de Aanwezige, te prijzen als hun, dat is in eerste instantie Israel's, maar ook onze gemeenschappelijke Schepper en Vader. Lees meer... Support the show (https://radioisrael.nl/geven/)
Over toekomstmuziek gesproken -2-In de voorgaande uitzending werden we door de dichter van de Psalm opgeroepen om voor de Heere de HEERE, de Eeuwige te juichen en vrolijk Hem de lof toe te zingen. En niet alleeen wij, maar de hele aarde. Wat een geweldig evenement zal dat zijn zeg. Denk je eens in. De hele aarde breekt uit in een feest voor Hem.En we worden begeleid door nota bene een heel orkest! Het eerste instrument dat genoemd wordt is de harp, in het Hebreeuws kinnôr. Het woord vinden we ook in het meer van Genesarecth, afkomstig van de vom van het meer, dat op een harp lijkt.Lees meer...Support the show (https://radioisrael.nl/geven/)
Over herinnering gesprokenNa de lofzang op de Eeuwige gisterochtend willen we weer eens verder nadenken over deze indrukwekkende Psalm. Ik moet denken aan een zwager van mij, Wim van 't Wout uit Boskoop, die nu al jaren overleden is en de Psalmen de apotheek van het geloof noemde, want wat vinden we vaak troost en kracht in de geweldige woorden die de Eeuwige ons nagelaten heeft. 't Is net een medicijnkast, vind je ook niet?Zo ook nu: Hij heeft gedacht aan Zijn goedertierenheid en trouw voor het huis van Israel.In het Hebreeuws lezen we: Hij herinnert Zich. Het Hebreeuwse woord voor herinneren is ‘zakar', en dat wordt het eerst gebruikt in Genesis 8 vers 1: En God dacht aan Noach en aan al de wilde dieren en al het vee dat bij hem in de ark was; en God liet wind over de aarde gaan, zodat het water bedaarde.Lees meer...Support the show (https://radioisrael.nl/geven/)
Over de Redder gesprokenWe denken vandaag weer verder na over vers 2:De HEERE heeft Zijn heil bekendgemaakten Zijn gerechtigheid geopenbaard voor de ogen van de heidenvolken.We zagen de voorgaande keer dat de oude Jacob op nota bene zijn sterfbed de historische woorden sprak: Op Uw heil, op uw redding op uw Yeshua, wacht ik HEERE. En in deze Psalm 98 lezen we dat de HEERE, de Eewige Zelf zegt dat Hij Zijn heil, Zijn Yeshua zoals er in het Hebreeuws staat, bekend heeft gemaakt.Waar Jacob met reikhalzend verlangen naar uit keek, zoals de schrijver van de Hebreeenbrief het uitdrukt, mogen wij door het geloof al zien. Wat zijn we eigenlijk toch een geweldig begenadigde mensen.Lees meer...Support the show (https://radioisrael.nl/geven/)
Over genade gesprokenIk denk dat maar weinig mensen beseffen dat als ze het over gein of een geintje hebben, ze eigenlijk een Hebreeuws woord gebruiken!Via het Jiddisch, de taal van de Oost-Europese Joden, is het Hebreeuwse ‘chen' verbasterd tot ons woord gein. Zo op het eerste gezicht lijkt er maar weinig overeenkomst te zijn tussen een geintje (dat is een grapje) en tussen ‘genade', zoals dit Hebreeuwse woord chen vaak in de Bijbel is vertaald.Lees meer...Support the show (https://radioisrael.nl/geven/)
Over redding gesprokenVandaag wil ik met u stilstaan bij het laatste gedeelte van vers 10:U die de HEERE liefhebt, haat het kwade.Hij bewaart de ziel van Zijn gunstelingen,Hij redt hen uit de hand van de goddelozen.Inderdaad, zoals we de voorgaande keer met elkaar overdacht hebben, bewaart de HEERE, met hoofdletters geschreven dus, de Aanwezige de ziel, het leven van zijn gunstelingen. Zij ontvangen dus eeuwig leven, want Hij bewaart hun ziel, dat is hun leven. En hoe Hij dat doet wordt het vervolg van de tekst uitgelegd. Door hen te redden uit de hand van de goddelozen, zegt de tekst dan.Hij redt, natsal, zegt het Hebreeuws. Narsal, redden, heeft ook de betekenis van uitkleden , plunderen, zichzelf verlossen, verlost worden, wegrukken.Lees meer...Support the show (https://radioisrael.nl/geven/)
Over oorlog gesprokenIn de voorgaande uitzending kwamen we aan de hand van Psalm 97 waarin we in vers 9 lazen over de het feit dat de Eeuwige de Allerhoogste wordt genoemd terecht bij de eerste keer dat de Eeuwige in de bijbel met deze titel wordt genoemd.In Genesis 14 vers 18 lezen we over de veldtocht van Abram tegen de koningen, de elohim zoals het er in het Hebreeuws staat van Sodom en Gomorra.En we kwamen er achter dat de naam Abram de betekenis heeft van ‘Verheven Vader'. We zagen al dat het hier dus niet zomaar gaat om een strijd, maar om een strijd die de verheven vader strijd met de koningen, de elohim, de tegenstanders van de verheven vader. En dan kom de strijd van Abram tegen de koningen ineens in een totaal ander daglicht te staan. Dan is het niet meer alleen een historische gebeurtenis uit een ver verleden, maar is het ineens heel actueel, ook in 2021.Lees meer...Support the show (https://radioisrael.nl/geven/)
Over de eer van Zijn Naam gesprokenNa de uitstapjes in de afgelopen uitzendingen willen we vandaag weer verder nadenken over Psalm 96 en wel vers 9 waar we lazen:Buig u neer voor de HEERE in Zijn heerlijke heiligdom; beef voor Zijn aangezicht, heel de aarde.Of zoals we in het Hebreeuws lezen:O aanbid de HEERE in de schoonheid van heiligheid: vrees voor hem, de hele aarde.O aanbid de Heer in de schoonheid van heiligheid. Dit vers is letterlijk overgenomen uit 1 Kronieken 16:29-30, waar we lezen:Lees meer...Support the show (https://radioisrael.nl/geven/)
Thomson werkt in het dagelijks leven als vertaler voor diverse Bijbelgenootschappen. Hij beheerst tal van talen, zoals het Russisch, Hebreeuws en het Nederlands. Als er een puriteinse preek wordt gelezen in de gemeente waar hij in Nederland kerkt, hoort hij in gedachten het Engelse origineel. Thomson was ambtsdrager in een Baptistische gemeente in Engeland, maar kerkt sinds zijn huwelijk in de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (GGiN). Albert-Jan Regterschot spreekt met Alexander Thomson over de invloed van puriteinen op de geschiedenis van Engeland. Thomson geeft inzicht in het kerkelijke leven in Engeland. Bijvoorbeeld ten aanzien van de verhouding van baptisten tot christenen in de Anglicaanse kerk. Puriteinse invloeden overstijgen de kerkmuren.Aan het einde van de uitzending geeft Thomson zijn visie op de Brexit, in relatie tot de volksaard van zijn volksgenoten.
De vlucht, dwars over Saoedi-Arabië ook een historisch moment bracht het Amerikaanse en Israëlische onderhandelingsteam naar de Verenigde Arabische Emiraten voor het uitwerken van hun vredesplan, wat ook historisch is. Ik vond het mooi, die Boeing met het woord vrede erop in het Arabisch, Engels en Hebreeuws. Dat de hoofdrolspelers, Donald Trump, Bibi Netanyahu en Mohammed bin Zayet, hun eigen politieke motieven hebben een corruptieschandaal, verkiezingen, een front vormen tegen Iran, wapendeals het doet er even niets toe. Een topprestatie is een topprestatie. Luister terug | De Wereld | Joe Biden's moment Een paar details vertellen het verhaal nog beter. Nieuwsstation Al Arabiya bracht het nieuws heel prominent. Is dat bijzonder? Ja, want het station is eigendom van de Saoedische regering, en dus is de boodschap dat het huis-Saoed zijn zegen geeft los van het toelaten van die Boeing in zijn luchtruim. Al Jazeera was veel kritischer, en schreef een boos stuk over de knieval voor Amerika, lafheid van de Emiraten en over de Palestijnen, die zich verraden voelen. Al Jazeera is eigendom van de emir van Qatar, dus nu zien we opnieuw dat hij ruzie heeft met de andere Golfstaten. Wapenstilstand Tegelijkertijd, maar door vrijwel alle media genegeerd, kwam het bericht dat Hamas in Gaza, de luis in de pels van Israël, een wapenstilstand sluit met Israël, en dat de bemiddelaar de gezant van Qatar in Gaza is. De grensovergang tussen Israël en Gaza gaat weer een stukje open, wat een zegen is voor de Gazanen, dus Qatar kan zeggen: wij laten onze Palestijnse broeders niet in de steek. Maar hun boodschap is tegelijkertijd: ook wij praten met de Israëliërs. Ook dat is historisch. Luister terug | Space Cowboys | Nieuwe missies naar Mars Nu zal iedereen die het Midden-Oosten volgt zeggen: al die contacten waren er al lang, de vijandelijkheden tussen Israël en de Arabische wereld behoorden al tot het verleden, dus zo bijzonder is het niet. Allermaal waar, maar het uitbreken van vrede, zeker in die heetgebakerde regio, is hoe zal ik het zeggen historisch. Over Bernard Hammelburg Buitenlandcommentator Bernard Hammelburg gaat in zijn column in op de zaken van wereldbelang en plaatst de internationale politiek in context. Luister live woensdagochtend om 06:25 in De Ochtendspits of wanneer je wilt via bnr.nl/bernard-hammelburg, Apple Podcast of Spotify. See omnystudio.com/listener for privacy information.